De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 25 augustus pagina 2

25 augustus 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M iT KRD A M M E R W E E K B L A D V O O R N E D E R L A N D. NÓ. 1574 ingrijpende verbeteringen aan te brengen. De luttele kansen hierop moeten z. i. nood wendig voeren tot revolutie. Hutchinson trekt logische besluiten uit de tegenwoordige toestanden. Beperking van den persoon!üken rijkdomis, overeenkomstig den titel saa zyn boek, de grondslag van zjjne gansche economische en sociale structuur. Hij beschrijft, hoe in zeker jaar eene wet wordt ingevoerd, welke het bedrag van. hoof delijke erfenissen beperkt, zoodat het meer dere aan- de s< ha kist overgaat. Natuurlijk laten zich de verreikende ge volgen daarvan gevoelen, Hij beweegt zich intusscbt n niet in de sfeeren van eene socia listische of economische maatschappij, maar laat de wereld weder terugkeeren tot de mede dinging onder a.lle. klassen en alle personen. Op byzonddr onderhoudende wijzen wordt uitgewerkt, hoe het toegaat onder het stelsel van beiitsbeperking. Als een der voornaamste departementen van algemeen bestuur is dan werkzaam het departement van bei openbaar vermogen. Van hieruit begint het ganache administratieve raderwerk, dat zich uitstrekt tot den meest onlergeschikten gemeente beambte, belast met liefdadigheid^ber: eseer, of zelfs met het bewaren der openbare rust. Beide boeken zijn in verschillen de opzich ten eene kennismakidg overwaard. A. E. M. 8. TE LABR. Sociale, Het Tertrüien m kaW oor d 0eratie?edoor M. P. DE CLEROQ. Tot een der voornaamste onderdeelen van de werkzaamheden en bemoeiingen in zake de oprichting eener Co peratieve-Bouwvereeniging, behoort het verkrijgen van het benoodigde kapitaal tegen gewone hypo theekrente, onder verplichting van telken jare hooger wordende aflossing; de uitvoe ring van alle voorloopig gemaakte plannen is immers daarvan ten eer.enmale afhankelijk. Aangezien mij gebleken is, hoe dit onder deel in verschillende gemeenten van ons land zoozeer als aan onoverkomelijk bezwaar beschouwd worlt, dat men niet eens een begin van samenwerking durft te maken in zake deze belangrijke algemeene en eigene bevordering van belangen; hoezeer daarvan de wenschelijkheid ook erkennende, acht ik het een nuttig, noodig en dankbaar werk ?om dit onderwerp eens in al zijne bijzon derheden te behandelen. Voor de goede orde van zaken zij hier bij nog even aangestipt, dat de gewone loop der bezigheden ter oprichting eener coöp. bouwvereeniging moét zijn : de be noeming van een bestuur, het vaststellen van een voorloopig reglement (waarbij regle menten of statuten van dergelijke bestaan de vereenigingen als uitgangspunt kunnen dienen), bepalen eener kleine welijksche of maande! ijksche contributie ter bestrijding der onvermijdelijke oprichtingskosten, vast stellen van het type der huizen, keuze van een bouwterrein en begroeting van het benoodigde kapitaal. Daarna moet de schriftelijke toezegging van dat kapitaal in orde wezen, met bepa ling daar telkens zooveel procent van te kunnen krijgen, als benoodigd zal blijken voor aankoop van het bouwterrein, betaling der aanbestedingstermijnen en van alle ver dere kosten, tot de honderd procent of het geheele benoodigde kapitaal, onder verband van eerste hypotheek, zal zijn verschaft. In die honderd procent of laening onder hypothecair verband tot den vollen kostenden prijs, zien zoo velen een onoverkomelijk bezwaar, omdat de voorwaarde bij gewone HET GEHEIM. Naar het Engelsch, van MARY E. WILKENS FREEMAN. II. Catherine hief fier bet hoofd op. Zij scheen langer te zijn geworden. De va=te blik van haar bruine oogen en de nobele lijnen van haar breed voorhoofd schenen haar werkely'k boven alle wantrouwen te verheffen. Toch begon haar moeder ongerust te worden. Toen Catherine voor de kachel ging zitten, den rok van haar roode japon een weinig .optilde, zoodat er een zijden onderrok vol strookjes te voorschijn kwam, en op doodgewonen toon zei Ie, dat het buiten bitter koud was en dat het heerlijk was, in een warme kamer te kunnen zitten, bleef haar moeder haar bezorgd aankijken. En toen tante Sarah haar werk had opgeborgen, en met haar blaker naar haar slaapkamer ver dwenen was, zeide zy ronduit, wat haar op het hart lag. Ik hoop, dat je niet verkeerd gehandeld hebt, Catherine," begon zij. Catherine wierp haar een snellen blik toe. U denkt toch hoop ik, niet, dat ik in het hotel heb zitten drinken, of iets dergelijks," zeide zij. Neen, dat bedoel ik niet, Catherine. Ik weet wel, dat, waar je ook eeweeit bent, je niets verkeerds zult .hebben gedaan, en Jot op zekere hoogte kan ik je niet kwalijk nemen, dat je het niet wilde vertell-n, toen & et, j e op zoo'n manier werd gevraagd. Dat was genoeg, om iemand dol te maken. He* «taakte mij zelfs dol. Maar ik weet niet, «*t ijft -per slot van rekening niet verkeerd b«bt gehandeld, door het hem niet te verDollen." Ik heb gehandeld op de eenige manier, waarop elk meisje, dat ook maar eenig ge voel van,trots bezit, had kunnen handelen/' Misschien wel, maar toch wel, je weet Catherine, hoe goed en betrouwbaar John Greason is." Muilezels zijn ook wel eens goed ea be trouwbaar." Wel, natuurlek,jebentpasdrie-en-twintig, en John Greason is niet de eenige man in de wereld. " Ik heb, vóórdat John kwam, meer hu welijksaanzoeken gehad, en ik heb er heuscti nooit moeite voor gedaan,1' zeide Catherine. Dat is waar." dusdanige leeningen nu eenmaal is, daarbij hoogstens tot 75 procent maar liever nog tot 60 procent, der getaxeerde waarde vafl onroerende goederen te gaan. Ik heizeg bij gewone dusdanige leenin gen", omdat juist door het bijzondere geval van te leenen aan coöp.-bouwvereenigingen, de buitengewoon hoogepercentage zooeven genoemd volkomen door de daaraan ver bonden omstandigheden of eigenaardigheden gerechtvaardigd is. Het is zeer juist, dat een hypotheekgever niet hooger dan 75 procent der taxatie wil gaan, indien het (ei gewoon geval g^ldt. Hij heeft dan maar met un debiteur te doen en dient voldoende gedekt te blijven voor achterstand in rente, kosten van exe cutie en minderen opbrengst bij publieke yerkooping dan de geschatte waarde. Maar bij het leenen van geld ond^r be doeld verband aan co p.-bouwvereenigingen, zijn er een aantal debiteuren, die, volgens de Nederl. wet op de coöp. vereenigingen, allen hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn. Mocht er dus al eens een lid zijn, niet in staat ora zijn aan deel in de verplichtingen der vereeni ging na te komen, dan behoeft ieder der aadere leden slechts zijn klein aandeel in dat te kort bij te betalen. Dit gaat nooit boven de financieele draagkracht van die andere leden, aangezien daartegen in alle statuten of reglementen van coöp. bouwvereenigingen gewaakt wordt, do^r de betalin gen steeds op korte termijnen (bij kleine woningen per week, grooteren per maand) te stellen en hoogstens twee of drie malen achterstand toe te laten. Mocht het debet van een lid dus iets beginnen te beteekenen, zoo wordt hij geroyeerd en verliest de groot ste aantrekkelijkheid van het hier bedoelde stelsel, de langzaam doch zeker in uitzicht zijnde eigendomsverkrijging, hetzij persoon lijk, hetzij gemeenschappelijk, Aangezien de geldgever aan coöp. bouwvereenigingen dus de absolute zekerheid heeft, steeds prompt op tijd de overeenge komen rente en aflossing te zullen ontvan gen, kan er van verkoop bij executie nooit sprake komen, waardoor de overwaarde tot dekking der daarmede gepaard gaande koshier geen reden van bestaan heeft. Het eenige waar altijd op gelet dient te worden is de soliditeit van de debiteuren, want alle geldzaken met min lor waardige personen zelfs al zijn die vermogend, geeft allicht aanleiding tot teleurstelling. Welnu de waarborg daarvoor bestaat juist in die onderlinge aansprakelijkheid volgens de wet op de coöp. ver. evengenoemd, want dit is een prikkel gegrond op welbegrepen eigen belang, om alleen ter goeder naam en faam bekend zijnde personen in de gemeenschap toe te laten en later degenen ten spoedigste daaruit te verwijderen, die de belangen der andere leden kunnen beuadeelen. Bovendien duurt die hypotheek vin hon derd procent of de werkelijk kostende prij zen van huizen en bijbehoorende gronden slechts zeer kort, want reeds na het eerste jaar wordt zij minder door aflossing, terwijl de grondprijzen steeds stijg-n daar waar een flink aantal solide gebouwde huizen, voortdurend door dezelfde knappe gezinnen bewoond blijven. Hieruit blijkt dus ten duidelijkste hoe zeer het geven van de volle waarde onder hyp. verband aan coop.-bouwvereenigin.ren, volkomen gerechtvaardigd is door de bij zondere omstandigheden, waarbij in vele gevallen dit ook nog een streepje voor heeft, dat er steeds klaren wijn wordt geschonken, iets wat bij gewone hypotheken tot hoog stens 75 procent der getaxeerde waarde heel dikwijls veel te wenschon overlaat! Toch heeft de vrees van sommigen noj; eenige redenen va,n bestaan, dat zij het hoofd zullen stooten, indien zij bij particu lieren, vereenigingen, vennootschappen, stichtingen, fondsen, bonden, en?., komen aankloppen ten deelname in het kapitaal Maar bovendien, ik geef er niets om, om te trouwen. Waarvoor ter wereld is het noodig ? We hebben genoeg, om van te leven. Ik heb alles, wat ik noodig heb. Wat kan het mij schelen, als ik nooit trouw? De meeste getrouwde vrouwen, die ik ken, zou den zeggen, dat zij wenschten het maar nooit te hebben gedaan, als zij de waarheid durfden zeggen. Het brengt een masfa zorg en ver antwoordelijkheid mee. Een meisje heeft het veel prettiger en gemakkelijker." Ia, maar een vrouw kan niet altijd een meisje blijven," zeide Catherine's moeder, en er kwam een eigenaardige uitdrukking op haar gelaat een uitdrukking van teedere en liefelijke herinneringen, vermengd met een bee'je verlegenheid. Catherine wendde zich om en keek haar moeder scherp aan met haar heldere, fiere, jonge oogen. Moeder," zeide zij zij aar zelde even, maar ging toen door hebt u er nooit spijt van gehad, dat u getrouwd bent ?" De moeder bloosde. Zg keek haar dochter aan met een mengeling van waardigheid en verlegenheid. Het huwelijk is een goddelijke instelling/'' zeide zij, en klemde toen haar lippen ftijf op elkaar. Och, onzin!" riep Catheriae uit. Zegde waarheid, moeder, zonder u om de goddelijke instelling te bekommeren. Ik weet heel goed, dat vader twee derden van den tijd knorrig en ziekelyk was. Daar heb ik genoeg over gehoord door tante Sarah. Ik weet, dat het u, totdat grootmoeder stierf, de grootste moeite kostte, rond te komen, omdat zij het niet goed vond, dat u met vader getrouwd was, en u niet wou helpen, en dat v.aderals dokter nooit veel succes had, hij was zoo driftig en was zelf eigenlijk altijd ziek. En ik weet, dat u, zoo gan v als het maar kon, achter elkaar vijf kinderen hebt gehad, en dat ze, behalve ik, allemaal dood zijn ge gaan. En nu, zegt u mij nu eens de waarheid als u alles weer precies zoo zoudt moeten door maken, zoudt u dan weer met vader trouwen ?'' De blos was van mevrouw Gould's gelaat verdwenen. Zij was zeer bleek geworden. Ja, dat zou ik doen, en ik zou den Heer danken voor Zijn onuitsprekelijke genade," zeide zij op zachter, plechtigen toon, bijna alsof zij op een preekstoel stond Toen keerde de blos weer op haar gelaat terug, maar de verlegenheid was verdwener. Zij was nu in staat, haar dochter triomfantelijk, zelfs met een gevoel van superioriteit, aan te zien. Ik was al getrouwd, tien ik acht tien was, vijf jaar jonger dan jij nu bent," zeide zy'. Dat had ik ook kunnen zijn, als ik had voor een op te richten co peratieve-bouwvereeniging. De Nederlandsche gehechtheid aan bestaande toestanden (die zeer zeker ook hare goede zijde heeft) doet niet licht van het gewone betreden pad afwijken, al blijkt klaar en duidelijk dat de aadere schijnbaar minder goei gebaande weg inderdaad veel hechter en vertrouwbaarder to noemen is. Niet dat die vrees daardoor ontaarden moet in het verkeerde van geen begin zelfs te willen maken, is door het evengemelde te verdedigen, want zonder moeite krijgt men waarlijk geen sociale verbete ringen tot stand en "Voor alle onder nemingen waarbij kapitaal noodig is bahoort er geluk bij de pogingen te komen, om met dat gioote en voiriiame onderdeel in alle nieuwe ondernemingen te slagen. Dat bijomsttndijheJen zooals da hooge rente-ttandaard van beleening en prolon gatie ter Amst. beurze, nu reeds gedurende bijna een geheel jaar, dit geluk niet in de hand werken.... wie kan dit ontkeni.en? Niet alleen ter 01 tzenuwing van deze vrees, doch ook volledigheidshalve, ga ik nu nog twee argumenten omschrijven, die ook ieder op zichzelf volioende beweeg re lenen zijn ter vergemakkelijkcr making van het verkrijgen van kapitaal door Co peratieve Bouwvercenigirgen. Ten eerste de gunstige gevolgen reeds sedert 21 jaren hier te Haarlem verkregen, door een zeer groot aantal geldgevers aan ongeveer 40 coöp. bouwvereenigingen, ten bedrage vin kapitalen groot /4'J.OOÜ.?tot ?200.000?, derhalve te samen waarlijk geen kinderachtig sommetje. Bijna al deze leeningen zijn aangegaan tot de volle kostenie prijzen van de coöp. gebouwde huizen met bijoehooreuden grond en daar waar niet die 100 procent beuoodigd was, werd het usantieele maximum van 75 procent bij gewone hypotheken toch zeer ver over schreden. Alle verplichtingen van rente en aflossing zijn behoorlijk nagekomen, zooals voor iedereen kosteloos te zien is in de griffie van het Kantongerecht, Jansstraat bij de Groote Markt te Haarlem, alwaar elke coöp. bouwvereeniging telken jare de rekening en verantwoording over het afgeloopen boek jaar in moet leveren. Wel zijn er eenmaal moeilijkheden voor gekomen, doch geheel buiten schuld der woning-coöperators. Twee groote firma's, bij wie de ontvangen gelden voor contributie bij wijze van huur iedere week of maand i deposito gegeven werden, geraakten in staat van faillissement en de (gelukkig maar enkele) coöp. bouwvereenigingen die bij haar aldus geld tegoed hadden staan, waren daar door niet bij machte toen op tijd alles te voldoen. Dank zij de medewerking der geldgevers, is toen door wat geduld alles gaandeweg nog goed terecht gekomen, wel tot schade in den aflossingstermijn voor c'e betrokken wonirig-coöperatorp, dooh zonder nadeel voor geldgever*. In dien tiji kreeg ik veel bezoek van de daarbij betrokken besturen, ter bespreking dezer aangelegenheid en kan ik ten gevolge daarvan tut mijn groot genoegen verklaren, dat eenvoudige do ;h solide personen vrij wat meer zorg en moeite aanwenden tot het nakomen van eenmaal aa"ge?ane ver plichtingen, dan hetzelfde bij menig meer ontwikkelde dikwijls valt op te merken. Terwijl eene langdurige goede ondorvinding mét belangrijke bedragen zoo gunstig pleit voor de meermalen zoozeer gewraakte hypotheek van 100 procent, is er toch waarlij t reden te over om iedereen met volkomen gerustheid te mogen aanraden, liever den weg te volgen, die de geschiedenis van J l jaren als volkomen veitrouwbaar leert ken nen, dan het voetspoor van hoogstens 75 procent in gewone gevallen te willen blijven betreden, waarbij reeds tal van treurige ervaringen te co.istateeren zijn! En uu het laatste argument. Dit is de gewili,' antwoordde Catherine mat iets als verhadng in haar blik. Dat weet ik. 't Is je eigen schuld, a's je het beste, wat het le/ea een vrouw kan geven, zult moeten missen. Je eigen schuld, toen, en nu ook. Waar ben je vanavond geweest ?'' Catherine stond op, boos en met gefronste wenkbrauwen. Toen helderde plotseling haar geacht op ea zij lachte vrojlijk. U zoudt het op staanden voet aan John Greason gaan vertellen, hoe koud het ook is, en hoa bang u ooi beat om 'savoads alleen uit te gaan," zeide zij. Xeen, moeder, ik vertel niet, waar ik gewaest ben, en wat het missen van het beste, dat het leven aan een vrouw kan geven, betreft, nu, ik zal het er maar op wagen ? En nu ga ik naar bed. Ik moet morgen Alice Leeds helpen om haar huis in orde te maken voor haar groote middagthee partij, en ik heb beloofd, dat ik vroeg zou komen". Als je maar gewild hadt, zou je nu je eigen huis kunnen in orde maken voor een theepartij". Catherine lachte weer, Alsof dit huis niet mijn thuis was, en toen prettig en ge zellig, neen, heel wat prettiger en ge;elliger dan het huis van Alice Lseds, en alsof ik geen theepartij zou kunnen ge^en, als ik dat wou! Ik denk, dat ik er de volgende maand eens een zal geven". Dat ia niet hetzelfde". Ik ben er tevreden mee. Alice Leeds'man vindt het heelemaal niet goed, dat zij er een geeft, en is doodsbenauwd, dat, hij zijn etea niet bijtijds zal kiijgen! Ik zal mijn best doen, de menschen op tijd weg te krijgen, en Aüce helpen alles op te ruimen, en het eten voor haar dienstbaren echtgenoot precies op tijd op tafel te krijgen, zoodat hij niet zal hoeven te brommen". Komen er ook heeren"? vroeg mevrouw Gould. Catherine lachte weer, terwijl zij haar kaars aanstak, en het zachte licht een gloed wierp over haar moui gezichtje, Er zijn wel heeren gevraagd", antwoordde zij, maar in dit geval is het: de mencch wikt, en God beschikt. Het is Zaterdagmiddag, en er is dus geen enkele reden, waarom de heeren niet zouden kunnen komen, als zij wilden komen. Maar de groote vraag is: zullen zij willen? Ik denk baast, dit John Greason wel zou gekomen zyn, als hij mij niet had beleedigd door te veronderstellen, dat ik geen uur na donker uit zou kunnen zijn, zonder iets verschrikkelijks uit te halen, als het soms is, wat u bedoelt. Nu veronderstel ik, dat hij wel niet zal komen. Goeden nacht, moe der; tob er maar niet o?er". plicht die op ieder Nederlander rust, tot bevordering der sedert l Augustus 1904 in ons land vigeerende Woning- en Gezond heidswetten, opgemaakt door wettig gekozen minister*, behoorlijk behandeld en gewij dgd in de Tweede Kamer door de door ons Nederlanders gekozen leden daarvan; voorts goedgekeurd door de Eerste Kamer en uit voerbaar verklaard door H. M. de Koningin Wilhelmina. Tot de toepassing dezer wetten, geheel in het sociale of algemeene belang uitge vaardigd, met de meest mogelijke kunde, toewijding en aandacht behandeld, zijn wij allen geroepen naar mate het ons mogelijk zal wezen daartoe mede te werken. Het gaat niet aan dit rustig te willen ovei laten aan de daartoe gestelde autori teiten, vooral niet waar het zulk een in grijpend sociaal belang betreft als de woningverbetering en de daaraan zoo nauvv verbonden voJksgezondheid. Nog steeds klinkt mij het gezejle inde ooren van een der voornaamste medewerkers aan de hier bedoelde wetten, in zijne hoogst leerrijke verklaring daarvan: de beoogde wocingverberering zal alleen dan mogelijk wezen, indien iedereen meer hart voor zijne of hare woning heeft, dan nu het geval is". Welnu dit kan door coöperatief-wonen, zooals ik in mijn laatste stukje in het We kblad de Amsterdammer breedvoerig heb uiteengezet. Daarom zijn degenen die gelden solide rentegevend hebben te maken, hetzij voor derden, stichtingen, enz. enz., wel degelijk gehouden om door deelname in het kapitaal van nieuw o^j te ricliten co peratievebouwvereenigingen, de uitvoering der meer genoemde wetten daadwerkelijk te steunen. Meer heb ik hier waarlijk niet bij te voeden. ?i 'l n i ttitiiiitiiiiiitnimiitiHiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiinHiiiiiimiiiim m Bosboom. *> Onder redactie van Bremmer is bij W. Versluys uitgekomen een bundel reproducties naar teekening-in \an Bjsboom uit de ver zameling H. W. Meadag Het zijn er 70 in ge tal. De:e collectie behoort niet tot* het museum door Mv*dag geschonken. De heer Bremmer doet deze mededeeling en zegt vervolgens: Daar nu de toekomst van deze verzameling onzeker is en men in al deze slul.es vojr de kennis van Bosboom zooveel interessant materiaal bijeen indt, dacht het mij raadzaam dit alles in een reproductieui'gave bijeen te brengen. ' Inderdaad kan m. 'n met djze uitgaaf wel ingenomen zijn, want eerstens heeft Bosboota zich in het procédéder waterverf volkomener geuit dan in de zwaardere o'ieverf-techniek, ten tweede leent de teekeniug zich altijd gunstiger tot getrouw reproduceeren dan de schilderij. Zoo kau men dan ook werkelijk met deze bladen voor oogen, zich een viij duidelijke voorstelling maken van wat in Bosboom's kunstuiting de voorname kwali eiten zijn. De tpmerking kan dan gemaakt worden, dat deze schilder in zijn kunstbedrijf toch wel een zijdig s'eels bleef, daar de keus van onder werp zich nagenoeg uitsluitend bepaalde tot het kerk interieur. En ook verder valt bij het doorzien van deze collec'ie teekeningen te courttateeren, dat, onder een tijdsverloop van tientallen jaren de uitingswijze op geen aan *) J. Bosboom 70 Teekeningen en studie's uit d-* ve'zameling H. W. Mesdag. Uitgave van W. Versluys, Amsterdam. iiiiiuminiiimmiiiiimiiHitii! Irrüen Catharina dien nacht slecht had geslapen, was dat in elk geval niet aan haar stralend gedicht te zien, toen zij den volgenden morgen beneden kwam om te ontbijten. Haar moeder zag eruit, alsof zij' geen oog hal dichtgedaan, en Catherina wierp haar een snellen blik toe, vol onrust en ergernis. In 'g hemelsnaam, moeder, ga na't ontbijt een beetje liggen en probeer of u geen dutje kunt doen." zeide zij, toen de meid uit de kamer verdwenen was. Anders zult u van middag niet in staat zijn, naar Alice te gaan." Ik was eigenlijk van plan, om maarniet te gaan," antwoordde Catherine's moeder op klagelijken toon, Onzin!' riep Catherine uit. Natuurlijk gaat u. Daar hebt u nu die mooie japon voor laten maken ..." Ik weet niet..," Maar ik weet het wel." lic dacht erover, ook maar niet te gaan," zeide tante Sarah, die bezig was aan een beschuitje te knabbelen, op beleedigden toon. Natuurlijk gaat u ook. U hebt immers expres dien mooien hoed gekocht. Lieve hemel, u beiden bent toch niet van plan, al de Greasons in den waan td brengen, dat wij onze harten gebroken hebben, omdat John gisterenavond boos is weggeloopen en mij rnet een doos bonbons heeft gegooid ? Mevrouw Greason en Lottie en mevrouw Ames zull-n er natuurlijk alle drie zijn, en met hun oogen en ooren wijd open, dat verzeker ik u. Eén ding is een geluk als ik niet met John trouw, b.en ik ten minste van zijn familie af, en ik moet eerlijk be kennen, dat ik mij ze!f dikwijls heb afge vraagd, hoe ter wereld ik ooit met zijn moeder en zusters zou kunnen opschieten." ,,John is verreweg de beste van de familie," zeide Sarah Gould, nog een beschuitje nement, Ik het altijd gezegd, dat het lang niet ge makkelijk zou zijn, om met die menschen om te gaan." En ik zou natuurlijk verplicht geweest zijn, alle mogelijke feestdagen en verjaardagen mes dien heelen troep te vieren," zeide Catherine. Bij ieder verlies komt gewoonlijk ook wel een beetje winst. En in dit geval is het niet eens een beetje. Mij dunkt, dat ik er wel zes percent mee heb gewonnen." Catherine was vrij goed op de hoogte van geldzaken. Jong als zij was beheerde zij het kapitaaltje, waarvan zij leefiien. De twee oudere vrouwen waren in dat opzicht volkomen hulpeloos. Na den docd van Catherine's valer, had zijn oudste broeder het beheer der zaken op z:.eh genomen, maar toen hij, twee jaar geleden was gestoren, had Catherine die taak overgenomen en zich met het meeste succes ervan gekweten. Zij merkelijke verlegging der intentie duidt, en allicht in een onvruchtbare, systematische behandeling zou ontaard zijn, zoo niet een stage zich verinnigende waarceming de veer kracht van het doen had on lerhou ten. Het werfe van Bosboom nemende naar het uiterlijk aspect, beeft het bekorende van een fraai loopende teekenhanrl. Miar toch, meer dan om de hoedanigheid van zwierige be weging eener vlot-vloeiende teekening (bij Rocbussen ook vallen analoge uiterlykheidskwaliteiten te waardeeren) is Bosboom's werk van ongemeene beteekeuis, naast dat der voormannen van de kuastbewegin^ van de helft der 19e eeuw. Hij is ten eerste, en ten tweede da schilder van de lijn, de impressionistische teekenaar. Wat in zijn kerkinterieurs de treflende eigenschap uit maakt is de concordance van den bouw, hoe ingewikkeld het vlechtwerk van de arcaitectonische schikking ook zijn moge. Maar aan het natuurlijke begrijpen der bouwkutistige verhoudingen voegt zich het verrukte zien van den scuilder. De strenge eveumatigheid van het geor dende lijnenstel doet in zijn teekeningen de werking, die het generale uitzicht eener architecturale compositie bedoelt te verwek ken. Het meetkunstige vindt uitdrukking inde ruim'.e. Deze reproductie's, gelijk alle onder redactie van Bremmer uitgegeven, hebben de wel zeldzame eigenschap, volkomen vrij te zijn, van eenige retouche. Men weet das zeker daarop niets te vinden wat op het origine-! niet aanwezig is. Er blijft voor de weESchelykheid van den maatregel, om onvoorwaar delijk af te wyzen, alle aanvulling van een tekort bij deopname door de vcye hand, wel eenige gedachtewrijving moge! g k. Dat de fotografische reproductie altijd alle anderen in getrouwe wedergave van een. origineel overtreffen moet, doet haar dan ook den voorkeur geven. Maar waar we over de vol doening van de wiskunstige juistheid door het mechanische werktuig.toch even storing onder vinden door in 't oog loopende fouten, is ook de wensch naar het redresseeren daarvan door een bedreven en behoedzame hand, niet zoo geheel onredelijk. Maar ik geef toe, dat de retouche by reproductie's van schilderijen heel wat zonden bedreven heeft. En de ooge'ijkheid, in de foto's betracht, door bijwerking uit de vrije hand is van zeer bedenkelijken aard, evenals het wegschuren der gietnaden van een pleisterbetldje. Waar dus in 't algemeen kan worden gezegd, dat de retouche een vervalschend element is in de reproductie, moet dit standpunt, om nieta te willen geven wat op het origineel niet te vinden is, ons prij.enswaardig heeten. W. STEEXIIOFF. Illustratie door Mogrdie, Naar ik meen, was h'et uit Frankrijk dat men voor het eerst hoorde van door middel van foto's geïllustreerde roman*, o. a. boeken van Gyp. Nog ziet men het feuiüetonnistisch bijvoegsel van sommige F/ansche tijdschrif ten op die wijze behandeld, maar overigens fchijBt de proef niet opgegaan te zijn en dat is niet sreemd. Het is dui lelijk, wat het doel van de maatregel moet zijn geweest, en even evident, waarom dit doel gemist is. Men beeft gedacht, hoe kan men een ver haal; waarin levende, gewone menechen op treden, menschen van onzen tijd, in het hedetdaagsche milieu, hoe kan men het op natuurlijker en waarschijnlijker wijze beel dend verslaren en opluisteren dan door mid del van fotograüca naar lieden in de vereischte houdingen, met de noodige gebaren, in het gewensch'e landschap of de ge vraagde kamer ? Zon Ier de t usschenkomst van een teekenaar en zijn invidueele taal, met zijn persoonlijken blii en opvattin», die met die des schrijvers totaal in strijd kan zijn, doch direct met behulp van de ook door den was eigenlijk in alle opzichten ink en bij de hand. Toen zij dien morgen in de heldere winterkoude uitging, liep zij met opgeheven hoofd, vol van een instinctmatige levensvreugde, hoewel zij juist den strijd met het eerste, groote verdriet van haar leven had aanvaard. Van haar vaders dood kon zij zich niets meer herinneren. Van baar oom had zij niet veel gehouden, hij had evenmin veel om haar gegeven, en zijn dood had haar vrij wel onverschillig gelaten. Maar zij had veel gehouden van John Greason, zij hield nog veel van hem, en wat er den vorigen avond was gebeurd, was alles behalve een kleinigheid voor haar; doch haar trots en de haar sangeboren levenslust hielden haar staande. Zij dacht aan de nieuwe roodzijden japon, die zij dien middag zou dragen. Zij kon zich duidelijk voorstellen, hoe zy" er uit zou zien, en hoe al de heeren als er heeren zouden zijn zich om haar zouden verdringen. Trouwen?, de dames even goed. Alle vrouwen hiellen van Cdtherine. Zij bozat een vroolijke goedhartigheid, die haar beschermde tegen afgunst op haar schoonheid. Zij dacht eraan, dat John Greason's moeder en zijn zuster Lottie, en zijn getrouwde zuster, mevrouw Ames, er zeker ook zouden zijn, en hoe zij haar zouden bewonderen. Zij was vast er van overtuigd, dat John zijn mond zou hebben gehouden, dat hij zelfs aan zijn eigen familie niet zou hebben verteld, dat zijn enga gement verbroken was, dat hij het aan hen zelf zou overlaten, dat te ontdekken. Zij was er eveneens zeker van, dat haar moeder en haar tante niets zouden hebben verteld. Zij wisten, dat zij dat niet zouden kunnen doen, zonder haar zelf in opspraak te brengen, daar zij nog altijd niet had verteld, waar zij ge weest was, en hoewel zij haar niet wan trouwden, zouden anderen dat natuurlijk wel eens kunnen doen. Zelfs populariteit is geen bescherming tegen lasterpraatjes, en Exbridge was een stil plaatsje. Zij wist heel goed, dat de menschen, al hielden zij veel van haar, het evenmin zouden kunnen laten, kwaad van ha^r te spreken, wanneer zij er de kans toe hadden, als zij het zouden kunnen laten op een Juli-avond naar een vuurpijl te kijken. Vuurwerk, van welke soort ook, was een voudig onweerstaanbaar voor menschen, die zoo zelden een pretje" hadden. Zij wist, dat, hoewel haar tante niet verstandig was, haar moeder dat wel was, en zij wist, dat haar moeder niets zou vertellen en er wel voor zou zorgen, dat haar tante het evenmin deed. (Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl