De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 13 oktober pagina 2

13 oktober 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

D E A M S T K R D A MM E R W E K K B L A D V O O R N K D E R L A N D. No. 1581 theoloog, getuige zijn geschrift over Het onbekende leven en de Goddelijke Open baring." Ilij on de prinses van Nassau gaven aan Carmen Sylva eea zeer dege lijke, maar tegelijk een Spartaanschharde opvoeding. Dit slaeg op de gouver nantes over. Carmen Sylvji moest altijd voort, vroeg op, hard werken, en bij de minste afwijking volgde harde straf. E^n lersche gouvernante bond haar eens, om een kleine overtreding, mat handen en armen, tot aan den hals in een linnen zak, en zette haar zoo een half uur op ean stoel te pronk. De Opvoeding, die zij ontving, was niet alleen streng ethisch en religieus, maar tegelijk aesthetis'ch ' en' wetenschappelijk. Haar vader zelf' leidde ha 'r' reeds vroeg in cle philosafie van Kant, Hegel en Schlegel in. Zij leerde l.itijn en las Horatius en Cicero. Aan d<; hand van Gibbon, Curlyle en Buckle drong zij in de geschiedenis door, en te Potersburg ? voltooiden Kubinstein en CbraSehumann haar muzikale opvoeding. En onder dit alles door werd zij i i de school der philanthropie geoefend, en maakten de landouwea aan den Ilijn en de heerlijke bosschen van Mon liepos haar de ver trouwelinge der natuur. Natuurkind, geen dochter der phantasie wilde zij zijn, en lts op haar twintigste jaar haar eerste romaa. Bo^ch en lied, d. i. Carmen et Sijloa, was het devies, waaraan zij haar pseudoniem ontleende, zooals zij liet zelf zong: BC!£rmen, Ie chant, ?ylva la forêt! Elle mêaae elléchante ?on rhanr,, la superbe forê. Et si je n'e'ais nee au fond dés boïs que j'aime pour redire ca cbaat, luth serait muet." Z'j was geboren dichteres. Haar dag boek zelfs schreef ze in verzea; en nog is ze a .~.n den Rijn de geliefde zangster, wier Rijnzangeu op 't land en in de steden, in studentenkringen en in de romintisc'ae bisteelen mee veel lust in choor gezongen worden. Nog uit Runieni zong zij den Rij a toe: Du Rebenlanl, du grüner Wald Du R4ein, mit deinem Schiuauoer, Dein G anz ist fein, dein Sang verhalt, loh bin enlü>h'n für irnmer. Off, o?t schliess ich die Augen zu, Dan hor ich singen, rauschen, Seh' Seiiaföziehn in sonniger Ruh', Der \Viad die Segel bauschen. Dasi ich die schönste Hei nath hab' In deutschen Gauen beseven, ? Das macht das; ich sie biszun Grao Nun nimmer kan vergessen. En zoo heeft Carmen Sylva gezongen en gemusiceerd, geborduurd, geschilderd en geschreven met een volharding die nooit moede werd. Meer dan vijftig ge schriften vloeiden uit haar pen, in poëzie en proza. In- het Duitsch, Fransch, Engeïsch (Sic-eet hours) en Rumeensch schrijft en zingt zij met gelijke volko menheid. Vooral les Pensees d'une -Reine iiMiiii ........... nu CTolly's ?va.cLez-Kaar Aft.£rt0ekcA,vanHarrietPrescott Spoff jrd I. Werkelijk, het was niet de partijdigheid van een jongen vader en moeder, die kleinen Jolly den naam van een veriukkelyk kini had gegeven. HU was een verrukkelijk kind. Zijn gezichtje met den zachten tint van een rozeblad, zijn oogen als in sterren veranderde vergeet-mjj-nietjes, zijn gouden krulletjes, de kuiltje» in zrjn wangen, zijn gekraai en gekir, ign snoezige voetjes, die een bron van genot waren voor hem zelf en ieder ander, zijn kreten van verrukking, zijn snikken van verdriet, zyn teedere omhelzingen, zijn jui chende blijdschap, dat alles maakte hem tot xoo'n volmaakt kiein menschenkind, dat het allen scbijn had, als of hij toch eigenlijk . een engeltje waa. Werkelijk, hij was een . -wonder, een volmaaktheid. Wij hebben zijn vaders en zy n moeders woord daar v oor; en zij konden het weten hij was immers hun kind. Hij heet Jolirfe," waren de eerste woorden, die zijn moeder na zijn komst sprak. Neen, zeker niet," zeide zijn vader. Wij zuilen hem jouw familienaam geven. Ik heb als jongen genoeg te lijden gehad door die» naam, en mijn vader indertijd ook. JJa ik *il niet, dat deze kle.ne kerel " ttjj eel JohfföHarrison," zei ie zijn moeder «p beslisten, hoewel zwakken toon. En daar |t«t gBen geschikte gelegenheid was om over 4e «ai te redetwisten, gaf de vader toe, tot peetschap van zijn helden Watt, Fulton, Tesla, Bell en de rest - eveneens opgevende. Jolifl'a was zijn eigen naam, en hij was Jolly Harrison, en Jolly Harry en Jol'y Boy genoemd, totdat de klank van den naam een soort kwelliag voor hem was ' geworden. Maar, wat er ook over te zeg gen viel, het was een eerlijke naam, gedra jen door verscheiden generaties eerlijke mannen. Ea het is toe te schrijven aan kleine Jolly's bekoorlijkheden, dat de naam, nadat .hij . hem had aanvaard, in liefelijke mpziek-scheen te zijn veranderd. Tóen de quaeatie was uitgemaakt, keerde Harrison terug naar de ingewikkelde teeke ningan en de veeren en wielen van het model van zijn machine, die als zij eenmaal 'voltooid was, een omwenteling teweeg zou brengen ia een van de takken van het werk, dat de wereld in beweging zet, en waarin hijj vóórdat hy Louie Leslie had leeren kennen en liefhebben, volkomen was op gegaan. Hij had do machine in den laatsten tijd wel een weinig verwaarloosd, maar nu moasten de denkbec'den en plannen ervoor verder worden uitgewerkt, want de jongen moest gerechtvaardigd worden in zijn keuze van een vader. En bovendien, Louie was heel geduldig geweest, en had gespaard en uugazuinigd en geloofd; dat alles mocht ook niet worden vergeten. Ja, zij hadden zóó minig geleefd, dat zy zelfs erover hadden nagedacht, of zij zich de weelde wel konden veroorloven, Dane te houden, Dane, die vestigden haar roem in FrankrijY, toen de Fransche Académie dit werk mat goud bekro >nde. Haar poging om de Rutneensche Folklore aan Europa te vert >lken, slaagde uitnemend, maar toch zijn en blijven haar Rheinlieder, haar Meine Rube (Mon. Repos),, haar Jehovah, en haar Lsidens Erdegang, de liederen, waarin haar ziel zich uitspreekt, want het mysterie des lijdens wilde zij door denken en doorvoelen, tot zij er zich mede verzoend had. Hoor maar, hoe ze de taak van een Vorstin als Lunilcs Muiter warm saamvat: Und wenn Millionen dieb. Mutter nennen, Zu Dir sich wenden iu Anjz-t. r.nd IViu, Musat du auoh Jammer und Ivend kennen, So kannst du nimmeruiehr trostlos sein. Mu-s felsenfest in der Brandu^g ste''<n, Nicht Hülfe guchen uad wankei nicht, Dir muss es weich von der Lippen wehn Und feonnig leuch'en dein Angrsieht. Nie darfst du sassen, du seist dein eigen, Dein ganzen Volke gehöst du an, Die Leidenschaften ??sie mussen schweigen, Du ziehst Millionen mit dir hinan. O'o reich, ob elend, ob eut, o V böie Ob bochgeboren, der Sünde Riub, Dir sind sie allen, verwih', erlöse, Die Wunde wasche, djn Rjst, den Siaub. Lass deine Gü'e wie warme Quelle Stets neu dir stromen aus Her/,ensgrund Und unerschöi'flich in tau'erd Wellen Dein Volk erquicken ruit Hand und Mand. En zulk een Landsmoeder" is Carmen Sylva. Zij doet wel, niet als middel, om door 't weldoen de liefde des volks te winnen, maar omdat haar koninklijk hart er haar toe dringt. Zo is do troosteresse nu van wat in Rumen'ëlijdt, gelijk eertijds van wat leed in Wied, en ze is dit in den naam des llooren, altojs trouw aan wat zij op djii d ig na haar confirmatie zong: Ich will Ihm danken, den Vat-er des Leben?, Ich will Ilim folgen, vuil ed:e:i S reoens, Ich will Urn su ;lien den Vater dei I/chts, Ich will Itin liebec, O!M' l/m bin ich nii-lils. Mij a bestek liat niet toe, haar cigon persoonlijk lijd-:n te schetsen in kra'ikhe'd na krankheid die elkaar opvolgden, vooral toen het verblijf in het min-gezoade Paleis van Controceni haar vergiftigd had, noch ook het lijden in beeld Ie brengen dat zij doorworstelde met de krankheid en het sterven van haar broeder Otto en haar Vader, maar iets moet toch gezegd van de diepa wonde in haar moederhart geslagen, toen zehaareenig kind, prinses Marie, dat ze nog geen volle vier jaar bezat, en welks afst ^rven nooit door nieuwe m icdervreugd verzoend werd, op '28 Maart 1874 verloor. Wie had ooit dieper dan zj den schat van het moeier-zijn doorgluurd. Der schünste Nam' i m ErüenrunJ, Das schönste Nam' Wort in MenscheLmund Ist Uutttr. de eetlust en bijna ook de afmetingen van een tijger had. Maar Dane ,had het vraagstuk opgelost door telkens weer teru» Ie kooien, als hij was weggegeven, en door aan eiken voetstap van Louie zijn speciale aandacht te schenken. Zij waren erg ban^ geweest, dat Dane jaloersch zou zijn van het kindje; en toen de kleine Jolly voor het eerst op de schoot van de ba er lag, werd Dane, die erg onrustig was geweest, de kamer binnen gebracht, stevig bij zijn lulsbanl vastge houden door Harrison, terwijl mevrouw Murray ter verdediging gerce l stond en Bridget op den drempel van de deur bleef staan. Juist op dat oogenbük maakte kleine Jolly een huilend geluidje; Dane bekeek hem aandachtig, keek toen op naar het gezicht van zy'n baas, en toen uit de dekens een klein voetje te voorschijn kwai, s'ak hij zijn tong uit en likte het voetje, vestigde daarna zijn groote pathetische oogen op Lou^e, met een blik, die haar duidelijk te kennen gaf, dat hij alles ervan begreep, en ging toen liggen aan de voeten van de baker, van dat oogenblik af de trouwe wachter van den kleinen jongen. En zoodra Jolly in ftaat was zijn armpjes om Dane's hals te slaan, overstelpte hij Dane's neus met kusjes, en nog een beetje la'er viel hij dikwijls in slaap tusechen de groote beschermende pooten. Op een avond, toen Harrison zachtjes binnenkwam, zag hij Louie, met het kinije in de armen, voor het vuur zitten. Het licht van de flikkerende vlammen speelde over l:air geliat en wierp dansende schaduwen op den muur achter haar; en hij bleef op den drem pel staan, getroffen, ontroerd. Welk een verandering in zijn Wik op de wereld, op ty'd en eeuwigheid had n enkel jaar teweeggebracht! Zijn vrouw scheen hem op dit oogenblik iets heiligs toe het sym bool van alle moederschap, de eeuwige Moeder en Kind. Hij wis', niet, dat hij in een soort van eerbiedigen schroom was blijven staan, totd-t zij opkte't en glimlachte f n wenkte. Ik zou wel eens willen weten", zeide hij. of a'le andere mannen hetzelfde gevoel hebben, als ik alsof zoo iets'nog nooit van te voren is gebeurd?" En toen knetterde het vuur plotseling luid, en een groote vlam sprong omhoog, en Dane stond op en rekte zich uit en d i jonge valer lachte, en Louie lachte mee. En toch had hij een vaag gevoel, alsof die laci een heilig schennis was. In de eerstvolgende maanden scheen in de oojen van Joliile Harrison en zijn vrouw de ge'aeele wereld te draaien om kleinen Jolly. Om de waarheid te zeggen, de jonge ?vader -verdiepte ziuh niet- meer-zoo in-zijn werk als hij vroeger had gedaan. De uren, die hij anders besteed had aan het maken van plannen en berekeningen, gebruikte hij nu om te spelen m3t kleinen Jolly, die altijd bereid was tot een stseiparïij. Of het gebeurde, dat Louie het noodig vond, hem te laten zien, hoe engelachtig het kind was als het lag te slapen, of zy stonden beiden over hem heengebogen, genietende van zijn vroolijkheid, als hij lag te kraaien en geluidjes te maken tegen de schaduwen van de wingerdbladeren. dansend over de gordijnen van zijn wiegje, of hij moest helpen uitmaken of dat eerste onzekere gestamel het een of andere wojrd Ja, kelner ist so tief und weich Si ungelehrt gedankenreich Als Muiter. Und bat es wohl so grosse Macht Wenn es von Kindarlippen lacht: O, Matter. Wenn es ans Kinderau;en winkt Wenn es in Kinderher^en singt: O, Mutter. Ja, wem jeh' dioses Wort erklang, Hat hohe Würde lebenslang, Al's Muller, en, toen voegde ze er ia dit lied, kort na de geboorte van haar lieveling ge zongen, dit bij, waarin 7,0 onbewust haar ei;;cn smart in profetie overgoot: Und die's besp.-^en, und entbehit, D.T i*t das Lrdesg!ü-_'k vervvehrt, Der Mutter. liet sterven van haar kind greep heel Bucharest aan. Een nogor die het prin sesje altoos in een haridwagen rondreed, bra,ve jongen, stief van hartzeer. Maar Carmen Sylva hief haar verpletterde ziel in het geloof op. Mijn kind, schreef ze, is zalig, en mijn liefde voor mijn kind is sterker dan het gra1'. Ik geniet in haar zaligheid." In het park van Con troceni ligt das Sonnenkind," gelijk ze haar noemde, begraven, en op het kruis boven den lijksteen liet Carmen Sylva het uitbeitelen: Ween niet, zij is niet gestorven, zij slaapt.'' Evenmin kan ik breed uitweiden over hetgeen ze voor het volk deed. Reedd op den daj; ran haar intrede in Bucha rest stichtte ze een fonds, waaruit telken j ire aan acht arme meisjes geld voor haar opvoeding zou worden geschonken. Tijdens den oorlog om Plewna w >n zij ieders bewondering doorhaaraltoisbezigzijn in de ambulance. Z'i stichfte de Societas Rogiua Elisabeth, voorts een instituut voor pleojr/.usters. een polikliniek waarbij in 19J2 bij de 2Ü.Ü) zieken kwamen. Dan een diaconesseuhuis en een crèche. Een inrichting voor blinden met een drukpers van Tnod^resco. {''urn/at, de mier, heette haar inrichting voor Huisvlijt; La Minint haar school voor handwerkers; Albiixi (de bij) haar stich ting voor 't borduren; TrcAifiii/ri-ii hair fabriek voor het zijd-weven. Op elk ge bied van dien aard siu? van haar hot koninklijk initiatief uit, en toch woe kerde zij, in weerwil van haar gedurig terusjkeerende krankheden, den tijd uit, niet alleen om boek na boek ter perse te zenden, maar zelfs om door heel Europa en Amerika in bladen en tijd schriften haar artikelen te plaatsen, en het profijt hiervan de/,en of genen onge lukkige ton goede te do?n komen. Carol en Carmen Sylva, ze 7,ijn een konings paar, zooals geen eeuw er een tweede oplevert, en Rvnnemëzou lang nog niet zijn w.it het in zoo kort tijdsbestek ge worden is, iadieu hot op 7,ijn donkere wegen niet door den vorstelijken glans beteekende, en of die zonnestraal in zijn blik toonde, dat hij hen werkeüjk kende, en -vist, dat hij bij hen behoorde; korton, hij moest helpen, al de geheimenissen op te lossen on al de vreugden mee te genieten van dat kleine zielije, dat zij halden opgerospen uit de oneindige ruimte der zielen. Ondertusschen had Harrison ook nog zijn gewone dagelijksche bezigheden te verrichten, als eerste boekhouder in een bankierszaak. Als hy 's middag» thuia kwam, werkte hij in het kleine tuintje, terwijl zijn vouw daar zat met het kind; en in andere vrije uren, niet gewijd aan de bewondering van kleinen Jolly, werkte hij aan het model voor zijn machine. Hij stond zich zelf niet toe, daaraan op het kantoor ook maar een oogenblik te denken. Het zou moeilijk peweest zijn, een man te vinden, die tevredener was met zijn lot dan Jjlille Harrison op den dag, dat het model van zijn machine kant en klaar voor hem stonl. Verscheiden van zijn buren en vrienden hadJen sinds geru'men tijd belanggesteld ia de vorderingen van zijn weik en waren van plan een maatschappij'je te vormen voorde fabricatie en exploitatie van de machine. Zij waren geen van allen rijk, daar da meesten, evenals Harrison zelf, kantoor-bedien Jen waren, maar zij waren zoo overtuigd van de waarde van de machine en van het fortuin, dat zij moest opbreagen, dat zij allen vol komen bereid waren, het grootste deel van hun spaarpenningen ervoor af te staan. Op een dag hadden zij het model laten zien aan den heer Devoy, vice-preaident van de bank en een groot spoorwegman, en hij had zoo'n levendige en ongeveinsde belangstelling aan den dag gelegd, dat hun eigen vertrou ven noz verdubbeld wa-". Toen de machiae haar voltooiing na-lerde, hadden de vrienden de gewoonte aange nomen, op alle tijden van den dag door deur ot venster te komen binnen vallen. 't Is o^n wonder!' zeide Murray, de naa-jte buurman, toen hij op een avond het kleine modeüetje had zien werken. ,.'t Is haast niet Ie gelooven!" zeide Denny. Ik voor mij," zeide John Carter, terwijl hij zijn neus bijna schaafde aan een draaiend wieltje, ik voor mij vind, dat de man, die zoo'n stuk werk kan bedenkt n en in elkaar zetten meer een wonder is, dan het diiu zelf. Har.-ison, ik ben er trotsch op, dat ik je ken ! ' Dank je, Carter! Dank je, j -ngensl Ik ben er trjtsch op, vrienden te hebben, die zoo veel vertrouwen in mij stellen. Kr zit geld in dat ding,' zei Ie hr, zijn vingers door zijn haar strijkend, dat al recht overeind stond als een borstel. Kr zit geld in. Kr zit een fortuin ia voor elk van onze zoons. Koest, Dane, koest!" En roem voor jou, Jolly Harry!" ;)ja misschien wel een beetje," zeide Harrison met bescheiden aarzeling. Ik weet eigenlijk niet rech1-, of ik daar wel iets om gf;ef behalve voor Jolly. Ik hoop dat mijn kleine Jolly nog eens reden zal hebben, trotseh te zijn op zijn vader. Mettertijd zal hij, hoop ik, in dezellle richting iets tot stand brengen. (iistereu zag ik nog, dat hij twee strootjes nam, en " Hoor eens,'' riep John Carter uit, ik heb me tot nu toe nouit te veel erin willen ver diepen, maar nu' zie ik mij zelf in gedachte van zoo dappere kloekheid en zoo heilige deernis was geleid. Dr. A. KrypEK." finzieJ ie iïe Hoofistiil. Max Schilliius wa-< de eerste der eastdiriieuten. d:i' ons in ili-n loop van de^'n wicter zul'en broeken. Vreemdeling is hij niet meer te Am«ter!am en zijn mu'.iek k hier z-s!fs nog langer bjkend en gewaardeerd da-i ziju j ersoon. K>!Uiis zeer lang gele len werd het voor spel roor de twtede acle van het ni>iziekdraina IngweHe" hier voor het eerst uit gevoerd. Ditmaal sloot zich da groote scène van Bran hieraan. De stof van Ingwelde" behiort thuis in den Noorschen Yikergentijd. Zj is ontleend aan de Svarfdüla-agv', zooals die o a is blijven voortleven iüVon Z-jdliU' il t no.-clinch e Bilder". Ferdinand Graf Sporck be?ft met veel handigheid daaruit een tekstboek weten saam te stellen, hetwelk, djor het geb-uik van het stafrei-n, wel sterk d->or Richard Wagner schijnt geiuüjenceerd, maar dit toch op b jeiende wijze de lotgevallen van de onge lukkige Itigwelde, van den wraak^uchtigen Klaufd (in het pro^ra nmaboek wordt hij hardneksig KJause eenoe.nd; ea den dcootneruen zanger B-an beschrijft. In den tijd dat I'ehx Mottl den staf zwaaide te Kansrutie eu de opeia aldaar door het opvoeren van belangrijke nieuwe werken in Du'.techland tec groole beuekeni? had op dramati ch gebied in dien tijd valtook deeerste opvoering \an Ingwel Ie" te vermelden (ISw-l) De toen nog j n :e co.npoiist hal met dit werk opsers zijn naam geves'igd. We! staat d; m u dek, gelijk ook de tekst, onder den iir-liel van Wajner, inair de behand ;liiii van geheel het t. jchnischu apparait verried iOo;eel meesterschap, d.-it uien a.tnstonls groote verwacht ngen koesterde van d^ii jongen comp mist. Het is i,i-t gemakkelijk een induik te krijgen van een f:a-g.-uent dat midden uit een groot onbeken t werk gegrepen is. Do scène d,e thuis d >or den zanger Ludwig Htss gezongen werd, voldoet in verband tnet het geheel bijzonder goed. DJ levendige dialoog tu-s;hen Ingwelde t-u Klaufe, de in mystiek half duister gehii'de scène, verlicht d jor d;n fa kei die d >or Bran zo i aans'ouds birteu T;iors!cins-lla!le san de poort zal worden be;es'i;d, wekken een eigenaardige stem uing op, die m :n bij een uitvoering in de conjerf.aal natuurlijk niet krijgt. Tjch bespeurt men dat het lyrische ged.elte Ueiin \Vogenrau-chen" omgeven van harp aocoorden, den componist gelegenhtil heeft ver chafj zijn melodische gaven te ontplooien. M'.nd.jr krijgt men ditn indruk hij Ein Zwiegesprüch" tustchen viool en violoncel. De bei Je solo ins'ru oer ten lossen zich te veal op in het orchest. Hoswel m^n interestoch a! op weg na ir Spanje, in gezelschap van mevrouw Sarah Carter, zoodra ik begin rijk te worden l Ik heb in dat lani altij l kasteelen gehad. Eu nu kou ik er wel eens heentrekken, om ze een beetje te stutten." Nu, je vl'(g hoog, Join," zeide Green. Och, wel nceu. Dat zal me niet meer dan een paar mille kosten !" Nu, ik zal meer dan tevre len zijn." zeide Murray, als ik mijn vrouw een vast som metje kan g ;veu, zoo lat zij mij nooit meer om vijf dollars behoeft te vragen, terwyl ik geen cent kan missen en een hekel eraan heb, neen te zeggen.'' Wel, nu wij toch bezig zijn, ons geld uit te geven," zeide de stichter van al die toe komstige lijkdommen, kan ik wel vertellen, dat ik niets meer verlang, dan my'n vrouw goei verzorgd achter te laten, en mijn jongen een uitstekende opvoeding te geven, [k verlang Jally niet veel geld na te laten. Een man kan zijn zoon geen slechteren dienst bewijzen, dan hem een groot for tuin iia te laten. Zet juist zooveel op hem vast, dat hy geen gebrek behoeft te lijden, en laat hem dan zijn eigen toekomst op bouwen, zijn eigen talenten ontwikkelen en zijn eigen leven leven. Hij zal geld genoeg verdienen. Hij zal mij in de schaduw stellen. Maar ik hoop, dat hij, als 't eenmaal zoover is, zijn geld zal gebruiken ten behoeve van degenen, die geen geld hebben. Steek nog eens op, Green. Wacht even, Carter, ik zal eeu vcrschen siphoa halen." I'as op Jolly, je bent nog geen milHonair !" Maar ik ben op weg, er een te worden," zeide Jolly. We zijn allemaal op weg, millionair te worden. Nu ja, maaralle gekheid op een stokje, die machine ver tegenwoordigt een aardig klein ickomentje, daarvan bea ik zeker! Kn nu laat eens zien : t is vandaag Maandag. Woens dag kom je weer terug in de stad, niet waar Denny? De papieren zijn alle ia orde. Dan kuaneu wij ze Don lerdag onderteekenen, liet geld in de bank deponeeren, en zoo gauw mo^e'ijk met het vervaardigen van de machines beginnen. Da heer Devoy heeft mij een paar denkbeelden aan de hand ge daan omtrent het exploiteeren .-an de machine. Ga jullie weg? Nu, Donderdagavond 3up." Mij dunkt, dat wij allemaal wel prettige droomen zullen hebben," zeide John Carter, toen de vrienden saaien naar huis liepen. Ik ben benieuwd, wat mijn vrouw wel zal zeggen, als ik het haar vertel." Heb je het nog niet aan je vrouw verteld?'1 N'een, ik heb het uitgesteld, uit angst, dat de een of andere lijke bankier op raad van Devoy de zaak in handen zou willen nemen, in ons dairdoor eruit, werken." Oaar hoef je niet bang voor te zijn. Ilarri-on is er de man niet naar, zijn vrienden. ia den steek te laten. Wel, ik herinner me nog heel goei, dat hij inlertijl op school liever een pak slaag kreeg, dan een van de andere jongens te verklappen. Die andere jongen heette Murray. Ze plachten indertijd vliegenvallen te maken." Neen, dat ij zoo. Harrison is er da man niet naar. Hij behoort tot een goed soort, een goed oud soort." Dat is zoo. En Louie Leslie mag van geluk spreken. Liat eens zien jij hebt suite gedichten hoort in bet werkje, mist het geheel toch die bekoorlijke naïvet«it, die men naar aanleiding van den titel er toch van zou verwachten. Het mooie spel van da heeren Tim inner en', Gaillard kon dien indruk niet wegnemen Het voorspel (II) van der Pfeifertag" en Seemorgen" fvrnphoni^ch gedicht, beide werken reeds meermalen hier uitgevoerd, handhaafden de goede meening die men van die werken hier koesterde. Veel bijval verwierf de componist met de vier Glockenlieder' op teks' van Carl Spi'teler. Vooral de humoristisch getin'e vielen biilönge^oou. in den smaak. Een goed deel van het succes komt op rekening van den zanger Lu-lw'g Hess, die met Jie liederen blik gaf van zijn £U:d gedoelde voordracht. Ook als componis*; verscheen de heer Hess ia ons midden, K"ii schilderij van Hans Menling Himiii'ilsköni» mit nmsicieren len Engelii" heeft he:n geïnspireerd tot een symphonisch gedicht, dat mij geeu groo'.en dunk heeft ver-chafc van 's componisten talent ooi zich in zulke groote vormen uit te drukken. Noch do gedachten, noch d- i behandeling daarvan en de ius'rurnmtatie komen over een zeker phrasenachtig toongespeel heen. Veel beter lijïr, nrj de CD'npos:tifi van eea gedicht naar Bvi'on, Liebe" genaamd, waar voor Hess wel weeke, maar toch warme klanken heefc kunnen vinden en waarbij de zangstem werkelijk ook als zoodanig behan deld is. Beide werken werden door Schilling gedirigeerd ; het laa'ste, door den componist zelf gedongen, bezorgde hem een krachtig applaus. ^ oor ean niet groot aantal toehoorders gaf mejuffrouw i ly Koenen een concert in de Konde Luthersche kerk, waarop zij een zestal lie leren zong van min of meer gewij ien inhoud. Het blijfc steïds een groat geno1-, naar het het heerlijke o-gasii van mej. Koenen te luisteren. Zij heeft het geheel in haar macht en kan het dwingen tot een fijn piano maar ook ontplooien tot een grootsch forte. Daarbij is hsa' voordracht warm en baar uitspraak voortrellelijs. Mej. Koenen vergete ec iter het noblesse obhge" niet ten op/.ichte van de sanjenstelang van haar program ;na. Iemand va ti hare g iven mag een opgeschrotf l, hol klinkend en schrikkelijk onbeduidend stuk als ,,'ininanuel" van O Verbeek niet op haar programma plaatsen. Alieen Litauey" en Oie Allmacbf' van Sthubert waren harer waatdig. Jaminsr dat het laagste stuk kwalijk op een orgel kan begeleid worden. Dit kan natuurlijk de h 'er W. R >bert Jr., die da orge partij voor zijn rekening had, niet htlpen. Hij kweet zich oveiigens met veel tiet van zijn taak t n voerde ook eenige so'.onurnmers met veel talent op het niet in alle registers schoon klinkende orgel uit. Overigens zy de behandeling van de rhythmiek den heer Kjbert nog aanbevolen. O /er de piano avonden van den virtuoos Oi-jtifried Gal .ton een aL ANT. AVEHKA.MT. De heer W. N. F. Sibnacher Zijnen be pleit in een artikel Tosiidichters van Noorl en Zuid', opgenomen in het maan Iblad Giecitia, een vereeniging, een samenwerking vantoondichters uit Noor J- en Zuid- Nede> land, op hst voorbeeld van de?Allgeineine Deuuche Musik-Verein". hen indertijd met elkaar in kennis gebracht, niet waar John? Wel, Dem,y, 't is niets geen weer voor deutuin. hè? Ea we hebben werkelijk al bijna Apiil!" Nu, 't April weer zal eenmaal wel komen," zeide Denny, met een verlangenden blik rondkijkend En al de knoppen ook. Er z^n nu al dikke knoppen aan de seringen. Ik heb vandaag een heelen stapel zaad- en bloem-catalogussf n mee naar huis gebracht daar heb iïbyna evenveel plezier van als ik van een echten tuin zou kunnen hebben. Tusschen twee haakjes, hier heb je je krant weer terug." Dank je. Pete zal het Weekblad wel komen halen als jij ermee klaar bent." En vol van de opgewektheid van hoop en jeugd, gingen zij hua verschillende huizen binnen, waar de verlichte vensters hun een welkom toeriepen. En Dane, die hen allen naar huia had georacht, keerde naar zy'n eigen woning terug. Beste kerels!' zeide Joliö'eHarrison,terwijl hij voor het vuur zijn voeten zat te warmen. Geen woord over alles wat zij zich ontzegd hebben om mij hun geld te kunnen geven l Ik begreep wel, dat Murray aan het sparen w'as, toen hij zoo lang met die schunnige overjas bleef loopen! En Denny d in, die zoo dol is op zijn tuin, en nooit een nieuwen heester koopt! Ik had hem graag wat stekken van mijn rozen gegeven, als ik er maar bij tijds aan had gedacht! Dat is een leelijk ding, dat n;e'.-bijtijds-ergens-aan denken. Nu, over eeu jaar of twee kan hij een heele kas vol roxen hebben l" Toen deed hij het licht uit en ging op zijn komen naar boven, voorzichtig stilstaand, om kleinen Jolly in zijn diepe, rustige droomen gade te slaan. Het wiegje stond naast het bed van de moeder, en haar eene arm lag op het kleine dekentje, hem zelfs in haar slaap nog beschermende. Hoe bekoorlijk was de jonge moeder bij den zwakken scoijn van het nach lichtje,, met haar lange vlecht op het k ussen, de dont ere wimpers op de wangen rustend, en een glimlach om haar lieven mond! En o, hoe bekoorlijk was de kleine jongen, met de vochtige krulletjes om zyn voorhoofije, omgeven met een waas van on schuld, liefelijk als de weerkaatsing van een hemelsch licht! Hoe rijk had het lot hem bedeeld! \Vat had hij gedaan, om zooveel zegeningen te verdienen? Wat kon hij doen, om ze te verdienen? Terwijl hij daar stond, zag hij in een snelle reeks van gedachten, bijna als levende visioenen, het opgroeien van den jongen, het rozige lichaamrj ?, zwem mend in den kleinen vijver; het levendige krullekopje, op school zijn eerste leasen op zeggend; den jongen athleet, zeker niet minder dan full-back"; de beste leerling van zijn klasse, verlangend orn zijn rol in de maat schappij op zich te nemen ; den pas beginnenlen man-van-zaken, tro'.sch op den naam van zijn vader, vol ijver zich zelf een naam te maken. De naam van zijn vader ja,ja, kkine Jolly zou altijd alle reden kunnen hebben trotsch er op te zijn, dat hij dien iwam droeg! En een zwijgen! gebed voor zijn jongen, voor zijn vrouw, voor zich zelf, reea op uit het hart van den man, voordat hij zich te slapen legde. (Slot volgt).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl