Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER W K E KBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1573
pour Violoncelle op l». De Algemeene
Muziek handel. Amsterdam.
ALBBBTO BACHMAIW, Quatre morceaux
. pour violon et piano. De Algemeene
Muziekhandel, Amsterdam.
J. "W. KEBSBEBQEN, Yariationen und
Fuge für 2 Pianoforte. Opus 5. Quartett
für Klavier, Violine, Viola und
Violoncell. Opus 6. Kies & Erler, Berlin.
Het is zeer goede klaviermuziek die A. Ud.
ons schenkt. De Preludiëu staan niet met
elkaar in verband en hebben, wat de toon
aarden aangaat, ook geen volgorde aan te
wy zen; z jj wisselen elkaar veeleer zonder eenige
willekeur af en kunnen als uitstekend studie
materiaal beschouwd worden. Hoewel een
der preludiën* over drie en een ander zelfs
over vier balken gezet is, ontmoet men in
geen der zeventien stukjes buitengewone
moeilijkheden.
Uitstekend studie-materiaal en tevens mooi
klinkende en voornaam melodieuse klavier
muziek voor het jonge volkje is het
JugendAlbum van Enrico Bossi, den componist van
het Canticum canticorum." De opschriften
boven elk der acht stukjes, zooals: Caresses,
Souvenir, Babillage, enz. zijn wel geschikt
om de stukjes een naam te geven, of ze van
elkaar te onderscheiden, maar beteekenen
anders niet veel.
De omslag van deze sierlijke en graeieuse
stukjes had door den uitgever wel meer in
overeenstemming met den inhoud mogen ge
bracht worden.
De compositie van den heet Bernard ten
Cate, richt zich tot meer gevorderde pianisten.
Zij die in staat zijn de technische moeilijk
heden, vooral van de cadensen, spelenderwijze
te overwinnen, vinden er een dankbair
k'avierstuk aan.
De beide compositien voor violoncel en
piano van den heer C. F. Hendriks Jr. zullen
vermoedely gretig aftrek vinden, want de
litteratuur op dit gebied is niet overmatig rijk.
De vinding schijnt mij in het Adagio gelukkiger
toe dan in de wals; doch beide werkjes ge
tuigen van de gemakkelijkheid en het talent
waarmede de heer Hendriks componeert.
Waarom geeft de componist toch fransche
titels aan zijn geesteskinderen? Indien zij
ia Frankrijk verschenen waren, zou er iets
voor te zeggen zyn, maar thans...»?
In het hieropvolgende stuk ontmoet men
een componist met een italiaanschen voor
naam en een duitschen familienaam; het
opschrift is Fransch en de uitgever is een
nederlandsche firma uit Amsterdam. Overi
gens heb ik geen quatre morceaux" maar
slechts een Canzonetta" en een Scherzetto'
(weer italiaansch) kunnen ontdekken. Waar
toe toch dat talen-ratjetoe ?
De muziek des heeren Alberto Bachmann
is echte galon-muziek van de spede soort;
d. w. z. banaliteiten komen er niet in vjor;
zij is goed en degelijk bewerkt, klinkt goed,
maar gaat niet diep, hetgeen ook wel nie
mand zal verwachten. Violisten kunnen er
een aangename verpoozing in vinden.
Met twee kamermuziekwerken van groote
beteekenis heeft Kersbergen onze litteratuur
verrijkt. Zyn opus 5 is een reeks van
variatiën voor twee piano's, op een eenvoudig
liedeken uit.Erk's?Liederschatz", zyn opus 6 is
een quartet voor piano en strijkinstrumenten.
Van oudsher is de variatievorm door de
grootste componisten met voorliefde beoefend.
Bach reeds componeerde zyn
Goldberg-Variationen, Beethoven, behalve zijn bekende
c-moll variatiën, die op een wals van Diabelli,
Mendelssohn (Varia tions sérieuses), Schumann
(Etudes symphoniques), Brahnis (die opeen
thema van Handel). Voorts werd nog deze
vorm door de groote meesters herhaaldelijk
als langzame Satz in sonaten of andere kamer
muziekwerken van gelijken vorm aangewend.
Variatiën voor twee piano's zijn eerst van
latere dagteekening. Die van Saint-Saëns op
een thema van Beethoven hebben misschien
wel onze moderne componisten in wijderen
kring attent gemaakt op de levensvatbaar
heid van dien kunstvorm. Chr. Binding, een
vijftiental jaren geleden en Max Beger eerst
zeer onlangs hebben zich met succes op dien
vorm toegelegd. Niet vergeten mag ik het
geen onze landgenooten L. Adr. v. Tetterode
en Ulfert Schults op dit gebied hebben
gepraesteerd en.... het is zeer wel mogelijk
dat ik verdienstelijk werk van anderen on
willekeurig oversla, daar ik uit mijn geheugen
citeer.
Men behoeft niet ver te zoeken naar de
reden waarom onze groote meesters zich
allen heb beu aangetrokken gevoeld tot den
variatievorm. By uitstek toch hadden zij
daarin gelegenheid een thema op alle mo
gelijke manieren te behandelen; te wijzigen,
om te keeren, enz. enz., kortom hun
Gestaltungskraft" aan den dag te leggen. Indien
Bach, Beethoven en Brahms niet met zulke
groote virtuositeit dezen vorm hadden be
handeld, zouden hunne compositien zeker
niet zoo doorwrocht zyn, en de talrijke va
rianten waarmede Wagner zijn motieven doet
optreden, leveren het bewijs dat ook de
Bayreut hermeester volkomen doorgedrongen
was in dezen kunstvorm, al heeft zijn dra
matisch aangelegde natuur hem er niet toe
gebracht ons een of ander absoluut muzikaal
kunstwerk op dat gebied na te laten.
Kersbergen heeft voor zyn variatiën een
zeer eenvoudige melodie gekozen; wat hy
echter daarmede heeft tot stand gebracht
dwingt den grootsten eerbied af. Bijzonder
ry'k is zijn ,,Klaviersatz'" en op prachtige
wijze heeft hij partij getrokken van de twee
piano's. Het thema is altijd duidelijk her
kenbaar en er heerscht afwisseling, zoowel
in de keuze der toonaarden als in het groote
en kleine tertskarakter. Voor myn gevoel
echter zijn er te weinig variatiën bij van
doorzichtigen aard. Het geheel is mij doorgaans
wat zwaar geïnstrumenteerd, maar het kan
zijn, dat dit bezwaar door een zeer virtuoos
«pel ondervangen wordt. Met Begere's vari
atiën was dit n.l. evenzoo het geval.
Een fuga waarin het verband met het
hoofdthema allergeestigst is aangebracht en
waarin de neventhema's zich allen kenmerken
door een zekere natuurlijkheid, sluit het werk
met een grooten climax af. Men zou alleen
willen vragen waarom de componist, voor
het slotaccoord de opeenvolging bes, des, f,
ges, des, ges gebracht heeft.
Gelukkig zyn de beide klavierpartijen boven
elkaar afgedrukt. Zoo behoort het ook, maar
geschiedt het niet altijd.
Kersbergen's opus 5 eischt twee pianisten
van den eersten rang, die buitendien ook
geoefend moeten zyn in samenspel.
Als een even belangrijk werk begroet ik
Kersbergen's klavier-quartet op. 6. Aanstonds
bemerkt men, dat de componist, wat aan
gaat de compositietechniek, boven de materie
staat.
Zeker, een of ander thema kon misschien
gelukkiger geïnspireerd zijn, het kon meer
gedragen worden door de gave der melodie,
maar uit het geheel spreekt een rijpheid,
het draagt den stempel van meesterschap
zoo beslist, dat Kersbergen's quartet, even
als zyn variatiën, al de mij bekende werken
uit een vroegere periode van dien componist
verre overtreft.
- Echt mannelijk krachtig is de aanhef van
den eersten Satz en de geheele groep, welke
door het hoofdthema beheerscht wordt, bezit
die eigenschap. In het tweede thema wordt
een speelscher, bevalliger toon aangeslagen.
Die rollende triolenfiguren maken een indruk
van gratie, die zeer goed constrasteert, met
het fiere van het eerste motief.
In de bewerking toont Kei s bergen wat een
vaardig contrapunctist met zyn thema's ver
richten kan; in het bijzonder wijs ik hier
op het mooie stukje als de drie strijkinstru
menten alleen aan het woord zijn.
Op zeer eigenaardige wijze laat Kersbergen
het hoofdthema wederom optreden. Allengs
nl. heeft zijn beweging een snelheid aange
nomen, waarby de halve noten gelijk zijn
aan de kwarten van straks. Tegen den
terugkeer nu van het hoofdmotief hoort
men in de strijkinstrumenten achtereenvol
gens de drie aanvangsnoten van het thema
in de verlenging, waarbij zich dan geheel
ongedwongen aansluit het geheele hoofd
motief.
De tweede Satz bestaat uit een Adagio con
espressione in zes achtste maat, dat ik mij
toch echter niet te langzaam denk, meer
bijv als Andantino; anders zou in het tweede
gedeelte, dat tandelnde" triolenmotief niets
doen.
Het derde gedeelte is een Scheriando,
waarin menige modulatorische en harmonische
finesse voorkomt en dat afgewisseld wordt
door een rustiger Trio.
Naar mijn gevoelen staan echter beide
middendeelen niet op de hoogte van het
Allegro en ook niet op die van het Finale,
waarin de humor aan het woord is en de
componist uitnemend partij getrokken heeft
van het prachtig gevonden hoofdthema.
Zeer effectvol heeft Kersbergen in het
Finale herhaaldelijk het aanvangsthema van
den eersten Satz, maar dan in omkeering
aangewend, een finesse die den fijnvoelenden
kunstenaar verraadt en die natuurlijk bijdraagt
tot de organische eenheid zijner compositie.
Wat ik nu in Kersbergen's quartet mis ?
Een breede cantilene, waarbij het den toe
hoorder warm wordt en die zijn ziel mede
doet zingen. Noch in het Adagio, noch in
het Trio van het Scherzando, waar zich
misschien eveneens de gelegenheid toe bood,
heeft de componist die gelegenheid gebruikt.
Dat neemt niet weg, dat ik Kersbergen
van harte geluk wensch met zijn jongste
scheppingen.
Hoe jammer toch dat de
kamermuzieksoirées van Toonkunst hebben opgehouden
te bestaan en de hoofdstad nu feitelijk een
lichaam mist dat geroepen zou zijn zoo'n
quartet uit te voeren.
ANT. AVERKAMP.
BD Dr. Maraorel
C Naar het Duitsch, van PAUL BLOCK.).
II. (Slot).
Op de bovenverdieping voor een groot
venster, waardoor een helder licht op de
groote werk tafel valt, zit een jonge man in
een witte kiel over een microscoop gebogen.
Het is de Fransche assistent van Dr.
Marmorek.
Hy onderzocht het sputum van een jong
meisje, een bloedverwante van den braven
Pierre, die zeer ziek is.
De ongelukkige is een kleine, stille non
is Bretague, die vol vertrouwende op God
haar ziekte liet ontstaan en erger worden,
totdat het te laat was.
Toen kwam op eenmaal de angst, en
dachten de ouders er aan, dat oom Pierre
by een heer dient, die, in dergelijke gevallen
wonderen kan verrichten.
Ach, wanneer hij dat werkelijk kon!
Het vroolijke gezicht van den dokter
wordt ernstig en medelijdend als hij het
praeparaat beschouwt. Hij ziet op naar
Pierre, die angstig aan de tafel staat en
zegt met weeke stem, die een roerende en
troostende uitwerking tegely'k heeft:
La pauvre fille l mon pauvre Pierre!"
Dan staat hij van zyn stoel op, noodigt
my uit te gaan, zitten en te probeer en of
ook de blik van een leek de kleine moorde
naars kan herkennen.
Ik zie tusschen blauwachtige vlekken
kleine, langwerpige, roodgekleurde strepen ;
hier links een alleen, dan een paar, die als
schakels samenhangen, een heele menigte.
De microscoop wordt scherper ingesteld, de
teekening der voorwerpen, treedt duidelijker
voor den dag door het levendige rood
zeer duidelijk van _de omgeving afgescheiden.
Dat wij dat zoo duidelijk kunnen onder
scheiden is de onsterfelijke verdienste van
uw grooten land genoot Koch," zegt dokter
Marmorek Hij heeft ons allen den weg
gewezen."
Wij spreken verder over den Berlijnschen
geleerde en het doet weldadig aan, zooals
met ieder woord de jongere meester den
oudere hoogschat, hoewel hij in zyn onder
zoekingen gedeeltelijk tot andere resultaten
is gekomen.
Hy heeft het huis gebouwd", zegt hij.
Wanneer ik meen een paar scheuren en
spleten ontdekt te hebben, die ik op mijne
wy'ze zocht te verbeteren, dan was daartoe
niets dan ijver en een duidelijk begrip van
het doel noodig; maar het bonwplan ont
werpen, met volharding uitwerken dat,
waarde heer, is genie l"
Een kwartiertje later staan wij in de
donkere ruimte, waar in brandvrije kasten
de bacillen-culturen gekweekt worden.
Zy houden van het donker als alles wat
slecht is", schertst de dokter, terwijl hij een
kast openmaakt en op den inhoud wy'st.
Zorgvuldig met watten bedekte glazen vaten,
waarin op een vette massa schimmelachtige
woekeringen zichtbaar zijn.
Zij hebben verschillend voorkomen, van
zeer dunne en teere, die er als vetvliesjes
met donkere schaduwen en vlekken uitzien,
tot de dikke witachtige laag die ver
schillende jengdstadiën van de
bacillenculturen, waarvan de waarneming het uitgangs
punt was van de belangrijkste onderzoekingen
van dokter Marmorek. De uitkomsten werden
door vele doktoren betreden en zijn, indien
ik het goed begrepen heb, ook nu nog punten
van twist over de serum-bereiding van
dokter Marmorek. Over zulke strijdpunten
spreekt, evenals over zijn wetenschappelijke
tegenstanders, de anders zoo levendige ge
leerde met groote kalmte. Niet een woord
is bij onze gesprekken over zijn lippen ge
komen, dat een tegenstander verkleinde of
zijn eigen verdienste vergrootte.
Niets heb ik liever", zeide hij telkens,
dan dat alles, wat ik als mijn. overtuiging,
als een ontdekking bekend maak, door dok
toren zoo nauwkeurig mogelijk en altijd wér
opnieuw wordt onderzocht. Ik ben natuurlijk
van de waarheid van mijn beschouwingen
stellig overtuigd anders was in 't geheel
geen goed werken mogelijk l Maar geen ge
leerde mag zoo maar eisenen dat men hem op
zijn woord gelooft. Slechts op het gelooi in
den ernst van myn werk maak ik voor mij
aanspraak. Of ik mijn doel heb bereikt, of
ik daardoor misschien den weg tot nieuwe
mogelijkheden gewezen heb, dat moeten
anderen beoordaelen. Wetenschap is onder
zoeken en voortgaan."
Wanneer de dikke deur het onverkwikke
lijke gezelschap weder in het donker heeft
gezet, wordt het mij hoe dwaas het ook
klinke veel behagelijker te m oede. Natuurlijk
weet zelfs de leek, dat deze boosaardige
bacillen door de prop watten heen geen
verderf kunnen'verspreiden of als kwaadaar
dige insecten door de lucht kunnen vliegen.
Maar in d t nabijheid van zulke onaangename
wezens komen toch wonderlijke gedachten op.
Wat hi*r in deze kasten op een kleine
oppervlakte aan dood en ziekte vereenigd
is, is voldoende om de geheele aarde te
ontvolken. Een moorddadige oorlog is slechts
kinderspel, vergeleken bij de groote sterfte,
die deze woekerende, afschuwelijke kiemen
des doods zouden veroorzaken.
En u hebt inderdaad deze verschillende
jeugdstadia van deze wezens kunnen waar
nemen ?" vraag ik aan den dokter.
Inderdaad. U zelf zijn toch ook, zonder
dat ik er u opmerkzaam op maakte, de
verschillen tusschen de culturen op gevallen.
Ik heb ze bestudeerd van de wieg tot
het graf, indien u mij deze scherts niet
kwalijk neemt. Ik meen hun geheele ontwik
kelingsgeschiedenis te kennen en ik zou
dan roman van de bacil kunnen sshrijven
als ik een dichter was."
Ik geloof, dat u eenigszins dichter bent,
dokter."
Vindt u? Ik weet niet of dat erg vleiend
voor een geleerde is, maar ik ben zoo'n
ketter, dat ik in ieder geval de phantasie
voor het geestelijk gereedschap «in een
onderzoeker houd. Paradox? Och neen', waar
logica op houdt, begint de phantasie."
Zoo is de bacillendokter in zijn laborato
rium daar buiten in Neully.
Wanneer ik boven op de imperiaal van
den stoomtram door de ruischende groene
boomkruinen van de Avenue de Neuilly
naar Parijs terugrijd, herinner ik mij, hoe
ik hem een paar dagen geleden in zijn
gezellig Parijsch huis heb gezien, zonder
witte kiel en zonder zijn genummerde
marmotten. Hij zat weerloos voor mij, vastge
bonden ter vivisectie in een bretde
geel-lederen stoel, terwijl ik het mes van den in
terviewer in hem zette.
En nu, waarde dokter, vertel mij nu eens
iets van uw leven l"
Maar het marmotje" protesteerde hevig.
Mensen, ben je niet wijs. Wat heeft de
wereld met mij te maken ? In 's hemels
naam, doe mij pleizier en spreek over iets
anders, anders laat ik al mijn bacillen op u,
journalist, los. Mijn werk? Daarover spreek
ik niet.
Mijn toekomstige plannen ? Die heb ik
al, maar daarover spreek ik nog minder.
Mijn liefhebberyen? Die zou je wel willen
weten. Mijn smaak ? Ik eet graag appelmoes."
Omdat hij dus niets zeggen wil, kijken wij
een beetje in de kamer rond. ledere kamer,
waarin iemand veel vertoeft, vertelt vele
gewoonten van haar bewoner.
Daar op het bureau, links, de Goethe van
Tischbein. Een paar "voet verder aan den
dichtstbij zy'nden wand nog eens de oude heer
uit Weimar ik geloof naar een beeltenis
van Jagemann. Daar tegenover op de deur
voor de derde maal Goethe, nu de prach
tige kop van het monument van Zeiler.
Daarnaast en daaronder een paar andere
afbeeldingen, doktoren, vrienden, musici,
die op goede vriendschap en hoogachting
wijzen. Aan een wand een boekenhanger. Niet
heel veel boeken, maar alle gelezen, gedeel
telijk stuk gelezen. Wat naar mijn meening
altijd een goed teeken is, dat de bibliotheek
er niet voor het oog, maar voor den geest,
of zelfs wanneer het voorkomt, voor het hart
is. De meubelen zijn breed, gemakkelijk, ge
schikt voor alle houdingen van het lichaam.
De dokter beweegt zich voortdurend op zijn
stoel, wanneer hij niet aan zijn rustig onder
zoek is. Alles in deze kamers licht, hoog,
vroolijk; nergens te veel snuisterijen.
Iemand die recht op zijn doel afgaat, met
breeden blik en eeu goed hart, dien de
kinderen van zijn vrienden als hun liefsten
kameraad beschouwen en wien het werk
voor zijn groot doel van alle
minderwaardigheden van het leven heeft gereinigd. Terwijl
ik dit opschrijf, zie ik zijn geiicht voor mij,
wanneer hij dit lezen zal, en hoor ik hem
al meineedige" roepen. Boos zal hij in ieder
geval wel worden, maar dat hindert niet,
Magis amica veritas.
Als hij het al te bont maakt, breng ik hem
voor de afbeelding in den hoek van zijn
kamer, welke een mooie vrouw voorstelt, die
majestueus te midden van een troep blaffende
honden voortschrijdt: de wetenschap, die
zich door booze tongen niet van haar weg
laat afbrengen. Hy heeft mij verklapt, dat
hem de strekking van deze voorstelling soms
troostte, en dit vertrouwen geeft mij het recht
zijn zielstoestand onder den microscoop te
brengen.
Dat de hooge trouwe Wetenschap hem
verder leide op zyn weg l
NIEUWE UITGAVEN.
Leerboek der oude geschiedenis voor de hoogere
klasee der gymnasia, door dr. H. VAN GELDER.
Groningen, J. B. Wolters.
De Militiegids met volledig overzicht tevens
van de voorschriften betreffende het
reservekader bij de infanterie en de vesting-artillerie.
Uitgegeven met voorkennis van het departe
ment van oorlog. 2edruk. Den Haag, C. Bredée.
Liederkeur voor de schonl en het leven. Bloem
lezing, door G. C. WEEREN. Groningen, J. B.
Wolters.
Kctionnaire. Latin- Grec-
Frangais-AnglaisAllemand-Hollandaie, des principaux termes
employés en Botanique et en Horticulture,
ainsi qu'une Liste de Genres de plantes,
dérivés de mots, dont l'explication se trouve
dans ce dictionnaire par A. M. C. JONGKINDT
CONINCK. Deuxième dition améliorée.
Bussum, A. M. C. Jongkindt Coninck.
Jaarverslag 1906?1907 der Nederlandsche
vereeniging tot bevordering van het
schoonhetdsbeginsel in het onderwijs. Goedgekeurd
bij Kon. besluit van 27 December 1905.
Verslag over het jaar 1906 der Vereeniging
tot opvoeding van half-verweesde- verwaar
loosde- of vejjaten kinderen, in het huisgezin,
te Amsterdam.
Practische zakboekjes voor natuurvrienden.
Insecten-atlas met 129 af beeldingen in kleu
rendruk.
Planten-atlai met 92 afbeeldingen in kleu
rendruk.
Vlinder-atlas met 129 afbeeldingen in kleu
rendruk.
Avonturen van Piet van Gent, door A. VREE
KEN, geïllustreerd.
Uitgaven van W. Hilarius W.Zn., Almelo.
liet leven van den Heiland, door GUSTAV
FRENSSEN, uit het Duitsch vertaald door
dr. C. D. SAX. Amsterdam, Van Holkema &
Warendorf.
Het leerlingwezen in Nederland. In opdracht
van de Nutscommissie voor Onderwijs, door
J. BRUINWOLD RIEDEL. Amsterdam, S. L. van
Looy.
Het drukkfrsjaarboek voor 1907. Tweede
jaargang. Uitgegeven onder medewerking van
verschillende vakkundigen, door Ipenbuur en
Van Seldam te Amsterdam, Juli 1907.
Inhoud van Tijdschriften.
Orgaan van den Nel. Bond tot Bestrijding
der Vivisectie, No. 1/2: Hygiëne, Wettelijke
Maatregelen tegen de Vivisectie, Hygiëne,
Een leekenantwoord aan dr. G. in zake het
Vivisectievraagstuk. Nog eens: Wettelijke
Maatregelen tegen de Vivisectie. De strijd
tegen de Vivisectie. Een circulaire der
Commissie in zake Vivisectie en het antwoord
van het Hoofdbestuur. Varia.
Toonkunst, No. 32: Orkeststudtes. Be
richten en Mededeelingen. Uit het
Vereenigings-Leven.
De Aciïde en haar Volken, No. 37: Van Toledo
naar Grenada, door Jane Dieulafoy. In het
gebied vanden Hochschwab, I. Regen.
Een man van beteekenis. Weerzien.
Succes. Feuilleton.
Moleschott, No. 6 : Buiktyphus, slot, door
dr. R. Bijlsma. Telephoon, Gezondheid
en Electrische ongevallen, door dr. Ch. Bles.
Kwakzalverij, door dr. E. J. Abrahams.
Eerste Conferentie voor
voedingsmiddelscheikunde, slot, door dr. F. A. Steensma.
Eigen Haard: Hofmakerij, door M. W.
Maclaine Pont, VI, slot. Spelende kinde
ren. Bioscopische opname op een vacantiedag,
door Frits van Raalte. De Olijf boom, door
J. K. B., met afb. De oude Krankzinni
genzaal van het Geschiedkundig
MedischPharmaceutisch Museum, in het Stedelijk
Museum te Amsterdam, door dr. C. B. Daniëb,
met afb. J. T. Cremer, de nieuwe President
der Nederlandsche Handelmaatschappij, met
portret. Verscheidenheid. Feuilleton.
De Borghese. In Marokko. Internatio
nale Tentoonstelling van Ambachtswerktui
gen te Amsterdam. Een gouden feest.
De komeet. Vogels in groote steden.
Reclame, alles met afb.
J. O.
Plein
Moderne Schilderijen, Aquarellen enz,
METAALWAREN
_J®K®OSN ELTJES
1H AA RLE M
Magazijn
Oud-Holland"
Damrak 75, Amsterdam.
Directiej P.JLJPAERELS.
Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en
Zilverwerk, Porselein, Glas, Tïn, Oude Perzische
Tapijten enz. enz.
ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN
_ _ _ _ VAN OUD-HOLLANDSCH SNIJWERK.
- TELEFOON 7261.
Alp. Kunst- GD KnustBiiverMuÉaüuel
SI ER KUNST"
JSpiegelstrnat
IV.
Verschillende soorten Aardewerk,
Batik- en Borduurwerk, Koperwerk,
Beeldhouwwerk.
Schilderijen, Teekeningen, Etsen,
Foto's en Lithografieën.
Antiquiteiten (Meubelen, Aarde
werk enz.)
RUDOLF ELION & C'.
KUNSTHANDEL - :-: :: ??-?
WED. G. DORENS & ZN. .-: ?-? :-:
EXPOSEERT: - - ? - RoKIN
56ORIGINEELE ETSEN EN LITHO'S VAN
BAUER, DUPONT, GR. VAN ROGGEN,
MOULIJN, NIEUWENKAMP,
WITSEN, E. A.
ORIGINEELE FRANSCHE
KLEURETSEN.
ETSEN NAAR SCHILDERIJEN VAN
HOLLANDSCHE MEESTERS VAN PROF.
DAKE, GR. VAN ROGGEN, E.A. t t t
REPRODUCTIES PROCÉD
VAN MEURS.
SIMILI-AQUA RELLEN,
KLEURDRUKKEN, ENZ. ft t t t t t
COPFNHAGEN-PORCELEIN f t t t
REPRODUCTIES NAAR BEELDHOUW
WERKEN t t t t t t t t t t
- SPIEGELS EN ENCADREMENTEN.
Kunsthandel
KRÜGER &O-E.
37« Noordeinde.
's-Gravenhage.
Permanente Tentoonstelling
: Schilderijen en Aquarellen.
D.DJIÈREBIESAART
ACHTEE 8T. PIET EB 18
-:- -:- Utrecht -*- ->
MAGAZIJN VAN COMPLETE ME
BELESHINQ EN STOFFEERINQ =
VERHUIZINGEN, TRANSPORTEN,
SPECIALE AFDEELINQ
A-MIQUI
TEITEB EN KUNSTVOORWERPEN
WONING-INRICHTINGEN
254 SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM
D RrV5CHNflBEL
OP KOPER EN ZIMrV.
GtB°aw?FELIX MERITIS"
r\EIZER5GRACHT32<r
reu. 2007