Historisch Archief 1877-1940
HV1572
DE AMSTERDAMMER
A°. 1907.
WEEKBLAD YOOK NEDERLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENLOEF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ......
Voor Lndiëper jaar, bij vooruitbetaling, . .. * .
A&onderljjke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar
? 1.50, fr. p. post f 1.65
' . . mail
10.
.... 0.12';
Zondag 11 Augustus.
Advertentiën van l?5 regels f 1.25, elke regel meer. .... . f 0.25.
Reclames per regel 0.40>
Annonces uit Duitsehland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 40 Pfennig.
INHOUD:
W-AS vViERRE EN VAN NABIJ:
Volks?onderwüs en Verkiezingen, (Ingez.), door J.
"W. (Gerhard. ^Het Engelsen Hoogerhuis.
IFEUILLETON: Biecht, door Karel F. Proost.
KUNST EN LETTEREN: Tentoonstelling
,b|j Van Gogh.(den Haag), door Plasschaert.
Wericen, bijeengebracht door v. Wïsselingh,
?door Plasschaert. Een Bilderdij k-Museum
in de hoofdstad of elders? door dr. H. C.
Maller. Naar aanleiding van Gudrun"
"Vlaanderen's standaardwerk, door Herman
?^cérlinck. Oude tyden in den
Oranje-Vrjj«taat. Naar dr. H. A. L. Hamelberg's nagelaten
tpapiereu, beschreven door dr. Hendrik P. N.
Maller, beoordeeld door A. Klaver. VOOR
DAMES: Jus-Suffragü, door ELise A.
Haigh*on. AÜEHLEI, door Caprice. UIT DE
NAtoUR, door 'E. Heimans. De
woonfauisprysvraag van De Amsterdammer. Het
Battenvangershuis teHameln (Een tocht op d( n
Boven-Weier), met af b. De St. Jacobskerk
te 's-Hertogenbosch, met af b. Aesthetische
opvoeding, (Ingez.), door K. Bes.
Muziekbeoordeelingen, II, door Ant. Averkamp.
Nieuwe boeken over spiritisme, door dr. A.
C. A. Haffman. Sanatorium-Ie ven, naver
teld door JeannetteNijhuijs, beoordeeld door
Daiey E. A. ffunius. Bij dr. Marmorek, I,
naar het Duifcsch, van Paul Block, I.
FINANOIEELE ENOECONOMISCHE KRO
NIEK, door Alex. J. Hendrix en V. d. S.
SCHETSJE. ALLERLEI. INGEZON
DEN. DAMKUBRIEK. SCHAAKSPEL.
ADVEiKTENTIEN.
Volksonderwijs en Verkiezingen.
(Ingezonden).
De uitslag der verkiezingen voor de Pro
vinciale Staten was voor de linksche par
tijen een groote teleurstelling. Na hare
overwinningen bij de verkiezingen in 1905
meenden zij thans zeker te zijn van een
zelfden uitslag. Edoch, 't is anders uit
gekomen. Is dit te verwonderen? Neen,
ons volk is in zijn meerderheid nog niet
voor de liberale of demokratische beginselen
gewonnen, dat hebben zelfs de verkiezingen
van 1905 bewezen, ondanks de meerderheid
8inks in de Tweede Kamer. "Want hoe
was de uitslag? 278.593 stemmen op de
SUnksche partijen en 302.666 op de tegen
partijen. Bij 'n proportioneele vertegen
woordiging zouden wij dus heden niet
'n demokratische regeering maar 'n zuiver
klerikale regeering moeten hebben. En
feitelijk is 't aantal stemmen rechts nog
grooter, omdat bij 't bovengenoemde getal
niet gerekend zijn de duizenden katholieke
«temmen in de zes districten, welker ver
tegenwoordigers zonder stemming verkozen
zijn _gew"orden. Waar dus feitelijk 't kiezers
corps ,in zijn meerderheid rechts gestemd
heeft, behoeft het niet te verwonderen, dat
bij nieuwe verkiezingen de uitslag, wat
betreft <le gekozen afgevaardigden, weer
geheel anders wordt. Dit is dan ook bij
de jongste verkiezingen zoo uitgekomen.
Het Handelsblad noemt dit een hoogst
betrettrensifafu'diye toestand voor allen, die
als wij ^overtuigd zijn van het verkeerde der
reactiog-inaire ,en conversatieve betjrippm
welke thans ,v>eder het ovenvicht bij de
kiezers blijken iie hebben"
Zeker, betreurenswaardig is deze toestand
voor iedej-, dis-de» vooruitgang wil. Want
hierop komt het .naar: jzal Nederland voor
waarts ««h/rijden (in zijn sociale ont
wikkeling, ja of neep? Het laatste beduidt
stilstand, achteruitgang, 't ophouden van
zijn bestaansrecht. Wie derhalve den voor
uitgang wil, moet in de.eerste plaats willen
de toeneming der liberak en demokratische
beginselen onder het gefyetje volk; die moet
jdeh voor alles afvragen: iwe komt het, dat
$8.8 volk in zijn meerderheid voor zoover
ieanrïnste de kiezers deze uitdrukken nog
laffoserig is van den vooruitgang? Want
ftlleeu als men de oorzaken eraran kent, is
't mogelijk ook de middelen ter verbetering
aan te geven. Heeft de pers getracht die
oorzaken op te sporen ? Mij is daarvan niets
pnder deoogen gekomen. Wel zijn er talrijke
beschouwingen gehouden over den uitslag,
wel is een enkele maal gepoogd een ver
klaring te vinden voor den achteruitgang
der linksche partijen, doch dan was het
steeds een verklaring van dien achter
uitgang, vergeleken bij den uitslag der ver
kiezingen van 1905. Maar nergens is voor
zoover ik weet getracht een oorzaak te
vinden van het verschijnsel dat het
clerical'sme zoo diep in ons volk wortelt. En
alleen dit verschijnsel moet men trachten
te doorgronden, anders zal ook nimmer
de weg gevonden worden, die ter ver
betering voert, m. a. w. naar de zegepraal
van het liberalisme en de demokratie.
Wanneer men nu, zooals ik boven aange
geven heb, naar de eigenlijke oorzaak zoeken
wil, moet men voor alles weten, waar zich
de liberale en demokratische (linksche) en
waar de klerikale (rechtsche) kiezers zich
bevinden. In het volgende staatje heb ik
ze geplaatst in de verschillende provincies
van ons land op grond van de
hoofdverkiezingen van 1905. Dat sommige distric
ten zich ook uitstrekken over de grens der
provincie, waartoe ik ze gerekend heb,
maakt zoo 'n luttel verschil, dat wij dit
gerust buiten rekening mogen laten.
£B .* Sf a
jjtlfftil!
S 55 p -s
.!*;
«i-on. .44854
Friesl. 5768]
Drente 21134
Over. 60098
GelJ. 84205
utrecht. 3-87 59
N.-H. 142654
Z.-H. 152524
Zeel. 38428
M.-Br. .72064
Limb. 4.1401
24316 6
27071 4
10822 3
22423 3
28917 4
14816 2
6526615
63269 13
17208 2
3424 O
1053 O
12396
22187
5461
31072
37950
18158
50973
66904 7
16513 3
31519') 11
95341) f;
S
10 J3
20771
19796
11765
23119
34291
12581
63941
64236
15150
28412
18078
5454
8685
1656
6450
12502
8749
21581
34407
3314
13171
4520
.753S02 278593 52 302666 48 312145 120489
Deze staat is m. i. de meest aandachtige
beschouwing waard, want daarin ligt op
gesloten het antwoord op de vraag: wat i»
de oorzaak van het diep ingewortelde kleri
kalisme bij ons volk 't
Wij zien hier duidelijk, dat het bolwerk
van het klerikalisme gevonden wordt in
die «treken, waar het bij zonder, dat is onder
de heerschappij van de kerk staande onder
wijs bloeit, dat daarentegen de liberalen
hun steun vinden daar, waar de openbare
school de overheerschende is. De twee pro
vincies waar nog nimmer een liberale kan
didaat is doorgedrongen, n.l. Limburg en
Noord-Brabant zijn zoo goed als geheel
overgeleverd aan de kerk, wat het volks
onderwijs betreft. Wel zijn er nog openbare
scholen, maar deze zijn in het wezen der
zaak vrijwel gelijk aan de bijzondere scholen
in die provincies. Hoe de openbare scholen
daar indirect onder de kerk staan, daarover
straks meer.
Daarnaast valt ons verder in 't oog, dat
Drente enöroningen, die uitsluitend linksche
vertegenwoordigers naar de Kamer zenden,
ook een zeer zwak bijzonder onderwijs
hebben. Wanneer wij ook de meisjes der
openbare en bijzondere scholen meerekenen
is 't verschil nog duidelijker. En de invloed
der vrouwen, hoewel ze zelf nog niet 't
kiesrecht hebben, kan niet geheel over 't
hoofd gezien worden.
De lezer moge nu ook de volgende tabel
eens aandachtig beschouwen.
O £
Bevol- ?
king.
SLimburg.
N.-Brabant.
Gelderland.
utrecht.
Overijsel.
Drente.
Groningen.
Friesland.
N.-Holland.
Z.-Hol and.
Zeeland.
309752 11
589725 16
604668 10
272913 12
359443
162141
315923
353313
1058083
1262136 10
225562 8
16
14
20
15
25
51
30
21
23
18
30
* a
Si
s'S.
) >vj O
B n
S O)
390
172
21
19
16
15
13
13
16
20
13
3 £
32
19
16
15
11
30
2(5
16
20
l!)
14
Een volkomen zuiver beeld van de wis
selwerking tusschen verkiezingen en volks
onderwijs geven de bovenstaande tabellen
natuurlijk niet. Zoo moet feitelijk, om
om maar iets to noemen, in Limburg en
N. Brabant het aantal inwoners voor elke
klerikalen kiezer kleiner zijn dan hier is
aangegeven, wijl Ie van enkele districten
't aantal klerikale kiezers niet opgegeven
kan worden, en 2e de thuisblijvers in deze
provinciën 'n grooter percent vormen dan
in de overige. Maar hoe onvolledig ook:
duidelijk laten deze cijfers ons zien, dat
het klerikalisme machtiger is, naarmate het
bijzonder onderwijs bloeit, on het liberalisme
.en de demokratie slechts leven kunnen van
de openbare school. Wij kunnen dat nog
meer gedetailleerd zien bij 'n beschouwing
van de uitslagen in de enkele districten.
Ik wil hier niet de volledige lijst van alle
honderd districten geven, kies er slechts
enkele uit.
Aantal Aantal
stemmen stemmen
op links, op recht 8
Amsterdam. . . 29052 16089
Hilversum . . . 2634 5443
's-Gravenhage . . 12806 8631
Loosduinen. . . 2298 5878
Katwijk .... 1103 5569
Leiden .... 2621 2740
Rotterdam . . . 15442 12369
Sliedrecht . . , 2272 3520
Gouda .... 4019 3769
Haarlem. . . . 3641 3022
Haarlemmermeer. 2010 6066
Arnhem .... 3341 2649
Rheden .... 1110 3223
Utrecht .... 6967 5151
Breukelen . . . 1771 4301
Breda 1518 3616
's-Hertogenbosch. 411 2251
Assen 3173 1031
Emmen .... 4141 1975
Groningen . . . 4617 1926
Zuidhorn . . . 3850 3197
Leeuwarden . . 4841 1439
Schoterland. . . 3415 1342
Dokkum, . . . 3077 3608
Jammer genoeg ontbreken mij de gegevens
omtrent 't aantal leerlingen der openbare
en bijzonden} scholen in deze districten.
Maar zooveel pjpgen wij er gerust van zeg
gen, dat de neeste kiezers op links ook
steeds gevonden worden, waar het openbaar
onderwijs het krachtigst is. Natuurlijk komen
er hier en daar nog wel eenige andere
fac
1) Buiten de districten, waar de afgevaar
digden bij enkele kandidaat-stelling gekozen
zijn.
toren bij, die echter bij nader inzien meestal
hierop neerkomen: waar meer ontwikke
lingsmogelijkheden aanwezig zijn, daar
winnen het liberalisme en de demokratie
veld. Vandaar dat in de groote steden van
Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, in de
eerste plaats de linksche partijen haar
meeste aanhangers vinden, terwijl in de
omliggende plattelandsdistricten, waar die
mogelijkheden niet zoo, of heelemaal niet
zijn, en waar de bijzondere seholen bloeien,
juist de klerikale partijen haar kracht zoeken.
Toch is 't niet overal gelijk op 't platte
land en we kunnen alweer konstateeren,
dat juist in die plattelandstreken met de
sterkste bevolking op de bijzondere scholen
ook het klerikalisme de meeste aanhangers
heeft. Nemen wij b.v. N.-Holland. Amster
dam bracht in 1905 uit 29652 stemmen op
links en 16089 op rechts, dus was 't voor
't overige N.-Holland: 34614 links en 34884
rechts. Op alle bijzodere scholen behalve
te Amsterdam gingen echter 22578 leer
lingen, verspreid over alle districten in
N.-H. buiten Amsterdam. Er waren immers
in 't geheel 246 kerkelijke scholen in de
provincie. Amsterdam alleen telde 87
(schoolverslag van 1906), derhalve op 't
platte land en in de weinige steden nog
159. Aan den uitslag der stemming op links
en op rechts is 't zeer goed na te gaan,
dat ze overal schuilen. Vergelijken wij
hiermede eens de provincie Groningen, waar
in 't geheel maar 64 protestantsche en 9
katholieke scholen zijn. Wanneer wij 't
district stad-Groningen buiten beschouwing
laten, dan heeft 't platteland nog 19699
stemmen op links en maar 10470 op rechts
uithebracht. In deze 5 districten waren
37005 stemgerechtigden. Nemen wij nu 4
districten in N.-Holland met nog iets meer
kiezers n.l. den Helder, Haarlem, Hilver
sum en Beverwijk (samen 37353 kiezers),
dan hebben deze uitgebracht 13080 stem
men links en 19763 stemmen rechts. Leg
hier verder naast de heele provincie Zee
land met slechts 1000 kiezers meer! Wat
was de uitslag? 17208 stemmen links (alzoo
ca. 4000 meer dan in de vier genoemde
N.-Holl. districten 1) en 16513 stemmen
rechts d.i. ruim 3000 stemmen minder I Alzoo
veel liberaler dan X.-Holland maar minder
dan Groningen. Het aantal bijzondere
kerkelijke scholen is er echter maar 54,
veel minder dan op 't platteland van
N.-Hol!ani, maar in Verhouding tot de
bevolking meer dan in Groningen. Al deze
getallen leeren dus ten duidelijkste dat
't liberaal- of klerikaal zijn niet zoo zeer
samenhangt met stads- of plattelands
bevolking maar in hooge mate met de
volksontwikkeling m.a.w. met het openbaar
of bijzonder d.i. kerkelijk onderwijs.
Daarbij komt verder duidelijk uit het
groote verschil in macht over hare discipelen
tusschen onze twee klerikale partijen: de
katholieken en do protestestanten. Ver
gelijk eens de steden in het katholieke
Noord-Brabant en Limburg b. v. met die
in het protestantsche Zeeland, Groningen
of Friesland. Limburg heeft 1) 106 katho
lieke en 3 protestautsche scholen ;
NoordBrabant 191 kath. en 25 prot.; Zeeland 16
kath. en 38 protest.; Groningen 9 kath. en
64 protest.; Friesland 15 kath. en 137 pro
testantsche scholen.
Hoe groot de macht der katholieke kerk
is, blijkt ook wol uit don indirecten invloed,
dien zij uitoefent op het openbaar onder
wijs in die provincies, waar zij
alleen.heerscheres is. Ik heb reeds gezegd, dat
daar 't openbaar onderwijs al vrij wel gelijk
staat met 't katholiek bijzonder onderwijs.
Ik wil hiervoor slechts een indirect bewijs
aanvoeren, dat wel beschouwd zeer sprekend
is n.l. de volkomen afhankelijke positie
der openbare onderwijzers, 't Spreekt van
zelf, dat de wet hen ook in Limburg en
X.-Brabant toestaat zich vrij te vereenigen.
Waar dit echter, ondank alle pogingen
van andere zijden, niet gebeurd is, daar ligt
de conclusie voor de hand, dat of vrees
voor of direct verbod van den pastoor er
de oorzaak van is. En juist Limburg en
Noord-Brabant zijn de eenige provincies,
waar noch het gematigde Xederlandsche
Onder irijzer* Genootschap noch de meer
radikale Jloiid ran Nedrrlandsche
Onderirijzfrs een noemenswaard aantal leden bezit.
De volgende tabel leert ons dit. Zij leert
tevens en ik vestig hier wel de aandacht
op dat ook in andere provincies, waar
de protestantsche kerk meer of minder te
zeggen heeft, do openbare onderwijzers
zich in diezelfde mate bij een der twee
genoemde onderwijzersbonden of bij beiden
aangesloten hebben. Daaruit is voor de
liberale en demokratische partijen de groote
les te trekken, dat zij slechts te winnen
hebben bij de verheffing van een t'rijen
onder wij zersstand.
?u a
S i a 8 . . S
Limburg .
N.-Braban t
(relderland
Utrecht .
O verijdel .
Drente
Groningen
Friesland.
N.-Holland
Z.-Holland
Zeeland .
',te 75.
94
224
587
268
486
321
441
610
1215
1220
343
6ü,Q '?Q ^
^SSri
288°24
169 136
104 580
87 305
88 534
71 280
92 643
62 494
99 1969
101 1661
82 317
O
1125
278
105
76
81
81
63
77
61
74
89
1) Volgens 't regeeringsverslag over 1905.
Het zeer liberale Drente zou in den tabel
een gunstiger figuur maken, als 't niet zoo
uitsluitend platteland was dit werkt 't
vereenigingsleven natuurlijk niet zoo inde
hand als 't aanwezig zijn van groote steden
in Z.- en N.-Holland b.v.
* *
Zal Nederland komen op den weg van
den vooruitgang ?
Zal Nederland een inderdaad liberaal en
democratisch land worden ?
Ja, maar alleen als de oorzaak van den
tegenwoordigen stilstand is weggenomen:
n.l. zijn bijzonder kerkelijk onderwijs, of
m. a. w. ja, maar alleen door een grondige
verbetering van het openbaar lager onderwijs,
en vestiging hiervan, waar 't nog niet is.
De schuld van de huidige misère draagt
het liberalisme in Nederland zelf. Ik weet
niet, of wij ooit met ons onderwijs aan de
spits der beschaving gemarcheerd hebben
zooals van liberale zijde vaak beweerd is.
Maar wel weet ik, dat wij ons thans in alle
opzichten met een bescheidener plaatsje in
de rij moeten vergenoegen. In vele ge
schriften en artikelen heb ik nu al ca. 17
jaar aangetoond, hoeveel er nog aan ons
onderwijs ontbreekt, om ons op een gelijke
lijn te mogen plaatsen met Zwitserland of
Duitsehland. En wie hadden 't in de hand
om dit te verbeteren ? De liberale partijen
der vorige eeuw, die aan 't roer geweest
zijn, hadden dit alles kunnen voorkomen,
als zij tijdig goed en algemeen volksonder
wijs aan het land hadden geschonken. En
de tegenwoordige liberale en demokratische
partijen hebben het nog in hun hand een
toestand in 't leven te roepen, die Neder
land bevrijdt van de malaise waarin het zich
bevindt en zich zal blijven bevinden, zoo
lang de oorzaak van het kwaad niet weg
genomen ij. Dan zal Nederland ook eerst
pas komen op den weg van een rustigen,
stagen vooruitgang.
Daarvoor is echter vóór alles noodig:
1. de algemeene volksschool; 2. een
ontivikkélde, crije ondericijzersstand, en deze
laatste is alleen mogelijk, zoo onze wet
gevers het voorbeeld hunner Zwitsersche
en Duitsche kollega's volgen: de onder
wijzers zóó bezoldigen, dat zij behoorlijk
en zonder stoffelijke zorgen kunnen leven
en zich wijden aan hun taak, waarvan in
de eerste plaats het wel en wee van ons
volksbestaan afhangt.
Ligt in dczo eischen opgesloten de her
leving van een schoolstrijd, van een
strijd tegen het geloof? Velen zullen dit
misschien vreezen en er voor terugdeinzen.
Een strijd tegen het geloof is 't absoluut
niet, en tegen de kerk alleen in zooverre,
als zij zich wil aanmatigen wat alleen de
gemeenschap, den staat toekomt: n.l. het
maatschappelijk onderwijs der gansche
ro/A'SJeugd. Waar de kerk zeer goed bestaat
en welvarende is in landen, waar de
algemeene volksschool voor 99 pc. der
volksjeugd bestaat, en waar noch het katho
lieke, noch het protestantsche geloof onder
mijnd is, daar behoeft men in Nederland
niet- een geloofsstrijd te vreezen, als liberale
en demokratische partijen ons een deugde
lijke algemeene volksschool geven willen.
Mocht de kerk haar onrechtmatige macht
over het maatschappelijk onderwijs der
jeugd niet willen prijsgeven, en een strijd
uitlokken, welnu, dan onversaagd dien
strijd aanvaard, gedachtig aan het woord:
door nacht tot licht!" Een anderen weg
ter redding zie ik voor Nederland niet.
Amst., Juni 1907. J. W. GEKIURD.
Het Engelsche Hoogerhuis.
Onder alle parlementaire lichamen der
wereld is het Engelsche Hoogerhuis het
oudste, liet meest eerbiedwaardige en ook
het meest trotsche. Is er geea volksvertegen
woordiging, waarvan het sociale en politieke
karakter zoo diep geworteld zit in het volk
zolf, zooals dat met het Lagerhuis 't geval
is, evenmin is er een Eerste Kamer die, wat
aanzien betreft, te vergelijken is met het
Engelsche Hoogerhuis. De Franscho en
Amerikaansche Senaten zijn gekozen, en
de leden zijn door eigen verdiensten of door
hun positie in de partijen tot vertegenwoor
digers gekozen; hun politieke namen nemen
zij, bij hun afreden, mede. Het Pruisische
Heerenhuis bestaat voor het grootste gedeel
te uit erttijke leden; maar een vergelijking
tusschen een Pruisischen pair e» een
Engelschen zou bijna kluchtig kunnen uitvallen
Om hetgeen behandeld word in het Pruisi
sche Heerenhuis bekommert men zich
meestal zeer weinig; wat in het Engelsche
huis der Lords geschiedt, wordt daarentegen
door eiken Engelschman nauwkeurig nage
gaan. Het Hoogerhuis is de diepste wortel
aan den boom van het Engelsche volks
bestaan. Het Hoogerhuis was 't, dat het
eerst den strijd met de onbeperkte macht
der vorsten heeft aangebonden, die macht
die thans in andere Europeesche landen
aan de volksvrijheid onderworpen is. Het
Lagerhuis, dat het leven zag als een zeer
bescheiden bij-loopertje van het huis des
Lands, werd gedurende vele eeuwen door
het Hoogerhuis geleid.
Het was, voor 't grootste deel, ook een
vertegenwoordiging van den adel, evenals
het Hoogerhuis. De vader of de oudste
broeder der familie welke den titel voeren
mocht, zat in het cene en de jongere zoon
of de neef in het andere Huis. De rest
van het Lagerhuis bezette men met vrien
den en bevoorrechten van de eerste families;
en het was, tot de hervorming in 1832, moei
lijk om een geheel onafhankelijken persoon
in het parlement te krijgen. In den loop
van de 19o eeuw pas heeft de Democratie
zich doen gelden. Haar heerschappij is in
Engeland nog niet krachtig doorgegroeid,
maar zij is zich toch bewust geworden vaa
haar doel en taak. Een hinderpaal op haar
weg is het Hoogerhuis dat dagelijks meer
een bolwerk tegen alle actie blijkt te
worden. Het verschil tusschen de pairs ern
de volksvertegenwoordiging is niet vaa
toevalligen aard, maar ligt in het wezen vwt
beide instellingen. De democratie kan
principieel niet erkennen, dat een
geprivilegeerde Kamer de mede-beslissing heeft:
over de volksontwikkeling. Misschien zou
men beter met elkaar overweg kunneit
wanneer de pairs niet alles in het wert
stelden om hun privilege gehaat te maken.
De constitutioneele strijd, dien het Engel
sche Lagerhuis onlangs weifelend aange
vangen heeft, zal vermoedelijk lang duren.
Vermoedelijk zal hij door een andere
Eegeering be-eindigd worden dan door het zwakk&
ministerie van soi-disant liberalen, dat thana
aan het roer is. De premier Campbell
Bannerman heeft een besluit ter tafel
gebracht en doen aannemen, waarin in het
algemeen gezegd wordt dat het Lagerhuis,
gedurende den tijd, waarvoor het gekozea
is, de definitieve beslissing behouden zal.
Het Huis heeft met 432 tegen 147 stemmen,
dus niet een meerderheid van 285, het
Regeeringsvoorstel aangenomen. Deze is
voorloopig daarmede tevreden. Het parle
ment wordt dezer dagen gesloten om eerst
in Februari weer bijeen te komen. Tot dien
tijd geschiedt er dus niets. En wat dan ir
Sir Honry Campbell?Bannerman heeft ia
een groote redevoering zijne op zich zelf
niets zeggende resolutie nader willen ver
klaren, maar de kern van het beeld blijft
nog zeer vaag. Wanneer de Lords, zoo>
meent de Premier, in den toekomst weer
een gewichtige wet afstemmen, dan moet
men eerst beproeven hen zachtjes
overtehalen voor het tegendeel. Helpt dat niet,.
dan wordt het wetsontwerp na zes maanden
weer voor het Lagerhuis gebracht dan
volgen weer pogingen en overredingen ea
dan komt er een derde beraadslaging er*
de aanneming van de wet. Alles en alles
bij elkaar kan dat twee jaar duren. Is er
dan nog tegenstand dan wordt de nieuwe
wet van kracht zonder medewerking van de
Lords, maar heeft alleen kracht naar buitea
gedurende bet mandaat van het beslissende
parlement. Een nieuw gekozen parlement.
kan weder naar eigen goeddunken doen.
Nu stelle men zich eens voor dat eea
gewichtige wet op die manier tot stand
komt! Men maakt bijv.: een thans in Enge
land veel besproken ouderdoms- en
ongevallenverzekeringswet, en riskeert dan da_t
deze wet in het volgende jaar weer
afge'schaft moet worden!
Niemand kan zich voorts voorstellen, hoe
een besluit tegen den wil in van de tot
beslissing mede-gerechtigde Kamer, zelfe
tijdelijk van wettelijke kracht kan
zijnVermoedelijk denkt men, vóór dat het.
uiterste geschiedt (nl. het invoeren van een.
wet lijnrecht tegen den wil van het Hooger
huis in) het parlement te ontbinden ea
door een nieuwe verkiezing een referendum^
te vormen, opdat het Hoogerhuis bang worde
en toch toegeve.
Wanneer men echter dat wapen wil ge
bruiken, waarom dan niet direct na de
eerste afstemming en waarom eerst nog cirea
twee jaar wachten, gedurende welken tijd
toch nog met wankelend vertrouwen gere
geerd moet worden? Van alles wat het
ministerie Campbell-Bannerman tot nog toe
tot stand gebracht heeft, is zijn
Hoogerhuispolitiekwet het slechtste product. Het
is volkomen dilettantenwerk en de spot
der ories daarover is zeer gerechtvaardigd.
De liberalen verwijten het Hoogerhuis
dat het niets anders is dan een conservatieve
club, die onder een conservatief ministerie
de maatregelen der regeering eenvoudig:
registreert en onder een liberale Regeeringr
even eenvoudig afstemt wat de Leader vaa
de conservatieve minderheid niet wil. Dat
is volkomen juist. De Engelsche wetgeving ia
haar tegenwoordigen vorm is zóó, alsof zij
eigenlijk alleen tot nut van de conserva
tieven is uitgedacht. Tot nog kort geleder»
regeerde Balfour, omdat hij de meerderheid
in de Commons had; thans in de oppositie,
verhindert hij de liberalen te regeeren
doordat hij door zijn meerderheid, in het
Hoogerhuis, hun gewichtigste wetten laat
verwerpen. Onder het voorlaatste, kort
stondige liberale parlement, dat nog
onderGladstone gevormd werd, hebben de Lords,
gedurende een zittingsperiode, ongeveer eea
dozijn gewichtige Bills" verworpen. Onder
Campbell-Bannerman hebben zij meerdere
groote voorstellen afgestemd, o.a. de School
wet, waarbij het voor de liberalen staan
of vallen was. Van te voren is het zeker
dat iedere invloedrijke sociaal-politieke wet,
iedere inkrimping van het particuliere
verkeersmonopolie, iedere maatregel tegen het
groot-grondbezit, tegen de staatsprivilegiën
van de Engelsche kerk, verworpen wordt
door de Lords. De staatswagen ia volkomen
vastgeraakt en het Engelsche volk vaart,
wanneer men de wetgeving niet veranderen
wil, beter bij de conservatieve Regeering,
want dan kan tenminste nog iets nuttigs
geschieden. Zoo denken de Tories er pok
over. Zij redeneeren dat wanneer de libe
ralen zich nog maar een tijdje nutteloos
vermoeid en geplaagd hebben, het volk hen
wel moede zal zijn geworden en bij de
volgende verkiezingen weer conservatief
zal stemmen.
Het Hoogerhuis was niet altijd conser
vatief. Er is een lang tijdvak geweest waaria