De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 20 oktober pagina 10

20 oktober 1907 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND. No. 1582 Enim, welker aandeelen op het oogenbllk 124 pCt. noteeren, zal bg een dividend van 2) pCt. op Koninklijke, ongeveer 13 pCt. kannen uitkeeren; de Sutnatra?Palembang, ?wier aandeelen 84 pCt. staan, kan op die basis ruim 8 pCt. distiibueeren. Ook deze beide aandeelensoorten staan dus ongeveer op een 10 pCt. rendement basis, terwijl de vooruitzichten voor de naaste toekomst uiterst gunstig blijven, en er geen aanleiding bestaat ean verlaging der dividendbasis te verwachten. Ook Cnltuuraandeelen staan thans meest op een aantrekkelijk koerspeil. De notee ringen zijn bijna zonder uitzondering lager, dan verleden jaar, in de se n tijd, hoewel met stelligheid op hooger uitkeeringen dan over het vorige boekjaar kan worden gerekend. By Tabakken van hetzelfde laken een pak. Toch schijnt ons de hausse der laatste dagen, die in Tabakswaarden haeft geculmineerd, juist voor deze amdeelen minder gemotiveerd dan voor Cultuur- en Oliesoorten. De minder gunstige berichten omtrent den nieuwen Sumatra-oogst mak en n.1. tegenover Tabakken meer omzichtigheid wenschelijk al is het een feit, dat voor zoover het oogenblikkelijke rendement bij de huidige koersen betreft, verschillende Tabaksaandeelen een schitte rend figuur maken. Van den omvang van het koersherstel op de binnenlandsche markt geeft het volgende staatje een denkbeeld. Koers op: 12 Out. 17Oct. Vorstenlanden 92 X 95 Handelmaatschappij 1QU% 1G2J4 Koninklpe Petroleum. . . .224 245 Amsterdam?Deli 671 695 Amsterdam?Langkatgew, . . 156 168 Deli?Maatschappij 478 485 Deli?Batavia . 0)1 689 Medan 239 260 Kieuwe Asahan 147% 102 Rotterdam?Deli ...... 395 429 Veel minder bevredigd dan voor onze lo cale waarden, wordt het verloop voor Amerikaansche fondsen. De markt in Wallstreet is aan heftige schommelingen ten prooi ge bleven en maakt op het monent een soort gelijke tijd van gedwongen opruirn'ngen door, als onze beurs in de vorige week te aan schouwen heaft gegeven. In de innerlijke factoren, die de daling der laatste maanden teweeg hebben gebracht, is gsen wijziging van beteekenis gekomen. Gild blijft duor, de agitattie tegen da groote maatschappijen houdt aan, de industrieele bedrijvigheid is aan het verminderen en van beleggen en vraag is zoo goed als geen sprake. Toch is pessimisme nu niet meer zoo gewettigd als vroeger. In de eerste plaats iiimerj disconteeit de geweldige prijsve.-laging dubbel en dwars het nadeel, dat uit de mindere leven digheid en de vyandige wetgeving kan voort spruiten. En bo7eniien bestaat thans een om vangrijke contramine, die wel eens met babloede koppen naar hui j kan worden gezonden, zoodra de haussiers door een of andere oorzaak wat meer moed gaan vatten. Mij persoonlijk komt het voor, dat wij, wat spoor weg-aan detlen betreft niet ver meer van het laagste punt af zijn. Enkele soorten zullen allicht door bijzondere omstandigheden nog wat teruggaan (b. v. Sjuthern Facifics zoo de Regeering haar bedreiging ten uitvoer legt, een proces wegens schending der anti Rebatwet tegen de Maatschappij te beginnen, of Mifsouri Pacities, indien de geruchten om trent dividend verlaging juist mochten blij ken) andere fondsen daarentegen staan wel licht reeds thans aan het begin eener aanmerkelijke rijzing. Zoo schijnt het, dat Kansas City Southerns door de haussepartij als hefboom zullen worden gebruikt in ver band met de nieuwe geruchten omtrent oen mogelijke dividendbetaUng op de Common Shares. Een leit is het, dat de groote toe name, zoowel in da bruto's als in de netto's, ginds het optreden van het nieuwe bestuur, in onverminderd tempo aanhoudt, zoodat de maatschappij, die drie jaar geleden onder het, Harriman-regime n;et eena het dividend op haar preferente aandeelen verdiende, in het thans loopande boekjaar minstens 5 pc. op de $ 30.000.000 commons zal overhouden. Zij, die met eigen geld hun stukken kun nen betalen of instaat zijn, het by eeneventueele daling kalmpjea uit te houden, mogen m.i. thans zonder gewetensbezwaar, of zonder van roekelooze speculatiezucht te worden beschuldigd, met aankoop van de betere klasse Amerikaansche spoonvegdandeelen be ginnen. Eenigszins anders ligt de kwestie, zoover industrieele fondsen betreft. Steels, die bij een koers van 22 pCt. bijna 10 pCt. nettorendement geven, zijn zonder twijfel spotgoedkoop, Amalgamatels op 50 pCt. evenzoo. Immers zal men van deze aandeelen, zelfs zoo het dividend tot de helft, d.i. tot 4 pCt. wordt verlaag i, nog altijd iuim 8 pCt. netto maken. Ondanks de groote daling, hebben Industrials echter naar verhouding nog altijd niet zooveel geleden als Spoor .vegaarjdeelen, hoewel zij in het hoekje z.tten, waar de meeste slagen moeten vallen, zoodra de iuduetriëelebedrijvigheid inderdaad sterk afneemt. Vandaar, dat men met de mogelijkheid van nog verdere verlaging voor deze shares reke ning moet houden, zoodat alleen zij die de stukken naar huis kunnen nemen, zich op dit nog altijd glibberige pad dienen te wagen. Met dit voorbehoud kan echter wel worden aangenomen, dat op den duur een aankoop der goede industrials gemotiveerd zal blijken. En thans nog even over iets anders. Men h°eft mij in mijn kwaliteit van lid der Com missie van liquidatie der Java PetroleunMaatschappij van verschillende zijden geviaagd, of er gunstige berichten waren, die de koersverhefling der aandeelen van 5 pCt. tot 20 pCt. wettigen. Naar aameiding dezer aanvragen diene het volgende: De door de aandeelhouders benoemde Com missie heeft getracht, alvorens tot liquidatie over te gaan, zekerheid te verkrijgen omtrent de vraag, of de productie der Maatschappij niet voor vermeerdering vatbaar was. Met den Heer A. J. de Waal Malefijt teOverveen, de bekende specialiteit op het gebied van boringen werd met het oog hierop een overeenkomst aangegaan, krachtens welke deze een bekwaam boormeester naar Indiëheeft uitgezonden om ter plaatse zelf de noodige onderzoekingen in te stellen. De heer de Waal Malefijt is van meening dat er wel kans op productievermeerdering bestaat. Indien deze inderdaad tot stand komt, krijgen wij uit het provenu der olie wellichl genoeg geld in handen om het bedrijf te kunnen vojitzetten, zoodfct dan van liquidatie kan ?worden afgezien. Zekerheid te dien opzichte bestaat echter nog allerminst, zoodat wij zullen hebben af te wachten wat de toekomst zal brengen. ALEX. J. HBXDRIX. * * * De financieele positie van Rusland. II. De vrees, dat de armoede en nooddruft van den boerenstand, die in de onmogelijk heid verkeert om belasting te betalen, zoo dat, met 't oog op het groote zielental, tot dezen stand behoorend, daaruit gebaar vooi de financieele positie van het rijk zou kunnea dreigen, die vrees schijnt door den minister van financiën Kokowzow niet te worden gedeeld. Immers uit de directe belasting (grond belasting enz.) ontvangt de regeering van de boeren uit de 50 provinciën van Europeeech Ruiland, die gezamenlijk ongeveer 3UO millioen acre vrij grondbezit heboen, nog minder dan 15 millioen roebel per jaar, d.i. ongeveer ? 1.20 per gezin of 6 et. per acre. In 1906 betaalden de Russische boeren, behalve de 15 millioen roebel directe belas ting, bovendien nog 35 millioen voor aflossing van grondrechten, welke sedert zijn opgehe ven. In elk geval is het een feit, dat zij in staat waren die 35 rniliioen op te brengen en die dan ook betaalden. Maar aannemende, dat wegens de on gunstige omstandigheden in geheel Rusland 'de boeren zouden weigeren hunne belasting te betalen dan zou dientengevolge bet verlies voor de regeering nog niet l pCt. van de totale staatsinkomsten bedragen. Van meer beteekenis is dan ook de kwestie of de boer in staat is de indirecte belasting op de consumptie-artikelen op te brengen. Volgens de jongste ervaringen nu is het verbruik van spiritualiën, tabak en andere artikelen, die eer onder weeldebehoeften, dan onder noodzakelijkste levensbehoeften m jeten worden gerangschikt, bij de Russische boeren geenszins verminderd en eveneens is gebleken, dat hij op niet Ou bete eken ende wij ^e aan het verlangen daarnaar weet ,te voldoen. Volgens de opgaven betreffende de eerste vijf maanden van het loopende jaar, betalen de boeren tot dusver zoowel hunne s'aatsals plaatselijke belastingen. De staats inkomsten van Ras'and zijn toe nemende. In de ontwerp-begrootinüvoor 1907 waren de gewone inkomsten voor dat jaar 96K millioen roetol lager geraamd dan die vau 1906, die bijna 22711A millioen hebben bedragen. In werkelijkheid echter hebben de inkomsten, gedurende het eerste halfjaar, dat als de miu?t gunstige helft wordt beschouwd, die van hetzelfde tijdvak van 1900 reeds met bijna 27 millioen over troffen. Verder wordt als gunstige ornstan iigheid gewezen op het toenemen van Rusiands handel met het buitenland. Gedurende het ee'Bte semestre vanditj.iar vertegenwoo-digt de uitvoer een bedrag van 422 millioen roebel tegen 324 millioen invuer in datzelfde tijdvak, dus een vuordeelig ver schil van 93 millioen, hetgeen in da laatste 10 jaren alleen werd overtroffen in 1905, 19C5 en 1906, alle jaren, die op een goe len oogst volgden. Met hi't oog op deze feiten en de omstan digheid, dat de uitvoer steeds in het tweede seine-tre belangrijk grooter is dan die vau het eerste halfjaar, verwacht men, dat bij een bevredigende ooyitopbrenyxt het verschil tusschen uit- en invoer voor het geheele jaar tot 250 a, 300 millioen roe'iel zal s'ijgen, hetgeen voldoende zou zijn om Rusiands ba lans, wat zijn verplichtingen tegenover het buitenland betreft, in evenwicht te brengen. Maar volgens de tot dusver bekend gewor den opgaven omtrent den oogst, ziet het er niet naar uit, dat de opbrengst bevredigend, d. i. meer dan middelmatig, zal zijn en in dit opzicht zou len dus de verwachtingen, wat do handelsbalans betreft, eer kunnen tegen- dan meevallen. Mag men de berichten uit Russische bron gelooven, dan is zelfs de kostbare oorlog met Japan niet in staat geweest de oancië-i des rijks ernstig Ie schokken. Bij het uitbreken vin da vijandelijkheden in Februari 1904 bedroeg de Staatschuld, behalve de pandbrieven Vin de Adels- & Hypotheekbank en van de Boeren-landbanken, 6636 millioen roebei. Tüans, na voldoening van alle kosten van den oorlog en daaruit voortspruitende vor deringen, is de schuld 8721) millioen d. i. dus in 3M jaar efcn toename van 209 i mil lioen, tengevolge waarvan de lasten jaarlijks 95 millioun grooter zijn geworden, welke zooals hiervoren reeds vermeld groo tendeels door activa zijn gedekt, ter .vijl de meerdere schuld voortspruit uit de opbrengst van leeningen, die tot een bedrag vau 2000 millioen werden aangegaan en in het totaal cijfer der Staatschuld zijn begrepen. Door den oorlog, alsmede do >r de afwik keling van de daaruit ontstane uitgaven, ko:nen ten laste van de jaren 1904, 1905 en l V 06 2132 millioen roebel en verder 124 millioen, op welk belrag de uitgaven in verband m;t den oorlog4oestan i tot eimle 1907 worden geraamd, totaal dus 2250 milli ien, waarin echter nog niet alle door den oorlog direct of ind reet veroorzaakte uit gaven zijn begrepen. O a. zu'len het vol tooien van verdedigingswerken, de aan -u'ling van oorlogsmateriaal en du bouw van nieuwe oorloi^vloten verder nog belangrijke sommen vorderen. Daarvoor zullen, evenals geschied is voor de dekking der genoemde 2'2öi; miliioen, nieuwe leeningen m eten worden aangegaan. Van Januiri 1901 tot Juli 19i!7 werd in Rusland zelf laius dezen weg 720 raillioen roebel verkregen, terwijl de z g. buitenlandsche leeningen in diezelfde jaren tot een bedrag van 13"5'i millioen werden aange gaan, hetgeen een totaal aan geleend kapi taal van 2095k' mi'lioan uitmiakt. Het b> hoeft geen betoog, dit het eü'ectief bedrafj dezer leeoingen niet onbeteekenend beneden het nomin.ml bedrag bleef. In werkelijkheid was het netto bedrag dan ook slechts 19u8.84i.500 roebel, zoodat de ontbrekende 317 millioen moeten worden gevonden uit de middelen en inkomsten, die bij het uit breken van en tijdens den oorlog ter beschik king van de Russische schatkist waren. Behalve een bedrag van 100 millioen aan schatkist-bi'jetttn, was er onlangs sprake van een nieuwe Russische leening van 1300 millioen roebel, waaruit dan die 100 millioen en verder da in 1809 vervallende 800 millioen 5 pCt. schatkist-biljetten van 1904 zoude worden afgelost. Met de uitvoering van dit leeningsplan zou men echter wachten, totdat de toestand der geld- en fondsenmarkt wat gunstiger ij dan thans. Deze leeningsberichten zijn kort geleien door het Russisch gezantschap te Berijn officieel tegengesproken en in de laatste week zijn Russische fondsen weder gedaald, hoogst waarschijnlijk echter niet tengevolge van die tegenspraak, die men niet als af loend behoeft te beschouwen, doch in verbind met de algemeene malaise, die de fondsenmarkt in de eerste helft van daze maand zoo geducht heeft geteisterd en waarbij elke ter verkoop aangeboden waarde het in meerdere of min dere mate moeat on'gelden De definitieve aankondiging van een Rus sische leening zou vermoedelijk meer ten gunste dan ten nadeele van het koereniveau der Russische fondsen werken, vooral indien het grootste gedeelte van die nieuwe leening ter aflossing van een vroegere schuld moet dienen. Want de financieele positie van Rusland behoeft geen ongerustheid be-wekken. Even als vroeger is Rusland nog allijd een betrouw baar debiteur, die te allee tijde zijn verp'i ;ht'ngen tegenover zij n er editeu en i* nagekomen en wiens rijke hu'pbronnen zeker niet zijn verminderd, doch eer Ier zijn toegenomen. Maar van een andere zijde dreigt wel degelijk geraas n l van politieke zijde. De groote offers, die de oorlog met Japan eischte, zijn geenszins de geldelijke nadeelen, maar het verlies aan zedelijke kracht, dat het gezag in Rusland heeft ondervonden. De onbetrouwbaarheid, die van de overheid uit gaat, dringt steeds meer tot de groote massa door en is 't tot dusver, zij 't dan ook met horten en stooten, gelukt met behulp van zweep en knoet die massa in bedwaog te houden, steels neemt het aantal ontevrede nen toe en ten laatste zal dat aantal zóó overmachtig worden, dat de geweldige stroom niet meer zal zijn tegen te houden. Daarin schui't het gevaar en al weet men niet, wanneer het zal losbreken, het blijft dreigend, zoolang de overheid in Rusland het niet wil erkennen en den storm door bevrediging van de billijke ebenen der be volking niet wil bezweren. En tegenover dat gebaar vormt Rusiands fmanciee'e positie, hoe krachtig zij ook tnans nog zijn moge, op den duur geen tegenwicht. En daarom zijn U isiische S aatsfon-en, vroeger het beleggingsfonds bij uit nemendheid, thans speculatie-fondsen ge worden. V. d. S. :HE:TSJEIS DorpSEtrüis] i. Ta midden van den eeuwige herfst-zomer van npientien'ze.-eu grillig-onverwacht een m ooi weer-morgen. Stil ligt de natuur, roerloos stil, om gretig in te danken den vrede, die iij soo lang moest ontberen. Door grijzen vochthemel glinstert zonnetinteling als tranen van teere geluks-sentimentaliteit. Uerfstdraden zilveren tusschen de rozebnompjes van mijn tuintje; insect diertjes dwarrelen als blikkerende stofjes tegen het schaduwgroen der struiken ; zachtjes wiegelen de jooile geraniu'utrosseu. en de schuchter gekleurde verbena's op het zoeliezuchtja. Voor mijn hek verzamelen zich rr.uzikanten. Het zijn geen gewone oempah's, maar dit is iets bijzonders. Jongelui zijn het, met iets zacht beschaafds in hun optred -n ; met een charme vau virtuo-i'eit over hun bewegingen. Hun fietsen zet en ze ttgen mijn hek. en zonder vertoon bcg'nnen ze hun instrumenten te stemmen. Pie met zijn fat g ijs ruitcolbertje en zwierigrccd di>je is ;7eker hun aanvoerder. Hij heeft een artistiek-bleek jongensgezicht met donkere lokken, en er ligt iets \veeiiioediars over zijn trekken. Als hij zijn strijk stok in beweging ze:, randen beschaafd witte manchetten uit zijn mouwen. De klarinettist is een lummelachtig-lange figuur, met bolbletke papvvaugen gebjgeu over het door spichtige vingers betaste instrument. Ze zullen beginnen, m".ar moeten wachten op den tweeden violist, die nog bezig is niet centen-ophalen. De piston wischt zie b. even het zweet van het voorhoofd; een kort, dik manneke met grijze snorrestompjes; hij lijkt vtel ouder dan de anderen en ken hun vader zijn. De bas wordt ongeduldig; zijn instrument is gestemd, en het moet nu maar beginnen. Hij drukt zijn ronde dop wat vaster op zijn beenig bruin gezicht, als het zoelte zuchtje even sterk aannaait. Daar is de verwachte gelukkig terug; ook hij een jong venrje, met witte wangen en roodgeraude wateruogjes. En daar bor.e'.t de zachte muziek op vóór mijn hek, zich verwijdend in melodieuskabbelen Ie harrnoniegoltj ^s. Zachtkwetterend als tiet nazomeravordliedje van een groep glanzende spreeuwen ia gouden herfstboorn. Fijnzoemcnd a's het muggengegons bij zonsondergang na heeten Jululag. Weemoediijteer als het zingend suizen van de theeketel bij 't knappend vuunje in 't scheintruur. 't Is een walsje zóó fijn en zóó etherisch, als waarop we in onzen kindertijd de elven hoorden dansen in 't teersprietend gras asin den slootkant. Wanneer de weidebloemkens hnn reeds geloken kroppen in sla.ipdommel openden om te luisteren naar da; zoete droomgeluil. En de hazep aanslo] e i voor zichtig, en de egels hun logge prik-lijven voovA'aarts rolden, en het wezeltje schuchter dichterbij kronkelde, om te luisteren . .. om te luisteren... Mtar de krekels gingen tneepjirpen en de libellen begeleiden het teedere wijsje met het getril hunntr elegante vleugels. En de kikkers staken hun domme fchrikoogen boven het kroos, en bromden mee met komieke basg*luiden. En in wonderbiie zweving dansten de elfen, doorschijnend in het maanzilver, en demelo lie neuiieden zij mee met tijne zingstemme'jes, onder het graeieute gerank van lichtende ledematen en het wuivend ge ;waai van spinraggewaden. Zóó trilsnaarden de violen, en de klarinet neuriede melodisch het wijfje, en de piston spatte zijn schetterdropjes daarboven uit en de bas bromde voorzic'itig-zachtjes mede, als een vader die met eterk-ingehouden gezoem zingende kinderstemmetjes begeleidt. Rondomme stonden de dorpelingen. Meiden in werkjakken, met bloote armen, zóó weggeloopen van tobbe en veegblik. Slungeljongens met langebroek-beenen en breede grijnstronies; de handen in de zakken. Moekes met kinderen op den arm, of kin deren in een wagen, of kinderen aan de rokken bengelend. Armhuismannekes met goedigtamme ring baardjes en ronde rheumatiekrugjes. De schoolkinderen ontbraken want het was onder schooltijd. Uit de huisjes hingen de luisteraars over hun onderdeur, en op de hekken van hun tuintjes zaten ze of ze stonden, gestoord in hun werk, hier geleund op een bezem c f diar op een spade of ginds op een hooivork. Maar allen in aandacht; allen getrokken door dat zoetzingend klankengedroppel, zoo harmonisch passend bij den vredigen mooiweer-morgen. Ze luisterden in stil genieten, geheel wég in 't getoon der muziek, en lieten zich wiegelend drijven op den welluidendvoortkabbelenden stroom der walsmelodie. Aangeklost k vamen dravende lummels, en voegden zich bij de meiden met bloote ar men, onder lui i gegrinnik en ploup misbaar van giapwojrden. Ze pakten de bloote armen om te gaan dansen, even giggelden de meiden, maar niet van harte. En dra staakten de jongens hun be moeiing, o,u te luisteren naar het teerzachte, dat daar melodieus opborrelde in de zomermorgenuilte als ten bron van klankzoetheid. Nu klaagde het als de leeuwerik, weemoedig gemorden onder téintens een geluk, en het werd ui fijner en zachter, als kon het overvol hart geen uiting meer vitoden, maar dan zwelde het aan, en molliger werd de zoete toon van d; k arinet, en brutaler spetterde de piston en zwaarder zoemde het basgebrom. Totdat de klankvolte wederom ging ver dunnen, en zich uitspon tot een ragSjn draadje van hoog violengetril. Zóó deinde de melodie verder, kabbelend, klaterend, uiteenspattend, neurie-golvend. Op mijn tuinbankje zat ik, droomverloren. Op de klankenstroom wiegden zich mijn ge dachten in sentimenteel genot. Zoete strijkjes-herinneringen kwamen boven duikelen als behaaglijk zich badende meermin nen : herinneringen aan mid^o nernachtsdrootnen uit illusievollen studententijd; gedroomd onder ruischende hoornen Of tuinconcerten ; gedroomd in dennebalsem athmosfeer van balzalen; gedroomd aan rumoerig vrooüjke feesHafel.a. Visioenen van ro.°e en crêne en vergeetmij-niet bla'iwe blouses en baljapons», visioenen vt>n deftige rokken en witte hand schoenen en met wijn bevlekte frontvlakten brachten met zich herdenking van onschul dige amjuretjes en gulle vriend _nsc lerts. Uit is het wijsje. De artistiekbleeke jongen in bet fatgrijze ruitcolbertje geeft teeken om verder te trekken. Doch ik verzoek hem nog wat te blijven spelen, 't Is he"él mooi!" en begeleid mijn verzoek met eeiig zilverge'd. Een blij lachje, mér om de waardeering dan om het geid, en et n nieuw stuk wordt begonnen. Het zoete gevedel heeft mij in een weeke stemming gebracht. Zooals ik d;iar zit op mijn tuinbackje in inooiwtersvrede, mijn oog behaaglijk wei dend over de beziiverdrade roieboornpjee, over de ge'aniumtrossen, vuurrood plekkende op het groi'nge^choren ga?.on. over mijn poes, die zalig dommelend in 't zongetril zit te oogknijpen, over de menschen voor de hek, wég in luisteren, kooit een weldadige bekori ;g van harmonie over me. Muziek, d A n is de verlossingbrengende l Zij fluistert welluidend de blijde boodschap der saamhoorighei l aller dineren. Zij openbaart het heerlijk mysterie der l'.énheid. Zie, ik ben een moede mentch, oversparnen door de raadselen van 's levens tegenstrijdig heden. Maar zij komt, en lost ze op in n accoord van onuitsprekelijke zalightid, zij d >et samenklinken het ongelijke en ongelijk soortige tot a wonderzacjte droommelodie Zie, ik ben een zieke, onrustig woelend op mijn bed; het hoofd zwaar van benaiwende gedachten. Maar zij komt vertroosten als een zachte zuster, die stil zit naast mijn sponde, en met weeke woordjes wegbahbeH mijn an»st, zoodat het mij lic'jt wordt en woLderbaar vitdig. We zijn immers alltn kleine kindertjes, die samen luisteren naar moeders wiegelied, in zoete Iwhaaglijkheid, tot ze inslapen in blijde sluimer. De bloemen, die wiegelend droomen. en de zilver dwarrelends mu-'jw, en oo«knijpend poesje eii de zon die hem koestert, en alle die menschen, de meiskens en jongens en de moeders en kinderen en de armhuiemannekes, allen luisteren wij naar 't ne lied der harmonie, zooals de kleuters luisteren naar 't mooie vertelsel vau vader iu 't vertrou velijk schemertiurtje. Hoe knusveilig voel ik me onder hen allen in deze mysterieuze eenheidsvrede. O mijn volk. mijn ongebolsterde dorpe lingen ! Hoe geniet gij van dit verteedereud klankgewemel ; hoe smelt uw ruwheil en ongeliktheid ; hoe smelten uw beu :elarijtjVs en benepeiiheidjes weg, geheel, en voelt gij glanzen in u uw edele lichtziel l Hoe voelt gij wegsmelten de enge gren :en, die u gescheiden hielden van Schoonheida Rijk ! Straks zal weer wepgevlakt worden dit reine mooi, maar tóch, het heeft u veredeld, want gij zij opgenomen geweest in het heerlijs mysterie, tn gij zult er naar terugverlangen óók als gij het waer ve geten zij t. (jij roodarmige werkmeiden en domgrijnzeude slungeljongens; gij slovende moekes en gebogen arinhuismannekes; gij pootige spierwerkeis in sloot en veld en stal, waarom komen zij niet vaker met hun zachte levensmuziek ? Waarom moet gij uw naar schoonheii hunkerende ziel gewennen aan 't valsche getoeter van fanfarekoper, aan 't banale kermisgedreun van een vereenzaamden oempah, aan 't domme refreingeblèr van hossende brooddroukenheid ? O, dat er mér voor u opstonden, die u brachten de kunst, de eenvoudige en beschaifde, natuur-echte Dat gij weer mocht krijgen uw vedelaars en minstreels, uw zan gers en dichters; met hun weeke wijejes ea stoere zangen, met hun pittige liedjes en droornzoete melodiën ! GEORQ GKÜXEXWALD Kz.v. 4e Jaargang. 20 October 1907. Bed.: C. fl. BBOBKKAMP, Damrak 59, Arast. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Eindspel No. 95, Kiein maar dapper" is goed opgelost door L. J. Content en A. 1>, IJaeridd. Amsterdarj. De overige oplossingen waren allen foutief. Wij laten hier eenige ingekomen oplossingen volgen, waarvan wij het foutieve zullen aanwij ien. De inzenders zullen hierin hun eigen zen ding wel terug vinden, daar wij ois stipt aan de opgave hebben gehouden. Zei.ding No. 1. W. 10-U , 17.7 Z. 3<J 3öAf 2,3,4,5.0, 3ö--iUi3 1,2,3,4, enz. ,, , 7-1 . l 18, 18 34 . 34 25 B2)28-33, 2d-:>8, -2.1 32, 3J-37a,o, oL'-3öu,a, cuz ,, ., , 25 14 rem! Na z 37-41 en w 25-14, is echter de winst "oor zwart du delijk zichtbaar. Trouwens, na w 1-18, kan de remise niet meer verkregen worden. Zending No. 2. W. 16-U ^1-7 . 72 Z. bu-34 A, , U, u, X'~-M, 3i 4.0 Hier moet zwart 27-31, in plaats van 34-40 spelen. Deze voortzetting worde echter in 't geheel niet aangegeven. In deze zending wordt ook niet urespee'.d Ie zet z 30-35, 2e zet z 28-33: of omgekeerd, terwijl de finesse, waarop het eind-ipel berust, juist in deie sterke verde diging tot haar recht komt. Zending No. 3. I W. 10 U, 11-7 Z. 3 )-3o, ^3-üy gedwongen, enz. Zwart i.s volstrekt niet gedwongen maar speelt 28 33 (nimmer 23 29) Alsdan ontstaat juist de schoone variart, waarin de remise op piaehtvolle wijze wordt verkregen. (Zie de hoofdvariant in de vorige rubriek). Wij vin len in lezelfde zending, nog de volgende ontleding: W. hi-11 . 11-7 ,7-2 III Z. 27 31, 3 29 a, O, c, d, e, 3U-böf, euz. . 2-19. 19-13. 13-32 en? tem. f 3u-ü4, 2S-.3, .: i-oO, Natuurlijk, maar waarom niet gespeeld z 3 L 37!!, icplaats van 31-36?. Hiermede zon zwait beslist de winst behaald hebben, b v.W. 19-13, ]3-22. 22-33 a Z. 31 37, 33-3», 37-42 en 42-47, wiul! 22 27, 27-43 of? a 3ö4ü, 4ü48 eij 29 -èwint! Na 31-37 kan wit op geen enkele manier, de remise meer afdwingen. Zending No. 4. A Ki-lt. 11-7 , 7-1 . 1-18. 18 12 23 2ö, 27-3., b2 37 SO-3 >, 12 20, 20-12, 42-33 ren. 37-41, iU 39, Volkomen j'iist, doch na w 26-42 spe;lt zwart niet 33-39 maar 41-47 en daarna 28-33, en win'.! Ue plaatsruimte belet ons om nog meer foutieve zendingen te behandelen. Troawens, de meeslen vitden in da bovenstaanden, min of meer hunne opgave terug. Wij nemen deze gelegenhei l te baaf, on nog eens met nadrui er op te wijzen dat, wanneer de finesse, waarop het eindspel berust, goed begrepen wordt men vanzelf bemerkt, dat het aangeven van een of hoog stens twee varianten, mees'al voldoende is, om te bewijzen dat de oplossing gevonden is.Zoolarjg men echter de grondstel ing waarop het eindspel is gebouwd, net hetfi begrepen, is het beter niet met noteeren te beg nnen, om veel en nu'teloos werk te voorkomen. Sommige zeggen wel eens: daar begin ik ni-)t aan, de beschrijving van de oplossing is mij te omslachtig, enz." Nie' s toch is minier waar, en dergelijke ontboezemingen dienen meestal als voorwendsel om het niet snappen van de oplost-ing te vet bergen. Van den auteur kan men eischen, het aan geven van vrijwel alle varianten om te kun nen nagaan of de oplossiag correct is, doch van de oplossers mg en zal zu.ks nimmer verlangd woiden. Door het aangeven van de hoofdvaiiant leveren zij voldoende het bewijs, dat de oplos jing gevonden is. Immers zoolang zij deze niet weten, zijn zij ook niet in staat, de juiste oplossing aan te gever. UIT DE DAMWERELD. De bekende darnspeler Grange", van Bor deaux, heeft te Parijs twee partijen gespeeld met den wereldkatnpi jen Weiss, waarvan s.echts een partij door hem remise werd gemaakt. Weiss wou l partij en l remise. 29 October as. viert de dam vereer, iging Amsteidam", gevestigd in de bovenzaal de Kroon", Rembrandtplein, haar 2-jarig bestaan. Bij die gelegerJieid zullen eenige zustervereeuigingen uitgeuoodigd worden, terwijl de avond verder zal opgi luisterd worden, met het houd. 'n van een simultaan- téince, waar voor intro ictie-kaarten worden verkrijgbaar gesleld. De si'ance wordt gegeven door den vermsarden simu!'.a:in -peler W. van Daa\en, van Haarlem. Oplossing, combinatie Weiss". (Zie de rubriek van 22 September 1.1. W. 26 -21. , 18 12,34-30 .37 31.3^ :<2 33:151 Z l/:2tigeüW., 7:i8,13i.yA, 2ti:S7,3. :28, A. Indien zwart den zet 30:8 toelaat, is de winst verder gemakkelijk te bekomen. Oplossing van pr. 94, gewijzigd door J. Luteijn, tiroede. W. 12-7, 22-18, 31 26, 20 : 8. 16-11, 2, -22, 32: 5! Beide stellingen zijn goei opgelost door: A. D. Querido, A'datn; (J. V. Nagel, Delft; W. van Daalen, J Meijer, Haarlem; J. Rem, Zaandam. Een oplossing dooi: S. Abraoa, K. C. de Jonge, A'datn; W. J. A. Matla, Haarlem; K. Koster, Hoogcarspel; A. Vink, Zaandam. j

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl