Historisch Archief 1877-1940
l
6
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND..
No. 1569
Japansche Kunst.
(De p-ma Wed, C. O. Kleykamp).
In de Rotterdamsche Wijnstraat, een
nauwe ouwe straat van enkel kantoren
en pakhuizen; een straat zonder licht,
zonder lucht, zonder vreugde; een straat
van de meest geraffineerd-doocsche be
rusting in al-maar-zaken-doen, waar
honderden jonge menschen achter gesloten
ramen en liefst ge/akte gordijnen opge
sloten zitten vier uur vóór beurstijd en
vier uur daarna en ook nog wel vier uur
des avonds; de citystraat in't quadraat:
nauwe steegjes waar 't drukker is dan in
de hoofdstraten, geven er van de
Blaakzijde toegang aan, er komen alleen
menschen die in handelsbezigheid haast
hebben; een straat waarmee al sinds een
halve eeuw gebeurd is, wat met alle oude
stadshavens aan 't gebeuren is: opgeofferd
worden aan de kantoor-wellust voor
achttiende eeuwsche huizen vol kamers
met eeuwig halfduister; in zoo'n straat
dan, die een nachthengsterige hoon is aan
alle verlangen naar vrijheid en ruimte in
ods eeuwige mooie natuur, daar sta je
als bij verrassing voor een breed
etalageraam, waarachter pracht van Oostersche
kunst in goedbedoelde wanorde is uitge
legd, dan zie je ivoor- en houtsnijwerk,
goudlak, bronzen, cloisonné, mooie oude
satsuma's, oude kakemonos en makimonos,
kodzukas, netsukes, daar zie je merk
waardig Japan op z'n mooist.
Ben gril, dat juist in zóó'n wijk van
enkel kil en gehaast kantoorbestaan, waar
liever nooit iemand komt, die er niet noo
dig heeft, zoo'n nobele belangwekkende
handel wordt gedreven, welke 't hebben
moet van kunstlievende menschen, die
hun buisinterieurs te vermoeien wenschen
en 't daar het allerminst zoeken zouden.
Maar de zaak was er al, een halve
eeuw geleden, toen men in 't algemeen
van de machtige Japansche kunstvaardig
heid al even weinig bewust was, als
vóór den oorlog in Mantsjoerije, van de
machtige Japansche strijdvaardigheid.
Toen ook de firma Kleykamp nog een zeer
gewone, welbeklante mandenmakerij had.
De zoon van de weduwe Kleykamp
en zijne echtgenoote kwamen, bij simpele
erfopvolging, in 't bezit van die manden
makerij en zij gaven daar al hun ijver
Buddha beeld Dai-Butsu. (Houtsnywerk).
aan, ofschoon hun mér dan
bijdengrondsche ondernemingslust er matig voldoe
ning in vond. Zij probeerden er wat
hooger bedoeling in te brengen door den
toeleg naar mooier vlechtwerk, naar fraaie
tuinrietmeubeltjes en bekoorlijk mand
werk, maar 't was toch niet hun ambitie,
dit. Zij verkochten er nog wat uit Londen
geïmporteerd bazaargoed b ij, dat Japansch
en Chineesch genoemd wordt, waaiers, pa
rasols, nagemaakte kakémona's, die dan,
mét de meubeltjes, smakelijke serrekamers
en waranda's moesten vormen, prulleboel
in 't museum Kleykamp en hij is de
gast van de Kleykamp's, die hem ont
vangen en hun bezittingen wel vrien
delijk willen toonen, zij het dan met «l
Eerlijk gezegd voel ik voor de tech
nische details niet zoo veel. Ik kan al
die Japansche kunstenaarsnamen niet
onthouden en het interesseert mij niet,
Tentoonstelling van teekeningen, vol
gens de nieuwe methode gemaakt,
gehouden in de militiezaal te
Amsterdam.
n.
Wy willen nu, het al of niet doenlijke van
het moderne teekenonderwijs en het nut
er van voor de lagere school, eens laten
rusten, voornamelijk omdat deze tentoon
stelling slechts het resultaat wil zijn van eene
proefneming, en ook de deelnemers, onbe
vooroordeeld het geëxposeerde beschouwende,
wel tot inzicht zullen komen, dat de meeste
opgaven, de krachten hunner leerlingen zeker
te boven zijn gegaan; en thans iets nader
de eischen bezien, die men aan den onder
wijzer zal moeten stellen, wil hy met eenig
succes het moderne teekenonderwijs leiden.
Gaan wij na, wat men van teekenen ver
langt, van den candidaat voor de hulpacte,
zoo bepaalt dit zich tot een eenvoudige
wandplaat, en een eenvoudige
blokkencombinatie, behalve de mondelinge toelichtingen
.> ?' " -"
"?* '
Kakémono of rolschilderij.
Shojure en Korean, van den
artiest Fujiwa.
Een Shirabiyashi of aristocratische dame (Heian-tydperk).
(Oud brons figuurtje).
made in Germany" en voor
guldensbazaars bestemd. Maar waar zij nu toch
met dankbaarheid aan terugdenken, want
het was de eerste stap."
Ben vertegenwoordiger van zoo'n
Londensch huis, een donkere Hindoër, met
oogen als zwarte gitten, dien we allen
even aakeken als we 'm op den Blaak
tegenkwamen, zoo'n pracht van een
rasvent ondanks zijn heerachtig-Europeesche
kleeren, had zijn kantoortje óók in de
Wijnstraat en die liet hun zoo en passant,
ook eens wat betere dingen zien, echt
Japansch erbij, waar Holland toch geen
land voor was. Ik heb dikwijls in dat
Wijnstraat-opkamertje den kleinen Hindoër
met voorzichtige handen, uit een zorgvol
opengesloten kast, mooie vazen en bron
zen beeldjes zien nemen en dan liet hij
me die bekijken, op een afstand,
ongeloovig bij mijn mooi vinderij, want
belangstelling was er in Holland toch
niet voor. In Holland moet het glimmen
en blinken en 't moet duidelijk prent
werk zijn, hoonde hij in zijn gebrekkig
Engelsch De arme kerel is gauw failliet
gegaan en speurloos verdwenen: voor
den bazaarpronk had hij niet de rechte
ambitie en voor het betere wist hij geen
koopers te vinden.
Als deze Hindoër wist hoe nu. een
kleine tien jaar later, het echtpaar Kley
kamp Holland heeft kunnen overtuigen
van de ontroerende schoonheid der
Japansche kunst, hoe zij een handel
drijven van niets dan mooie Oostersche
kunstnijverheid, hoe zij heel Holland
door tentoonstellingen houden, die al
drukker bezocht worden en al meer
koopers lokken en lofgloeiende beoor
deelingen in de dagbladpers en perio
dieken veroorzaken, hij zou allicht Hol
land wat hooger taxeeren en minder
kleinachtend, den wrok richten uit zijn
koolgloeiende oogen naar die onbenullige
Dutchmen.
Het is een wonder, wat dat onder
nemend echtpaar heeft aangedurfd en
bereikt, hoe zij een huis vol Japansche
pracht als een museum bijeen hebben,
't wisten weg te halen van aucties in
Londen, van het oudste en het kost
baarste er bij; al grooter bun schat
vergaarden en tegelijk in al meer
Hollandsche huizen het te voren niet gekend
genot van brons en snijwerk en kunst
druk en aardewerk uit Japan brachten.
Als je nu in hun winkel komt, daar
staat de etalage vol nobel brons en fijn
geciseleerd metaalwerk en prenten, en
de wanden staan er van opgetast en zoo
is het boven, een suite van drie ver
trekken, óók. Met een plezier in uw
belangstelling, waar alle koopmanschap
buiten blijft, laten ze u hun schatten
zien, zij dragen ze aan uit kasten en
vitrines, naar het licht voor het venster,
bewonderen mee, uren lang. Een wat
gevoelig bezoeker zou van koopen bijna
niet durven spreken, hij is immers hier
de trots van den gelukkigen bezitter.
Zij hebben heel wat van Japansche
kunst gelezen en gehoord en al riekt
Vaas (Satzuma aardewerk).
hun uitlegging een enkele maal naar de
boekjes, geestdriftvol en tersnede is zij
in elk geval.
Duivel (Japansch aardewerk).
iiiiiiiiiimmiiMiii
over perspectief en methodiek. Voor de hoofd
acte gaat men iets verder en kan een meer
samengestelde plaat en meer samengestelde
blokkengroep, waarbij n lichaam met ge
bogen oppervlak, (kegel, cilinder of bol)
eischen, behoudens de kennis der
perspectievische grondbeginselen en de methodiek van
het vak. Deze eischen zijn echter zoo rek
baar, dat het van de examen-commissie in
verschillende deelen van het land afhangt,
niet alleen wat zij willen vragen en wat zij
willen laten teekenen, maar zelfs hoeveel tijd
zij voor plaat en blokkengroep beschikbaar
stellen, wat varieert tusschen drie uur en ander
half uur. Nemen wij echter het meest gunstige
geval, dan nog geeft de onderwijzer met
hoofdacte niet meer waarborgen dan dat hij
een groep blokken en een plaat behoorlijk
kan teekenen, wij willen niet eens aannemen
dat hij de hoofdacte behaalde met een laag
cijfer voor het teek en vak.
Noch van den onderwijzer met hulpacte
noch van den onderwijzer met hooldacte kan
dus meerdere bedrevenheid verwacht worden
dan noodig is voor een betrekkelijk vlak
n'guur en voor een groep lichamen uit
ongeprofileerde vlakken samengesteld.
Rest ten slotte de klasseonderwijzer die
een acte lager onderwijs teekenen behaald
heeft. De eischen voor deze speciale teeken
acte bepalen zich tot een vrij eenvoudig gips
afgietsels, en n of twee voorwerpen tot
een groep vereenigd, een stoel, een bankje,
een schraag, een slede enz enz., het tweede
gedeelte van het examen, te doen na het
verkrijgen van voldoende cijfers voor de beide
eerste opgaven, omvat dan de mondelinge
vragen over perspectief en methodiek, een
zuiver wetenschappelijkeperspectiefteekening,
en ... de sinds de paar laatste jaren inge
voerde schetsteekening naar project!vische
gegevens.
Dit laatste nu, hoewel telken jare de
examencommissie op de belangrijkheid ervan
wijst, is voor de meeste candidaten een
zeer groot struikelblok ; maar toch niet in die
bedoeling dat zy' er werkelijk door zullen
struikelen, en met een onvoldoend cijfer
ervoor, hunne acte moeten missen. En juist
is dit uit de geheele acte lager onderwijs
Kakémo of rolschilderij.
Apen, van den artiest
Mori Soyen.
naar welk doel in het Japansche volks
leven zich al de mij vertoonde dingen
richten. Ik verlustig mij in de buiten
gewone, wat bizare een enkele maal,
soms ook grillige en niet zoo gemakkelijk
te waardeeren schoonheid van de kunst
voorwerpen, die de Kleykamp me
vertoonen. Hun bewondering zie ik spon
taan en echt, zonder de opdringerigheid
van kunstverkoopers.
We hadden hier vroeger in een kunst
handel een jongmensch, dat geregeld den
man van de krant ontving en beslist
meeliep langs de schilderijen. En die
wees je dan, met zoo'n ge-wijs van een
parmantigen schildersduim, al die ver
duiveld knappe" en rake" en echte",
en kloek gepenseelde" of diep ge
voelde" dingen. Het was er meestal
naast, maar het was lichtelijk
imponeeneerend. En terwijl je over de schilde
rijen schreef, dacht je toch wel even aan
het jongmensch, dat boos wezen zou,
als ie las hoe je zijn appreciaties vol
komen negeerde.
De Kleykamps mogen de kunst, die
zij ten verkoop bieden, zeker wel mee
waardeeren. Zij hebben 't ontdekt en
naar Holland helpen brengen en met iets
van eerlijken aanleg weten zij het buiten
gewone er in te wijzen en te verklaren.
Green kooplieden, toch wel kooplieden.
Het doet hen dikwijls leed als een of
andere fijne netsukéverkocht is. Als de
heer Kleykamp, of mevrouw, op een
Londensche veiling zit, zenden ze elkaar
verrukte telegrammen over een mooien
koop; de kist, die het moois aanbrengt,
wordt ontvangen als kinderen 't een
Sinterklaassurprise doen, en ze openen
die en bekijken stuk voor stuk zoo ver
rukt, als was 't een verrijking van hun
eigen voor het leven verkregen bezit.
Kom je toevallig even binnen wippen,
als er weer wat aangekomen is, dan
moet je mee bewonderen en mee al die
kleine fijne schoonheden beschouwen,
't mee in de handen wenden en onder
ander licht brengen en meó toestemmen
welk een verrukkelijke artiesten die
kleine gele kerels zijn. En mee gelooven
dat, als de Amerikanen durven beginnen,
ze even ongenadig klop krijgen als de
Russen gehad hebben. Want het
wondervolk, dat zulke kunst maakt, is tot
alles grootsch in staat! Een
Kleykatripsche illusie is, ook eens naar Japan te
gaan en dan in het land zelf de kunst
te koopen.
Toch wel kooplieden. Want hun handel
gaat met de maand levendiger en williger.
Zij weten koopers te vinden voor uiterst
kostbare stukken, bezoekers die zoo eens
voor een duizend gulden koopen" zijn
geen wonderen; op hun tentoonstellingen
zit meest mevrouw Kleykamp als gids
en haar levendig bewonderend verklaren
maakt van menig expositie-slenteraar
een blijen kooper!
Dan is het hun lust weer met de
leekenen, het eenigste punt dat vaardigheid
kan doen verwachten, wanneer de betrokken
persoon tegenover het reform teekenonderwijs
(om het zoo maar te noemen) zal komen te
staan.
Hierbij is vóór alles noodig, niet een geheele
morgen zitten meten en controleeren met
breipennen en schietloo Ijes naar een groep,
maar vlug iets te kunnen schetsen, direct
een blik hebben op verhoudingen en ver
kortingen, en dit mist men, gezien de examen
eisehen, van de meeste candidaten met een
acte lager onderwijs teekenen.
Of men nu wil beweren dat het maar
een durf' is en het wel went, dit is praterij;
wat men niet geleerd en geoefend heeft, kan
men niet weten, evenmin als men kan zingen
zonder ook hierin behoorlijk onderlegd te
zijn, en wij weten maar al te goed, dat het
behalen van acten bij onderwijzers steeds in
den kortst mogelijken tijd van voorbereiding
moet geschieden, deels om de te verwachten
verhooging (in enkele gemeenten eraan
verbonden)deels om lat de studie van andere acten,
na het behalen der voorgaande moet volgen.
winsten steeds nieuwe kunstwonderen
voor hun collectie aan te koopen, die
uit te breiden en te maken, tot wat zij
trouwens reeds is, een grooten, zooveel
mogelijk volkomen completen ook
in vergelijking met de belangrijke
Engelsche ondernemingen completen
Japanschen kunsthandel.
Een omvangrijk cahier met knipsels
uit kranten in Rotterdam, Amsterdam,
Den Haag, Hilversum, Nijmegen, Haar
lem, Amersfoort, Utrecht, Middelburg,
Groningen, Zwolle, Elberfeld, Deventer,
Apeldoorn, Arnhem, vertelt u van de
belangstelling die zij daar overal gevon
den nebben, de vreugde die zij daar
hebben gebracht; zij zijn met hun Japansch
het land doorgegaan en de heer Loebèr
die het voorwoord schreef voor de cata
logus, heeft voor hen de bijzondei e schoon
heid der verzameling helpen aanwijzen
en verklaren.
Het is een dankbaar onderwerp: het
ontzaglijk rijk resultaat van 't streven
der Japanners om al wat hun omringt
mooi te maken, van de Japansche liefde
voor vorm en kleur, van de Japansche
vaardigheid in 't kunstambacht, hun
talent en hun originaliteit. Maar in de
beperkte ruimte die mij vergund is, mis
lukte het pogen door al te oppervlakkige
behandeling. Er is in de Bibliotheque
de l'Enseignement des Beaux Arts", een
boek van Louis Gonse over l'Art Japonais,
een kloek boek, en de schrijver beklaagt
zich, dat hij zoo heeft moeten beperken ...
Het onderwerp is onuitputtelijk;
Voor 't oogenblik vind ik trouwens
een waardeering van het streven der
beide Kleykamp's aantrekkelijker dan
een al zoo vaak ondernomen waardeering
van Japansche kunst, waaraan hun naam
voorloopig zeer vast verbonden is. Wie
een uur rondkijkt in hun magazijn, op
hun tentoonstellingen, doet daar meer
begrip en zeker meer eerbied op, dan
een commentator, zelfs Gonse, hun ver
mocht te geven.
En, wat van bijzondere beteekenis is,
hij ziet, door vergelijking, dat het artis
tiek vermogen der jongere Japanners al
even breed en wijdomvattend is als dat
der ouderen, n elk deel der kunstnijver
heid scheppen zij nog steeds wonderen
van originaliteit en technisch kunnen.
Het krachtig talent is van geslacht op
geslacht overgegaan. Tot de infectie met
de lieden uit het witte Westen, die zoo bang
zijn voor het gele gevaar, van hen óók
al producenten op bestelling zal hebben
Godin Kwannon. (Brons).
gemaakt, langharigen en breedgehoeden,
die 't verleerd hebben zich en hun werk
den allerhoogsten eisch te stellen.
HENRI DEKKING.
Zal dus het reformteekenen en in het bijzon
der dat gedeelte, waarbij men de jeugd direct
de natuur tot voorbeeld geeft, op de lagere
school onderwezen worden, dan Wijven er
slechts twee wegen over : of het teek enen te
laten geven door een vak-onderwijzer, zooals
dit aan instituten en derde- en
vierde-klassescholen te Amsterdam bijv. geschiedt, of de
lagere acte teekenen zoodanig te wijzigen,
dat zij veel meer teekenvaardigbeid van den
candidaat eischt dan tot nu toe. De betrokken
onderwijzers, die thans met het lager acte
diploma het reformteekenen moeten geven,
zijn beslist onvoldoende onderlegd en zullen
niet door oefening gelijk met de kinderen",
doch slechts door zelfoefening onder goede
leiding, datgene kunnen verkrijgen wat van
hem gevergd wordt.
Wij willen niet onvoorwaardelijk aan de
acte middelbaar onderwijs handteekenen, het
preadicaat verbinden, dat de bezitters ervan
goede onderwijzers voor het reformteekenen
zullen zijn, ook hiervoor zijn de
exameneischen niet aansluitend, maar waar de
kortste studie toch zeker een jaar of drie van