De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 22 september pagina 5

22 september 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1578 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD Y;Ó R NEDERLAND. geslacht." In allerlei tonen klonk het jam merlied en merkwaardig: Als je die slacht< fiere" van meiden-gemeenheid" zoohoordet, waarlijk je zondt haast, haast gaan wanen, dat daar alleen vermoorde onnooielheden" aan 't woord waren: onnoozelheden(!) ver moord door monsters, die met den naam van dienstboden worden bestempeld. Een poosje had ik stilzwijgend dat dis cours (?) aangehoord, toen echter een der teaenden," omtrent wier capricieusen b oogmoedigen en onverstandigen omgang met haar personeel ik alles door persoonlijke overtui ging wist, nn ook haar lijdensgeschiedenis ten beste wilde geven, toen viel 't mij in, dat j dist in mjjn zak zich bevond het schrijven van een dienstmeisje, dat, waar haar eigen mevrouw voor drie maanden buiten 'slands had getoefd, na eenigen tijd vacantie genoten te hebben, tijdelijk een deftigen dienst" voor meid-alleen noodhulp had aangenomen. Ik verzocht het publiek eens e ren zij n aan dacht aan dat schrijven te willen schenken. Dit geschiedde inderdaad; maar o! 't onweer van ergernis dat na de lezing over 't (ge lukkig niet-daar-aanwezige) hoofd der brief schrijfster los is gebarsten I Niet n onder't gezelschap, die zich ook maar even de vraag heeft gesteld: kan er iets waars zijn in wat dat meisje daar schetst, niet n die ook maar bij benadering eigen beeld zag in wat daar werd gegeven. Zal 't bij nu officieele publicatie van dit schrijven beter gaan? Zal «en nkele lezeres genoeg eerlijkheid en ernst hebben om door dat schrijven van een pintere achttienjarige, wier brief hier volgt zooals zij dien haar mevrouw zond, om tot 't bekennen te komen : Ja, zoo zijn er, en... zich dan af te vragen: Heb ik óók niet eenige gelijkenis met het hier gegeven beeld ? Ik hoop 't, en... vertrouw op wat verbetering. En nu dien brief: Geachte Mevrouw! Uw ansichtskaart heb ik ontvangen. Wat moet 't daar mooi zijn, waar u nu bent. Maar mooi is 't hier ook, want u weet 't, ik woon nu op de Kerkhoflaan na et de boscbjes vlak over me en heerlijke tuinen achter heel die r\j huizen. Ik hoor hier van 's morgens vroeg tot 's avonds laat 't gefluit en gezang der vogels en als ik in de keuken ben, heb ik juist 't gezicht op den tuin vol rozen. Nu zal mevrouw zeker denken: Nu, die Oor heeft 't getroffen l" En Oor zal dan ant woorden : Mevrouw, 't zal de vraag zijn, of ik't hier die acht weken uithoud. En dat is niet, omdat al dadelijk toen ik voor 't eerst 's mor gens brood en melk nam, de bakker zei: Zoo ... alweer hier 'n ander I" En de melk boer: Ia d'r hier nu al weer een van tusschen uit!" Neen hoor, want ik ben hier gekomen met de gedachte: goed of kwaad, 't is toch maar voor n acht weekjes Maar o mevrouw ! dat is nu heusch een stuk chagrijn die def tigheid hier. Nooit hoor je een vriendelijk woord, je ziet nooit anders dan een strak zuur gezicht. Als die mevrouw d'r mond open doet, dan is 't of om te commandeeren je kunt 't merken dat d'r man een hooge is geweest of 't is om te vitten. Want vitten, dat is haar lust en leven. Mevrouw is al heel wat jaren weduwe en woont hél-alleen in dat héle groote huis wat haar eigendom is, maar z& heeft niet het huis4 het huis heeft Hfört Dat ja den teelen da% stof afnemen, zoeken naar een vlekje hier op de verf, daar op de muur en al wat ze dan vindt en 't meeste is voor 'n ander niet te zien kry'g ik op m'n bochel, waar ik dan ben: UIT DB N AT UU Ij. Voor-herfst. De astronomische jaargetijden en de werke lijke komen by- ons niet gelijktijdig, althans ze beginnen niet tegely k; de lente en de zomer komen meestal veel later dan de kalender aangeeft, de winter gewoonlijk wat vroeger; de herfst alleen is in den regel op tijd, ook deze keer. In de stad en op 't vlakke veld merken we 't alleen aan de boomen en de stoppelvelden. Het gaat met de boomen als met de hoofden van de meeste menschen tegen de vijftig; ze zijn dun, wel nog lang niet kaal, maar 't begint er op te lijken,'t is al midden in 't begin van 't eind. De kastanjes zijn haast bruin, de eschdoorns al tamelijk vaal van tint; deolmen vertoonen verdachte gapingen en 't blad schijnt wel hoe langer hoe kleiner te worden, 't schrom pelt, 't Eikeblad vertoont nog weinig sporen van ouderdom en verval, maar de beuken is 't aan te zien, dat ze hun tijd al weer geaad hebben : déeerste bladeren vallen. De Arnerikaaneche ahorns en wilde wingerd gaan al den rooden gloed vertoonen, die in hun vaderland den naam aan 't seizoen geeft. Ook aan de vogels is 't te zien en te hooren, dat de herfst begint; de kieviten zwerven in troepen van honderden over de lage weide; zwaluwen verzamelen zich tot dui zenden, en de spreeuwen vormen wolken van honderdduizenden boven de groote rietplassen; en, ook al even als in 't voorjaar, zingt een enkele er van zijn hoogste liedjen uit op een dakgoot of een hooiberg, De sperwers komen alweer boven de steden op duiven jagen; de meeuwen zweven boven de grachten in het stadsplantsoen; in de tuinen klinkt 't hooge stemmetje van de tjiftjaf en doet denken aan 21 Maart op 21 September. Wat toch dat leuke vertrouwelijke diertje beweegt nu al zijn monotone deuntje af te spelenl Misschien een stemoefening! Of anders een afscheidsgroet! Wel mag 't diertje blijde en de menschen dankbaar zijn; 't wordt heel wat beter behandeld en meer gewaardeerd dan in mijn jeugd; toen was een piepertjes-nest lang niet zoo veilig als tegenwoordig. Ook meezen en vinken zwerven al in heele troepen. Gisteren genoot ik bij toeval een schouwspel dat ik jaren lang heb gemist. Ik zocht naar Atalanta- rupsen op brandnetels aan de Zuiderzeedijk en opeens kwamen een dertig of veertig puttertjes achter elkaar, bij vijf of zes te gelijk, neerstrijken op een groote groep uitgebloeide distels. Prachtig, die bonte rood met brons en gele vogellijfjes op de groen niet wit en paarse distels. 'In de duinboschjes en onder de dennen in 't Gooi beginnen de wijnroode kardinaals mutsjes kleur te brengen in de vaalten; met medewerking van oranje lijsterbessen, roode hagedoornsvruchten, rozebottels (meelappeltjes n knoedels, zeiden wy jongens) en van de glanzige gele en kersroode bessen van Ggldersche roos. In 't kaler duin dringt sterk een oranje tint door 't grijs van de duindoorns heen; twee hoog of beneden, of ik midden in iets bezig ben, of voor 't fornuis sta, als de bel van Mevrouw gaat, dan is 't: Alles dadelijk liggen laten en pink op d'n naad van d'n bro^k l En dan heb je maar aan te hooren 't razen waar je part noch deel aan hebt, want u begrijpt wel Mevrouw, dat je, als meid-alleen in zóó'n huis, heusch niet stil behoeft te staan als je de zaken behoorlijk wilt doen. En ... behoorlijk doe ik 't heusch, zooals u 't mjj geleerd hebt, maar hier kan niemand voldoen, omdat ze hier het onmo gelijke willen. En dan Mevrouw, weet u hoe ze die Mevrouw moesten uitfotografeeren ? Met in n hand de stofdoek, in den ander het sleutelmandje. Want ik geloof heusch dat ze daar 's nachts op slaapt! Zóó wan trouwend als die mevrouw is, neen, dat zou n niet kunnen denken, en als ik 's morgens melk of brood neem, dan staat ze boven aan de trap te luisteren. Ik heb eens bij toeval de corridor-deur open gelaten en daar't nog al woei, tochtte 't naar boven en toen hoorde ik in eens tweemaal hard niesen. Ik kende mevrouw toen al en dacht er 't mijne van. Ik heb toen 't met moedwil een paar maal nog eens gedaan en of 't was kuchen of niesen, aan de deur praten dat heeft ze me dadelijk streng verboden. Nu mevrouw u weet wel dat ik dat niet voor gewoonte heb, maar als hier de bakker of wie komt, dan moet je stemmetje spelen en mevrouw staat je te beluisteren of je durft te kikken. Eiken dag ben ik uren alleen... maar dat heb ik hier liever dan dat mevrouw thuis is, want als je toch niks kwaads in zin hebt, en dan te weten, dat je altijd bespionneerd wordt, dat is om gek te worden. Ik woon hier heel dicht bij 't kerkhof, maar ik pas liever op die dooden, dan dat ik die mevrouw bij me heb l Denk u eens: Ik wilde onlangs voor moe ders verjaardag een mooie ansicht even weg brengen. Ik had die op my'n uitgaansavondje gekocht. Ik vraag mevrouw of ik even naar de bus mag en daar kreeg ik: Ik houd niet van dat boodschappen zoeken; als je brieven naar de post moet brengen, dan wacht je maar tot Zondag als je je kerkbeurt hebt ? En mevrouw, niet een enkele maal had ik nog iets van dien aard haar gevraagd. Is mevrouw thuis dan hoor je geen geluid als dat ze de bel roert, visite krygt ze haast nooit, maar is die er, dan haalt ze haar schade in 't stemmetje spelen in. Met mij nooit een woord meer dan hoog noodig is of, 'n standje en dan komt er hél wat uit. Voor de rest mag ik met de keukentafel spreken. Ik ben hier nu veertien dagen, maar houd ik 't bier acht weken uit, dan zal ik u wel nooit meer zoo aan 't lachen kunnen maken, als vóór u wegging, want dan zal ik óók wel zoo'n stuk chagrijn geworden zijn, net als die deftige mevrouw." Men wane nu niet, dat ik door dik en dun partij trek voor de tegenwoordige dienstbode. Integendeel, tijdgeest en bovenal onoordeel kundige leiding van goed-meenenden, die ineens een beschavings-doop toegepast willen zien op helaas zoo bitter-weinig beschaafde en ontwikkelde jonge meiajes uit de werkmans klasse, ze werken beiden de juiste ontwik keling ran hart en van verstand tegen en bevorderen zeer zeker de dwaze pretenties, het eiscben zonder plichtsbegrip, wat maar téalgemeen wordt. Mogelijk laat ik op'dit schetsje, door leekenhand 200 waarheidsgetrouw gegeven, later eens een kijkje volgen van wat de wereld der dienst boden aan onrechtmatige eischen en harte loosheid bieden kan, doch waartegenover de mér-ontwikkelden, juist als zoodanig door tact n humaniteit moeten trachten te neutraliseeren wat onoordeelkündig aan kwaad wordt gezaaid. VROUWKE. verbazend, zooals die van 't jaar vrucht heb ben gedragen, 't Is toch over 't algemeen een bijzonder goed jaar geweest voor de wilde vruchten. Nog niet vaak heb ik aan de gele kornoelje vruchten en nog maar zelden zoo vele en rijpe vruchten gezien Ook de bramen zyn in deze herfst buitengewoon talrijk, sappig en lekker. Wie daarvan smullen wil moet er in deze week op uit, want de vogels, roodborst en spreeuw vooral, houden ei- huis in. Bloem valt er niet veel meer te zien. De dahlia's van de tuinen zijn aan 't aftakelen, Jubilee liaison Hirscti & .Cie. Dat het huis Hirsch & Cie. a.s. Zaterdag haar 25-jarig bestaan herdenkt zal stellig menigeen, vooral de dames, met belangstel ling vernemen. Wanneer wij dan ook nagaan op welke bescheiden schaal de firma Hirsch & Cie. nu 25 jaar geleden haar bedrijf in een buurhuis op het Leidscheplein opende, en velen zich afvroegen hoe eene firma het wagen durfde op het alstoen afgelegen Leidscheplein eene zaak te openen en men haar zelfs een kort bestaan voorspelde, dan zien wij hier wat een helderen blik in de toekomst, gepaard met ijver en wilskracht, vermag. De zaak der firma Hirach & Cie. begon naar w\j vernamen met een klein aantal ge mployeerden en haar atelier telde toen slechts een 20tal buitenlandscbe werksters. Dat het Leidscheplein ge iurende bet aantal jaren verfraaid ook een druk verkeer verkre gen heeft, zoodat het thans een centrum der stad beschouwd kan worden, behoeft geen betoog; dat ook de firma H. & Cie. gedurende hetzelfde tijdsverloop in bloei mocht toene men, zoodat zy, eigenares geworden van ver schillende panden op het Leidscheplein, telken jare genoodzaakt was zich uit te breiden en te verbouwen, waardoor zij nu bijna al de bovenverdiepingen van bet geheele blok huizen van Weteringschans tot Leidsche Kade voor hare verkooplokalen en ateliers inneemt, is een feit dat pleit voor de zaak. Dat dezen dag ^21 Sept.) door de firma H. & Cie. met luister gevierd zal worden is ontegenzeggelijk zeker. Wij vernemen zelfs, dat de heeren Berg en Kahn (eigenaars der firma) Zaterdag ten 2 uur receptie zullen houden in het Concertgebouw, dat de heeren patroons zich met hunne employé's 's avonds zullen ver eenigen aan een diner ten Huize Couturier, terwijl de panden door de firma Hirsch & Cie. ingenomen, luisterrijk verlicht zullen worden. De personen die het jubileum mede vieren en dus sedert de oprichting aan de zaak verbonden, zyn: A. Keij zer, hoofd-boekhouder, W. Taks, coupeur, A. de Jong, conciërge. Treurige voorspelling. Een aapje als huisdier. Lady Arthur Grosvenor, alias Syeira Lee in een woonwagen. De schoonste vrouw der wereld. Een Italiaansche waarzegster heeft den dichter Gabriele d'Annunzio eeaigen tijd ge leden voorspeld, dat hy in den jare 1909 ten doode was geteekend. In dat jaar zal d'Annunzio het slachtoffer worden van een medeminnaar, die hem het moordend staal in de borst zal stooten. Met Oostersche be rusting heeft d'Annunzio deze voorspelling, waaraan hij allerminst twijfelt, aangehoord en beantwoord met de woorden: het zij zoo l Hij heeft zy'n testament gemaakt en alle mogelijke schikkingen getroffen, overtuigd, dat in 1909 zijn levensdraad zal worden afgesneden. Ondertusschen rijdt hij met zulk een snelheid in zijn auto, dat bloedverwanten en vrienden hem voortdurend wijzen op het gevaar van in zulk een onzinnig tempo door lakwerk; die ronde of ovale schijven aan de bloeitakken lijken in 't geheel niet op het bekende vijfpuntige klimoploof; dit is alleen aan de niet bloeiende takken, ook onder aan den stam op den grond te vinden. In 't boscb, in de boschjes en in de groote parken begint de bodem weer kleur te krijgen. Mét dat de eerste gele bladeren het glanzig mos beplekken, dringen ze omhoog, de regimenten paddestoelen; zij zyn de ware herfstmakers in 't bosch; wel zijn er al in Februari en Maart voorloopers van het groote de vlakte te razen. D'Annunzio schudt by iedere waarschuwing lachend het hoofd, zeggend: Neen l nu nog niet ! eerst in 1909 is 't met mij gedaan; maar ik sterf niet in een automobile, dat heeft zij mij niet voor speld. Ik leg mij neer bij haar verdict." * * * Het modieuse huisdier van de dames der Amerikaanse hèSmart Set, is: een aapje. Van hoe kleiner afmeting hoe liever, want, het diertje wordt meegenomen op de wan deling en nestelt zich in mof, handtaschje of mantelzak zijner meesteres. Het aapje met zijn menschelijk snoetje en slimme oogjes, krij gt 's middags evengoed zijn kopje afternoontea, als zijn meesteres en haar bezoekers. Het diertje heeft in den regel een keur van toiletten, en, aan zijn opvoeding wordt de grootste zorg besteed. Aapje zal wel eens giegelen achter zijn gulzig grijp-handje, om de onuitputtelijke zotheid der menschen. * * * Syeira (Sara) Lee, gepatenteerd manden verkoopster, door Engeland reizend in haar woonwagen No. 69, is niemand anders dan Lady Arthur Grosvenor, dochter van Sir Robbert ShefBeld, in 1893 in 't huwelijk ge treden met Lord Arthur Grosvenor, tweeden zoon van den hertog van Westminster. Het is een zonderlinge gril van Lord en Lady Grosvenor, hun prachtige estate" Broxton-Hall met zijn talrijk dienstpersoneel, schitterend kasteel, paarden, rijtuigen en auto's te verlaten om als kermisvolk" in een woonwagen hun land door te trekken. Zy, die verleden winter Queen of Motorism" genoemd werd, stuurt nu eigenhandig haar woonwagen. Vlak achter haar aan, rijdt lord Grosvenor met den wagen die hun huis raad bevat. Syeira Lee's kar is gevuld en omhangen met manden in alle afmetingen. Zy brengt vlot de koopwaar aan den man, Lord Arthur, die er in zijn fietscostuum weinig Zigeunerachtig uitziet, heeft geen slag van loven, dingen en bieden". Syeira heeft groote, grove schoenen met platte hakken aan de fijne voetjes ; een donkerblauwe rok en een vlam-roode wollen jersey, met een rood-zij den foulard in den hals geknoopt, tooveren de slanke, sierlijke, mooie hertogin om in een pracht Gipsy (Zigeunerin). Een paar groote, gouden ringen in de ooren en een zoogenaamde vijgenmat" met een vies, verschoten lint gegarneerd, overschaduwt haar fijn, ernstig gezichtje. Twee woonwagens, twee paarden en een hond worden door hen verzorgd. Zij wasschen, plassen en koken als alle Zigeuners op de plaatsen waar de paarden worden uitgespannen. Hun paarden, forsche, wel doorvoede trekdieren, zouden in staat zijn hun incognito dat zij angstvallig handhaven, te verklappen door hun wèlgedaanheid, waar door zij geheel afwijken van hun armzalige Zigeuner confraters. Zij leven van de opbrengst van hun koopwaar, die zy' in 't groot hebben opgedaan. Fabriekswerk opkoopen en verkoopen bevredigt Syeira Lee niet. In het aanstaand winterseizoen wil zij zelf manden leeren maken, om die in 't voorjaar van 1908 in Frankrijk te verkoopen. Zy zijn verrukt over hun onafhankelijk nomaden-leven. Het nige wat hen grieft en teleurstelt is de wantrouwende houding der platteland-bewoners tegenover Zigeuners. Dikwijls wordt hen door boeren in de ruwste bewoordingen toegesnauwd niet voor hun hoeven te toeven, geen water bij hen te halen, want, dat zij het dieven-gespuis voor geen oortje vertrouwen. Lady Grosvenor bena een paar zwoele dagen, kwamen ze snel en in massa's te voorschijn. Dat belooft wat voor October. Vooral de soorten, die bij voorkeur onder eiken-hakhout groeien, zijn voordeelig ont wikkeld ; de roode Russuia's lijken mij grooter en vuriger dan gewoonlijk, en in ontzaglijke massa schieten de lekkere bruine Krul zoomen ofPaxillen op. De Eierzwammen zijn al aan hun tweede vrucht-peru de bezig. In de eerste week van Juli stonden de dennebosschen van 't Gooi vol van die zacht oranje en zeemleerde zonnebloem en andere groote gele com posieten die er op gelijken, laten hun stralen slap hangen rondom de gele of bruine schy'f of er overheen; de herfstasters, meest paars met geel, staan nog goed; en ook de hagewinden langs den weg blijven frisch. In de weide beginnen de paardebloemen hun tweede bloeiperiode; dat doen ook enkele andere voorjaarsbloemen zooals primula's en dotterbloemen ; maar veel kleur geven ze niet aan 't landschap; 't zijn er maar enkele, ze vormen geen massa. Alleen op buitenplaatsen, waar veel geld en zorg aan de herfstbloemen besteed wordt, staat nog veel fleurigs, herfstseringen en enkele dahlia's, vooral ook chrysanthen en naakte herfsttyloozen. Ook bloeit er hier en daar nog een boom,een accacia.En als de laatste van 't jaar: de trompetboom, groote bladeren met kleine pruimkleurige er boven op en trossen van witte met geel en i oode bloemen; uit de verte lijkt 't wel kastanje-bloesem. Juist als die catalpa's 't opgeven, begint de allerlaatste, de klimop; als kleine gry'sgroene bessen in bolvormige trosjes steken de duizen den en duizenden bloemknoppen boven de glanzige bladeren uit. Die klimop is nu, even voor den bloei, op z'n mooist; de bovenste bladeren schitteren in 't zonlicht als Japanscd Top van een bloemtros van den Trompetboom. (Catalpa). (Uit De Levende Natuur). leger, maar dat zijn zonderlingen, die uit den aard geslagen zyn. Ook de zomer heeft enkele soorten te gast. Maar niet voor einde September begint de groote zwammen-campagne. Dan breken ze door met kracht en geweld, duizenden by' duizenden, in honderden soorten, kleuren en vormen. 't Schijnt weer eens een goed zwammenjaar te zullen worden. Althans in deze week, kleurige trechters, met hun fijnen theegeur; tot den lOen Juli kleurden ze heele bosschen geel en oranje; toen verdwenen ze op eens, en donker-bruine, verdroogde trechters vertel den, waar ze gestaan hadden. Nu zijn ze er weer, naar 't lijkt in minder aantal; maar misschien schijnt 't maar zoo, doordat er nu zooveel andere even mooie of mooiere soorten en exemplaren bij zijn gekomen. Wat is 't toch jammer, dat verreweg de meeste menschen zoo voor ingenomen tegen paddestoelen zijn. 't Is, denk, ik de oude angst voor 't donkere geheimzinnige bosch, die nog nawerkt; het bosch met zijn satyrs en nymphen, zijn roovers en wilde beesten, 't woeste angstwekkende woud van den oerty'd van 't men§chdom. Nog altijd zijn veel groote men schen huiverig als kleine kinderen,om 't bosch in te gaan, als 't er wat schemerig en een zaam is, en vooral in den herfst als 't wat nevelig wordt en den bo lem bont gepikkeld staat van die vreemdsoortige zwammenhoedjes. Dan kan 't er ook zoo angstig vreemd benau wend rieken, dan zweeft de herfstgeur over 't mos; en de vallende bladen dalen er zoo geheimzinnig ritselend neer tusschen de half kale takken; en dan die bruine wortels, welke als groote slangen-lichamen over 't mos kronkelen. treurt het zér, dat het geestige, naarstige Zigeunervolkje, voor wie züals kind reeds sympathie had, zóó te kwader naam en faam bekend staat, en, zy houdt vol, dat haar vrienden, wier leven zy met zooveel genoe gen nabootst, beter zyn, dan hun reputatie! * * * Op 't veroveren van kampioenschappen komt het in onze dagen aan. Zoo voor man nen als vrouwen. Voor 't sterke en voor 't schcone geslacht. Voorloopig staat de negen tienjarige, Amerikaansche Margaret Frey, be ambte in een handelshuis, by haar landgenooten genoteerd als: de schoonste vrouw der wereld. De Chicago Tribune deelt in zyn kolommen mee: Na een nauwkeurig onderzoek gedu rende i maanden ingesteld, na't beschouwen en keuren van 200.000 portretten, weifelen wy niet, het schoonheidscertificaat aan Margaret Frey uit Denver (Colorado) uit te reiken. Wij beweren.dat Margaret Frey de schoonste vrouw der wereld is, en, wy zullen ons oor deel handhaven, tot aig land ons overtuige van het tegendeel, door ons een vrouw aan te wijzen van volmaakter schoonheid Reeds zyn Frankrijk en Engeland door Amerikaansche bladen uitgenodigd mede te dingen in dezen schoonheidg-wedstrijd. Het geïllustreerde tijdschrift voor damee, Femina" is grif ingegaan op de uitnoodiging min of meer uitdagend klinkend en seinde naar de Chicago T ibune Acceptons défi." Tweemaal vergaderde de jury te Chicago. Van de 200.000 foto's werden eerst een 9tal opgemaakt, later een Stal. Toen ontvingen de 5 dames een uitnoodiging van de jury, z|ch in levenden lijve te vertoonen, om in Chicago te vernemen aan wie de schoonheidspalm zou geboden worden. Aidus geschiedde, en, de jeugdige Margaret versloeg haar hoogst gevaarlijke, beeldschoone mededingsters: Gabrielle Worsley en Sella Carson, de schoonste vrouw uit Chicago. Kort en bondig vermeldt de Chicago Tribune over de zegevierende schoonheid: Mirgaret Frey, L en ver (Colorado) beambte handelshuis. Salaris; 20 gulden in de week. Negentien jaar, Teint melk en bloed. Blond. Lengte l M. 73. Midlel 53 centimeter. Buste-omvang 90 cen timeter. Laarzen-nummer : 37. Gewicht 62K kilo. Frankryk houdt zich overtuigd binnenkort wereldkundig te kunnen maken, dat de schoonste vrouw der wereld, eene Francaise is. Wie zal 't zijn ? Van het concours zyn buitengesloten: professioneele schoonheden, actrices.schildersmodellen en mannequins" schoone vrouwen, in mode-magazijnen aangesteld om de model japonnen en mante s aan te trekken, ten einde snit, kleuren-combinatie en garneering voor de oogen der vrouwelijke clientèle onder het gunstigste licht te plaatsen. CAPRICE. * * * Zwitsersche vla. Benoodigdheden: 4 d L melk, 5 eierdooiers, 120 gr. suiker, 20 gr. maïszena, 200 gr. bitterkoekjes, l dL. rumof marasquin, ongeveer % L. slagroom, 60 gr. poedersuiker, vanillepoeder, % dL. rum of marasquin. Bereiding: De eierdooiers met de suiker en de maïszena 5 minuten roeren; langzaam de melk daarbij voegen; deze massa roerende laten koken tot de maïszena gaar en gebonden is. De bitterkoekjes met l dL. marasquin m een schotel plaatsen, daarover de gereed gemaakte saus storten. Room kloppen, daarna vermen gen met de poedersuiker, de vanillepoeder en l dL. marasquin. Schotel garneeren met ge klopte room. i mm n ii lltlllllllMIIMIIMIMMI Die angst is verklaarbaar, 't is een oud instinct; maar kinderachtig voor wie heeft leeren nadenken. Er is geen enkel woud meer in ons land; 't is alles park of bosch, aangelegd, en bijna zonder uitzondering goed onderhouden; zoo al niet geharkte, dan toch bekapt en van paden voorzien. Wilde dieren bestaan er niet meer; wel wild, maar dat is ongevaarlijk, en belangwekken by een ont moeting ; fazanten, konijnen, hazen en patrij zen, een ree, een hermelyn, zelden een hert of nog zeldzamer een marter, dat zyn de be woners van onze park-bosschen, ware bosschen of wouden zyn er niet meer, hier niet, en nergens in heel Midden-Europa. Mogelijk ook ontstond de huiverigheid voor paddestoelen bij sommigen niet zoo zeer door hun geheimzinnige schuilplaats als wel door 't idee dat ze op afgevallen bladen groeien, altijd op vochtige griezelige plaatsen, waar iets aan 't vergaan is; ook lijken ze zoo kil en glibberig, en zoo giftig van kleur en zoo leely'k duf en schimmelig van geur. Zy, die hierdoor een afkeer van paddestoelen hebben, kennen er maar weinige ; ze oordeelen naar enkele indrukken. Er zijn paddestoelen die ook het l goed in 't licht groeien en op droge grazige plekken op de duinen zelfs; de meeste zijn volstrekt niet glibberig of nat op 't gevoel; sommige soorten rieken lekker naar thee, meidoorn, anijs of anjers, en worden op den reuk onder scheiden van ander soorten. En giftig? Och, het aankijken of aanvatten zal stellig niemand in gevaar brengen. Er zijn giftige paddestoelen, dat is zeker, evengoed als er giftige bloemplanten zijn, zooals de aardappel, tabak, paardebloem, papaver en belladonna en dolle kervel. Wie paddestoelen maar eerst mooi leert vinden, mooi door de kleur, goed passend in de omgeving van mos, dor blad en boomstammen, maar ook mooi door hun vorm, die overwint al spoedig de malle vrees voor vergiftiging. Er zy'n er maar enkele die inderdaad giftig zijn, en dan na tuurlijk nog alleen als ze in voldoende hoe veelheid worden gegeten. Wie buiten woont of vaak naar buiten- trekt om 't genot van de vry'e natuur, en vooral wie van 't stillebosch houdt, ontzegt zich een waar en edel genot als hij zich af keert van de paddestoelen. Wie maar eens een kleine gemakkelijke overwinning op zich zelf bevoch ten heeft, vindt de aardgeur niet akelig meer. Wie wat mooie paddestoelen plukt om ze thuis in een ondiepe schotel op de salon- of werktafel te zetten, goed gerangschi t naar kleur, vorm en grootte, die is al gewonnen voor de studie van de champignons. Ze te gaan eten, en zelf mee te werken om ze tot volkgvoedael te maken, (wat ze sedert lang in andere landen zijn, dat behoeft vooreerst nog niet. Leer ze maar eerst van aanzien kennen, de naam doet er niet toe, maar kennismaking moet voorafgaan aan de vriend schap. Dat is 't eerste stadium, dan komt de nadere intiemere verhouding, 't Seizoen begint pas, ik kom er wel weer op terug; ik heb nog alty'd hoop, ze bemind te maken bij velen in ons land. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl