Historisch Archief 1877-1940
No. 1568
DE A M S TE R D A M M E R WEEKBLAD V OOR 'NEDERLAND.
is het of allea tot drysrende mozaïkvlakjes
.aan het versmel'en is gegaar.
Het lithographeer werk van Uavertnan i? van
een vlotte en geimkkelijke behandeling. Zijn
portretten ouderscheiden zich daarin van die
van Vet h, wat echter niet beduidt dat zij
daaraan in gehalte superieur zijn. In zyn
andere werken is de f( neering hoofdzaak.
Zijn voorstellingen van moeders met haar
kind i fl'ecteertn een dramati-eerin| van het
onderwerp, dat schijnt begrepen te taoeten
worden als een beeld van zieltogende zalig
heid.
De etsen van Monnickendam zijn gedurfd
als zyn schildeiijen. Onvervaard brengt nu
de teekenaar de strakke harde lijn in
toepa-sicg, wat die prenten een ijzerachtig
aansien geeit.
Precieus daartegen zy'n de etsen, en etsjes
vooral, van Graadt van Roggen. De kern
achtigheid ia hier gevoeliger.
De houteneden (moge deze kunst meer
beoefend worden!) van Veldheer hebhen
toch maar gering expressief karakter. Nog
zijn er vier houtsneden ?an Van Maanen,
die me niet minder leeker.
Op de gelithograKheerde portretten van
Eueter heb ik bij een vorige expositie in
Arii reeds waardeerend gesvezen.
Cohen Ciosfcha'k's portretstudies op steen
zü'n met recht-meenende inspanning door
werkt. Zijn werk moge, met zijn trachten
naar verd.eptheid, ga.fr en strakker n^g
worden.
Veider heb ik uit den inhoud van deze
ongewone tentoonstelling nog
aangetepkend enkele der etsen van Van d.r Valk,
vooral de diie onder No. 234, een litho in
rood van Jan Sluyters; Xo. l M l en 133 van
Karsen; No. 60 van Bod'fée (boe komt dit
exemplaar onder de overige werken van
desen?) en de eUen van Haverkamp die om
de uiuoeti^e juistneid te pryzen zijn, inaar
als een meetkunsli^eteekening zonder warmte.
Uit de werken van Muu ijn is misse! ien
het kuifje te Laun nog lut meest vrij van
weekheid.
Nog eens zij gezegd, wijl dit slechts zelden
kan g beuien, dat de/.e ten'oonstelling, waar
de etsen van Matthijs Ma is de kroon spanner,
zeker waaid is, wel wat drukker bemoeit te
worden. Ze duurt nog een paar weken.
W. STEKXIIOFF.
Verbijsterden, schetsen van J. STEÏXES.
Het Gdidme, vreemde verhalen van P.
VAX DKR MEER. Meitdört Boogaerdt,
Rotterdam, 1906.
Ik heb deze elf schetsen van de heeren
Steynen en Van dei Meer met veel genoegen
gelezen, en ik heb zelfs voor de eene schets
Vergelding van den laatste eene bewonde
ring opgevat. Wat mij in vele van de andere
schetsen aangenaam treft is meer Je neiging
dan het gelukkeu der uitvoering,
waartusBchen soms een vreemde botsing ontstaat.
Bijvoorbeeld inde eeis'e schets van den heer.
6 eynen, die De Gek betiteld is en in lengte
zijn vier andere schetsen verre overtiefi, is
het den auteur ondanks zijne daarin blijkende
artistieke gaven niet gelukt het intreden van
den waanzin p-ychisch aanneembaar te ma
ker. Ik kan het niet gel loven, en tenminste
ik betwijfel, en do twijfel ontrukt aan de
artistieke beklemming?, ik betwijfel dat een
man, die geen symptoom van waanzin
vertcont bij het sterven zijner echtgtnoote,
hetwelk hem toch bijna tot zelfmoord brengt,
dat deze man vijf jaren l-ter tot waanzin
vervalt bij de verloving zijner dochter, aan
welke zi.:ti zijn de eenzaamheid fchuwend
gemoed gehecht had. En gesteld dat dez^j
twijfel ongegrond ware, dan blijft mij nog de
aarzelei de overdenking, of in dat geval de
waanzin wel op déze wijze, en dan zoo plot
seling, zou zijn ingetreuen. Ik zeg niet, dat
het niet zoo zou kunnen gebeuren, maar dat
ik het in dit verhaal vreemd heb gevonden,
wat niet gedekt kin worden door de
algemeene kwalifikatie van Veibljslerden, want
ieder zelfstandig verhaal moet voor zichzelf
aannemelijk biyven, en de hoofdtitel van een
bundel is niet meer dan een samenvatting
ach'eraf. De auteur heeft er mij niet van
kunnen overtuigen, dat het zoo móést: ik heb
niet voelen aankomen : die man wordt zoo
nog gek, m sar ik heb gedacht: de heer
Steynen laat hem gek worden, omdat hij et'U
gek wil schetsen ; en iat is nog niet hetzelfde.
De invoering van den waanzin of liever wat
daar nog aan vooraf gaat, ik bedoel de
bladzijden vijfentwintig tot drieëndertig ,
is dan ook wel wat gewild van stemming,
en ge< fc mij zoo den indruk van iemand, die
zich DU eens speciaal gereed gaat maken om
straks na de noodlottige tijding gek te wor
den. Want inderdaad, dat een dochter iets
langer uit blijft dan gewoonlijk na hd'ftieii
in den avond, dat kan een vader niet zoozeer
beklemmen en hoog-tens wat mopperig van
stemming maken, en hit wordt bovendien
?als te opzettelyk gevoeld, omdat het veimoe
den daardoor wordt versterkt, dat de auteur
ook zelf het motief voor den waan dn wel wat
zwak heeft gebonden en op deze manier willen
aan likken. Want werkelijk, dit is niet gelukkig
gevonden : het overtuigt mij maar half, dat
een vader, hoezeer ook geplaagd door de
afschuw voor het alleen zijn, en met hoeveel
lit-lde ook ' oor zijne dochter in zich, bij de
tijding van hare verloving waan-zinnig wordt.
Er is iets gednongens in, het loopt niet, het
overtuigt niet; ik herhaal: ik heb er bij
gedacht: de heer Sieijuen 'dat iemand gek
wolden, en hij had hem evenzeer tevreden
kunnen laten blijven, en ook had hij hem zijne
dochter kunnen la'en smeeken niet heen te
gaan, en hij had zóó'n dochter tegen zóó'n
vadtr ook direkt kunnnen laten voegen bij
deze tijdinz: bom bij ons wonen", kortom :
het artistiek nood-lottige van de psychische
noodzakelijkheid is niet aanwezig, waardoor
de intredende waan-zin van-zelf spreken l
ware geworden, zoodat het zoo móest. En
dan is ook de wijze nog be'wijfelbaar : zou
in deze situatie, zoo ben ik geneigd te vragen,
zou in deze situatie de waan zin niet op
treden door het de nits!ui'ende overhand
nemen vac die ne gedaeb'e: en dan ben.
ik alleen, en is er niemand, die mij
tegenlacht in het droef-geestige leven, en het
eindelooze en verdwazende versuil'en in dat
ne on zeg-bare verlies, zoo als men immers
blind moet worden van het eindelooze staren
over eene groote f en lenigheid ran kleur?
Zcu hier niet eene hersen-marte'ende en
eprakelooze gedacht en-warii; g zijn gevolgd in
plaats van de luid-ruchtige aansteller^ en
de in-tredende hallucinaties? Ik geloof, dat
er een verkeerde soort waanzin achter de be
weegreden is geplakt, die de uit-barstende
openbaring had kunnen zijn van een niet
ge-uite 2eestelijke vernieling, maar riet het
plotteiinge gevolg van de tijding eener
ongewenschie en tocli toegestane verloving.
Ik heb ook eene botsing tusschen de nei
ging f n het gelukken-der-uitvoering bespeurd
in de -twee eerste schetsen van P. van der
Meer, getiteld Banden, en Obsessie.
Ik vin i in deze laatste schets op-zich-zelf
de gedachte van het doodvallen van den
betrokk"Tie tiij den uitroep Val dood' zeer
aantrekkelijk en stel mij daarbij vóór iemand,
die bijvoorbeeld een mtniek lezenaar of
lampensta idaard omb'aast, wat in den droom
aanni iuelijk zijn kan, en ik vin i ook de
stem i mg van een geheimzinnig huis en f en
geheimzh nigen huisheer en een
geheimzinnigen kneeat zeer aantrekkelijk en waardeer
alles/.uis de wijze waarop de heer Van der
Meer dit voorgedragen heeft, maar de
vereeni^i'ii van deze t vee aantrekkelijkheden
is hem niet ge'ukt. Er wordt met de geheim
zinnig eid en daarenboven met de ui; voerige
beschujcing van het uiterlijk van den
huishter eene stemming opgewekt, die door de
oplossing en door iets wat ik straks ga uit
leggen niet bevredigd wordt en doet denken
aan iemand die zijn mouwen opstroopt om een
glas wijn op te tillen. Hier volgt eenstuije
Verwacutin^spannende geheimzinnigheid :
Zjn b'ik ging mar het bosch dat donker
en dood-lil als een steile hooge kust opstond,
naar noord, naar zuid, uit de wijd- leinende
zee der landen. Het was een stille grij ;e dag.
er wa.s geen regen er was geen wind; de
natuur was volkomen stil, e^n stilte zoo wijd,
zoo hoog, zo) dien, 200 wereld omva:tend,
dat het waj, of er iets gebeuren moest. L:nks
wat terzijde van het ventter hield een bourn
zijn zwarte kale takken in de stilte als won
derlijke luisteraars Niets bewoog. Alles was
roenoos" (B!z. 32).
Hier ia een stukje beschrijving van den
hu sLetr:
.\llecn de mon \ had epn nood'ottige ge
slotenheid ; de groeven die \an (]e mond
hoeken neersneden naar de omltrkaak, waien
diep en a!s in het vleesoh gekerfd, zo i Ut aet
wel lidteekeiis leken. De oogen had Ien dien
eig>-na.ircligen langzamen en zo > vasten blik
welke men vindt bij denkende mensiiheu."
(B1-. 31).
De oplossing van drzc s'emming is nti. dat
in den oogenblik, dat een geroepene gee.-tehjke
binnentreedt, deze uiau dood valt, zooals hij
zelf op den uitroep val dood," een vtieiid
had zien dood vallen, en de moeieiijktieid
vo >r den scarijver bestond hierin, dit vroeger
yrbi-U'dc den lezer op e« n geschikt mom. nt
mede te deelen. Zijn fout is nu, dat hij dit
gtb'.urde op het moment invoert, waarop de
stemming op het hoogst is gespannen op iets
dat zal </<'«'(i jjebturen, terwijl dit gebeurde
iets zóó izonder opvallen is is, dat het n:et
als ter oops kan beschouwd worden en cLs
opgewekte stemming ineens d<;od sl.iat. Het
geoeurde, dat als ee . soort refrein een onmis
baar bestanddeel van de schets -^as, is op
eene verkeerde plaats ingevoerd. Mon rnerke,
vooral op, dat ik geen bezwaar maak tegen
de ne.iyiwj die de auttur bad voor uet in den
droom aannemelijke refrein van p'otseling
dood vallen als omgeblazen worden, maar dat
de uitvoering er van niet gelukt is. In dit
nachtmurieachtige genie is De Biljart
speler van Steijren, waarin dagelijks tal
van lijkeu uit de livier, dij; dwars door de
stal loopt, worden opgehaald met het Haar
hebben ze er weer een" va i den kellner
wat ook slechts in d:jn droom aanne
melijk is een heler en zelfs uitstekend
stukje, en kostelijk is ook De Boom van
dezen echrij /er, waarin tot slot het lijk van
Geert Mati.ijsen als eene vrucht aandien een
zamen grooten boom in da weide hangt.
tn deze opste'len :De Boom, De Bil
jartspeler, Obsessie en ook in
Weerzien, waarin de heer Van der Meer een
ou ion vader laa' d jodvalLn op het oogenblik
dat zijn s ndj die en-deitig jaren afwezue
zoon de deur opent van zijn kamer en ook
in De Keizer, waaiin de heer Steyu^n
deze personnag,) een dnoi.'n soldaat "laai
kuisen, gelijken deze artiesten direkteurjn
van etn marionetten-theater, die hun poppen
aan touwtjes hebben en t'. Ikens met een
hollen houten klap op bet tooneel laten
vallen en dan weer bij massaas omhoog
trekken; en ik heb terug gedacht aan een
pautomine, -vaarom ik mij indertijd ha fdoo !
heb gelachen, van drie agenten achter een
muar en drie inbrekers achter drie
vensferluiken, die dan tegelijk boven den muur en
achter het, luik en dan weer tegelijk achter
den muur en in bet geopen ie raam stonden,
tot ze on Ier een gil opeens waren tegelijk
boven den muur en in het geopende raam.
Zooiets maken deze heeren van het leven
wat op zi'ïh zelf al beter is en spelen met
hun touwmenschen van pat.s val do jd en
deur-open-plof. En ik vind dit inderdaad
veel aantrekkelijker dan marionetten-spelen,
omdat het hier geen poppea als menschen,
maar mer:schen als poppen geldt, wat er een
wrted en cynisch element in brengt en dat
is toch eigenlijk veel aardiger, omdat het
tegelijk een geestelijke verdieping is.
De Keizer is overigens een vet l
mer.schelijker schets, en de man in De Boon, die
zich ten-slotte aan den eenramen boom
ophar gt, en cok de priestt-r in De Daad
van Van der Sfeer, r'ie zich in de kerk ten
aanschouwe van zijn gehoor verbrand'-, /.ijn
psychisch verdiept en innerlijk gemotiveerd,
terwijl De Biljartspeler, Obsessie
en Weerzien meer op- allend
po,.penspel zijn. Nog meer dan de drie eerste
sc'ietsen delevens-werkelijkheid nabij-komende
of zoo men wil het zér toeva; lige ont wij kend
zijn De L o o d s van Steynen en Banden
van Van der Meer, in welke beide schetsen
ik meer geneigd ben het zwakke in de logische
ontwikkeling als een minder goede eigenschap
te beschouwen, omdat de/.e ontwikkeling eeae
klaarblijkelijke bedoeling wordt. Het
krankz nnig worden van den loods door den dood
zijner vrouw is veel beter gezien en ont
wikkeld dan dat van den kapitein in D e
Gek, ^maar het dunkt mij, dat hij niet door
dien vizionairen droom, maar door de in hem
op gekomen waan-zinnig felle menfchen haat
gedre.-en moest worden tot het besluit van
het schip op een klip te sluren; ik wil niet
zeggen dat het gedroomde vizioen weg had
moeten blyven, maar dat het niet zoo de
onmiddellijke aanleiding had mogen zijn van
dien daad, die het geworden is door het
daarin gegeven bevel van den engel, waardoor
zijne krankzinnigheid, die ontstond door den
dood zijner vrouw en zijne onzegbaar hatende
gedachten als oorzaak te veel op den achter
grond worden geschoven. En in Banden
is het briefje, dat de na eene neger-jarige
echt-vertenig'ng door zijne <rouvv voor een
ander verlaten man in zijn buis achter-laat
voor haar, waaneer zij daarin nog even zal
terugkeeren.om hare kleederen en-zoo-veider
te halen, in-der dd:id bedoeld als de
verhoogiug eener reeds gewekte stemming,
maar hier lijkt mij het daarin besloten
iel-wat belachelijk verzoek van den vorigeu
eega om nog twee krooptn aan zijn vest
te zetten weer niet in staat om zijn voor
malige vrouw, hoezeer ook onder den
oogen-blikkelijken indruk van htrinLe ingen
vin eene toch ledige en reeds moed g
verbrokene gehechtheid on middellijk te doen
besluiten tot den teiuj;keer lot haren
vroegeren man en zeker met, om den aanwezigen
nieuwen echtgenoot een diepen groef van
leed", om zijn mond te doen krüg( n en
daarna zwijgend te doen heengaan vo ,rgoed.
De schetsen, die zyn direkte artistieke
zitningen van het leven, zijn: De Gek
van teynen en Vergelding van Van der
Meer, en zooals ik reeds zeide: ik heb voor
dit laatste opstel eene bewondering opgevat.
Er is in deze schets etne hevig schrijnende
tegenstelling en deze is zóó goed uitgewerkt,
zóó beveLd beschreven, zóó gloeiend van
emotie, met altijd weer die als heete en
verstikkende lucht optrulende aanduidingen
van moederlijke zachtheid en vrouwelijke
aan-aili^heid en ro?.e en witte bloemen en
groene hoornen daaromheen, en het telkens
af-chuwelijk gedojd woideu van het
outzachelijk verlangen daarnaar. dit is, zeg
ik, zoo voortrefleiijk beschreven, dat ik een
enkele opmerking verzwijg tn den schrij /er
van zul K een opstel liever geluk wensch.
SPAAN.
,.Les StaDCëi" m JeauMoiés.
(Jet aprè-Miiidi, la vie qui b'agitait
autuir de la maisou du pocte etait iniime
e. paysanne. On découvrait de ses fenêires
la campagne de l'arts ji.qu'aux preni.èrts
irou.ia'.i-ong du bois de (J auret.
. . . l.a face, i-tir la ucte d'un vieux
mur, dts colonibes se c ressaient Le
tuujiil e des boii'evarls seiublait bien
loin. . . . C'eft dans cvtte atmosptière
pairible que M. Jean Mo as travaille, et
contu u ?. la traditiou de l'a t desinteresse
et ri-v."
Cariiou!]!:! et Vell.iy. La Littérature
Cont' mpoiaine.
De gedichten 'an e°n man, die reed»! lang
niet meer leeft in liet, groote, volle 1-ven
der menigte, die, met wie hij ook >;aaa moge,
een eenzame, een tro'.sche blijft; eenzaam
met zijn melancholie, zijn dioefeuis, zijn
bitterheid, te trott-ch om te klag"n in met
wille noorden zijn stil verdriet te sloren.
Jean Mo (?&» is v;;n dtn begin?e af de zeer
rijtie dichter geweett. t!ie hij zich hier, in
de '.es boeken zijner S ances opnieuw toon;:
hij stelt zich noo.t met 3niailerinaen van wat
hij zeggen wil teviedm, zoekt nooit meer,
zooais vroeger sonn wel, naar vreemde, bizarre
beeiden, is nooit, hoe A el voortdurend
d'oefgeestig, dof n» idruk! end ; in deze gedicïiten
bereikt hij volkoni n duidelijkheid en juist \ieut
van uitdrukking in een bijzondere volmaakt
heid van vorm, die niet afwisselend i?, niet
schitterend vun veelzijdige ?t r-.enmaaka unst,
maar zeer eenvoudig, in o er't geheel
gelijkiutiie vier-regt-lige s'rophen.
Zooals ik reeds ze de, is de stemming d-'zer
gedichten voortdurend droefgee.-iig. vluiéas
Si'.hrijft, steels liederen, die vol zijn van
de natuur, van ie steden met hun duur
nevels ouj! ulde, gasvlauimer, hun ka.-tanjes,
hun duistere huizen; van de buitnirtreken
met hun bl)tiuen en boo non en vogels; en
in niet v-el, m.'.ar zeer mooie gedichten, van
de zee Zjn le.'eu van d;óéens nu is tiet,
dat in de na uur ademt; in du natuur vin H
hij de beeli^n voor zijn treurig leven: hij
vergelijkt zich zelve bij een verdroogde bion,
bij een duisteren horiion, een ontbladerde
bh-em, bij een verteerd blad op een bleek
grasveld, hij de hoornen, die men velt in een
biaderloos bosch. bont, waarvan doodkisten
gemaakt zullen woidtn.
Zoo is ! ej ^teeil?; /.ijn droevige s'emming n
Oierheer.-.chen alles. Alles wat he:n, niet
zoozeer alleen schoon, als ivel vooral: bij
zondei lijn vertellenen is, ge(-ft hem wel vreug
den, doen die blijdschap is altijd sul van eer
tei d "ie me'ancho.ie. Zeker, hij ziet alle-! mooi,
ook de voorjaars , de zomerbl lemen, de
helliciiie velden, de diep-blauwe luchten. Maar
vooral is hij de man, wiens ziel meer ui'gaat
naar de blauwe violen van den lat n winter,
dan naar de al te trot?c:ie lelie, de te zeer
(?chit'L'r. nc'.e jo?;en van vooijaar en zom^r:
alle dingen, de witte bloemeiikronen, de
helderheid \ an de beken, de gebeiiueuisvolle
eiken ziet hij wel mooi, maar met het ver
langen y.d toch nog mooier, n(jJ inniger te
aanschouwen in de treurnis van den herfst
en van den winter:
L'erre, que tu re-, s de g ;'u:e buco'.ique
Les riiües de moiiunienl&!
K tu me plais encor sur Ie platane antique
Qui, t oiillent tes euihra.-semeLts.
Mais jel'aime surt( ut, sombie e" sinistre lierre,
A ([Uehiue fontaiüe peudu,
Et lm-»ant l'eau couler, jilainti :e, dans la pierre
D'un bass'.n que l'age a fenda.
Men bemeikt in dit vers reeds de teerheid
van het sentiment. Evenzoo het verdriet, dat
hem de.'e verzen zal hebben doen schrijven,
en hoe hij nooit tevreden blijft met het zijnde,
en allijd uitziet naar het nieuwe, het andere:
Wai.ruer hij op het land ronddwatlt en de
boomen, en het vuurtoienlicht, en de doornen
aan de m reu hem de velden buiten de stad
heerlijk doen vinden, dan denkt hij met ver
langen weer aan Parijs aan Athene; wanneer hij
daar terug zal zijn, dan kan hij zich immers
nog altijd wel huilen droumni;
je reopire, vill«, dans ta hrume,
La montagne et les champs, la mer et Ie foicc."
Maar Moiéas, hoe afwisselend en afwisse
ling legeerend, is zelden heftig: hij toornt.
net, bij beklaagt zich niet, daar hij weet, dat
zijn lier altijd hchoor.er klinken zal; hij treurt,
ja, maar stil, harmonieus, gracieus, geen ruwe
Dewegingen verstoren zijn vervloeiende
rythmen, en ;t s soms de bitterheid opgolft,
s,erker dan te voren dan geeft hij die, noet
een donkerder geluid, met dollere zuchten,
doch ongebroken, nooit wild klotsend.
O' de aandoeningen van deze verzen. In
het groene licht otder ie. voorjaarslakken
"an een tragen April, denkt hij aan de ver
liefden, aan het stof der verbeten dooden.
Sexlert hoevele jaren spraken de boomen der
stad bet l zacht met hem te zamen ? Sedert
hoevele winters klaagden, de verwelkte
bladei en onder zijn dwaïeude voeten? Hij is
bedroef!, en als een dwaasheid verbaast het
hem, wanneer de levendige vreugde een snaar
zal aanraken van zijn aan de
zwaartnoeii^heid gewijde harp. Hij, lachen wil hij niet;
hij zet zich neer op een steen van het kerkhof,
in den koaienden^cacht, wanneer de vogels
veislillen in het g'roen :
Sans vous envier ui vous p'ainlre
Je regarde Ie jour ,-,'éleindre
Sur Ie* t. rtres de croix semes,
O püles morfs, oüvous dorrnez.
Maar ook wil hij wel ontvluchten aan zijn
ongelukkige gedachtt-n, en roept allen aan:
de paden, de louteinen, de grotten, destem
men van de vogels, de vage lichten in de
bosschea en viaagt de natuur hem niet te
verstooten.
Ne me repousse pas. o divine Nature,
Je suis ton suppliant.
Enkele ma-en, a'.s zijn nachtelijke stap
weeikliukt in de straten van de stad, en hij
Parijs l.oort, als een glimlach onder snikken,
dan b-andt 3/en 't vei langen in hem op om
in het wit óp^lan^eud licht van de avouds'er
aan het strund te liggen tutschen de wieren.
Soms wordt de nacht téduister en wil hij
weg zijn:
(^landje vendrai m'asseoir dans Ie 'ent, dans
Au hout durocher solitaire, (la rmit,
Que je L'ectendrai pluj, en l'écoutaut, Ie bruit
(Jiie fait m m coeur sur cette te; re,
Ne te contente pas, Oi'éan, de jeter
Sur mon visage un peu d'écuaie:
Au coup de lame alors tefaul m'emporter
Pour dormir dans ton ainertume.
Toch blijft Idj, men ziet h-jt, allijd de zoon
der schooi liein"; voor wie lezen kan slaat
wel d-geli_k oudt-r de iu*t van deze verzen
een golfs'ag van intens leven, maar de harts
tocht die het weef=el der g'atie zou breken
i- het niet.
Moréas is voor alles een fijn dichter, en,
met zijn eigenschappen, als zoodan g een
gioót dichter. Voor ongeveer vijftien jaar
noemde l em Kloos al geen Mees'er". Nu, na
dien tijd, is hij dat zeer zeker wél; niet
als Verhaeien of zooals Kloos zeiler een was,
maar hij beiit die inueilijkeen vormelijke
voortieüVlijkheid, tot n, gaaf, geheel ver'
eenigd, die alken mtesters bereiken kunm n.
lier, lezen van een bundel als La^ 8 ances ::) is
een van de mooiste dingen, die enn z >eKer
naar schoonheid in de mjderne literatuur,
kan gebt u en. Laat ik. tot mooi slot van dit
kleine opstel, i>o/ ('én gt dicht mo^en
over«chrijv. n, eön der /.ér tchoone verzen van
den bundr l:
Solitaire et pensif j'irai sur les chernias,
Sous Ie ciel s-a.ii- chaleur i) ie ia joie aban-ionne,
Et, Ie coeur plus d'amuur, je preiiiliai dans
mes uiains
Au pied de? peuplier; les feuillesde l'automne.
J'ccoiiterai la brise et Ie cri des ois< anx
Qai volent par les ciiamps od déja la nuit tomhe,
Lians la moine praiiie, au bord des trt-teseaux,
Loiigtemps je veux souper a la vie, a la tombe.
L'air glacéxera les n 'ges transis,
Et Ie couc ;aiii uiouna aouceuient dans la
bruine
Al'Ts, la^ de marcher. ?ur quehjue borneassis,
rar.iiuill-', je rornpiai Ie p iin da l'amei tume.
Jan. '1)7. P. N. VAX EYCK.
*) Met o;j/.et roerde ik in dit stukje de
vriag, in hoeverre dt ze vtr.;en een eenheid
vormt n. niet aan. Het zou voor dit weekblad
te ver nuvoerd ,'iebbeu en gevoegelijk kan
voor de ie kwestie verweztn woideu tiaar liet
artikel van >1. (jjdtfroy in \'ers el Pro:e".
FüiTiA Liii.Yvici-T. Vun Lïi'terlede. Bergum,
bebrs. v. d. Meu tn, !1JI)7.
Dit heek ben ik beg mnt-n te ler.en met
de beSH' verwachting. Ju de inleiding w )rdt
een zeer lie a gwekkend onderwerp aan de
orde gesteld : de vraag namelijk, hoe een
tl chterlijke natuur door het leven ouldiciii"
\votdt.
Dit zal blijken uit de geschiedenis van
e<n man, d.e, poëtisch vau aanleg, van
litverlnU' zijn schoone droomen opgeeft en in
btslag genomen wordt door de. aliedaagsche
zorgi-n en den sleur vau het beroep lev'en.
Het eerstd hoofdsiui is aanlig geste1 d en
begint niet de geboorte van den held", een
voor.-poedi; kind, dal H) pond woog, bmi.en
eif maan ien liep, en om iijn stevig en knorrig
ge/.icht dn naam van dnfikop kreeg.
De kltine E^berl is zeer gevoelig; als hij
uieikf, dat het vlee.-ch, waarvan zijn vader
hem aan tafel bedient, van een konijn af kom
stig is, wil hij niet mee eten.
Uat gaat zoo i iet langer, meent de papa,
en hij laat den j jngen eerst les geven, toen
schoolgaan, om zijn weeke fantasie wat aan
tut stollen 'e brengen door de koude hand
/an nuchtere werkelijkheid.
Hiermee begint hei ontdichtingsproces. en
de mama neemt zuchtend de '>tduimehng
waar van het in omloop gebrachte zieltje."
pag. 18.
Zo > wordt het verhaal ingeleid en de be
langstelling van den lezer gewekt..
Maar d.e belangstelling wordt bij nadere
kennismaking langzamerhand getemperd.
liet jonge mensen toch moet zijn idealist,
maar zijn idealisme is van den kouden grond ;
het blijkt Loowat uit niets dan uit zijn af keer
van geregelden arbeid. Het is waar Zaterdag
avond bestijgt de gymnasiast in een dispuut
gezelschap zijn kreupelen Pega-us, dit is
tenminsten een poging die men loven kan
in zulk een knaap, maar het ge/o g is, dat
hij Zondags zijn familieleden, die zoo we nig
op Zeus of Venus gelijken, bejegent mtt tot
een treur wilg groeiende laatdunkendheid ].ag.
2(i. En men kan toi:h niet ingenomen zijn
met een jongen, die zijn ouders laatdunkend
bejegent; allerminst wanneer die laat
dunkendheid groeit tot een treurwilg. Erger
kan het toch al niet.
Andere dwaasheden bleven nie: uit.
Egbert wer i verliefd op een meisje van de
straat, in wie hij na'.uurlijk een engel zag,
verbeuzelde zijn tijd met de hofmakerij, en
bleef zitten in de 4de klasse van het Gym
nasium.
Dat was verschrikkelijk. Aan flarden ge
scheurd hing de gehoorzaamheid in het
ouderlyke ontredderde huis. De band aan
ouders was ruw d ;orgesntden. en daar stond
hij als een wezen apart, als een ontinaskeide
engel uit den hemel gesmakt, ontsteld van
eigen boosheid". ....
Geen wonder dat de radelooze oudf rs day
en nacht verschrikt weiden door de
noodschei der vertwijfeling, die hare sidderende
handen neerlei op de roerlooze ontzetting
en de brai dend heete drift (pag. 37).
Er schoot niets anders o 7er dan den jongen
naar een drilschool te zesden. Dat baatte
wel eenigszins; hij werd s'udent, boemelde eeo
jaar, maar v.erd eindelijk Mr. in de rechtea
Voor elke betrekking die hij kreeg was l f
evenwel te dichterlijk". Ilij kon 't niet
vinden met zijn chefs, die eischten, dat hjj
voor zijn tractement het eentonige werk zoa
doen aan zijn ambt verbonden, evenals ecu
gewoon prozamensch. Hij bedankte er voor.
Toch ter wille van een mooi rijk meisje,
ging hij er eindelijk toe over weer eens een
betrekking te aanvaarden 't was het eenige
middel om tot een huwelijk te komen
maar hij deed 't zuchtend en zei met een
grafstem: ik moet voor den wagei dat U
mijn lot (pag. 132). En toen hij, na eenige
maanden fader geworden, otdervorid, dat er
aan het vaderschap ook al proza verbond^»
is, voelde hij zich bijna ziekt r dan de kraam
vrouw (pag. 171;. Kassianl
Intusschen door het lot tot eenigen arbeid
gedwongen, werd hij ten lot te nog referen
daris en een dood gewoon fatsoenlijk heer,
een liefhebbend vader en trousv echtgenoot,
een auib'enaar, die zijn plicht do^.
Zijn oogen alleen spraken nog de
raadseitaal der droomers d tor het secondaire leven
tot zijn slaven gemaakt.
Zoo wordt de verwachting der lezers teleur
gesteld. Zij deuken de tragische ge?c lit-denii
te hooren van een dichter ijke ziel, d:e ontr
dicht wordt door het lot, en heoben al bij
voorbaat sympathie voor Egbert, die hua
als dichterlijk wordt aangekondigd; inaar
llilMiiimliiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiimiiiHiiiimii
40 o e n t B par rsgat
?^^^^^^?^?BiHMWBMHhMHlHBHI
Kooptgeen Zijdel
zonder eerst stalen onzergegaran ieenl
poliede prachtig mo <ie n uveau'és in
zwart.w it en gek', srevraag'l t ^ hebben.
Specialiteit: Zijdes offen voor
Bruir's-, Bal-, Gezelscbaps- en
WandeHoiletten en voo B ouse=,
Voering enz. van 60 een'.s lol 'J
gulden j er Meter.
Wij verkoopen direct aan par
ticulieretl en zenden de gi'it-j..»-n
zij.lenstoil'en franco vracht en
rechten aan hun.
SCHWtlZ R & Co., Luzern H2S.
(Zw tserland'.
Zijdesloffin-Export. Kon Hofl.
l o % jji; yi luchtkuurooid \an Nederland.
Hui.meWu^.l'ö'cIdi'shiys-Hiis.
M«'. n .Tui IVnP'firi. Omrih. Ft. ijcM pnr..
I)of>r dui enden al- HET BESTE eik mi.
Wie altijd versrhe en heerlij< smakeróe
Groent n en Vruchten hebben wil, btsteSia
KRü-VIEICM'sIrmaakpota^
M^t metalt-ii deksel. Van steen met
zoutgla uur overtrokken. Vraagt uwen Winkelier
in hui-liou l'-lijke artike'eri d-, br >c)iure: Hoe
inaiiKt mc:i het bes Fruit en (J oeuteu iu",
wnke L" gratis wordt verstrekt.
En gros Mj: JOH. II. VA\ I)!:H MliEV, '.mmf.ort.
ExtraTarweblo em
voor de fijne keuken.
't Pdkje van Vt Kilogr. ?0.125
Mu.VOOR MEEL-EN BROODFABRIEKEN.
VIJZELGRACHT 28.
L <5'J PSave van uw adre.3 wordt U door de
efdeeling Broodfabnek particulier bediend.
OBÉRtAHNSTEIN
E o Kt V i ei o r i a \A(at er
OBLRLAHNSTEIN
BOUWT , RUNSPEET
.e/d.
VELUWE.
Inlicht. b,d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te
Nun§peet.