Historisch Archief 1877-1940
No. 1576
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
AMSTERDAM.
AMSTERDAM.
LA VENTE DE TOUS NOS
Gontinuera Lundi Ie 9 Septembre
La veiite se fera strictement au Comptant.
zijne voldoening over het feit, dat de vraag
aangaande het al of niet toekennen van het
kiesrecht voor de gemeenteraden aan Je
vrouw door de Kamer in behandeling is ge
nomen en gesteld in handen van eene
commissie om daarover rapport uit te brengen.
In Frankrijk hebben de voordrachten van
twee Engelsehe suffragettes, eene waarvan
de ook hier welbekende Mrs. Dora Montefiore,
diepen indruk gemaakt; terwijl Mrs. Pethick
Lawrence en Miss Annie Kennedy, mede
twee sympathieke figuren uit de Engelsche
actie, zooals wij weten uit de schildering,
die ons Maandblad voor Vrouwenkiesrecht
van haar gaf, eene rondreis in Duitschland
maken en in de groote steden mededeelingen
doen omtrent het laatste stadium der
bewezing in Engeland,
Zoo spreken de kolommen van Jus Suffragii
nu eens van overwinning, dan weder van
teleurstelling en telkens van onderlinge samen
werking. Mogen de enkele grepen, die ik uit
den rijken inhoud der laatste nummers deed,
velen opwekken om geregeld kennis te nemen
van dit orgaan, waardoor de internationale
band, de groote kracht onzer huidige
vrouwenkiesrechtbewes;ing wordt onderhouden.
JOHAKNA W. A. NABER.
llllltllllMlIIIIIIII
De laatste keizerin der Framchen. Modes.
Van het pas verschenen werk van Philip
W. Sergeant: The last empress oftheFrench",
zegt de Daily Chronicle, dat het een lofwaar
dige doorwrochte, goed gedocumenteerde
poging is, een juist licht te doen vallen op
de echtgenoote van Napoleon III.
UIT DE NATUUIj
Artismaand.
De macht der gewoonte is sterk genoeg,
om nog na te werken, als de oorzaken, die de
gewoonte deden ontstaan, al lang verdwenen
en vergeten zyn.
Voor Amsterdam was September indertijd
de dolle maand, de maand van uitgelatenheid
en buitensporigheid. Dan mocht, wat anders
streng verboden was; dan gold bij velen als
geoorloofd, wat in de andere elf maanden als
hoogst onfatsoenlijk ja als onzedelijk werd
beschouwd; de hekken waren van den dam,
menig kalfje sloeg aan 't hollen en viel in de
sloot. Ook wat duur en besloten was, werd
dan geopend voor een prikje.
Zoo 't hek van Artis. Het voorname
patricische Artistiek ging in September, de
kermismaand, open voor werklieden en
dienstboden, mits stadgenooten" zooals 't toen
heette, 't Was een soort van concessie, noode
toegestaan, want nu was Artis alleen nog op
Zondag begaanbaar voor de leden-eigenaars.
Overvol was 't er op de werkdagen; en de
feeststemming, de kermisgeest heerschte er
evenals elders in de stad; ook daar was 't hek
van den dam, zoodra 't geheimzinnige groene
Artis met z^jn donkere laantjes en smalle
paadjes de uitgaanders omgaf.
Nu is 't heel anders geworden; het is er
nog vol in September, maar bijna uitsluitend
vol van belangstellende, althans nieuwsgie
rige menschen, en bij) ang niet uitsluitend van
werklieden en dienstboden. Gelold en gehost
wordt er niet meer, er wordt veel gekeken
en genoten en luidruchtig bewonderd. De
menschen staan er dan ook niet meer zoo
vreemd voor. Ook op Hemelvaartdag en
koninginnedag is Artis open en sedert jaren
hebben de kinderen van alle Amsterdamsche
scholen eiken dag van 't jaar voor een dub
beltje toegang tot Artis, mits onder geleide
van hun onderwijzers.
Zoo wordt de belangstelling al jong gewekt,
en het is in de Septemberdagen aan 't publiek
te zien, dat het er komt om te leeren en te
profiteeren van 't zeldzame en schoone dat
Artis te zien geeft.Ook weten de tegenwoordige
volwassenen veel meer van dieren en planten
dan hun ouders, en wat nu de ouders nog niet
weten, vertellen hun de kinderen wel.
Een ding is maar jammer: dat een
Septemberdag zoo kort en Artis zoo rijk ia aan
bezienswaardigheden. Wel wordt aan de
bezoekers een gedrukte gids van den tuin
meegegeven, maar de meesten raken de kluts
al gauw kwijt; ze zijn niet gewoon op een
kaart of een plattegrond te loopen en komen
drie viermaal op 't zelfde punt terug; want
Artis is een doolhof voor een vreemdeling.
Er ontstaan opstoppingen; vooral bij de Apen
en op de brugjes aan de vijvers; en meenigeen
Sergeant treedt niet op als rumoerig Ver
dediger; sober en hartstochtloos relateert hij
feiten; verbindt daaraan zijn beschouwingen;
trekt zijn conclusiën als eerlijk, onpartijdig
mensch. Mocht deze volledige karakterstudie
onder de oogen komen van de eenzame, ó
nen-tachtigjarige ex-keizerin Eugénie, allicht
zal Sergeant's werk eene weemoedige voldoe
ning zijn voor haar, over wie zooveel pennen
in beweging werden gebracht, over wie zoo
veel verschillende meeningen zijn uitge
sproken.
Tot de gangbare beschuldigingen tegen
keizerin Eugénie, behooit de boosaardige
legende, dat zij geen goede, doch veel te
strenge moeder zou zijn geweest. Sergeant
geeft daaromtrent zeer aanneembare ophel
deringen. De jonge prins Louis, werd door
zijn vader bedorven. Napoleon III was zwak
voor zijn kind. Hij gaf hem in alles zijn zin;
berispte hem nooit. Eugénie zag dit met
leedwezen. In 't belang van den knaap,
trachtte zij, door voet-bij-stuk-houden, aan
dringen op plichtsbetrachting, den kwaden
invloed van Napoleon's overdreven toege
vendheid te keeren. Als alle verwende kin
deren, zocht Loulou" bij voorkeur het
gezelschap van den vader, die steeds zijn
grillen inwilligde. Voor onverstandige
omstancUrs. meestal rap in 't uitkraaien van
oppervlakkige meeningen, was het sein gege
ven, links en rechts te verbreiden: de keizerin
is een koele, stugge, strenge moeder!
Het verpletterend verwijt aan Eugénie
gedaan, dat zij, voor een groot deel de schuld
is van den rampzaligen oorlog van 1870,
wordt door dezen jongsten biograaf niet
verlaat de tuin zonder gezien te hebben, wat
men zich had voorgenomen of wat door een
bekende was aanbevolen.
Toch is 't gemakkelijk genoeg in Artis den
weg naar een begeerd voorwerp te vinden; er
staat immers een leger van beleefde en wel
willende oppassers klaar, om iedereen te hel
pen, die op weg geholpen wenscht te worden.
Wie er sedert verleden jaar niet geweest
is, zal nu gaarne zien, wat er toen nog niet
was. Een paar zeer belangwekkende dieren
hebben als nieuwe bewoners in de beren
villa logies gekregen. Dat zijn de beide lynxen
of losschen en de twee veelvraten. Iedereen
kent de namen wel uit z'n schooltijd of
anders uit reisverhalen. Beide soorten zijn
Euiopeesche dieren, in Noord-Scandinavie
en Noord-Rusland leven ze nog in 't wild;
maar ze worden elk jaar zeldzamer, net
als alle groote roofdieren. Ze zijn niet bestand
tegen 't verdragende en allesdoordringende
moderne jachtgeweer. Elk beest, dat een pels
bezit, die door mengchen begeerd en goed
betaald wordt, moet uitsterven; daar is niets
aan te doen, de laatste exemplaren worden
gewoonlijk beschermd ter wille van de
wetenschap; maar dan is 't meestal te laat.
Zoo zal ook de veelvraat, 't merkwaardige
beest, dat een tusschending lijkt van das,
beer en marter, en nu nog lang niet uitge
storven is, zijn beurt krijgen. lu Siberiëen
Kamschatka zijn er nog zooveel, dat zij 't den
boer lastig maken, en hem zijn schapen ont
stelen. Zijn naam veelvraat heeft hij, zegt men,
bij vergissing gekregen; het zou een samen
stelling zijn van twee Finsche woorden fjal
en fras, die rots en kat beteekenen; maar in
't Fiusch bestaat dit woord niet en het beest
heet er Kampi. De pels van de veelvraat
wordt in Kusland veel voor voetkussens
(Rosomaka) gebruikt en duur betaald. Het lijkt
dan ook een heel warm velletje; de beesten
zitten nu midden in den zomer nog dik
in hun haar. Curieus is het, dat in Kam
schatka de vrouwen twee lapjes van veel
vraatpels boven de ooren tegen 't hoofd
dragen; op de wijze als onze
Noord-IIollandsche boerinnen daar gouden kleppen beves
tigen.
Het paartje veelvraten ia Artis schijnt heel
geen verdriet te hebben; ze spelen en ravotten
samen den heelen dag; eerst als de oppasser
met het voer nadert, worden 't woesteiingen;
trouwens, dan zijn ook de wolven en beren
in staat een kalm mensch, die er naar kijkt,
zenuwachtig te maken. De honger schijnt
op eens te komen en de dieren dol te maken;
is 't stuk vleesch binnen hun bereik dan
doen de veelvraten hun naam (hetzij ze dien
dan bij toeval of terecht dragen) volle eer
aan. Zoo gulzig vreet geen enkel dier, ook
de wolf niet; wie weet dat glouton" in 't
Fransch gulzigaard beduidt en 't beest ziet
vreten, onthoudt ook den Latijnschen naam
onderschreven. Hij noemt haar de koningin
die de mode, niet de keizerin die de politiek
beheerschte. Op modegebied brengt hij in
herinnering de toiletartikelen door haar
geiatceerd: hoepelrok, Garibaldi blouse,
gekleurde onderrokken, haarnetten.
De Parisienne staat op 't punt haar lang
gebandhaafden faam van toongeefster der
modes te verliezen. Een gevaarlijke
mededingster wordt haar Transatlantische zuster:
de pittige, intelligente, onafhankelijke, zelf
bewuste Amerikaansche. Deze kleedt zich
weelderig, smaakvol en met verstandelijk
overleg. De Parisienne loopt voor 't oogenblik
gevaar op de klip der belachelijkheid te
stranden, en, aangezien haar eigen ras- en
landgenooten beweren: que Ie ridicule tue,
zou het mij niet al te zeer verbazen, indien
haar smakelooze kapsel en hoeden-fantasiën
haar voer een wijle van den mode-troon
stootten. De Parisienne zal zich binnenkort
van haar gunstigste zijde moeten doen ken
nen, om den wedloop tegen haar modieuse
en gedistingeerde New-Yorksche zusteren vol
te houden. Reeds zijn deze haar een
reuzensprong vooruit.
Bij de afschuwelijke haarbundels, slierten
en dotten, slordig over voorhoofd, ooren en
nek ploffend, opgedirkt met kammen, fon
kelend van preciosa echt en namaak,
doorstrengeld met zijde en fluweelen linten,
wordt geen rekening gehouden met het meest
lémentaire begrip van lijnen, proportie en
harmonie. Een Franc;aise,?van welk gehalte?!
heeft deze kapsel-verschrikking bedacht,
en, haar Europeesche ; usteren hebben voor
3/4 de dwaasheid gehad, het onsmakelijk en
smakeloos voorbeeld te volgen.
Op dolzinnige kapsels hooren dito hoeden,
cela va sans dire.
Hoeden van bloemperk-afmeting, volgela
den, overladen met bloemen, vruchten, tak
ken, bla leren,, veeren, linten, tulle enz. dekken
de hideuse kapsels. Een pracht-ensemblel
De Parisierjue, die zich reeds in 't voorjaar
deed opmerken door het overdrevene van
haar hoeden, heeft later op Fransche bad
plaatsen haar hoogste absurditeits-troeven
uitgespeeld. Haar kapsel en hoeden hebben
aanleiding gegeven tot het teekenen van
spotprenten en het debiteeren van weinig
streelende aardigheden. A qui la faute? Zij
heeft het zichzelf te wijten.
De solide Engelsen homespuu, serge en
tweed, die in dezen regen-zomer, niet op non
activiteit konden gesteld worden, doch telkens
moesten dienst doen in regen en wind, zijn
DE modestoffen voor't najaar. Oude vrienden
met eennieuw gelaat terugkomend. Wijziging
in tint, en in weefsel. Tweeds geven een
smaakvolle kleurenmengeling te zien. Meestal
2 tinten geweven door een sprekend fond,
waarvan de schelheid gedekt wordt door de
zachtere en harmonieerende tintea door
het materiaal geweven. Bijv. een rose
fond vermengd met zachtbruin en grijs; op
licht groen fond staalgrijs met Wedgwood
blauw. Prachtige nieuwe tinten in prune,
mauve en koper.
Serge en tweeds zijn heerlijk voor
wandelcostuums, worden daartoe veel gebruikt:
gluto borealis op 't bordje wel voor altijd.
Veel leuker beesten zijn de beide lynxen,
vlak naast de veelvraten. Dat zijn kattenen
toch geen katten. Ze zijn de overdrijving van
lenigheid, 't is of ze uit los-e stukken
inelkaar zitten.
Er ligt iets komisch in hun gang, in hun
spel, kortom in hun heele wezen. Dat b.ijkt
ook uit het gelach, dat soms uit de vele
bekijkers van de lynxen opgaat.
Ook de pluimpjes op de ooren en de hooge
pooten dragen iets bij tot het potsierlijke dat
deze dieren eigen is. Toch zullen die hooge
sjappe pooten, die losse leden en die luchtige
zwabbergang wel bij de levenswijze van't dier
behooren. Waarschijnlijk dienen zij hem, om
zich te voeden en te plooien achter elk
voordie ook van boven gesloten is door ijzergaas,
loopen allerlei steltloopers dooreen, of ze zijn
bezig zich te wasschen en te baien onder't
fonteintje. De wulpen, groote vogels met lange
naar onder omgebogen snavels, vallen 't meest
in 't oog; ook scholeksters zwart en wit, met
lange, rechte loode bek en roode pooten, maar
die vallen meer in 't oor, door hun schel
gekrijsch; dan zit er, achterin meestal, een
fuut: een groote parmantige vogel met satijnig
witte borst, kleine spitse kop en een afstaande
kraag om den hals, vlak onder de wangen.
Niet dat aan deze vogels meer bijzonders
te zien is, dan aan de andere van Artis, maar
er is een reden waarom ik u aanraad, eerst deze
vollere een beetje te bestudeeren en dan
dadelijk er na, vóórdat ge moe zijt van 't
,/FV/'.
/j/v-/-- *???
-T^ ////-yV t. i
Nachtzwaluw, geschetst naar een exemplaar schuilend op den open grond in 't Gooi.
werp, een tak, een steen, een stuk rots of boom
stam, met het doel zich te eclipseeren voor
't oog van de prooi, en om als deze nadert en
binnen 't bereik is, een vervaarlijken sprong
te doen. Lynxen ruiken heel slecht en een
spoor volgen doen ze dan ook niet; het
zijn loerbeesten, die met n sprong onver
wachts de prooi moeten grijpen of, als 't mis
is, desnoods een eind naspringen.
Wie van de beren komt, moet niet ver
zuimen, een kijkje te gaan nemen bij de groote
steltloopersvolière, in 't laantje dat door strui
ken gescheiden is van de Hollandsche tuin,
met zijn onvergelijkelijke collectie schitterend
bloeiende Pelargoniums,Viooltjes en Fuchsia's.
In de middelste volière, de grootste, de eenige
slenteren en kijken, het museum binnen te
gaan, boven de zebra's en wilde ezels. Daar
zijn in een doorloop-zaaltje tusschen de op
gezette vogelgroepen en de eierenzaal, vier
toestellen klaar gezet met stoelen er bij. Dat
zijn draai-stereoskopen.
Misschien herinnert ge u, dat er een jaar
geleden in Duitschland een wedstryd in het
fotografeeren van levende dieren werd uit
geschreven met duizend mark als eerste prijs
en dat Steenhuizen, de preparateur van Artis,
de eerste prijs heeft behaald met een aantal
foto's van levende vogels om en bij hun nesten.
Die foto's zijn nu in Artis ten toon gesteld
als stereoscopische diapositieven; ik zal er
niet veel van zeggen, alleen dit: Wie ge ook
korte rok, weelderig gegirneerde bolero en
zijde blouse in tint passend bij het materiaal
van rok en boléro.
Onder de en vogue zijnde Japansche zijde,
wordt de Shan-tung veel gekozen voor blou
ses. Voor rokken is deze zij ie minder aan
te bevelen, omdat zij in 't gebruik een beetje
ruig wordt.
De strenge, tailor-made, lange paleto blijft
op't mode-programma, waarover slanke vrou
wen met mooi figuur zich zullen vei heugen.
Getailleerde laken mantels in vrij donkere
tinten, zullen van 't najaar gedragen worden
op zeer lichte rokken, wit, grijs, mau -e,
crème, zacht-blauw, enz.
Het geïllustreerd maandschrift: De Vrouw
en haar Huis" uitgave Van Holkema & Wa
rendorf bevat in het Augustus-nummer het
slotartikel van G. W. E. over Mode en
vrouwenkleeding". Eenige waarschuwingen
in dit artikel vervat, kunnen niet genoeg
herhaald en overdacht worden. Bijv. Ont
houd u zorgvuldig van elke mode, die den
invloed der demi-mondaine verraadt, hoe
flatteus ze ook zijn moge. Wie zich op straat
in 't oogvallend kleedt, mag niet op goeden
smaak aanspraak maken.
En 't is een kunst die veel studie vereischt,
alles, ook het kleinste onderdeel van het toilet,
met ieders persoonlijkheid in overeenstem
ming te brengen."
Juist l Daarom bedenke iedere vrouw, geen
excentrieke modegrillen te volgen; zij stelle
er geen eer in te pronken als mode-pop. Een
fatsoenlijke, verstandige, smaakvolle vrouw
kan geen behagen scheppen in onzinnig
mod'e-poppen-spel' CAPRICE.
zijt, nog nooit hebt ge op dit stuk iets mooiers
of beters gezien, om de eenvoudige reden dat
het niet bestaat.
Verscheidene van de vogels die in de boven
bedoelde volière leven, ziet ge hier gekiekt
op een onbeschrijfelijk mooie manier en op
een van de belangwekkendste oogenblikken
van hun leven. Ge ziet die schooleksters bij
hun nest op 't oogenblik dat de jongen uitko
men; er is een foto van een griel bij zijn eieren
in de duinen; als ge nu even rechts kijkt,
ziet ge vlak bij in da groote vitrine de griel
opgezet in zijn natuurlijke omgeving. Precies
zoo is 't met de nachtzwaluw of geitenmelker,
't ailerwonderlijkst beest waarvan ik u inder
tijd al zooveel verteld heb.
Verleden week nog hebben wij er bij toeval
een gevonden ; 't was in 't Gooi bij Crailo,
met ons drieën hebben wij den vogel staan
aankijken, op twee pas afstand ; hij lag op 't
zand langs een heipaadje en keek ons met
zijn half gesloten oog. ongeroerd aan.
Ik heb hem geschetst en hij liet me rustig
begaan, meer dau drie minuten lang; toen pro
beerde mijn zoon hem van de andere zijde
wat dichïer te benaderen, gebruik makende
van de omstandigheid dat al de aandacht van
't lier op mij en mijn vrouw gevestigd moest
zijn; maar dat was weer mis. 't oude liedje.
Xet tot op drie pas, dus '2 M. ongeveer, laat
de geitenmelker jt naderen en dan vliegt hij
zoo op en over je heen, dat je hem net niet
pakken kunt.
Zoo'n doodstiMiggende, op zijn schutkleur
vertrouwende nacht ratel te kieken, is de
grootste kunst niet; maar 't volgend plaatje
i<eeft u zoo'n zelfde dier te zien, in angst bij
zijn beide jongen.
Dat is een prachtstuk van een foto; en
instructief is dit stereoseoop-plaatje in hooge
mate, doordat ge aan uw rechterhand twee
zulke opgezette geitenmelkers naast u in de
vitrine hebt staan.
Ik geef hier mijn eigen gebrekkig schetsje
van de gedienstige Gooische nachtzwaluw en
niet een reproductie van de foto van Steen
huizen. Omdat de negatieven aan
Voig'.lander in Leipzig verkocht zijn, moet er eerst
toestemming gevraagd worden. Als ik die
krijg, zal ik er enkele van laten zien en
meteen wat van de vogels vertellen. Maar de
reproductie in dit weekblad van een klein
bij 9 cM. enkel papier-afdrukje, geeft
in de verste verte niet weer, wat ge op een
stereoscoopfoto op glas door een goed toestel
te zien krijgt. Al was er in deze maand in
Artis niets anders te zien dan de nieuwe
stereoscopen met de vogelfoto's, dan nog zou
ik ieder gerust durven aanraden, er heen te
gaan. Er is natuurlijk veel meer, dat even
zeer de moeite waard is; maar neem eeist
de stereoscopen, anders werkt de vermoeienis
't genieten wellicht tegen.
E. HEIMANS.