Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1571
Waar wordt de Russische onderwijzer voor
zijn beroep gevormd? De toekomstige hoofden
van scholen ontvangen wel aan de Univer
siteiten een algemeen wetenschappelijke op
leiding, doch van een speciaal paedagogische
vorming is geen sprake. Met paedagogiek en
methodiek houdt de hoogeschool zich niet
op; 't is al heel mooi wanneer een pri
vaat-docent een cursus aankondigt om deze
punten te behandelen.
Petriesjtsjef merkt op dat indien de groote
hooge heeren niet toekomstige onderwijzers
maar toekomstige kleermakers moesten afleve
ren, ze zeker van het standpunt zouden uit
gaan, dat voor het kleermakers vak geen voor
bereidende studie noodig is. Je geeft een man
een stuk laken en een schaar klaar ben
je. In het begin zal hij een massa laken
verknoeien, doch langzamerhand zal hij zich
in z\jn handwerk bekwamen. De leeraar ver
keert geheel in hetzelfde geval, behalve dat
hij met levende kinderen, in plaats vaa met
stukken laken te doen heeft. Dan bestaat er
nog een verschil waarom de snyderpatroons
anders denken dan de ministers van onder
wijs: het verknipte laken moet betaald; de
kinderen krijgt men voor niet, dank zij de
jaarlijkscbe aanwas der bevolking.
Voor den gewonen hulponderwijzer is
schy'nbaar beter gezorgd. Er bestaan kweekscholen
voor onderwijzers, wier leerlingen na een ver
blijf van drie , vier jaar op een dorpschool
kunnen worden benoemd. Zonderling is het
zeker dat die inrichtingen zich bevinden in
de onmogelijkste, kleinste plaatsjes. In Odessa,
Kiev, enz. zijn ze tevergeefs te zoeken. Toen
de leerlingen van het Belgorodsche instituut
een verzoekschrift indienden om de k n
eekschool naar een groote stad, Charkof b.v., te
doen overplaatsen, omdat ze daar oneindig
beter en gemakkelijker zouden kunnen leeren
en zich ontwikkelen, kregen ze van den
directeur Rosjtsjien ten antwoord, dat ze in
hun stadje tegen den schadelijken invloed
der studenten werden gevrijwaard."
Deze angst voor schadelijke invloeden
beheerscht het geheele leerplan. Petriestjsjef
noemt niet den naam van het instituut dat
hij bezocht, maar vermoedelijk zullen de
inrichtingen van onderwijs in weinig opzichten
van elkander rerschillen De vakken, gram
matica, mathesis, aardrijkskunde, enz., behan
delen bijna niets dat de kweekelingen niet
reeds op de opleidingsscholen hebben bestu
deerd. Petriestsjef vertelt hoe hun werd
ingeprent, dat het Russische volk door God
was uitverkoren, evenals eertijds het volk
Israël, en dat het daarom boven alle andere
volkeren staat verheven. En dat de leeraar
in de geschiedenis beweerde, dat oneerlijke
en gewetenlooze ambtenaren altijd en overal
waren te vinden. Maar als een Duitscher
zich laat omkoopen, dan wordt die laag en
gemeen; de Rus blijft toch nog menscü."
Hoe de inrichtingen van onderwijs, waaraan
ze later zouden verbonden worden, echter
waren georganiseerd, daarvan vernamen de
toekomstige onderwijzers niets. Evenmin vond
de leeraar in de opvoedkunde het noodzakelijk
om belangrijke quaesties met hen te behan
delen, als b.v.: moet de algemeene volksont
wikkeling bevorderd of tegengegaan, of moeten
de scholen voor ieder toegankelijk zy'n, of
moet elke stand een eigen school hebben ?
De oorzaak dat over dergelijke vragen het
stilzwijgen wordt bewaard ligt hoofdzakelijk
in het feit dat men in de hooge
regeeringskringen deze vragen onophoudelijk op andere
wijze heeft beantwoord. De feiten, door
Petriesjtsjef aangehaald, spreken duidelijk
genoeg.
Zoo vond onder Katharina II de volgende
formule ingang; Slechts dwazen en boos
wichten vreezen de ontwikkeling van het
volk; zij die geroepen zijn om te heerschen,
willen liever regeeren over menschen dan
over dieren."
Onder Alexander I uitte de minister van
onderwijs, Sjiesjkof, zich op de volgende wijze
in een feestrede: De wetenschap is slechts
dan nuttig als zij evenals het zout, met mate
wordt uitgereikt volgens den stand en de
behoeften der menschen. Indien het gansche
volk of het grootste deel lezen en schrijven
leerde, zou dit schadelijk zijn voor het land."
Deze woorden werden gesproken toen het
meerendeel der bevolking nog uit slaven
bestond. Doch zelfs tusschen 1860 en 1870
was men over 't algemeen deze meening
toegedaan. Zoo beweerde Leontjef, die
medearbeidde aan de hervorming van het onder
wijs daf- nsen zich uit alle macht tegen de
ontwikkeling van het volk moest verzetten.
Rusland had aan zijn millioenen analphabeten
te danken, dat het tot nu toe weerstand had
knnnen bieden aan den tijdgeest. In onze
dagen," sprak Leontjef, is het verdienstelijker
een redelijk goed klooster te stichten, dan
twee universiteiten en honderd opleidings
scholen."
Nog in 1896 schreef Pobedonossef: De
volks-ontwikkeling werkt zeer nadeelig; ze
voedt den mensch niet op ; ze geeft hem geen
verstand, maar alleen geeft ze meerdere ken
nis en gewent ze den menschen logisch te
denken."
Die belemmering van logisch denken be
heerechte het gansche leerplan. De school
moest een nieuw geslacht vormen, dat niet
door den modernen geest was vergiftigd.
De leerlingen moesten de droogste boeken
geleerdheid instampen om dit doel te
bereiken. Als geschiedenis kregen ze min
of meer uitvoerige beschrijvingen van veld
slagen te lezen, doch voor alles moesten
massa's namen en jaartallen van buiten ge
leerd. De natuurkunde bestond uit lange
beschrijvingen van werktuigen en toestellen,
de plant en dierkunde werd even droog behan
deld. Dit alles moest van buiten geleerd en
opgedreund. Alles bestond in geheugen werk ;
van aanschouwelijke voorstellingen geen
sprake. De chemica's en physica's van gym
nasia en middelbare scholen waren erbarmelijk
slecht voorzien; met de lagere scholen was
het natuurlijk nog treuriger gesteld. Enkele
inrichtingen van onderwijs bezaten mooie
verzamelingen; deze werden echter nooit
vertoond, daar het heette: die ruwe jongens
breken en bederven toch alles!"
Het gevolg van deze onderwijs-methode
was een felle haat van de jonge generitie
tegen alles wat ook maar eenigszins met de
tchool in verband stond. Een verplichte
duur van den leertijd en krachtige
geweldmiddelen waren noodig om de school be
volkt te houden.
De schadelijke tijdgeest, waarvoor de jeugd
zoo angstig werd behoed, drong echter bin
nen door reten en achterdeuren. En hierdoor
werd het gevaar des te grooter, want nu ont
stond verwarring onder de leerlingen. De
mensch is nu eenmaal geneigd in uitersten
te vervallen. Als liberale bladen schoolvrage a
behandelen, krijgt men dikwijls den indruk
dat met bureaukratie, spionnage en
omkooperjj ook plichtgevoel, gehoorzaamheid en
discipline overboord moeten geworpen. De
samenstellers van dergelijke artikelen ver
geten dan dat jongens van dertien jaar niet
op dezelfde wijze moeten behandeld als man
nen van dertig. Ze eisenen dat het onderwijs
belangwekkend zij, doch daarom behoeft de
BC hooi toch niet in de eerste plaats genoegen
en pleizier op den voorgrond te stellen.
Dit zijn de eenige aanmerkingen die op
het voortreffelijke werk van Petriesjtsjef
zouden kunnen worden gemaakt.
De minister van onderwijs, Tolstoï, wilde
de leerlingen niet alleen voor den slechten
tijdgeest vrijwaren, maar hu wilde van hen
tegenstanders maken van de moderne invloe
den. Vandaar al die zonderlinge, dikwijls
dwaze bepalingen, de wrange vruchten van
's ministers systeem. Het doel was vader
landslievende en godsdienstige gevoelens aan
te kweeken. Op welke wijze dit geschiedde
lezen we in het zesde hoofdstuk van Petriesjt
sjef s boek: Godsdienstige Opvoeding".
Zoo zegt de schrijver o. a. dat tusschen
de jaren 1880 en 1890 opnieuw strenge
maatregelen werden genomen om de heil
zame eenheid van geloof en weten te her
stellen." Het gebed waarmee de ochtendschool
moest beginnen werd toen veranderd in een
morgendienst met gezang. Alle leerlingen
moesten die bijwonen: ook de Katholieken
en de Joden.
Behalve deze worden ook nog andere dien
sten gehouden, bijv. bidstonden, als de een
of andere hooggeplaatste persoon ziek ligt.
Somtijds geschiedt dit op order van het hoofd
der school; meestal echter komt het bevel van
hooger hand. Zoo moest voor den doodelijk
gewonden minister Bogolepof in elke school
een bidstonde gehouden. De kanselarijen
deden alle mogelijke moeite om de
schooladministraties hiervan tijdig te verwittigen.
Op verscheiden plaatsen kwam het bevel
echter te laat; toch werd dit stipt ten uit voer
gebracht, zoodat op al die scholen voor de
genezing van den minister werd gebeden,
terwijl de man al lang dood was l
Bovendien zijn de onderwijzers verplicht
hun leerlingen in te prenten, dat elke arbeid
met een gebed moet beginnen en eindigen.
Kenschetsende staaltjes haalt Petriesjtsjef
hierbij aan.
Zoo gaf in 1893 een aanstaande
onderwijzeres een proefles in de dorpsschool te
Brjansk. De inspecteur der volksscholen,
Maloesjef, woonde de les bij en erkende dat
de kandidaat goed had voldaan. Maar,"
voegde Maloesjef er aan toe, u heeft de
hoofdzaak vergeten. Voor den aanvang der
les hebt ge geen gebed voorgelezen. Hieruit
blijkt dat ge niet godsdienstig zijt gezind, en
dat u daarom geen godsdienstig onderwijs
kunt geven. Het diploma kan ik u niet
uitreiken."
Het jonge meisje trachtte zich te veront
schuldigen door te zeggen dat de kinderen
reeds twee uren op school zaten. Zij had het
derde lesuur gegeven en 's mo gen s was toch
gebeden.
Voor u was het de eerste les," hernam
de inspecteur. U hadt God's zegen niet alleen
voor de kinderen, maar ook voor uzelf moeten
afsmeeken."
Tien jaar later kunnen de vruchten geplukt
van dit onderwijs-stelsel. In 1903 bezoekt
een inspecteur een dorpsschool. Hij
spreekteen van de leerlingen aan en vraagt: Ken j e
al de Tekentafels? Hoeveel is vijf maal zes 1"
De jongen staat op, slaat een kruis en zegt
langzaam en ernstig: God zeeg'ne mijn
dagelij ksch werk I Zes en dertig l"
Ga maar zitten," herneemt de inspecteur
glimlachend.
Heere God, ik dank u," zegt de jongen,
die opnieuw een kruis slaat en toen weer
gaat zitten.
Petriesjtsjef vertelt verder dat de jongens
van het instituut waar hij zijn schooltijd
doorbracht, het morgengezang als een wel
kome gelegenheid beschouwden om die
onderwijzers te plagen, aan wie ze een hekel
hadden. De een zong opzettelijk te hoog,
de ander te laag, zoodat de godsdienstige
lofzang meer geleek op katten-muziek.
Enkele der Russische godsdienst wetten
luiden aldus: De kinderen van beiderlei ge
slacht zijn ca hun zevende jaar verplicht
minstens eenmaal in het jaar ter biecht te
gaan. Op Zon- en kerkelijke feestdagen moet
de dienst, vooral de heilige Liturgie worden
bijgewoond. In de kerk moet men ernstig
zijn; de aandacht der geloovigen mag niet
worden afgeleid.
De politie zorgt dat deze en dergelijke
bepalingen worden nagekomen. Op de leer
lingen van de inrichtingen van onderwijs
houdt de school echter toezicht. Vandaar dat
haar de bijnaam werd gegeven van politie
voor minderjarigen".
Zoo moeten de leerlingen na de
Paasch?akantie een verklaring toonen dat ze de
biecht hebben afgelegd en aan het avond
maal hebben aangezeten. Het wordt echter
voor paedagogischer gehouden dat leeraren
en leerlingen die tezamen n groote fa
milie" vormen, gemeenschappelijk voor het
altaar knielen en het sacrament ontvangen
van hun godsdienst-leeraar. Een paedagogie
met treurig resultaat.
Aan het instituut van Petriesjtsjef werden
de nieuwelingen terstond door de oudere
jongens ingewijd, wat in de biecht kon
gezegd en wat niet. Hij kan niet hebben
dat je twijfelt," klonk de waarschuwing. Als
je zegt: ik twijfel niet, dan is 't in orde."
Een van de nieuwelingen gevoelde zich
zenuwachtig en gejaagd toen hij voor de
eerste maal moest biechten. Ik weet geen
enkele zonde," zei hij; wit kan ik noe
men ? Dat ik op vastendag wat vleesch heb
gegeten. .."
Ja, dat'is een heel goede zonde," klonk
het bemoedigend. Hij zal je dan een
zedepreek geyen, maar je zult er niets geen
last door krijgen."
Na dergelijke besprekingen gaan de leer
lingen ter biecht, en de godsdienstleeraar
verkeert mogelijk in de heilige overtuiging
dat hij krachtig medewerkt aan de uitbrei
ding van Gods rijk op aarde.
Van de school alleen werd heil verwacht;
deze alleen kon den tijdgeest tegengaan.
Voor de hand zou dus liggen dat de deuren
wijd werden opengezet om zooveel mogelijk
leerlingen te trekken. In de laatste jaren
worden echter weer allerlei bepalingen ge
maakt, waardoor het getal leerlingen steeds
wordt beperkt,
Het is bekend dat de Joodsche scholieren
slechts 10 pCt. van het aantal leerlingen
mogen uitmaken. Deze bepaling geeft soms
aanleiding tot zonderlinge besluiten. Zoo in
de opleidingsschool te Jekaterinoslaf. Een
zeker getal leerlingen moest van school worden
gezonden, omdat het leergeld niet was be
taald. Het schoolhoofd verklaarde toen dat
ook eenige Joodsche kinderen van school
af moesten, omdat de 10 pCt. nu werd over
schreden door het weggaan van de zes a
zeven anderen. De Jocdsche gemeente werd
op deze wijze genoodzaakt het schoolgeld van
de zes a zeven niet-betalers te voldoen.
Petriesjtsjef spreekt ook met een enkel
woord over de onderwijzere zelf. Dezen zijn
beter dan men in de gegeven, moeilijke om
standigheden zou verwachten. Zelfs diegenen,
die het felst door de leerlingen worden ge
haat moeten meer als slachtoffer van het
onderwijs-stelsel worden beschouwd. Velen
van deze martelaars zijn toch nog in staat
om wat goeds tot stand te brengen. Voor
hen gevoelt Petriesjtsjef diepe bewondering
en groote vereering, vooral voor den dorps
onderwijzer, een individu, dat hoegenaamd
niet meetelt bij de hooggeplaatste heeren,
die zich alles ten opzichte van hem durven
veroorloven.
Petriesjtsjef vertelt b.v. hoe hij den eersten
dag dat hij in dienst trad een geduchten
uitbrander opliep, omdat hij zijn leerlingen
met u" aanspraak. Uw voorganger sprak
hen ook met u aan," werd hem toegesnauwd,
maar dat kwam er flink en streng uit: u
domoor, u ezel, u schaapskop. Maar bij u
klinkt dat zoo zacht en beleefd."
De onderwijzer van de volksschool mag
niet omgaan met wien hij wil. Zijn vrienden
en kennissen moeten zijn chefs bevallen;
anders moet de omgang terstond worden
verbroken. Het is hem geraden geen liberale"
bladen te lezen of in zijn huis te hebben.
Drijft hij de stoutmoedigheid zoo ver dat
hij correspondenties schrijft voor zoo'n blad,
dan wordt hy uitgekreten voor een politiek
misdadiger.
Hoe ver de vrees van sommige school
hoofden voor het liberalisme gaat, blijkt uit
de volgende vermakelijke episode. Petriesjtsjef
werd met het onderwijs in het boekhouden
belast. Hij schreef als lesuur op
boeghalteria." De chef verbood hem dit woord te
gebruiken, een Russisch moest in de plaats
worden gesteld. Jullie liberalen willen
altijd vreemde woorden l"
De liberale leeraar moest natuurlijk ge
hoorzamen, al vroeg hij zich af waarom dan
geen aanmerking werd gemaakt op iestoria",
geometria", ^eografia", enz. l
Dit zijn maar kleinigheden. Doch als het
gansche leven uit dergelijke kleinzieligheden
bestaat, dan is het begrijpelijk dat een collega
van Petriesjtsjef levensmoede werd. Mijn
God wat een levenl" riep hij uit; wezitten
op den rand van onze doodkist en kunnen
niet beter doen dan God bidden, dat Hij
het deksel spoedig zal toeslaan!"
En toch wilde deze man zijn werkkring
niet in den steek laten: Hoe dikwijls heb
ik er den brui aan willen geven om naar
Amerika te trekken l Neen, ik blijf op mijn
post. Een monnik vlucht naar de eenzame
cel om zijn ziel te redden. Maar wie vindt
daar baat bij ? Wij arbeiden voor Ie toekomst;
we werken aan de beschaving der donkere
massa. We moeten geduld hebben tot het
volk kan lezen en schrijven l"
Nog lang zal de strijd in Rusland duren :.
de een zal krampachtig vasthouden wat de
ander in razende woede wil verpletteren,
doch als de grond geëffend is zullen ook
menschen worden gevonden die mede zullen
bouwen aan betere maatschappelijke toe
standen. Dezen houden zich nu nog op den
achtergrond, omdat ze niet behooren tot de
schreeuwers en oproerkraaiers, doch ze zullen
naar voren treden, zoodra de tijd aanbreekt
dat hun hulp werkelijk van noode is.
ANNIE DB GK.
mMltttmlMtMMtttnwMIimlIIMMItlMUIMIUIIUHHIHIHIMIIII 111111*1111»
Minister ran Marine.
(Ingezonden.)
De Minister heeft ontslag gevraagd, wat
begrijpelijk is. Hoezeer een bekwaam zee
officier, daarbij in den omgang hoogst fat
soenlijk en aangenaam, had hij zelf moeten
begrijpen voor Minister niet the right man
te zijn, dus niet moeten aannemen. Van den
beginne af had hij dat getoond, maar is thans
definitief over de Marine gestruikeld. Door
den formeerder van een kabinet wordt dik
wijls, bij het streven naar voltallig krijgen,
niet genoegzaam naar den rechten man uit
gezien. Naar onze meeuing is het tijdstip,
zoo dit al toch met grond kan geschieden,
nog niet gekomen voor opheffing van het
korps mariniers. Door dat het korps altijd
zoo nuttig en bruikbaar is geweest en nog
is, daarbij om natuurlijke redenen populair,
is het toestemmen tot opheffing niet voet
stoots te wachten geweest, wel met alle
begrip van eischen, tot lotsverbetering.
Geld en eerzucht zijn twee factoren die
dikwijls den mensch parten spelen. Vandaar
dat menigeen, het vooruitzicht hebbende zich
in een paar jaren tijds een pensioen van
? 5000.00 te verzekeren, plus de eerzucht en
ook wel de f 1000.00 's rnaands aan traktement,
zich ondoordacht laat verleiden eene porte
feuille aan te nemen, dus zonder genoegzaam te
bedenken waarvoor men kooit te staan. Als
het werkelijk sen troost is, wanneer bij het
ondervinden ?an tegenspoed of leed, men dan
op anderen kan wijzen, wien dat lot ook trof,
dan kan de heer CohenStuart zie h troosten met
de gedachte, dat velen zijner voorgangers, zoo
al niet een minder goed figuur hadden ge
maakt als Minister, dan toch zeker getoond
hebben misplaitst te zijn als zoodanig, met
name Geerling,Wichers,Tromp(N.B.), Gericke,
Dyserinck, Kruijs. Lic b t stelt daardoor het
publiek, niet beter wetende, zich de vraag:
Als voor Minister de elite wordt gekozen,
hoe of wat moet de rest wel zijn, als de
elite zulke blijken geeft." Het streven bij de
meeste zee-officieren en daarom, ook bij
verschillende Ministers (om aan de Vox
populi dier officieren te voldoen) naar op
heffing der Mariniers, is voor een groot deel
toe te schrijven aan een soort antagonisme.
In aanmerking genomen den aard der tegen
woordige oorlogschepen, die drij vende batte
rijen zijn, waarbij het nautische minder te
pas komt, heeft het zelfs meer zin de
Mariniers in stand te houden in mindering
van het getal matrozen, dan omgekeerd. En
dat om redenen, te veel om thans op te
noemen, maar waartoe wij te zijner tijd
bereid zijn.
Er wordt bij ons altoos veel gepraat,
gedelebireerd, gewikt, gewogen, enz., om ten
slotte de zaken te laten als zij zijn of waren.
Opzien tegen alle veranderingen van eenige
beteekenis. Anders zoude Oorlog en Marine
onder n hoofd, voor ons klein landje zeer
goed vereenigd kunnen zijn onder den naam
van Departement van Landsverdediging".
En een vtreischte is het voor ons zeer zeker,
dat er een raat! van defentie worde ingesteld
uit Leger-, Marine- en Kameileden-officieren
tot leden, opdat in ieder geval onze weerbaar
heid, ja ons volksbestaan niet afhangen van
slechts twee personen, namelijk van den Minis
ter van Oorlog en dien van Marine, welke laatste
bovendien, van werkelijk defensiewezen, in
den regel weinig of niets afweet. Het is ons
ook een raadsel hoe voor
Stelling-kommandant te den Helder (een voorname) en Monden
van den Maas, zee-officieren zijn benoemd.
Denkelijk alleen uit attentie of beleefdheid
van den kant van het leger met veronacht
zaming van het essentieele.
K. H. KOENTZB,
27 Juli. Kapt. Ie tl. der Mariniers b. d.
J. C.
Plein 99<*i -t- -t- H- H- -t- 's-Gravenhaye.
Moderne Schilderijen, Aquarellen enz.
E TAALVAR
Magazijn
O u d-H o 11 a n d
Damrak 75, Amsterdam.
Directie: P. C. FAERELS.
Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en
Zilverwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische
Tapijten enz. enz.
ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN
VAN' OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK.
TELEFOON 7261.
KUNSTHANDEL - ??-? :: >=
WED. G. DORENS & ZN. ??-? ??? ?-?
EXPOSEERT: - - ? - ROKIN 56.
ORIGINEELE ETSEN EN LITHO'S VAN
BAUER, DUPONT, GR. VAST ROGGEN,
MOULIJN, NIEUWENKAMP,
W1TSEN, E. A.
ORIGINEELE FRANSCHE
KLEURETSEN.
ETSEN NAAR SCHILDERIJEN VAN
HOLLANDSCHE MEESTERS VAN PROF.
DAKE, GR. VAN ROGGEN. E. A. t t t
REPRODUCTIES PROCÉD
VAN MEURS.
SIMILI-AQUARELLEN, KLE
RDRUKKEN, ENZ. t t t t t t t
COP&NHAGEN-PORCELEIN t t t t
REPRODUCTIES NAAR BEELDHOUW
WERKEN f t t t t t t t t t
- SPIEGELS EN ENCADREMENTEN.
Kunsthandel
KRÜGER &
37« Noordeinde.
's-Gravenhage.
Permanente Tentoonstelling
v: Schilderijen en Aquarellen.
WONING-INRICHTINGEN
SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM
DRKSCHNflBEL
OP KOPER EN ZINrV
GEB°W.PELIX MERITIS"
K,EIZERSGRACHT32<tTEL. 2SO7
J
i
Alp. Komt- en
S I ER KUNST"
TV. tSpiegelstraat 3S.
Verschillende soorten Aardewerk,
Batik- en Borduurwerk, Kop er werk,
Beeldhouw w er k .
Schilderijen, Teekeningen, Etsen,
Foto's en Lithografieën.
Antiquiteiten (Meubelen, Aarde
werk enz.)
RÜDOLF ELION & C'.
AT?U?R222*D?CORATI?V
-:- [Ontwerpen en uitvoering van
-:- PLAFOND- EN WANDBESCHILDERINB
KUNSTNAALDWERK
Ontwerpen, begonnen patronen en
-:- -:- uitgevoerd werk z.a. -:-
?:Voor Amsterdam verkrijgbaar bj)
Gez. KNOL, KeizenpÉ478.
BATIKS V AH HEI H MERCKEHS.
ONTWERPEN EN TEfcKENINGEN
? op het gebied van Kunstnijverheid
D.DïBIÈVREBIESAART
ACHTER 8T. PIET EB 16
-:- -:- Utrecht -*?
-:MAGAZIJH VAN COMPLETE ME
BELEERING EN STOFFEERING =
VERHUIZINGEN, TRANSPORTEN,
SPECIALE APDEELING
ANTIQUI
TBITEK EN KUNSTVOORWERPEN
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
ZEISTER FABRIEK
_VAN
KOPERWERKEN
2 MINUTEN VAN
STATION DRIEBERGEN
MODERN EN
ANTIEK KOPERWERK
GIETERIJ VOOR
FIJN KOPER EN
BRONS