Historisch Archief 1877-1940
No. 15&8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
?l
flalfMd,
GEZELSCHAPSDAME.
Al ia men niet van de meening, dat de
taal er is om de gedachten te verbergen,
onbewust schijnt men menigmaal een massa
achter te houden en zelden was my dit zoo
duidelijk als toen ik het verschillend geschrijf
van 8. P. en D. E A. J. las naar aanleiding
van mijn artikel Gezelschapsdame.
Het was tengevolge van de vele adverten
ties die ik de laatste tijden las, altijd weer
die beschaafde taalsprekende en musiceerende
jonge dame, die zich aanbood voor gezel
schap of op reis, ook bereid lichte huiselijke
bezigheden enz., dat ik vuur vatte.
Ik dacht aan de massa's ervaringen van
gtzeltchapsdames by doove, blinde, lamme,
zenuwzieke en andere min-aangename dames,
die ik in den loop der tijden had vernomen
Ik dacht aan wat ik op reis al ontmoet had
op dit gebied, ik herinnerde mij een oude
dame, die, toen baar gezelschap j uflrou w haar
boodschap aan een derde overbracht, letter
lijk klaagde: Mün hond heeft ook een hond."
Zoo kwam in mij op de verzuchting: Hoe
is 't toch mogelijk dat zooveel meisjes en
vrouwen altijd deze positie begeeren, die er
van buiten nu wel aanlokkelijk uitziet, maar
in heel veel gevallen veel meer vereischt
aan tact, toegevendheid en toewijding, dan
het oppervlakkig wil echynen.
En datgene waarover ik- viel, was juist het
lage, het halve van het woord gezelschapsdame.
S. P. sprak over hulp in de huishouding.
Dat deze betrekking wordt vereenzelvigd met
gezelschapsdame, is reeds een fout. Als men
een positie aanneemt, moet men van beide
kanten weten wat verlangd en wat aange
boden wordt.
Een gezelschapsdame is er voor gezelschap.
Dat kan heel aangenaam zijn als bei Ie
vrouwen sympathiseeren, maar zoo iets vindt
inen heel zelden, en als men niet hulpbe
hoevend is, kan men de eenzaamheid alleen
nog beter verdragen dan de eenzaamheid
a deux.
In de gevallen waarop D. E. A J. wees,
kwamen de dames bedrogen uit. Ze willen
van een vreemde een dochtertje maken, en
de vreemde, al te zeer verwend, had niet
meer de tact of de bescheidenheid haar
plaats te begrijpen. Heel onaangenaam en
toch niet vreemd.
Men kan niet opeens een wildvreemde tot
dochtertje aannemen tenzy er van beide zijden
een byzonder groote sympathie is en dat is
al heel toevallig te vinden bij geadverteerde
of gerecommandeerde dames.
Psychologisch is het zeer verklaarbaar, dat
juist die meisjes, die 't thuis niet zoo breed
hadden de weelde niet kunnen dragen en
veeleischend worden. En ik herhaal, jammer
dat zij gezelschapsdame werden, wie weet
hoe veel beter zij elders terecht hadden kun
nen komen.
Dat zeg ik niet omdat ik geloof iat de
betrekkingen opgeschept liggen. Ik weet bij
ervaring hoe moeilijk overal de strijd oin het
bestaan is, maar ik weet ook hoe zwak de
energie en het initiatief van onze Hollandsche
rneiïjes over het algemeen is. Wordt er by
de beroepskeuze werkelijk ernstig overwogen?
Het schijnbaar gemakkelijkste wordt aange
grepen. Geen wonder dat dan later een
UIT DE NATUUR
CCXXXI.Nog iets over de spijsvertering.
Wie niet gaarne iets hoort of leest over de
werking van onze inwendige organen of zooals
't gewoonlijk heet onze ingewanden, moet dit
stuk maar overslaan. Dat er zulke menschen
zijn, ook ontwikkelden, weet ik niet alleen
van hooren zeggen; en ik kan 't me best
voorstellen en verklaren ook. Onder 't minst
ontwikkelde volk heerschtnog vrij algemeen
de meening dat je er eigenlijk zoo weinig
mogelijk er van moet weten en dat 't heel
onfatsoenlijk is er over te spreken; eenigeu
tijd geleden deed als komisch intermezzo een
briefje de ronde in onze schoolbladen, waarin
een verontwaardigde moeder den meester
ernstig onder 't oog bracht, dat het niet te
pas kwam, haar dochter iets te leeren vanwat
de menschen in hun lijf hebben.
Nu zal ik niet beweren, dat de kennis van
onze organen en hun wonderlijke functies
den bezit rer van die kennis in elk opzicht
nuttig is. Ten eerste willen de meeste men
schen toch nooit anders dan door seh£ en
schande wijs worden, ten tweede kan die
kennis zonder langdurige en grondige voor
studie toch nooit anders dan oppervlakkig
zijn en daardoor aanleiding geven tot
meedokteren of, nog erger, tot zelfdokteren, wat de
gevaarlijkste vorm van kwakzalverij is.
Een zaak echter ie er, waarover ieder veel
beter ingelicht moest zijn dan nu 't geval is,
dat is over ons voedsel en wat er in ons
lichaam mee gebeurt. In mijn voorlaatste
opstel heb ik al wat over de speekselwerking
verteld, hoe die vloeistof (voor vele onwe
tenden niets dan een vies goedje) onmisbaar
is voor ons leven, wat een subtiele werkingen
het op onze spijzen vooral het meel heeft, en
hoe 't onder commando staat van onzichtbare
machten, die 't oproepen waar 't noodig is, en
hoe ze dat steeds doen in een hoeveelheid en
van een soort, die in verband staat met den
aard van 't in den mond gebrachte voedsel.
Net zulk een afscheiding van vloeistoffen,
??die tot taak hebben onze spijzen door ont
leding en omzetting geschikt te maken, om
ons lichaam te vernieuwen, verder op te bou
wen of in stand te houden,?heeft er in de
maag en in de darmen plaats. De onderzoe
kingen van de laatste tien jaren hebben ook
hierin licht gebracht, en het is gebleken, dat
die stoffen oo« niet zoo maar op goed geluk
uitvloeien en zich mei gen met de spijzen;
maar dat ze specifiek werken. Voor bepaalde
spijzen of voedingstoffen komen bepaalde
vloeistoffen te voorschijn.
De we king van de zenuwen, die dit merk
waardig verschijnsel doen ontstaan, is nog niet
voldoende bekend, maar de feiten zijn niet
meer te loochenen. En 't is niet 't voedsel
zelf dat, inde maag gearriveerd, het overeen
komstige ferment op kommandeert, de wer
king is, alweer net als bij 't speeksel, in hoofd
zaak psychisch, 't is een zintuig- of ziels
werking.
De proeven hierover, vooral met honden en
paarden genomen, zijn ^oor iemand die met
vivisectie niet vertrouwd is, vreeselijk om te
huwelijk de eenige uitkomst wordt uit een
gehaat beroep ! Als men ziet hoe
Amerikaanse hèen Engelsche vrouwen aanpakken en
van alles beproeven, voelt men hoe achterlijk
wij zijn. Ik weet heel goed dat dienstbode
een zwaar beroep is, maar de dame-dienst
bode zou wellicht iets kunnen bijbrengen tot
lotsverbetering, althans tot betere waardee
ring. Waar dienstbode bijna het eenig beroep
is waar meer vraag is dan aanbod, waar
zoovele dames sukkelen met hare dienstbo
den, ware er wellicht toch eene regeling te
treffen, waarbij dames zelf deze betrekking
uitoefenden en het allerzwaarste of allerruwste
werk door mannen geschiedde.
Wat betreft de kamers van de zoons des
huizes... ieder beroep heeft zijn schaduw
zijde, maar menige burgerdochter moet thuis
wel eens de kamer van pa of de broers rei
nigen en zal dan in betrekking ook daarover
heen moeten stappen. En wat de behandeling
betreft... een dame kan en moet dame blij
ven, die vernedert staat lager dan wie men
wil vernederen. Maar bovenal, de dienstbode
behoeft niet altijd om en bij haar mevrouw te
zijn, zij heeft zekere persoonlijke vrijheid,
terwijl de gezelschapsdame bijna geregeld
haar gezelschap moet geven. Meer niet, maar
ook niet minder. Dat is haar betrekking.
Ik moet onwillikeurig weder vaag rede
neeren over de dienstbode, een betrekking
alleen voor de zeer energieke, omdat ik wil
bly'ven bij mijn onder werp gezelschapsdame".
Niet hulp in de huishouding meid- of dame
huishoudster, maar gezelschapsdame.
Waartoe bepaalt zich haar werkkring ?
Daarin ligt het essentieele. Zij heeft geen
arbeidsveld, geen ander dan ha"ar gezelschap
geven, converseeren. Dat is voor menig jong
meisje het verderfelijke. Al wat er in haar
is van energie wordt gedood in het luie
leventje van niets-doen.
Het was niet mijn bedoeling de dames
zwart te maken of baar te verwijten, dat zij
haar gezelschapsjuffrouw slecht behandelden.
Ik wil aannemen, dat er veel lieve dames'
en nare juffrouwen zijn, maar dat die laatste
zoo worden in veel gevallen, is ook de schuld
van de dames, die ze verwennen.
Men kan een wild- vreemde niet of zelden
tot zijn dochtertje maken. En de lieve dames
vinden dikwijls wel in familieleden, vrien
dinnen van dochters enz., goede zorg, maar
dat gaat niet per advertentie.
Die advertentie, dat niets-zeggende be
schaafde aanbod om te komen niets-doen,
ger.elschap houden, ddt is 't gevaarlijke.
Wat wordt er verlangd? Oppassing? Bij
een zieke is noodig tact, kennis van ver
pleging, zijn voor alles noodig sterke zenuwen.
Staat dat in het diploma H. B. S. of it het
woordje beschaving, in muziek of kennis van
vreemde taleh ?
Lectrice ? Daarvoor is noodig een aange
name stem, onvermoeibare spreekorganen,
belangstelling in alle soort lectuur, politiek
en wetenschap, huwelijksaankondigingen en
gemengde berichten, feuilletons en recht
zaken, verzen en premieleemngen ....
Conversatie ? Daarvoor is niet alleen noodig
kennis van vreemde talen, maar algemeene
ontwikkeling, opgewekt humeur, talent van
causeeren, maar vooral ook talent te luisteren.
Meerijden.... daar komt dat ongelukkige
achterbaiikje. Als de juffrouw werkelijk
iemand van beschaving was geweest, had zij
liiMmmmiiMimiiMiiiiiiiiiiimiiiiMili
lezen ; eerst als men bedenkt, dat het gedaan
wordt om 't welzijn van de menschen, vooral
om den arts, die opereert,meer kennis en macht
te schenken, en ook dat de physiologen ze zoo
nemen, dat de dieren er zoo goed als geen
pijn onder lijden, ja, er zelfs betrekkelijk
gezond bij blyven, eerst dan heeft men er
voorloopig vrede mee.
Ieder die veel met menschen omgaat, heeft
in den laatsten tijd vaak hooren spreken over
welgeslaagde maag- en darmoperaties, waaraan
vroeger geen chirurg zich durfde wagen.
Zonder zulke experimenten op dieren, zou
't redden van menechen, dunkt mij, onmogelijk
zijn geweest.
Eigenlijk zijn de proeven en onderzoekin gen
over de maagsapwerking een vervolg opeen
t .e cal bij een verwonding in de N.
Amerikaansche vrijheidsoorlog; een soldaat kreeg een
schot in de maag; de wond sloot zich niet; er
was een zoogenaamd permanente fistel ont
staan, die aan den arts een kijkje in de maag
gunde, en hem in staat stelde, door buizen
aan te leggen, de afscheidingen te contro
leeren en te onderzoeken.
Zulke fistelg, soms natuurlijk ontstaan,
meestal kunstmatig bewerkt, gebruiken de
physiologen bij 't maagsap-onderzoek op dieren.
Wat men al door ervaring en misschien door
proeven op menschen ten halve wist of ver
moedde, is door proeven op dieren bewezen
en verduidelijkt. Zoo is 't gebleken dat de
maag vaneen hond vijf minuten na het kauwen
en slikken van verlangd voedsel begint met
maagsap af te scheiden; en dat voor vleesch,
voor brood en voor melk, telkens een ander
sap, vloeit, of een mengsel ontstaat van een
bepaalde samenstelling, die overeenkomt mei
den aard van 't voedsel.
Zoo heeft vleesch noodig: een sap, dat een
ferment (pepsine) bevat en een zuur (zout
zuur); 't kauwen en slikken van vleesch ver
wekt juist dit sap Melk heeft een stremsel, het
lebferment, voor de kaasatof noodig, bij 't
gebruik van melk komen de lebkheren in
werking en scheiden 't af. Bovendien kan
in de maag rietsuiker voor een groot deel
al in druivensuiker veranderd worden; en
zetmeel, dat met 't speeksel binnenkomt,
ondergaat nog weer een geringe verandering,
ook die fermenten komen te voorschijn als
't noodig is.
Daarbij scheidt de maagwand een groote
hoeveelheid van alkalisch slijm af, zoodra
er dsor 't voedsel zuur opgeeischt wordt.
Dit alkali, die base, neutraliseert een deel
van 't onontbeerlijk zoutzuur en wel telkens
het deel, dat de wand van de maag aanraakt;
zeer waarschijnlijk om te beletten dat de maag
zich zelf ging verteren; zeer wel mogelijk
is het, dat het slijm tevens een antiferment
in dienst heeft, om ook de pepsine-werking
op zichzelf tegen te werken. De meening, dat
alleen doode stof door de maag aangetast
zou worden, dat dus onze tigen
maagwand volstrekt geen gevaar loopt, is niet
steeühoudend gebleken; bij maagzweren
kan de maag aan den rand van de/e, die geen
slijm meer afscheidt, aangevreten worden door
zijn eigen verteringssap. Ook de punt van't
oor van een levend konijntje, in de maag van
zich niet zoo gestooten aan die schijnbare
achterstelling.... de beschaving staat wel
in de advertenties, maar dat is ook zulk een
vaag, rekbaar begrip I
De gezelschapsdame wordt in vele gevallen
verwend. Goed, of liever niet goed; dat is
haar moreele ondergang. Zij gaat zich zelf
overschatten, wordt lastig door het niets
doen, uit gebrek aan inspanning en de wel
daden, die men haar bewijst, worden vurige
kolen op haar hoofd, waarvoor zij niet meer
dankbaar is omdat zij onbewust voelt dat
het de ondergang is van het beste in haar.
Dit in de gunstigste gevallen. De ongunstige
heb ik al vroeger beschreven.
Maar er blijft altijd die zekere af
hankelijkheid. De bazigheid is dikwijls gevolg van dat
voelen der af hankelykheid. Het is een scheve
positie. Een kinderjuffrouw heeft veel onaan
genaams, ze is ondergeschikte, ze is er voor
de kinderen, in sommige gevallen ook voor
het huishouden, zij ontmoet vaak weinig dank,
maar zij heeft haar werk, zij weet dat zij
nuttig is.
De gezelschapsdame is alleen nuttig als zij
een beminnelijk wezen is vol toewijding
en die kan zij alleen geven waar zij baar
volle sympathie schenkt.
In geen positie is die zoo noodig als hier.
Maar in de vage advertentie wordt niet ge
vraagd of aangeboden een sympathiek per
soon, slechts een beschaafd persoon.
D. E. A. J. heeft mij niet kunnen over
tuigen, dat de gezelschapsdame, zooals men
het thans opvat een gewenschte verhouding
is voor een der beide partyen, dame of ge
zelschap. Beiden lijden onder het halve vage
van deze positie.
Ik blijf het betreuren, dat zoovele jonge
meisjes zulk een vage positie zoeken, in
plaats te beproeven een beroep te vinden
waar zij moeten strijden, maar dan ook de
voldoening hebben van den arbeid.
Wie in zich heeft de toewijding voor ge
zelschapsdame en de sterke zenuwen, het
opgewekt humeur, de tact enz., laat haar
verpleegster worden. Mocht zij in die betrek
king een vrouw ontmoeten, wie zij al haar
sympathie kan geven, en die haar zeer genegen
is en voor haar toekomst wil zorgen laat
haar bij die vrouw blijven, als dochtertje
of vriendin, haar gezelschap zal nuttig zijn.
Wie roeping gevoelt voor de huishouding,
laat haar huishoudster worden, en gelukkig
als zij het ergens zoo treft dat haar hulp
onontbeerlijk, haar gezelschap onmisbaar is.
\Vie talent heeft voor voorlezeres, voor
secretaris, kamenier, laat haar gaan in een
van die betrekkingen. Zij weet wat van haar
verlangd wordt, er is werk voor haar.
De gezelschapsdame moet werk zoeken en
verweekelijkt in het niets-doen. Vandaardat
zij ongenietbaar wordt voor haar mevrouw
of mijnheer en deze voor haar. Waar men
het van beide zijden goed trof is dit geluk
kig toeval, maar het blijft daarom niet minder
moeilijk het goed te houden, niet minder
noodig te voren een juist standpunt in te
nemen van beide kanten, en niet minder
gewenscht voor alle zich aanbiedende
jonge dames ernstig te overwegen, wat zij
beginnen, welke de verantwooidelijkheid is,
die zij op zich nemen, welke toewijding van
haar wordt geeischt. Gezelschapsdame wordt
beschouwd in heel veel gevallen als een ge
makkelijk baantje, de toevlucht voor luien
een hond gebracht, moet dit aangetoond
hebben.
Door een andere proef is aangetoond, dat
het maagsap inderdaad, net als bij 't water
tanden, al begint te vloeien op 't gezicht of
den geur van begeerde spijzen, ook dat de
specifieke maagsapvloeiing voortgaat uren
lang, zonder dat 't doorgeslikte voedsel de
maag bereikt.
Hoe dat kan bij een levend en gezond dier,
Blinde darm met het aanhangsel.
1. Van een volwassen mensch.
2. Van een pasgeboren kind (7 m.)
3. Van een kengeroe.
4. Van een paard.
5. Van een kat.
b. d. blinde darm, a. p, appendix.
d. d. dunne darm, D. d. := dikke darm.
B. Bauhicische klep.
hoe al die proeven genomen zijn, durf ik hier
niet vertellen. Wie het lezen wil kan terecht
in 't al eerder genoemde werk van prof.
Pawlow: Die Arbeit der Verdauungsdrüsen.
Maar wie teergevoelig van aard is of bij
narigheid HcM neiging heeft tot misselijk
worden, moet de lectuur maar overlaten aan
belangstellenden en belanghebbenden, die nu
eenmaal ook dit deel van de nat. historie
moeten bestudeeren. 't Is een ontzettend
boeiende vivisectie-roman, toch zult ge,
veren zwakken. Zij wachten zich voor teleur
stelling. Maar meisjes met energie, en on
af hankelijkheldszin doen beter die te ontwik
kelen in den strijd om het bestaan al is
deze nog zoo moeilijk. De wereld heeft be
hoefte aan energie I
MAY.
iimiiiMMiiumiimiimMiii!
Vervalschte koffie en koffie-surrogaten.
Een veertig eeuwen oud brood. Oordeel
van professor lorel. Volksvertegen
woordigster» in Finland.
Het Juni-nummer van het maandschrift
van dr. v Hamel Koos en Harmens, bevat van
de hand der redactie een hoogst merkwaardig
artikel over Vervalschte koffie en
koffiesurrogaten".
Ongeloofelijk schijnt het vieze geknoei dat
in Amerika, in Duitschland en W&&T niet?
met koffieboonen geschiedt. Gelukkig staan
onze wakkere scheikundigen op de bres!
Zij stellen zich voor, een deugdelijk
koffieonderzoek in ons land te doen.
Het is ons voornemen ook ten onzent
eens eene nauwkeurige enquête in te stellen
aangaande hetgeen als koffie-surrogaten en
dikwijls als gemalen koffie"aangeboden wordt.
Ten opzichte van de thee zijn onze resul
taten niet onbevredigend geweest. Wij hopen
daarover later te berichten, doch in veiband
met bovenstaande onthullingen gelooven wij,
dat een onderzoek aangaande artikelen als
koffie" verkocht, ook in ons land in het
publiek belang hoogst gewenscht is."
* *
*
In hetzelfde nummer lezen wij van een
veertig eeuwen oud brood ! Dezer dagen werd
te Londen in de universiteit een tentoon
stelling gehouden van in Egypte opgedolven
zaken.
Daaronder ook een driehoekig brood, ge
vonden onder de ruïne van een tempel. Het
brood, dat volgens de geleerden nog n aar
versch gebakken brood rook, heeft den
aanvaüigen leeftijd van 4000 jaar bereikt. Het
diende als offer en werd in den grafkelder
aan den oode meegegeven.
In diezelfde rui'ne werden eenig oude
steenen gevonden, waarop de bakkerij in beeld
gebracht. Men zag daar vrouwen het graan
malen en het deeg uitrollen, daarnaast ston
den mannen, die aan het kneden waren en
het vuur oprakelden. De schieter, die ook
op deze steenen voorkomt, is bijna gelijk
vormig aan dien welke nog tegenwoordig
gebruikt wordt.
's Levens cirkelgang. Plus ca change, plus
c'est la même chose I
* *
*
In Medizin für alle" bespreekt professor
Forel, de geschiktheid der vrouw voor de
studie der geneeskunde. Professor lorel is
van oordeel, dat, wanneer een vrouw haar
verlangen te kennen geeft in de medicijnen
te studeeren, een man niet het recht heeft,
haar voor die wetenschap buiten te sluiten.
Over de bevoegdheid der vrouw als arts
werkzaam te zijn, kan hij met den besten wil
geen besliste meening uiten. Bekwaamheid,
geschiktheid, bevoegdheid als medicus te
fungeeren, blijft iets geheel individueels zoo
wel voor den man, als voor de vrouw.
Het eenige bezwaar, of liever de eenige
bedenking van professor Forel over vrouwe
lijke artsen, is, dat, volgens hem, een vrouw
trouw ik, als ge met verstand leest en zonder
vooringenomenheid oordeelt, voor den auteur
in 't vervolg, evenals ik, den hoed gaarne
willen afnemen; al is 't medelijden met de
dieren groot.
Ik wil er daarom hier maar niet verder op
ingaan, ook niet over het pancreas-ferment en
de gal werking praten, want de resultaten
meedeelen zonder het experiment te beschrij
ven, zooals in een beknopt leerboek, heeft
weinig waarde voor ons leeken.
Liever wil ik dan maar eens schrijven over
de blinddarmontstefcing; dat is ook een darm
kwestie, maar voor niemand zoo stuitend
meer, oma t iedereen er over praat en er al
iets ?an weet.
Blinddarm is een Duitsch woord, Neder
landsen: blinde darm of nog beter
doodloopende darm; 't is een breed slop met
nog een heel nauv slopje er aan, als een
klein wormpje; dat is het verlengsel, 't aan
hangsel of de beruchte, appendix. Vandaar
dat de ontsteking appendicitis heet. Als wij
met wat op itis bedeeld worden deugt hetnooit,
dan is er ontsteking van het orgaan door 't
hoofdwoord aangeduid, pleuritis,
pneumonitis, bronchitis, enz.
Nu liggen slop en slopje op de plaats in
onze darm, waar het eigenlijke verterings
orgaan, de dunne darm, ophoudt, en waar deze
zijn zoo goed als verder onbruikbare res'antjes,
zijn afval,zijn vuilnis, om 't maar zoo te zeggen,
overgooit in de dikke darm. Denk u een lange
dunne gummislang gestoken in een rechte
dikke guiamipijp, en wél zoo dat de slang
dicht bij 't eene uiteinde er in komt; stop
. nu t gat aan dit heel korte einde dicht met
een kurk. Het lange eind van de wijdste buis
is dan de dikke darm, het korte de blinde
darm. Boor nu nog in de kurk een gaatje, steek
er een zeer dun gummipijpje in, b.v. van een
fietsventiel, en knoop of schroei dat aan 't
einde dicht. Het ventielslangetje is dan 't
worrnvormig verlengsel of de appendix.
Wordt dat dingetje bij u ziek, ontsteekt het
en dreigt het een darm vlies of een buik vlies
ook aan te steken, dan hebt ge de gevreesde
ziekte te pakken.
Hoe kan dat zoo licht gebeuren? Wel, op
de overgaagsplaats van de dunne in de dikke
darm bevindt zich een klep in den darm, die
zich sluit naar den dunnen darm toe, onge
veer op de wijze van de hartkleppen. 't Is
tusschen maag en rectum de eenige sluiting
in onsspijsverteringskanaal; zeer waarschijnlijk
doet hij dien-it als beletsel; nu kan er immers
geen afgewerkte stof meer uit den dikken
darin terug komen, in de dunne, in maag of
mond. Als 't goedje een keer in den dikken
darm is, heeft 't gelukkig maar n weg meer:
naar buiten.
Dat die klep er is, wijst althans op een
mogelijkheid van teruggaan; en op't eind van
bepaalde vjeeselijk ziekten, kan 't gebeuren,
ondanks die klep van Bauhin, dat de stoffen
indt-rdaai teruggaan.
Deuk nu het eindje darm erbij; dan geeft
ge toe, dat er onder bijzondere omstandig
heden al licht iets daarin, en in 't verlengsel
zal komen, dat er niet behoort. Dat kan
de eerste oorzaak zijn, maar behoeft 't niet
l
zelden iets nieuws ontdekt. De medica kan
in haar praktijk nuttig werkzaam zijn, doch,
de hooggeleerde ver svacht van haar niet veel
voor de wetenschap.
Wie weet ?...
Over honderd jaar, spreekt een andere
geleerde misichien een gewijzigd oordeel uit,
gebaseerd op ervaringen die voor zich zélf
getuigen. Kostelijke toekomst-lading die niet
behoeft gedekt te worden door professoralen
wimpel.
* *
*
Zonder ruw geweld, zonder opsluiting en
gevangenisstraf, op uitnemende wijze, heeft
men in Finland een voorbeeld gegeven aan
alle landen waarin vrouwen kiesrecht verlangd
wordt. Finland dat in velerlei opzicht blijken
geeft van vooruitgang en intellectueele be
schaving, heeft niet alleen kiesrecht aanzijn
inwoonbters verleend, maar heeft ook vrou
wen als volksvertegenwoordigsters aangesteld.
Gegeven het aantal bewoners van Finland,
3 K millioen, is er geen land waar het kies
recht zóó algemeen is, als in dien Noorsch» n
staat, waarin politieke omwentelingen op ver
rassend snelle wijze plaats vonden. Thans zijn
er in Finland 19 volksvertegenwoordigsters,
die allen betrekkingen in de maatschappij
bekleeden. Elke Fin en iedere Finsche boven
de 24 jaar,, die hun belastingen betalen,
hebben het recht hun t tem uit te brengen
voor een volksvertegenwoordiger of vertegen
woordigster.
Tot de 19 Finsche volksvertegenwoordig
sters behooren : 9 sociaal democraten, b
oudFineche partij; de overigen zijn verdeeld over
de jong-Finsche en de Zweedsche party.
Allen staan met rustige waardigheid de belan
gen van haar partij vóór. De meesten zijn vrou
wen van rijpe ervaring, die geen aanspraak op
jeugd en uiterlijk schoon kunnen doen gelden.
Dat zij voor het gewichtig ambt gekozen wer
den pleit des te meer voorhaarinnerlijkewaarde.
Drie vrouwelijke afgevaardigden hebben reeds
het woord gevoerd tijdens de kamerzittingen,
en wel op zóó sobere, bescheiden, afdoende
wijze, dat menig volksvertegenwoordiger er
een voorbeeld aan mag nemen.
Müna Sillanpaa, bocialiste, redigeert in
Finland een femimistisch blad: de Werkvrouw.
Zij zelf, die lange jaren met aandenarbeid
haar brood verdiende, kent de nooden en
behoeften der vrouwelijke, arbeidende klasse.
Barones Gripenberg, de nieuwe volksverte
genwoordigster in Finland, is ook journaliste.
Dr. Maiki Frikberg, doctor in de philosophie
en leerares, behoort tot de j on g-Finsche partij.
Van Finland begint voor ons vrouwen de
victorie! Niet wanhopen Eustig, bezadigd,
geduldig, met overleg en beleid handelen,
zooals onze Finsche zusteren, dan ziet over
tien jaar de wereld er weer een beetje anders
uit. CAPRICE.
# #
*
Omelet nut truffels. Benoodigdheden: 6
eieren, 4 truüels, 40 gram boter, % d.L. melk.
Bereiding: Hak i truffels klein. Vermeng 6
geklutste eieren, % d.L. melk, een weinig
zout en een ietsje witte peper. Zet een
koekenpan op een flink vuur, laat er een stukje
boter ia smelten, zorg dat de geheele bodem
van de pan geraakt wordt. Schud den inhoud
der pan voortdurend half om. Een goede
omelet moet van binnen min of meer week
zijn. De omelet wordt opgerold en op een
ovalen schotel gelegd.
te wezen. Al de vermoede, al de genoemde
misdadigers: emailschilfers, aardbeipitjes, cho
colade-vezelstoffen zijn niet schuldig be
vonden.
Maar waartoe dient dat ongelukkige eindje
worm dan ? Ja, waartoe dienen de tepels op
de mannen bors o? 01 beter nog de nagels op
uw voeten, de spieren in uw oorschelpen en
neusvleugels ? Het zijn rudimentaire organen;
dingen die ongetwij feld hun nut hadden, maar
die door niet gebruik, eigenlijk door verande
ring van levenswijze verzwakt, verarmd,
verkommerd zijn.
Wat wij niet gebruiken verdwijnt; ons
lichaam past zich aan bijna elke ver
andering aan; maar wat er nuttigs was, ver
dwijnt maar zoo op eens niet, 't is geen mode
artikel; ons lichaam gaat mee, volgt gedwee,
maar langzaam o, zoo langzaam.
Bij de meeste echte planteneters onder de
dieren bestaat de blinddarm met zijn aan
hangsel nog in volle lengte en breedte, en
functionneert ook; zijn taak is hoogstwaar
schijnlijk de bijna onverteerbare celwandstof
van de planten i och bruikbaar te maken. Wij
heöben door pellen, malen, koken, bakken
die harde cellen al te voren gekneusd, ge
broken, verbrijzeld, en zoo de blinde darm op
non-activiteit gesteld. De echte vleescheters,
zooals de kat, vertoonen van 't aanhangsel
ze.fs geen spoor.
Wat nu» niet werkt in ons lichaam wordt
door 't bloed niet best gevoed, niet voorzien
van 't noodige, ook niet voldoende van ver
dedigingsmiddelen tegen de ve!e inwendige
vijanden, de parasieten, vooral de bacteriën.
Is ons lichaam onverzwakt, dan bezit 't bloed
en de lymphe een overvloed van
weermiddelen, zoodat er voor zoo'n werkeloos ding
als de appendix wel wat over blijft. Evenwel,
is ons lichaam verzwakt door een ziekte, die
bestond en zich al of niet heeft geopenbaard,
dan zijn de hulptroepen wat uitgeput, dan
komt die zwakste plaats 't eerste in aan
merking voor een nieuwen aanval van een
anderen vijand, en... kan 't afleggen.
Waarom dan eerst zooveel lijders in den
nieuweren tijd? Of ging de ziekte onder een
anderen naam door? Voor een deel is 't
laatste waarschijnlijk 't geval. Maar er is
vroeger ook wel nau wkeurig opgelet en
aangeteekend bij vreemde ziekteverschijnselen;
de artsen zouden wel dadelijk 't ziektebeeld
herkennen, ook onder anderen naam, als de
ziekte vroeger even algemeen was voorge
komen als nu. Een gissing, maar een aan
nemelijke, is deze: Appendicitis is een volge
ling van een andere moderne kwaal, de
Influenza; die ondermijnt en verzwakt meer
meuschen dan wij weten, omdat het zoo'n
verraderlijke, onduidelijke ziekte is.
Over de melk en de lever-werking later
wel eens.
E. HEIMANS.
Voor uw meikeverraadsel weet ik geen
oplossing. Ik zal 't in De Levende Natuur
vragen. Vandaag in Baarn zelf een Meikever
gevangen.