De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 29 september pagina 8

29 september 1907 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1579 bg nauwkeuriger kijken niet voldoende door de teekening gesteund wordt. No. 30 gravers? genoemd (K. D. 24) is bq blijvend door de verhoudingen van het lichte waarin ds werklui herig zijn tegenover de daaruit opstekende lijven der arbeiders. Drie van de beate etsen door de Zwart gemaakt zjjn nog: 23. Op de knieën liggend meisje (K. D. 38) een kindje met een muts als een gerimpelde paddestoel op, bezig met iets te kijken, en No. 25 Schen kend meisje (E. D. 41) een groot gezien figuurtje een pot uitschenkend, meest van rechts gezien. Ten slotte No. 10 Ivendje (K, 28) met een lucht ala e*n vroege Jacob Marie over boomen en een huis, van makelij: zie in de groep waarin het genoemd wierd; etc. De oudere etsen, en sommige latere, zijn gekenmerkt door een oorspronkelijkheid in de samenstelling, de teekenkracht is niet altijd zeer groot; het effect coloristisch. f Wordt vervolgd). PLASSCHAERT. Een tragedie in Rusland, i. Bjj 't aanschouwen van al wat er woelt en kookt in het groote Russische r\jk, van de troebelen in alle kringen der maatschappij, is het duidelijk dat dit alles lang is voorbe reid. Het is dus uiterst leerrijk een retros pectieven blik te werpen op de toestanden die vooraf gingen, vooral voor on* Westuropeërs, wien het maar al te veel ontbreekt aan de noodige objectiviteit in 't beoordeelen van een zoo geheel verschillend volk. Het schijnt ons niet genoeg gezegd te kunnen worden, dat onze begrippen van vrijheid bv. hier ten eenenmale zijn misplaatst. En daarom schijnt het mij belangwekkend na te gaan welke wrange vruchten die hebben gedragen by pogingen, nn meer dan eene kwarteeuw geleden, door Alexander II gedaan, om ze in praktijk te brengen. Een ooggetuige, een Duitsche graaf Pfeil, heeft ons een zeer be langrijk verhaal gedaan van het lot dat den keizer!ijken hervormer getroffen heeft, die zijn volk lief had en het gelukkig wou maken, Volgens zy'ne vrijzinnige opvattingen, een lot, dat zg'n opvolger dreef tot verdubbelde ge strengheid. Nn met zachte, dan met narde hand geregeerd, is het geen wonder, dat eene natie, samengesteld uit zoo verschillende elementen, om allerlei redenen de rnst nog niet heeft kunnen vinden, die het zonder de vaste hand van een geniaal heerscher ook moeilijk vinden zal. Die vaste hand bezat Alexander II niet. Het is teekenend poor de Russische toe standen, dat er juist tegen zijn leven meer aanslagen zijn gedaan dan tegen dat van eenigen anderen vorst, vóór de laatste ein delijk gelukte. Rusland verloor in hem een heerscher, die in zy'ne meer dan eene kwart eeuw durende regeering, tot levensdoel had: het welzijn van zy'n land, die echter niet gelukkig was in zy'ne pogingen en,Jhet goede willend, het kwade volbracht. Rusland was en is nog heden, niet ryp voor eenen zoo West-Europeesch gezinden czar. Niet de strenge alleenheerschappij van zijnen vader Nicolaag I, niet de ijzeren hand van zijn zoon Alexander III, ajjn oorzaak geweest van de tegenwoordige toestanden, waartegen zyn kleinzoon Nicolaas II blijkt niet opgewasseen te zijn, maar het zacht bestuur van Alexan der II, waarin hij zich een vriend des volks wilde toonen en dikwijls toegaf aan onrecht matige eischen; in 't bijzonder is dit het geval juist met het werk dat hem in de geschiedenis zijnen naam heeft bezorgd: de opheffing der lijfeigenschap. Velen stellen zich de vroegere, Russische lijfeigenschap bijna zoo voor als de slavernij der negers in Amerika en prijzen het ophou den hiervan als eene daad van bevrijding, die ongelukkigen gered heeft van harden heerendienst. Het is hier niet de plaats om nader aan te toonen waarom deze maatregel, hoe groot sch en menschlievend ook bedoeld, niet voor dien tqd paste en te oreryld werd in praktijk gebracht. De gevolgen er van zy'n, zooals niemand die de geschiedenis van Rusland kent, zal tegenspreken, dat n de adel ij ke grondbe zitters n de eens veel beteekende boeren stand beide verarmd zyn, dat land en bodem in waarde zijn gedaald, dat er, in dit tot de voorraadschuur van Europa alt* gescaapen land, steeds meer, en in telkens ergere mate, hongersnood voorkomt, dat adel- en boeren stand ontevreden zyn, en dat, uit de zonen van den laatste zich een gtaatsgevaarlyk proletariaat der wetenschap heeft gevormd, die in den tegenwoordigen opstand, aan voerders hunner vaders en broeders zijn geworden. Hoe dikwijls heb ik, tusschen 70 en '80, in de veel bewogen tijden van het toen zich verheffend nihilisme, gesproken met oude boeren, die zelf lyfeigenen geweest waren en elk hunner verkoos den vroegeren tijd boven den toenmaligen. Bij alle volken en in alle standen, laat noch het individu, noch de massa zich dwingen om gelukkig te wor den gemaakt. Waarom is in Rusland, order alle standen, de koopmansstand nog de ge lukkigste? Omdat men zich het mir st er mee bemoeid heeft. Alexander II aanvaardde in 1855, in moei lijke dagen de regeering. Aan hem was het opgelegd den rampzaligen oorlog in de Krim ten einde te brengen, waarin Rusland's onmacht zich zoo schrikbarend heeft getoond en waarby het zich vernederende vredesvoorwaarden moest laten welgevallen. Ook tot den, in zy'ne gevolgen voor Rusland even nntteloozen als noodlottigen oorlog tegen Turkije, liet Alexander II zich meeslepen, omdat hy niet vastberaden genoeg was om zich te verzetten tegen den driesten aandrang der ond-slavische party' en omdat de bevrij ding der Balkan Staten hem eene even edele reddingsdaad toescheen als de opheffing der lijfeigenschap. Maar mensch tn staat zyn twee zeer ver schillende begrippen. Belangeloosheid is eene der edelste en zeldzaamste menschelyke eigenschappen; in de staatkunde echter, is zy zeer te veroordeelen en wordt in hare schadelijke gevolgen, alleen door zwakheid overtroffen. Hit de gevolgen van den Krimoorlog en de opheffing der lijfeigenschap ontwikkelde zich de ontevredenheid. Na den Turkschen veldtocht, werd hieruit het Nihilisme geboren, dat om zoo te zeggen, den strijd van sommige ontevredenen tegen den czar en diens ver tegenwoordigers beteekende. De Oost-Aziati sche oorlog echter baarde den strijd van de geheele massa der ontevredenen, die zich eindelijk uitte in den moord des keizers. Reeds waren zes pogingen hiertoe mislukt; deze laatste was met zooveel juistheid bere kend, dat hy gelukte hoewel de aanvoerder van het plan Sheljabow, eenige dagen te voren in hechtenis genomen was. Deze, een boerenzoon uit de Krim, die zich uit eigen kracht, zoozeer ontwikkeld had, dat hu het staatsexamen deed en student werd, uiterlijk de type van een samenzweerder, verried natuurlijk niets. Hy had de misdaad zóó voorbereid, dat mislukken onmogelijk was, want dan zou de moed der party' herleven, die in den laatsten tijd door dezen tegenspoed, vele aanhangers verloren had. Men moest den keizer, in de onmiddelyke nabijheid, met bommen aanvallen en wel op een dag en een uur, dat men zeker wist hem op een bepaalde plaats te zullen aantreffen in de open lucht. De eenige dag, waarop dit alles te voorzien was, was de Zondag, wanneer de keizer in de Michaelsmanege de parade der lijfwacht bijwoonde. Tot nu toe had hy' dit geregeld gedaan; in den laatsten tijd waren er echter dikwijls Zondagen overgeslagen, daar de keizer door de politie gewaarschuwd was. Door hunne relaties in alle kringen, wisten de Nihilisten echter, dat de keizer nu toch weer besloten was, de revue der troepen te bezoeken. Hierbij werd steeds deielfde terugweg geko zen, die dus van te voren te berekenen was. Van de paradeplaats reed hij steeds naar het dichtbygelegen paleis der door hem zeer vereerde grootvorstin Katharina Michailowna, dejeuneerde daar, wat ongeveer een klein uur duurde en keerde dan naar hét winter paleis terug. Daartoe gebruikte hy twee wegen; of langs het Katharinenkanaal, of door de kleine Sado wa j a (tninstraat) over den Newskiprospekt. De laatste weg werd het meest gekozen. De meest vastberaden helpster van Shelja bow was Perowskaja, een jong meisje van oude, aanzienlijke familie, wier vader aan den drank was geraakt en daardoor zijne betrek king in staatsdienst verloren had, wier oom eens Gouverneur van Petersburg was geweest. Zij was 24 jaar oud, had, meegesleept door haar geestdrift voor een nihilistisch-gezinden onderwijzer, reeds op haar zestiende jaar het ouderlyk huis verlaten en was onder het volk gegaan", zooala toenmaals de uit drukking luidde. Sedert dien tijd had zij deelgenomen aan by'na alle pogingen om den Keizer te vermoorden. Zy had de kraan der electrische leiding in werking gebracht, waardoor de, naar men meende, keizerlijke trein bij Moskan in de lucht vloog; zij had geholpen om het dynamiet in het winter paleis te brengen en by den moord viel baar de hoofdrol ten deel. Nog zie ik haar voor my' by de openbare terechtzitting, het teere, blonde meisje, met de diepblauwe, droomerige oogen, het hoofd op de blanke hand geleund, hoe zy, elke vraag omtrent baar deelnemen aan de misdaad toestemmend beantwoordde; ik zie haar voor my, toen zy de galg besteeg, en zoodra hare banden vrij waren, zich het haar in orde bracht, boe zij slechts een oogenblik hare zelfbeheersching verloor, toen de beul, een waar monster in menschengedaante, haar nog den hals ontblootte, om te voelen waar hu het best den strop kon leggen. Zij wilde het hem niet gunnen haar te dooden, en zoodra zy den strop om had, wierp zy zichzelve van het bankje af. Deze Perowskaja en Sheljabow besloten beide bovengenoemde wegen voor te bereiden tot de plaats van den moord. Aan 't Katharinen kanaal moesten menschen met bommen ge plaatst worden; in de Sadowaja, eene tamelijk smalle straat, werd eene mijn gegraven, waar van het springen, zooals by later onderzoek bleek, niet alleen het rijtuig van den Keizer, maar ook de naastby' gelegen huizen in de lucht zou hebben doen springen. Voor het geval echter dat de my'n niet ontplofte, waren ook daar bommenwerpers geplaatst, naar de politie verzekerde, minstens een dertigtal. Hiervoor werden alleen nihilisten van lageren rang gebruikt, terwijl de leiding uitsluitend in handen der hooger geplaatsten berustte. In alle geval is er, in vroeger of lateren tyd, nooit een moordaanslag met zooveel duivelsche omzichtigheid voorbereid, als deze. Er waren verscheidene weken noodig voor de uitvoering, want het vervaardigen der bommen en der my'n, vereischte veel tijd. De bommen, meesterwerken in hun soort, waren een uitvinding van een chemicus Kibaltchisch, die zich aan de party had aangesloten. Hij was een man van gaven, die zich reeds door allerlei uitvindingen bnitengewonen naam had gemaakt in zy'n vak. Toen, zooala hierboven vermeld, Sbeljabow in hechtenis was genomen, ontstond er angst en verwarring onder de saamgezworenen, men wilde de zaak voorloopig opgeven of uitstellen, nu het opperhoofd er niet meer was. Toen verhief zich Petrowskaja om eene gloeiende rede te honden, schold de aarzelenden lafaards en verklaarde, dat zij alleen bekend was met al Sheljabows plannen en nu de leiding in handen zou nemen, er was geen tyd meer te verliezen en de moord des Keizers moest Zondags na den terugkeer van de parade geschieden. De saamgezworenen gaven zich over aan deze demonische vrouwe lijke vastberadenheid en het meisje stelde zich aan het hoofd der mannen, met vasten wil en uitnemende bekwaamheid. Zij wees eiken bommenwerper zijne plaats aan, zei hem nauwkeurig wat hy te doen had, en koos op den dag van den moord een stand plaats, vanwaar zy' dadelijk zien kon welken weg de Keizer nemen zou; van daar uit gaf zy met een zakdoek het afgesproken teeken. Aan haar alleen was het dus te wijten, dat de misdaad gelukte. Zonder haar, zou Alexander II gered zyn geworden en het is zeer de vraag of er nog eene latere poging zou zy'n gedaan om hem te dooden, na het openbaar maken van het ontwerp tot eene Constitutie, dat reeds door hem onderteekend was. Aan waarschuwingen had het den Keizer op den ooodlottigen dag, 13 Maart 1881 niet ontbroken. Zijn almachtige minister van Binnenlandsche Zaken, Graaf Loris-Meli kow, die ten allen tijde toegang tot hem had, liet zich reeds vroeg in den morgen by hem aanmelden en deelde hem mee, dat een gevangen nihilist het plan tot den moord aanslag aan de politie had bekend. Maar de Keizer liet zich niet overhalen thuis te blijven. Toen verzocht de minister de hulp van Vorstin Jnrjewska, eene vroegere hofdame der eizerin die Alexander II, enkele weken na den dood van deze, die wegens zwaar lijden jaren lang teruggetrokken van de wereld geleefd had, gehuwd had. Zij had op haar byna dertig jaar ouderen echtgenoot grooten invloed, maar ditmaal bleek die niet vol doende. Precies kwart vóór l reed de gesloten coup des keizers voor, aan het winterpaleis, op den bok de bekende lyf koetsier Frolow Sergejew. Zooals steeds begroette de keizer den ouden dienaar vriendelijk en be'al hem persoonlijk: Naar de Michaelis manege over de Zanger brug." Voort rolde het rytuig het noodlot tegemoet. (Slot volgt). Kunstgeschiedenis en Esthetiek aan de Universiteit. Dezen week hield dr. W. Vogelsan g zy'n inaugurele rede by' de aanvaarding van het hoogleeraarechap in Esthetiek en Kunstge schiedenis aan de Utrechtsche Universitei'. Een beschouwing over de beteekenis van dezen nieuwen leerstoel in ons land en een kort overzicht van den inhoud der rede, moet wegens plaatsgebrek tot de volgende week blyven liggen. lltllHIIUtflIIIHIlfmillHlllllllllinimmnmimilimimillimMIIIIHIIIIIimilMIMiniMllimiHIMIIIIIHIIIIimiUMIIIIIMIIIIMIIIItltll Larensche Kunsthandel AfdeeHng Amsterdam Af\fZ. HEERENGRACHT T-VD Opening van de kunstzalen op irOctober 1907 ' ?> ' 'met de- werken van === Mevr. SUZE BISSCHOP-ROBERTSON J. M. GRAADT VAN ROGGEN ?en een collectie aquarellen van wijlen J. H. WEISSENBRUCH welwillend afgestaan door den heer HIDDE NIJLAND. De Tentoonstelling is dagelijks geopend van 9 tot 5 uur. Toegang ? 0.50. Vraagt abonnements=voorwaarden. BELANGRIJKE KUNSTVEILING Directie : C. L. C. VOSKUIL &> Co., 8 Ootoloex- X9OT" in De Brakke Grond" te Amsterdam, ten overstaan van de Notarissen W. H. VOSKUIL en J. J. H. VERLOOP. Nalatenschappen van de WelEd. Heeren HwJVATZ. M. VON DER MÖHL.EN te Haarlem, S. B. GftOEJVEVELT te 's-Hage, e. a. MODERNE SCHILDERIJEN en AQUARELLEN, waaronder belangrijke werken van : Alma Tadema, Apol, Bastert, Blommers, De Bock, Breitner, Du Chattel, Eerelman, Gorter, Jozef Israëls, E. Karsen, Kever, Klinkenberg, J. & W. Maris, Mesdag, M. de Munkacsy, Poggenbeek, Al b. & W. Roelofs, v. d. Sande Bakhuizen, Steelink, J. H. Weiesenbruch, Wysmuller enz. Bezichtiging: Zaterdag 5, Zondag 6 en Maandag 7 Oetober. Catalogus (waarvan de peul. a /l.?) verkrijgbaar bij de Directie der Veiling, Sarphatistraat 2O, Amsterdam. KTJN8THA.NDEL J. O. SOHTJILil^Eir, Plein »»«, H- H- -t- -*? -H- 's-Gravenhage. Moderne Schilderijen, Aquarellen enz. T-K-r-SNFITlFS SJ I\ ^> Ol ILgLsleJLaeJL KOPERGIETERY KOPERSLAGERY KOPERWERKEH ? hAAR? MODEL OF ? ? TEEKEninG ELECTRO-GALVANISCHE 3====== INRICHTING ====== KENNEMMER5TRAAT?N? l HAARLEM C /?C /¥>. !?¥-. ^¥-. .^. .^r-. /^. /^. /T-. .^. .-^. .^r-. Magazijn Oud-Holland" Dam rak 75, Amsterdam. Directie^P._C.JPAEllEL8. Imitatie- en Antiek Kunstsnijwerk, Koper- en Zilverwerk, Porselein, Glas, Tin, Oude Perzische Tapijten enz. enz. ATELIER VOOR HET VERVAARDIGEN VA V OUD-HOLLAND8CH SNIJWERK. TELEFOON 7161. Alp. Kunst- en S l ER KUNST" IV. SSpiegelstraat Verschillende goorten Aardewerk, Batik- en Borduurwerk, Koperwerk, Beeldhouw werk. Schilderijen, Teekeningen, Etsen, Foto's en Lithografieën. Antiquiteiten (Meubelen, Aarde werk enz.) RUDOLF ELION ft C*. E'M'ÜAARSMAl VENTItEERENDE MAAR&EN IAMSTERDAM HILVERSUM WONING-INRICHTINGEN 2.S4I SPUISTRAAT. 76 DAMRAK. AMSTERDAM Opleiding (Vak-en Handteekenen). Ontwikkeling der algemeene kunst idee en behandeling der noodig blijkende theoretische vakken als wiskunde, perspectief, kunst geschiedenis enz. Aangeboden door leeraar M. O. M.' M.2 Brieven letter H, bureau van dit blad. 33 September?15 Oetober 1907. TENTOONSTELLING VAN TEEKENINGEN ANTON MAUVE IN DEN KUNSTHANDEL Wed. G. DORENS & Zn., AÜSTERDAII. TOEGANG VRY. - 56 ROKIN. D.mBIËVREBIESAART AOHTEB 8T. PIET BB IA -:- -:- Utrecht -*- -:MAOAZIJH VAM COMPLETE MEU BELESBINO EN STOFFEERING =? VERHUIZINGEN, TRANSPORTEN. SPECIALE AFDEEL1HG A.MIQ I TKITEV EN KUNSTVOORWERPEN OP KOPER EN BOÜW.PELIX ?KEIZER5GRACHT-32*r TEL. Z&O7 l Kunsthandel KRÜGER & 37« Noordeindc. 's-Gravenhage. H Permanente Tentoonstelling v: Schilderyen en Aquarellen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl