De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 13 oktober pagina 3

13 oktober 1907 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 158'! DE AMSTERDAMMER W E E K B LA D T O O R NEDERLAND. De schrijver zegt dat het verleden van de Maatschappij tot bevordering der Toon kunst" niet doet vermoeden dat zij zal bre ken met haar traditie en, zich veijongend, n nieuwe periode zal beginnen. Zij is dus niét het lichaam dat voor een dergelijke vtreenigidg aangewezen ia. Behalve Toonkunst" he«ft men in ons land nog twee groote corporatiën, die hare vertakkingen over het geheele land hebben ?verspreid, n 1. de Nedeilandscbe en de A.mBtejdameche Toonkunetenaarivereenigiug. De laatste corporatie houdt zich meer bijzorder bezig met de behartiging der rxiaatschappely keen materieele belangen h areiledep. De Nederlandscbe Toonkunstenaarsver f en i gin K zou err in staat nezen vóór te gaan Baar het gewenfchte deel. Maar zij zou haar tot dusverre gevolgde wijze van werken moeten herzien, ter wille van (en breeder geestkrachli^er btstaen. Met het 2ü:den vooral zou injtrdaod verbinding aan geknoopt en onderhoudtn mteten woidenl Dan wordt door den schrijver nog een mogelijkheid verondersteld, n.l. dat we aan de ?wieg siaan eener nieuwe, aan g?en verleden of traditie gebonden, friscb. en vrij geboren Algemeene Muziekvereeniging tot btjvcrd» ring van de belangen der componieltn in de eertte eri (ooii aauisle plaats. 2ulk een vereeniging, die ge* n partijen wil dienen, maar uitsluitend den vtoiuitgang; die geestelijk tn 8tofle)\jk cudertn een ste vige staf, jjngertn een spoprslag, een forum zou zijn en een schakel tusschen scheppen ie toonkunstet-aars en degenen, die hun werk zullen verbreiden onder de menfchcn, ze zou veel goe ds doen : vaart geven waar nu de pas gemaikeerd wcrlt, glued brmgen en prikkeltnden moed, waar nog altijd koude onverschilligheid en twyfeliucbt neerdrukken. Hetgeen de heer Siomacher Zijnen wil, zou zeker tot zegen strekken voor onze Nederlandsche kunstbeoefening; echter niet de belangen der componisten maar die der toonkunst behoo«n in de eerste en voor naamste plaats in het oog gevat te worden. Volkomen juist is het dat er aansluiting moet gezcctit woiden met de componisten van Zuid-Xederlandschen oorsprong. Het komt mij voor dat er echter eerst dan gestreefd rntet worden naar de op achting eener nituwe vereeniging, als het eenige genootschap dat zich voor het bewuste doel zou kannen it t er esseeren.de Nederlandsche Toonkunsteuaarss'ereeuigin^, zulks zou verwaaiden. Daar het stuk van den heer S. Z. echter op&enoaaen is in Caecilia" en de beide redac teuren van dit maandblad tevens invloediijke bestuursleden zijn der Ned Toonkunstenaars?vereenigicg, ia het meer dan waarschijnlijk dat da denkbeelden vau dt n schrijver in dien kring ernstig in overweging zullen worden genomen. Een nieuwe vereenijing zou zich voet voor voet terrein moeten veroveren en ten minste in de eerste jaren van haar beetaan, met groote moeilijkheden te kampen heb jen ; aan den andeieii kant zou in de Ned. Toonk. Ver. vermoedelijk een acheimrjg ontstaan, wijl verschillende harer tegenwoordige Ie Jen zich bjj de nit-usve vereeniging zuil* n aansluiten. Ter voorkoming van tweespalt is het dus gewenscht dat van da Ned. Toonk. Ver. de etappen uitgaan die ons zullen brengen tot n bond, als doo'r den heer S. Z. bedoel j ; wil men samenwerking en vereenidcg zooveel rnög'Blijk tweespalt ie ! Ter aanvulling van h-et artikel desheeren |3. Z. kan ik er op wgz^n, dat niet alleen puitschland zijn Allgemeiner Deutscher Mosik Vereis'' bezit, maat dat ooi het kleine Zvf.tserland een dergelijke vereeniging fjjk is- Onlangs las ik \*og in de Allgemeine Mosik Zeitung" een artikel van Henri JMarteau, waarin hij' er op wees, dat voor een l jaren nog zoo weinig voeling bestond tn de Zwits^rsche toon kunstenaars, 8ar dat ~het dën'^êchwèizerischen Mdgikverein vorenthalten war diesem ZusïanJ ein Eode zu machen. VVir sehen jetzt auf den alljahrlichen Musikfesten (zoo gaat Marteau voori) deutache und fran;ösische Schsveuer fteondtcbaftlica mit einander verkehren. Der Verein zeigt ine nach allin Seiten hin anzuerkennende Tati^fceit. Er temüut sich nicht nur urn die Reform des mu'-ikalischen Unteracbts iu den ffentiichen Schulen, uondern er veranlass4e uater ande: em auch die Gründung einer Musikbibliotbek in Basel und nnteis Uzte Diuck und Autïhrung von umfeogreichen' Werken S-hwaizenscher Komponisten im Auslande". (Op het arrangeeren van muziek/eesten werd reeds gewejeii). Ik vond in het denkbeeld van den beer Sibnucher Zijnen zoo veel goed -, dat ik meende er ook in dit blad de aandacht op te moeten vestigen. ..?--'"-.-.."..'"- AST. -AVERKAMP. jllillliniiillinliiiiiiiiiiMiiiMllMi iliniiiiiiiiiniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMli Ali i BoitilMï. Etn J.mjl M Liii<le." i. To have brotiyht true birlh > f Sontj l,o be And lo hate won twarts Ui Po< y, Or anywhtie in the »un or rain T<J have lètfd and been beloved again, Is loft est reik.h «f Mopt'i bright wingt. (ROS;ETT1). Nu ik de bespreking van desa bundel ^r mooie gedichten open, overvalt mij een wee moedigheid by het besef hoe weinigen weer genieten zullen van het hier gegeven srhoorr. En tóch zijn deze verzen bij nun ongewone schoonheid uiterst eenvoudig. Tóch bevatten zy geen beelden, noch zijn zij in vormen gesteld d. e aan een algemeen menseli k dichterlik gevoel vreemd hoeven zijn. Een dichterlik gevoel dat bijna ieder aangeboren is. Hoe treurig ook, te móeten koffen tot de erkenning dat het bijkans in ieder afgestompt ia en verdoofd, verdekt nog leeft misschien mear zonder werkdadigheid leeft, en das niet gezegd kan zijn werkt lik te leven ; hóe droevig ook, blijft het troostrijk, dat een eens gegeven schoonheid onvergankelik ig, en zo al rui op de zes millioen hollanders slechts zestig wézenlik door deza poëtiese gave worden verlijkt, toch ieder geslacht weer nieuwe beminnaars van de ware echoonheid opwerj-t. Zolang o u '.e taal leeft zal al wat in die taal hoog en heerlik uitgedrukt werd leven blijven. Zagen wij niet reeds fan de ruime belang stelling die het herdrukte werk van Aernout Drost vindt, dat wézenlike knnst niet be perkt toegankelik blijft voor der tijdgeno ten engen kiing? Ik begin de bespreking dezer gedichten met de cyclus Een krans" afzonderlik te beschouwen. Hoewel in dit ged'cht enkele zwakheden voorkomen, in teger stelling tot het overige welk, <?at bijna volstrekt vol komen is, doet het iets zeer belankrijk?, een bepaalde eigtnfardigheid van (jiiitelings dich terschap zeer sterk uitkomen, et a'aat, door die e;g*rifchap, rxin of meer alleen f n toont eeneig' n moment in de karakter-on t wikkeling; Deze reeks bestaat in vier zanger, die ieder uit vijl (f zes kortere gedichten zijn samengettfld. Zij veihalen niet epies maar lyries hoe de dichter, uit de eenzaamheid van de Bchconheidsdroom, gekomen in het leven van daden en bedrijf, hierin niet de hogere (-choonheid onderkent,dit leven daarom ontvlucht en. bitter en hatei d, nochtans de :e fchoor )ieidl do schoonheid in liefde, in zich voelt o,eEgaaD, die hfm ook de schoonheid hele -en doet in de, eerst gehate, levenswerklisheid. Het is deze verruimende ;choonl,oid die ht-m het leven leert zien met een beaiinnende Mik, met een, daardoor sterker, heat f van V levens wezen, zó dit hij de vrfde ten laatste te genieten komt in een bevatting van 't al leven, in het hem doord<logende besef ener goddelike nheid van levens 'erfchijning, het besef van God die 't leven is": Be;tl ouwen wy de;e ontwikkeling nader, dan zien wy den dichter eerst a'.s de zcifgf-noepzame en verlangeloze: Myn eenzaamheid blijft droomen, Saieekt om naijn liefde niet Hij is de rustige lewondtraar van gevonden inrerlik schoon, die dezen fchoonheid^droom verbleken ziet wanneer hij, dcor zijn liefde tot het leven der werklikheid getrokken wordt, uit de beschouwing tot de werkdadigheid waarin deze liefde slechts leven kan: In mijn geb:e<5en ronk het stille leven In htt bewondren van uw schoonheid hfen K u h( eft uw hand mijn dn: omen weg<.o Ireven, Mij Itidend in wat u bekorend scheen. Met de vrouw, die djn Ee'uing tot de achone wfrklikheid ie hem *ekt. zij die zelfde werkelike schoonheid is, verlangt hij te vluchten, weer terug, naar zy'n eenzaamheid: Laat ik mijn parel Rapen uit schuimende zee, Uit het oneindig gedward Niem ik dis hoopvol mee. Strijd dus tussen de schoonheid van de daadloze mijmering en de Fchoonheid der berninrende werkdadighe'd. En de vrouw die deze strijd in hem brengt, wenst bij in zijn eenzaamheid te leidtn; hij werst de s'rijd, in etn verzoening van het wederzijdse te beslechten. , Maar zij juist kón nift bestaan buiten een, door baar schone, werklikheid: Gij zucht en zegt dat gij het volle leven Niet wilt verlaten in een droom verstijfd, Dat gij een winde zijt wier eenig streven Eeuvriglijk bl^'ff. Dat zij ofrankf, dat zij 't bosch omwinde En blowend drinke varj de blau»e lucht, Dat zij haar bladertn s'eeds hooier binde En vroolijk wuive in 't blijde wiudgerucht. Maar wie eenmaal do schoonheid der werkdrdige liefde schouwde, hem bekotrt niet meer de eenzelvige drocin. De dichter lef ft de strijd ; hij hfat, maar ook de haat-zelve ten slotte, en het derde deel opent met een vers waarin dit berustende : Het stracd rondom mij, die nu zonder leed Maar zonder vreugde ooi b*n, en dit hoopvolle : 'k Heb van do somberheid den glans begrepen Dio weiflend wit door wilde wolken scheen. Zijn liefde wordt sterker. De verKngeloze, wel rii-Oig0, eerzame voelüeen nieuw leren in rii-h groeien. De gestalte die hij liefheeft lef ft in zy'n droom. In de stijgende liefde tot haar komt ook de liefde tot een fchooLheid van bedrijvige werklikheid omhoog. Mijn fchoone droomen ?chconer herleven uit mijn stervend leed. Na den etry i et n herleven, maar een fchoner herleven. Het is een van de mooiste gedichten uit de:e reek*, en dat ik daarom hier geheel vol gen laat, waarin deze strij l opgeheven is. De liefde tot de vrouw heelt de liefde tot het leven ontwekt in het verlaten zelf bespieglend dichtergemoed : De mistomknngde maan is vol en rond En in haar schijnsel staat bet zomerwond Wijl d- nien mist het vlakke veld omwond En er een stroom van vonken nederdauwtGij staat in 't zilver: een madonnabeeld Waardoor de schare ligt in stof g^nield Was blanker nooit dan gij door glans omspeeld Wanneer de nLs dpr stralen goud behield. Is het de koelte van den nacht of slaat Een kalme klaarheid uit uw schoone ziel, Zoodat mijn geest in frissche wolken staat Terwijl de eterrenglosd mijn hoofd omviel? Jk vond in U de rust die eeuwig is Mijn Lichtmadonna die nu scheiden gaat Uw stille glans blijft in de duisternis Als verre weerscbyn van uw schoon gelaat. De vier vierstrovige gedichten die hierop volgeo, zijn niets dan blijde klanken over het lev«n en het geluk daarvan: Rijk wil myn lied zijn : uit mijn diepste ziel Stroomt al mijn weelde !ar>£8 de landen heen, Dat menscheu luistren : in hun wereld viel Al i»ü'n gelui, dat grootste smart omscheen. 'k Heb tbang hun blijheid lief. Het le^enstraalt In hen zoo schoon, in wisslend vol beweeg; Zij zijn als vonken langs een vloed gekraald Ais middagschiju uit heemlen nederaeeg. Ziehier deze vreugde. Maar niet besluit hij de cyclus zonder uit te spreken wat hij, het hoogste, in deze zielestiijd, won : een werk1 ikheidsbesef, dieper dan enig ander: Nu sta ik wetend, wetend wat doorslroomt Al 't leven, al het schoone en elke ziel: God die hun Kenheid is. en verder do slot-verzen: O heilige Eenheid, God die 't Leven zijt Dat duizendvormig is en toch n gloed Van schoonheid in zich sluit?Uw Heerlijkheid Straalt om mij heen en praalt in mijn gemoed. Er zijn, in deze cyclus, enkele zwakheden; maar zie, dat hier in de schone schijn dezer verzen een diep-menselike idee tot dichterlike Verbeelding werd, is het buitengewoon belangrijke. Hier staat, zien we, een Dichter met een Irjnerlikheid. Met een die van zuivere impressies allén bestaat en af hankelik is van zijn zinnen en wat daarbuiten liggend deze ;ian-doet,maareen Dichter,dieinhetgeestelike van zijn wezen de gloed der I lee draagt, welke in den stroom zijner ontroering tot een pralend vuurwerk van ritmiese verbeelding wordt. f Wordt rcrvolgdj. MA c RITS W He Nachten, van F. M. DOSTO.TKSFKIEJ. Bibliotheek van Kussische literatuur. Uit?. Maas en Van Suchtelec, Am sterdam. De hêeren Maas en Van Suchtelen geven sedert kort een Bussift'he bibliotheek u t, namelijk bet zoogenaamd kleine werk, dat ze laten ver-chijuen in eveneens kleine, han dige, goed verzorgde deeltjes, die te«en geringen prijs verkrijgbaar zijn gesteld. Ver schenen zijn daarin: Schetsen van IVjechof. De Mantel" door Gogo sentu in etn dubbel deeltje Witte Nachten" van DostoJ3rfk:ej, en heel eigenaardig is, dat in dit kleide werk 'ie Kassitche ziel met tiaur kinderlijke caiefheid, haar goe lige berusting, vetl duide lijker tot ons spieekt, dan in 't omvangrijker we:k, waarin aliicbt invloeden van aLdere litfraturen Leboen doorgewerkt. Er wordt over vertaa'd werk ten onzent niet te veel gerecenseerd en dat laat zich verklaren. Elke vertaling, ook de allerbeste, blijft meestal maar een benadering, ter zij de overzelter grooter, nee niet gioottr, rn?.ar mirj.sitiis epen /ijn bewerktuigd artiest b.ijkt te zijn dan de schepptr ze f. In zoi/n enkel geval zal 't voorkomen, zooals V? ij voorbeeld toen Van Deysel Viliieis de l I->le Adam in tijren proz,i g;ng overbrengen en het oorspronktlyke oog «erd overlrtfftD. Kn dit behoefde euenlijk niet zoo'n. uitzondering te zijn, wijl de geest van den vertaler niet wordt ingenomen door de figen gchepjing, enktl regel voor retel het ft na te gaan, te doorvoelen en te doorproeven elke klankwendirjp, elke kleurverschil, om geduldig een gelijkwaardigheid oieeaoveitR iliitg te vinden. Vele van orue lettu'J, die over geen groote fcheppine^kracht betchilken, zjudfn hier zeer verdienstelijk, wei k kunnen vejr.chten. In toeverre de heer Z. Stokvis aan dit ideaal teantwoordt zou ik niet durven zeg gen; men zin daarvoor evengoed de oorspro-ikelijke tail moettn kennen. In elk geval is hier reeds een voor.ieel, name ijk dat het aangtbid.ne niet over 't Fransen of 't Duitsch heen, maar dadelijk uit 't Russisch weid overgebracht. Dat dit ook zijn bezwaren, kan hebbeo, valt al op hij de eerste pagina. Daar lesen we o.ft. dat het ia een jonge vraag, een erg jorsgövraag." 'lij best mogelijk, dat in 't oorspronkelijke 't woord dit beduidt, maar voor lioilandscae ooren klinkt 't al heel mal. Kyn kirderachiige of kicderhjke vraag, indien geen schilderachtiger uitdiutking kon woiden ge vonden, zou de bedoeliog heler aangeven, wijl hier iu de jonkheid het naïeve woidt bedoeld. De letterlijke vertaling hier c u los'atftd, zoo komt het mij voor, d.tt de innerlijke vertaling, de zielsweergave, het beweeg on Ier de zinnen, de kieur, de klatk, 't riiylhme wel is gevoeld en naar behooren weergegeven. Dit is ooi moeieüjk aan te toonen, want het vers'aan vaa een andere ?olksziel laat zich niet dojr enkele letterlijk!,eden bewijzen, rnaar zweeft als etn lichtende adem d jor heel 't werk, V«n Dostojesfkiej kent men bovenal zijn .meesterlijke criminaa - mftopologische ro man.", ook zijn beschrijvingen vau dégénerés en neurasthenie!. Dit heeft hem eeu wereldleputatie gegev.tn. Voor het Russische volk, en voor hen die 't Russische volk willen leeren kerken, lijkt nae een zoo'n klein ver haal ala?VVjtte nachieri" belargrijker. Immers, de ontaarden en boosdoeners vormen vrijwel een universeel type, wijl ze ontstaan en geleid worden duor de/.e.fle oorzaken, zicrTdsvarna out wikkelen en ook kunnen Beoordeeld Worden naar dezelfde verschijnselen. Daarentegen kan het hier geschetste verhaal vau eenzaamheid en ,/.ticat -naar litfJe en aanhankelijkheid, allteu plaats grijpen in een land als Kuslatd m«t zijn eindelooze stepptu die tot weemoed stemmen, met zijn knot t, zijn po itietoezicht en ven-chrikkingen, zoodot du hing naar liefde en toewijding en tegelijk dtj berusting zich vanzelf opdringen. In &.»en enkel land kaïi men zoo ongerept, zóó naïef, 't zoo eeriijk-rueenend met zijn medeschepsels, zichzelf mair wegredeneerend, blijven voortlevtn als in Rus land, waar de verschrikking, de ooa;wevende geheimzinnigheid, het aldoor dreigende nood lot, de behoefte om voor anderen lief te zijn als 't ware oproept. Dostojesfkuj geeft dit in Witte nachten' zeer sterk. Het ia niet anders dan't verhaal van een jonge man, die iich eenzaam voelt, een meisje ontmoet die he;n de biecht doet dat ze door haar liefste wurdt vermeien. Ze zeggen elkaar en dit H wel echt Russisch, dat er tusschen hen daarom niets kan bestaan en 't daarom zoo prettig is met elkaar te piaten. Hij neemt zeifs op zich de ander te gaan spreken, hfro haar smeekbede over te brengen, maar nu merkt hij dat hij eveneens op haar verliefd is geraakt, en zij merkt 't oou, en beiden hiermee verlegen, overleggen 't geval. O, als jij hè:n was, klakt 't door alles heen. Ze wit nu haar oude liefde ver dringen, bij zal haar gelukkiger maken dan de ontrouwe 't ooit had kunnen doen, hij is grooter van hart, edeler. Dat duurt tot de OLtrouwe terugkomt en zij onnagedacht in z'n armen legt. Voer die onopgesmukte wee: spiegeling van 't echt-eigene verterende Kusten hun schrij vers, en dit is een bewijs van een zuiver gevoel en hun onbedorvenheid. Daarom stellen ze een Toarguóuieli', die door zijn langdurig verblijf in Frankrijk te westergch weid, beneden Dostojetf kiif, al is van de eerste de taal ook zooveel mooier en g!anzender. Puskin, die in een duel te vroeg Stieif, staat voor hen 't allerhoogste. Gorki ont;oert ook door zijn algemeen mensci elijke, maar mist te zeer het poëtische, wordt daar door eenzijdig. Over Tolstoj's evangelizatien blijven de gemoederen verdeeld, maar o?er hem als schrijver, die zuiver Russisch van zie-l 't eigen volk weergaf, zwijgt elk trschil; ze verheflen hem tot heilige. Gelukkig land, dat bij alle achterlijkheid aan du eene kant en raflinement ter andere zijde, toch een eenheid van voelen endenken hteft, ook een eenheid in erkenning 'M.n wat echt f n waar is en die in hun literatuur zich zelf wil terugvinden, zoolat van zelf de ziel uitstijgt boven de schrijf waardigheid. Ze willen eerst een rnentch hebben en dan de dichter. Een bezwaar bij 't lezen van een dergelijk werkje het draagt als ondertitel Sentirnenteele roman uit de heiinneringen van ten drooiaer ' is hier de Ik-vorm, dieons gewone lezers even in verwarring brengt. Dostojefef kiej staat toch in onze gedachten zoo vast als de schrijver van ueurastenische misdadigers, van de zwaarbeproefden, de zwaarvervolgden, dat dit naïeve gemurmel van een droomer ons wat vreemd voorkomt en daar door niet geheel echt. Dit heeft trouwens altijd het in den eersten persoon schrij'-en tegen, wijl men in het woordje ik" allicht Je schrijver meent te ?herkeinen, het dus aanziet als eenpersoon lijke bekentenis, waaiaan men eerst dan on;komt als de geschetste Ik-heid door 't beeldt-nd vtrmogen van den auttur een eigen gestalte aanneemt. \ Boek H tnisluktof althans niet sterk, als dit niet wordt bereikt. Het büjren vereen/.tlvigen is een fout. lier, in Wiite nachten" geschiedt do verandeiing al heel gauw. Na enkele bladzijden Isount de lezer boven zijn veronderstelling uit, ziet de geschetste persoon niet als Dostojes-fkief zelf, maar als een door hem geheelde intnsch, die misschien met bem gemeen heeft enkele kanten vau zijn gevoeligheid, maar overigens zelfstandig zich uitleeft. En ju;st dit laais'e maakt het werk echt, met toch een biüouder reiitf. G. VAN HULZEN. BOEKAANKOWDIGING. Aan iagir wal, door FKITS LEOMIARD. 1907. Rotterdam, W. L. en J. Brusse. Frils L'onhard is een artist in zijn genre. Hij be;C'.ri;fi net gioate nauwkeurigheid, al wat vrouw en dochter lijden motten, die een djmmen, verwaanden, dronken ploert tot man en vader hebben. De karakterleekening van dezen mijnheer Kwik, dis eigenli.k geen karakter heeft, is met vaste hand gemaakt. Uit al zijn plannen, zijn eisenen, uit zijn zelfveigodirg, ook uit zijn zelfjritiek die tot niets leidt, blijkt dat wij te doen hebben mtt een zwakkelmg, dre zijn gemeen instinct nooit mees'er woid'. De schrijver had zijn toevlucht Liet behoeven Ie nemen tot gro?e middelen, ja hij zou oneindig vee,! meer succes hebbon gehad, als hij wat spaarzamer georuik gemaakt had van straattaal. Op bladz tio n er kt n wij dat de ongelukkige mevrouw K«ik eens em fcescl.ajfden fiingevoelig inei'-je was." Zij had toen een heilig gtli-tf in den meLgch, dat zij in non gevoelde a's een geldelijke kracnt, en dat ook eenmaal zijn leven zou louteren. Zij zou dtn man dien zij lit-lhad, geven al «at ?ij had en hem brengen naar haar raime rijke wereld van geluk en arbeid." Ik moet bekennen dat ik zoo iets verheveas niet verwachtte van haar toen ik op pa* 7 las, dat zij 's ayonds haar man met smart en toorn zat te wachten, maar eindelijk tot de couc'u<ie kwam: de ,,lam?ak" is zeker in da een of andere Irotg blijven hangen, en meend-ïdat '/ij binnen 't jaar kon gaan be leien als zij niet vóór dien tijd kapot" «as. Ze was zik^r al t.auw onder den invloed gekomen van wik's ailerbedenkfelijkste woorJenk» uj. Als hij wil (e kennen geven dat ieis zeer neon', buitengewoon U elijk, of erg wenf che'ijk i", dan tcbruikt l.ij standvastig het bijwoord : lu /.ig. He wijze waarop hij /ija vrouw l eveelt aan haar rijke faibilie kennis te geven <-arj haar wan<;(!r.«c''ap en armoe is nauwelijks voor mededteling vatlaar. In het trouwen ziet hij een 1100 Isakelijk kwa d, "da's nc u precies ze'gt hij als eten en een groote bood schap d'it n (hij drukf z-icii eigenlijk' eetiigs' zins ai.ders uii) dat iomt lederen dag weer en Baat g» regeld y.ijn tang. Ntuuuiiijk vloekt lij ook, luid en herhaal delijk eu de tchrijver acht 't noodig die vloeden to laten drukken. Jammer! Want OLS volk vloekt gemeener dan «nd-re v< Ikeu. ]'>n Duit.'ch t lüeur kf n gei nst een sergeantmajoor laien optmUn nut Kreuzr.imuael de'nnerwe ter of zoo iets. Ken Franschrran vloekt ook nog aldiscree'. Ken Kngelschinan gemeentr, maar die vloekt van zich af, den mensen uitsprekend <iat het vonnis der eeuwige vei werping moge komen over het hoofd \an zijn med.mensch. Een Hollander vloekt naar /ich toe t n roept den toorn des hemels in over eigen hoofd. Gij kunt niet op straat komen, fjf gy hoort eenjnan, een vrouw of etn kind den vloek uitspreken. Kom aan deukt ge, ik- zal n to k nemen a's ik t'huis kom. Bij ongeluk lut op uw tafel : Aan laner wal", gij slaat 't open en 't eerste woi rd dat gij ziet is : de bekende zelfvi r.lotkiLg. Als mijnheer K*ik in zijn humeur is, zegt bij ook «elenis Potverd imme, den vloek in plot rtei;idioom verlaleud. Dit genre moest komen na da zoetsappigheden en ceiuventioneele lievigbeden van e* n vroeger geslacht. Men is moe gevvorelen van verhalen en verzen,-wf ai in de n. annen hun vrouwen iiarJs/raken met mijn gade, v»n fetitimen'eele oj getchrot f Ie gesprekken vol akelige f.itsoenlijkheid. m aan dien trant te ontkomen gaan de eci.rijvirs hun luil zoeken in de wereld waarin ge :opi-i> gepruimd, gevloekt ensmeritrebtriiatlaal ^esjji oken WLi'Jt. Dit gen'e bli,ft niet in de mede.'t Lezend publiek zal weer naar goed gezel.-chap gaan verlar gen en... naar de viaag regelt zich het aanbod. Ik kan de?.e aankondiging van Leonhard'i bot k niet eimligin zonder dar k baar te erken nen, dat er ook enkele lichte plekjes in vto-k iUier. Nans 't ouds'e dochtertje wordt niet gedemorali-eerd. Zij begrijpt mat.r half wat de gevaren zijn van een bevalling, maar ?ij begint al zooveel van haar moeders lijden te vermct'döD, dat -/.ij d or haar toewijding het lot der arme vrtu.v verzacht, en terwijl de vader den nacht in den kropg doorrrengt, waakt zij mee aan Let ziekbed van de kleine Gloria haar zu-iter. Het kiiid sterft. Kwik komt half dronken t'huis en werpt de overgesehoten centen vaa bun laa's'e ge d op tafel. Niemand spreekt. Versuft kijkt hij rond. Waren zij van plan stoinmeije (e spelen? Waar was '/.\jn Glora? Zijn joncste dochter die als een ster in zijn leven was ge-komen eri zïjn t< eAomst xoa verhelder* n ? Waar was zij dan toch ? en toekend niet zijn oogen staat hij op. Maar een krampachtig snikken van zijn vrouw doorvlijmt zijn versuf e hersens en brengt hem in de werkelijkheid. Sti', vader," zegt Naris rnet een vinger op Laar mond en wijst raar het docde kindjp. Zet uw hoed af!" Dat is nu eens eenvoudig mooi en niet met een bezem geschilderd. A. HlimiilllllUIMHIl Reclames. v. H. iimmmnuiMiiuinnnn luchtkuuroord van Nederland. . . , , _ i»te Bang.- Hotel des Poys-Bas, Mat. pr. Tuin. Pension. Omnib. El. licht enz. COGNAC J. & F. MARTELL Vraagt Uwen Wijnhandelaar naar dez« absoluut zuivere Cognac, welke vanaf ? 3.5O tot / 8.5O p. tiesch geleverd wordt Generale Agenten voor Nederland en Koloniën: KOOi'JIAS» & A 3t ». T E II M A M. Verlangt s.v p. stalen van onze nouveautés in zwart, wit of geklemd van 60 cents tot 9 gulden per Meter. Specialiteit: Zi'destoffen voor GezeJschaps-, Pruic?s-, Bal- en Wandeitoiletten en voor Biouse^ Voering enz. Wij verkoopen slechts gegarandeerd soliede zijdestofltn direct aan par ticulieren, franco vracht ec rech ten aan huis. SGHWEIZ'R &Co., Luzern H25. (Z\v.tserland*. Zijdesloffdn-Export. Kon. Hofl. NoTmaal-OnüEiMeeilii van Prof.DrG. Eenige Fabrikanten W.BengerSöhne Stutfgart i ie AMSTKK.UA.ii: Ivaiverur. L57 K. F. DEÜSCHLU.BERGER. ExtraTa rwebl o em voor de fijne keuken. 1 Pakje wan V4 Kilogr /0.12» MW.VOOR MEEL-EM VIJZELGRACHT 28. *- (5'J opgave van uw adres wordt U door d* «fdeeling SroodfebneH particulier bediend E c H t V iet 6 Jitaw a t e r Echt Victoriawater OBERUAHNSTEIN NEDERLAHDSCHEINDUSTRie TER VERVAARDIGING VAN lEDERSTUKOflTKRIMPT WOROT TERÜWENOMEN FABRIKANTEN VftLTOH ZONEN. AMSTERDAIVÏ. Geill. prijscouranten, attesten en lijat onzer contractanten worden gaarne djor ons franco op aanvrage toegezonden.; BOUWT ,e NUNSPEET o;d. VELUWE. Inlicht, b/d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl