Historisch Archief 1877-1940
DEAMSTERDAMMEU WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1571
Het eerste en bekroonde ontwerp van het Vredespaleis door Cordonnier.
iimniiiMininn i mnn minimum M minimin 11 nu
HET VREDESPALEIS,
zooals het zal worden opgetrokken; nu gewijzigd door J. A. G. v. d. Steur, Bouwk.-Ing.,
in samenwerking met Cordonnier.
Medaille-Vredespaleis.
Bij gelegenheid der eerste steenlegging van
het Vredespaleis, op 30 Juli 1907, is eene
herinneringsmédaille geslagen.
De vaorzijde der medaille bevat het portret
van den stichter en heeft tot randschrift
ANDHEAS CAHNEGIE, FÜNDATOR PALATH TACIS
MDCCCCVII. (Andreas Carnegie, stichter van
het Vredespaleis) 1907."
De achterzijde is versierd met eene alle
gorische voorstelling, welke verbeeldt de
Historische Haagsche plekjes.
Buitenrust" en Rustenburg".
(Grond Vredespaleis).
Zij zullen verdwijnen, en misschien
nu 30 Juli de eerste steenlegging voor
het Vredespaleis heeft plaats gehad,
al zeer spoedig, de twee buitenverblijven
aan den Scheveningschenweg, welke we
ons, zonder het veel verder en meer
binnenwaarts gelegen Zorgvliet, bijna
niet kunnen denken. Toch zijn zij veel
jonger.
Zorgvliet werd aangelegd door den
dichter-staatsman Jacob Cats. In 1632
begon hij van een schralen hoeck een
lustigh velt; van slechte stof vruchtbaar
lant te maken". Trouwens Cats wist wel
treurende humaniteit," gezeten op een sikkel
als begrip van internationaliteit welke
uit haar verdriet wordt opgewekt door de
nadering van de Vrede. Hierboven staat het
randschrift FAX GBKTIUM (wereldvrede)'
De medaille is ontworpen en vervaardigd
door den heer H. Makkink, kunstdrijvcr te
Ui recht, geslagen aan de Koninkl. goud- en
zilverfahriek van den heer J. M. Kempen te
Voorschoten.
wat hij deed. Had hij nu geleefd, dan
was hij een tweede GoeJkoop 1) geworden;
in 1652 liet hij er het buitenverblijf op
zetten, dat hij Zorgvliet doopte, daarbij
de staatsmanszorgen terzelfder tijd met
zijn ambt van Raadpensionaris had neer
gelegd.
Buitenrust daarentegen dagteekent
eerst van het eerste kwart der 18e eeuw.
Immers de Iliemer schrijft:
't Huis van den Prins van
HessenPhilipsstal even voor het Tolhuis aan de
zelve zijde van den evengemelden straat
weg (?hij noemt eerst Zorgvliet, )
over [voor] eenigejaaren door den zelven
Prins gebouwt of eigentüjk vergroot, en
nu nog bij zijne nagelaate weduwe, haare
Vorstelijke Doorlugtigbeid bewoont".
Het buitengoed werd om deze reden
ook wel Hessenhof genoemd, want de
vorst was een bekende persoonlijkheid
in den Haag.
Hij overleed alhier 18 Juni 1721, en
zijae gemalinne vereeuwigde de
gedagtenis haarer bedgenoot" in het jaar 1722
door een praalgraf, dat zij in de Groote
Kerk deed oprichten.
Het is een fraai stuk werk, dat nog
mag bezien worden.
Op de doodbust, die dooreen blaauw
arduin-steenen voet ondersteunt werd,
ziet men den held, met het hoofd op
eenige stukken kanon rustende, geharnast
uitgestrekt leggen, houdende in zijne
hand den bevelhebbers staf; op zijne borst
pronkt het teken van de ridderlijke
orde van den Oliphant, en verders is hij
omringt met allerhande oorlogstuig. Aan
zijne linkerzijde legd de bedrukte Princes
met rouw gewaad omhangen
nedergeknield, het droevig afsterven van haaren
lieven egtgenoot beweenende". Op de
lijkbus vind c men het grafschrift. De
Prins werd ruim 67 jaar.
In de 's GntKcnhaagsche Courant van
1770 vindt men de verkoops-advertentie
van dit landgoed, dat weldra tot terrein
voor den bouw van het Vredespaleis zal
worden ingericht.
Een gedeelte van Rustenburg draagt
in den volksmond nog een bijzonderen
naam, namelijk dien van Bultenpaleis."
Die naam heeft het te danken aan
het gebruik, dat er van gemaakt werd
door Johann Georg Heine, die er van
1829 tot 1838 eigenaar van was.
Geboren te Lauterbach in het
"VVurtemburgsche legde hij zich eerst toe op
het xmidxrak om het later te verwisselen
voor dat van inatnimenhnaker, waarin
hij zoodanig uitmuntte dat hij in 1802
universiteitsinstrumentmaker en
bandagist te Wurzburg werd.
Door studie van de a-natomie en operatie
leer ontwikkelde hij zich zoodanig, dat zijn
naam gezag kreeg en hij reeds in 1824
den ofticieelen titel verwierf van
demonstrator der orthopaedie aan de Univer
siteit en assessor der medische faculteit."
De eerzucht dreef hem op zijpaden. Hij
meende ook in de geneesleer der inwen
dige ziekten eene omwenteling teweeg te
kunnen brengen en het pas geopende
bescheiden badhuisje van Pronk 2) trok
hem aan, van waar hij in de huizinge
Buitenrust terecht kwam.
Hij stichtte daar een Seebade anstalt",
en trachtte voornamelijk kromme beenen,
opgetrokken en verlamde spieren, aange
boren heupontwrichtingen en verkrornde
ruggegraten kunstmatig in orde te bren
gen. 3) Van daar dat de naam
Bultenpalek voor het gedeelte Buitenrust ont
stond, dat onder den naam Rustenburg,
thans de Russische kapel herbergt, welke
dagteekent van het verblijf in die pa
leizen van Koning Willom II en zijne
gemalin Anna Paulowna (Paui's dochter),
die eene Russische grootvorstin was.
Heine had nog grootscher plannen;
daartoe wilde hij zich vestigen in Enge
land, maar de dood schoot er een schotje
voor. Hij overleed in 1828.
Zijne inrichting had echter al een grooten
knak gekregen door zijn optreden in den
choleratijd van 1832, welke ziekte hij met
mosterdrneelbaden meende te moeten
bestrijden. Trouwens hij hield er van
zijn patiënten, in 't algemeen, stunden
lana; im Bade met gutem starken Mostert,
Sals, Seife" te laten genieten.
Heine is een Mechanisches Genie"
genoemd; daarin steekt zijn lof, maar
ook tevens zijn veroordeeling van wat
hij buiten de orthopaedie verricht heeft.
Het Rustenburg, (de Russische Kapel),
van thans is een klein overblijfsel van
het uitgestrekte terrein, waarop de Hof
stede Rustenburg eerder stond.
De Groot Hertogin van Saxen Weimar,
Prinses Sophie der Nederlanden, stond
namelijk, ongeveer 1879, eenige gedeelten
grond aan bouwondernemers af.
Daarop werd als onderdeel van een
groot bouwplan tegenover de Laan Copes
van Cattenburg een nieuwe straat ont
worpen en aangelegd, welke den naam
kreeg van Anna Paulownastraat en in
schuine richting tot aan de Laan van
Meerdervoort liep, om dan rechtstreeks
aan den Prinsessen wal aan te sluiten.
Het bouwplan gelukte goed, maar de
west zij de van het gedeelte Anna Paulowna
straat, dat den grond van Rustenburg"
schuin afsneed, en gelegenheid gaf om
er het Halte-station van den tram der
Hollandscbe Spoorwegmaatschappij in te
duwen, is onooglijk geworden. Te meer
wijl de portiek van het gebouw der
Russische Kapel zijn aspect verloren
heeft door den te engen aanbouw.
Het is te hopen, dat de autoriteiten zich
zullen spiegelen aan wat vroegere bouwers
misdeien; de wegaanleg van de stoom
tram heeft voor den schoonheidszin veel
kwaads gebrouwen.
Moge dit van het Vredespaleis nooit
gezegd kunnen worden. S.
l) De heer mr. A. E. H. Goekoop wist
met zijn scherpen blik welk eene waarde
die gronden in de toekomst zouden ver
krijgen; de vroede vaderen van den Haag
waren met blindheid geslagen.
2) Pronk begon met gelegenheid te geven
tot het gebruik van binnen- en
buitenzeebaden.
3) Ontleend aan Een eeuw geneesrommel"
van dr. R. Krul.
Troffel en hamer, gebruikt bij de
eerstesteen-legging van het Vredespaleis.
Troffel en hamer zijn naar
Renaissanceprincipen ontworpen, doch eenvoudiger dan
men in den tijd der Renaissance een dergelijk
stuk zonde gemaakt hebben; de middelen
waren echter niet van dien aard dat men
met juweelen of relief-emaille werken kon;
volkomen Renaissance vraagt iets meer.
De troffel is met het oog op het gebruik
van kalk zoo glad mogelijk bewerkt. Het
troffelblad is van oxyde zilver met inscriptie
van verguld, verder het geheele metalen ge
deelte verguld ; terwijl bij het versieren van
het verbindingsstuk van het metalen gedeelte
en het ivoren handsvat, van de
emailleertechniek gebruik werd gemaakt.
De hamer is van geoxydeerd zilver, en in
de diepte van het ornament .verguld; het
handsvat ia van ivoor met versierd dopje.
De verschillende wijze van versiering vindt
zijn beweegreden in de verschi.lende
gebruikseisch van het voorwerp. De bij den troffel
vlakke versiering, sprekend toch door verguld
en emaille, is niet lichter dan de door
drijfwerk versierde hamer.
De Renaissance-motieven werden gekozen
om te blijven in den geest van Het Vredes
paleis".
De ontwerper van troffel en hamer, de
heer C. J. Begeer te Utrecht, in wiens
Koninklijke Fabriek van Zilverwerken", n
troffel n hamer gemaakt zijn, heeft hierin
juist geoordeeld.
De prentbiiftot nis tnnstyoorwerp.
Htt is zelden een mode zelf als zoodanig,
het is de verbastering en het verval van al
dat, wat er nog voor redehjks in haar ont
staan lag, de geheele ontaarding van haar
eigenlijke doelmatigheid (want er ig byna
geen moie of ze beantwoordde eens in meer
of mindere mate aan eischen van noodzake
lijkheid of comfort) het verdwijnen en ver
geten worden van haar oorspronkelijken
vorm, dat ziekelijk of belachelijk ie. Maar
het was reeds een onmiskenbaar boos teeken,
dat voor eenigen tijd hoe kort is het
waarlijk nog geleden de z.g. Ansicht karte
in zwang kwam, een boos teeken voor allen,
die in het verslappen van geestelijk leven
persoonlijk denken en individueel oordeel bij
den beschaaf Ie" in doorsnede een onheil
zien. Het lijkt weliswaar logisch en redelijk,
en aangenaam ook, dat de reiziger, die voor
heen aan verwanten en vrienden zijn dikke
brieven satnendichtte, om hun een denkbeeld
te geven van het land, het volk dat hij be
zocht, zijn ontmoetingen, ervaringen en ge
noegens, thans, in onze jagerige en weinig tijd
overlatende dagen een ansicht" sturen kan
met een kerk, een park of markt met het
bijschrift Parijs is mij meegevallen. In haast"
enz., met potlood in het cafébijgeschreven.
Zeker, de post is niet meer de dure luxe
van vroeger, een brief te ontvangen ia niet
meer een gebeurtenis, het reizen is gemak
kelijk geworden en na een paar dagen ziet
men den correspondent terug om zijn relaas
uit eigen mond te vernemen; de
ansichtskarte" met landschap, stadsgezicht en
volksgroep heeft waarlijk een recht op bestaan.
De lange brief met wederwaardigheden en
beschrijving der reis was toch reeds ten
doode opgeschreven. Dat de briefkaart met
een prentje verzameld werd, was onvermij
delijk, doch waarschijnlijk was dit de
onmiddelijke oorzaak tot het belachelijk verval
dat wij te constateeren hebben.
Het is thans een geheele eigen inlustrie,
de prentbriefkaartrnakery, en onbeperkt
heerscht er de door winzucht gescherpte
vindingrijkheid en dien tengevolge ook het
valsch vernuft.
Houden wij even vast aan het denkbeeld,
dat een prentbrief kaart in de eerste plaa's
briefkaart is en dus van dtn eenen mensch
aan den anderen wordt gezonden; als
mededeeling, groet, vraag, geschenk.
Ziehier een zeer kleine keus uit de afbeel
dingen en voorstellingen, die men elkaar
aldus sturen kan, als bericht of gelukwensch,
groet, vraag of uit opwelling van hartelijkheid.
Een in kleuren gereproduceerd stilleven,
een luitenant met monocle, het portret van
een of anderen ijdelen zanger of van een
gegrimeerd en gecostumeerd acteur, n of
meer als mensch aangekleede katten, honden
of varkens, een volkomen klaar gedrukte
invitatie voor een rendez-vous, waarop slechts
naam en datum in te vullen zijn, een kind
in zijn hemd, met of zonder pot-de-chambre,
vorsten in alle soorten, dichters, schilders,
staatslieden, musici, een nog juist niet
polizeiwidrige obscene voorstelling, den geheelen
doodendans van Rsthel, een geïllustreerde
liefdesverklaring, een badplaatstafreel van
Keznicekt, uw eigen conterfeitsel, een lofzang,
in woord en beeld, op het bierdrinken. Nu,
eigenlijk alles, behalve, indien niet toege
staan, een reproductie naar een levend
meester, in de landen waar auteurs recht op
beeldende kunsten bestaat.
De keukenmeid, die voorheen uit het
brievenboek haar espistels copieerde, eindi
gende met de traditioneele pen doch niet
met het hart, behoeft zich ook zooveel moeite
niet meer te geven.
Ansichtskaarten" voldoen aan iedere be
hoeften. B. v. kan men geestiglyk er een
sturen, waarop gedrukt staat: Du kennst
mein (hier is een hart geteekend) noch lange
nicht!" Zinrijk en vriendelijk zijn ook de
velerlei geïllustreerde gelukwenschen bij