Historisch Archief 1877-1940
10
BE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 15T9
hand is van zeer bescheiden omvang ge
worden. Met het oog daarop wordt
vermoedelijk op een blijvend sterke waag ge
rekend.
Niet onmogelijk, dat later weder een daling
intreedt. Maar een teruggang van bijv.
20 pCt. wordt niet van groote beteekenis
geacht, daar bij het tegenwoordig booge
nivean een vermindering tot ? 48 , ? 51
voor de producenten nog altijd als zeer
loonend is te beschouwen, althans in ver
gelijking met de noteering van Maart 11., nl.
?42, die tegen half Juni tot ? 51 opliep,
om medio-Juli weer tot ? 46 te dalen.
Daarna trad opnieuw een rijzing in en wel
tot ?63.
Toen de prijs tot ?51 was gestegen, waren
afnemers van meening, dat 't raadzaam zou
zijn met koopen te wachten tot een verdere
daling was ingetreden. Tot heden echter is
die verwachting niet vervuld; nu acht men
't niet onmogelijk, dat in November a.s. een
prijsverlaging zal komen, omdat dan de aan
voer van den nieuwen oogst uit Afrika kan
worden te gemoet gezien. Tegen dien tijd
is echter, met 't oog op het St. Nieolaaefeest
en de Kerstdagen, van de zjjde der consump
tie ook weder grootere vraag te verwachten,
zoodat voor zoover men thans kan
oordeelen de prijsvermindering voorloopig
niet van groote beteekenis zal zijn.
Voor de Afrikaansche planters is het tegen
woordig hooge prijs-niveau een buitenkansje,
want vele jaren hebben zij gewerkt zonder
winst en moesten zij zich tevreden stellen
als zij de kosten der productie konden halen.
En voor de consumptie zon de tegenwoordige
hausse wellicht weinig merkbaar zijn, indien
de pr\js van cacao-poeder niet afhankelijk
was van dien van het ruwe product, waaruit
nog de z.g. cacao-boter wordt verkregen.
De chocolade-fabrikanten hebbeu hunne
prezen reeds verhoogd, in Duitschland o.a.
met ca. 25 pCt.
En Duitschland is een verbruiker van
beteekenis. D£ar te lasde zijn de fabrikanten
dan ook van meening, dat er wel degelijk
speculatie in 't pel i», 't zij van de zijde
der planters of van die der eerste hand.
Een feit i* 't, dat de wereldproductie
van 1906 ongeveer 150 millioen kilo
heeft bedragen, terwy'1 de wereld-consumptie
in dat jaar tot 155 millioen kilo is gestegen.
Maar in het tekort van 5 millioen kilo kon
ruimschoots worden voorzien uit de voorraden,
die in het begin des jaars op 56 millioen
werden geschat.
Maar dit verschil tusschen prodacüe en
consumptie, nauwelijk 3% pO, is toch niet
in verhouding met de rijzing, die in n
jaar tijds niet minder dan 120 pCr. heeft
be iragen.
In bet eerste semestre van het tegenwoor
dige handel-j aar is de productie weder wat
grooter geweest, dan het verbruik en niette
min is de prijs verder gestegen. Neemt men
dit in aanmerking, dan schijnt er wel deug
delijk speculatie in het spel ie zijn en is
deze sterk genoeg om het spelletje vol te
houden, dat *al dit spoedig nadeelig terug
werken op de vraag voor consumptie.
In het afgeloopen jaar was de
doorsr.eeprijs van goede kwaliteiten voor het verbruik
per 1000 zakken a 60 kilo ei. ? 30 per 50
kilo of ? 36000; thans is deze ? 66 of
? 79.200, en rekent men daarbij 25 pCt.
verlies van roosteren en doppen, dan stijft
het verschil tot ? 54000 per 1000 zakken.
Begrijpelijk is het dus, dat bij een zoo
enorm hoogeren prijs de fabrikanten hunnen
aankoop van cacao zullen beperken tot het
strikt noodige niet alleen, maar den prijs
van hun fabrikaat in evenredigheid met de
meerdere duurte der Cacao moeten verhoogen.
De detailhandel heeft dit voorbeeld ge
volgd en de winkeliers hebben dus hunne
prijzen eveneens verhoogd. Waar dit niet
geschiedt, zal men trachten door bijvoeging
van meerdere surrogaten zich schadeloos te
stellen, iets, wat nog minder wenscheiijk is,
omdat dan de voedingswaarde van twijfel
achtig gehalte wordt.
Hoezeer Cacao nu ook gedurende de laatste
jaren onder de gezonde voedingsmiddelen
kan worden gerekend, behoort 't toch niet
tot de bepaald noodzakelijke levensbehoef
ten en juist daarom zal een verdere rijzing
van den prijs roodzakelijk leiden tot spoedig
en merkbare vermindering der consumptie
vooral bjj de minder gunstig bedeelde klassen
der maatschappij. V. d. S
Ora pezis in tet Eielsclis rulMcren,
The day cold and dark and dreary ;
11 r zins and the wind is never wcary ;
The vine still clings to the moul.dermg wall,
But at every gust the dead leai:es fall,
At\<ïthe day is dark and dreci'y.
LOXCFELI.OW.
Zoo er een volk bestaat dat in de deepest
depth" van hun wezen een weemoedige
levensbeschouwing heeft,mis?chien niet steeds
uitdrukking vindend in gelaat, of bij korte
of langduriger vriendschap zich openbarend,
dan zijn dat zeker wel de Engelschen. En
trachten we verklaring daarvoor op te sporen,
ach, hier betreden wij de duistere, drassige
vlakten der psychiologie. 't Is in de
eerste plaats wel etn grondtoon in het
karakter; dan misschien ook wei geïsoleerde
ligging van eiland in zee, ondanks alle voor
uitgang en evolutie toch eigenaardig conser
vatief blijvend, getrouw altijd aan principes
van soms eeuwen terug, volk, blijvend zichzelf.
Engelechen zijn en beschouwen zich overal
als leden van n groote familie. liet leven
in voorsteden van Londen b.v. kan vrijwel
beschouwd worden als dorpsleven; in de
City komt men alleen voor zaken of pleizier.
Misschien niet zoo sterk meer als vroeger,
toch staat overal het famüieleren hoog;
zoeken allen geluk in huis; ik spreek over
de volks-middelklasseu. Mooie tuintjes achter
net gebouwde huizen, tuinen waaraan groote
zorg wordt besteed en waarin veel getead"
wordt, prettige drawing rooms met allerlei
snuisterij t j es intiem gemaakt, met piaco, waar
's avonds als allen bijeen zijn gespeeld en
gezongen wordt, dit alles breekt eenigssins
de eentonigheid van het voorstad dorpsleven.
The day is cold and dark and dreary" ,
Longfellow heeft het zoo subliem gezegd in
zijn Rainy Day" en o, er zijn in Engeland
zulke koude dagen.
Zoo koud buiten, nat en somber en zoo
grijs in de-menschen-zelf. De meest optimis
tische ziel voelt dat daar; dagen die komen
aan-donkeren als zwarte onweerg luchten.
Soms 's avonds, als er licht brandt en vuur
opvlamt met lekken Je tong in de haard, keert
vrede en stemming wel eens terug. Zooveel
van die avonden hebben we doorgemaakt en
de liedje!1, die meisjes zongen, de wijzen, gaan
niet meer weg. Blijven natingen in je, al ben
je al lang en vér weg. De meesten, ik zeide
het al, zijn zwaarmoedig, drukken weemoed
uit om vergane dingen: liefde, vriendschap,
menschen om liefde wel het meest en
afscheid voor tijd en langer... Zooals in dit
True til l death" :
ff ere will I pUdge thee, dearut one,
For I must cave thee all alone ...
Dark i» the foreti, dark i» the ihore,
Loul beats the storm and the water» roar:
True, true tul death,
True, true t U death,
Bear it o wind on Ihy lightning breezt,
Bear it o ilream, on ;/our bosorn tide,
Echo it, carry it, far and wide.
True, true tilt deoth ...
Is dit geen goed, eenvoudig en let wél
door niet letterkundige menschen gemaakt
verf je ? En de muziekbegeleiding maakt het
nog mooier. Of het volgende, de wanhopige
bede van een man om liefde van een vrouw,
liefde, die verkoelen gaat:
So long the day, go dark the way,
Dear heart, bef ore you ca me,
I dare not dream what l f t would teem
I f never, you came agaiit;
Dark way s bef ore wculd darken more;
The world would change to me,
Each #tn would set in vain regret,
Tliat morning brought not thee.
O leave me not, o letive me not,
Dear heart, dear heart,
I dare not dream that we must part,
I loceth thee,
O love thou n, e
And Zeaw ... and leave me not,..
Dear heart,... dear heart. ..
Leave me not, o leave me not,
Dear heart,... leare me not.... A ar heart.
Is dit vers niet mooi gezegd? Door men
schen, Iet we', die geen pretenties hoege
naamd maken van dichter te zijn.
Wat een sober-mooie klacht. De dag was
zoo lan? voor hem, de weg zoo donker, vóór
dat zij kwam. Ea hij durft niet te droomen
wat het leven zou zijn voor hem, als ze nooit
meer terugkwam. De donkere wegen die vóór
hem liggen zouden nog duisterder worden,
de wereld zou zich in zijn denken veranderen
en iedere zon die telkens weer ondergaat,
zou voor hem wegzinken, terwijl hij in
droefheid gezonken neerzit.
En dan het wanhopige slot van het telkens
terugkeerend O, leave me not dear heart"
steeds schriller stijgend, en dan als inzinkend
bij 't einde.
Ook wil ik neerschrij ven:
At the gat e.
The clo"k it gtriking and tht hour is late,
Once more I stand besides the wicked yale,
The bells are ringing out the dying dciy.
Andchildren are singiriy on their h< mewardway;
And hèis whitpering words of sweet intent,
While I, half doubling . ..
Hhitpcr a consent...
Is this a dream, than waking would be pain,
O, do nat wake me, let me dream again,
It this a dream, than waking would bepain,
O, <io not wake n e, do not wake me,
Let us dream again.
't Is een afscheid van twee gelieven in
stervenden zomeravond.
De klokken luiden den dooden dag uit en
kinderen gaan langzaam zingend door den
avond naar buis.
Die twee regels allén reeds zijn van bijzon
dere bekoring.
Welk een sterke visie ligt in dit vers be
sloten. Samen staan ze band in hand gereed
om afscheid te nemen; misschien voor goed.
Fluisterend beloven ze elkaar dingen van
innigheid en zacht geleidelijk weer ontwakend
uit half-droom toestand, stootend tegen
werkelijkheid om hen, vragen ze elkaar of
het geen droom was van zooeven. Al dat
mooie om hen heen, die stemming, die
woorden en beloften, half vergroeid tot
sprookje.
Maar als het droomen was, dan ... waking
would be pain" en willen ze niet gewekt
worden meer om terug te keeren tot stroeve
werkelijkheid.
'k Wil besluiten met The Desert Star."
Een man, vér weg van huis, van z*n liefste
en die zijne liefde beschouwt als lichtende
ster in donkere nacht boven dorre
zandwoestijn:
The night, ??w'md sweeps the desert wilt/,
And all 'ts lone and drear,
But one white star urith radiant light,
Becalms my e.véry fear,
For over my eastern r/neen,
It shows its silver sheen,
't Is she, my desert gtar,
I hear tliy voice afar . . .
O, hear my cry brloved,
ify heart is all tinne own,
S/line always my desert star,
To guide tlnj lover from «far,
J come my own beloi'fl.
M;/ heart sliall be thy throne
Thou alone art uil in all.
O, hear, hear thy lovers call,
I come, l come to tJ(tc . ..
My own .. ., my desert ttar. . .
Ih heb dit 1-atste hooren zingen in de
Albert Hall in Londen door mrs. Neville en
diepen indruk maakte het.
By de laatste O regels viel het koor telkens
in en vervloeide muziek en woorden tot n
machtig, overstelpende emotie.
Ik hoop later nog eens wat meer hierover
te schrijven; 't is mij een genoegen dat ik
door dit korte artikel de aandacht van 't
literaire Nederlandsche publiek op de poëzie
in het Engeltche volksleven mocht vestigen.
R'dam. II. JOXGENEEL Jr.
Inhoud van Tijdschriften.
Op de Hoogte, Sept.-afl.: Op het omslag: Buit,
reproductie naar de schilderij van Simon
Simonsen. Bijlage: Buiig weer te Amster
dam, naar een foto van den heer S. Cohen Mzn.
Over de maand, die heenging, metiü.en
portr. Fotografie als kunst: In haar
boudoir Het grootste schip van de wereld, door
Wouter Cool, met af b. Uit
MecklenbngSchwerin, door ds. S. A Baljon, met
speciaalopnamen van den heer A. J. W. de Veer.
Aristocraten, vervolg roman, door J. de Mees
ter. Hygiëne: de kindersterfte in Neder
land, door L. Bückmann. De vlieratruik:
fabel uit het plantenleven. door Carl Ewald.
Kijkjes in de natuur: Over pelikanen, door
H. A. B. Peter Fiips, door T. Zanger.
Honden te Konstantinopel. De jacht in een
ondergaande wereld, met l., door E
Zimmerman. Louis de Vries, met portret, door L.
van de Capelle. In het Rijk. der Mooren,
met ill, door P. Jansen. Mercnriug in het
land, geill., door El-C'orëi. Doer het oog van
de camera, met af b., door J. R. A. Schouten.
De luchtscheepvaart der toekomst, met af b.,
door W. Pdttum. Voor onze vrouwen: Iets
o /er Vlaamsche kant, met af b., door J.C. D.
Kookrecepten, door Helena. Wenken.
Wat onze lezers wenschen te weten.
Sehaakrubriek, door A van Eelde,
Nieuw Leven, afl. 5: Tree Fritz, 'n Misver
stand. Eline Mare, Fragment.?Gust van
Noorden, Over proletarische kunst D. van
Haute, De nachtegaal. Rerjéde Clercq, De
eenden. Lode Baekelmans, Over dwaze
tronies. Achiel Petirjean, Kunst in 't Athe
neum. Tooneelzaken.
Moleschott, No. 12: Het stalen ziekenraa m,
een nieuw vervoermiddel voor zieken en
gewonden, door C. de Mooy,gep. dirig. ome.
v. gezondh. Ie kl. Straatetof, door J. van der
Breggen, civiel-ingenieur. Kwakzalverij,
een kwakzalver te goeder trouw. Berichten
en mededeelingen.
Le Aarde en haar Folktn, No. 43; Wat er te
zien valt in Armenië, door Noël Dolens. De
Comorenquaestie en de Franfchen. De
verovering van den Monnt Mc. Kinley. De
tjobbox of ee'kist. Eigenaardige postver
zending. Pessimisme. De wedstrijd over
den Atlantischen Oceaan. Een nazaat van
Hildebrand en Jonathan. De Aarschlucht
bij Meiringen. Feuilleton.
Het Tooneel, No. 2: D. FuldBuer: letso^er
Middel Nederlandsche Tooneelkunsf (siot).
W. S.: Rotterdatnsche Kroniek. Een
Kunstenaarsgealacht. S. J. Bouhorg Wi.son:
De Tooneelschool.
Toonkunst, No. 38: Samenwerking.
Indiaantche Muziek. Napoleon en de
Toonkuist. Concert-Agen uur-Zivendel.
Berichten en Mededeelingen. Varia.
Uit het Vereenigingg-Leven.
Eigen Haa d: Tusschen morgen en avond,
II, door G. De Wagening che Berg, door
J. van Slooten, II, met af b. Tienjarig
bestam van het Nederlandsen Sanatorium te
Davos Platz. door B. A. v. K. en J. Sch., met
af b. Jets over den Bioscoop of Kinemato
graaf, doar C. Wijnants, met af b.
Vericheidenheid. Feuilleton.
Kustmanoeuvres. Gevaarlijke woningen. Mauve'fl
monument. De Chamj ionaat-Roeier van
Nederland. Een nieuw Simplex" product.
De WinterJienst, alles met af b.
Het hoogste huis der aarde.
Het Singer-gebouw in New-York.
De zwerm Euror a-reizigers, die nu huis
waarts stoomt, vindt bij zijn a inkomst in de
haven den aanblik der stad eenigszins ver
anderd; uit de zee der wolktnkrabhers
downtown is namelijk een nieuw gebouw verreten,
dat zich nog hoog verheft boven alle andere
bouwwerken der =tad en naar uien zegt, der
geheele wereld. Het is het Singer-gebouw
beneden in Broadway, dat nu al eenenveertig
verdiepingen hoog is. Maar daarmee is het
nog niet af. Er wordt nog een
zes-verdiepingen-hooge toren opgezet en dan zal de hoogte
van dezen r«us ouder de bouwwerken van
New-York stijgen tot zeshonderd!waalf voet,
dus tweehonderd vuet boven de hoogste van
de al bestaande wolkenkrabbers.
Het gebouw maakt den indruk van een
reusachtigen toren, JVIen moet namelijk in
New-York en vooral in het handelskwartier,
zuinig omgaan met bouwterrein, daar dat per
vierkante voet zevenhonderd dollars kosten
daarom nemen de gebouwen steeds meer een
torenachtig karakter aan. Volgens de plannen,
die tot in de kleinste bijzonderheden zijn uit
gewerkt, zal het nieuwe gebouw 8ti,OuO tonnen
(elk van 2200 pond) wegen. Daarbij
:selkeklirjknagel en eikespijker berekend, want de geheele
rensachtigeijzerconstructiemet muren en vloe
ien, kortom het geheele gebouw rust op negen ?
en-twintig stalen pijlers, die negentig voet
onder de oppervlakte der aarde in stevigen
rotsbodem zijn vastgemaakt, en alle bereke
ningen waren erop gericht, dat elke pijler
ongeveer hetzelfde gewicht te dragen zou
krijgen. Overal, waar het ook maar eenigszits
mogelijk is, wordt op gewicht bezuinigd.
Zoo zija bijvoorbeeld de radiatoren van de
verschillende kantoren in plaats van uit
gietijzer, uit geperst staal, wat duurder is,
gemaakt, omdat het onderscheid in gewicht
eer.ige honderden tonnen bedroeg. Het is
interessant te zien, hoe de eerste architect
werkt. Dit heerschap denkt or niet over in
de verschillende verdiepingen rond te klim
men ea te zien of alles goed gaat, of instruc
ties te geven. Neen, hij zit op zijn ge
mak in een gezellig ingericht bureau op de
derdj verdieping, dat vooiïien
isvangtluiddempende mur<en, en naast hem staat een
telefoon. De leiding loopt door alle verdie
pingen en op die manier kaa hij in enkele
seconden al zijn ondergeschikten bereiken.
Tegelijk met den groei van het gebouw wordt
het telefoonnet uitgebreid.
Het Singer gebouw zal eenige nieuwig
heden opleseren, die men zelfa in de meest
moderne wolkenkrabbers mist. De bewegingen
van de verschillende liften worden geregeld
van uit een centraal-bureau, van waaruit de
chef der liftboi,n ieder zijn iagtructies geeft
door middel van electriiche lichtsignalen
en telefonen.
Een afzonderlijk tableau toont hun steeds
de juiste plaats van elk der liften. Van de
zestien liften zullen acht «j/res-liften zijn, die
pas stoppen bij de twintigste/verdieping. Elke
lift kan per minuut zeshonder i voet aneggen.
Het gebouw zal evenveel lampen noodig
hebben, als een kleine stad, meer dan vijfden
duizend, welke hun stroom ontleeaenaau een
electrische installatie, d e gelegen is in de
nabijheid der fundeeringen. In elke kamer
van het gebouw zal uit een kraan drink
water kunnen loopen, dat gefiltreerd is en
door middel van een koeltoestel naargelang
van hetjaargetijde op temperatuur is gebracht.
Een andere verbetering is een volgens het
vacuum-systeem inge ichte
stofzuiveringsinrichtitg. In elk kantoor bevindt zich een
zuigborstel, die in minder dan geen
oogenblik een jas of hoed van alle stof bevrijdt.
Voor het schoonhouden der kantoren zelf
is een dergelijke inrichting natuurlijk van
veel belang. Het sttf wordt naar het
sousterrein overgebracht. Op den toren zal bin
nenkort een reusachtig zoeklicht te vinden
zijn, welks licht nog te zien zal zijn op een
afstand van honderd tot honderddertig Kilo
meters, dat wil zeggen, als deze nieuwe wol
kenkrabber niet door andere wordt ingesloten.
De felropoliian L ft Company daar in de
buurt, wil nu tenminste op haar
renzengebouw een toren zetten, die, vanaf de sttaat
gerekend, negen-en-twintig verdiepingen hoog
zal zijn.
Nog andere hoogvliegende" plannen zijn
in wording. Een hedandaagsch
bouwgenie heeft zelfs de plannen voor een
gebouw van honderdvijftig verdiepingen,
kant en klaar, alleen ontbreekt hem het
kapitaal daartoe. Hij gelooft, dat bij het
zaakje kan klaar spelen met vijftien a twin
tig millioen dollars, bouwterrein niet mee
gerekend. Het Singer gebouw kost 1,5^0,000
dollars. Wie weet -^ misschien wordt ook
dit plan verwezenlijkt. Vijftien jaar geleden
dachten de menscben ook nog niet aan een
gebouw van ze ven-en-veertig verdiepingen.
Toen ter tijd was men bescheiden, want toen
het Wurld-gebouw met achttien verdiepingen
werd opgericht, was iedereen stom van ver
bazing. Nu is dit gebouw al zoo bij den tijd
ten achter, dat de eigenaar zich schaamt, en
om toch noz eenigszins mee te komen een
bijgebouw laat oprichten, dat veel hooger
wordt.
«tifiMitmiiilillliliilttlHaHniHiiiiiiimliinmitiMWHiiiHWl
ofnqvzonbtn
Postale
(Het gevolg van een motie).
Zooals we nit de dagbladen hebben kun
nen lezen, is in de vergadering op l Sep
tember 11. van de Vereeniging van Commiezen
der posterijen en telegrafie een motie aan
genomen.
Het feit had zich voorgedaan dat een der
bestuursleden geplaatst waa bij het hoofd
bestuur. Onmiddellijk daarna bedankte hij
ais bestuurslid, zouder opgave van redenen.
Op de buitengewone vergadering moe^t over
gegaan worden tot verkiezing van een nieuw
bestuurslid.
Zooals we uit het orgaan dier vereeniging
vernemen, waren sommigen der leden van
meening dat door den heer directeur-generaal
pressie was uitgeoefend, die tot het bedanken
leidde. Deze leden waren van meening dat
het hoofdbestuur geheel moest samengaan
met de vakvereenigingen, dat dese organi
saties geheel de plaats moesten innemen van
de niet-ingestelde groepsvertegenwoordiging;
dat de vakorganisatie en het hoofdbestuur
niet moesten zijn: tegenstrijdige elementen
doch elkander aanvullende lichamen.
De algemeene verga lering enz. gehoord
de besprekingen omtrent plaatsing aan het
hoofdbestuur van bestuursleden van
vereenigiDgen, draagt het centraal bestuur op,
aan het H. B. S. der P. en T. te verzoeken,
het te willen inlichten of detacheering aan
het H B. S. en de functie van bestuurslid een er
vakvereeniging al of niet door het hoofd
bestuur vereenigbaar wordt geacht.'
Het antwoord van den directeur generaal
was het volgende:
In antwoord op nevensvermeld schrijven,
heb ik de eer u mede te deelen, dat het niet
wengchelijk wordt geacht, dat ambtenaren,
werkzaam bij het hoofdbestuur der posterijen
en telegrafie, de functie bekleeden van bestuurs
lid van eene postale vakvereeniging. De
directeur-generaal G. J. C. A. Pop.'
Men had ander antwoord verwacht. Men
bad verwacht dat geantwoord was: het gaat
zeker eamen, doch de persoon in kwestie
diene zelf te wetdn of hij zich in staat acht
beids betrekkingen goed te vervullen. Wam
er zijn er die bezwaren hebben, doch die
bezwaren moeten niet door den
directeurgeneraal uitgesproken worden: ieder moet
vrij zijn. Wat zou, na dit antwoord, het gevolg
zijn, wanneer een bestuurder, geplaatst aan
't hoofilbestuur, weigerde af te treden als
bes.uurslid? Wanneer hij zich beriep op het
recht van vereeniging ? Zou dan geen onaan
gename po.-itie ontstaan? Zou dan niet een
bestuurslid anders behandeld worden dan
een ander ?
Zal door dit antwoord de noodige samen
werking ontstaan tusschen hoofdbestuur en
vakvereenigingen ?
In den laatsten tijd is toenadering tusschen
beide elementen, merkbaar, jammer dat dit
antwoord gegeven is. B. O.
Het lei:n \\ als ten ton.
Waarde Redactie!
De heer (mejuffrouw?) J. M. v. d. Veen te
Bussuui, nieeat in het nummer van 8 Sept.
van dit weekblad te moeten opkomen tegen
mijne bespreking van bovengenoemd boek.
Ik vind dat best en kan mij levendig begrij
pen dat er menschen bestaan, die machtig
onder den indruk komen van de edele,
opotteringsgezinde liefde van Lotte." Ik wil
echter alleen den heer v. d. V. opmerken,
dat hij mijn kritiek schijnbaar verkeerd ge
lezen heelt: ik vind oin den dood de ver
houding tusschen Bart en Lotte niet onwaar
schijnlijk, om'iat Lotte Bart bemint en Bart
Lize, maar omdat de schrijfster de verhou
ding niet naar waarheid en totaal onwaar
schijnlijk voorstflt; het licht hunner per
soonlijke liefde1' mag zoovtel als het maar
wil de feiten en omgeving blind stralen,"
de schrijfster zei 7e echter had door dat licht
haar zuiver, innerlijk gezich;s.-erniogen niet
moeten verliezen.
Op de uiteenzetting van den heer v. d. V.
in zake de charme van vrouwelijke auteurs"
zal ik liever niet ingaan, maar waar de inzen
der beweert, dat van eene schrijf?Ier niet ver
wacht kan worden dat ze in de uitbeelding van
een mannelijk wezen een karakter, alleen maar
eene verschijning zal geven, zoomin als man
nen een vrouwen karakter goed verstaan"
da hort sich dunkt zij alle Kruik auf!
Ter geruststelling zij vernield, dat ik her,
versje" van Heine noch gek-klinkend,"
noch on\vaar;chijijlijk" noem.
Hoogachten d,
W. G RAADT VAX ROGGEN.
dezen weg den auteur har'el ij k dank te zeggen
voor de opdracht van dit schoon en gecom
pliceerd probleem.
Oplossin? van het aardigheida-probleem van
en auteur W. J. A. Matla, Haarlem:
Indien zwart op 31 nog een schijf heeft,
ontstaat de volgende schoone ontleding:
w. 15-10, £8-23,32-28, 49-44, 40 34, 38:18,1:22!
Wij ontvingen een goed antwoord van: A.
D. Querido, A'dam; C. L. V. Nagel, Deift; J.
Luteijn, Groede; W. van Daalen, J. Meijer,
Haarlem; G. Bakker Wzn., Heemstede; K.
Koster, Hoogcarspel; M. Lenstra, Koog a.d.
Zaan; J. Bern, K. S!a?ter, Zaandam.
No. 95. Eindspel Klein maar dapper".
Ter mededinging Meester titel" No. 1. In den
premie-wedstrijd No. 7.
Zwart (4 schijven).
4e Jaargang. 29 September 1907.
Red.: C. H. BBOKKKAMP, Damrak 59, Amsi.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Oplossing van pr. N j. 94, van den auteur
W. van Daalen, Haarlem. Wit 27 -':, 4843,
31-26, 17-12, 3228, KMI, 21:5!
De heer J. Fortgens verziekt ons, langs
Wit (l bchijf).
Wit speelt en maakt reruieel
Oplossingen moeten binnen 14 dagen wer
den opgezonden aan bovenstaand adres
P.S. Wij wijzen er nogmaals op dat van
eindspelen de voornaamste varianten steeds
moeten aangegeven worden. De minder
brlangrijke onder-varianten zijn tuinder noodig
vermeld te worden daar, bij het aantoonen
van de eerstgenoemde, voldoende blijkt, dat
de oplossing gevonden is.
Dinsdag l Oct. as. geeft de heer W. Vijn,
van Hoogwoud, een simultaan séance, in de
damclub te Enkhuizen, voor leden en g( in
troduceerden dier vereeniging.
KORTE BIOGRA.PHIE.
Van enkele meesters in het damspel.
XII.
Ook onze bekende Klaas de Heer", zoon
van den vermaarden Aris de Heer", wensch
ik in deze biographie even te gedenken.
Het is algemeen bekend dat, in de kracht
zijn* levens, deze vermaarde speler bijna
ouovertrt f baar was in het practische spel.
Vooral in het positie spel was de Heer"
zeer bedreven, hoewel hij min of meer de
theorie van Van Embden," op zijn spel
toepaste.
Tijdens een internationaal concours te
Amiens (18 ), was deze meester de eenige
die, van de Hollandsche deelnemers, bekroond
uit Frankrijk terugkeerde Amateurs die bij
dit concours tegenwoordig waren, hebben
meermalen gezegd, dat destijds de opvatting
der Fransehe deelnemers, over de manier
van spelen wel iets te wenschen overliet en,
dat Let behalen van den 3e, inplaats van
den Ie prijs door de Heer", niet geheel
vreemd was aan deze op matting Ik mag
noch kan hierover oordeelen, doch duif wel
te verzekeren dat hij, die in staat was deze
meester in het spel te overtreffen, heel wat
practische kennis moest medebrengen.
Ooi in Nederland behaalde de Heer",
meestal «p nationale of gewestelijke wed
strijden, de hoogste onderscheiding. Jammer
dat tijdens de laatste nationa e wedstrijden,
zijn gezondheid niet meer van dien aard was,
dat hij daaraan kon dee'nemen. Hierdoor
min of meer verhinderd het practische spel
te blijven beoefenen, zochten vond de Heer"
nog steeds genot in het zoeken naar de oplossing
van moeielijke problemen en eindspe'en, en
meermalen mocht ik het genoegen hebben,
dergelijke stukjes hem toe te zenden of door
bemiddeling van zijn p'aatsgenoot, den heer
Zomerdijk, doen ter hand stellen.
Ook de in de damwereld vermaarde Antoi n
Zomerdijk", mag niet vergeten worden t&
dezer plaatse genoemd te worden. Zornerdiju,
van beroep veehandelaar, wonende in de
BeemiterpoWer, was ook een groot minnaar
en zeer kundig beoefenaar van het damspc l,
en veeltijds behaalde hij een der hoofJprij -.er,
zoowel in nationale- a s plaatselijke wed
strijden. Ook tnunte Zomerdijk vooral uit
in het onthouden van standen ens'.ellingen,.
en uren achtereen kon hij de amateurs bezig
houden met uit het hoofd opzette van pro
blemen en eindspelen. Hij behoefde slecht*
een probleem eenmaal te zien, om deze zich
vast in het hoofd te prenten.
Een eigenaar iigheid van dezen speler waa,
dat, bij het praclische spe', hij veeltijds zijri
mond meer gebruikte dan zijn handen, Vooral
wanneer hij reeds de betere stelling ha.l
ingenomen, bleven zijne humoristische kwink
slagen overvloedig vloeien, en daartusechen
niet het minst de bedriegelijke ontboezeming:
Toon, Toon, wat sta je slecht!" Was hut
echter zoo laat, dan kan zijn partner de
schijven wel beginnen in te pakken, daar
dan de remise voor hem zelfs verkeken we.*.
Stond evenwel Zomerdijk minder gunstig in
het spel, dan was dit onmiddellijk kenbaar
aan zijn voorovergebogen houding voor het
bord Een zwak van dezen meester was
dat hij wel eens gelegenheid zocht, min of
metr af te wijken van regel?, welke bij wed
strijden steeds behooren gevolgd te worden.
Ook van deze twee genoemde meesters i»
geen litteratuur achtergelaten. Beiden waren
uitsluitend practische speler", zonder meer.
# *
#
Ook wen»ch ik nog een korte besctrijvirg
Ie gevea van een onzer meest bekende
problemisten : G. Detmeijer", van Amersfoort.
In hoeverre wij dezen amateur i»ls practische
speler mogep beschouwen, darf ik niet vaft
stellen; teueer, daar meermalen is gebleker*,
dat hierin juist geen al te schitterend iiguur
werd gemaakt. Als problemist, leverde hij
af en toe aardig werk, ofschoon ook daarin
wel eens wat t e wenschen overbleef. Niemand
beter dan Detmeijer, heeft dan ook het bewijs
geleverd, dat de practische kenner steeds
met de problemist moet vereenigd ijn, om
datgene te kunnen voortbrengen, wat als
kunst op problematiek gebied mag beschouwd
worden. ( Wordt vervolgd.)