De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 18 augustus pagina 3

18 augustus 1907 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1573 DE AMSTERD AÏOÏER WEEKBX, A D Y O CTK NEDERLAND.' Een steile stelten hiel, sjijt Satyrs ppitsche kcöten ; Een swaeyende kappoot, meer hinder lick dan nut, Meer vlagge dan rerdeck, meer ballast dan be schut,". .. Mooi hè? ED de rest, de Zeestraat, Hofwijck, Oogentroost, de Zedepiinten, Cluyswerck, Daghwerck en hoe ze veider mogen faeeten dat alles kan alleen door en voor deskundigen" ernstig besproken wolden. Een kek weet er geen weg mee. * * * Bijvoorbeeld een moderne lezer die zicbze'f zit te proberen op llofwijck : Geloof jij dat Huygens een ziel had? Nja. da's een lastige vraag. Ik ben er meer voor om het aantal wezens die eet ziel hebben wat uit te breiden, dan. om zoo maar willekeurig het een of ander uit ie stuiten. Ik zou zoo zeggen van wel. Zou jvj dan zeggen dat er in Hofwyck siel zit? Of, als het op die manier nut gaat, dan net van de andere kant af, door redenering. Alles wat eea mens dott, is noodzakelik. Onze kleinste daden zijn onmisbaar in het grote geheel van ons leven; alles wat we doen is gemotiveerd, het is goed. Zoo kan er dus geen sprake meer zy'n van lager" of hoger," of van dichterlike etof* en onwaardige;" alles is eerbiedwekkend, als uiting van het leven. Een dichter kan dat inzicht hebben. Hu eet een boterham er komt een vérs. Hij valt van da trap dat geeft verzen. Hy laat zijn haar knippen verzen, al maar vereen. £n zo voort en zo ?voort. Maar zo lukt het nóg niet. Want, zien we diskn',1'inzicht beeft een uichter niet nodig. *f!'Kan: desnoods onbewust. Hij doet of hij óWSérviudt iets, dat doet hem aan, soms meer soms minder. Soms, meestentijds, bli.ft bij gewoon, koud; maar eoms wordt het aandóenin?, ontroering, hevige ontroering, big wil, hij moet, er komt een vers. Dat zal dus wezen bjj die dingen, die hem he.t mee t adndoen, die het gewichtigste iyn vóór zy'rj innerlijk léven ; die het diepet doordringen in zijn ónder zijn gewone leven sluimerende ónderziel. Jj er dus hjektiéf geen onderscheid tus sen de dingen, voor ons is het er wel. Gevolg is dat wat ik diepgaand noem, mis schiet! door een ander oppervlakkig gevoeld wordt. En zo wordt het mcgelik dat iemand zich dichterlik voelt aangedaan door oorzaken, die op ons lan» niet sterk genoeg zpuden werken, om zo'n resultaat te krijgen. En daar is niets op tegen. Alleen kunnen wij er de persoon uit kernen. Neem nu Hof*ijck. In December 1639, zoo weten we van Eymael, koopt Huygets een stuk land onder Voorburg, groot zoveel mergen zo?eel reeden, kost zoveel guldens zoveel stuivers zoveel penningen. Een jaar later, dus in December 1610, koopt hij er nog een stuk bij, groot zoveel mergen zoveel roeden, .kost zoveel gulden zoveel stuivers zo?eel penningen. Faclt zoveel guldens zoveel stuivers, nul penningen deze keer. Hij maakt zelf een ontwerp, overlegt met Pieter Post, architekt, geboren te Haarlem in 1608, gestorven 1669, en met Jacob van Campen, die de archhektuur in Iialiëbestudeerd had, gestorven 1657; enz. enz. Dat is dus: het maken van plannen, en liet laten bouwen onder zyn toezicht, en het inricht'n en meubileren, van een huis. Een hél eigen huis. Het is zo gek niet, dat H-jygensdaai veel plezier in had, dat het een groot deel van hem in beslag nam. We kennen allemaal datzelfde gevoel, in 't klein. Een nieuwe jas of een nieuwe hoed i t voor ous net zoo góéd een evenement. Alleen maar, wij zouden daar geen vérs over schrijven. Als we verzen schreven, dan zou dat wezen bij heel endere dingen. Die dieper gaan, dieper zelfs dan e. n heel nieuw huis volgens eigen ontwerp. En wat zou daar nu uit moeten volgen ? Dit. Dat voor Hnygens dingen die het diepste bij hem gingen, die zijn innerlik leven het meest in beroering brachten, soort gelijke gebeurteiii-sen ztuden geweest zijn als het bouwen van een rituw eigen huis. Dat zou dus de stand van zijn geesteiike .ontwikkeling zijn. V. at wy noemen groter of hoger gevoelens, voelde bij of niet, of iiiet zoo sterk als dit: dat hij een nieuw hun gebouwd had. Neen, met de gedichten van Huygens weet !iêen moderne lezer geen weg. * * * Wij, die gewend zijn de kunst immers '$e uhing van het dieps.e le-ven in ons te ?ien opbloeien bij zoo heel andere aan leidingen, formuleren onze gewaarwording «6: maar dat Hrfwijck dat heffe toch absoluut niets met kunst te maken l" En dat is nu maar net zoals we 't nemen ? ?Willen. Voor Huygens was het het zeker we' ; en die Huygens-vereerders, licht vinden die nog wel Huygens mooi, en iets als Hofwijek het hoogste. Er is eens een verstandige boer geweest, en die at vijgen. Want dat was zo zijn smaak. » » * Potgieter laten we nu ook eens een oogenblikje literairhistories wezen Potgieter is een keer heel blij geweett met het terug vinden van een tot zijn tijd onbekend gedicht van Jluygens, omdat de dichter er zoo goed uit te kennen was. En bij slot van rekening lijkt het nog zoo verkeerd niet, om zooals h\j toen gedaan heeft, uit zo'n gedicht in de eerste plaats de perfóónlikheid van Huygens 'te rekonstrueren. Het is geloof ik zowat het eenige waar je deze verzen voor gebruiken kunt. Eigenlik hebben we straks al zo iets gedaan, toen we geprobeerd hebben een streep Huygens" te zetten op de peilscbaal van de hoogste stijgingen van het geestesleven van de mens; en dat «ouden we kunnen voortzetten. Het is ook al meer dan eens gedaan*). En niet alleen zijn persoon, ook zijn levensomstandigheden en zijn manier van werken, alles is tot in bijzonderheden bestudeerd en genoteerd. Jonckb'oet heeft met zy'n gewone scherpzinnigheid uitgezocht, wat er nu toch eigenlik waar kan zijn ten minste van die lietdesgeschiedenis met Dorothea van Dorp, en van die andere met Machteld van Kampen; uit Jorissen kunnen we vernemen, dat Huygens niet heeft kunnen leren zwemmen, en bij welke gelegenheid of hij van de Prins een paard gekregen heeft; en van de kleinere studies *) Potgieter dan in Kritische Studiën II 9; Jonckbloet 1V4 bl. 71. noem ik nu alleen maar de ii.leiding van Leende) t z, van Dr. Leendertz, op het Voorhout en Co-ielick Mal, waar we wetens waai dighedtn kunnen vinden als deze, dat Huygens zich «el eens vergiste als hij een veis uitscnreef voor de pers; en dat brj d; n het foutie\e woord doorhaalde, vaak al voordat het nog helemaal af was, en dat hij dan het gocie woord er achter schreef; maar dat het soms ook wel eens gebeurde dat er achter het vej keerde wooid alweer wat anders stond, voor nij de fout merkte; en wat denk je dat l ij dan deed ? Dan haalde hij het ver keerde óók wel door, maar dan schreef hij het gueie er hóvin. Enzovoort enzovoort alweer, want dit is oneindig. * -x* En nu noe even weer ons voorbeeld. EPH jambe is twee lettergrepen; zes jamben is een A! xandrijn ; en Hof wijck is tweeduizend achlioideid en nog wat Alexandrijnen. N'u hggtn dus twee vragen vo< r de hand Ten eerste: hoe is het mogeLk om over een buitei plaats zo'n lang gedicht te maken? En u-u tweede: het kan toch niet ar-ders zijn dan afgrjjselik ver.elend? Het antwoord op de eerste vraag is gemakkelik te geven: dat komt omdat hij er van alles byhaalt. Het heet e'-gerjlijk een beschrij ing van het buiten, zorals tiij zich voorstelt dat het er over hondeid jaar uit zal zien ; maar dat iomt neer op een soort burgeiruans-wijpgerige bespiegeling over, of liever naar aaoleidirg van alles wat er te zien is, met hier en daar een gefantaseerd verhaaltje van schippers die voorbijvaren, of van vrijende boeren en boui.inn.e.n. Zoo behandelt hij als inteiding bijvoorbeeld : Zijc aftreden als amb enaar, \% reg^l. De bronsheid van het menu like leven, 2% regel. O erspauniog, l regel. Zijn hoge leeitijd, 6 regels. Hofwijek magnitt onbezongen blij ren, 3 regel?. Ken gral.-chr ft op hem zelf, 5 regels, Zijn Les uit Lin te dichten, 4 regels. Vuor wie het is, 2 regel". De zwakheid van mensewerk, '6 regele. Ouslerfelikheid van ,,de kuust", 3 rege's. Ligging van iiet latdgoed, 4 regels. Grondgeste.dhe;d enz , 9 regel?. Verdeling en beste-nnrpg, S regels. Pe !a^ogiese oDhij-heid van ouder» die te veel van hun kinderen verwachten en vejgen, 12 re^J?, Het grondwerk, 2 regels.... Dat is samen nu al 16 ?ege'?, en de Inleiding is nog niet half u K Of uit, de beschrijving" zelf, een helemaal willekeurig staaltje : Vier lanen zijn er, 2 regel*. De bassen van Den Haag en Breda, 6 regels Waar hij zijn dennen vandaan heefr, 4 regels. Manier van planten, 8 regel?. Gasten, met en zon der gevolg, 4 regels. Over hertekampen, 6 regels. G- kerstende negtrs, 5 regels. Nut van de denren, 5 regels. Altijd groen, 6 regele. Trouwe vrienden. 2 regels. Veidere beplanting, 2 regels. Bijge'oof bij het tareldtkken, 5 regel?. Fierheid van onze zin tuigen, 3 regel?. Beplanting met eiken, 6 regel?. Nut van de eiken, 14 regel?. Ple ier, vergroot door verdriet van anderen, 1% regel. Gefingeerd eiland in zee, 3 regels. Hemel bestormers, 2 regel?. Aardrijkskundige gefteldheid van dat eiland, 4 regels. Veilig heid, 4 regels. Schipbreukelingen, 13 reg>Js. Tegenstrijdigheden, 2 regel?. Zeekliniaat van een kelJer, 2 regels. Zi je onder de tiken, S regel?. Tevredenheid van een os in de wei, 4 regelt". En van Huygens in zijn boeje, 2 regt-ls. ... Dat is samen alweer 1 26 H regel, alleen over die booien, en 't is nog lang niet uit, we krijgen nos; het verbed den van zieken, onder- en bovenkleren, paarlvisser-", vlugheid van de gedachte, onmuzikale mensen, burgertwisten, en zoo nog het een en ander meer. Daarmee is dunkt me het antwoord op de eerste vraag meer dan genoeg toegelicht. En wat dan betreft die vervelendheid ja, wie het nu leest, en het valt hem joins mee, die moet maar eens vragen : hoe komt dat ? Want ddt is nu juist de kunst; Huygens N. C. MEIJER (Slot volgt). BOEK AANKONDIGING. Donkene dagen. (Piccolo Mondo Antico), door ANTOXIO FOGAX/*KO. Uit het Italiaan^ch naar de 36,-ue uitgave. Vertaa'd door K. I. T. Amsteidam, Van Holkema & Warendorf. Deze roman is al niet meer nieuw, maar zal niet gauw verouderen, want hij is, ofschoon in het begin wat langdradig, in meer dan n opzicht belangwekkend. Goed dat hij vertaald en go< d vertaald is, want niet ie Je reen leest Italiaansch. Het verhaal verplaatst u in den tijd. toen voor Oostenrijk de I aliaan>che provircies op 't spel stouden, en het den Italianen te doen was om de ei nheid van hun land. Spionnen omringde n de Italiaatische patriot ten, die met groote geestdiift alles waagden voor de vrijheid en om.f hanke ijkheid. Maar niet op het poli ieke leven wordt het meeet de aan lacht gevestigd, veeleer schijnt de schrijver de bedoeling gehad te hebben een denkbeeld te geven van de godsdienstige beweging in Italië. Franco en Luisa de held en heldin vertegenwoor.iigen twee opvattingen van den godsdienst. Hij, uit een aanzienlijk geslacht gesproten, is een geloo^ige in den kerkelijken zin van het woord, dichterlijk van aanleg, gevoelig van hart en tot groote opsieringen in staat. Zij is van eenvoudiger familie, dochter eentr vrome Catholieke vrouw, maar zelve viijdenkster, wat niet wil zeggen, dat zij ati^eïs e is, en in Holland or der de beslist ongeloovigen zou worden geteld, maar wel, dat zij de kerkleer en de godsdienstige voorstel lingen der Catholieken ongerijmd vindt. Zij heeft een soort filosofie op haar eigen handje, en redeneert,zooals velen barergeestverwanten in Italiëen elders redeneeren. Misschien is zij het die uitspreekt wat de auteur denkt, en aan den man wil brengen. Reeds in haar jeugd, zoo wordt verhaald op pag. 86 had zij de neiging gehad niet verder te zien dan het aardsche Isven, en daarbij niet aan zichzeiven te denken, maar voor anderen te leven, voor het welzijn van anderen volgens een haar ingeschapen streng gevoel vin recbr. Zij ging ter kerk en nam hare kerkelijke plichten waar, zonder zich in te beelden God daarmede welgevallig te zijn. Zij had een revelachtige voorafelling van God zóó groot en zóó verheven, dat er tusschen Hem en den mensch geen directe aanraking kon bestaan. Toch meent zij volstrekt niet ongodsdienstig t« zijn. Zij zou bijv. (pag. 155) nooit het godsdienstig gevoel van haar dochtertje Maria willen onderdrukken. Maria moest, eenmaal vrouw geworden, de spil voor haar eigen leven vinden in een streng zedelijk bewus>t4jn, niet berustende op bestaande begrippen die ten slotte niet anders zijn dan hypothesen e-n beschouwingen, waarmee zij den een <.?( anderen dag, misschien zich niet meer zou kunnen vereenigen. Het geloof aan het Ware, het Goede behouden afgezien van elk bijbegrip van IK op of vrees, kwam haar voor het hoogste peil te zijn van haar menschelijk Geweten. In zu!k een volzin ovt-r ze lelijk bewustzijn, dat ni< t berust op bestaande" begrippen, die t<n sle>tte maar hypothesen zijn" is wel kirakteri-itiik weergegeven het onac-uiate van lieden die hun oudgebof verloren en wel hooge aspiraties hebben, maar niet goed w-ten nat /.ij willen. De auteur schetste roet voorliefde Luisa's liberalisme, m ar «chijnt toch van oordeel te zijn, dat het tude peloof meer troos-t geeft in ctnart". Lnisa wordt bepaald ongeloovig als zij baar kind heeft verloren, en vin It 't rationeeler, aangenamer zich afhankelijk te voelen van n natuur zonder God, een b inden meester, die niet opzettelijk slrcbt is, dan van een onztchtbaren tiran een schepper die wreed voor zijn schepselen Het verschil tu schen haar en haar man is groot. Als i;a een bange nacht de dageraad aan breekt, heeft God het stempel van zijn oordeel gedrukt op beider gelaat. Zijn voorhoofd tt'aalt ran een innerlijk licht, ondanks zijn trane-n glinsteren zijn ooten van levensk-acht; het voorhoofd van L'iisa wordt etrpeis don kerder, doodsche duisternis doemde op in haar d' fl'e oogen. Zij zocht in gemeenschap te Wijven met haar kind door 't Spiritisme, Siirrogiat voor het godsdienstig geloof, iiij acht 't strijdig met den eerbied zijn kind op te roepen, dat zo>veel nader lij God is dan hij zeif. Het is onnoodig me r van di zen roman te vertellen, de intrige is de hoofdzaak niet. Het bork is van de goede sooit. Wie het gelezen hebben legg< n het niet voor goed ter zijde. A. v. II. ttlllllllillIliniilllll llllllIIIIIIIIIIIII-'lllJIIIIHItllllltUllllllb lUUIIIIIIMMMl |»lMMIIII)llMI*HII*IIMIIIèM*ttU Ce TmcMen van Gei) lager M°t bijzondere be'angatelling maakte ik kencis met de beschouwingen van den heer ,). W. Gerhard te Amsterdam over de vruchten van het lager ouderv ij", ' voor komende in het nummer van 21 Juli jl. Menigeen, die buiten het onderwijs staat, zal bij de lezing dier beschouwingen 1e schrik om het hart zijn geslagen over de treurige resultaten, die de heer Gerhard publ ceerde. Laat men echter niet gaan gt neraliseeren. Ons lager onderwijs in het algemeen is nog lang n:et wat het zijn moet en zijn kun, maar zoo slecht, als men daaruit -zo1! opmaken, is het niet. Hetzelflj dictee, waarin de lee:lingen der Ie en 2e k as'e Be hol en ie Am sterdam, die nog wel met een lofle'ijk getuigschiift de tchool ha Iden verlaten, geinildeld ruim 8 fouten maakt> n (> n welke!) heb ik opgegeven aan mijn leerlingen der 6e (jaar)klasse onzer echool, waar bovei.dien nog 5 uur per wet k onderwijs in het Fransch wordt gegeven, welke uren aan dt> andeiti vakken moeten worden onttrokken, en verkreeg als gemiddeld aantal fouten ruim 2 (meest al e tegen de naamvallei,). Ik vertrouw dan ook, dat de heer Gerhard in de 6e klasse van de tchool, waara n Lij werkzaam is, tot rjiet OEgunstiger resultaat ;al komen. Een d:c' te. a Is het gegevene, moet en wordt ook inderdaad door ele leerlingen, d:e de (ie klasse onz.er otboorlijk ingerichte lagere scholen hebben doorloopen, zonder al te storende fouten gemaakt. Dat een kind een paar 4e naamvallen voor 3e dito's aanziet, is het gevolg \an ons dwaas spel ingste'.sel, tengevolge waarvan wij onze leerlingen met angstvallige zorg moeten leeren toe/ien, of zich erge-ns ook een s raamval heeft verscholen. (Ze zijn er alzoo d kwijls inge/ofp n !). Foute'n echter, als de door den heer Ge hard geciteerde, bewijzen, dat er iets niet in den haak is. Nu werpt deze de schuld op de methodes en leerboekjes, die door de autoriteiten worden voorge-chreven, maar dan moet liet er aan de Amsterdamsche j- en 4e klasse-scholen, waar de ondi-rwijzers toch zeker even veel cf even weii.ii viijhtil van handelen be zitten, ook even treurig uitzien en dat kan ik veiorloopig moeilijk gelooven. Hoezoiuhn anders de leerlingen dier inrichtingen naar het umldelbaar en hooger onderwijs kunnen overgaan en dat met vrucht volget ? Er zulle-n zeker wel lezers z.ijn, die aan een e- of 4e-klasse school even de proef willen n^men en de resultaten in dit blad meedeelen. Zeifs vermoed ik, dat aan dorpsscholen, die onder niet al te ongunstige condines verkeeren, het resultaat bet< r zal zijn dan te Amsterdam aan de Ie en 2e l lass e-scholen. Bedrieg ik mij i iet, dan zal de heer Gerhard dus < ok tot eejn heel andere conclusie moeten komen en in andere richting naar de oorza ken moeten zoeken. Gaarne wil ik dan mijne meening raast of misschien tegenover de zijne stellen: de zaak is belangrijk genoeg, ook voor nietvakinannen, om eens ernstig onder het oog te worden gezien. A. MULDER, Hoofd der Nutssc/iool, Eindhoven. * * * Een kort antwoord aan de heeren A. Mulder en K. Hooyland. Den heer M. merk ik allereerst op, dat niet ik treurige resultaten van het L. O." publi ceerde, maar de Amsterdamsche schoolcom missie; ik ben het in dezen echter volkomen met die commissie eens. De heer M. schijnt te gelooven, dat het aan de 3e en 4e klasse scholen te Amsterdam veel beter moet zijn, dan aan de Ie en 2e klasse scholen. Nu kan men dit ge us t toestemmen ; de conclusie, daaruit getrokken, zou dan de:e wezgn : om het onderwijs op de Ie en 2e klasse scholen betere vruchten Ie doen afwerpen, moet de overheid: Ie op die scholen de k'assen veel kleiner maken, evenals op de reen4eklaese en 2e door kindervoeding en -kleeding op groote schaal zorgen, dat de leerlingen dir Ie en 2e klasse scholen eenigszins in dezelfde gunstiga condities komen als die der 3e en 4e klasse scholen. Maar hierin schuilt toch niet de oorzaak van het kwaad, dat door e?e Amsterdamsche schoolcommissie ge constateerd wordt en waarover ik 't alleen gehad heb. De critiek, door mijn artikel uit gelokt, ia te wijten aan het minder duidelijke (en door de heeren M. en H. verkeerd be grepen) opschrift. Ik heb volstrekt niet bede^eld een volledige studie te leveren over de resultaten van ons L. O. Mijn opschrift nam ik over uit het verslag der schoolcom missie. En deze bad ze r bepaalde feiten op 't oog, toen zij schreef van treurige resultaten. Die feiten heb ik opgesomd, en daarvan alleen de oorzaak trachten op te sporen. Dat er natuurlijk nog w-l meeidere factoren bij in't spel komen, zooals de heer Hoogland breedvoeri< aantcont, weet ik natuurlijk even goed als hij. Hoeveel ma'.c n heb ik niet aanretoond, dat ons volksonderwijs alleen beter zal kun nen worden als: Ie n 8-jarigen leerplicht wordt irgevoerd; 2e de onderwijiejs veel beter bezoldigd en 3e opgeleid worden; 4e de kin leren niet zoo lang achtereen inspan nend worden beziggehouden, 5e de onderwij zers als z Ifstandige meascheu worden erkend en behandeld etz. Moest ik dat alles nu weer herhalen? Neen, want ik berprak alleen eenige zaken, in het Schoolverblag vermeid, en daarin als treurige re;iiltaten van het L. O. in de hoofdstad voorgesteld. En ik durf er bijvoegen, elat die resulta:en niet alleen aan de Je en 2e klasse scholen te Amsterdam te constateeien zijn, maar overal in ons land gevonden moeten worden. Dat het aan de school des heeren M. iets beter is, wil ik gaarne aannemen. Evenzoo, dat er nog wel meerdere hooiden kunnen komen, die zullen :eggen; aan mijn school is 't niet aldus gesleldl Die enkele uitzonderingen bewijzen echter abso'uut niet, dat het bij de groote massa in Nederland niet evenzoo is als bij de groote massa derscholen in Amsterdam, n.l. dat er zoo bitter weinig blijft hangen van 't geleerde, (wel te verstaan, met de erkende uitzonderingen!) Hiervoor alleen heb ik als oorzaak genoemd, de afhankelijkheid der onderwijzers van de hun opgedrongen methodes en leerboeken en als middel daartegen: meer vrijheid voor da onderwij er?, meer ze fregeering, Het is zeker voor eiken denkenden lezer duidelijk, dat ik daarnaast steeds zal wijzen op de vroeger genoemde middelen, om ocs volksonderwijs in zijn geheel te verhtfl'en. Meer t e antwoor den op de critiek der heeren M. en H. acht. ik overbodig. Alleen wil ik nog zeggen, datde heer Hoogland allen g-on d mist, om te schrijven dat ik voor elke fout van ons onderwijs 't geneesn.i'ldel zoek in de school vergadering." Ik heb zu/ks nimmer gezegd <? gevcli enn. De h( er H. kr n weten, dat ik steeds teten de xooge-naainde verplichte schoolver gaderingen" ben geweest. Een schoolsynode'* a's door mij voorgesteld, is heel wat anders. Laat de hter H. mijn artikel maar een» goed lezen. J. W. GERU.AKD. Aeslli lisi In het nummer van 28 Juli 1907 van De Amsterdammer, komt onder bovenstaanden titejl ei n ar'ikel vcor van den heer Carel L. Dake. De heer D. geeft in dit stukje in korte trekkeu aan, dat het onderwijs lijdt aan ovérlad nij van leerstof met het gevolg, dathtt onderwijt over 't algemeen te rer.l rergt fan < e hoofden onz r klndrren en te weinig doet om de harten iiiimiinimiiiimmi Reclames. COGNAC J. & F. MARTELL Vraagt Uwen "Wijnhandelaar naar deze absoluut zuivere Cognac, welke vanaf / 3.5O tot / 8.5O p. flesch geleverd wordt. Generale Agenten voor Nederland en Koloniën: liOOIMJA\* «V 1SRU1MKK, A H S T K U U A M. Verlangt s v p. stalen van onze nouveautés in z«art, wit of gekleu-d van 60 cents tot 9 gulden per Meter. Specialiteit: Zj'destoffen voor Gezelschaps-, Fruids-, Bal- en Wande'.toilett en en voor Blouses Voering enz. Wij verkoopens'echtsgegarandeerd soliede zijdeshitl n direct aan par ticulieren, franco vracht en rech ten aan huis. SCHWEIZtR & Co., Luzern H25. (Zw.tserland^. Zijdestoffen-Export Kon. Hof). luchtkuuroord van Nederland. , . . Huis 1ste Eang: B0!el (U'S I^S-BüS, Mat. pr. Tir'n Pension. Oranib. El. licht enz. NEDERLAHDSGHE INDUSTRIE TER VERVAARDIGING VAN IEDER STUK DflT KRIMPT WORDT TERÜ5<JENOMEH FABRIKANTEN VALTON ZONEN. AMSTERDAM. Verkrijgbaar brj: HIRSCH & Cif.. Hofl. Leid?chepl., Amst. H. MEIJER, Hofl. Amsteidam. RUI). HOFHrrTS. Old England, Amst. '. Gr. Markt, Haarlem, A. S J>m?Haarlem. r. ASNELT & HKnUWERS, Zwolle. O. C. HCHOVKHOOV, Leeuwarden. ti. B RM .i *N en W. A. W REES M A N, Groningen. Mag. HET ANKER, Den Haag. d. HERG. Tiel. EU W 'l ROK. Arnhem. H KR MA \ :\' YPELS, Spoorstraat 41, den Helder. Meran Savoy-Sotel, Zuld-Tyrol. Modern, voornaam familiehotel van den eersten rang. Vrij en rustig gelegen aan de Stephaniepromenade, bekend als het aangenaamste en meest gewilde deel van Meran. Nieuwste comfort. AppartemeLten met bad en toiletten. Op verzoek streng diep»-. F. B RUNNER, Eigenaar. ExtraTa rwebl o e m voor de fijne keuken. cht Victoriawater OBERLAHNSTEIN E c h t- Vlet o r i a w a t e r OBERLAHNSTEIN \ PdKJe van Vi Kilogr. ?0.12' Mw.VOORMEEL-En BROODFABRIEKErV - VIJZELGRACHT 28. c. (fjij opsave van uwadrea wordt U door d» ?fdeeling Broodfabnek particulier bediend NoraaaJ-OnderidEEuini van Prof.DrG. Fabrikanten W. BengerSöhne Sruttgart Hor.fddei.ot te AMSTERDAM: Kalver«tr.l57 K. F. DEPSCHLE-BENGER. BOUWT ,e NUNSPEET o;d. VELUWE. Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl