Historisch Archief 1877-1940
DE A M iT KRD A M M E R W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D.
NÓ. 1574
ingrijpende verbeteringen aan te brengen.
De luttele kansen hierop moeten z. i. nood
wendig voeren tot revolutie.
Hutchinson trekt logische besluiten uit de
tegenwoordige toestanden. Beperking van
den persoon!üken rijkdomis, overeenkomstig
den titel saa zyn boek, de grondslag van zjjne
gansche economische en sociale structuur.
Hij beschrijft, hoe in zeker jaar eene wet
wordt ingevoerd, welke het bedrag van. hoof
delijke erfenissen beperkt, zoodat het meer
dere aan- de s< ha kist overgaat.
Natuurlijk laten zich de verreikende ge
volgen daarvan gevoelen, Hij beweegt zich
intusscbt n niet in de sfeeren van eene socia
listische of economische maatschappij, maar
laat de wereld weder terugkeeren tot de mede
dinging onder a.lle. klassen en alle personen.
Op byzonddr onderhoudende wijzen wordt
uitgewerkt, hoe het toegaat onder het stelsel
van beiitsbeperking. Als een der voornaamste
departementen van algemeen bestuur is dan
werkzaam het departement van bei openbaar
vermogen. Van hieruit begint het ganache
administratieve raderwerk, dat zich uitstrekt
tot den meest onlergeschikten gemeente
beambte, belast met liefdadigheid^ber: eseer,
of zelfs met het bewaren der openbare rust.
Beide boeken zijn in verschillen de opzich
ten eene kennismakidg overwaard.
A. E. M. 8. TE LABR.
Sociale,
Het Tertrüien m kaW oor d
0eratie?edoor M. P. DE CLEROQ.
Tot een der voornaamste onderdeelen van
de werkzaamheden en bemoeiingen in zake
de oprichting eener Co
peratieve-Bouwvereeniging, behoort het verkrijgen van het
benoodigde kapitaal tegen gewone hypo
theekrente, onder verplichting van telken
jare hooger wordende aflossing; de uitvoe
ring van alle voorloopig gemaakte plannen
is immers daarvan ten eer.enmale afhankelijk.
Aangezien mij gebleken is, hoe dit onder
deel in verschillende gemeenten van ons land
zoozeer als aan onoverkomelijk bezwaar
beschouwd worlt, dat men niet eens een
begin van samenwerking durft te maken in
zake deze belangrijke algemeene en eigene
bevordering van belangen; hoezeer daarvan
de wenschelijkheid ook erkennende, acht ik
het een nuttig, noodig en dankbaar werk
?om dit onderwerp eens in al zijne bijzon
derheden te behandelen.
Voor de goede orde van zaken zij hier
bij nog even aangestipt, dat de gewone
loop der bezigheden ter oprichting eener
coöp. bouwvereeniging moét zijn : de be
noeming van een bestuur, het vaststellen
van een voorloopig reglement (waarbij regle
menten of statuten van dergelijke bestaan
de vereenigingen als uitgangspunt kunnen
dienen), bepalen eener kleine welijksche of
maande! ijksche contributie ter bestrijding
der onvermijdelijke oprichtingskosten, vast
stellen van het type der huizen, keuze van
een bouwterrein en begroeting van het
benoodigde kapitaal.
Daarna moet de schriftelijke toezegging
van dat kapitaal in orde wezen, met bepa
ling daar telkens zooveel procent van te
kunnen krijgen, als benoodigd zal blijken
voor aankoop van het bouwterrein, betaling
der aanbestedingstermijnen en van alle ver
dere kosten, tot de honderd procent of het
geheele benoodigde kapitaal, onder verband
van eerste hypotheek, zal zijn verschaft.
In die honderd procent of laening onder
hypothecair verband tot den vollen
kostenden prijs, zien zoo velen een onoverkomelijk
bezwaar, omdat de voorwaarde bij gewone
HET GEHEIM.
Naar het Engelsch,
van MARY E. WILKENS FREEMAN.
II.
Catherine hief fier bet hoofd op. Zij scheen
langer te zijn geworden. De va=te blik van
haar bruine oogen en de nobele lijnen van
haar breed voorhoofd schenen haar werkely'k
boven alle wantrouwen te verheffen. Toch
begon haar moeder ongerust te worden.
Toen Catherine voor de kachel ging zitten,
den rok van haar roode japon een weinig
.optilde, zoodat er een zijden onderrok vol
strookjes te voorschijn kwam, en op
doodgewonen toon zei Ie, dat het buiten bitter
koud was en dat het heerlijk was, in een
warme kamer te kunnen zitten, bleef haar
moeder haar bezorgd aankijken. En toen
tante Sarah haar werk had opgeborgen, en
met haar blaker naar haar slaapkamer ver
dwenen was, zeide zy ronduit, wat haar op
het hart lag.
Ik hoop, dat je niet verkeerd gehandeld
hebt, Catherine," begon zij.
Catherine wierp haar een snellen blik toe.
U denkt toch hoop ik, niet, dat ik in het
hotel heb zitten drinken, of iets dergelijks,"
zeide zij.
Neen, dat bedoel ik niet, Catherine. Ik
weet wel, dat, waar je ook eeweeit bent,
je niets verkeerds zult .hebben gedaan, en
Jot op zekere hoogte kan ik je niet kwalijk
nemen, dat je het niet wilde vertell-n,
toen & et, j e op zoo'n manier werd gevraagd.
Dat was genoeg, om iemand dol te maken.
He* «taakte mij zelfs dol. Maar ik weet niet,
«*t ijft -per slot van rekening niet verkeerd
b«bt gehandeld, door het hem niet te
verDollen."
Ik heb gehandeld op de eenige manier,
waarop elk meisje, dat ook maar eenig ge
voel van,trots bezit, had kunnen handelen/'
Misschien wel, maar toch wel, je weet
Catherine, hoe goed en betrouwbaar John
Greason is."
Muilezels zijn ook wel eens goed ea be
trouwbaar."
Wel, natuurlek,jebentpasdrie-en-twintig,
en John Greason is niet de eenige man in
de wereld. "
Ik heb, vóórdat John kwam, meer hu
welijksaanzoeken gehad, en ik heb er heuscti
nooit moeite voor gedaan,1' zeide Catherine.
Dat is waar."
dusdanige leeningen nu eenmaal is, daarbij
hoogstens tot 75 procent maar liever nog
tot 60 procent, der getaxeerde waarde vafl
onroerende goederen te gaan.
Ik heizeg bij gewone dusdanige leenin
gen", omdat juist door het bijzondere geval
van te leenen aan coöp.-bouwvereenigingen,
de buitengewoon hoogepercentage zooeven
genoemd volkomen door de daaraan ver
bonden omstandigheden of eigenaardigheden
gerechtvaardigd is.
Het is zeer juist, dat een hypotheekgever
niet hooger dan 75 procent der taxatie wil
gaan, indien het (ei gewoon geval g^ldt.
Hij heeft dan maar met un debiteur te
doen en dient voldoende gedekt te blijven
voor achterstand in rente, kosten van exe
cutie en minderen opbrengst bij publieke
yerkooping dan de geschatte waarde.
Maar bij het leenen van geld ond^r be
doeld verband aan co
p.-bouwvereenigingen, zijn er een aantal debiteuren, die,
volgens de Nederl. wet op de coöp.
vereenigingen, allen hoofdelijk voor het geheel
aansprakelijk zijn. Mocht er dus al eens
een lid zijn, niet in staat ora zijn aan
deel in de verplichtingen der vereeni
ging na te komen, dan behoeft ieder
der aadere leden slechts zijn klein aandeel in
dat te kort bij te betalen. Dit gaat nooit
boven de financieele draagkracht van die
andere leden, aangezien daartegen in alle
statuten of reglementen van coöp.
bouwvereenigingen gewaakt wordt, do^r de betalin
gen steeds op korte termijnen (bij kleine
woningen per week, grooteren per maand)
te stellen en hoogstens twee of drie malen
achterstand toe te laten. Mocht het debet
van een lid dus iets beginnen te beteekenen,
zoo wordt hij geroyeerd en verliest de groot
ste aantrekkelijkheid van het hier bedoelde
stelsel, de langzaam doch zeker in uitzicht
zijnde eigendomsverkrijging, hetzij persoon
lijk, hetzij gemeenschappelijk,
Aangezien de geldgever aan coöp.
bouwvereenigingen dus de absolute zekerheid
heeft, steeds prompt op tijd de overeenge
komen rente en aflossing te zullen ontvan
gen, kan er van verkoop bij executie nooit
sprake komen, waardoor de overwaarde tot
dekking der daarmede gepaard gaande
koshier geen reden van bestaan heeft.
Het eenige waar altijd op gelet dient te
worden is de soliditeit van de debiteuren,
want alle geldzaken met min lor waardige
personen zelfs al zijn die vermogend, geeft
allicht aanleiding tot teleurstelling. Welnu
de waarborg daarvoor bestaat juist in die
onderlinge aansprakelijkheid volgens de wet
op de coöp. ver. evengenoemd, want dit is
een prikkel gegrond op welbegrepen eigen
belang, om alleen ter goeder naam en faam
bekend zijnde personen in de gemeenschap
toe te laten en later degenen ten spoedigste
daaruit te verwijderen, die de belangen der
andere leden kunnen beuadeelen.
Bovendien duurt die hypotheek vin hon
derd procent of de werkelijk kostende prij
zen van huizen en bijbehoorende gronden
slechts zeer kort, want reeds na het eerste
jaar wordt zij minder door aflossing, terwijl
de grondprijzen steeds stijg-n daar waar
een flink aantal solide gebouwde huizen,
voortdurend door dezelfde knappe gezinnen
bewoond blijven.
Hieruit blijkt dus ten duidelijkste hoe
zeer het geven van de volle waarde onder
hyp. verband aan coop.-bouwvereenigin.ren,
volkomen gerechtvaardigd is door de bij
zondere omstandigheden, waarbij in vele
gevallen dit ook nog een streepje voor heeft,
dat er steeds klaren wijn wordt geschonken,
iets wat bij gewone hypotheken tot hoog
stens 75 procent der getaxeerde waarde
heel dikwijls veel te wenschon overlaat!
Toch heeft de vrees van sommigen noj;
eenige redenen va,n bestaan, dat zij het
hoofd zullen stooten, indien zij bij particu
lieren, vereenigingen, vennootschappen,
stichtingen, fondsen, bonden, en?., komen
aankloppen ten deelname in het kapitaal
Maar bovendien, ik geef er niets om,
om te trouwen. Waarvoor ter wereld is het
noodig ? We hebben genoeg, om van te leven.
Ik heb alles, wat ik noodig heb. Wat kan
het mij schelen, als ik nooit trouw? De
meeste getrouwde vrouwen, die ik ken, zou
den zeggen, dat zij wenschten het maar nooit
te hebben gedaan, als zij de waarheid durfden
zeggen. Het brengt een masfa zorg en ver
antwoordelijkheid mee. Een meisje heeft het
veel prettiger en gemakkelijker."
Ia, maar een vrouw kan niet altijd een
meisje blijven," zeide Catherine's moeder,
en er kwam een eigenaardige uitdrukking
op haar gelaat een uitdrukking van teedere
en liefelijke herinneringen, vermengd met een
bee'je verlegenheid.
Catherine wendde zich om en keek haar
moeder scherp aan met haar heldere, fiere,
jonge oogen. Moeder," zeide zij zij aar
zelde even, maar ging toen door hebt u
er nooit spijt van gehad, dat u getrouwd
bent ?"
De moeder bloosde. Zg keek haar dochter
aan met een mengeling van waardigheid en
verlegenheid. Het huwelijk is een goddelijke
instelling/'' zeide zij, en klemde toen haar
lippen ftijf op elkaar.
Och, onzin!" riep Catheriae uit. Zegde
waarheid, moeder, zonder u om de goddelijke
instelling te bekommeren. Ik weet heel goed,
dat vader twee derden van den tijd knorrig
en ziekelyk was. Daar heb ik genoeg over
gehoord door tante Sarah. Ik weet, dat het
u, totdat grootmoeder stierf, de grootste
moeite kostte, rond te komen, omdat zij het
niet goed vond, dat u met vader getrouwd
was, en u niet wou helpen, en dat v.aderals
dokter nooit veel succes had, hij was zoo
driftig en was zelf eigenlijk altijd ziek. En
ik weet, dat u, zoo gan v als het maar kon,
achter elkaar vijf kinderen hebt gehad, en
dat ze, behalve ik, allemaal dood zijn ge
gaan. En nu, zegt u mij nu eens de
waarheid als u alles weer precies zoo
zoudt moeten door maken, zoudt u dan
weer met vader trouwen ?''
De blos was van mevrouw Gould's gelaat
verdwenen. Zij was zeer bleek geworden.
Ja, dat zou ik doen, en ik zou den Heer
danken voor Zijn onuitsprekelijke genade,"
zeide zij op zachter, plechtigen toon,
bijna alsof zij op een preekstoel stond Toen
keerde de blos weer op haar gelaat terug,
maar de verlegenheid was verdwener. Zij
was nu in staat, haar dochter triomfantelijk,
zelfs met een gevoel van superioriteit, aan
te zien. Ik was al getrouwd, tien ik acht
tien was, vijf jaar jonger dan jij nu bent,"
zeide zy'.
Dat had ik ook kunnen zijn, als ik had
voor een op te richten co
peratieve-bouwvereeniging. De Nederlandsche gehechtheid
aan bestaande toestanden (die zeer zeker
ook hare goede zijde heeft) doet niet licht
van het gewone betreden pad afwijken, al
blijkt klaar en duidelijk dat de aadere
schijnbaar minder goei gebaande weg
inderdaad veel hechter en vertrouwbaarder
to noemen is.
Niet dat die vrees daardoor ontaarden
moet in het verkeerde van geen begin
zelfs te willen maken, is door het
evengemelde te verdedigen, want zonder moeite
krijgt men waarlijk geen sociale verbete
ringen tot stand en "Voor alle onder
nemingen waarbij kapitaal noodig is
bahoort er geluk bij de pogingen te komen,
om met dat gioote en voiriiame onderdeel
in alle nieuwe ondernemingen te slagen.
Dat bijomsttndijheJen zooals da hooge
rente-ttandaard van beleening en prolon
gatie ter Amst. beurze, nu reeds gedurende
bijna een geheel jaar, dit geluk niet in de
hand werken.... wie kan dit ontkeni.en?
Niet alleen ter 01 tzenuwing van deze
vrees, doch ook volledigheidshalve, ga ik
nu nog twee argumenten omschrijven, die
ook ieder op zichzelf volioende beweeg
re lenen zijn ter vergemakkelijkcr making
van het verkrijgen van kapitaal door Co
peratieve Bouwvercenigirgen.
Ten eerste de gunstige gevolgen reeds
sedert 21 jaren hier te Haarlem verkregen,
door een zeer groot aantal geldgevers aan
ongeveer 40 coöp. bouwvereenigingen, ten
bedrage vin kapitalen groot /4'J.OOÜ.?tot
?200.000?, derhalve te samen waarlijk
geen kinderachtig sommetje. Bijna al deze
leeningen zijn aangegaan tot de volle
kostenie prijzen van de coöp. gebouwde huizen
met bijoehooreuden grond en daar waar
niet die 100 procent beuoodigd was, werd
het usantieele maximum van 75 procent bij
gewone hypotheken toch zeer ver over
schreden.
Alle verplichtingen van rente en aflossing
zijn behoorlijk nagekomen, zooals voor
iedereen kosteloos te zien is in de griffie
van het Kantongerecht, Jansstraat bij de
Groote Markt te Haarlem, alwaar elke coöp.
bouwvereeniging telken jare de rekening
en verantwoording over het afgeloopen boek
jaar in moet leveren.
Wel zijn er eenmaal moeilijkheden voor
gekomen, doch geheel buiten schuld der
woning-coöperators. Twee groote firma's,
bij wie de ontvangen gelden voor contributie
bij wijze van huur iedere week of maand
i deposito gegeven werden, geraakten in
staat van faillissement en de (gelukkig maar
enkele) coöp. bouwvereenigingen die bij haar
aldus geld tegoed hadden staan, waren daar
door niet bij machte toen op tijd alles te
voldoen. Dank zij de medewerking der
geldgevers, is toen door wat geduld alles
gaandeweg nog goed terecht gekomen, wel
tot schade in den aflossingstermijn voor c'e
betrokken wonirig-coöperatorp, dooh zonder
nadeel voor geldgever*.
In dien tiji kreeg ik veel bezoek van de
daarbij betrokken besturen, ter bespreking
dezer aangelegenheid en kan ik ten gevolge
daarvan tut mijn groot genoegen verklaren,
dat eenvoudige do ;h solide personen vrij
wat meer zorg en moeite aanwenden tot
het nakomen van eenmaal aa"ge?ane ver
plichtingen, dan hetzelfde bij menig meer
ontwikkelde dikwijls valt op te merken.
Terwijl eene langdurige goede
ondorvinding mét belangrijke bedragen zoo gunstig
pleit voor de meermalen zoozeer gewraakte
hypotheek van 100 procent, is er toch
waarlij t reden te over om iedereen met volkomen
gerustheid te mogen aanraden, liever den
weg te volgen, die de geschiedenis van J l
jaren als volkomen veitrouwbaar leert ken
nen, dan het voetspoor van hoogstens 75
procent in gewone gevallen te willen blijven
betreden, waarbij reeds tal van treurige
ervaringen te co.istateeren zijn!
En uu het laatste argument. Dit is de
gewili,' antwoordde Catherine mat iets als
verhadng in haar blik.
Dat weet ik. 't Is je eigen schuld, a's je
het beste, wat het le/ea een vrouw kan
geven, zult moeten missen. Je eigen schuld,
toen, en nu ook. Waar ben je vanavond
geweest ?''
Catherine stond op, boos en met gefronste
wenkbrauwen. Toen helderde plotseling
haar geacht op ea zij lachte vrojlijk. U
zoudt het op staanden voet aan John Greason
gaan vertellen, hoe koud het ook is, en hoa
bang u ooi beat om 'savoads alleen uit te
gaan," zeide zij. Xeen, moeder, ik vertel
niet, waar ik gewaest ben, en wat het
missen van het beste, dat het leven aan
een vrouw kan geven, betreft, nu,
ik zal het er maar op wagen ? En nu
ga ik naar bed. Ik moet morgen Alice
Leeds helpen om haar huis in orde te maken
voor haar groote middagthee partij, en ik
heb beloofd, dat ik vroeg zou komen".
Als je maar gewild hadt, zou je nu je
eigen huis kunnen in orde maken voor een
theepartij".
Catherine lachte weer, Alsof dit huis
niet mijn thuis was, en toen prettig en ge
zellig, neen, heel wat prettiger en ge;elliger
dan het huis van Alice Lseds, en alsof
ik geen theepartij zou kunnen ge^en, als ik
dat wou! Ik denk, dat ik er de volgende
maand eens een zal geven".
Dat ia niet hetzelfde".
Ik ben er tevreden mee. Alice Leeds'man
vindt het heelemaal niet goed, dat zij er een
geeft, en is doodsbenauwd, dat, hij zijn etea
niet bijtijds zal kiijgen! Ik zal mijn best
doen, de menschen op tijd weg te krijgen,
en Aüce helpen alles op te ruimen, en het
eten voor haar dienstbaren echtgenoot precies
op tijd op tafel te krijgen, zoodat hij niet
zal hoeven te brommen".
Komen er ook heeren"? vroeg mevrouw
Gould.
Catherine lachte weer, terwijl zij haar
kaars aanstak, en het zachte licht een gloed
wierp over haar moui gezichtje, Er zijn wel
heeren gevraagd", antwoordde zij, maar in
dit geval is het: de mencch wikt, en God
beschikt. Het is Zaterdagmiddag, en er is
dus geen enkele reden, waarom de heeren
niet zouden kunnen komen, als zij wilden
komen. Maar de groote vraag is: zullen
zij willen? Ik denk baast, dit John Greason
wel zou gekomen zyn, als hij mij niet had
beleedigd door te veronderstellen, dat ik geen
uur na donker uit zou kunnen zijn, zonder
iets verschrikkelijks uit te halen, als het soms
is, wat u bedoelt. Nu veronderstel ik, dat
hij wel niet zal komen. Goeden nacht, moe
der; tob er maar niet o?er".
plicht die op ieder Nederlander rust, tot
bevordering der sedert l Augustus 1904 in
ons land vigeerende Woning- en Gezond
heidswetten, opgemaakt door wettig gekozen
minister*, behoorlijk behandeld en gewij dgd
in de Tweede Kamer door de door ons
Nederlanders gekozen leden daarvan; voorts
goedgekeurd door de Eerste Kamer en uit
voerbaar verklaard door H. M. de Koningin
Wilhelmina.
Tot de toepassing dezer wetten, geheel
in het sociale of algemeene belang uitge
vaardigd, met de meest mogelijke kunde,
toewijding en aandacht behandeld, zijn wij
allen geroepen naar mate het ons mogelijk
zal wezen daartoe mede te werken.
Het gaat niet aan dit rustig te willen
ovei laten aan de daartoe gestelde autori
teiten, vooral niet waar het zulk een in
grijpend sociaal belang betreft als de
woningverbetering en de daaraan zoo nauvv
verbonden voJksgezondheid.
Nog steeds klinkt mij het gezejle inde
ooren van een der voornaamste medewerkers
aan de hier bedoelde wetten, in zijne hoogst
leerrijke verklaring daarvan: de beoogde
wocingverberering zal alleen dan mogelijk
wezen, indien iedereen meer hart voor
zijne of hare woning heeft, dan nu het
geval is".
Welnu dit kan door coöperatief-wonen,
zooals ik in mijn laatste stukje in het
We kblad de Amsterdammer breedvoerig
heb uiteengezet.
Daarom zijn degenen die gelden solide
rentegevend hebben te maken, hetzij voor
derden, stichtingen, enz. enz., wel degelijk
gehouden om door deelname in het kapitaal
van nieuw o^j te ricliten co
peratievebouwvereenigingen, de uitvoering der meer
genoemde wetten daadwerkelijk te steunen.
Meer heb ik hier waarlijk niet bij te
voeden.
?i 'l n i ttitiiiitiiiiiitnimiitiHiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiinHiiiiiimiiiim
m Bosboom. *>
Onder redactie van Bremmer is bij W.
Versluys uitgekomen een bundel reproducties
naar teekening-in \an Bjsboom uit de ver
zameling H. W. Meadag Het zijn er 70 in ge
tal. De:e collectie behoort niet tot* het
museum door Mv*dag geschonken. De heer
Bremmer doet deze mededeeling en zegt
vervolgens: Daar nu de toekomst van deze
verzameling onzeker is en men in al deze
slul.es vojr de kennis van Bosboom zooveel
interessant materiaal bijeen indt, dacht het
mij raadzaam dit alles in een
reproductieui'gave bijeen te brengen. ' Inderdaad kan
m. 'n met djze uitgaaf wel ingenomen zijn,
want eerstens heeft Bosboota zich in het
procédéder waterverf volkomener geuit dan
in de zwaardere o'ieverf-techniek, ten tweede
leent de teekeniug zich altijd gunstiger tot
getrouw reproduceeren dan de schilderij.
Zoo kau men dan ook werkelijk met deze
bladen voor oogen, zich een viij duidelijke
voorstelling maken van wat in Bosboom's
kunstuiting de voorname kwali eiten zijn.
De tpmerking kan dan gemaakt worden, dat
deze schilder in zijn kunstbedrijf toch wel een
zijdig s'eels bleef, daar de keus van onder
werp zich nagenoeg uitsluitend bepaalde tot
het kerk interieur. En ook verder valt bij het
doorzien van deze collec'ie teekeningen te
courttateeren, dat, onder een tijdsverloop van
tientallen jaren de uitingswijze op geen
aan
*) J. Bosboom 70 Teekeningen en studie's
uit d-* ve'zameling H. W. Mesdag. Uitgave
van W. Versluys, Amsterdam.
iiiiiuminiiimmiiiiimiiHitii!
Irrüen Catharina dien nacht slecht had
geslapen, was dat in elk geval niet aan haar
stralend gedicht te zien, toen zij den volgenden
morgen beneden kwam om te ontbijten.
Haar moeder zag eruit, alsof zij' geen oog
hal dichtgedaan, en Catherina wierp haar
een snellen blik toe, vol onrust en ergernis.
In 'g hemelsnaam, moeder, ga na't ontbijt
een beetje liggen en probeer of u geen dutje
kunt doen." zeide zij, toen de meid uit de
kamer verdwenen was. Anders zult u van
middag niet in staat zijn, naar Alice te gaan."
Ik was eigenlijk van plan, om maarniet
te gaan," antwoordde Catherine's moeder op
klagelijken toon,
Onzin!' riep Catherine uit. Natuurlijk
gaat u. Daar hebt u nu die mooie japon
voor laten maken ..."
Ik weet niet..,"
Maar ik weet het wel."
lic dacht erover, ook maar niet te gaan,"
zeide tante Sarah, die bezig was aan een
beschuitje te knabbelen, op beleedigden toon.
Natuurlijk gaat u ook. U hebt immers
expres dien mooien hoed gekocht. Lieve
hemel, u beiden bent toch niet van plan,
al de Greasons in den waan td brengen, dat
wij onze harten gebroken hebben, omdat
John gisterenavond boos is weggeloopen en
mij rnet een doos bonbons heeft gegooid ?
Mevrouw Greason en Lottie en mevrouw
Ames zull-n er natuurlijk alle drie zijn,
en met hun oogen en ooren wijd open, dat
verzeker ik u. Eén ding is een geluk als
ik niet met John trouw, b.en ik ten minste
van zijn familie af, en ik moet eerlijk be
kennen, dat ik mij ze!f dikwijls heb afge
vraagd, hoe ter wereld ik ooit met zijn moeder
en zusters zou kunnen opschieten."
,,John is verreweg de beste van de familie,"
zeide Sarah Gould, nog een beschuitje nement,
Ik het altijd gezegd, dat het lang niet ge
makkelijk zou zijn, om met die menschen
om te gaan."
En ik zou natuurlijk verplicht geweest
zijn, alle mogelijke feestdagen en verjaardagen
mes dien heelen troep te vieren," zeide
Catherine. Bij ieder verlies komt gewoonlijk
ook wel een beetje winst. En in dit geval
is het niet eens een beetje. Mij dunkt, dat
ik er wel zes percent mee heb gewonnen."
Catherine was vrij goed op de hoogte van
geldzaken. Jong als zij was beheerde zij
het kapitaaltje, waarvan zij leefiien. De
twee oudere vrouwen waren in dat opzicht
volkomen hulpeloos. Na den docd van
Catherine's valer, had zijn oudste broeder
het beheer der zaken op z:.eh genomen,
maar toen hij, twee jaar geleden was gestoren,
had Catherine die taak overgenomen en zich
met het meeste succes ervan gekweten. Zij
merkelijke verlegging der intentie duidt, en
allicht in een onvruchtbare, systematische
behandeling zou ontaard zijn, zoo niet een
stage zich verinnigende waarceming de veer
kracht van het doen had on lerhou ten.
Het werfe van Bosboom nemende naar het
uiterlijk aspect, beeft het bekorende van een
fraai loopende teekenhanrl. Miar toch, meer
dan om de hoedanigheid van zwierige be
weging eener vlot-vloeiende teekening (bij
Rocbussen ook vallen analoge
uiterlykheidskwaliteiten te waardeeren) is Bosboom's werk
van ongemeene beteekeuis, naast dat der
voormannen van de kuastbewegin^ van de
helft der 19e eeuw. Hij is ten eerste, en
ten tweede da schilder van de lijn, de
impressionistische teekenaar. Wat in zijn
kerkinterieurs de treflende eigenschap uit
maakt is de concordance van den bouw, hoe
ingewikkeld het vlechtwerk van de
arcaitectonische schikking ook zijn moge. Maar
aan het natuurlijke begrijpen der
bouwkutistige verhoudingen voegt zich het verrukte
zien van den scuilder.
De strenge eveumatigheid van het geor
dende lijnenstel doet in zijn teekeningen de
werking, die het generale uitzicht eener
architecturale compositie bedoelt te verwek
ken. Het meetkunstige vindt uitdrukking inde
ruim'.e.
Deze reproductie's, gelijk alle onder redactie
van Bremmer uitgegeven, hebben de wel
zeldzame eigenschap, volkomen vrij te zijn,
van eenige retouche. Men weet das zeker
daarop niets te vinden wat op het origine-!
niet aanwezig is. Er blijft voor de
weESchelykheid van den maatregel, om onvoorwaar
delijk af te wyzen, alle aanvulling van een
tekort bij deopname door de vcye hand, wel
eenige gedachtewrijving moge! g k. Dat de
fotografische reproductie altijd alle anderen
in getrouwe wedergave van een. origineel
overtreffen moet, doet haar dan ook den
voorkeur geven. Maar waar we over de vol
doening van de wiskunstige juistheid door het
mechanische werktuig.toch even storing onder
vinden door in 't oog loopende fouten, is ook
de wensch naar het redresseeren daarvan door
een bedreven en behoedzame hand, niet zoo
geheel onredelijk. Maar ik geef toe, dat de
retouche by reproductie's van schilderijen
heel wat zonden bedreven heeft. En de
ooge'ijkheid, in de foto's betracht, door
bijwerking uit de vrije hand is van zeer
bedenkelijken aard, evenals het wegschuren der
gietnaden van een pleisterbetldje. Waar dus
in 't algemeen kan worden gezegd, dat de
retouche een vervalschend element is in
de reproductie, moet dit standpunt, om nieta
te willen geven wat op het origineel niet te
vinden is, ons prij.enswaardig heeten.
W. STEEXIIOFF.
Illustratie door Mogrdie,
Naar ik meen, was h'et uit Frankrijk dat
men voor het eerst hoorde van door middel
van foto's geïllustreerde roman*, o. a. boeken
van Gyp. Nog ziet men het feuiüetonnistisch
bijvoegsel van sommige F/ansche tijdschrif
ten op die wijze behandeld, maar overigens
fchijBt de proef niet opgegaan te zijn en dat
is niet sreemd.
Het is dui lelijk, wat het doel van de
maatregel moet zijn geweest, en even evident,
waarom dit doel gemist is.
Men beeft gedacht, hoe kan men een ver
haal; waarin levende, gewone menechen op
treden, menschen van onzen tijd, in het
hedetdaagsche milieu, hoe kan men het op
natuurlijker en waarschijnlijker wijze beel
dend verslaren en opluisteren dan door mid
del van fotograüca naar lieden in de
vereischte houdingen, met de noodige gebaren,
in het gewensch'e landschap of de ge
vraagde kamer ? Zon Ier de t usschenkomst van
een teekenaar en zijn invidueele taal, met
zijn persoonlijken blii en opvattin», die met
die des schrijvers totaal in strijd kan zijn,
doch direct met behulp van de ook door den
was eigenlijk in alle opzichten ink en bij
de hand.
Toen zij dien morgen in de heldere
winterkoude uitging, liep zij met opgeheven hoofd,
vol van een instinctmatige levensvreugde,
hoewel zij juist den strijd met het eerste,
groote verdriet van haar leven had aanvaard.
Van haar vaders dood kon zij zich niets
meer herinneren. Van baar oom had zij
niet veel gehouden, hij had evenmin veel
om haar gegeven, en zijn dood had haar
vrij wel onverschillig gelaten. Maar zij
had veel gehouden van John Greason, zij
hield nog veel van hem, en wat er den
vorigen avond was gebeurd, was alles behalve
een kleinigheid voor haar; doch haar trots
en de haar sangeboren levenslust hielden
haar staande. Zij dacht aan de nieuwe
roodzijden japon, die zij dien middag zou dragen.
Zij kon zich duidelijk voorstellen, hoe zy"
er uit zou zien, en hoe al de heeren als
er heeren zouden zijn zich om haar zouden
verdringen. Trouwen?, de dames even goed.
Alle vrouwen hiellen van Cdtherine. Zij
bozat een vroolijke goedhartigheid, die haar
beschermde tegen afgunst op haar schoonheid.
Zij dacht eraan, dat John Greason's moeder
en zijn zuster Lottie, en zijn getrouwde zuster,
mevrouw Ames, er zeker ook zouden zijn, en
hoe zij haar zouden bewonderen. Zij was vast
er van overtuigd, dat John zijn mond zou
hebben gehouden, dat hij zelfs aan zijn eigen
familie niet zou hebben verteld, dat zijn enga
gement verbroken was, dat hij het aan hen
zelf zou overlaten, dat te ontdekken. Zij was
er eveneens zeker van, dat haar moeder en
haar tante niets zouden hebben verteld. Zij
wisten, dat zij dat niet zouden kunnen doen,
zonder haar zelf in opspraak te brengen, daar
zij nog altijd niet had verteld, waar zij ge
weest was, en hoewel zij haar niet wan
trouwden, zouden anderen dat natuurlijk wel
eens kunnen doen. Zelfs populariteit is geen
bescherming tegen lasterpraatjes, en Exbridge
was een stil plaatsje. Zij wist heel goed, dat
de menschen, al hielden zij veel van haar,
het evenmin zouden kunnen laten, kwaad
van ha^r te spreken, wanneer zij er de kans
toe hadden, als zij het zouden kunnen laten
op een Juli-avond naar een vuurpijl te kijken.
Vuurwerk, van welke soort ook, was een
voudig onweerstaanbaar voor menschen, die
zoo zelden een pretje" hadden. Zij wist, dat,
hoewel haar tante niet verstandig was, haar
moeder dat wel was, en zij wist, dat haar
moeder niets zou vertellen en er wel voor
zou zorgen, dat haar tante het evenmin deed.
(Wordt vervolgd.)