Historisch Archief 1877-1940
D E A M S T K R D A MM E R W E K K B L A D V O O R N K D E R L A N D.
No. 1581
theoloog, getuige zijn geschrift over Het
onbekende leven en de Goddelijke Open
baring." Ilij on de prinses van Nassau
gaven aan Carmen Sylva eea zeer dege
lijke, maar tegelijk een
Spartaanschharde opvoeding. Dit slaeg op de gouver
nantes over. Carmen Sylvji moest altijd
voort, vroeg op, hard werken, en bij
de minste afwijking volgde harde straf.
E^n lersche gouvernante bond haar
eens, om een kleine overtreding, mat
handen en armen, tot aan den hals in
een linnen zak, en zette haar zoo een
half uur op ean stoel te pronk. De
Opvoeding, die zij ontving, was niet
alleen streng ethisch en religieus, maar
tegelijk aesthetis'ch ' en' wetenschappelijk.
Haar vader zelf' leidde ha 'r' reeds vroeg
in cle philosafie van Kant, Hegel en
Schlegel in. Zij leerde l.itijn en las
Horatius en Cicero. Aan d<; hand van
Gibbon, Curlyle en Buckle drong zij in
de geschiedenis door, en te Potersburg
? voltooiden Kubinstein en CbraSehumann
haar muzikale opvoeding. En onder dit
alles door werd zij i i de school der
philanthropie geoefend, en maakten de
landouwea aan den Ilijn en de heerlijke
bosschen van Mon liepos haar de ver
trouwelinge der natuur. Natuurkind,
geen dochter der phantasie wilde zij
zijn, en lts op haar twintigste jaar haar
eerste romaa. Bo^ch en lied, d. i. Carmen
et Sijloa, was het devies, waaraan zij
haar pseudoniem ontleende, zooals zij
liet zelf zong:
BC!£rmen, Ie chant, ?ylva la forêt! Elle mêaae
elléchante ?on rhanr,, la superbe forê.
Et si je n'e'ais nee au fond dés boïs que j'aime
pour redire ca cbaat, luth serait muet."
Z'j was geboren dichteres. Haar dag
boek zelfs schreef ze in verzea; en nog
is ze a .~.n den Rijn de geliefde zangster,
wier Rijnzangeu op 't land en in de
steden, in studentenkringen en in de
romintisc'ae bisteelen mee veel lust in
choor gezongen worden. Nog uit Runieni
zong zij den Rij a toe:
Du Rebenlanl, du grüner Wald
Du R4ein, mit deinem Schiuauoer,
Dein G anz ist fein, dein Sang verhalt,
loh bin enlü>h'n für irnmer.
Off, o?t schliess ich die Augen zu,
Dan hor ich singen, rauschen,
Seh' Seiiaföziehn in sonniger Ruh',
Der \Viad die Segel bauschen.
Dasi ich die schönste Hei nath hab'
In deutschen Gauen beseven,
? Das macht das; ich sie biszun Grao
Nun nimmer kan vergessen.
En zoo heeft Carmen Sylva gezongen
en gemusiceerd, geborduurd, geschilderd
en geschreven met een volharding die
nooit moede werd. Meer dan vijftig ge
schriften vloeiden uit haar pen, in poëzie
en proza. In- het Duitsch, Fransch,
Engeïsch (Sic-eet hours) en Rumeensch
schrijft en zingt zij met gelijke volko
menheid. Vooral les Pensees d'une -Reine
iiMiiii ........... nu
CTolly's
?va.cLez-Kaar Aft.£rt0ekcA,vanHarrietPrescott Spoff jrd
I.
Werkelijk, het was niet de partijdigheid
van een jongen vader en moeder, die kleinen
Jolly den naam van een veriukkelyk kini
had gegeven. HU was een verrukkelijk kind.
Zijn gezichtje met den zachten tint van een
rozeblad, zijn oogen als in sterren veranderde
vergeet-mjj-nietjes, zijn gouden krulletjes, de
kuiltje» in zrjn wangen, zijn gekraai en gekir,
ign snoezige voetjes, die een bron van genot
waren voor hem zelf en ieder ander, zijn
kreten van verrukking, zijn snikken van
verdriet, zyn teedere omhelzingen, zijn jui
chende blijdschap, dat alles maakte hem tot
xoo'n volmaakt kiein menschenkind, dat het
allen scbijn had, als of hij toch eigenlijk
. een engeltje waa. Werkelijk, hij was een
. -wonder, een volmaaktheid. Wij hebben zijn
vaders en zy n moeders woord daar v oor; en zij
konden het weten hij was immers hun kind.
Hij heet Jolirfe," waren de eerste woorden,
die zijn moeder na zijn komst sprak.
Neen, zeker niet," zeide zijn vader. Wij
zuilen hem jouw familienaam geven. Ik heb
als jongen genoeg te lijden gehad door
die» naam, en mijn vader indertijd ook.
JJa ik *il niet, dat deze kle.ne kerel "
ttjj eel JohfföHarrison," zei ie zijn moeder
«p beslisten, hoewel zwakken toon. En daar
|t«t gBen geschikte gelegenheid was om over
4e «ai te redetwisten, gaf de vader toe,
tot peetschap van zijn helden Watt, Fulton,
Tesla, Bell en de rest - eveneens opgevende.
Jolifl'a was zijn eigen naam, en hij was
Jolly Harrison, en Jolly Harry en Jol'y
Boy genoemd, totdat de klank van den
naam een soort kwelliag voor hem was
' geworden. Maar, wat er ook over te zeg
gen viel, het was een eerlijke naam,
gedra jen door verscheiden generaties eerlijke
mannen. Ea het is toe te schrijven aan
kleine Jolly's bekoorlijkheden, dat de naam,
nadat .hij . hem had aanvaard, in liefelijke
mpziek-scheen te zijn veranderd.
Tóen de quaeatie was uitgemaakt, keerde
Harrison terug naar de ingewikkelde teeke
ningan en de veeren en wielen van het
model van zijn machine, die als zij eenmaal
'voltooid was, een omwenteling teweeg zou
brengen ia een van de takken van het werk,
dat de wereld in beweging zet, en waarin
hijj vóórdat hy Louie Leslie had leeren
kennen en liefhebben, volkomen was op
gegaan. Hij had do machine in den laatsten
tijd wel een weinig verwaarloosd, maar nu
moasten de denkbec'den en plannen ervoor
verder worden uitgewerkt, want de jongen
moest gerechtvaardigd worden in zijn keuze
van een vader. En bovendien, Louie was heel
geduldig geweest, en had gespaard en
uugazuinigd en geloofd; dat alles mocht ook
niet worden vergeten. Ja, zij hadden zóó
minig geleefd, dat zy zelfs erover hadden
nagedacht, of zij zich de weelde wel konden
veroorloven, Dane te houden, Dane, die
vestigden haar roem in FrankrijY, toen
de Fransche Académie dit werk mat goud
bekro >nde. Haar poging om de
Rutneensche Folklore aan Europa te vert >lken,
slaagde uitnemend, maar toch zijn en
blijven haar Rheinlieder, haar Meine
Rube (Mon. Repos),, haar Jehovah, en
haar Lsidens Erdegang, de liederen,
waarin haar ziel zich uitspreekt, want
het mysterie des lijdens wilde zij door
denken en doorvoelen, tot zij er zich
mede verzoend had. Hoor maar, hoe ze
de taak van een Vorstin als Lunilcs
Muiter warm saamvat:
Und wenn Millionen dieb. Mutter nennen,
Zu Dir sich wenden iu Anjz-t. r.nd IViu,
Musat du auoh Jammer und Ivend kennen,
So kannst du nimmeruiehr trostlos sein.
Mu-s felsenfest in der Brandu^g ste''<n,
Nicht Hülfe guchen uad wankei nicht,
Dir muss es weich von der Lippen wehn
Und feonnig leuch'en dein Angrsieht.
Nie darfst du sassen, du seist dein eigen,
Dein ganzen Volke gehöst du an,
Die Leidenschaften ??sie mussen schweigen,
Du ziehst Millionen mit dir hinan.
O'o reich, ob elend, ob eut, o V böie
Ob bochgeboren, der Sünde Riub,
Dir sind sie allen, verwih', erlöse,
Die Wunde wasche, djn Rjst, den Siaub.
Lass deine Gü'e wie warme Quelle
Stets neu dir stromen aus Her/,ensgrund
Und unerschöi'flich in tau'erd Wellen
Dein Volk erquicken ruit Hand und Mand.
En zulk een Landsmoeder" is Carmen
Sylva. Zij doet wel, niet als middel, om
door 't weldoen de liefde des volks te
winnen, maar omdat haar koninklijk
hart er haar toe dringt. Zo is do
troosteresse nu van wat in Rumen'ëlijdt,
gelijk eertijds van wat leed in Wied, en
ze is dit in den naam des llooren, altojs
trouw aan wat zij op djii d ig na haar
confirmatie zong:
Ich will Ihm danken, den Vat-er des Leben?,
Ich will Ilim folgen, vuil ed:e:i S reoens,
Ich will Urn su ;lien den Vater dei I/chts,
Ich will Itin liebec, O!M' l/m bin ich nii-lils.
Mij a bestek liat niet toe, haar cigon
persoonlijk lijd-:n te schetsen in kra'ikhe'd
na krankheid die elkaar opvolgden, vooral
toen het verblijf in het min-gezoade
Paleis van Controceni haar vergiftigd
had, noch ook het lijden in beeld Ie
brengen dat zij doorworstelde met de
krankheid en het sterven van haar broeder
Otto en haar Vader, maar iets moet toch
gezegd van de diepa wonde in haar
moederhart geslagen, toen zehaareenig
kind, prinses Marie, dat ze nog geen
volle vier jaar bezat, en welks afst ^rven
nooit door nieuwe m icdervreugd verzoend
werd, op '28 Maart 1874 verloor. Wie
had ooit dieper dan zj den schat van
het moeier-zijn doorgluurd.
Der schünste Nam' i m ErüenrunJ,
Das schönste Nam' Wort in MenscheLmund
Ist Uutttr.
de eetlust en bijna ook de afmetingen van
een tijger had. Maar Dane ,had het vraagstuk
opgelost door telkens weer teru» Ie kooien,
als hij was weggegeven, en door aan eiken
voetstap van Louie zijn speciale aandacht te
schenken. Zij waren erg ban^ geweest, dat
Dane jaloersch zou zijn van het kindje; en
toen de kleine Jolly voor het eerst op de
schoot van de ba er lag, werd Dane, die erg
onrustig was geweest, de kamer binnen
gebracht, stevig bij zijn lulsbanl vastge
houden door Harrison, terwijl mevrouw
Murray ter verdediging gerce l stond en
Bridget op den drempel van de deur bleef
staan. Juist op dat oogenbük maakte kleine
Jolly een huilend geluidje; Dane bekeek hem
aandachtig, keek toen op naar het gezicht
van zy'n baas, en toen uit de dekens een klein
voetje te voorschijn kwai, s'ak hij zijn tong
uit en likte het voetje, vestigde daarna zijn
groote pathetische oogen op Lou^e, met een
blik, die haar duidelijk te kennen gaf, dat
hij alles ervan begreep, en ging toen liggen
aan de voeten van de baker, van dat
oogenblik af de trouwe wachter van den kleinen
jongen. En zoodra Jolly in ftaat was zijn
armpjes om Dane's hals te slaan, overstelpte
hij Dane's neus met kusjes, en nog een beetje
la'er viel hij dikwijls in slaap tusechen de
groote beschermende pooten.
Op een avond, toen Harrison zachtjes
binnenkwam, zag hij Louie, met het kinije
in de armen, voor het vuur zitten. Het licht
van de flikkerende vlammen speelde over l:air
geliat en wierp dansende schaduwen op den
muur achter haar; en hij bleef op den drem
pel staan, getroffen, ontroerd.
Welk een verandering in zijn Wik op de
wereld, op ty'd en eeuwigheid had n enkel
jaar teweeggebracht! Zijn vrouw scheen hem
op dit oogenblik iets heiligs toe het sym
bool van alle moederschap, de eeuwige
Moeder en Kind. Hij wis', niet, dat hij in
een soort van eerbiedigen schroom was blijven
staan, totd-t zij opkte't en glimlachte f n
wenkte. Ik zou wel eens willen weten",
zeide hij. of a'le andere mannen hetzelfde
gevoel hebben, als ik alsof zoo iets'nog
nooit van te voren is gebeurd?" En toen
knetterde het vuur plotseling luid, en een
groote vlam sprong omhoog, en Dane stond
op en rekte zich uit en d i jonge valer
lachte, en Louie lachte mee. En toch had
hij een vaag gevoel, alsof die laci een heilig
schennis was.
In de eerstvolgende maanden scheen in
de oojen van Joliile Harrison en zijn vrouw
de ge'aeele wereld te draaien om kleinen
Jolly. Om de waarheid te zeggen, de jonge
?vader -verdiepte ziuh niet- meer-zoo in-zijn
werk als hij vroeger had gedaan. De uren,
die hij anders besteed had aan het maken
van plannen en berekeningen, gebruikte hij
nu om te spelen m3t kleinen Jolly, die
altijd bereid was tot een stseiparïij. Of het
gebeurde, dat Louie het noodig vond, hem te
laten zien, hoe engelachtig het kind was als het
lag te slapen, of zy stonden beiden over hem
heengebogen, genietende van zijn vroolijkheid,
als hij lag te kraaien en geluidjes te maken
tegen de schaduwen van de wingerdbladeren.
dansend over de gordijnen van zijn wiegje,
of hij moest helpen uitmaken of dat eerste
onzekere gestamel het een of andere wojrd
Ja, kelner ist so tief und weich
Si ungelehrt gedankenreich
Als Muiter.
Und bat es wohl so grosse Macht
Wenn es von Kindarlippen lacht:
O, Matter.
Wenn es ans Kinderau;en winkt
Wenn es in Kinderher^en singt:
O, Mutter.
Ja, wem jeh' dioses Wort erklang,
Hat hohe Würde lebenslang,
Al's Muller,
en, toen voegde ze er ia dit lied, kort
na de geboorte van haar lieveling ge
zongen, dit bij, waarin 7,0 onbewust haar
ei;;cn smart in profetie overgoot:
Und die's besp.-^en, und entbehit,
D.T i*t das Lrdesg!ü-_'k vervvehrt,
Der Mutter.
liet sterven van haar kind greep heel
Bucharest aan. Een nogor die het prin
sesje altoos in een haridwagen rondreed,
bra,ve jongen, stief van hartzeer. Maar
Carmen Sylva hief haar verpletterde ziel
in het geloof op. Mijn kind, schreef ze,
is zalig, en mijn liefde voor mijn kind
is sterker dan het gra1'. Ik geniet in
haar zaligheid." In het park van Con
troceni ligt das Sonnenkind," gelijk ze
haar noemde, begraven, en op het kruis
boven den lijksteen liet Carmen Sylva
het uitbeitelen: Ween niet, zij is niet
gestorven, zij slaapt.''
Evenmin kan ik breed uitweiden over
hetgeen ze voor het volk deed. Reedd
op den daj; ran haar intrede in Bucha
rest stichtte ze een fonds, waaruit telken
j ire aan acht arme meisjes geld voor
haar opvoeding zou worden geschonken.
Tijdens den oorlog om Plewna w >n zij
ieders bewondering
doorhaaraltoisbezigzijn in de ambulance. Z'i stichfte de
Societas Rogiua Elisabeth, voorts een
instituut voor pleojr/.usters. een polikliniek
waarbij in 19J2 bij de 2Ü.Ü) zieken
kwamen. Dan een diaconesseuhuis en een
crèche. Een inrichting voor blinden met
een drukpers van Tnod^resco. {''urn/at,
de mier, heette haar inrichting voor
Huisvlijt; La Minint haar school voor
handwerkers; Albiixi (de bij) haar stich
ting voor 't borduren; TrcAifiii/ri-ii hair
fabriek voor het zijd-weven. Op elk ge
bied van dien aard siu? van haar hot
koninklijk initiatief uit, en toch woe
kerde zij, in weerwil van haar gedurig
terusjkeerende krankheden, den tijd uit,
niet alleen om boek na boek ter perse
te zenden, maar zelfs om door heel
Europa en Amerika in bladen en tijd
schriften haar artikelen te plaatsen, en
het profijt hiervan de/,en of genen onge
lukkige ton goede te do?n komen. Carol
en Carmen Sylva, ze 7,ijn een konings
paar, zooals geen eeuw er een tweede
oplevert, en Rvnnemëzou lang nog niet
zijn w.it het in zoo kort tijdsbestek ge
worden is, iadieu hot op 7,ijn donkere
wegen niet door den vorstelijken glans
beteekende, en of die zonnestraal in zijn blik
toonde, dat hij hen werkeüjk kende, en -vist,
dat hij bij hen behoorde; korton, hij moest
helpen, al de geheimenissen op te lossen on
al de vreugden mee te genieten van dat
kleine zielije, dat zij halden opgerospen uit
de oneindige ruimte der zielen.
Ondertusschen had Harrison ook nog zijn
gewone dagelijksche bezigheden te verrichten,
als eerste boekhouder in een bankierszaak.
Als hy 's middag» thuia kwam, werkte hij in
het kleine tuintje, terwijl zijn vouw daar
zat met het kind; en in andere vrije uren, niet
gewijd aan de bewondering van kleinen Jolly,
werkte hij aan het model voor zijn machine.
Hij stond zich zelf niet toe, daaraan op het
kantoor ook maar een oogenblik te denken.
Het zou moeilijk peweest zijn, een man te
vinden, die tevredener was met zijn lot dan
Jjlille Harrison op den dag, dat het model
van zijn machine kant en klaar voor hem
stonl. Verscheiden van zijn buren en vrienden
hadJen sinds geru'men tijd belanggesteld ia
de vorderingen van zijn weik en waren van
plan een maatschappij'je te vormen voorde
fabricatie en exploitatie van de machine. Zij
waren geen van allen rijk, daar da meesten,
evenals Harrison zelf, kantoor-bedien Jen
waren, maar zij waren zoo overtuigd van de
waarde van de machine en van het fortuin,
dat zij moest opbreagen, dat zij allen vol
komen bereid waren, het grootste deel van
hun spaarpenningen ervoor af te staan. Op
een dag hadden zij het model laten zien aan
den heer Devoy, vice-preaident van de bank
en een groot spoorwegman, en hij had zoo'n
levendige en ongeveinsde belangstelling aan
den dag gelegd, dat hun eigen vertrou ven
noz verdubbeld wa-".
Toen de machiae haar voltooiing na-lerde,
hadden de vrienden de gewoonte aange
nomen, op alle tijden van den dag door deur
ot venster te komen binnen vallen.
't Is o^n wonder!' zeide Murray, de
naa-jte buurman, toen hij op een avond het
kleine modeüetje had zien werken.
,.'t Is haast niet Ie gelooven!" zeide Denny.
Ik voor mij," zeide John Carter, terwijl hij
zijn neus bijna schaafde aan een draaiend
wieltje, ik voor mij vind, dat de man, die
zoo'n stuk werk kan bedenkt n en in elkaar
zetten meer een wonder is, dan het diiu zelf.
Har.-ison, ik ben er trotsch op, dat ik je ken ! '
Dank je, Carter! Dank je, j -ngensl Ik ben
er trjtsch op, vrienden te hebben, die zoo
veel vertrouwen in mij stellen. Kr zit geld
in dat ding,' zei Ie hr, zijn vingers door zijn
haar strijkend, dat al recht overeind stond
als een borstel. Kr zit geld in. Kr zit een
fortuin ia voor elk van onze zoons. Koest,
Dane, koest!"
En roem voor jou, Jolly Harry!"
;)ja misschien wel een beetje," zeide
Harrison met bescheiden aarzeling. Ik weet
eigenlijk niet rech1-, of ik daar wel iets om
gf;ef behalve voor Jolly. Ik hoop dat mijn
kleine Jolly nog eens reden zal hebben, trotseh
te zijn op zijn vader. Mettertijd zal hij, hoop
ik, in dezellle richting iets tot stand brengen.
(iistereu zag ik nog, dat hij twee strootjes
nam, en "
Hoor eens,'' riep John Carter uit, ik heb
me tot nu toe nouit te veel erin willen ver
diepen, maar nu' zie ik mij zelf in gedachte
van zoo dappere kloekheid en zoo heilige
deernis was geleid.
Dr. A. KrypEK."
finzieJ ie iïe Hoofistiil.
Max Schilliius wa-< de eerste der
eastdiriieuten. d:i' ons in ili-n loop van de^'n
wicter zul'en broeken. Vreemdeling is hij
niet meer te Am«ter!am en zijn mu'.iek k
hier z-s!fs nog langer bjkend en gewaardeerd
da-i ziju j ersoon.
K>!Uiis zeer lang gele len werd het voor
spel roor de twtede acle van het
ni>iziekdraina IngweHe" hier voor het eerst uit
gevoerd. Ditmaal sloot zich da groote scène
van Bran hieraan.
De stof van Ingwelde" behiort thuis in den
Noorschen Yikergentijd. Zj is ontleend aan
de Svarfdüla-agv', zooals die o a is blijven
voortleven iüVon Z-jdliU' il t no.-clinch e
Bilder".
Ferdinand Graf Sporck be?ft met veel
handigheid daaruit een tekstboek weten saam
te stellen, hetwelk, djor het geb-uik van
het stafrei-n, wel sterk d->or Richard Wagner
schijnt geiuüjenceerd, maar dit toch op
b jeiende wijze de lotgevallen van de onge
lukkige Itigwelde, van den wraak^uchtigen
Klaufd (in het pro^ra nmaboek wordt hij
hardneksig KJause eenoe.nd; ea den
dcootneruen zanger B-an beschrijft.
In den tijd dat I'ehx Mottl den staf zwaaide
te Kansrutie eu de opeia aldaar door het
opvoeren van belangrijke nieuwe werken in
Du'.techland tec groole beuekeni? had op
dramati ch gebied in dien tijd valtook deeerste
opvoering \an Ingwel Ie" te vermelden
(ISw-l) De toen nog j n :e co.npoiist hal
met dit werk opsers zijn naam geves'igd.
We! staat d; m u dek, gelijk ook de tekst,
onder den iir-liel van Wajner, inair de
behand ;liiii van geheel het t. jchnischu
apparait verried iOo;eel meesterschap, d.-it uien
a.tnstonls groote verwacht ngen koesterde
van d^ii jongen comp mist.
Het is i,i-t gemakkelijk een induik te
krijgen van een f:a-g.-uent dat midden uit
een groot onbeken t werk gegrepen is. Do
scène d,e thuis d >or den zanger Ludwig
Htss gezongen werd, voldoet in verband tnet
het geheel bijzonder goed. DJ levendige
dialoog tu-s;hen Ingwelde t-u Klaufe, de in
mystiek half duister gehii'de scène, verlicht
d jor d;n fa kei die d >or Bran zo i aans'ouds
birteu T;iors!cins-lla!le san de poort zal
worden be;es'i;d, wekken een eigenaardige
stem uing op, die m :n bij een uitvoering in
de conjerf.aal natuurlijk niet krijgt. Tjch
bespeurt men dat het lyrische ged.elte
Ueiin \Vogenrau-chen" omgeven van harp
aocoorden, den componist gelegenhtil heeft
ver chafj zijn melodische gaven te ontplooien.
M'.nd.jr krijgt men ditn indruk hij Ein
Zwiegesprüch" tustchen viool en violoncel.
De bei Je solo ins'ru oer ten lossen zich te
veal op in het orchest. Hoswel m^n
interestoch a! op weg na ir Spanje, in gezelschap
van mevrouw Sarah Carter, zoodra ik begin
rijk te worden l Ik heb in dat lani altij l
kasteelen gehad. Eu nu kou ik er wel eens
heentrekken, om ze een beetje te stutten."
Nu, je vl'(g hoog, Join," zeide Green.
Och, wel nceu. Dat zal me niet meer dan
een paar mille kosten !"
Nu, ik zal meer dan tevre len zijn." zeide
Murray, als ik mijn vrouw een vast som
metje kan g ;veu, zoo lat zij mij nooit meer
om vijf dollars behoeft te vragen, terwyl
ik geen cent kan missen en een hekel eraan
heb, neen te zeggen.''
Wel, nu wij toch bezig zijn, ons geld uit
te geven," zeide de stichter van al die toe
komstige lijkdommen, kan ik wel vertellen,
dat ik niets meer verlang, dan my'n vrouw
goei verzorgd achter te laten, en mijn jongen
een uitstekende opvoeding te geven, [k
verlang Jally niet veel geld na te laten.
Een man kan zijn zoon geen slechteren
dienst bewijzen, dan hem een groot for
tuin iia te laten. Zet juist zooveel op hem
vast, dat hy geen gebrek behoeft te lijden,
en laat hem dan zijn eigen toekomst op
bouwen, zijn eigen talenten ontwikkelen en
zijn eigen leven leven. Hij zal geld genoeg
verdienen. Hij zal mij in de schaduw stellen.
Maar ik hoop, dat hij, als 't eenmaal zoover
is, zijn geld zal gebruiken ten behoeve van
degenen, die geen geld hebben. Steek
nog eens op, Green. Wacht even, Carter, ik
zal eeu vcrschen siphoa halen."
I'as op Jolly, je bent nog geen milHonair !"
Maar ik ben op weg, er een te worden,"
zeide Jolly. We zijn allemaal op weg,
millionair te worden. Nu ja, maaralle
gekheid op een stokje, die machine ver
tegenwoordigt een aardig klein ickomentje,
daarvan bea ik zeker! Kn nu laat
eens zien : t is vandaag Maandag. Woens
dag kom je weer terug in de stad, niet waar
Denny? De papieren zijn alle ia orde. Dan
kuaneu wij ze Don lerdag onderteekenen,
liet geld in de bank deponeeren, en zoo
gauw mo^e'ijk met het vervaardigen van de
machines beginnen. Da heer Devoy heeft
mij een paar denkbeelden aan de hand ge
daan omtrent het exploiteeren .-an de machine.
Ga jullie weg? Nu, Donderdagavond 3up."
Mij dunkt, dat wij allemaal wel prettige
droomen zullen hebben," zeide John Carter,
toen de vrienden saaien naar huis liepen.
Ik ben benieuwd, wat mijn vrouw wel zal
zeggen, als ik het haar vertel."
Heb je het nog niet aan je vrouw verteld?'1
N'een, ik heb het uitgesteld, uit angst,
dat de een of andere lijke bankier op raad
van Devoy de zaak in handen zou willen
nemen, in ons dairdoor eruit, werken."
Oaar hoef je niet bang voor te zijn.
Ilarri-on is er de man niet naar, zijn vrienden.
ia den steek te laten. Wel, ik herinner me
nog heel goei, dat hij inlertijl op school
liever een pak slaag kreeg, dan een van de
andere jongens te verklappen. Die andere
jongen heette Murray. Ze plachten indertijd
vliegenvallen te maken."
Neen, dat ij zoo. Harrison is er da man
niet naar. Hij behoort tot een goed soort,
een goed oud soort."
Dat is zoo. En Louie Leslie mag van
geluk spreken. Liat eens zien jij hebt
suite gedichten hoort in bet werkje, mist
het geheel toch die bekoorlijke naïvet«it,
die men naar aanleiding van den titel er
toch van zou verwachten. Het mooie spel
van da heeren Tim inner en', Gaillard kon
dien indruk niet wegnemen
Het voorspel (II) van der Pfeifertag" en
Seemorgen" fvrnphoni^ch gedicht, beide
werken reeds meermalen hier uitgevoerd,
handhaafden de goede meening die men van
die werken hier koesterde.
Veel bijval verwierf de componist met de
vier Glockenlieder' op teks' van Carl
Spi'teler. Vooral de humoristisch getin'e
vielen biilönge^oou. in den smaak. Een goed
deel van het succes komt op rekening van
den zanger Lu-lw'g Hess, die met Jie liederen
blik gaf van zijn £U:d gedoelde voordracht.
Ook als componis*; verscheen de heer Hess
ia ons midden, K"ii schilderij van Hans
Menling Himiii'ilsköni» mit nmsicieren len
Engelii" heeft he:n geïnspireerd tot een
symphonisch gedicht, dat mij geeu groo'.en dunk
heeft ver-chafc van 's componisten talent ooi
zich in zulke groote vormen uit te drukken.
Noch do gedachten, noch d- i behandeling
daarvan en de ius'rurnmtatie komen over
een zeker phrasenachtig toongespeel heen.
Veel beter lijïr, nrj de CD'npos:tifi van eea
gedicht naar Bvi'on, Liebe" genaamd, waar
voor Hess wel weeke, maar toch warme
klanken heefc kunnen vinden en waarbij de
zangstem werkelijk ook als zoodanig behan
deld is. Beide werken werden door Schilling
gedirigeerd ; het laa'ste, door den componist
zelf gedongen, bezorgde hem een krachtig
applaus.
^ oor ean niet groot aantal toehoorders
gaf mejuffrouw i ly Koenen een concert in
de Konde Luthersche kerk, waarop zij een
zestal lie leren zong van min of meer
gewij ien inhoud.
Het blijfc steïds een groat geno1-, naar het
het heerlijke o-gasii van mej. Koenen te
luisteren. Zij heeft het geheel in haar macht
en kan het dwingen tot een fijn piano maar
ook ontplooien tot een grootsch forte. Daarbij
is hsa' voordracht warm en baar uitspraak
voortrellelijs. Mej. Koenen vergete ec iter
het noblesse obhge" niet ten op/.ichte van
de sanjenstelang van haar program ;na. Iemand
va ti hare g iven mag een opgeschrotf l, hol
klinkend en schrikkelijk onbeduidend stuk
als ,,'ininanuel" van O Verbeek niet op haar
programma plaatsen. Alieen Litauey" en
Oie Allmacbf' van Sthubert waren harer
waatdig. Jaminsr dat het laagste stuk kwalijk
op een orgel kan begeleid worden. Dit kan
natuurlijk de h 'er W. R >bert Jr., die da
orge partij voor zijn rekening had, niet htlpen.
Hij kweet zich oveiigens met veel tiet van
zijn taak t n voerde ook eenige so'.onurnmers
met veel talent op het niet in alle registers
schoon klinkende orgel uit. Overigens zy
de behandeling van de rhythmiek den heer
Kjbert nog aanbevolen.
O /er de piano avonden van den virtuoos
Oi-jtifried Gal .ton een aL
ANT. AVEHKA.MT.
De heer W. N. F. Sibnacher Zijnen be
pleit in een artikel Tosiidichters van Noorl
en Zuid', opgenomen in het maan Iblad
Giecitia, een vereeniging, een samenwerking
vantoondichters uit Noor J- en Zuid- Nede> land,
op hst voorbeeld van de?Allgeineine Deuuche
Musik-Verein".
hen indertijd met elkaar in kennis gebracht,
niet waar John? Wel, Dem,y, 't is niets
geen weer voor deutuin. hè? Ea we hebben
werkelijk al bijna Apiil!"
Nu, 't April weer zal eenmaal wel komen,"
zeide Denny, met een verlangenden blik
rondkijkend En al de knoppen ook. Er z^n
nu al dikke knoppen aan de seringen. Ik
heb vandaag een heelen stapel zaad- en
bloem-catalogussf n mee naar huis gebracht
daar heb iïbyna evenveel plezier van als ik
van een echten tuin zou kunnen hebben.
Tusschen twee haakjes, hier heb je je krant
weer terug."
Dank je. Pete zal het Weekblad wel
komen halen als jij ermee klaar bent." En
vol van de opgewektheid van hoop en jeugd,
gingen zij hua verschillende huizen binnen,
waar de verlichte vensters hun een welkom
toeriepen. En Dane, die hen allen naar huia
had georacht, keerde naar zy'n eigen woning
terug.
Beste kerels!' zeide Joliö'eHarrison,terwijl
hij voor het vuur zijn voeten zat te warmen.
Geen woord over alles wat zij zich ontzegd
hebben om mij hun geld te kunnen geven l
Ik begreep wel, dat Murray aan het sparen
w'as, toen hij zoo lang met die schunnige
overjas bleef loopen! En Denny d in, die
zoo dol is op zijn tuin, en nooit een nieuwen
heester koopt! Ik had hem graag wat stekken
van mijn rozen gegeven, als ik er maar bij
tijds aan had gedacht! Dat is een leelijk ding,
dat n;e'.-bijtijds-ergens-aan denken. Nu, over
eeu jaar of twee kan hij een heele kas vol
roxen hebben l"
Toen deed hij het licht uit en ging op zijn
komen naar boven, voorzichtig stilstaand, om
kleinen Jolly in zijn diepe, rustige droomen
gade te slaan. Het wiegje stond naast het
bed van de moeder, en haar eene arm lag
op het kleine dekentje, hem zelfs in haar
slaap nog beschermende. Hoe bekoorlijk was
de jonge moeder bij den zwakken scoijn van
het nach lichtje,, met haar lange vlecht op
het k ussen, de dont ere wimpers op de wangen
rustend, en een glimlach om haar lieven
mond! En o, hoe bekoorlijk was de kleine
jongen, met de vochtige krulletjes om zyn
voorhoofije, omgeven met een waas van on
schuld, liefelijk als de weerkaatsing van een
hemelsch licht! Hoe rijk had het lot hem
bedeeld! \Vat had hij gedaan, om zooveel
zegeningen te verdienen? Wat kon hij doen,
om ze te verdienen? Terwijl hij daar stond,
zag hij in een snelle reeks van gedachten,
bijna als levende visioenen, het opgroeien van
den jongen, het rozige lichaamrj ?, zwem
mend in den kleinen vijver; het levendige
krullekopje, op school zijn eerste leasen op
zeggend; den jongen athleet, zeker niet minder
dan full-back"; de beste leerling van zijn
klasse, verlangend orn zijn rol in de maat
schappij op zich te nemen ; den pas
beginnenlen man-van-zaken, tro'.sch op den naam
van zijn vader, vol ijver zich zelf een naam
te maken. De naam van zijn vader ja,ja,
kkine Jolly zou altijd alle reden kunnen
hebben trotsch er op te zijn, dat hij dien
iwam droeg! En een zwijgen! gebed voor zijn
jongen, voor zijn vrouw, voor zich zelf, reea
op uit het hart van den man, voordat hij
zich te slapen legde.
(Slot volgt).