Historisch Archief 1877-1940
No. 1579
D K AMS'i E U DAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Mevrouw Betty Holtrop?Van Gelder in het karakter van Griseldis.
IIHIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIMIIMMinillMlIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIlllllinilllltMIIMIIIIIIIIflIllllllllllllMIIIIIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIMtllllllllllllllllltllll
^??.^?^
LIBERTY
VELVETEEN
FOR DAY AND EVENtNG ORESSES.
CLOAK8 AN0 CHILDREN'S COATS.
THE WO WLf>-FA Vt E D
"LIBERTYVELVETEEN", FOR GRAGE, BEAUTY,
RICHNE3S A*D DURABrtLITY, IN IOO
COLOURIftGS.
08 cM. WtDE. FL. 3.35 A METER.
CO cM. W1DE. FL. 2.63 A METER.
C O R D E D
V E L V E T E
E N
A HAND3OME AND DURA8LE FASRIC
FOR AUTUMN AI»B WINTER DWE8SES
AND COATS. IN A FULL RANGE Of
NEW 8HADES.
S6 OlM. WIDE. FL. 1.95 A METER.
PATTERN8 ON REQUEST.
METZ * CO
8OLE REPRE8ENTATIV
KALVER8TRAAT
AMS ERDAM
Slv HOLLAND
b
UIT DB NATUUR j
Transplantatie.
Een paar jaar geleden heb ik hier al eens
't een en ander verteld van 't onderzoek naar
't wederaangroeiings-vermogen" de regene
ratie van verloren lichaamsdeelen bij dieren;
en nog niet lang geleden over de autotomie
of de zelfverminking; de
lezer herinnert zich mis
schien de geschiedenis van
de hagedissen, ook onze
gewone duin-hagedis,. die
't in zy'n macht heeft, zijn
staart prijs te geven wan
neer hy aangegrepen wordt;
en zoodoende de meer
waardige rest van zijn
lichaam in veiligheid weet
te brengen. De wervel, waar
de breuk geschiedt, is spe
ciaal ingericht op door
breken ; de wond bloedt
weinig; er vormt zich snel
een afsluitende laag en
de verloren staart groeit
weer aan; mits er voldoende
voedsel voor 't dier te
krijgen is. In een terrarium
worde 't meestal niet veel
meer dan een stompje; in
de natuur verkrijgt de
tweede staart bijna de nor
male lengte van den eersten.
Ook pooten en zelfs oogen
kunnen opnieuw gevormd
worden. Zulk een bijna volkomen regeneratie
van een verloren lid komt bij zoogdieren
en bij vogels in 't geheel niet of alleen
in zeer geringe mate voor; beenderen
worden by deze dieren niet opnieuw gevormd,
hoogstens een nagel of klauw.
't Spreekt wel van zelf, dat de dierkundigen
dit verschijnsel nauwkeurig zyn gaan onder
zoeken. Menige proefneming is er gedaan
oin de uiterste grens van regeneratie te
bepalen; en by enkele lagere dieren ia 't ge
bleken, dat die benijdenswaardige eigenschap
haast onbegrensd is.
Het ligt voor de hand te onderstellen, dat
een experimenteur, die een diertje in stukjes
?snijdt,?onder bepaalde voorzorgen natuurlijk
en die uit elk deeltje een nieuw compleet
dier ziet opgroeien?al ia 't dan meestal veel
kleiner,?wel verder zal gaan; en dat hij ook
wel eens op de gedachte zal komen te be
proeven of b.v. zoo'n kopstuk en een staart
stuk, met de noodige voorzorgen en inachtne
ming van door ervaring aan de hand gedane
maatregelen tegen elkaar gelegd, niet weer
L. de Koever?Van der (joes te Amsterdam.
In het begin kochten een viertal dames
samen Scandinavische boeken en leenden
die elkander. Langzamerhand groeide het
aantal medelezenden aan. Om de twee jaar
werden de boeken onder de leden verloot.
Na het overlijden van mevrouw De Roever,
in Mei 1892, nam mejuffrouw Meijboom de
leiding van het Leesgezelschap op zich. Mej.
Meijboom als presidente en ook de andere
dames van het intusschen gevormd bestuur,
IIIHHIlmiHIIIIHftllllMHIIIIIHMMIIlmlIIIIIHIIMIIIIlmlIIIIIMIIIIIIHHIIII
gaoaen wilden vergroeien. Daar alleen het
staartstuk al een heele worm met lijf en kop
reproduceert en een kopstuk eveneens een
lyf met staart, is 't wonder zoo bijzonder
groot niet, nu blijkt dat na de kunstmatige
aaneenhechting van beide gezamenlijk een
tnsschenstnk wordt gevormd, en ook op deze
wyze een compleet dier is te verkrijgen.
Maar nu kregen de verschillende combi
naties een beurt van onderzoek en daarbij
kwamen heel wat wonderlijke dingen voor
den dag; kopstuk groeide aan kopstuk vast,
't dier bleef nog een poosje in leven; maar,
't is te begrypen, op den duur ging 't niet.
Wel ging 't goed waaneer zydelings nog
een staart werd aangehecht, de worm met twee
koppen en twee staarten houdt het wel uit.
Hieruit blijkt, dat het bij de transplantatie
juist niet noodig is, een deel van 't dier zelf
te nemen als men 't op een andere plaats
wil overbrengen ; de kop van den enen gaat
'heel genoeglyk vastgroeien aan den staart
van den anderen worm.
Vooral by jonge diert-n gelukken dikwyls de
gewaagdste transplantaties. Zoo gaat het
overplanten ook goed by' dieren in larve-toestand.
Vreemd is 't dat het overgeplante stuk,
byvoorbeeld als 't een eigen kop of middenstuk
is, of van een ouder en jonger individu of zelfs
van een andere soort afkomstig, zyn eigen
karakter behoudt; ook als 't later doorgroeit
Een infusiediertje in drie stukben gesneden (elk met
een deel van de kerncel). Elk stuk groeit weer
uit tot een volkomen dier.
of volkomen wordt, krygt het larvestuk de
eigenschappen en 't uiterlijk, die 't later
gekregen zou hebben als het was bly'ven zitten
aan 't dier waarvan 't geweldadig afgescheiden
werd. Het wordt weinig beïnvloed door zijn
nieuwe voedingsbodem, om 't zoo te noemen.
Zoo heel vreemd is dit weer niet, als men
't enten van boomen als een analoog geval
beschouwt. Dat is ook een transplantatie
van een deel van een levend wezen op een
stuk van een ander. De tuinier snijdt een
wilde rozestam door en op de wondvlakte
brengt hy' het snijvlak van een ander takje;
hij sluit de lucht en de parasietschimmela
af en ... wilde en tamme roos groeien samen
tot n plant; zoo ook zure en zoete appel,
kers en pruim, ja, appel en peer op een
kweestam b.v.; niet eens dus op een appel- of
pereatam. In dit opzicht gaan planten en
lagere dieren dus parallel. Toch gaat 't
transplanteeren van de eene diersoort op een
andere lang niet zoo ver als by de planten.
Op den duur komt er iets by, een ziekte of een
abnormale groei, die het gezamenlijk
voortvonden jammer de boeken langer te verloten.
Zij besloten er een bly vend iets van te maken
en zoo ontstond de leesbibliotheek, die uit
den aard der zaak nog zeer onvolledig is.
Telkens echter wordt het bestuur verrast door
boeken, die ia bruikleen of ten geschenke
worden gegeven. Als dat voorbeeld meer na
volging vond, zon de bibliotheek een heerlijke
hulpbron worden voor alle Scandinavisch
leerenden en kennenden.
De Scandinavische literatuur vindt weer
klank in de harten der Hollanders, wat bly'kt
blijkt uit de vele vertalingen uit de Noorsche
talen. Hoeveel meer kunnen zy die de taal
kennen, genieten, wanneer zij de boeken in
het oorspronkelijk lezen.
Moge het bovenstaande hen opwekken zich
aan te sluiten by deze vereeniging, zoodat zij
langzamerhand de band kan worden, die hier
in Holland allen verbindt die voor Scandi
naviëvoelen.
C. B.
Een sentimenteele professor. Besluit van
den Gemeenteraad te Praag. Een nieuwe
roman van Lady Troubridge. Camille
du Gast.
Een sentimenteele professor" is de titel
van een guitig hoofdstuk, in het merk
waardig en keurig werk, zoo juist verschenen,
Nieuws uit Oude boeken," van de hand van
F. Bezemer Sr. (Meindert Bogaerdt Jr.,
Rotterdam.)
De sentimenteele professor heet: Joh. Pred.
Hennert, professor in de Matthesis en philo
sopbie aan de Utrechtgche Universiteit, in de
XVIIIe Eeuw.
Petronella Johanna de Timmerman, gebo
ren te Middelburg, den 2 February 1724,
gestorven te Utrecht, den l May 1786, was
de tweede vrouw van Hennert.
Na den dood van zijne diepbetreurde
echtgenoote, schreef professor Hennert om zijne
droefheid te verzetten"sseen inleiding tot den
verzenbundel van zijne vrouw, in 't zelfde jaar
van haar overlijden te Utrecht verschenen.
Nagelaaten gedichten van Petronella Johanna
de Timmerman, lid van het Dichtlievend
Kunstgenootschap in 's Gravenhage.
Gelukkig is de mathematicus zyn droefheid
haastiglyk gaan verzetten", want, als hy tijdens
zyn derde huwelijk, al de beminnelykheden en
uiterst nauwkeurige bizonderheden over zijne
aangebeden Petronella geopenbaard had, dan
,zou 's mans hu welyksheil allicht bedreigd zyn
geworden door jaloezie van mevrouw Hennert
de Derde, op haar voorgangster Hennert de
Tweede.
Petronella's verzen zyn nu vergeten doch
haar bundel versierd met baar sühonette en
haare Urne" gingen by 't verschijnen vlot
van de hand.
Haar echtgenoot vertelt van haar: By
eene beredeneerde relegie" bezat zy eene
niet alledaageche kennis van Wiskunde en
Wy'sbegeerte en veel handigheid om met
Astronomische en Physische werktuigen om
bestaan van twee soorten, als ze niet heel
nauw verwant zijn, onmogelijk maakt. Een
poosje gaat 't goed en dan volgt het verval
van 't geheele individu, dat eigenly'k geen
individu meer was. .^1 ,,.
Oppervlakkige oordeelaars beweren 'wel
dat oy dergelijke ver wonderlijke experimenten
de proefnemers aan geleerde Spielerei" doen,
althans dat zij op een wyze die der wetenschap
onwaardig i=, met levende wezens omspringen.
Gtloof dat toch niet; dat is volstrekt niet
het geval. De onderzoekers hebben daarby
de oplossing van gewichtige physiologische
vraagstukken op 't oog, die ook voor den
practischen dokter van belang zyn. Hun ge
heele methode van proefneming, hun wijze
van werken is er op berekend, een inzicht te
krijgen in de groeikracht en de groeiwyze
der weefsels, en 't geeft een kans, althans
iets gewaar te worden van degeheiirzinnige
processen, die er afspelen wanneer twee ge
scheiden lichaamsdeelen weer samen gaan
groeien, of wanneer bij een gapende of een
nauwe wondspleet tusschenliggende weefsels
worden gevormd.
De studie van wat er waargenomen wordt
bij de transplantatie van stukken van dieren,
geeft den arts ook inzicht en durf bij 't trans
planteeren, indien er mensc henlevens door
gered kunnen worden.
Zoo is er al menig stukje vreemd en Ie vend
vleesch, been, huid, slijmvlies, of darmwand
in 't menschelijk lichaam gezet, om 't weg
gesneden rottende of kankerig brokje te ver
vangen; en zeer dikwyls met succes.
Ja, in vroeger ty'd werden wel eens kunstjes
uitgehaald met hydra's, of werden andere
monsterdiertjes gevormd, bestaande uit n lijf
met zes koppen en evenveel staarten; tegen
woordig hebben de geleerde zoölogen wer
kelijk i^een tijd voor zulke beuzelachtige
proefjes. Indertijd was het te doen om ver
bazing te wekken met 't kunstmatig
wónderdier; nu gaat het om het proces zelf, dat
behalve den chirurg ook den natuurphilosoof
op den weg helpt in de duistere wereld der
ontwikkelingsgeschiedenis.
Wie er veel meer van weten wil kan terecht
in een pas verschenen werk van E. Korschelt,
Regeneration und Tramplantation, Fischer ;
Jena 1907, 7 Mik.
Een ongelooflijke macht van feiten en ver
klaringen biedt dit merkwaardig boek den
lezer aan. Populair geschreven is 't by lange
niet; maar wie niet opziet tegen wat vreemde
namen en tegen subtiele schijnbaar nuttelooze
onderscheidingen en ook niet geheel en al
vreemd is in de botanische en zoologische ter
minologie, die leest de 284 bladzijde van dit
boek met genoegen achter elkaar uit. Doordat
't tevens een samenvatting en kritiek is van
de geheele vorsching op dit gebied, krijgt de
lezer een diepen ky'k op wat er gewerkt en ge
wrocht wordt in die voor de meeste menechen
zoo vreemde wereld der geleerde
experimenteele zoölogie.
E. HEIMAKS.
CORRESPONDENTIE.
Wie hieronder en ook de volgende week,
nog geen antwoord vindt op zijn vragen,
mij in en na de vacantie gedaan, moet maar
aannemen dat ik er geen antwoord op weet,
en 't mij niet kwalijk nemen dat ik dit niet
eerder heb gezegd. Voor een enkele schijn
baar eenvoudige vraag 'moet ik soms heel
wat boeken naslaan, die ik niet altijd thuis
heb, of by kennissen informeeren, die niet in
de buurt wonen,'; dat kost veel tijd, waarvan
ik weinig voorraad heb.
Wel doe ik dat zoeken gaarne, omdat ik er
zelf door leer; en nooit is müeen vraag
te gaan, zoodat zij gemakkelijk een
verrekyker van veertig roeten kon stellen.
Haar uiterlijk beschrijft hy aldus: De
silhouette vertoont geen zwierig optooisel,
maar deftig en overeenkomstig met haare jaaren
en haaren stand. Dezelve is in het jaar 1777
door de heeren Ekhards met bun uitgevon
den graphometer, ten huize van wijlen den
heer Domain-Raad Perrenot, in 'sHage
geteekend."
Petronella Johanna de Timmerman bezocht
gaar ne de kermissen, waar zij vermaak schepte
in het bezien der nieuwe moden."
Over vrouwenkapsels schrijft zij: Eene
kleine tengere vrouw of een klein hoofd met
een korten hals, onder n breeden hoed met
lange slippen bedekt, schijnt gelijk een slak
in haar huisje voort te kruipen. In de
rijtuigen en op de wandelingen maken veel
dames met haar door pluimen en gaazen
verhoogde kapsels de vertooning van
mastboomen. die door de stormwinden geslingerd
worden."
De dichteres had in 1907 nog naar de
kermis kunnen gaan in de conservatieve
Bisschopstad waar haar echtgenoot eenmaal
hoogleeraar was; en, zooals in dien ty'd,
vrouwen kapsels en hoeden voor Petronella
eene aanleiding waren om zich vroolyk te
maken over de modes, twijfel ik niet, of
mevrouw Hennert zou baar schrander hoofd
geschud hebben over de kapsels en hoeden
van onze modiense vrouwen.
Petronella Jobanna de Timmerman oefende
een gunstigen invloed uit op haar man. Hy
aarzelt niet te getuigen: Aan die waarde
vrouw ben ik my'n behoud verschuldigd.
Hare belaardheid temperde mijn groote
levendigheid. Zy leerde mij leven. Ik beken
openhartig, ware ik aan eene dartele vrouw
verbonden geweest, ik zou de rampzaligste
der stervelingen geworden zijn. Door myne
vroolyke gesteldheid, en mijn ontzag voor de
sexe, zoude ik aan de begeerten vaa eene
Vrouw alles opgeofferd hebben."
De heer Bezemer vraagt: Wie weet welk
een af padig loshoofd" onze professor zonder
zulk eene vrouw zou zijn geworden I
Zyn treurnis over haar verscheiden drukt
hij aldus uit: Indien de ty'd mijne tegen
woordige onverschilligheid en ongevalligheid
niet verandert, zal ik de pen tot deze bladen,
voor 't laatst gebruiken; mijne oogen van
den starren hemel aftrekken en op haare
Silhooette en op haare Urne nederslaan."
Zoover ia 't niet gekomen I Zijne vrolijke
gesteldheid** liet hem niet in densteek Het
duurde niet lang of hy waagde met mannen
moed opnieuw den sprong in 't duister: voor
de derde maal verscheen hy voor Hymen's
outer.
* * *
Het Saptember-nnmmer van het maandblad
gewy'd aan de Hygiëne en Industrie, onder
redactie van dr. van Hamel Roos en Harmens,
deelt een lofwaardig besluit mede, genomen
door den gemeenteraad te Praag.
Elke vrouw, welke zich in de straten der
hoodftad van Bohemen vertoont met eene
onaangenaam, omdat hy my werk bezorgt;
maar 't schrijven zonder nut, voor een van
ons beiden, alleen uit beleefdheid, laten wy
dit afspreken, daarvan stelt u mij vrij. Vraag
dan maar gerust.
Ook is 't mogely'k, dat ik, zooals onlangs,
antwoord geef op een vraag, mij een jaar of
langer geleden gedaan; door toeval kom ik
er wel eens achter. Dan ben ik allicht de
oorspronkelijke vraagbrief k wij t en daarmee
den naam van haar of hem, die inlichting
vroeg Wie wat vraagt en geen antwoord
kry'gt moet dus maar in de rubriek bly'ven
kijken, en er mij, als 't heel lang duurt, nog
eens aan herinneren.
H. S., Zuidbroek. De purper-roode harige
knobbels op uw wilde roos, zijn gallen
(Rhodites Mayeri), een uitwas door een
galwespje ontstaan. Als er niet heel veel komen
(op gekweekte rozen), is het niet noodig er
de straten vegende japon, zal tot boete ver
oordeeld worden en bjj herhaling zelfs tot
hechtenis."
Dit besluit gold reeds voor bezoeksters van
publieke parken en tuinen. Praag is de stad
in Oostenrijk-Hongarije, waar het sterftecijfer
het allergrootst is, en, tengevolge der onrust
barende stijging van het ziektecrjfer der
ademhalingsorganen, heeft de gemeenteraad
het Anti-sleepjaponnen-besluit genomen,
hopend ook hierdoor tot eene gunstiger
gezondheidstoestand te komen.
* *
*
Lady Troubridge, schrijfster van het gunstig
ontvangen boek: The Woman Thon gavest"
heeft, n nieuwen roman : The Millionaire"
in 't licht gegeven.
Lady Troubridge, de aristocratische roman
cière schrijft met smaak en bescheidenheid,
over lieden, behoorend tot haar voornamen
kring, de Hnpper suckles," zooals de auteur
van Vanity Fair" : Thackeray, hen noemt.
Lady Troubridge, geboren Laura Garney,
is een geestige, levendige vrouw, die veel
heeft gereisd, veel heeft gezien, en, die in
hooge mate de gave bezit op boeiende wijze
weer te geven wat haar vlotte geest in zich
opnam.
Uit haar huwelijk met sir Thomas Troubridge
«ijn een dochtertje en een zoontje geboren.
* *
*
De vernuftige, schoone, Fransche reizigster,
mevrouw Camille du Gast, aan wie
rooveihcofdmannen hart en hand aanbieden, zal
binnenkort weer naar Marocco vertrekken,
om een studie te maken over de zeden en
gewoonten, den handel en wandel der inboor
lingen. Zy' heeft nu elf maanden in Marocco
doorgebracht en over haar verblijf aldaar een
uitvoerig rapport geschreven voor den
Franschen minister va» landbouw, die Camille d u
Gast met deze eervolle opdracht belastte.
Zy zelf erkent, dat zy voor de eerste maal,
louter uit nieuwsgierigheid naar Marocco ging,
en later niet weinig gestreeld was door de
onderscheiding haar van regeeringswege be
toond. Het is haar echt patriotisch verlangen,
Frankrijk's invloed in Noord-Afrika te doen
zegevieren. Er behoort niet veel toe, zegt
mevrouw du Gast, om zich als vreemdelinge
in Marocco een weinig te doen gelden : Een
mooi paard, een groote mate van kalmte, van
autoriteit en goedheid tevens; met die attri
buten heb ik my in de meest kiesche om
standigheden weten te redden. Ik heb ge
huchten bezocht, ik heb lekkernijen gegeven
aan opgetogen vrouwtjes, chte lacte-bekjes;
kinine pillen heb ik aan een zieke gegeven,
en zoo doende stond ik in een goed blaadje.
Gedurende een verblijf van elf maanden te
midden der inboorlingen, ben ik niet aan
gevallen, heb ik, naar ik vermeen, een vry
volledig rapport kunnen schrijven, en heb ik
gewoond in een wonderschoon land."
Moge de invloed dezer energieke, bekoorlijke
vrouw vóór alle dingen vrede brengen, en een
einde maken, kón het zyn, aan rumoerige
oorlogs-geruchten. CAPRICE.
1IIIIIIIIIIIIMIIIIIMHIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM1IIIIMIIIII1IIIIIHMI
zyn, haalt 't nest naar beneden, verbrandt
het. Er zitten poppen in.
M. D. D. Kokerlarven worden kokerjuffers
en die gaan er vliegend van door, vandaar
de spoorlooze verdwijning.
P. H. Met dat ook geen toeval" bij den
blad vorm van mnurleeuwenbek en klimop
(half Juli) bedoelde ik, dat planten die tegen
een muur of tegen boomstam groeien en
daardoor geen gelegenheid hebben om door
uitspreiden van takken of door slingeren over
andere planten heen, hnn loof in't gunstigste
licht te plaatsen, van de zon zooveel mogelijk
zullen profiteeren. Met ronde bladeren zou
dit niet zoo goed gaan, daar er ongebruikte
openingen zouden blijven. Hoekige bladen,
vooral vijf- of zea- hoek-vorm is daarvoor
nuttiger, want nu worden alle hoekjes inge
vuld, als bij een legkaart. Dat heet in de
botanie Mozaikblad". 'k Heb 't er al eens
Wormen doorgesneden en weer aangelascht. By V de plaatsen van ver
eeniging. B is 't zelfde dier als A na 22 maanden, van de vereenigingsplaats
van twee verschillende helften, is zoo goed als niets meer te zien. C bestaat
uit drie stukken. D. Kop aan staart. E. Twee kopstukken aan elkaar
gegroeid. F. Ingeplante extra staart. G. Idem met extra kop. Bij H en I
zijn 3 extra segmenten ingezet, daaraan regenereert een nieuw eindituk.
wat tegen te doen. Dat de patrijs in gevaar
handelt als de spot vogel heb ik meer gehoord.
'k Heb 't ook van een wulp gezien.
v. M. te Amsterdam. Het zyn Japansche
wynbessen. Mooi van kleur, de bladeren zijn
wit aan de achterzijde, 't is een soort Fram
boos, met veel dunne roode stekels op de
jonge takken. De vrucht is lekker zoet, de
smaak tuaschen braam en framboos in. In
den Hortus kunt u de plant en ook de vrucht
nog zien, als u er gauw by bent. Verleden
week op een excursie heb ik ze in massa
aangeplant gezien op een prachtige buiten
plaats ; rijk in vracht maar onder netten,
van wege de lieve spreeuwen en muaschen.
v. d. M., Drachten, 't Is een Hertshooi-soort
of St. Janskruid (Hypericum elodes), 't mooie
plantje komt nog al voor aan de rand van
heidepoeltjes, ook wel midden in 't water,
zoodat alleen de gele bloempjes er boven
uit steken.
C. V. 'c Zijn luisvliegen, akelige monster
achtige parasieten. By'na in alle zwaluwnesten
huizen ze. De zwaluwen zullen nu wel weg
over gebadjdaarom gaf ik alleen de aanduiding,
als allusie op hetgeen ik reeds schreef in dit
weekblad. Maar ik vergeet wel eens dat
iemand zoo licht iets vergeet, dat hy' alleen
maar las, vooral als 't zyn studievak niet is.
L. C. C., Drachten. De eene rups met
pijltjes op de staart is van de
Linde-py'lstaartvlinder. De ander was al verpopt in 't doosje,
als ik 't wel heb is het: het eschdoornuiltje,
Leporina aceris.
M. C. en anderen. Wat die
kinkhoorngeluiden betreft: 'k Ben zoo vry' geen
woord te gelooven van die geluiden
in 't eigen oor, noch van 't adersuizen of
kloppen, 't Rechte wist ik er ook niet van
(zooals ik schreef) en nog steeds weet ik 't
niet. Dat de zee er wat mee te maken heeft,
heb ik ook niet beweerd. Wel dat er iets
van terngkaatsing by komt. Houd maar eens
achtereenvolgens lange en korte, glazen en
steenen, dikwandige en dunne vazen tegen
't oor, zoowel by' stilte, als wanneer er b.v.
een tram voorbij gaat of een klok slaat, dan
hoort ge wel degelijk verschil.