De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 18 augustus pagina 4

18 augustus 1907 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM ME R -WEE K B L AD VOOR NEDE R L A N D. No. 1573 ontvankelijk te maken voor het goede, het schoont, kortom, dat het aetthetisch element wordt gemist." De heer D. geeft dan verdereenige middelen 'Aan, waardoor hq meent, dat het euvel veel -verbeterd zon kannen worden, en eindigt »jjn schryven met het uitspreken van de .'hoop, dat zjjn stem niet moge zijn, die eens -?roependen in de woestijn", daar waar het zijn ?denkbeeld betreft het schoonheidsgevoel door middel van het onderwijs aan de jeugd terug te geven teneinde het sterk zinkend peil der 'beschaving meer omhoog te brengen. Tot zoover de heer D. Ik ben het in vele op zichten met hem eens, dat ons onderwijs in deze richting herziening en aanvulling betreft, al kan ik ook niet geheel medegaan met de door hem in z\jn schrijven aangegeven mid delen. Doch de verklaring moei mij van het hart, dat ik een weinig verbaasd sta over de wij se waarop de heer D. een beroep doet op zyne medemenschen om steun en sym pathie voor zyn denkbeeld. Hij schijnt geheel onkundig te zjjn van het feit, dat er 21 November 1904 te 's-Gravenhage is opgericht de Nederlandsche Vereeniging tot bevordering van het schoonheidsbegimel in het onderwijs", welke vereeniging zich van den dag harer oprichting af tot nu toe dapper heeft geweerd en hard heeft gewerkt, om het denkbeeld in haar naam uitgesproken te verwezenlij ken. Ten dien einde heeft zij reeds eenige ge schriften de wereld ingezonden met name: No. l Het Doel" door J. D. Ros; No. 2 Het kinderzangonderwüs" door W.v. Thienen en een voorloopig orgaan Mededeelingen" "waarvan 4 nrs. verschenen zijn. Binnen enkele dagen znllen verschonen: No. 3 Teekenen en Handenarbeid" door M. J. Langeveld en no. 4 Het Teekenonderwjjs op de Lagere v School" door H. v. Breemen, beide nrs. zjjn ' -publieke voordrachten gehouden op de 3e Jaarhjksche Algem. Vergadering der bedoelde vereeniging. Voorts benoemde zij commissiën voor speciale vraagstukken. Ook heeft zjj een ?bibliotheek opgericht en in 't afgeloopen jaar slaagde zij er in een geïllustreerd orgaan uit te geven Schoonheid en Onderwijs, dat twee maandelijks verscby nt (no. 5 is ter perse) en waaraan een staf van medewerkers is ver bonden, die haar in staat stelt hare denk beelden op de meest «eZ-zijdige manier uit een te zetten en te propageeren. Zy telt onder hare leden mannen en vrouwen werk zaam in alle takken van onderwijs, zoovel als belangstellenden voor deze denkbeelden 'buiten het onderwys, zoodat veilig gezegd kan worden, dat deze zaak gedurende de laatste 3 jaren stevig is aangepakt door vele ernstige onderwijskrachten. Daarom, ver baasde het mij een weinig dit denkbeeld door den heer D. voorgesteld te zien als nog geheel onontgonnen terrein. En dit te meer daar kort geleden in een nummer van ditzelfde blad (no. 1566 van 30 Junij.l.) een zeer waardeerend schrijven voorkwam van den heer A. Averkamp betreffende het initiatief door de Vereeniging tot Bevordering enz. genomen om een adresbeweging op touw te zetten naar de besturen van alle groote gemeenten in ons land, ten einde deze te verzoeken een onderzoek in te stellen naar het zangonderwijs op de lagere scholen hunner genieenten en te trachten middelen aan te wenden dit onderwijs te verbeteren. De heer D. kan dus in zooverre gerust zijn, dat er reeds hard en flink gewerkt wordt in deze richting door genoemde Vereeniging en ik kan niet anders doen dan hem ernstig aan bevelen zijne krachten bij die harer leden te voegen, ten einde het zoo warm door hem aanbevolen doel door samenwerking des te eerder te bereiken. W. A. L. E.?V., Lid van de Vereening tot Bevordering van het Schoonheidsbeginsel in het Onderwijs. 's-Gravenbrage, 6 Aug. 1907. * * * Mijnheer de Redacteur, uit het schijven van den heer W. A. L. R.?V. zie ik met groot genoegen dat er door de Ned. ver. tot bev. va a het schoonheidsbeginsel in het onderwijs, reeds eenigszins gewerkt wordt in de richting door mij in mijn opstel in uw blad van 27 Juli j.l. aan gegeven. Het spijt my werkelijk dat ik van het bestaan dier vereeniging onkundig was, hetgeen natuurlijk aan m\j ligt. Evenwel veroorloof ik mij er nadrukkelijk op te wijzen, en hierin ga ik misschien niet accoord met de Vereeniging, dat ik overtuigd ben van de noodzakelijkheid om het onder wijs te vereenvoudigen om plaats te maken voor den schoolaestheticus. Gaarne zal ik kennis nemen van het orgaan Schoonheid en Onderwijs en wensch der ver eeniging het succes, dat haar streven verdient. Uw dv., CAREL L. DAKE. Een BilHK-MQsemn in fle hoofdstad, of elders? Wanneer dr. H. C. Muller zich warm wil maken voor de verwezenlijking van eenig plan, dan zij het hem van harte gegund, zyn welversneden pen te gebruiken om bezwaren die anderen wellicht tegen een van zijn plan nen hebben te weerleggen. Maar in zijn artikel van verleden week over een BilderdijkMuseum in de hoofdstad of elders, gaat hy de perken der bezadigdheid zoowel als der betamelijkheid te buiten, door het mislukken van die plannen toe te schrijven aan lauw heid aan den eenen, partijzucht aan den anderen kant." Wat my betreft, noch lauwheid, noch par tijzucht i's het, die my noopt, ernstig te hopen, dat er van de plannen van dr. Muller nooit iets terecht moge komen. Tentoonstellingen zyn de aangewezen instituten, om verschillende voorwerpen te groepeeren om n persoon, gebeurtenis, denkbeeld, of wat men wil. En daarom moeten instellingen zoowel als particulieren steeds medewerken, om, waar deugdelijke waarborgen voor veiligheid geboden worden, zulke tentoonstellingen zoo volledig mogely k te doen zijn. Maar wanneer die tentoon stellingen afgeloopen zyn, wanneer de belang stellenden er genoten of geleerd hebben, wanneer in een uitvoerigen met kennis van zaken geschreven catalogus de verkregen resultaten neergelegd zijn, dan keere alles weer terug naar zijn oorspronkelijke verblijf plaats, om mogelijk straks weer in een ander verband elders tentoongesteld te worden. Ziet dr. Muller dan niet, dat een grenzenlooze verwarring het einde zou zijn, wan neer zijne denkbeelden in deze eens algemeen gedeeld werden? In zijn laatste artikel noemt hij nu al Multatuli en Bilderdijk enRembrandt en Vondel. Zeker zouden de toonkunstenaars daar zonder aarzelen Sweelinck naast zetten, de wy'sgeeren Spinoza, de wis- en natuur kundigen Christiaan Huygens, de rechtsge leerden Hugo de Groot, en anderen weer de Ruyter en Tromp, enz. enz. enz. En waar de grootsten der grooten aan de beurt ge weest zijn, daar zullen alras vele andere namen volgen. Waarom aan Frans Hals en aan Jan Steen te onthouden wat men aan Rembrandt geeft. Waarom wel Vondel en Bilderdijk, niet Huygens en Hooft? Wanneer er van eenig groot man door gelukkige omstandigheden iets bewaard is gebleven als te Weimar het huis van Goethe, ja dan is hét een-zaak van piëteit, dat verder te bewaren en het ligt voor de hand, dat men daar bijeenbrengt wat niet reeds elders goed gehuisvest is. In het buitenland ziet men dat ook in. Niemand denkt er in Duitschland aan, van de verschillende bibliotheken de brieven en bandschriften op te eischen voor het GoetheMuseum te Weimar. Sedert eenige jaren be staat er te Parjjs een Musée Victor Hugo, maar noch uit de Bibliothèque Nationale, noch uit eenige andere openbare bibliotheek van Frankrijk zijn daarheen brie ven of andere bescheiden overbracht. En toch heeft dr. Muller zyn waarschuwende stem niet laten hooren over den toekomstigen ondergang van Duitschland óf Frankry'k I E. W. MOES. Ministerschap. Velen die van toeten noch blazen afweten maakten aan my de opmerking, men minstens vier jaren minister moet zijn geweest om een pensioen, zelfs van vier duizend gulden deelachtig te worden. Door de beleefde welwillendheid van de geachte redactie van dit algemeen gelezen en gewaardeerd blad, om den wille van het huldigen en voorstaan van de waarheid, zonder vrees van zich aan koud water te zullen branden of aan ijs schroeien, ongerekend het literarische, dus leerzame, wil ik dan hierbij verklaren dat een persoon, by zijne benoeming tot minister, reeds eene staatsbetrekking bekleedende, als o. a. met de militaire ministers altoos het geval is, niet alleen dan in twee jaren, maar soms zelféin slechts n jaar tijds, een pensioen bekomt van vier en vijf duizend gulden. De afgetreden minister van Marine heeft twee jaren die functie waar genomen en kan nu reeds aanspraak maken op een pensioen van vyf duizend gulden. Zyn opvolger kan reeds over n jaar daarop aanspraak doen gelden. Voor beide Ind. toe lagen mede gerekend. Dan de voldane eer zucht, kunnende o. a.; op het visitekaartje doen zetten oud-minister van ..." En niet te vergeten de dankbetuiging voor de vele en gewichtige ? diensten ia die betrekking den lande bewezen!!! ; Om een Kabinet voltallig te maken of weder te completeren, is in den regel alleen een van beide het motief. En voor figuranten is altoos personeel te vinden met de leus: Chacun pour soi, Dieu pour tous." Zoodoende worden de grootst mogelijke belangen van land en volk totaal uit het oog verloren. Maar Vogue la galère, après nous Ie déluge." Die déluge kan echter overvallen, want eens draait er een toch voor op. Marine o. a. is dikwijls hiervan speelbal, voor millioenen. Vele ministers beschouwen en trakteren de Marine als artikel van luxe en niet van doel, hoezeer wij bij bedreiging van ons land en onze kolonies, van Marine trouwens niets beslissends te wachten hebben. Al konden wij die verdubbelen, wat niettemin dwaas zou weien, zullen wij bij de groote oomes toth nog achter het net visschen in aantal, grootte, stoomk.'acht, snelheid, bewapening, personeel. Wij moeten hier en in de kolonies onze kracht zoeken en zoo mogelijk, vinden in macht te land. De vereeniging Onze Vloot", met welke goede bedoeling ook bezield, kan echter daarin geene verandering brengen, dus even tueel, niet aan de Marine de eigenschap of roeping geven van eenige beslistheid, al wilde en kon zij den Staat even zooveel oorlogs bodems ten geschenke aanbieden als reeds aanwezig zyn. Die vereeniging is maar een passétemps voor lui die niets essentieels omhanden hebben. Zie de Groene van 4 Augustus j.l. Nu wij eenmaal aan het pennen zijn en ons vleiende de geachte redactie ook het navol gende zal willen doen opnemen, hebben wvj behoefte te verklaren dat het wel jammer ie, het Tweede Kamerlid De Savornin Lohman niet een eeuw vroeger geboren is, want dan zou zijn verzoek aan de Eerste Kamer, even als hy, te recht middeleeuwsch zijn. K. H. KOENTZE, Kapt. Ie kl. der Mariniers b. d. VOOR DAMES. Taal- en anJere vorm Het klinkt mal, naast de Groningsche Telea met haar: Moeke, wil Moeke even die draailappen 1) inspelden?" haar zusje Jurrine, die zes maanden te Leiden heeft doorgebracht, haar: Mama en Papa," met den aankleve van dien, te hooren debiteeren; maar wanneer ze doet alsof ze het dialekt niet meer verstaat of kan spreken, is ze niet geafiecteerder dan Telea, die gedurende den tijd dat ze in de Residentie logeerde, hard nekkig weigerde iets anders dan plat Groningsch te praten, en haar nichtjes geen enkele beschaafd- Hollandsche uitdrukking afluisterde. Zijn dialekt verloochenen, hoe trouweloos! Het op den voorgrond stellen, waar men het niet kan waardeeren hoe dom! Wilde me eflen helpen?" Vader, oe kost 't wel veur me doen." ? Begriep gij er niks van ?" 'k Bin oe alles verplicht." Dit alles is heel ordentelijke praat voar een Gelderschen boer. Niemand in de provin cie ergert zich eraan, evenmin, als in 't Noor den aan: Moeke, wil Moeke' Maar Hollandsch is het niet; men zal er in goede kringen geen opgeld mee doen, al vindt men het nog zoo interessant. (Ik spreek alleen van de gewone omgangstaal.) Hoe staat het in de westelijke provinciën meijljenjouf moeten dat voortaan de hoofdrol spelen? Zullen Uw en {/verdwijnen? Sommigen schijnen die meening toegedaan en wijzen ons op de Duitschers: Alle familieleden dutzen" elkaar." Ik zeg: dat kan, omdat ze de bedienden niet dutzen." Maar de Duitsche kinderen zijn eerbiedig jegens hun oudere verwanten.'" Dat is waar, eerbiediger dan de onze. Maar klinken jij, jou, jouw en de jouwe even fijn, innig als de Duitsche woordjes? of als ons: doe, di, dijn, enz. uit vroeger tijd. Bovendien, in die provinciën waar U, enz. thans reeds zoo lang het burgerrecht heeft gehad, is zijn verdrijving een daad van geweid. Ik acht het een voordeel dat er tweeërlei vorm van aanspreking bestaat. Er valt bij het jongere geslacht een ont aarding in het spraakgebruik te bemerken, gepaard met groote onverschilligheid in den 1) okselstuk. toon. Bij meisjes hindert dat het sterkst. Onza stemming wordt iets minder toeschietelijk, ja, wij schrikken waar een jong, afhankelijk wezen alle beleefdheid over boord werpt. En eens toen ik een juffertje uit goeden stand haar moeder aldus hoorde begroeten: Waarom is 't noodig dat jij me komt halen?" met een licht minachtend drukje op jij, voelde ik: de geheele hnpertinente vraag is met dat kleine woord in overeenstemming. De Engelschen, die ook hun thou en thy lieten. varen, hebben naast het gewone you, ymur een straffen vorm in hun Sir, tot den overmoedigen knaap; en ? deze geeft zijn vader «Sir terug. Jegens zijn moeder is hu vol kleine oplettendheden, die allen schijn van min achting wegnemen. En jegens zijn groot ouders ...! In Indië, naast een druk gebruik van jij en jouw, staat ook die roerende aanhankelijk heid, die eerbeid jegens oude menschen, welke bewijst dat daar een taalvorm de wel gemanierdheid niet zoozeer schaadt. Maar in Nederland schijnt hij een soort verlofbrief te worden. Ik sla Sara Burgerhart op. Een slordigheid zonder einde! Ook in het gebruik van jij, gij, u, dat beken ik. Maar soms woidt het verschil gemarkeerd: Abraham Blankaart, vertoornd zijnde, schrijft aan Saartje: Ik hoor lieve historietjes van u. Schaamt gij u niet? .... Ik zal nader tot u spreken!" Klinkt het echter later niet aandoenlijk: Je hebt zooveel verstand! Je hebt zulke kostelijke ouders gehad, enz. Saartje, de vlugge, dartele, aan den gullen, vaderlijken vriend schrijvende, bedenkt wat zij hem verschuldigd is. Den eerbiedigen brief, die aanvangt: Al word ik honderd jaren oud," kan ik mij niet voorstellen, ge vuld met jift en jou's. Allemaal vormen! En wat zyn nu vormen? Ze bewijzen niet veel!" zegt menigeen. Hier is veel voor en tegen te zeggen. Maar afwezigheid van vormen geeft in elk geval dikwijls ergernis aan degenen die nog achter den vorm de werkelijkheid zoeken. Een dame kan heel goed fatsoenlijk zijn, ook al zit ze in haar ochtendjapon in haar salon, maar de bezoekster is met haar eigen toilet verlegen, twijfelt of ze welkom is. En als de dame en négligézegt: Wat ben ik blij u te zien", gelooft ze haar nauwelijks. Wat een rare ontvangst. Ik ben niet waard dat ze zich voor mij kleedt. En peignoir in het salon, dat is geen vorm". Ik ken een dame, rijk en goedgeefsch, maar nederig-trotsch. Die stelt er een eer in zich even eenvoudig te kleeden als een dienstbode van vóór 40 jaar. Iedereen weet wie ik ben," is haar leuze. Maar de broeder verklaarde op zekeren dag: Ik kom hier niet terug, vóór je dat verandert. Je beleedigt je familie in haar stand. Ik verlang vormen; ze hebben reden van bestaan." Die broeder is niet vormelijk, maar neemt de vormen in acht. Hij neemt voor zijn werkvrouw, die met haar man uit w.andelen is, den hoed af. Want," zegt hij, ook die vrouw stelt prijs op vormen. Als ik haar alleen maar toeknikte: dag Mietje!' zonden beiden van zich zelf en van mij niet hoog denken." Diezelfde Mietje zei, toen zij de kleedy van mijnheer's zuster besprak: De juffrouw weet niet wat haar past. Ik dacht altijd dat het een verstandig menech was, maar dit vind ik onnoozel." Tot de goede vormen behoort ook een zekere mate van inschikkelijkheid by de con versatie. We vinden een dame lomp, als ze haar beurt van spreken niet kan afwachten, onophoudelijk vragen doet, telkens iemand GEBR. SIMONS MAISON FONDEE EN 1/43. Brut Impérial 1900 cuvée spéciale Brut Impérial extra sec(England). White Star Sec (Américain). Sillery Supérieur demi-sec. VERKRIJGBAAR BU H.H.WijNMANDtiAREN x LEFÉBURE &ZOON, AMSTERDAM. Grntralr Agentm ttm- de Nederlanden en Xitonlin THEE - E. BRANDSMA. WSEYFFARDT', |« BOEKHANDEL W DflMRflK99 |\ Telephoon 5341 B SCHOOLBOEKEN DEBONT&LEIÜTENS SPORT PASTILLES. Dorststillend. Chocolade Magazijn UI IJ 14. Leidscliestraans ealeti) 14. AMSTERDAM. Begrafenis-Onderneming O". I>. STOFt-TJIJS Prinsengracht 837. Telephoon No. 906. Koninklijke Stoomververij en Chemische Wasscherij F. P. VAN HAM, Utrechtschestraat 43 en Hserengracht 236, AMSTERDAM. i TELEPHOON 5064 B ij den advokaat. Dame: Ik beloof u, ik zal u niet lang ophouden. Ik heb u maar een vraag te doen; die eene vraag zal toch zeker niet zoo veel kosten, wel ? Adsokaal: Volstrekt niet, mevrouw, weest u gerust. U moogt zooveel vragen als u wilt, zonder dat u daarvoor ook maar n dubbeltje hoeft te betalen. Wat andere advokatea doen, daaraan stoor ik mij niet; mijn stelregel is: Alleen de antwoorden te laten betalen. AMEUBLEMENTEN. Meubelfabrikanten en Behangers. SINGEL by de Paleisstraat 259, Amsterdam. voorheen IfAMHAft SO. Telephoon No. 4646. DE HAAS N. V. Rotterd. Braudkastenfabriek voorheen Jb. DE HAAS & ZOON. ROTTERDAM. Opgericht 1840. SPECIAAL FABRIEK VOOR: Pantserkasten,Pantserkelders enSafe-inrichtingen van de nieuwste constructie. Kataloguf franco. PniLIPPONA KETELAAR, Fournittemr de la Cour, fialverstraat MGG, Amsterdam. GRANDE SPECIAUTÉPOUR Tronsseaux & Layettes. Sur demande envoi franco de Devis et de modèlem. Téléphone Jfo. 5939. RESTAURANT ci-devant TAJT PER l S Plaatf, fa Ilaye. PREMIÈRE MAISON DE L A HOLLAND E. -?_-,? s _A_ N s O E C H E S T E E. ~ HV91BER RIJWIELEN MODEL, 19 O 7, /1O5. Zoolang de voorraad strekt OPRUIMING van de modellen 1906 ? 84, met vrywlel en 2 remmen. l L LEONARD LANG, Amsterdam, 114 StafliMilersMe, - Telefoon 1415. NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP Begrafenis-Vereeniging TE AMSTERDAM. Administrateur: X. SAX J r., adres P. C. Hooftstr. 38. Telephoon No. 941. De Raad van Bestuur: A. W. VAN EEGHEN Jr., Voorzitter. Is. DA COSTA, Gedelegeerde. RHENANIA IMBRAAK DAMRAK 74-AMSTERDAM FRANZDISCH. Speciaal adres voor KOFFERS en w. J&JSTSEW, uainstraat io, Fabrieh .? Spuistraat 9ÉO. s aiïtt en Reparateur. COGNAC ENNESSY. WILLEM BIJLIYIER | Pédlcure, 8IWGEI, 150. \ Spreekuur iederen Werkdag van i 2 tot 3 uur. Op n i'oorw larde.?Zouden je ouders er op tegen hibben, dat ik rook, liefste? j O, als je je eig< n sigaren mee brengt, heel >maal niet!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl