De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 8 september pagina 6

8 september 1907 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1576 Mauve-tentoonstelling. Deze tentoonstelling, die we te danken hebben aan een Mauve-comité, is te vinden in Laren, ten huize van den heer van Harpen, die zijn kunstzalen daartoe beschikbaar stelde en ook een zeer werk zaam aandeel had in alle aanhankelijke beredderingen. Het comitéwerd samen gesteld met het doel Mauve te huldigen, 't welk zich verwerkelijkte door de creatie van deze tentoonstelling en door het op richten van een blijvend gedenkteeken. Het is duidelijk dat Laren het land van Mauve" het terrein van uitvoering moest zijn dezer plannen. Aan bestrijding der kosten voor het blijvend gedenk teeken (in den vorm van een monumen tale pomp) heeft de gemeente-kas eenigen steun verleend, in welke mildheid we een uiting van dankbaarheid mogen ver onderstellen jegens den man, die door zijn geschilder aan heel wat inwoners een. voor hen eigenaardige bron van inkomsten verzekerde, het vreemdelin genverkeer bevorderde en het dorp aan zienlijk in welvarendheid zich deed uitbreiden. Wederkeerig echter leverde en levert het Gooische plaatsje met zijn bewoners academie en de typische" Larenaars en Larenaressen in hun lieven eenvoud, zijn misschien even ver in de beoefening der poseerkunst als de modellen op den schijf eener academie-klas. Bn buiten de vaste vestiging van talrijke kunstschilders Studie van een omgevallen wilg, uit den Oosterbeekschen tyd. dragen de bedevaarten van Amerikanen en Engelschen er het hunne toe bij om den dunk te versterken bij het eerzame landvolk, dat hun dorp (en zij zelf incluis) toch wel iets zeer buitengewoons aan zich [heeft voor de schilderij-fabricatie. Waarom anders zouden al die heeren nou precies naar Laren komen en bijv. niet naar Kortenhoef, Ankeveen, Eemnes of 's-Graveland gaan ? Mauve kwam naar Laren om geheel buiten de atelier-atmosfeer te zijn. Zou hij deze plaats nu nog kiezen, waarvan de mooie punten afgekeken worden als de winkels in een stads-straat, waar schilderachtigheid als een stadsjuffer die coquetteert met haar elegante voorkomen, of een heer, die steeds zijn spiegeltje en borsteltje bij de hand heeft om zijn toilet in de puntjes te houden. (Deze zijn gunstiger modellen tot figuur-typeering, juist om de natuurlijkheid der affectatie). Ja, 't is zeer begrijpelijk, dat het comit Laren de aangewezen plaats achtte voor een Mauve-tentoonstelling, al moeten dan ook velen, die, om het binnen onze gren zen zoo karige overschot van deze uitgelezene kunst nog eens aandachtig en herhaaldelijk te bezien, er een nogal ongeriefelijk reisje om maken. Maar met al dit gepruttel hebben we het arrangeeren van deze tentoonstelling toch op prijs te stellen en hier vooral moet het betreurd worden, dat ver schillende verzamelaars er hun Mauve's niet voor wilden beschikbaar stellen. Intusschen moet men zijn verwachting over het gehalte der tentoonstelling niet te hoog stellen. Met haar 57 schilderijen en teekeningen wordt toch slechts een vaag beeld van Mauve's kunst ge geven. Den ijver en inspanning der oprichters er bij erkennende, zijn we toch jegens de glorieuze nagedachtenis van den meester tot deze opmerking verplicht. Daar zijn er misschien niet meer dan twintig, die als uitnemende ver tegenwoordiging van Mauve kunnen gelden, maar bij het uitzien naar de aanwezigheid van zoovele werken die in het geheugen zijn, en den vollen dracht dezer kunstuiting in haar ver schillende vertakkingen zouden aantoonen, wordt men er al te zeer teleur gesteld. Van de vele dierstudie's bijv. die Mauve schilderde, had men wel gaarne Portret van Anton Mauve. Kaar een teekening van de Josselin de Jong. Schapen in de Duinen. (Eigendom van H. M. de Koningin-Moeier.) een onuitputtelijken voorraad grondstof zoo uitnemend te bewerken tot een aan de markt zeer gezochte kunstwaar, gelijk het vee onuitputtelijk is in zijn toevoer van melk aan den boer voor de productie van boter en kaas. Zoo lijkt het dorp tegenwoordig wel wat op een uitgebreide en zeer gezochte landschapschildersde bewoners den indruk geven, dat zij hun dagelijksche landelijke bezigheden ver richten in de rusttijden van het poseeren. Want een boertje, dat over den onderdeur hangend zijn pijpje rookt, een oud boe rinnetje dat, haar kous breiend, langs den weg schuifelt, lijken er wel even zelfgenoegzaam en behaagziek met hun iiuilliimiiiiiiiiiiiniitiiiiMlii Benige details van de Grotnis". Wapen van Prins Maurits. Maakten wij de vorige week melding van het snij- en inlegwerk aan Cachet's meubelen voor de Grotius, thans is het ons mogelijk, aan meer duidelijke af beeldingen te doen zien hoe ontzettend uitvoerig, met welk een zorg en liefde dit gedaan is. Het is bij voorkeur inleg werk waarmede hij zijn meubelen ver siert soms in samenwerking met eenige vlak-relief gesneden ornamentaties, zooals bijv. de deurtjes aan het buffet, maar meestal weet hij reeds door combinaties van verschillende houtkleuren prachtige resultaten te bereiken. Het meest geslaagd zijn zeker de beide paneeltjes v. satijnhout ter weerszijden van den spiegel aan het buffet, uit de verte aan doende als Japansche houtsneden. De firma J. B. Hillen en zijnen werklieden alle eer! De fijne kleur van 't satijnhout, de lichte beweging van de nerf en daar tegen het strakke silhouet der Spaansche oorlogskruisers, zij wekken onwillekeurig herinnering aan de voortreffelijke profiels van Saraku, den Japanschen portrettist. Zijn zij van opvatting en compositie zeer gelukkig, niet minder is de tech nische bewerking: het juist in elkaar passen der verschillende houtvakjes. In dit opzicht zouden wij ze verwant kunnen noemen aan de zoo zorgzaam behandelde Italiaansche meubelen, voor beelden van groote, misschien van te groote schrijnwerkers-vaardigheid, vooral waar het inleggen van houtsoorten be treft. Op aardige wijze is in deze beide fregat-paneelen partij getrokken van het loopen van de nerf, voor het markeeren van de golven, voor het aanduiden van de buiten- en binnenzijde der zeilen. En waar ik vakmannen wel eens heb hooren beweren, dat mooie houten paneelen onversierd moesten blijven, dat het zonde was, van de aardige speling der vlamme % daar geloof ik dat zij met een dergelijk resultaat toch wel verzoend zul len zijn. Ook ik kan iets voelen voor de mooie nerven in eiken-, mahonie- of eschdoorn hout, even veel als ik kan voelen voor de mooie stof van Whatman-papier of het japansche Tori-no-ko, Hösho of Tamezuki, maar heb ik de keuze dan prefereer ik toch een aquarel van Whistler op Whatman of een ets van Bauer op Tori-no-ko-papier. Is het inlegwerk geheel van Cachet, het beeldhouwwerk aan de meubelen vertrouwde hij aan Zijl toe; niet alleen de uitvoering maar ook het ontwerpen ervan, hem hierin geheel vrij latende. Hoewel dit principe zeker prijzenswaardig is, om een medeeenige van de beste exemplaren ont1 moet, inplaats van deze middelmatige en een tastbare leemte is er door afwe zigheid van zoovele zijner boomgaarden, zijner bleek veldjes, waarvan er slechts een exemplaar is, dit echter niet van ge halte als er verleden jaar een in Arti geëxposeerd was. Wel zijn er verschiliiiiMiiimliiiimMiiiiiiiiiiiMiiimiimiini tiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii werkende kunstbroeder geheel zijn eigen conceptie te laten volgen, zoo heeft dit, m. i.j toch eenig bezwaar zoodra de op vattingen van beiden iets uiteen loopen, en de mogelijkheid kon bestaan het werk. als geheel, er eenigszins door geschaad zou kunnen worden. Het wil mij in deze dan ook. toeschijnen, dat de eindigings vormen van Zij l, die ik op zichzelf zeer zeker weet te apprecieeren, niet genoeg de ornamentale werking hebben die bij Caohet's meubelen had behoord. De lustige olifantjes met hunne zwaaiende snuitjes, zij zijn niet onaf scheidelijk genoeg van de trapbalusters, evenmin als de beestjes aan de schrijf tafeltjes. Wij zien hier het werk samen van twee kunstenaars die verschillen in opvatting, waar het de eischen van ver siering betreft en wier samenwerking dan ook niet tot een zuiver geheel kon leiden. Iets anders is het met Ziji's brons lende zeer goede stalen van zijn aquarelleerkunst, enkele van uitvoerige behande ling, maar ook enkele van die omvang rijke ochades, die als de grootsche notitie's zijn van zijn sensatie in volle span ning. Ook een schets in olieverf, of Het klaphek in het Haagsche bosch. Studie uit den Haagschen tijd. aanleg eener schilderij zoo men wil, is als ijlings weergegeven impressie, van een buitengewoon suggestief vermogen. Van de compleete schilderijen kan het Winterlandschap (verzameling Cremer) wel het eerst in aanmerking komen. Daarnaast zijn te plaatsen Schapen in de Duinen (in eigendom van de KoninginMoeder) en de Schelpenvisscher (verz. Langerhuizen). Het eerste is gebondener niek te genieten laat, raakte zijn streven in de Schelpenvisscher meer in het tendentieuse van een zilverachtige kleurigheid. Een verrassing voor velen zal zijn het mansportret in olieverf, zooveel ster ker dan de aanwezige geaquarelleerde portretten. Het is opmerkelijk met welk een positieven zin voor de plastiek, dit por tret werd uitgevoerd door een schilder, die in zijn landschappen zich vooral bewon deren doet door de uitdrukking in het teere en blanke. Een vergelijking met Hals, (zooals ik hoorde) gaat hier niet op; eerder nog met Ribot. Men zegt, dat Mauve in een aanval van twijfel aan zichzelf dit portret als een laatste poging ondernam! Maar een schilder, die zooveel vroeger al een stuk had geleverd als Koeien aan den Plas, (verzam. mr. Romeyn) had toch waarlijk wel eenig recht tot zelfvertrouwen. Dit werk met nog een ander uit zijn allereersten tijd, en nog onder invloed van de leerschool Van Os, dragen aanmerkelijk tot de belang rijkheid van deze tentoonstelling bij. Ook een zeer vroege dierstudie is opmerkenswaardig en deze gevolgd door enkele zeer zorgzaam uitgevoerde teeke ningen van den middeltijd stellen ons toch in staat bij deze bijeen gezamelde werken den lijn gewaar te worden in Mauve's ontwikkeling. De tentoonstelling is lang niet zooals Aan den rand van Haarlem", aanzet in het bezit van den schilder Louis W. van Soest. van geheel, ook rijker van kleurverscheidenheid dan het tweede, dat wel broksgewijze veel te waardeeren geeft, maar in zijn algemeene aanzien nog al eentoonig is. Waar hier echter de over dachte inspanning te veel aan de waarde van afzonderlijkheden zich hechtte maar toch de deugdelijkheid van Mauve's techpaneelen aan den trapopgang naar het deksalon. Deze staan geheel op zich zelf en hebben als men wil dezelfde waarde die een schilderij aan den wand, heeft of liever die van een gobelin,dat afge scheiden van de architectuur door finesses van teekening en den totaalindruk der kleur een aangenaam effect kan maken. Zoo ook Ziji's bronzen, die als eene wandbekleeding in fraaien groenen toon met de omgeving harmonieeren. Bij deze paneelen was Zijl geheel in zij n kracht en toont hij zich een modelleur van ongewone gave. De beide figuren van Tromp en de Ruyter heeft hij stand en houding gegeven van de voormannen op de Nachtwacht", en ter weerszijden worden zij geflan keerd door den peetvader der boot, door Grotius, en door Prins Maurits. Het middenpaneel vertoont in een zeer levendig tableau, den zeeslag bij Chattham. Met betrekkelijk weinig relief weet Zijl we haar gaarne wenschen zouden; maar dit resultaat is nu eenmaal onbereikbaar. Ze kan toch zeker dienen om de waar deering van Mauve's werken, die meer dan van de andere grootmeesters der moderne Hollandsche kunst uit onze nabijheid raken, weer te verlevendigen. W. STBENHOFF. hier een diepte en beweging aan te geven, die opmerkelijk zijn, en dit met een schijnbaar zoo gemakkelijke wijze van doen, met een zoo vlotte toets, als was het slechts even aangezet. Men moge ze voor wandpaneelen, en misschien ook voor bronsgietsels wat te naturalistisch vinden, het is ontwijfelbaar werk dat kwaliteiten heeft van niet ge ringe waarde. Strenger en strakker heeft Zijl zich moeten inbinden, waar het 't wapen van Prins Maurits betrof. Hierbij kwamen de onverbiddelijke eischen der heraldiek, en al is men daarin nog vrij genoeg, getuige de uiteenloopende opvattingen in Gothiek en Renaissance, toch zijn de vor men -noodwendig decoratie ver, en meer ornamentaal. Dit vak in het midden van het trapportaal is zeker niet het minste van Zijl's medewerking aan de Grotius. Moge de Maatschappij Nederland deze Grotius. De Euyter. In brons gegoten reliëfs van L. Zjjl. Tromp. Prins Maurits.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl