De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 18 augustus pagina 10

18 augustus 1907 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1573 Een Derde Kamer. De politieke toestand van ons vaderland is op een punt aangekomen, dat noodlottig dreigt te worden. Een Eerste Kamer met een kleine con servatieve meerderheid; een Tweede Kamer met een kleine liberale meerderheid; een ministerie, dat voorgesteld kan worden door een man, die schrijdelings op de as van een bewegende wip staat en alleen door knieknikken zich in evenwicht kan houden; een Koningin, die behalve door de consti tutie ook als vrouw verhinderd is, een invloed van den troon te doen uitgaan, die den doorslag zou kunnen geren. Want het is zonder twijfel, dat een krachtig man op den troon, ook zonder in strijd met Je grond wet te komen, door zijn persoonlijke meeningen, daden en invloed, richting en stijl aan 's lands politiek zou kunnen geven en zoo ons staatkundig leven van onvrucht baar onderling gekibbel tot vruchtbare ?wederzijdsche samenwerking zou kunnen verheffen. De groote Frederik, die wenschte, dat elk in zijn vaderland op zijn manier zalig zou worden, sprak een woord uit, dat Oranje sedert lang in praktijk had gebracht. De OraDJe's waren christelijk, maar nooit dogmatici. De groote verwarring in den lande is ontstaan, doordat men Kuyperiaaasch identiek met Christelijk is gaan beschou wen. Een Christelijke natie wil de. Neder landsche zijn, maar dan ook in den waar achtig Christelüken zin en het is Christus zelf, die in het Geef den keizer wat des keizers en Gode wat des Godes is' scherp de scheiding getrokken heeft tusschen de administratie van een land en de zedelijke '.opvoeding van een natie. Niet anders als het beheer van dagblad, waarbij de admi nistratie en de redactie samenwerkend, toch geheel andere werkzaamheden hebben, gaat het met het beheer van een land. De staatsregeering is hoofdzakelijk een admi nistratief beheer, als zoodanig zuiver mate rialistisch; de godsdienstige opvoeding echter is een zedelijke bezigheid, die te hooger staat en te zuiverder is, naarmate zij alleen met zedelijke en geestelijke mid delen werkt. Wie het Christendom tot een oeconomiseli stelsel wil verlagen, het Christendom welks Verkondiger toch duidelijk gezegd heeft: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld" en welks eerste en zuiverste adepten in gemeenschap van goederen leefden, ontneemt aan het Christendom zijn vrijen groei. Dit is geen libeiale of atheïstische opvatting, doch een geloovige. Wanneer het Christen dom zegevieren zal, dan behoeft het niet den steun van buiten naar binnen, die staatsmacht en staatsdwang verleent, maar het zal als krachtige, gezonde boom zonder stut bloeien en groeien. Hing de kracht van het Christendom af van zijn wereldgcten invloed, dan zoude immers de kracht der katholieke kerk gebroken zijn, toen de Paus van zijn wereldsche macht werd ont bloot. Het tegenovergestelde is het geval geweest en het zijn niet de ware vrienden van de katholieke kerk, die den Paus weder wereldsche macht zouden willen verleenen, want men stelle zich een Paus voor, die thans als wereldsch vorst, mee zou moeten doen aan den feilen, zuiver materiëelen, strijd der natiën. Een Paus, die voor ver hooging van 't oorlogsbudget hadde fe pleiten tot aanschaffing van mitrailleurs; die in de tarieven-haspelarij mede zou moeten vechten ; kort >m een Paus, die rechts aan de menschheid, de broederschap en naastenliefde had te prediken en links b.v. door verhoogde invoerrechten, de katholieke fabrikanten van kerk-utensiliën in den kerkelijken staat zou beschermen tegen de katholieke fabrikanten van kerk-utensiliön in de landen daaraan grenzend! Thans staat de Paus als zuiver geestelijk haofd van een zuiver geestelijken staat op een onaantastbaar voetstuk. En niemand, die beweren kan, dan door het inboeten van de wereldlijke macht het internationale katholicisme is achteruitgegaan. Integen deel ook zmder staatkundige drijf- en dreigkracht is het katholicisme in kracht toegenomen en juist in die landen waar het door zijd wereldlijke macht zichzelf slechts schade had kunnen berokkenen (b.v. in Duitschland) daar het tegen een te groote wapen-overmacht zou zijn gesteld. Hoogst waarschijnlijk dankt men aan het zuivergeestelijke van 's Pausen macht, dat de anti-katholieke beweging in Frankrijk niet op een oorlog met wapengeweld tusschen den kerkelijken staat en het nationalistische Frankrijk eenerzij Is en het radicale Frank rijk anderzijds, is uitgeloopen. En boet tij delijk het katholicisme daardoor in Frankrijk ook aan stotfelijken invloed in, de finaliteit der trouwe zonen van de katholieke kerk in Frankrijk zullen den Paus over de ver minderde quantiteit kunnen troosten. Ook voor de kerk gaat gehalte boven getal. Ons vaderland nu wordt inwendig ver scheurd door het doorzetten van de verlee ning der wereldlijke macht aan een geeste lijke strooming. Te goeder trouw meent schier de helft van de kiesgerech tigde natie, dat door het brengen van een christelijken geest in 's lands beheer, een christelijke natie zal kunnen ontstaan en bestaan. Maar zoo ooit, dan kan het hier van dr. Kuyper heeten: on u'est trahi que par les siens." De zaak van het chris tendom zal op den duur groote schade lei den door het drijven dergenen, die den staat volgens een geestelijk en zedelijk dogma willen regeeren. Immers, door het scherp trekken van de grens tusschen chris telijk en niet-christelijk wordt de brug op gehaald, voor dat de geheele bezetting de veste binnen is getrokken. Kr was vr >e»'er een scheiding thans is er afscheiding. En het onmiddellijk gevolg is, dat altpos een doel der natie zich als verongelijkt, teruggezet, afgesloten en afgesneden zal moeten beschouwen. In het antirevolutionnaire kamp is geen plaats voor den barmhartigen Samaritaan en het aantal der laatsten is ontzaggelijk groot. Niet hij is Christen, die door woorden de belijdenis doet, maar hij, die door daden van menschenliefde, naastenliefde, deemoed, een levens wandel volgt, d'.e Christus lief zou ge weest zijn. Hier prelikt geen vos de passie want ik ben allerminst belust op ganzen. Maar hier protestqgrt een buitengeslotene; een die zijn vaderland innig lief heeft; die in zijn jeugd, hoewel als Jood geboren, het onver getelijke voorrecht heeft gehad op een school met den Bijbel de geestelijke kracht en de groots, alles overtreffende schoonheid van het Christendom te leeren kennen en waar deeren. En dit Christendom, zoo schoon als geestelijke drijfkracht der natie, zoolang het uit zichzelf, van binnen naar buiten werkt, ziet bij bedreigd door de verbastering, ver oorzaakt door het veroeconomiseeren van een zedelijk beginsel. Het Christendom kan niet ah actief staat kundig stelsel optreden; het Christendom kent niet de macht van den aanval, maar slechts die van het lijdelijk verzet. Chriitus zelf heelde het oor, dat de ovei ijverige dis cipel Zijn belager afhiew. Het streven van allen, die den keizer wenschen te geven wat des keizers is. behoort er op gericht te zijn, de macht des keizers te eerbiedigen. Die macht is in de tegenwoordige maat schappij zuiver administratief. Hoe langer hoe meer wordt de staatsregeering een zuiver materiëele macht, een macht die geen wetten geefr, maar zorgt voor het houden van gegeven wetten. Do staat worde zuiver adn iaistratief. - Hoe nu is het mogelijk, dat ons volk weder tot een gezond en harmonisch en eensgezind staatkundig leven worde terugfebracht ? Niet door het bestendigen van en tegen woord igen toestand ; niet door het met afwisselend geluk strijden van de twee helften om de hegemonie. Op een bascule, die steeds schommelend blijft, is het afwegen onmogelijk en de bascule met de twee schalen van Eerste en Tweede kamer worde verworpen als een ondeugde lijk instrument. Een nieuwe, een derde kamer be hoort aan onze twee kaners te worden toegevoegd. II. Wie deze Derde Kamer als leden zou moeten opnemen ? Welke bevoegdheden deze Derde Kamer Zou moeten bezitten:' Daarover ware van meening te wisselen. Voorloopig wil ik slechts vaststellen, dat het stekel der twee kamers ondeugdelijk is geworden ; dat het noodig is de staats macht mér te verdeelen dan tot nu toe het geval is, ten einde overmacht en almacht te. voorkomen van n groep of zelfs n man, hij zij dan minister-president of dagbladscrrijver of professor in de philosophie. Deze Derde kamer zou gericht zijn tegen de Kuypers, zoo goed als tegen de Hollands of Troelstras. Met de jaren hebben zich in het Nederlandsche volk nieuwe elementen ontwik keld. Het volk is wel niet mondig gewor den, maar 't is toch al reeds de kinder schoenen ontwassen en beweegt zich on handig, uitgegroeid uit de kleeren, die den jongeling in de vlegeljaren spoedig alweer te klein werden. Nevens den derden en den vierden stand met zijn rijkdom van schakeeringen, zouden wij in die Derde Kamer afgevaardigden wenschen van een anderen stand, nog sterker geschakeerd, maar die alreeds overtuigend zijn recht op meespre ken over 't eigen wel 'ijn heeft gemanifes teerd met moeielijk verworven bullen van de universiteiten. Ik bedoel de vrou wen. Wij zouden kunnen beginnen een proefneming met \rouwen-kiesrecht te nemen do >r aan de Nederlandsche vrouwen toe te staan, afgevaardigden (mannen zoo wel als vrouwen) te zenden naar de Derde kamer. Hier dan kon allemans- en allevrouwskiesrecht aan de praktijk getoetst worden. Hier dan kon aan al de standen, bij welke, over welke en zonder welke tot nu toe beraadslaagd werd, een tribune ge boden worden, waar zij, door hunne werk zaamheid, hun recht op mede-regeeren zouden kunnen betoogen en bewijzen. Er ligt hier niets vernederends in voor de vrouwen gelijkgesteld te worden met de mannen, die tot i;u toe van kiesrecht verstoken waren. Zij waren tot heden beiden n in do miskenning en onderdrukking en het zou aan haarzelve overgelaten kun nen worden, door hare houding denzelt'den weg naar hooger te betreden, die vóór haar ook de dorpers, de poorters, ja zelfs de edelen en de priesters hebben afgelegd. Alleenlijk voor haar ware de we« meer geëffend en haar gang naar hooger zou waarschijnlijk zooveel decennia duren als die der anderen eeuwen heeft geeischt. Men zou deze Derde kamer voorloopig uitsluitend het karakter van een Kamer van Initiatief kunnen verleenen. Alles wat daar benoden woelt en zookt en ontwerpt, vaak nog mot zichzelf in strijd, heel deze storm- en draigtijd van den jongelings-en jongedochtersleeftijd, zou gelegenheid heb ben hier zich te uiten. De vrouwelijke advocaat zou er kunnen pleiten voor vrouwelijke rechters bij speciaal vrouwelijke rechtzaken (b.v. kindermoord door de moeder, overspel door de vrouw, diefstal door vrouwen); de landlooper zou er kunnen spreken over de mogeliikbcden van herplaatsing in de maatschappij ; vóórbestraften, (bij mon je van een lid der Derde kamer) over de noodzakelijkheid vun de geheimhouding van namen van veroordeel den en de hervorming van het strafstelsel; de dien^-t'oode, O'er de verbetering der arbeidsvoorwaarden en haar mevrouw over de verbetering van de controle over te huren dienstboden; do losse werkman, over de mogelijkheid van vast eten; de anarchist, over de propaganda van de daad; He Tolstoïaan, de Theosoof, de Spiritist, de Natuur arts, over zijn idealen; de Vegetariër, over de bevordering der ooftteelt, b.v. door het beplanten van 's Ilijks wegon met vruchtboomen; de anti-vivisectie-man, over het strafbaar-stellen van noodeloozo proeven op levende dieren door onbevoegden.. .. hier worden slechts enkele van de vele geestelijke en oeconomisehe stroomingen genoemd, die daar zij in 't vaderland be staan, ook recht hebben op uiting langs anderen weg, dan die van officieuse vergaderinar, boek, brochure of courant. Ook zonder wetgevende be voegiheil zou deze Derde Kamer het mogelijk maken een zuiveren blik te krijgen op de samen stelling van het Nederlandsche volk, op de stroomingen in de <je,ltet>,le Nederlandsche natie, die niet christelijk en niet antichristelijk is, noch half- jm-half, doch een veelkleurig amalgama, dat als geheel, een in het oog weldadig aandoend mozaïek kan vormen. Van christelijke zijde is uit de getal sterkte der kiezers in tegenstelling met de richting der gekozenen een argument tegen de huidige regeeringsmeerderheïd gevon den. Wellicht zou de Derde Kamer ons het het mogelijk maken tot zuiverder cijfers te komen. En voor velen zou niet meer de Gemeenteraad, maar de Derde Kamer de school kunnen wezen, waar de oefening in 't parlementarisme verkregen wordt en zoo zouden meteen de Gemeenteraden bevrijd worden van politiek en politici, die er niet thuis behooren. BERNARD CANTER. Charlottenburg, Juli. De Eedactie van 't Weekblad plaatst dit s'uk, omdat zij niet gaarne des'eai van iemand smoort, die iets oorspronkelyks en iets goeds meent te verkondigen, al ware het ook de stem van een, die flaïsli'rt in de woestijn. HELTSJES Zaza. Naar het Duitsck, van RODA RODA. Zaza danst de eerste quadrille met haar aanbidder, den jongen Dr. Stefan Weeg. Stefan: Wat ben je vandaag vreemd, Zaza. Z a z a: Ik ? Stefan: Ja. jij. Ik geloof, dat je coquetteert rnet dien aap. Zaza (stijf): Wien beloel je eigenlijk? Stefan: Hou i je maar niet onnoozel. Ik bedoel natuurlijk dien aap Bethlen. Zaza: Ik begrijp niet, waarom je hem een aap noemt. S t e f a D : Om een heel begrijpelijke reien: omdat hij een aap is. Maar jullie meisjes wordt dadelijk heelemaal dol, wanneer er een man komt opduiken, van wien gezegd wordt, dat hij een mil ioen bezit. Ka dan kan het jullie heelemaal niets schelen, dat zijn grootvader nog in een blauwe boerenkiel rondliep. Zaza: Wat wil je toch eigenlijk van mij ? Ik kan er heusch niets aan doen, dat de grootvader van mijnheer von Bethlen een blav we kiel droeg. Stefat: Ik verbaas me over je, Zazc. Die ... die ... groote-stadstoon heb ik je nog nooit hooren aannemen. Zaza: Wat bedoel je ? Stefan (zenuwachtig): Bethlen i's natuur lijk alleen maar hier gekomen, OOQ te trouwen. Dat weet jij net zo) goed als ik. Hij is van plan met liet modernste, elegantste meisje van het seizoen te trouwen, dat heeft hij op de sociëteit gezeg 1. Zaza (met een vrienielijken glinlacl'): Die woorden van mijnheer von Bethlen vraren mij niet bekend. Je kunt daaruit zijn geheele karakter afleiden. Stefan (heftig): Wat kan zijn karakter jou schelen ! Zaza: U niet», heelemaal Diets. Stefan (Irukt haar hartstochtelijk de hand): Je weet toch wel, Zaza lieve Zaza.... Zaza: Dat ik je uitverkorene op de dansclub was. Stefan (met heesche s'em): En ik? En ik? Zaza: Jij ? God, Stefan ! Als wij niet allebei zulke arme duivels waren -??! (Zij doet vijf schreden voorwaarts bui ging naar rechts glimlach vijf schreden achteruit.) Stefan: Je schijnt vast besloten te zijn, Zaza ... ? Zaza (eenvoud!;,): Och, wat wou je dan eigenlijk ? Ik heb nu een goede kans. Een onverstaanbaar commando-woord wordt uitgeroepen. Zara reikt beurtelings de liukf r en de rechterhand en win it zich langzaam door de bjnte rij dansers. Haar hand beeft als zij die van Bethlen vastgrijpt. Bethlen: U schijnt erg veel pleizier te hebben. Zaza: Weeg heeft mij zijn laatste liefdes avontuur verteld. Zij glijdt verder en landt eindelijk weer bij Stefan aan, die haar in de enkele voor geschreven walsmaten vast tegen zich aan drukt. Stefan: Za«i, ik heb je lief. Sinds drie jaar. En ik heb altijd vast geloofd, dat wij samen gelukkig zouden worden. Zaza: Sinds drie jaar. .i.n je ouders? W'aarom hebben die hun toestemming nog niet gegeven ? Ik ben hun niet rijk genoeg. Stefan: Zaza ! Zaza: O, heb je soms gedacht, dat ik dat niet wist ? Stefan: Zaza jij en die boerenkleinzoon? Zaza: Die boerenkleinzoon kan met mij t-ouwen. Wij beiden zijn voor elkaar een herinneiing aan onze jeugd. A's de volle maan schijnt en de nachtegaal zingt, zullen onze zielen elkaar in zalige gedacl tenis ont moeten Ieder mensen moet iets hebben, waaraan hij op zulke avonden denkt. Stefan: Als je wilde wachten...? Zaza (op zachten toon): Ik heb drie jaar gewacht. En ik beu nu tweeëntwintig. Ka de angst, om een onde vrijster te worden, heett zich van mij meester gemaakt. Jij bent niet geschapen ooi tegenstand te over winnen. Dat is nu weer zoo'n streek van het noodlot. Dat had jou een ander tempe rament moeten geven, of mij honderdduizend gulden. Stefan (wanhopig): Zaza, ik zal er nog eens met mijn moeder over spreken, Ziza, lieve kleine Zaza.. .. Buiging naar links buiging naar rechts eind van de quadrille. Zaza: Het ia je goed, Stefan. Stefan (Jrukt baar heftig de hand, doch durft niets zeggen, daar zij in de nabijheid van zijn moeder zijn gekomen). Na middernacht op het kleine talcon van de zaal. Zaza: Hier is bet beter dan in de zaal. Koel en rustig. Het is eigenlijk al veel te laat in den tijd om te dansen. Bethlen: Zeker, zeker. Maar dat ie riiet de reden, waarom ik je gevraagd heb mee hierheen te gaan. Maar . .. Zaza ziet hem n. et haar kalme oogen aan. Bethlen: Houdt u van lange voor reden ? Zaza: Neen. Bethlen: Gewoonlijk eisenen de meis-jrs, dat elke man tenminste voor dit eene uur van zijn leven in een dichter zal veranderen. Ik weet wel, dat jonge meisjes droomen over dit uur en ,,hoe hij het zeggen zal !" Maar de muzen zijn me» eeu grooten omweg langs mijn wieg voorbij gegaan. Ik weet geen enkele romantische zinsnede te bedenken. Zaza: Eenvoudige, ttiiuiaiijke woorden stel ik veel meer op prijs, Bethlen: Goddank! Met u zal het prettig reizen zyn door dit tranendal. In uw knapzak zijn geen traeen, geen flauwten te vinden. Kn geen hysteiiïch gesnik. U bent jong en buigzaam als een wilg.. Zaza (peinzend): De reis door het leven is lang. Bethlen: Och, lieve Zaza, de reis zal ons riet veel inspanning kosten. Wij hebben een rijtuig met vier paarden, deze komt op onzen trouwdag voor de deur. Hij steekt haar de hand toe en drukt de hare hartelijk. Hebben ze elkaar gekust? Mevrouw von Ambrus beweert, dat zij het gezien heeft, doch Zaza heeft het altijd lachend ontkend. Zeker is het, dat Zaza zich dadelijk naar haar moeder begaf en met haar de balzaal verliet. Mama (in het rijtuig): Heb je hoofdpijn, Zaza ? Zaza: In het geheel i iet. Mama: Waarom wou je dan ineens zoo naar huis l Zaza: Hoor eens, mama, bij dat geratel kunnm wij elkaar toch iiiet verstaan. Thu s zal het veel beier gaan. Zaza's kamertje is gevuld met allerlei prullen : fotografieën, linten, waaiers, vaasjes en kussens, zooals de kamers van meisjes zonder geld, gewoonlijk zijn. Zaza staat voor de toilettafel en legt haar sieraden netjes in een kistje. Ook de gele hairspelden, die er precies uitzien alsof ze van echt schildpad zijn Met een lichten zucht doet zij het kistje dicht en wendt zich om naar haar moeder. Mama (rnet de angstige uitdrukking op het ge aat, eigen aan menbchen, wien al veel in het leven is tegengeloopei,): Ij er iets gebeurd, Zaza ? Zaza (lacht): Ja, eris wat gebeurd. Maar niets ergs. Tenminste, daar beeft het niet den sciijn van. Ik heb mij een kwartier ge leden met Beth!en verloofd. Mama: Met Bethlen ? Jij ? Zaza: Ja atker Ik, met Bethlen. Bent u riet blij, mama ? M a in a : Zasa ? met Bethlen? Zaza (zenuwachtig): Hoe dikwijls moet ik het zeggen ? Wees dan toch blij. E ke moe.ier zou blij zijn. Ten minste e.ke moeder, die de onaangename taak heeft, een arm meisje aan den man te brengen. Mama: God, kind, wat is dat voor een manier van spreken. Zaza: Nu ja, het dot t er niet toe, ik heb mijzelf een oogenblik vergeten. Mama: En Slefan ? Zaza: Met Siefan heb ik natuuilijk van te voren gesproken. Ik houd van inlelijkheid. Maar zeg dan toch eindelijk eens: Bent u er nit-t trotsch op, dat ik de beste partij van het heele seizoeu doe ? M a ma : Neen, daar ben ik niet trotsch op. In hei geheel niet, Zaza. Ik zou je zoo graag gelukkig gezien hebben. Zaza (met een diepen blos, alsof zij zich schaaa^le vo;r haar moeder): Gelukkig? Nu, dat is maar, wat je onder gelukkig verstaat. Voor mij is dit een geluk. Mama: Neen, Zaza, dat ia voor jou geen geluk. Dat moet ik je zeggen. Toen je lieve vader stierf, waren zijn laatste woorden : Zorg voor het geluk van mijn Zaza. En nu voel ik mij verplicht je te waarschuwen. Je hebt Bethlen niet lief. Je zondigt tegen ja zelf. Je hebt Stefan lief, dat weet ik heel goed. Zaza (zwijgt en droo-nt): Als de maan schijnt, aJs de rozen bloeien en de nachte gaal zingt. . ." Mama: Toen ik mij met papa verloofd had, ben ik 's avonds naar bed gedaan, he'D ik zoo heerlijk geslapen, alsof de engelen mij wiegden. Jij zult van nacht niet kunnen slapen. Zaza: Misschien niet. Maar later, mama, hebt u vele nachten niet kunnen slapen, omdat u zorgen had. Ik geef de voorkeur aan de omjekeerde volgorde. Mama (eigenzinnig): Maar ik was toch gelukkig, want ik had je vader lief. Zaza: Kijk eens mama, ieder kiest zich het kruis uir, dat hem het gemakkelijkst te dragen toeschijnt. I," hebt u in uw huwelijk altijd met het allereenvoudigste moeten te vreden stellen. Jaren laug hebt u moeten sparen en uitKuinigea. Ik weet nog heel goed wat uw eenige uitspanningen waren. Midden in den zomer, al? (ie stad een bakoven was, reden wij 'sZondagsmiddag3 met den tram naar buiten. Dan gingen wij in het bosch wandelen u beiden achter mij aan, arm in arm. Mama, ik geloof heusch, dat u beiden dan cog altijd over uw liefde sprak... 's avonds gingen wy weer naar huis terug, gedubd en gestooten in het gtdranp. U bracht een paar groene takken mee, en papa sjouwde niet overbodige jassen en mantels. En dan zette u de takken in het water en verzorgde ze, tot het laatste blaadje er af gevallen wss. Mama (met vochtige ooger): Och, Zaza, wat was dat etn heerlijke tijd." Zaza: Het is wel ruogelijk voor iemand, die werkelijk zoo'n diepe liefde-kan voelen. Dat zou ik iiiet kunnen. Liefde is ook een gave. De een heeft talent voor muaiek, de ander voor lief Ie. Eu mij duukt, dat ik het ware taUnt niet bezit. Mama (drngencl): En zul j s dan ge lukkig zijn met Bethlen ? Zaza: Dat weet ik niet. Misschien zal ik alle zorgen van mijn j -ugd vergeten en heel gauw ail eren mij ovrtr mijn rijkdom te verheugen, misschien zal ik meaelf dan wel gaan beklagen, zooals rijke jonge vrou.ven dat zoo dikwijls doen. Mama: Ik wou dat Bethlen zijn mond maar had gehouJen. Zara (lacht i : Integendeel, mama, ik ben ra:end blij, dat hij hem eindelijk heeft open gedaan. Daar hoO ik al sinJs weken, op gewacht. Zij btazn tegelijkertijd op. Zaza duwt haar moeder vriendelijk naar de deur. En nu goedennacht, moedertje, anders btntu morgen niet uitgeslapen." Bij de deur geeft zij haar moeder een km en kijkt haar vriendelijk aan. Zaza: Ik zal u eens wat zeggen, moedertje, een beetje zelfopoffering komt er ook bij te pa^. Als ik eens een dochter heb, dan zal die kunnen trouwen met dengene, dien zij het liefst wil hebben. Zaza loopt een poosje in de kamer heen en weer. Dan gaat zij voor het raam zitten en staart naar buiten. En plotseling komen bij de verstandige, kalme Zaza de trar.en voor den dag en die zijn preiies even warm, als de tranen van blonde doininee's-dochtertjes die haar eersten litfdedroom begraven. 4e Jaargang. 18 Augustus 1907. Bed.: C. H. BBOKEKAHP, Damrak 59, Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Voortzetting van probleem No. 92 van C. H. Broekkamp. (Zie de jubriek van 11 Aug.ll.). Door weglating van het slot, wegens plaats gebrek, is het geheel eenigs ins uit zija verband gebracht en door de amateurs minder goed begrepen kunnen worden. Wij vertrou wen echter dat zij, «He gerfgeld de rubriek volgen, ons liero?c-r wel willen excuseeren en met e?enveel belangs'elling het onder staande weder in verband bretgen met htt reeds geplaatste in de lubtiekvanll A.ug. 11. Stand na den 35en-zet van zwart. Zwart (13 schijven\ Wit (13 . Zou er EU al een probleem ontpopt zijn? Mij dunkt dat de stelling van zwart zulks wel doet vermoeder. Wij moesten dns hier gezamenlijk het zaakje etns nauwkeurig gaaru onderzoeken, wellicht dat het toeval or.s gunstig is geweekt. Voor zoover mijn niet prp.ctische kennis-' dit toelaat, meen ik te mogen veronderstellen dat de beste inleidings zet is... halo!... Pardon, daar wordt ik juist opgebeld aan den. telephoon. Nu, dit is minier, begint alvast, ik kom spoedig terug om te vernemen of gij iets gevonden hebt. Blijf ik soms wat langweg, zendt dan uwe oplost-ing maar aan bovenstaand adres, doch vooral vóór 31 Augustus a s. *) Een dergelijke voorgift komt meermalen voor in Fransche pa? tijen en geschitdt, naar wij meenen, ook wel in het schaakt pel. Daar ons damreglemei t zegt: hij die voor gift krijgt speelt eerst", is wit verplicht dert ien zet te doen. ERRATA: Bij den 2en zet staat w 34 39, dit m. zijn 34-29 23en 4Ten42, 46en47 Oplossing van pr. No. 91. van den auteur W. J. A. Maila, Faarlem: w 24-19, 29 24, 27-22, 22 : 4, 25 : 25! BELANGRIJKE PROBLEMENWED3TRIJDAA.NT DE I'ROBLKMlïTEN. Wij makfn degenen, die wenschen mede te dingen naar den mefsUr-titel, waarbij een fraai verguld-zilveren medaille met diploma wordt aangtbolen, nog eens opmerkzaam, dat na l September a.t3., de termijn van inzenden verstreken is. Na dien datum ont vangen composities, kurnen dus hiervoor niet meer in aanmerking komen. Zij behouden echter wel het recht van mededingen in onze gewone jaarlijksche premie wedstrijd. (Zie hiero7er de rubriek van 26 Mi i 11.). De namen der deelnemende problemisten, worden eerst bij het einde van dea wedstrijd bt-kend gemaakt, dus niet bij het plaatsen van de oplossing» n, zooals dit gewoonlijk in otza rubriek geschied;. AAN DE OPLOSSERS. Hoewel de problemist, volgens de bepalin gen van het reeds vroegf r vastgesteld regle ment, tevens een v icstpu^t ontvangt als oplosser, tenzij zijn oplossing wordt afgebro ken, zal in boven genoemden wedstrijd zijn naam niet als inzender van de oplossing genoemd worden. De oplossers mogen er dus wel aandenken, dat, bij het niet \inden van de ontleding, de problemist, tevens een gere geld oplosser zijnde, ook voor hen een k wade concurrent kan worden. liet is dus in hun eigen belang, te trachten elke oplost-ing te. vinden. KORTE BIOGRAPHIE. Van enkele meesters in het damsptl. VIII. Nog iets: Er zijn reeds duizende partijen gespeeld, terwijl ik niet geloof, dat van riit reusachtig aantal, er twee aan elkaar gflij'k zijn. Indien nu het midden- en ^ indspel theoretisch kon aangegeven worien, zou de aangegeven voortzetting, de eenige goede moeten genoemd worden, en elke afwiJMng hiervan, moest beslist ter navolging ontraden wor ien. Ge.-te!d nu, dat er et n gn.-ie opstond, meenende in staat te zijn, den juisten weg te kunnen aangeven, dan zouii.-^t alleen het damspel ophouden SI-EI, te zijn, maar all a gespeel ie partijen, welke afwtkeu van dezo theorie, zou Ien als ondeugdelijk moeten verworpen worden. De mogelijkheid hiervan verorderstell^n, is m i. reeds een dwaasheid. Nu wil ik gaarne aattemen, dat Van Embden, bij het scheppen zijner n mise-partij, niet zoover heeft doorgedacht en dat zijn doel mi-er was, te bewijzen dat bij goed spel de partij op remise moet uitloopen, terwijl het aangeven van het te volgen spel, meer als bijzaak moest beschouwd worden; dit neemt echter niet weg, Hat zijn doorgevoerde theorie beslist een mislukking kan heeten. Trouwens, vóór- noch i a dien tijd heeft iemand het gewaagd ie:s dergelijks aan te bieden. Ook wil ik rog even bespreken, het streven van Van Embden om dam rust" in te votren. Dam rust" wil zeggen: Een schijf, vairmede b.v. vier stukken moeteu geslagm worden, doch dat niet kan geschieden, dan met het passeeren van den damlijn, mag volgens Van Embden niet ge-chitd«n. De schijf moet, op den damlijn komende, daarop blijven rusten (staan\ tot dam gekroond worden en, nadat de tegenspeler weder een zet of slag heeft gedaan, veider slaan indien dit mogelijk is, en thans in kwaliteit van dam." Wordt vervolgd.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl