De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 29 september pagina 10

29 september 1907 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 BE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 15T9 hand is van zeer bescheiden omvang ge worden. Met het oog daarop wordt vermoedelijk op een blijvend sterke waag ge rekend. Niet onmogelijk, dat later weder een daling intreedt. Maar een teruggang van bijv. 20 pCt. wordt niet van groote beteekenis geacht, daar bij het tegenwoordig booge nivean een vermindering tot ? 48 , ? 51 voor de producenten nog altijd als zeer loonend is te beschouwen, althans in ver gelijking met de noteering van Maart 11., nl. ?42, die tegen half Juni tot ? 51 opliep, om medio-Juli weer tot ? 46 te dalen. Daarna trad opnieuw een rijzing in en wel tot ?63. Toen de prijs tot ?51 was gestegen, waren afnemers van meening, dat 't raadzaam zou zijn met koopen te wachten tot een verdere daling was ingetreden. Tot heden echter is die verwachting niet vervuld; nu acht men 't niet onmogelijk, dat in November a.s. een prijsverlaging zal komen, omdat dan de aan voer van den nieuwen oogst uit Afrika kan worden te gemoet gezien. Tegen dien tijd is echter, met 't oog op het St. Nieolaaefeest en de Kerstdagen, van de zjjde der consump tie ook weder grootere vraag te verwachten, zoodat voor zoover men thans kan oordeelen de prijsvermindering voorloopig niet van groote beteekenis zal zijn. Voor de Afrikaansche planters is het tegen woordig hooge prijs-niveau een buitenkansje, want vele jaren hebben zij gewerkt zonder winst en moesten zij zich tevreden stellen als zij de kosten der productie konden halen. En voor de consumptie zon de tegenwoordige hausse wellicht weinig merkbaar zijn, indien de pr\js van cacao-poeder niet afhankelijk was van dien van het ruwe product, waaruit nog de z.g. cacao-boter wordt verkregen. De chocolade-fabrikanten hebbeu hunne prezen reeds verhoogd, in Duitschland o.a. met ca. 25 pCt. En Duitschland is een verbruiker van beteekenis. D£ar te lasde zijn de fabrikanten dan ook van meening, dat er wel degelijk speculatie in 't pel i», 't zij van de zijde der planters of van die der eerste hand. Een feit i* 't, dat de wereldproductie van 1906 ongeveer 150 millioen kilo heeft bedragen, terwy'1 de wereld-consumptie in dat jaar tot 155 millioen kilo is gestegen. Maar in het tekort van 5 millioen kilo kon ruimschoots worden voorzien uit de voorraden, die in het begin des jaars op 56 millioen werden geschat. Maar dit verschil tusschen prodacüe en consumptie, nauwelijk 3% pO, is toch niet in verhouding met de rijzing, die in n jaar tijds niet minder dan 120 pCr. heeft be iragen. In bet eerste semestre van het tegenwoor dige handel-j aar is de productie weder wat grooter geweest, dan het verbruik en niette min is de prijs verder gestegen. Neemt men dit in aanmerking, dan schijnt er wel deug delijk speculatie in het spel ie zijn en is deze sterk genoeg om het spelletje vol te houden, dat *al dit spoedig nadeelig terug werken op de vraag voor consumptie. In het afgeloopen jaar was de doorsr.eeprijs van goede kwaliteiten voor het verbruik per 1000 zakken a 60 kilo ei. ? 30 per 50 kilo of ? 36000; thans is deze ? 66 of ? 79.200, en rekent men daarbij 25 pCt. verlies van roosteren en doppen, dan stijft het verschil tot ? 54000 per 1000 zakken. Begrijpelijk is het dus, dat bij een zoo enorm hoogeren prijs de fabrikanten hunnen aankoop van cacao zullen beperken tot het strikt noodige niet alleen, maar den prijs van hun fabrikaat in evenredigheid met de meerdere duurte der Cacao moeten verhoogen. De detailhandel heeft dit voorbeeld ge volgd en de winkeliers hebben dus hunne prijzen eveneens verhoogd. Waar dit niet geschiedt, zal men trachten door bijvoeging van meerdere surrogaten zich schadeloos te stellen, iets, wat nog minder wenscheiijk is, omdat dan de voedingswaarde van twijfel achtig gehalte wordt. Hoezeer Cacao nu ook gedurende de laatste jaren onder de gezonde voedingsmiddelen kan worden gerekend, behoort 't toch niet tot de bepaald noodzakelijke levensbehoef ten en juist daarom zal een verdere rijzing van den prijs roodzakelijk leiden tot spoedig en merkbare vermindering der consumptie vooral bjj de minder gunstig bedeelde klassen der maatschappij. V. d. S Ora pezis in tet Eielsclis rulMcren, The day cold and dark and dreary ; 11 r zins and the wind is never wcary ; The vine still clings to the moul.dermg wall, But at every gust the dead leai:es fall, At\<ïthe day is dark and dreci'y. LOXCFELI.OW. Zoo er een volk bestaat dat in de deepest depth" van hun wezen een weemoedige levensbeschouwing heeft,mis?chien niet steeds uitdrukking vindend in gelaat, of bij korte of langduriger vriendschap zich openbarend, dan zijn dat zeker wel de Engelschen. En trachten we verklaring daarvoor op te sporen, ach, hier betreden wij de duistere, drassige vlakten der psychiologie. 't Is in de eerste plaats wel etn grondtoon in het karakter; dan misschien ook wei geïsoleerde ligging van eiland in zee, ondanks alle voor uitgang en evolutie toch eigenaardig conser vatief blijvend, getrouw altijd aan principes van soms eeuwen terug, volk, blijvend zichzelf. Engelechen zijn en beschouwen zich overal als leden van n groote familie. liet leven in voorsteden van Londen b.v. kan vrijwel beschouwd worden als dorpsleven; in de City komt men alleen voor zaken of pleizier. Misschien niet zoo sterk meer als vroeger, toch staat overal het famüieleren hoog; zoeken allen geluk in huis; ik spreek over de volks-middelklasseu. Mooie tuintjes achter net gebouwde huizen, tuinen waaraan groote zorg wordt besteed en waarin veel getead" wordt, prettige drawing rooms met allerlei snuisterij t j es intiem gemaakt, met piaco, waar 's avonds als allen bijeen zijn gespeeld en gezongen wordt, dit alles breekt eenigssins de eentonigheid van het voorstad dorpsleven. The day is cold and dark and dreary" , Longfellow heeft het zoo subliem gezegd in zijn Rainy Day" en o, er zijn in Engeland zulke koude dagen. Zoo koud buiten, nat en somber en zoo grijs in de-menschen-zelf. De meest optimis tische ziel voelt dat daar; dagen die komen aan-donkeren als zwarte onweerg luchten. Soms 's avonds, als er licht brandt en vuur opvlamt met lekken Je tong in de haard, keert vrede en stemming wel eens terug. Zooveel van die avonden hebben we doorgemaakt en de liedje!1, die meisjes zongen, de wijzen, gaan niet meer weg. Blijven natingen in je, al ben je al lang en vér weg. De meesten, ik zeide het al, zijn zwaarmoedig, drukken weemoed uit om vergane dingen: liefde, vriendschap, menschen om liefde wel het meest en afscheid voor tijd en langer... Zooals in dit True til l death" : ff ere will I pUdge thee, dearut one, For I must cave thee all alone ... Dark i» the foreti, dark i» the ihore, Loul beats the storm and the water» roar: True, true tul death, True, true t U death, Bear it o wind on Ihy lightning breezt, Bear it o ilream, on ;/our bosorn tide, Echo it, carry it, far and wide. True, true tilt deoth ... Is dit geen goed, eenvoudig en let wél door niet letterkundige menschen gemaakt verf je ? En de muziekbegeleiding maakt het nog mooier. Of het volgende, de wanhopige bede van een man om liefde van een vrouw, liefde, die verkoelen gaat: So long the day, go dark the way, Dear heart, bef ore you ca me, I dare not dream what l f t would teem I f never, you came agaiit; Dark way s bef ore wculd darken more; The world would change to me, Each #tn would set in vain regret, Tliat morning brought not thee. O leave me not, o letive me not, Dear heart, dear heart, I dare not dream that we must part, I loceth thee, O love thou n, e And Zeaw ... and leave me not,.. Dear heart,... dear heart. .. Leave me not, o leave me not, Dear heart,... leare me not.... A ar heart. Is dit vers niet mooi gezegd? Door men schen, Iet we', die geen pretenties hoege naamd maken van dichter te zijn. Wat een sober-mooie klacht. De dag was zoo lan? voor hem, de weg zoo donker, vóór dat zij kwam. Ea hij durft niet te droomen wat het leven zou zijn voor hem, als ze nooit meer terugkwam. De donkere wegen die vóór hem liggen zouden nog duisterder worden, de wereld zou zich in zijn denken veranderen en iedere zon die telkens weer ondergaat, zou voor hem wegzinken, terwijl hij in droefheid gezonken neerzit. En dan het wanhopige slot van het telkens terugkeerend O, leave me not dear heart" steeds schriller stijgend, en dan als inzinkend bij 't einde. Ook wil ik neerschrij ven: At the gat e. The clo"k it gtriking and tht hour is late, Once more I stand besides the wicked yale, The bells are ringing out the dying dciy. Andchildren are singiriy on their h< mewardway; And hèis whitpering words of sweet intent, While I, half doubling . .. Hhitpcr a consent... Is this a dream, than waking would be pain, O, do nat wake me, let me dream again, It this a dream, than waking would bepain, O, <io not wake n e, do not wake me, Let us dream again. 't Is een afscheid van twee gelieven in stervenden zomeravond. De klokken luiden den dooden dag uit en kinderen gaan langzaam zingend door den avond naar buis. Die twee regels allén reeds zijn van bijzon dere bekoring. Welk een sterke visie ligt in dit vers be sloten. Samen staan ze band in hand gereed om afscheid te nemen; misschien voor goed. Fluisterend beloven ze elkaar dingen van innigheid en zacht geleidelijk weer ontwakend uit half-droom toestand, stootend tegen werkelijkheid om hen, vragen ze elkaar of het geen droom was van zooeven. Al dat mooie om hen heen, die stemming, die woorden en beloften, half vergroeid tot sprookje. Maar als het droomen was, dan ... waking would be pain" en willen ze niet gewekt worden meer om terug te keeren tot stroeve werkelijkheid. 'k Wil besluiten met The Desert Star." Een man, vér weg van huis, van z*n liefste en die zijne liefde beschouwt als lichtende ster in donkere nacht boven dorre zandwoestijn: The night, ??w'md sweeps the desert wilt/, And all 'ts lone and drear, But one white star urith radiant light, Becalms my e.véry fear, For over my eastern r/neen, It shows its silver sheen, 't Is she, my desert gtar, I hear tliy voice afar . . . O, hear my cry brloved, ify heart is all tinne own, S/line always my desert star, To guide tlnj lover from «far, J come my own beloi'fl. M;/ heart sliall be thy throne Thou alone art uil in all. O, hear, hear thy lovers call, I come, l come to tJ(tc . .. My own .. ., my desert ttar. . . Ih heb dit 1-atste hooren zingen in de Albert Hall in Londen door mrs. Neville en diepen indruk maakte het. By de laatste O regels viel het koor telkens in en vervloeide muziek en woorden tot n machtig, overstelpende emotie. Ik hoop later nog eens wat meer hierover te schrijven; 't is mij een genoegen dat ik door dit korte artikel de aandacht van 't literaire Nederlandsche publiek op de poëzie in het Engeltche volksleven mocht vestigen. R'dam. II. JOXGENEEL Jr. Inhoud van Tijdschriften. Op de Hoogte, Sept.-afl.: Op het omslag: Buit, reproductie naar de schilderij van Simon Simonsen. Bijlage: Buiig weer te Amster dam, naar een foto van den heer S. Cohen Mzn. Over de maand, die heenging, metiü.en portr. Fotografie als kunst: In haar boudoir Het grootste schip van de wereld, door Wouter Cool, met af b. Uit MecklenbngSchwerin, door ds. S. A Baljon, met speciaalopnamen van den heer A. J. W. de Veer. Aristocraten, vervolg roman, door J. de Mees ter. Hygiëne: de kindersterfte in Neder land, door L. Bückmann. De vlieratruik: fabel uit het plantenleven. door Carl Ewald. Kijkjes in de natuur: Over pelikanen, door H. A. B. Peter Fiips, door T. Zanger. Honden te Konstantinopel. De jacht in een ondergaande wereld, met l., door E Zimmerman. Louis de Vries, met portret, door L. van de Capelle. In het Rijk. der Mooren, met ill, door P. Jansen. Mercnriug in het land, geill., door El-C'orëi. Doer het oog van de camera, met af b., door J. R. A. Schouten. De luchtscheepvaart der toekomst, met af b., door W. Pdttum. Voor onze vrouwen: Iets o /er Vlaamsche kant, met af b., door J.C. D. Kookrecepten, door Helena. Wenken. Wat onze lezers wenschen te weten. Sehaakrubriek, door A van Eelde, Nieuw Leven, afl. 5: Tree Fritz, 'n Misver stand. Eline Mare, Fragment.?Gust van Noorden, Over proletarische kunst D. van Haute, De nachtegaal. Rerjéde Clercq, De eenden. Lode Baekelmans, Over dwaze tronies. Achiel Petirjean, Kunst in 't Athe neum. Tooneelzaken. Moleschott, No. 12: Het stalen ziekenraa m, een nieuw vervoermiddel voor zieken en gewonden, door C. de Mooy,gep. dirig. ome. v. gezondh. Ie kl. Straatetof, door J. van der Breggen, civiel-ingenieur. Kwakzalverij, een kwakzalver te goeder trouw. Berichten en mededeelingen. Le Aarde en haar Folktn, No. 43; Wat er te zien valt in Armenië, door Noël Dolens. De Comorenquaestie en de Franfchen. De verovering van den Monnt Mc. Kinley. De tjobbox of ee'kist. Eigenaardige postver zending. Pessimisme. De wedstrijd over den Atlantischen Oceaan. Een nazaat van Hildebrand en Jonathan. De Aarschlucht bij Meiringen. Feuilleton. Het Tooneel, No. 2: D. FuldBuer: letso^er Middel Nederlandsche Tooneelkunsf (siot). W. S.: Rotterdatnsche Kroniek. Een Kunstenaarsgealacht. S. J. Bouhorg Wi.son: De Tooneelschool. Toonkunst, No. 38: Samenwerking. Indiaantche Muziek. Napoleon en de Toonkuist. Concert-Agen uur-Zivendel. Berichten en Mededeelingen. Varia. Uit het Vereenigingg-Leven. Eigen Haa d: Tusschen morgen en avond, II, door G. De Wagening che Berg, door J. van Slooten, II, met af b. Tienjarig bestam van het Nederlandsen Sanatorium te Davos Platz. door B. A. v. K. en J. Sch., met af b. Jets over den Bioscoop of Kinemato graaf, doar C. Wijnants, met af b. Vericheidenheid. Feuilleton. Kustmanoeuvres. Gevaarlijke woningen. Mauve'fl monument. De Chamj ionaat-Roeier van Nederland. Een nieuw Simplex" product. De WinterJienst, alles met af b. Het hoogste huis der aarde. Het Singer-gebouw in New-York. De zwerm Euror a-reizigers, die nu huis waarts stoomt, vindt bij zijn a inkomst in de haven den aanblik der stad eenigszins ver anderd; uit de zee der wolktnkrabhers downtown is namelijk een nieuw gebouw verreten, dat zich nog hoog verheft boven alle andere bouwwerken der =tad en naar uien zegt, der geheele wereld. Het is het Singer-gebouw beneden in Broadway, dat nu al eenenveertig verdiepingen hoog is. Maar daarmee is het nog niet af. Er wordt nog een zes-verdiepingen-hooge toren opgezet en dan zal de hoogte van dezen r«us ouder de bouwwerken van New-York stijgen tot zeshonderd!waalf voet, dus tweehonderd vuet boven de hoogste van de al bestaande wolkenkrabbers. Het gebouw maakt den indruk van een reusachtigen toren, JVIen moet namelijk in New-York en vooral in het handelskwartier, zuinig omgaan met bouwterrein, daar dat per vierkante voet zevenhonderd dollars kosten daarom nemen de gebouwen steeds meer een torenachtig karakter aan. Volgens de plannen, die tot in de kleinste bijzonderheden zijn uit gewerkt, zal het nieuwe gebouw 8ti,OuO tonnen (elk van 2200 pond) wegen. Daarbij :selkeklirjknagel en eikespijker berekend, want de geheele rensachtigeijzerconstructiemet muren en vloe ien, kortom het geheele gebouw rust op negen ? en-twintig stalen pijlers, die negentig voet onder de oppervlakte der aarde in stevigen rotsbodem zijn vastgemaakt, en alle bereke ningen waren erop gericht, dat elke pijler ongeveer hetzelfde gewicht te dragen zou krijgen. Overal, waar het ook maar eenigszits mogelijk is, wordt op gewicht bezuinigd. Zoo zija bijvoorbeeld de radiatoren van de verschillende kantoren in plaats van uit gietijzer, uit geperst staal, wat duurder is, gemaakt, omdat het onderscheid in gewicht eer.ige honderden tonnen bedroeg. Het is interessant te zien, hoe de eerste architect werkt. Dit heerschap denkt or niet over in de verschillende verdiepingen rond te klim men ea te zien of alles goed gaat, of instruc ties te geven. Neen, hij zit op zijn ge mak in een gezellig ingericht bureau op de derdj verdieping, dat vooiïien isvangtluiddempende mur<en, en naast hem staat een telefoon. De leiding loopt door alle verdie pingen en op die manier kaa hij in enkele seconden al zijn ondergeschikten bereiken. Tegelijk met den groei van het gebouw wordt het telefoonnet uitgebreid. Het Singer gebouw zal eenige nieuwig heden opleseren, die men zelfa in de meest moderne wolkenkrabbers mist. De bewegingen van de verschillende liften worden geregeld van uit een centraal-bureau, van waaruit de chef der liftboi,n ieder zijn iagtructies geeft door middel van electriiche lichtsignalen en telefonen. Een afzonderlijk tableau toont hun steeds de juiste plaats van elk der liften. Van de zestien liften zullen acht «j/res-liften zijn, die pas stoppen bij de twintigste/verdieping. Elke lift kan per minuut zeshonder i voet aneggen. Het gebouw zal evenveel lampen noodig hebben, als een kleine stad, meer dan vijfden duizend, welke hun stroom ontleeaenaau een electrische installatie, d e gelegen is in de nabijheid der fundeeringen. In elke kamer van het gebouw zal uit een kraan drink water kunnen loopen, dat gefiltreerd is en door middel van een koeltoestel naargelang van hetjaargetijde op temperatuur is gebracht. Een andere verbetering is een volgens het vacuum-systeem inge ichte stofzuiveringsinrichtitg. In elk kantoor bevindt zich een zuigborstel, die in minder dan geen oogenblik een jas of hoed van alle stof bevrijdt. Voor het schoonhouden der kantoren zelf is een dergelijke inrichting natuurlijk van veel belang. Het sttf wordt naar het sousterrein overgebracht. Op den toren zal bin nenkort een reusachtig zoeklicht te vinden zijn, welks licht nog te zien zal zijn op een afstand van honderd tot honderddertig Kilo meters, dat wil zeggen, als deze nieuwe wol kenkrabber niet door andere wordt ingesloten. De felropoliian L ft Company daar in de buurt, wil nu tenminste op haar renzengebouw een toren zetten, die, vanaf de sttaat gerekend, negen-en-twintig verdiepingen hoog zal zijn. Nog andere hoogvliegende" plannen zijn in wording. Een hedandaagsch bouwgenie heeft zelfs de plannen voor een gebouw van honderdvijftig verdiepingen, kant en klaar, alleen ontbreekt hem het kapitaal daartoe. Hij gelooft, dat bij het zaakje kan klaar spelen met vijftien a twin tig millioen dollars, bouwterrein niet mee gerekend. Het Singer gebouw kost 1,5^0,000 dollars. Wie weet -^ misschien wordt ook dit plan verwezenlijkt. Vijftien jaar geleden dachten de menscben ook nog niet aan een gebouw van ze ven-en-veertig verdiepingen. Toen ter tijd was men bescheiden, want toen het Wurld-gebouw met achttien verdiepingen werd opgericht, was iedereen stom van ver bazing. Nu is dit gebouw al zoo bij den tijd ten achter, dat de eigenaar zich schaamt, en om toch noz eenigszins mee te komen een bijgebouw laat oprichten, dat veel hooger wordt. «tifiMitmiiilillliliilttlHaHniHiiiiiiimliinmitiMWHiiiHWl ofnqvzonbtn Postale (Het gevolg van een motie). Zooals we nit de dagbladen hebben kun nen lezen, is in de vergadering op l Sep tember 11. van de Vereeniging van Commiezen der posterijen en telegrafie een motie aan genomen. Het feit had zich voorgedaan dat een der bestuursleden geplaatst waa bij het hoofd bestuur. Onmiddellijk daarna bedankte hij ais bestuurslid, zouder opgave van redenen. Op de buitengewone vergadering moe^t over gegaan worden tot verkiezing van een nieuw bestuurslid. Zooals we uit het orgaan dier vereeniging vernemen, waren sommigen der leden van meening dat door den heer directeur-generaal pressie was uitgeoefend, die tot het bedanken leidde. Deze leden waren van meening dat het hoofdbestuur geheel moest samengaan met de vakvereenigingen, dat dese organi saties geheel de plaats moesten innemen van de niet-ingestelde groepsvertegenwoordiging; dat de vakorganisatie en het hoofdbestuur niet moesten zijn: tegenstrijdige elementen doch elkander aanvullende lichamen. De algemeene verga lering enz. gehoord de besprekingen omtrent plaatsing aan het hoofdbestuur van bestuursleden van vereenigiDgen, draagt het centraal bestuur op, aan het H. B. S. der P. en T. te verzoeken, het te willen inlichten of detacheering aan het H B. S. en de functie van bestuurslid een er vakvereeniging al of niet door het hoofd bestuur vereenigbaar wordt geacht.' Het antwoord van den directeur generaal was het volgende: In antwoord op nevensvermeld schrijven, heb ik de eer u mede te deelen, dat het niet wengchelijk wordt geacht, dat ambtenaren, werkzaam bij het hoofdbestuur der posterijen en telegrafie, de functie bekleeden van bestuurs lid van eene postale vakvereeniging. De directeur-generaal G. J. C. A. Pop.' Men had ander antwoord verwacht. Men bad verwacht dat geantwoord was: het gaat zeker eamen, doch de persoon in kwestie diene zelf te wetdn of hij zich in staat acht beids betrekkingen goed te vervullen. Wam er zijn er die bezwaren hebben, doch die bezwaren moeten niet door den directeurgeneraal uitgesproken worden: ieder moet vrij zijn. Wat zou, na dit antwoord, het gevolg zijn, wanneer een bestuurder, geplaatst aan 't hoofilbestuur, weigerde af te treden als bes.uurslid? Wanneer hij zich beriep op het recht van vereeniging ? Zou dan geen onaan gename po.-itie ontstaan? Zou dan niet een bestuurslid anders behandeld worden dan een ander ? Zal door dit antwoord de noodige samen werking ontstaan tusschen hoofdbestuur en vakvereenigingen ? In den laatsten tijd is toenadering tusschen beide elementen, merkbaar, jammer dat dit antwoord gegeven is. B. O. Het lei:n \\ als ten ton. Waarde Redactie! De heer (mejuffrouw?) J. M. v. d. Veen te Bussuui, nieeat in het nummer van 8 Sept. van dit weekblad te moeten opkomen tegen mijne bespreking van bovengenoemd boek. Ik vind dat best en kan mij levendig begrij pen dat er menschen bestaan, die machtig onder den indruk komen van de edele, opotteringsgezinde liefde van Lotte." Ik wil echter alleen den heer v. d. V. opmerken, dat hij mijn kritiek schijnbaar verkeerd ge lezen heelt: ik vind oin den dood de ver houding tusschen Bart en Lotte niet onwaar schijnlijk, om'iat Lotte Bart bemint en Bart Lize, maar omdat de schrijfster de verhou ding niet naar waarheid en totaal onwaar schijnlijk voorstflt; het licht hunner per soonlijke liefde1' mag zoovtel als het maar wil de feiten en omgeving blind stralen," de schrijfster zei 7e echter had door dat licht haar zuiver, innerlijk gezich;s.-erniogen niet moeten verliezen. Op de uiteenzetting van den heer v. d. V. in zake de charme van vrouwelijke auteurs" zal ik liever niet ingaan, maar waar de inzen der beweert, dat van eene schrijf?Ier niet ver wacht kan worden dat ze in de uitbeelding van een mannelijk wezen een karakter, alleen maar eene verschijning zal geven, zoomin als man nen een vrouwen karakter goed verstaan" da hort sich dunkt zij alle Kruik auf! Ter geruststelling zij vernield, dat ik her, versje" van Heine noch gek-klinkend," noch on\vaar;chijijlijk" noem. Hoogachten d, W. G RAADT VAX ROGGEN. dezen weg den auteur har'el ij k dank te zeggen voor de opdracht van dit schoon en gecom pliceerd probleem. Oplossin? van het aardigheida-probleem van en auteur W. J. A. Matla, Haarlem: Indien zwart op 31 nog een schijf heeft, ontstaat de volgende schoone ontleding: w. 15-10, £8-23,32-28, 49-44, 40 34, 38:18,1:22! Wij ontvingen een goed antwoord van: A. D. Querido, A'dam; C. L. V. Nagel, Deift; J. Luteijn, Groede; W. van Daalen, J. Meijer, Haarlem; G. Bakker Wzn., Heemstede; K. Koster, Hoogcarspel; M. Lenstra, Koog a.d. Zaan; J. Bern, K. S!a?ter, Zaandam. No. 95. Eindspel Klein maar dapper". Ter mededinging Meester titel" No. 1. In den premie-wedstrijd No. 7. Zwart (4 schijven). 4e Jaargang. 29 September 1907. Red.: C. H. BBOKKKAMP, Damrak 59, Amsi. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Oplossing van pr. N j. 94, van den auteur W. van Daalen, Haarlem. Wit 27 -':, 4843, 31-26, 17-12, 3228, KMI, 21:5! De heer J. Fortgens verziekt ons, langs Wit (l bchijf). Wit speelt en maakt reruieel Oplossingen moeten binnen 14 dagen wer den opgezonden aan bovenstaand adres P.S. Wij wijzen er nogmaals op dat van eindspelen de voornaamste varianten steeds moeten aangegeven worden. De minder brlangrijke onder-varianten zijn tuinder noodig vermeld te worden daar, bij het aantoonen van de eerstgenoemde, voldoende blijkt, dat de oplossing gevonden is. Dinsdag l Oct. as. geeft de heer W. Vijn, van Hoogwoud, een simultaan séance, in de damclub te Enkhuizen, voor leden en g( in troduceerden dier vereeniging. KORTE BIOGRA.PHIE. Van enkele meesters in het damspel. XII. Ook onze bekende Klaas de Heer", zoon van den vermaarden Aris de Heer", wensch ik in deze biographie even te gedenken. Het is algemeen bekend dat, in de kracht zijn* levens, deze vermaarde speler bijna ouovertrt f baar was in het practische spel. Vooral in het positie spel was de Heer" zeer bedreven, hoewel hij min of meer de theorie van Van Embden," op zijn spel toepaste. Tijdens een internationaal concours te Amiens (18 ), was deze meester de eenige die, van de Hollandsche deelnemers, bekroond uit Frankrijk terugkeerde Amateurs die bij dit concours tegenwoordig waren, hebben meermalen gezegd, dat destijds de opvatting der Fransehe deelnemers, over de manier van spelen wel iets te wenschen overliet en, dat Let behalen van den 3e, inplaats van den Ie prijs door de Heer", niet geheel vreemd was aan deze op matting Ik mag noch kan hierover oordeelen, doch duif wel te verzekeren dat hij, die in staat was deze meester in het spel te overtreffen, heel wat practische kennis moest medebrengen. Ooi in Nederland behaalde de Heer", meestal «p nationale of gewestelijke wed strijden, de hoogste onderscheiding. Jammer dat tijdens de laatste nationa e wedstrijden, zijn gezondheid niet meer van dien aard was, dat hij daaraan kon dee'nemen. Hierdoor min of meer verhinderd het practische spel te blijven beoefenen, zochten vond de Heer" nog steeds genot in het zoeken naar de oplossing van moeielijke problemen en eindspe'en, en meermalen mocht ik het genoegen hebben, dergelijke stukjes hem toe te zenden of door bemiddeling van zijn p'aatsgenoot, den heer Zomerdijk, doen ter hand stellen. Ook de in de damwereld vermaarde Antoi n Zomerdijk", mag niet vergeten worden t& dezer plaatse genoemd te worden. Zornerdiju, van beroep veehandelaar, wonende in de BeemiterpoWer, was ook een groot minnaar en zeer kundig beoefenaar van het damspc l, en veeltijds behaalde hij een der hoofJprij -.er, zoowel in nationale- a s plaatselijke wed strijden. Ook tnunte Zomerdijk vooral uit in het onthouden van standen ens'.ellingen,. en uren achtereen kon hij de amateurs bezig houden met uit het hoofd opzette van pro blemen en eindspelen. Hij behoefde slecht* een probleem eenmaal te zien, om deze zich vast in het hoofd te prenten. Een eigenaar iigheid van dezen speler waa, dat, bij het praclische spe', hij veeltijds zijri mond meer gebruikte dan zijn handen, Vooral wanneer hij reeds de betere stelling ha.l ingenomen, bleven zijne humoristische kwink slagen overvloedig vloeien, en daartusechen niet het minst de bedriegelijke ontboezeming: Toon, Toon, wat sta je slecht!" Was hut echter zoo laat, dan kan zijn partner de schijven wel beginnen in te pakken, daar dan de remise voor hem zelfs verkeken we.*. Stond evenwel Zomerdijk minder gunstig in het spel, dan was dit onmiddellijk kenbaar aan zijn voorovergebogen houding voor het bord Een zwak van dezen meester was dat hij wel eens gelegenheid zocht, min of metr af te wijken van regel?, welke bij wed strijden steeds behooren gevolgd te worden. Ook van deze twee genoemde meesters i» geen litteratuur achtergelaten. Beiden waren uitsluitend practische speler", zonder meer. # * # Ook wen»ch ik nog een korte besctrijvirg Ie gevea van een onzer meest bekende problemisten : G. Detmeijer", van Amersfoort. In hoeverre wij dezen amateur i»ls practische speler mogep beschouwen, darf ik niet vaft stellen; teueer, daar meermalen is gebleker*, dat hierin juist geen al te schitterend iiguur werd gemaakt. Als problemist, leverde hij af en toe aardig werk, ofschoon ook daarin wel eens wat t e wenschen overbleef. Niemand beter dan Detmeijer, heeft dan ook het bewijs geleverd, dat de practische kenner steeds met de problemist moet vereenigd ijn, om datgene te kunnen voortbrengen, wat als kunst op problematiek gebied mag beschouwd worden. ( Wordt vervolgd.)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl