De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 29 september pagina 5

29 september 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1579 D K AMS'i E U DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Mevrouw Betty Holtrop?Van Gelder in het karakter van Griseldis. IIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIMMinillMlIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIlllllinilllltMIIMIIIIIIIIflIllllllllllllMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIMtllllllllllllllllltllll ^??.^?^ LIBERTY VELVETEEN FOR DAY AND EVENtNG ORESSES. CLOAK8 AN0 CHILDREN'S COATS. THE WO WLf>-FA Vt E D "LIBERTYVELVETEEN", FOR GRAGE, BEAUTY, RICHNE3S A*D DURABrtLITY, IN IOO COLOURIftGS. 08 cM. WtDE. FL. 3.35 A METER. CO cM. W1DE. FL. 2.63 A METER. C O R D E D V E L V E T E E N A HAND3OME AND DURA8LE FASRIC FOR AUTUMN AI»B WINTER DWE8SES AND COATS. IN A FULL RANGE Of NEW 8HADES. S6 OlM. WIDE. FL. 1.95 A METER. PATTERN8 ON REQUEST. METZ * CO 8OLE REPRE8ENTATIV KALVER8TRAAT AMS ERDAM Slv HOLLAND b UIT DB NATUUR j Transplantatie. Een paar jaar geleden heb ik hier al eens 't een en ander verteld van 't onderzoek naar 't wederaangroeiings-vermogen" de regene ratie van verloren lichaamsdeelen bij dieren; en nog niet lang geleden over de autotomie of de zelfverminking; de lezer herinnert zich mis schien de geschiedenis van de hagedissen, ook onze gewone duin-hagedis,. die 't in zy'n macht heeft, zijn staart prijs te geven wan neer hy aangegrepen wordt; en zoodoende de meer waardige rest van zijn lichaam in veiligheid weet te brengen. De wervel, waar de breuk geschiedt, is spe ciaal ingericht op door breken ; de wond bloedt weinig; er vormt zich snel een afsluitende laag en de verloren staart groeit weer aan; mits er voldoende voedsel voor 't dier te krijgen is. In een terrarium worde 't meestal niet veel meer dan een stompje; in de natuur verkrijgt de tweede staart bijna de nor male lengte van den eersten. Ook pooten en zelfs oogen kunnen opnieuw gevormd worden. Zulk een bijna volkomen regeneratie van een verloren lid komt bij zoogdieren en bij vogels in 't geheel niet of alleen in zeer geringe mate voor; beenderen worden by deze dieren niet opnieuw gevormd, hoogstens een nagel of klauw. 't Spreekt wel van zelf, dat de dierkundigen dit verschijnsel nauwkeurig zyn gaan onder zoeken. Menige proefneming is er gedaan oin de uiterste grens van regeneratie te bepalen; en by enkele lagere dieren ia 't ge bleken, dat die benijdenswaardige eigenschap haast onbegrensd is. Het ligt voor de hand te onderstellen, dat een experimenteur, die een diertje in stukjes ?snijdt,?onder bepaalde voorzorgen natuurlijk en die uit elk deeltje een nieuw compleet dier ziet opgroeien?al ia 't dan meestal veel kleiner,?wel verder zal gaan; en dat hij ook wel eens op de gedachte zal komen te be proeven of b.v. zoo'n kopstuk en een staart stuk, met de noodige voorzorgen en inachtne ming van door ervaring aan de hand gedane maatregelen tegen elkaar gelegd, niet weer L. de Koever?Van der (joes te Amsterdam. In het begin kochten een viertal dames samen Scandinavische boeken en leenden die elkander. Langzamerhand groeide het aantal medelezenden aan. Om de twee jaar werden de boeken onder de leden verloot. Na het overlijden van mevrouw De Roever, in Mei 1892, nam mejuffrouw Meijboom de leiding van het Leesgezelschap op zich. Mej. Meijboom als presidente en ook de andere dames van het intusschen gevormd bestuur, IIIHHIlmiHIIIIHftllllMHIIIIIHMMIIlmlIIIIIHIIMIIIIlmlIIIIIMIIIIIIHHIIII gaoaen wilden vergroeien. Daar alleen het staartstuk al een heele worm met lijf en kop reproduceert en een kopstuk eveneens een lyf met staart, is 't wonder zoo bijzonder groot niet, nu blijkt dat na de kunstmatige aaneenhechting van beide gezamenlijk een tnsschenstnk wordt gevormd, en ook op deze wyze een compleet dier is te verkrijgen. Maar nu kregen de verschillende combi naties een beurt van onderzoek en daarbij kwamen heel wat wonderlijke dingen voor den dag; kopstuk groeide aan kopstuk vast, 't dier bleef nog een poosje in leven; maar, 't is te begrypen, op den duur ging 't niet. Wel ging 't goed waaneer zydelings nog een staart werd aangehecht, de worm met twee koppen en twee staarten houdt het wel uit. Hieruit blijkt, dat het bij de transplantatie juist niet noodig is, een deel van 't dier zelf te nemen als men 't op een andere plaats wil overbrengen ; de kop van den enen gaat 'heel genoeglyk vastgroeien aan den staart van den anderen worm. Vooral by jonge diert-n gelukken dikwyls de gewaagdste transplantaties. Zoo gaat het overplanten ook goed by' dieren in larve-toestand. Vreemd is 't dat het overgeplante stuk, byvoorbeeld als 't een eigen kop of middenstuk is, of van een ouder en jonger individu of zelfs van een andere soort afkomstig, zyn eigen karakter behoudt; ook als 't later doorgroeit Een infusiediertje in drie stukben gesneden (elk met een deel van de kerncel). Elk stuk groeit weer uit tot een volkomen dier. of volkomen wordt, krygt het larvestuk de eigenschappen en 't uiterlijk, die 't later gekregen zou hebben als het was bly'ven zitten aan 't dier waarvan 't geweldadig afgescheiden werd. Het wordt weinig beïnvloed door zijn nieuwe voedingsbodem, om 't zoo te noemen. Zoo heel vreemd is dit weer niet, als men 't enten van boomen als een analoog geval beschouwt. Dat is ook een transplantatie van een deel van een levend wezen op een stuk van een ander. De tuinier snijdt een wilde rozestam door en op de wondvlakte brengt hy' het snijvlak van een ander takje; hij sluit de lucht en de parasietschimmela af en ... wilde en tamme roos groeien samen tot n plant; zoo ook zure en zoete appel, kers en pruim, ja, appel en peer op een kweestam b.v.; niet eens dus op een appel- of pereatam. In dit opzicht gaan planten en lagere dieren dus parallel. Toch gaat 't transplanteeren van de eene diersoort op een andere lang niet zoo ver als by de planten. Op den duur komt er iets by, een ziekte of een abnormale groei, die het gezamenlijk voortvonden jammer de boeken langer te verloten. Zij besloten er een bly vend iets van te maken en zoo ontstond de leesbibliotheek, die uit den aard der zaak nog zeer onvolledig is. Telkens echter wordt het bestuur verrast door boeken, die ia bruikleen of ten geschenke worden gegeven. Als dat voorbeeld meer na volging vond, zon de bibliotheek een heerlijke hulpbron worden voor alle Scandinavisch leerenden en kennenden. De Scandinavische literatuur vindt weer klank in de harten der Hollanders, wat bly'kt blijkt uit de vele vertalingen uit de Noorsche talen. Hoeveel meer kunnen zy die de taal kennen, genieten, wanneer zij de boeken in het oorspronkelijk lezen. Moge het bovenstaande hen opwekken zich aan te sluiten by deze vereeniging, zoodat zij langzamerhand de band kan worden, die hier in Holland allen verbindt die voor Scandi naviëvoelen. C. B. Een sentimenteele professor. Besluit van den Gemeenteraad te Praag. Een nieuwe roman van Lady Troubridge. Camille du Gast. Een sentimenteele professor" is de titel van een guitig hoofdstuk, in het merk waardig en keurig werk, zoo juist verschenen, Nieuws uit Oude boeken," van de hand van F. Bezemer Sr. (Meindert Bogaerdt Jr., Rotterdam.) De sentimenteele professor heet: Joh. Pred. Hennert, professor in de Matthesis en philo sopbie aan de Utrechtgche Universiteit, in de XVIIIe Eeuw. Petronella Johanna de Timmerman, gebo ren te Middelburg, den 2 February 1724, gestorven te Utrecht, den l May 1786, was de tweede vrouw van Hennert. Na den dood van zijne diepbetreurde echtgenoote, schreef professor Hennert om zijne droefheid te verzetten"sseen inleiding tot den verzenbundel van zijne vrouw, in 't zelfde jaar van haar overlijden te Utrecht verschenen. Nagelaaten gedichten van Petronella Johanna de Timmerman, lid van het Dichtlievend Kunstgenootschap in 's Gravenhage. Gelukkig is de mathematicus zyn droefheid haastiglyk gaan verzetten", want, als hy tijdens zyn derde huwelijk, al de beminnelykheden en uiterst nauwkeurige bizonderheden over zijne aangebeden Petronella geopenbaard had, dan ,zou 's mans hu welyksheil allicht bedreigd zyn geworden door jaloezie van mevrouw Hennert de Derde, op haar voorgangster Hennert de Tweede. Petronella's verzen zyn nu vergeten doch haar bundel versierd met baar sühonette en haare Urne" gingen by 't verschijnen vlot van de hand. Haar echtgenoot vertelt van haar: By eene beredeneerde relegie" bezat zy eene niet alledaageche kennis van Wiskunde en Wy'sbegeerte en veel handigheid om met Astronomische en Physische werktuigen om bestaan van twee soorten, als ze niet heel nauw verwant zijn, onmogelijk maakt. Een poosje gaat 't goed en dan volgt het verval van 't geheele individu, dat eigenly'k geen individu meer was. .^1 ,,. Oppervlakkige oordeelaars beweren 'wel dat oy dergelijke ver wonderlijke experimenten de proefnemers aan geleerde Spielerei" doen, althans dat zij op een wyze die der wetenschap onwaardig i=, met levende wezens omspringen. Gtloof dat toch niet; dat is volstrekt niet het geval. De onderzoekers hebben daarby de oplossing van gewichtige physiologische vraagstukken op 't oog, die ook voor den practischen dokter van belang zyn. Hun ge heele methode van proefneming, hun wijze van werken is er op berekend, een inzicht te krijgen in de groeikracht en de groeiwyze der weefsels, en 't geeft een kans, althans iets gewaar te worden van degeheiirzinnige processen, die er afspelen wanneer twee ge scheiden lichaamsdeelen weer samen gaan groeien, of wanneer bij een gapende of een nauwe wondspleet tusschenliggende weefsels worden gevormd. De studie van wat er waargenomen wordt bij de transplantatie van stukken van dieren, geeft den arts ook inzicht en durf bij 't trans planteeren, indien er mensc henlevens door gered kunnen worden. Zoo is er al menig stukje vreemd en Ie vend vleesch, been, huid, slijmvlies, of darmwand in 't menschelijk lichaam gezet, om 't weg gesneden rottende of kankerig brokje te ver vangen; en zeer dikwyls met succes. Ja, in vroeger ty'd werden wel eens kunstjes uitgehaald met hydra's, of werden andere monsterdiertjes gevormd, bestaande uit n lijf met zes koppen en evenveel staarten; tegen woordig hebben de geleerde zoölogen wer kelijk i^een tijd voor zulke beuzelachtige proefjes. Indertijd was het te doen om ver bazing te wekken met 't kunstmatig wónderdier; nu gaat het om het proces zelf, dat behalve den chirurg ook den natuurphilosoof op den weg helpt in de duistere wereld der ontwikkelingsgeschiedenis. Wie er veel meer van weten wil kan terecht in een pas verschenen werk van E. Korschelt, Regeneration und Tramplantation, Fischer ; Jena 1907, 7 Mik. Een ongelooflijke macht van feiten en ver klaringen biedt dit merkwaardig boek den lezer aan. Populair geschreven is 't by lange niet; maar wie niet opziet tegen wat vreemde namen en tegen subtiele schijnbaar nuttelooze onderscheidingen en ook niet geheel en al vreemd is in de botanische en zoologische ter minologie, die leest de 284 bladzijde van dit boek met genoegen achter elkaar uit. Doordat 't tevens een samenvatting en kritiek is van de geheele vorsching op dit gebied, krijgt de lezer een diepen ky'k op wat er gewerkt en ge wrocht wordt in die voor de meeste menechen zoo vreemde wereld der geleerde experimenteele zoölogie. E. HEIMAKS. CORRESPONDENTIE. Wie hieronder en ook de volgende week, nog geen antwoord vindt op zijn vragen, mij in en na de vacantie gedaan, moet maar aannemen dat ik er geen antwoord op weet, en 't mij niet kwalijk nemen dat ik dit niet eerder heb gezegd. Voor een enkele schijn baar eenvoudige vraag 'moet ik soms heel wat boeken naslaan, die ik niet altijd thuis heb, of by kennissen informeeren, die niet in de buurt wonen,'; dat kost veel tijd, waarvan ik weinig voorraad heb. Wel doe ik dat zoeken gaarne, omdat ik er zelf door leer; en nooit is müeen vraag te gaan, zoodat zij gemakkelijk een verrekyker van veertig roeten kon stellen. Haar uiterlijk beschrijft hy aldus: De silhouette vertoont geen zwierig optooisel, maar deftig en overeenkomstig met haare jaaren en haaren stand. Dezelve is in het jaar 1777 door de heeren Ekhards met bun uitgevon den graphometer, ten huize van wijlen den heer Domain-Raad Perrenot, in 'sHage geteekend." Petronella Johanna de Timmerman bezocht gaar ne de kermissen, waar zij vermaak schepte in het bezien der nieuwe moden." Over vrouwenkapsels schrijft zij: Eene kleine tengere vrouw of een klein hoofd met een korten hals, onder n breeden hoed met lange slippen bedekt, schijnt gelijk een slak in haar huisje voort te kruipen. In de rijtuigen en op de wandelingen maken veel dames met haar door pluimen en gaazen verhoogde kapsels de vertooning van mastboomen. die door de stormwinden geslingerd worden." De dichteres had in 1907 nog naar de kermis kunnen gaan in de conservatieve Bisschopstad waar haar echtgenoot eenmaal hoogleeraar was; en, zooals in dien ty'd, vrouwen kapsels en hoeden voor Petronella eene aanleiding waren om zich vroolyk te maken over de modes, twijfel ik niet, of mevrouw Hennert zou baar schrander hoofd geschud hebben over de kapsels en hoeden van onze modiense vrouwen. Petronella Jobanna de Timmerman oefende een gunstigen invloed uit op haar man. Hy aarzelt niet te getuigen: Aan die waarde vrouw ben ik my'n behoud verschuldigd. Hare belaardheid temperde mijn groote levendigheid. Zy leerde mij leven. Ik beken openhartig, ware ik aan eene dartele vrouw verbonden geweest, ik zou de rampzaligste der stervelingen geworden zijn. Door myne vroolyke gesteldheid, en mijn ontzag voor de sexe, zoude ik aan de begeerten vaa eene Vrouw alles opgeofferd hebben." De heer Bezemer vraagt: Wie weet welk een af padig loshoofd" onze professor zonder zulk eene vrouw zou zijn geworden I Zyn treurnis over haar verscheiden drukt hij aldus uit: Indien de ty'd mijne tegen woordige onverschilligheid en ongevalligheid niet verandert, zal ik de pen tot deze bladen, voor 't laatst gebruiken; mijne oogen van den starren hemel aftrekken en op haare Silhooette en op haare Urne nederslaan." Zoover ia 't niet gekomen I Zijne vrolijke gesteldheid** liet hem niet in densteek Het duurde niet lang of hy waagde met mannen moed opnieuw den sprong in 't duister: voor de derde maal verscheen hy voor Hymen's outer. * * * Het Saptember-nnmmer van het maandblad gewy'd aan de Hygiëne en Industrie, onder redactie van dr. van Hamel Roos en Harmens, deelt een lofwaardig besluit mede, genomen door den gemeenteraad te Praag. Elke vrouw, welke zich in de straten der hoodftad van Bohemen vertoont met eene onaangenaam, omdat hy my werk bezorgt; maar 't schrijven zonder nut, voor een van ons beiden, alleen uit beleefdheid, laten wy dit afspreken, daarvan stelt u mij vrij. Vraag dan maar gerust. Ook is 't mogely'k, dat ik, zooals onlangs, antwoord geef op een vraag, mij een jaar of langer geleden gedaan; door toeval kom ik er wel eens achter. Dan ben ik allicht de oorspronkelijke vraagbrief k wij t en daarmee den naam van haar of hem, die inlichting vroeg Wie wat vraagt en geen antwoord kry'gt moet dus maar in de rubriek bly'ven kijken, en er mij, als 't heel lang duurt, nog eens aan herinneren. H. S., Zuidbroek. De purper-roode harige knobbels op uw wilde roos, zijn gallen (Rhodites Mayeri), een uitwas door een galwespje ontstaan. Als er niet heel veel komen (op gekweekte rozen), is het niet noodig er de straten vegende japon, zal tot boete ver oordeeld worden en bjj herhaling zelfs tot hechtenis." Dit besluit gold reeds voor bezoeksters van publieke parken en tuinen. Praag is de stad in Oostenrijk-Hongarije, waar het sterftecijfer het allergrootst is, en, tengevolge der onrust barende stijging van het ziektecrjfer der ademhalingsorganen, heeft de gemeenteraad het Anti-sleepjaponnen-besluit genomen, hopend ook hierdoor tot eene gunstiger gezondheidstoestand te komen. * * * Lady Troubridge, schrijfster van het gunstig ontvangen boek: The Woman Thon gavest" heeft, n nieuwen roman : The Millionaire" in 't licht gegeven. Lady Troubridge, de aristocratische roman cière schrijft met smaak en bescheidenheid, over lieden, behoorend tot haar voornamen kring, de Hnpper suckles," zooals de auteur van Vanity Fair" : Thackeray, hen noemt. Lady Troubridge, geboren Laura Garney, is een geestige, levendige vrouw, die veel heeft gereisd, veel heeft gezien, en, die in hooge mate de gave bezit op boeiende wijze weer te geven wat haar vlotte geest in zich opnam. Uit haar huwelijk met sir Thomas Troubridge «ijn een dochtertje en een zoontje geboren. * * * De vernuftige, schoone, Fransche reizigster, mevrouw Camille du Gast, aan wie rooveihcofdmannen hart en hand aanbieden, zal binnenkort weer naar Marocco vertrekken, om een studie te maken over de zeden en gewoonten, den handel en wandel der inboor lingen. Zy' heeft nu elf maanden in Marocco doorgebracht en over haar verblijf aldaar een uitvoerig rapport geschreven voor den Franschen minister va» landbouw, die Camille d u Gast met deze eervolle opdracht belastte. Zy zelf erkent, dat zy voor de eerste maal, louter uit nieuwsgierigheid naar Marocco ging, en later niet weinig gestreeld was door de onderscheiding haar van regeeringswege be toond. Het is haar echt patriotisch verlangen, Frankrijk's invloed in Noord-Afrika te doen zegevieren. Er behoort niet veel toe, zegt mevrouw du Gast, om zich als vreemdelinge in Marocco een weinig te doen gelden : Een mooi paard, een groote mate van kalmte, van autoriteit en goedheid tevens; met die attri buten heb ik my in de meest kiesche om standigheden weten te redden. Ik heb ge huchten bezocht, ik heb lekkernijen gegeven aan opgetogen vrouwtjes, chte lacte-bekjes; kinine pillen heb ik aan een zieke gegeven, en zoo doende stond ik in een goed blaadje. Gedurende een verblijf van elf maanden te midden der inboorlingen, ben ik niet aan gevallen, heb ik, naar ik vermeen, een vry volledig rapport kunnen schrijven, en heb ik gewoond in een wonderschoon land." Moge de invloed dezer energieke, bekoorlijke vrouw vóór alle dingen vrede brengen, en een einde maken, kón het zyn, aan rumoerige oorlogs-geruchten. CAPRICE. 1IIIIIIIIIIIIMIIIIIMHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM1IIIIMIIIII1IIIIIHMI zyn, haalt 't nest naar beneden, verbrandt het. Er zitten poppen in. M. D. D. Kokerlarven worden kokerjuffers en die gaan er vliegend van door, vandaar de spoorlooze verdwijning. P. H. Met dat ook geen toeval" bij den blad vorm van mnurleeuwenbek en klimop (half Juli) bedoelde ik, dat planten die tegen een muur of tegen boomstam groeien en daardoor geen gelegenheid hebben om door uitspreiden van takken of door slingeren over andere planten heen, hnn loof in't gunstigste licht te plaatsen, van de zon zooveel mogelijk zullen profiteeren. Met ronde bladeren zou dit niet zoo goed gaan, daar er ongebruikte openingen zouden blijven. Hoekige bladen, vooral vijf- of zea- hoek-vorm is daarvoor nuttiger, want nu worden alle hoekjes inge vuld, als bij een legkaart. Dat heet in de botanie Mozaikblad". 'k Heb 't er al eens Wormen doorgesneden en weer aangelascht. By V de plaatsen van ver eeniging. B is 't zelfde dier als A na 22 maanden, van de vereenigingsplaats van twee verschillende helften, is zoo goed als niets meer te zien. C bestaat uit drie stukken. D. Kop aan staart. E. Twee kopstukken aan elkaar gegroeid. F. Ingeplante extra staart. G. Idem met extra kop. Bij H en I zijn 3 extra segmenten ingezet, daaraan regenereert een nieuw eindituk. wat tegen te doen. Dat de patrijs in gevaar handelt als de spot vogel heb ik meer gehoord. 'k Heb 't ook van een wulp gezien. v. M. te Amsterdam. Het zyn Japansche wynbessen. Mooi van kleur, de bladeren zijn wit aan de achterzijde, 't is een soort Fram boos, met veel dunne roode stekels op de jonge takken. De vrucht is lekker zoet, de smaak tuaschen braam en framboos in. In den Hortus kunt u de plant en ook de vrucht nog zien, als u er gauw by bent. Verleden week op een excursie heb ik ze in massa aangeplant gezien op een prachtige buiten plaats ; rijk in vracht maar onder netten, van wege de lieve spreeuwen en muaschen. v. d. M., Drachten, 't Is een Hertshooi-soort of St. Janskruid (Hypericum elodes), 't mooie plantje komt nog al voor aan de rand van heidepoeltjes, ook wel midden in 't water, zoodat alleen de gele bloempjes er boven uit steken. C. V. 'c Zijn luisvliegen, akelige monster achtige parasieten. By'na in alle zwaluwnesten huizen ze. De zwaluwen zullen nu wel weg over gebadjdaarom gaf ik alleen de aanduiding, als allusie op hetgeen ik reeds schreef in dit weekblad. Maar ik vergeet wel eens dat iemand zoo licht iets vergeet, dat hy' alleen maar las, vooral als 't zyn studievak niet is. L. C. C., Drachten. De eene rups met pijltjes op de staart is van de Linde-py'lstaartvlinder. De ander was al verpopt in 't doosje, als ik 't wel heb is het: het eschdoornuiltje, Leporina aceris. M. C. en anderen. Wat die kinkhoorngeluiden betreft: 'k Ben zoo vry' geen woord te gelooven van die geluiden in 't eigen oor, noch van 't adersuizen of kloppen, 't Rechte wist ik er ook niet van (zooals ik schreef) en nog steeds weet ik 't niet. Dat de zee er wat mee te maken heeft, heb ik ook niet beweerd. Wel dat er iets van terngkaatsing by komt. Houd maar eens achtereenvolgens lange en korte, glazen en steenen, dikwandige en dunne vazen tegen 't oor, zoowel by' stilte, als wanneer er b.v. een tram voorbij gaat of een klok slaat, dan hoort ge wel degelijk verschil.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl