Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1578
houwers en den cierlyk betitelden gebrnikg
of sierkunstenaren. Ervoor zjjn de volgende
dingen:
lo. De minder hoffelijke behandeling door
sommige tot kunsthandelaar geworden lieden
verviel, daar de chef der coöperatie een ambte
naar was in dienst der saamverbondenen,
een geljjke das zon zjjn feitelijk, en niet een
mogelijk hondsch afnemer. De vrees voor
den kunstkooper wierde onnoodig, de
pijnIjjkheid van de gang naar z\jn winkel opge
heven.
2o. Altijd gedacht dat de zaak reüsseerde
zouden de gommen die de leverenden ont
vingen grooter dan nu zijn daar het ont
vangene voor het werk alleen te verminde
ren zouden zyn: met de vaste jaar wedde van
den directeur (stel twee & drieduizend), met
de loonen van de bedienden, de onkosten
der zaak emballage etc., met de amortisatie
. van het kapitaal zoo het noodig bleek om
in het b^gin voor den eersten tijd en om
het uit te zingen" een kapitaal op te nemen
buiten de leden-deelnemers om. Beter is
natunrlyk om zoo dit mogelijk is bet noodige
kapitaal onder de leden te houden; het pro
cent kon dan eerder het gewone zijn dan
het wellicht hoogere van het door anderen
te verstrekken geld.
De onkosten zouden goed gemaakt moeten
worden (misschien nadat alle leden eerst een
kleine vaste bijdrage stortten, daar ze toch ten
toon stelden en een verkoopsmogelijkheid een
tijd latent kan zijn) doordat van ieder schilderij,
iederen verkoop van een werk een vast pro
cent geheven werd tot de onkosten gedekt
waren. Zoodra dit bedrag de onkosten over
treft wordt het overtollige naar rato terug
gegeven). Na dekking der onkosten zou dus
alles ten goede moeten komen aan wie deel
namen en verkochten.
3o. Sommige-kunstenaars wier goed werk
om bepaalde redenen of machtsmisbruik van
den kunsthandel niet tentoongesteld wordt,
zouden (gemakkelijker erkend toch hoop ik door
hun mede-kunstenaar»} gelegenheid hebben zich
te laten gelden op een hun toe-komende wijze.
De bezwaren zijn echter niet gering,
a. Het grootste gevaar is dat een coöperatie
een a»yl werd voor talentloozen. Wanneer ge
ziet hoe tegenwoordig alle grenzen in hoog
heid getrokken, gewischt worden,
hoekunstclubs uit een aantal menschen bestaand die
niets kunnen, zich veilig zetten door te zeg
gen : we beschotiwen het als een
vakvereeniging dan is dit gevaar bizonder groot.
Het ware te keeren door een bestuur gekozen
uit het aantal leden, maar dat zich verbond
een strakke kritiek te oefenen, om der
kunstwille. Het leden-aantal zou dadelijk beperkt
moeten worden om het allegaertje" te mijden.
Daarenboven zou ook van de leden te ver
wachten ' zijn moeten dat ze alleen inzonden
wat ze zelf het beste achten, en dat dit nog,
om schoonheidswil, scherp gekritiseerd mocht
worden. Deze raad zou by goed-vinden ver
vangen kunnen worden door een buiten de
vereeniging staand door allen als kundig en
eerlijk geapprecieerd kunstkenner. Deze kon
daar f oor een kleine som 's jaars, vaat, gegeven
worden. Dit ware eveneens een oplossing.
De als -directeur te kiezen persoon moest
zijn een goed handelsman; de zaken kennen;
was h\j daarenboven een kunstgevoelige dan
verviel de kunstkenner buiten de vereeniging.
Het moeilijke echter was in het laatste geval
dat hij, de directeur, aangesteld door de deel
nemers zich onafhankelijk genoeg voelde
tot kritiek. Dit zou ontgaan kunnen worden
doordat hij voor een aantal jaren vast aan
gesteld werd door de coöperatieve vereeniging.
Ten derde was een nog mogelijke oplossing
dat een handelsman en een kunstkennende
aan het hoofd stonden, maar beide op geringer
salaris natuurlijk. De eene zou admini
stratie en handelsrelaties kunnen verzorgen
(een andeis mogelijk noodige boekhouder
vervalt) de andere kon het kunst-deel der
zaak bezo'rgen.
b. De tweede moeielijkheid is: Zou het niet
het beste zijn de zaak niet te armoedig te beginnen,
integendeel hoewel eenvoudig, zeer flink? Maar als
dit werklijk juist en noodig was, dan zou de
noodzakelijkheid vermoedelijk rijzen om met
een groot kapitaal te werken. Er zou doordat
dit geld (de groote som) buiten de leden zou
moeten gezocht worden en de garantie daar
van niet al te zeker misschien ware. een
zwaar-drukkende rente moeten betaald worden.
Er is nog een tweede reden om een groot
kapitaal noodig te hebben. De kunsthandel
zal zich natuurlijk te weer stellen. HU is
eigenlijk internationaal georganiseerd, en hij
zal niet schromen om al de macht van zijn
relaties en al de kracht van zijn kapitale»
te zetten tegenover de nieuwe coöperatie. Hij
zal dit natuurlijk doen daar hij een krachtig
organisme is. De leden-deelnemers zullen door
dien internationalen handel op alle mogelijke
wijze gedrukt worden. Is er werk van een
der leden in zijn bezit dan zal dat niet zonder
weet en zonder talent op het hem goede
o ogenblik ge-spuid worden. De gewone
oekonomische qnaesties zullen zich voor de mede
leden op schrijnende wijze voordoen.
Noodig is daarom dus by de strenge kri
tiek van het werk waardoor de zaak een
uitmuntende worde, tevens een langdurig af
gestaan kapitaal (et ga coutera des eous) waar
door de zaak een worde die slechte tijden
(en dat zullen de eerste zijn) kan verdragen"
en toch blijven ageeren. Dit bezwaar zou
eenigszins kunnen voorkomen worden indien
internationaal de coöperatie was; een
wederzijdsche steun ware mogelijk.
Een andere moeilijkheid is: moet inderdaad
alleen werk van leden verkocht worden
of daarnaast nog ander uitnemend? Een ander
gevaar is dat de activiteit van de latere direc
teuren in sommige opzichten te slap kon
worden.
***
Er wordt wel eens volijverig en goedwillig
over zoo'n coöperatie gesproken, maar
zijn de bezwaren voldoende overwogen, die
» komen bij het schoone doel; en is er vol
doende begrepen dat een asyl voor talent
loozen nooit het te wenschen kan zijn?
PLASSCHAERT.
Iets m postzegels en tot yerzaielen era.
Zooals het geval is met alle verzamelingen
is ook het verzamelen van postzegels zeer
onderhevig :aan veranderingen der mode.
In vroeger jaren toen er weinig nieuwe
postzegels werden uitgegeven en deze zich
slechts onderscheidden door veranderingen
van waarde en kleur, was het verzamelen
makkelijk genoeg. Voor speculanten en voor
verzamelaars van bijzondere exemplaren,
bestond er nog geen arbeidsveld, d. w. z.
volgens de inzichten van die dagen. Zien we
nu terug, dan beklagen we de verzamelaars
van het midden der vorige eeuw, die de
gelegenheid verzuimd hebben, eenige exem
plaren te koopen van de postzegels van
Mauritius die toen voor een paar gulden
te krjjgen waren en welke z\j nu zonden
kunnen verkoopen voor ?12000 per stuk.
Toen echter in navolging van Engeland
het eene land na het andere zegels uitgaf
voor het frankeeren van brieven, werd het
veld ruimer en verschenen er soms zeer
belangwekkende veranderingen. Elk land
was vrij in het kiezen van een zegel, en in
het vervaardigen ervan. Elk land had zijne
eigen bewerking en zelfs al was de bewerking
soms in twee landen dezelfde, dan was toch
dikwijls de manier van bewerken weer ver
schillend. De graveurs van de eerste Engelsche
stuiverspostzegel vervaardigden ware kunst
werken wat graveereu en drukken betreft,
maar de navolgers maakte dikwijls zér ruwe
ontwerpen, die vaak aan het belachelijke
grensden. Langen tijd wilden Engelsche
verzamelaars niets weten van exemplaren,
die in bewerking, kleur of papier van de
gewone afweken. Fransche verzamelaars
daarentegen hielden veel van zulk e af tvy zingen;
daardoor ontstonden er twee scholen van
verzamelaars. De Engelgche school bepaalde
zich tot het verzamelen van de gewone
exemplaren van verschillende kleur en waarde;
zij beweerde dat dit het eenige erkende
verschil opleverde en dat iedere andere af
wijking slechts ontstond door toevalligheden
in de bewerking. De Fransche school beweerde
dat exemplaren, die door de bewerking iets
anders waren uitgevallen, slechts weinig
achterstonden bij de goedgekeurde postzegels,
en in sommige gevallen nog veel belang
wekkender waren. De twee scholen bestreden
elkaar met vrjj groote warmte in de toen
malige tijdschriften. Het eind was dat de
Fransche school langzamerhand de overhand
kreeg, en op haar theorieën de tegenwoordige
wijze van verzamelen wordt gegrond.
Achtereenvolgens stelden alle beschaafde
landen den opplakbaren postzegel in gebruik,
en toen dit gebruik meer algemeen werd,
bracht men ook verbeteringen aan. De waarde
die zich eerst bepaalde tot enkele cijfers,
werd vergroot, totdat ten slotte van elk geld
stuk, tot een shilling toe, een gelijkwaar
dige postzegel bestond. Pogingen om het
ontwerp te verbeteren, leidden tot eteeds
nieuwe uitgaven, zoodat de verzamelaar van
postzegels zich ten slotte afvroeg of er
wel ooit een eind aan zou komen. Elk jaar
werd de catalogus van uitgaven en erkende
veranderingen grooter. Ten slotte werd hij
genoodzaakt eene soort keuze te bepalen,
ten einde zijne verzameling binnen zekere
grenzen te houden, en besloot hij zich te
bepalen tot enkele soorten en enkele groepen.
Op die wijze loste hij de moeilijkheid voor
altjjd op, maar niet dan na eene overwin
ning op zichzelven: daar het hem veel kostte
zijn geliefd stokpaardje te moeten beteugelen.
Schoorvoetend bracht hjj zijne verzameling
binnen een bepaalden grens, waardoor hij
veel moest uitsluiten, wat hij graag had be
waard, en sloot hij zich aan bij diegenen
onder de verzamelaars, die zich voor dezelfde
groepen en soorten intereseeerden als hij zelve.
Dit zich bepalen tot enkele soorten bracht
verdeeldheid in het kamp der verzamelaars,
dat zich tot nu toe had gekenmerkt door
eene eenheid, welke alle verschil in stand
en nationaliteit deed wegvallen. Onwillekeurig
werden nu de prijzen der postzegels hooger.
De verzamelaars vestigden alle aandacht op
populaire landen, daardoor werd de vraag
naar zekere soorten van postzegels grooter,
hetgeen natuurlijk de prijzen verhoogde. Nu
werd tevens voor speculanten een nieuw
veld geopend. Zoolang men postzegels ver
zamelde, zonder eene bepaalde voorkeur, was
er voor speculanten geen voordeel te behalen,
maar zoodra de verzamelaar eene voorkeur
toonde voor een bepaald land, haastte zich
de speculant daarmede zijn voordeel te doen,
en kocht hiervan zooveel exemplaren als hjj
kon machtig worden. Hierdoor kwamen
sommige landen in de mode, andere raakten
er uit.
Aan 't hoofd .van de landen, die nu in de
mode zjjn, staan de Britsche koloniën.
Evenals de postzegels die zij verzamelen,
kan men ook de verzamelaars in groepen
verdeelen.
Allereerst de ware liefhebber, die verzamelt
voor zjjn genoegen en die eene studie maakt
van de postzegels, hunne geschiedenis en al
wat betrekking heeft op hunne beweiking;
vervolgens de verzamelaar, die het beschouwt
als eene geldbelegging, die hem voordeel op
kan leveren; ten laatste de speculant, die
de richting volgt welke het verzamelen neemt
en zich dan meester tracht te maken van
die postzegels, waarvan er maar een beperkt
aantal zijn. Deze is de parasiet van verza
melaar en koopman beide, daar hij te trotsch
op zijn maatschappelijke betrekking is, om
zich koopman te noemen, maar niet te trotsch
om de voordeelen in den zak te steken, die
hij in zyrjen omgang met mede-verzamelaars
kan genieten. Hij is de schrik der kooplui,
een raadsel voor zijne mede-verzamelaars en
altijd op eigen voordeel bedacht.
Sommige verzamelaars scheppen genoegen
in het zoeken naar verscheidenheid en in het
bezit hunner collectie. Anderen genieten
alleen van het verzamelen, maar is het bezit
onverschillig.
De mode-veranderingen bij het
postzegelverzamelen zijn zeer dikwijls het gevolg van
wisselingen in politiek; ook zijn handels
depressies daarvan wel oorzaak. Toen eenige
jaren geleden verschillende Australische ban
ken achter elkander failliet gingen, werden
verscheiden kostbare collecties postzegels
overgezonden naar Engeland en verkocht,
hetgeen eene groote daling in de Australische
postsegels ten gevolge had, wat zich nog
altijd niet hersteld heeft. Eene depressie in
Duitschland heeft nog onlangs de Engelsche
markt overstroomd met Europeesche post
zegels, waardoor deze in waarde verloren
hebben.
De meest bekende mode, die er geweest
is, was die, welke men de West-Indische
boom" noemt. Verscheiden jaren geleden
was West-Indiëom de eene of andere reden
in de mode. Zij had veel wat haar voor ver
zamelaars aantrekkelijk maakte. Zij bestond
uit verscheiden kleine staatjes met weinig
weinig- bevolking en dus kleine uitgaven van
postzegels. Zij had veel interessante bijzon
derheden, van matigen prijs, zoodat een
groote menigte verzamelaars zich eensklaps
ging interesseeren voor West-Indische exem
plaren, als 't nieuwste wat er was. Hande
laars beijverden zich deze rage te bevorderen
door groote inslagen te doen van de gevraagde
postzegels en door druk te ad verteeren. Men
hield lezingen over Nevis, Trinidad, St. Kitts
of St. Vincent, en het loonde de moeite niet
iets anders te verzamelen. En de prijs l Zij
steeg tot zulke ongehoord hooge sommen,
dat het zelfs de ijverigste verzamelaars van
West-Indische postzegels den adem benam,
en de weinigen, dié'nóig andere soorten ver
zamelden, waren blijde niet met de mode
mee te doen. Eensklaps begon men te vin
den, dat er wel wat te veel werk van
WestIndiëwas gemaakt; de se meening verspreidde
zich en nu trachtte eensklaps alle koopers
te verkoopen, terwijl de prijzen nog hoog
waren. Speculanten, die mef den stroom
waren meegegaan, deden evenzoo, en nu daalde
de prijzen tot ongekende laagte. De geheele
zaak was overdreven. Verzamelaars raakten
den kop kwijt, en verscheiden handelaars,
die groote winsten hadden gemaakt, zoolang
de rage duurde, bleven nu zitten met een
kostbare voorraad, waarvan de prijs steeds
verminderde. Sedert dien dag hebben de
West Indische postzegels nooit meer zulk een
hoogen prys gehad, maar ernstige,
niet-speculeerende verzamelaars vinden ze nog even
interessant en waard om te verzamelen als
vroeger.
De tyd der Australische postzegels is ook
voorbij, maar in tegenstelling met de
WestIndische zyn er toch teekens die wijzen op
eene herhaling van dien tijd. Hunne popu
lariteit ontstond door de buitengewone
belangstelling die men toonde in de tamelijk
ruwen voortbrengselen van die koloniën.
Dese werd nog aangewakkerd door openbaren
steun en aanbeveling van handige verzame
laars en door artikels in de couranten. Er
bestaat geen land over welks postzegels zoo
voortdurend geschreven is als Australië.
Maar op een goeden dag werd het ruchtbaar
dat de meest bekende verzamelaar van
Australische postzegels, aan 't verkoopen
was, en angstvalligen maakten daaruit de
gevolgtrekking, dat de zaak verkeerd liep.
Verstandige verzamelaars trokken het zich
niet aan, maar de meesten gingen mee met
den stroom en er volgden eene daling. Zij,
die van deze daling hebben gebruik gemaakt
om tegen lagen prijs veel te koopen, zullen
zichzelf weldra gelukwenschen met hun
doorzicht. Wanneer dezer dagen de postzegels
der republiek de plaats zullen hebben
ingenomen van die der verschillende Staten
zullen postzegels der oude uitgaven tot de
kostbaarste behooren, die een verzamelaar
van postzegels der Britsche koloniën bezit.
Eene andere mode, die gekomen en gegaan
is en nu weer terugkomt, is het verzamelen
van Transvaalsche postzegels. Van 1877 tot
1881, toen de Engelschen voor 't eerst
Transvaal in bezit namen en er bevel voerden,
werden de Transvaalsche postzegels de meest
gezochten. De heer Mr. T. K. Tapling, lid
van het Parlement, was een der ijverigste
verzamelaars van Transvaalsche postzegels,
en zijne verzameling, nu overgebracht naar
het Britsch Musenm, getuigt van den ernst
waarmede hij er zich aan wijdde. Maar toen
in 1881 het land was teruggegeven aan de
Boeren, verwierpen vele verzamelaars deze
postzegels met minachting, daar het land nu
niet langer eene Engelsche kolonie was. Na
het einde der laatste oorlog zijn de Trans
vaalsche postzegels weer zeer populair ge
worden, en dat vflrdienen z\j, want van een
historisch standpunt beschouwd, bestaan er
geen postzegels die meer belangstelling ver
dienen. Eerst de ruwe postzegels der eerste
republiek, gevolgd door die van het eerste
Engelsche bewind, met het hoofd dei koningic,
dan weer die der tweede republiek, daarna
weder van het Engelsen bewind met een over
druk, aanduidende de hernieuwde regeering
van Victoria en ten laatste eene mooie
serie uitgaven met het hoofd van koning
Eduard VII. Geen der koloniën toont zoo
duidelijk in hare postzegels den strijd voor
Engelsch oppergezag. De laatste oorlog bracht
ook de postzegels van den Oranje Vrijstaat
weder in aanzien. De oude uitgaven, die
weinig meer in trek waren, zijn nu van hooge
waarde en worden veel gevraagd. De post
zegels der Deensche West-Indische eilanden
zijn op 't oogenblik in Amerika het meest
in zwang, daar die Groote republiek juist
een bod heeft gedaan aan Denemarken, om
deze eilanden van haar te koopen. Wanneer
de koop gesloten wordt, zullen oude
DeenachWest-Indieche postzegels in waarde stijgen;
gaat zij echter niet door, dan is eene daling
te verwachten, want de Amerikanen, die
door opkoopen de prijzen zoozeer hebben
opgedreven, zullen direct beginnen te ver
koopen, daar zooals zij zelve zeer teekenend
zeggen, de ellendige zaak geen waarde
meer heeft voor Uncle Sam".
Sommige landen worden beroofd van
hunne oude, meest gewaardeerde uitgaven
door rijke buiten! andsche koopers. Londen
is de groote markt voor postzegelverzame
laars. Het betaalt de hoogste prijzen voor
alles wat maar eenigszins waarde heeft in de
postzegel-wereld en bezit daardoor het groot
ste deel der zeldzame exemplaren van de
verschillende landen. Daarheen gaan koopers
van het buitenland om hunne voorraad aan
te vullen, en de groote verzamelaars op te
zoeken van onbereikbare exemplaren.
Op het oogenblik worden aan de Ameri
kanen de postzegels van Hawaïaangeboden,
daar Uncle Sam deze eilanden heeft inge
palmd en de Amerikaansche postzegelverza
melaar dus een levendig belang stelt in de
postzegels van Hawaïen gaarne koopt.
Een verstandig verzamelaar stoort zich
niet aan zulke veranderingen, maar kiest
zorgvuldig uit de landen, die niet in de mode
zijn en er ook niet voor een korten tijd in
zullen komen.
Ten slotte zijn alle modes grillen; zij doen
by het postzegel verzamelen meer goed dan
kwaad, want zooWng eene mode duurt, wordt
de geschiedenis van het land met ijver be
studeerd en verschaft ons opstellen van blij
vende waarde betreffende postzegel-uitgaven,
die anders wellicht nooit zouden zij a ge
schreven.
NIEUWE UITGAVEN.
FKITS LUGT, Is de aankoop door het Rijk
van een deel der Six-collectieaan te bevelen?
HENBIBTTB ROLAND HOLST VAN DER SCHALK,
Opwaartche Wegen. (Verzen). H. A. Wakker
& Co., Rotterdam.
Slikken in het zieleleven van den Javaan en
zijne overheerschers, door J. H. F. KOÜLBRUGGE.
Leiden, boekh. en drukkerij v.h. E. J. Brill.
HERMANN WENDEL, Sociaal-democratie en
propaganda tegen de kerk. Vertaald door W. VAN
RAVESTEYN Jr. Rotterdam, Uitgevers maatsch.
v.h. H. A. Wakker & Co.
Kerk en Secte, No. 7, Het
Anglo-katholicisme, door dr. E. F. Kruyf.
Verslag omtrent de verrichtingen van den
gemeentelijken gezondheidsdienst te Amster
dam over 1906.
Innerlijk leven, Zielsbeschouwingen, door P.
H. HUGENHOLTZ Jr. Amsterdan, Van Holkema
& Warendorf
N. J. C. SCHBRMERHORN, Wat is het doel dei
levens? A.ntwerpen,T. Kersouwken.
De psychologie van het droomen, door dr. C.
J. WIJNAENDTS FRANCKEN. Haarlem, De Erven
F. Bohn.
Caveant Civesl Openbare brief aanjhr. mr.
A. F. de Savornin Lohman, naai aanleiding
van dien» opstel ia Ome Eeuw (Augustus 1907),
getiteld: Caveant Consulesl, door H. PIERSON.
Den Haag, W. A. Beschoor.
Vereeniging tegen de Kwakzalverij, Opgericht
l Januari 1881, Kon. goedkeuring op de
Statuten verleend 10 Nov. 1883, op de ge
wijzigde Statuten 20 Juli 1890. Berichten en
mededeelingen. No. 63. Inhoud: Jaarverslag
over 1906. Concept-rekening over 1906. jg^g
Longen- Gymnastiek zonder 'gereedschappen.
Naar het systeem van dr. SCHEEBER, met 13
figuren in den tekst. Baarn, J. F. van de Ven.
Opleiding (Vak-en Handteekenen).
Ontwikkeling der algemeene kunsfidée en
behandeling der noodig blijkende theoretische
vakken als wiskunde, perspectief, kunst
geschiedenis enz.
Aangeboden door leeraar M. O. M.'M.2
Brieven letter H, bureau van dit blad.
23 September-15 October 1907.
TENTOONSTELLING
VAN
TEEKENINGEN
ANTON MAUVE
IN DEN KUNSTHANDEL
Wed. Gr. DORENS & Zn.,
AMSTERDAM.
TOEGANG VRY. 56 ROKIN.
fa, tr, fabriek m Zilveiwta, |
Ho f juwelier. i
Oudegracht E 17, utrecht, f
C A N D K I/A B R E S.
IKIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIKMIII
Kunsthandel 11
KRÜGER &C
37* Noordeinde.
's-Gravenhage.
Permanente Tentoonstelling
v: Schilderijen en Aquarellen.
IAMSTERDAM
HILVERSUM
DROI/OT
?f * WKSSEJB A. C«. ?*-?*?
? LASÖE HOUTSTRiiT 7 A t ?
? ? ? JC^on HnA|f - - ?
. - TBLBFOON IMTBItC. >74 -
GROOTSTE INRICHTING VOOR
COMPLETE MEUBUJSERING * =
IK ALLE STIJLEN = = =r =
ANTIQUITEITEN = = =
EIGEN MEUBELFABRIEK
Een natuurgetrouw Portret
l»
? ?* VTAUIM&W ASwvi &AJ_IAL x w ?
naar iedere foto
geschilderd,
is een
allerdankbaarst ge
schenk voor
elke gelegenh.
Prijscourant ffralls.
H. BOCAERTS & C°,
MAUVE-TENTOONSTELLING
TE LAREN N.H.
LARENSCHE KUNSTHANDEL VILLA MAUVE.
TENTOONSTELLING VAN 60 SCHILDERIJEN, AQUARELLEN, TEEKENINGEN EN
STUDIES VAN WIJLEN DEN LARENSCHEN MEESTER, VAN 1?30 SEPTEMBER.
DAGELIJKS GEOPEND VAN 9?5 UUR.
ENTREE 50 CENT. ZONDAGS 25 CENT.
J. C.
Plein 99ai H- -t- H- -H -t- 's-Gravenhage.
Moderne Schilderijen, Aquarellen enz.
MEUBEL-BAZAR,
Singel 263 283,
t>y de
Kantoor-Meubelen
J. MEUERDTK MEIJER.
*?!?*??? ????.
De HOOFDZAAK voor bet
succes van Uw artikel is
K. V. Steendrukkerij en
Ctikettenfabriek, voorheen
KLUPPELL & EBELING,
ARNHEM.