Historisch Archief 1877-1940
No. 1570
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
in heel wat korter tijd ook te doorlezen dan
liamerling's nog alty'd aanbevelenswaard
gedicht, is <1« wandelende Jood meer dan
de type van zyn volk, in welks Lijdens
geschiedenis van
niet-en-nergens-tot-rustkunnen komen men lichtelijk Ahas?erus
herkent: by is mentch. In dezen mensch
wordt uitgebeeld indien ik iets van de
symboliek versta de mensen van onzen
tjjd. Niet ovejal is my' deze symbo'iek even
duidelijk, maar ik eisch dit ook niet. Lizt
de bekoring der symboliek niet mede daarin,
dat zij iets te vragen, te peinzen, iets
onbegreper.8 overlaat?
Het boek of liever nog het boeksken
is ingedeeld in vieren: Abasverus «n de
Nazarener, Ahasverus op weg naar de hel,
Ahasvenis op wegnaar den hemel, Ahagveiuj
pnder de menschen. T«ee en drie vormen
eene t«>trerjs!ellin°-. Ik haal uit het tweede
de volgende bladzijde aan, zoodat de lezer
meteen tene proeve kry'gt ?an schrijftrant en
woordenkeus. Zij staat aan het slot ('il. 68 7g.):
Ku was 't alsof al wat lonpen, vliegen of
kruipen kon, rondem hem krielde en
wriemeldV. Drommen kleine diertjes zwermden
Ijjk bkën, wrongen zich lyk wrm«n, be
sprongen elkaar in paringwoede en verbeten
elkaar. l)e magere werden ingezwolgen door
de vette, de vette gestoken door de vlugge.
Kr waren er als vli gende puntjes, die alles
doodden wat ze aanraakten, lie litfde zelf
?was een stryd. Dooreengestrengeld vochten
eenhoorns, slangen, griffioenen, overgroote
tpinnekoppen en onbeketde gedrochten,
machtig gewapend voor de bevrucbling en
den moord met roeden als roode do ken en
aan weerfzij Jen van hun muil gryparmen
i»et tanden bezet als zagen. Allen werJen
na dronken \an stomme begeerte en
vernieiingszuefat, er waren er die zichze'f
verecheuidea, met drui.end k nnebak,en 'D bloed
der geboorten vermengde zich met het bloed
van den dood. De schreeuw van die moeder
en dat onschuldig kind, in de vlammende
6tad, fctweeowde uit alles thans. De boom en
zett ag Alias erus lijden, de knoppen spron
gen open met eea smartely'ken zacht, de
vruchten bar>tten kermen l en spreidden hut
zaad in 't »ild, het sap liep als een ver
terende gk>td onder de schors, en overal was
het leven niets m«>er dan een pijnlijk vniir
dat lituw gewas hier wstesen deed en htt
daar weer vereehreeusde: branden om op
nieuw te groeien, groeien om opnieuw te
branden, leven en dood waren n brand,
die ook in de aderen van Ahasverus kookte.
Maar Lij kon niet''meer opstaan, maa hij
kon niet meer huilen, hjj liet zich vallen
met bet ge?iuht tegen den grond, het scheen
been dat hy in de aarde vast groeide om nooit
meer, notit meer te ve; roeren, en 't lijden
van die aard J voelde, al dat lü^en zonder
»in, terwijl onafwendbaar over hem d? loop
der parende en strijdende dieren gin», en de
schreeuw van het brandende woud, dat
schreeuwde: Eeuwig! eeuwig! eeuwig!
eeuwig
En 't schrikt elykst e was Lern, boven die
Hel, de oogen van Christus die o~er hem
?weenden".
Daartegenover word? geplaatst wat
Aha.-1v«rus of weg naar den hemel ervaart na
den dood vaa den heremiet. Men vindt het
bl. fc4 vg.:
De oojen waren gebroken. Ahasverus
durfde niet meer spnktn, alles zweeg.
Hy' viel op zijn knuën, en uit zyn ziel
welde een gebed zolder woorden, al de
krachten van zijn wezen werden lichter als
een g.'bed dat naar omhoog rijst, en 't was
alsof hij zelf dood ging, zoo zacht werd hij
om bonden van alles wat bestond.
Hij vorxd het geen wonder: Is de dood
dan niets atlders ?' dacht hij, h )e na uur!ijk
e» eenvoudig!...''In die groote ijlheid hield
hem iemand by de hand en dan sloeg hy
den blik op, de heele ruimte, de ontzaglijke
ruimte btefde van vleugelen en neerzijgecd
licht. Een gevoel van zalige zekerheid over
stroomde zijn ve langen en zijn vrees. God !
God l" Maar zijn adem was uit hem gejosen,
hy steeg in dui/.elige vlucht, en hij za« daar
boven, als windhoosen wervelecd met hera
naar omhoog, heldere zwermen van zingende
hemelirigen. Uit de afgronden van hetzenith
zweefden, zwenkten hem stra'ende aanae
nichten tegen, zegevier nd in blijdschap zonder
einde, en schoten dan weer pijl*»ne! naar huu
welluidende sferen, ,,1/ch'. l licht!" zongen
zij, en die zang was zelf een 'liegend licht.
en alle werelden zongen mtêin de zuiverheid
van dien eeuwigen dageraad waar zij hooger
en hooger in stegen; en andere stemmen,
hooger nog, zachifijn als een zucht en mach
tiger toch dan de donderende choren der
Tronen en Heerschappijen, zongen aldoor
Gloria l Gloria.!'' in de verblindende
grondeloof heid.
Leven dat alle leven is! Eeuwig! eeuwig !
eeuwig l""
Do mensch van dezen tijd vodt niet meer
alleen der Mtuschheit gonzen J-immer', niet
elfchts mede de smart zijner soortgenooten.
Hem wotdt de oniu?t opgeletd door 3e
ervaring van het wereld «vee. Wat zal hem
redden, wat hem de ru*t, den vrede geven,
waarnaar hij snakt? l)e ervaring eecer
h >ogere, nog waarachtiger werkelijkhei ),
waarin de schrille kreten van het wereldwee
zich zien overstemd door en opsjelo'.t in
hemelsche harmonie. H e 5 voor eene vdjie
losgerukt worden uit den strijd naar hooge
regionen van onvermoeden vrede. Het grij
pen in zichzelf verliezende extase wat in den
etaat van gebonden-zijn aan al wat bestaat
tiet te grijpen is. Maar deze extase is slechts
van korten duur. Het bestaande bindt weer
aan zich Eén oogenbiik nog hoorde
Abasveroos het orgelecde gedonder der
Cherubs en Serafijnen in het licht, een
droppel bloed van Christus viel op zijn hart
als een dauw pan vuur, en de korst brak,
zijn hart spleet vanetn, en met uitgestrekte
armen stortte hij naar beneden, naar het
leed en de onzekere schemering, vermaledijd.
verscheurd, maar geheel open van liefde."
Extase brengt ons in een lieuw element.
Het onzichtbare en ontastbare, toch gezien,
tooh gelaat, grijpt hem aan, laat hem straks
weer los: hij is een an Ier mensch zeworden.
Dezelfle Ahasverus, die al lang had onder
vonden, dat er niets goeds of kwaad mag
heeten 1), is, hoewel vermaledijd, verscheurd,
geheel open van liefde. Het zijn ten slotte
Biet de redeneeringen en
verstatdsferleggingen van eiken dag, het z£n de momenten
van diep en hoog zieleleven, zeldzaam uit hun
aard, die beslissen over ons imiigst zijn.
Hier zou ik 't liefst eindigen, maar dan
1) Deze zin riekt me wat al te steik naar
Nietzgche's jenseits von gut und böae."
zou ik toch te onvolledig zijn. Want aan de
twee genoemde hoofdstukken gaat een ander
vooiaf. Ik begon met opzet niet bij dit be
gin, omdat ik dat 't minst bevredigend vind.
Het tetkent Abaaverus in zijne stemming
en bouoiag jegens den Kazarerer. Het doet
dit op du wijze waarop allen, die een leven
van Jezm schiyven, dit doen: bet verbindt,
naar des ?chrijveri inzicht, wat in de oudste
berichtt n fragmentarisch voorkomt, tot een
min of meer anders uitziend geheel. Ikvoir
my getrt de voorkeur aan de fragmenten.
Abasvenis heet er de twijfelaar." Als Jezus
TÓór zija huis valt, etaat hij, zijn broeder er
bij mei een gpotlach over zichzelf en over
alles, <'n helpt nie . Waarom?' En in de
eenigheid van zijn hart stond het vast^egrift:
Ik zal den nuttelcoz,en droom getrouw zijn.
ik zal iiiet weenen. Ik zal niet breken." Hij
zal nitt gebroken, hij zal verscheurd worden,
Djaar .. . lot zijn l.ei'.
Wanneer ik zeg, dat ik de voorkeur geef
aan de f agmenten, dan sluit deze typeeiing
als min erwaardig nog niet min waardigheid
in. Zelden las ik in zoo kort bestek zooveel
actie, zoovele goe-i geko.en bewoordingen.
Toch bad ik 't geheel hier en ook eldtrs
hever zonder de enkele, ook overbodige,
onkiesche benamingen gezier. Ik weet, dat
er zijn, die daar anders over denken, maar
ik ben in dit opzicht nu eenmaal ouderwetsch
En nu het f lot: Ahasverus onder de
menschti). Opmerkelijk is, dat dit lavtste deel 't
kortst is. Toch niet zoo kort als gewoonlyk
de on^knooping Ziehier zijne stemmiag na
't dooileven der extase: vermaledijd op
deze aarde gesmakt voelde hij zich als een
overwinnaar, het koppige leven rui-ichte
door zyn b oed ; en Uch, wat stond hij daar
klein en verloren, met de luwte van hei mim
klapwiekend tegen zin slapen en drf tiillirg
van de zoncesnaren om zijn hoofd, voor die
wereld, die de weield der menschen waf !
En waarom sloop er in zijn begeerende be
wondering die weemoed weer, hoe
fchooner de garde, hoe vuiiger die weemoed,
alsi f er in de diepten van zijn ziel een god
sluimeidri. wiens droomen daar dof brandden,
en d e nimmer, nimmer om waken zju!"
Ahasveius vindt arbeid bij een aardwtrk,
tustchen de polderwerkers, ruwe kerel", nier
d.enst een harde dienfct is, straks pritkelend
tot verzet. Maar hij peinsde, en begreep
het grooïe werk: bet stomme geweld van
den vloed gestuit; de gedu!d:ge bedrijvigheid
van heel een be/o'.king, waar 't nu
zooverlaten was, het zaad gezaaid, het koren, dat
uit da diepe donkere aarde opgroeit, lang
zaam h< et gestoofd en rijpend in 'i af wisseleLde
weer, brood voor de menschen; en van op
den dijk zouden de jonge mannen, op een
avon l als deze, naar de booten zien, die
van uit zee komen."
Zoo maakte ik dm, een vau die duizend,
deel uit van een schoonec dioon", mijmeide
Ahasverus, zoo was ik. met die du zend,
het werktuig waardoor een sehoone droom
volbracht werd...."
Gelijk die gedachte in hem opklaarde,
adermia hij er vrijer in, alsof de wereld ruimer
geworden was en tevens vertrouwelijker, de
minste dingen hadden een inniger aanschijn."
Der menschheid onrust en rusteloosheid
vinden hare veitroosting; zij zijn niet vruchte
loos, maar dragen vrucht voor de toekomst.
Hoe hard de dienst, hij bewijst diensten.
Daarbij komt als verkwikking d<jg ew'g
Wtitilictic", dat ook hier aantrekt, niet meer
als in Ahasverus op weg naar da hel'enkel
in den vorm van een louter d erlijk sensueel
begeeren, dat neertrekt in het dompig
moera*, maar in den hoogeren, waarin iets i J
van het onzegbaar mysterie, dat het oog van
den een leest in dat van de andere. Zooals
het werk van zijn handen, was ouk niet
misschien dat begeeren met zijn arm hart,
de beweging zelve die zijn ziel veihief. een
deel van een schoonen droom, een der dui
zenden en duizenden bewegingen waardoor
n schoont', onbegrijpelijke droom vo.bracht
werd, met tiet bloed, met den geest en de
ziel van geslacht op geslacht, een wordende,
levende droom zonder eind?..."
Ou hem heen het gtraas, getier der in
verzet komende rir^e weriers, dat zij straks
samen zullen ontvluchten, samen die wereld
in: want de Waudelaar wist dat hij wande
len m >e=t, b'ijgeuiopd, en dat niets gezonder
was dan zulk wandelen. .. ." De oogen van
ChrUtus branlden diep in zijn hïrt uo£,
maar een piju was die gloed niet meer,
hij wa- iets tietars en vollers geworden dan
vieügde zelf"
Zoo gingen ze, hun brood ve-dienend op
de eene en andere wij «e, nieuwe zomers en
winters tegemoet, nieuwen strijd van leren,
nieuw lijden en nieuwe hoogten, zoo gaan
ze Log, en wat eens de laatsie hoogteen iet
eind van dtn weg zal zijn, kan a
geen enkele slimmerik vertel'en."
Zooveel niiuite als ik vroeg, zou ik niet
voor d:t boekske van l^S bladzijden hebben
durven vrager, iidien ik er geene h )uge
waarde aan toekende. Behoudens de twee
reeds gemaakte opmeikiigen tttl ik 't drfii
ook niet beneden Coiipenu sprookjes, naar
mijne u eening mee dit-iis beste werk.
Verm' yien's boekgke ino^e aanmerkelijk korter
zijn, zijne verbeelding minier f.inta<tisch, ik
acht geen van bei'le esu i;<l el. Wei k als
dit mag vooral niet van te langen adem
wezen. Men verliest elan, ook al is liet niet
tei.dentieu^, toch )io it de daarin
overheersehende idee, het U'Hiiintic", uit t:et oog.
Er werd meer «lm genoeg aangehaald om
den lezer zelf 't oord'el over taal en si ij l
over te Jaten. Menige vlaameche uitdrukking
en zegswijze verhoogt voor een Noord-Ne
d-Tlamier de waarde van he;t geheel. Kr iseena
warme liifie tot het natuurlovrii, een
nieelefen daai van zooals wij dal bij vele schrijvers
van de^en lijd opmerken, waa/in iets is van
mystiek.
Maar dit wijst ook op de zwakke zijde tm-de
van dit boekske. Er is in alle extase en
mystiek een overheerschend egoniisc >, of
liever nog een te zwak, een gevaarlijk gen n
van het, altruislise-h element. In dit op ioht,
gMijk ook in andere, k iukt mij meer een
mid leleeuwsch dan een ^ILste eeu *vsche stem
ming tegen uit dit boekske. Nog geenszins
ten vo Ie is deze Wandelende Jood' li-jd
van deden tijd, hoezeer ik ojk het hcogeen
niooie in dat mideleleeuwEche wil waardeeren.
Maar de tijd stond n et stil. Er is nog een
ander diingen dan van ruwe polderkerels
naar initner zinnelijk bestaan. Welk het einde
van dezen weg zal zijn, kan ook geen enkele
fclitninarik u veitsllen. Ik althans zal e-r mij
wel voor wachten, ook maar te trachten, zuik
een slimmerik te zijn.
P. B. WESTKRIU.IK.
Enschede, 27 Dec. 1UUO.
Nair het Dagen. Verzen door S. Bosx.
. Amsterdam, W. Versloys.
Lezer, ik heb u eea gewichtige medeieelir g
te doen. De dag der heerlijkheid is aange
broken; de zon, de maan en liet heela', ze
hebben hem neergebrand in de dunne letteren
van Versluys en zoo zwart hy op, spat hij
op, gilt hij op woedt, vloeit hij op naai
uwe gezichten, de verzendag, de
Naar-hetDagen"-dag des dichters S. Bonn. Neen, de
gemoedelijke moppentapp1 rs, de romantische
druktemakers van vóór tachtig; netn zelfs de
gtom-te dinosaurussen van ra tachtig zooa's
ze de litteratuurveldej hebben kaalgevreten
en platgetreden met de onmetelijkheid der
vergissing die ze waren, ze h«bben het niet
gekund. En ziet, daar komt hij Simon, Samuel,
Sabaot h,Sardana pal u?,Satan.of wel ken anderen
mooien voornaam liij moge hebber, Bonn en
ziet, overwelfd heeft hij ons met zijne god
delijke menschelijkhe d.
Reed* beginnen uwe handen grijplu-tii te
beven naar dit botk nietwaar en derhalve
zal ik heel kort zijn. Helaas, geen roos zonder
doornen; ook deze bun lel bevat gebreken
waarop da ondergeteekende geen bon op den
Heiicon mag afgeven. Het grootste f uve1, het
i« een scort onvolledighe d, een te haastige
gelukkigheid met bet reed' neergevoelde,
wegeeinkte, verlelterde en dit alleen meen
ik iets uitvoeriger te moe'en l.ehandelen.
Blz. 72 biengt htt volgend gedicht:
Op de politieke executie van 600 in Warschau,
Wat gaat daar zoo sluik door ie stil te der nacht,
Met dempende stap, en zoodonkerhundrachl?
Het zijn de lakeien des Tsaren.
Zij dragen te midden ejn fcbaar zwarte kis-ec,
Bij reien... bij lei n... bij ein l'looze risten
De zwarte lakeien der Tsaren.
Zij hebben de moorden koeib'osdig volbracht,
De lijken nu worden heel sluik weggebracht,
Naar een bo?ch of een afgrond dos Tsaren.
Op zichzelf hoe onderrotsend van
gevoeidat simpel-j 000", zes met twee nullen
erachter, en dan dat voortkleutemle (of
klturvoortende) 21e couplet waar g« ziet
optrekken die esntonige pe'o'ons mieren,
lakeimieren, naar 't bosch of 'n afgrond (ook
weer mooi!) des Tsaren om van den ry t h mm
gelijkmatig Ballend als een goed gedresseerd
h ibbelpaard nu niet te spreken. Doch vindt
ge ook niet: het gedicht lijkt niet af, er moet
nost, iets kome*b.v.: dat alle lakeien door
een plotselingen rukwind er ook in vielen,
in 't graf n.l.; of in 't, bosch verdwaalden; of
dat de Ol O juist toen de ki-Uen neergelaten
werlec, weer verrezen en de deksels open len;
of iets anders lekker ga'gen-hum iristisch, hè.
Nog wat voorbeelden! Het voorwoord
eindigt:
Onz' klank-borden te verbreëen
Maatloos... maatloos .. . zocder wand.
Ons inziens is hier weggelaten de slotregel:
Onzin is 't... of droog zand!
Blz. 11 en 12 bevat een oproertje met
arme werkers, geneerloopen, dooien, enz.
enfin, heel mooi beschreven. De gchTij^er,
ook gewond valt weg... heel zacht" en besluit:
Mannen ... mannen... hebt ge nog kracht?
Mannen... mannen... denk uw wa'jht,
Minnen ... goeden nacht l
Naar mijne persoonlijke meening zouden
de volgende drie regels het tafereel volmaken
en het gevoel doen overloopen:
Manne' . .. g'nach!
Manup' . . .
Meuh!*
(* Deze laatste raz^l galgenhumoristisch
weg, bij voordracht te slaken als een eenzamen
zucht uit ee;n kosstal bij avond ens.il weer.)
De Sjouwer blz. 52 :
Een enkel straxltje nagekomen
Liet hij oyer ziju jisje gaan.
ware te vervolledigen :
De schrijver heeft het opgenomen
En 't een rijmpje aangedaan.
Blz. 5G na da regels:
Is uw darmgespoel voor altijd uit?
En werkt uw zwarte maa^ niyt weer!
moest de even gloedvolle berijming eener
huisapotheek volgen.
Doch genoeg; voortreffelijke regels zijn er
al-i bl/.. 18 :
Wij scherpen on» lancet f n süjfen cnrelotipen,
Wij grijpen onze stof en siijden onze cmjien,
par ion, die is van inij;
er volgt ook lieel goed:
Wij richtten ons kanon en stellen onze troepen,
( er beproeving van 't publiek beveel ik aan
soortgelijke regels eens te fchiijven:
Wij. ichtten ons . ..on en . .ellen on'.e . /iepen).
Lezer, ge hebt liet toch al begre'pen, ik zal
dn.s ;uaar opbiechten, l* beschoutv dit
btind-ltje als een fuuiistorie', een stiekemjjes
in iie statige kuiten knijpen oruer goede
ma'.ione, de Neclerland-cie lelterkunele, door
e^n of een j nar oolljke lee per..Is, die zich
wel eens «o ivven laten aan/.ien voor de bjnztn
eener i.i'ii.ve richting.
Mochten de uitvoerenden bet later ernstiger
vii'len probeerer, dan verklaar ik het vol
gen Ie, voor wat er achter vermeld s'a.U:
Bl. 11 : 7/ie de torsende nekken
Waar moord-punten naast strekken,
Betint door de maan.
iets leuks in.
B'. 23 : Jij waart zoo slank als 'n popel wel,
Je wangt-n gli-eiden rokjes zacht,
Ju oox^n stonden er in te wacht
Als brandende vuren. '/<>) hè'.
gaat wel, bevat iets lief?.
B'. 35: Zij had een ro >s in 't haar gestoken
goeie beginregel.
B1.84: Als bergen, hoog in avond-rood.
Bl. 85 : De zon brandt nu
goudvlammen op de ruiten.
be i ie vrij goed.
7 Juli '07 Ai.u. KEHM.
Tentoonstelling Gooische Oudheden.
Vriei den in en vati het Gooi gaan de
aantrekkelijkheid dezer tentoonstelling kuiter
bijzetten door het org?niseeren van een
GoiUeien dag.
Pc clicl e's voor de afbeeldingen van het
fraa e stadhuis te Naarden, voorkomende bij
het opstel : Tentoonstelling van GocUche
tudheden uie i/t Amttertlawmer van Juni)
wart n door den heer F, L Cuypers in bruik
leen verstrekt. Het «ijn dezelfle, gebezigd
voor het door hern geredigeerde tijdschiifo:
Het Hnii Oud en Ni 'uw, in de Juni-aflever ing.
Onwillekeurig was verzuimd dit te ver
melden.
NIEUWE UITGAVEN.
Holland Abroad", Supplement to the
Algemftn Xtdertandtch. Exponblad. Peace confe
rence 19ü7.
Enkde opmerk'ngen naar aanleiding van prof.
BolUnd s de Evangelische Jozua", door B. DE
LIGT, met een voorwoord van. dr. A. H. DEN
HAKTOG Utrecht, P. den Boer.
Warendui i's N ovellen Bibliotheek'' No. 203.
Herleefde illusies, door EDOUARD RÖI-CKE.
Amsteidain, Van Holkema & Warendorf.
\'an 'l hcd der waarheid, door Jon SCIIJTIDT.
3e goedkoop e uitgave, 's Gravenhage, W.
Ocerfoorde Jr.
Onde wijn en gemeenschappelijk grondbezit,
door C'oit. BKUIJ.V. Amsterdam, Vereeinging
Voorwaarts, G. G. B.
JOIIAN BciiMiDT, Koninginnedag. 22 goedk.
uitgave. 's-Gravenhage, \V. Overvoerde Jr.
Vereeui^mg Ons Huis". Verslug der
werkzaauaüedeu van Ons Huis" gedurende het
dertiende en veertiende werkjaar (September
lüOl?Juli 1906).
Alodmtit Kunmwerken, all. 'i.
Aledcdt-elingin der Nederlandsche
AlpenVereeni^ing, 5üjaargang.
Verslag van de Vereeniging tot verzorging
van gebrekkige eii mismaakte kinderen ia
Nederland, jaar 1906.
VOOR DAMES.
ftonweniïealen.
i.
In een Duitecb blai vinden ^ij een artikel
over Vrouwenidealen zooals zij zijn en
zooals zij waren. Met scherpen blik heeft
de scbrij ver rondgekeken in de hedendaa^ecbe
vrouwenwereld, wat hij jaar waarneemt, ver
geleken met wat hij zich herinnert uit 't
verleden. En zeer scherp omlijnd staat het
verschil ons voor oogen, omdat hij met juist
heid afbakent bet terrein, waarop zich het
opgroeiend geslacht nu beweegt, ons de
wenschen, plannen, illuries schildert van het
mei-je vaa onzen tijd.
Het is een inau, die dit alles beschrijft,
dat voelt men vjojtdureud onder de lezing.
Niet het minst dour het gevoel van teleur
stelling, waarmee de Cirijver constateert,
dat dit voorwaarts stre reu van de vrouw
achteruitgang bete^kent voor den man. Hij
is neergedaald van het voetstuk, waarop
vrouwelijke htfdt', 7ereeiing en
gehoor/aaiateid heul hadden geplaatst, wordt hier be
weerd, en detrj'jdürne rol van goede kameraad
schijut heui sltctits eeue zeer onevenredige
vergoeeluig. Het hUAeliji wo dt, bij al de
vervulling, die studie, kua^t en nuttige bezig
heid aan bet ?iouweii even hebben gegeven,
niet meer begeerd oaet dat zielsverlangen,
dat alle schadu x?ijdeu over het hoofd doet
zien.
Niet onaardig is he.t met deze uitspraak
te vergelijken wat de vrouwen zelf dia
het tea wlotte Weten moeten over dit punt
denken. En dan boortn w ij, dit zoo moderne
vrouwen als Elim Ke-y, als de beüende
EngelscUe schrijfster, dr. Arabella Keneaiy,
wier praetisohe werkzaamheid als arts baar
iu staat stelde zoo uitgebreide ervaring op
te doen, beiden do ge rouwda vrouw als mi
betetioiiAen als bet ivpe, dat de hoogste vol
komenheid bereikt. Maar nog scherper dan de
schrijver van?Vrouwei,i iealeu 'uit dr.Keneaiy,
in etn uiutekeud artikel in 'hèNmeleenth
Cmtart,, haar afkeuring o^er veel io de
levenswij M van liet heelendaagsche jocge meisje.
Volgens Kilen Key, moet het huwelijk zich
aanpas.-en aan den modernen geest, zich
verbeflen en adelen met bet stijgend levens
ideaal, moeten aan zijn banden en wetten
eene uitbreiding worden gegeven, die vol
komen i u uite laat voor de meest vrije ont
wikkeling drr vrouw.
Wij willen iu 't midden la'en of de eerste
proeJuemingen op dit gebied heboen beant
woord aan dj verwachting; ieder kan, bij't
rondkijken in ei^en kring, z'ch daarover een
opinie vojmen. Te onvruchtbaarder is het
hieruver uit te weiden, omdat die opinie aitijd
zoo streng persoonlijk blijven zal. Mter be
langwekkend schijut 't mij na te gaan hoe
de schrijver als hij eenmaal uiting heeft ge
geven aan zijn gevoeligheid, o/er bet afnemen
vau den eeroied voor den man, alle bitter
heid uit zijn hart heeft verbannen en, eerlijk
en onpartijdig, zich stelt tegenover de naoderne
vrouw. Menig waaideerend, uienig
scherpteekeneud, ook dikwijls een geestig of eeu
streng critisch woord is heui daarbij uit d«
ptn gebloeid. En dat maakt zijn artike:
overvvaard geleien te worde-, al was bet
alleen maar, omdat hij aan het meisje van
ouien tijd den spiegel voorhoudt, haar doet
nadenken over de waaihei l vau het Engeteche
spreekwoord : konden wij ons zelf slechts
zien, zooaU anderen 01 s zien." Men weet,
alles is LIU eenmaal betrekkelijk, haugt af van
het standpunt, waarvan we het be chou ven
De schrijver begint, met te zeggen, dat
vroeger het indaal der vrouw tamelijk wel
vaststond. Het bakvi-chje i.am het, als iets
natuur ijk? en \an zelf sprekeiids over van
baar oudere zmters, van haar moe Ier en ui'
de stichtelijke opvoedingstheorieën van haar
tante. Z-j schreef het over uit Hermann
urd Dorothea," baalde het aan volgens
Chamisso's Frauen Liebe und Leben," al haar
wen chen con. catreer Jen zich in de vervul
ling van dit algemeete ideaa', waarvan altijd
de man, in de meest verschillende variaties,
liet middelpunt vormde, als erkend gebieeler.
Deje generaties, die nog i iet hadden leeren
critisetren, hadden het heel gemakkelijk met
hun ideaal. Ontbraken den vertegenwoordiger
er van eenige wen^chelijke e:genschappen,
zoo werelen hem die esnvoudig toegedicht.
Hij hal bet in zijn banl allo drooinen te
verwezenlijken, als hij het meisje dat hem
liefhad, trouwde.
Maar verwaardigde bij zich niet dit te
doen, zoo werd bij de aanleiding tot bet
chronisjb lijden, zoo typisch voor de vroegere
meisjes: de beroemde ongelunk:'ge" liefde,
dat een geheel bestaan beheerschte, jaren
achtereen werd in stand gehouden en voort
duurde tot het stervensuur.
Dit lijden is bijna geheel uitgeroeid. Wil
het zich nog hier of daar vertoonen, dan
wordt er spoedig een eind aan gemaakt.
Ernstige bezigheid werkt al-i zeker tegengift
en overwint alle sentimenta'ite t. De tegen
woordige vrouwenidealeu bieden een eoort
van zekerheidsstelling daartegen aan.
Wilde men een enquête instellen in welke
woorden deze hedendaagsche idealen zich
het kortst laten formuleeren, dan zou men
zeker htt meest ten antwoord kry'gen: be
vredigende Werkzaamheid.
't Was merkwaardig te zien met welk een
woede, in de laatste dertig, veertig jaar
de geestelijk uitgehongerde vrouwen zijn ge
sneld naar de bressen, die geopend waren
door eenige energieke baan breek s'ers hoe
veel drang on te handelen daarbij aan den
dag kwau hoeveel vlijt en arbeidshonger.
Trouwens, vlijt behoefden ze niet meer te
leeren. Vlijtig waren ze altijd geweest, maar
op beperkt, bescheiden gebied, tusschen de
40 «»nti par rtf«l.
KooptgeenZijde!^
zonder eerst stalen onzer gegarandeerd
soliede prachtig mojie nouveautés in
zwart.wit en gek!, gevraagd te hebben.
Specialiteit: ZijdestofFen voor
Bruids-, Bal-, Uezelscbaps- en
Wandeltoiletten ea voor Biouses,
Voering enz van 60 cents tot 9
gulden j er Meter.
Wij verkoopen direct aan par
ticulieren en zenden de gekomen
zijde.nstotf.en franco vracht eu
rechten aan huis.
SCHWEIZER & Co., Luzern H26.
(Zwitserland1.
Zijdestoffdn-Export. Kon. Hofl
Dankbetuig ing.
Bij de,:e betuigt cndergeteekende zijn
hartelijken dank aan den Heer J. A. H.
REIZIGER, Directeur van het
IN STITUÜT-REIZIGER,
Huize de Vliet" te Voorburg,
voor het onderwij», dat zijn pupil, intern
leerling op het Instituut, aldaar, genoten
heeft, waardoor deze mocht slagen voor het
toelatingsexamen vierde klasse H B. S.
Den Haag. A DE BLOEM E,
Scheven'ngen, Villa Andrea.
VOORBURG (b d Haag)
Insütimt-Reizioep, Huize de Vliet",
INTERNAAT EXTERN AAT.
Opleiding voor verschil'ende examens.
Uitstekende referentiën.
Prospectus C. A, op aanvraag bij den
directeur J. A. H. REIZIGER.
4 R \ II F \\ 'ucul'ÏUUroord van Nederland.
'stoiiang. llölcl des Pays-Bas.
Mat. pr. Tuin. Pension. Omnib. EI. licht enz.
Door dni'.emlen al* HET BESTE C'kend.
Wie altijd versche en beerlij < smakende
Groent pn en Vruchten hebben wil, bestellfl
KRUMEICH'sInmaakpotten.
Met metalen deksel. Van steen met
zoutglazuur overtrokken. Vraagt uwen Winkelier
in huishoudelijke artikelen de brochure: ^.Iloe
maakt uien het bes' Fruit en Cuoeiifen ia",
weike U gratis wordt verstrekt.
En gros bij: JOH. II. VU 1)H fflEIDEÏ, Amersfoort.
ExtraTarwebloem
voor de fijne keuken.
't Pakje van VS Kilogr. ?0.125
Mu. VOOR MEEL-EN BROODFABRIEKEM.
VIJZELGRACHT 28.
*- (5 ij opgave van uw adres wordt U door d«
afdeeling BroodfabrieK particulier bediend
Echt V i cto ri a wat e r
.OBERLAHNSTE1M
BOUWT ,e NÜNSPEET
o d.
VELUHTE.
Inlicht, b d. Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederea in Nederland te
Nunspeet.