Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND.
No. 1582
Enim, welker aandeelen op het oogenbllk
124 pCt. noteeren, zal bg een dividend van
2) pCt. op Koninklijke, ongeveer 13 pCt.
kannen uitkeeren; de Sutnatra?Palembang,
?wier aandeelen 84 pCt. staan, kan op die
basis ruim 8 pCt. distiibueeren. Ook deze
beide aandeelensoorten staan dus ongeveer
op een 10 pCt. rendement basis, terwijl de
vooruitzichten voor de naaste toekomst
uiterst gunstig blijven, en er geen aanleiding
bestaat ean verlaging der dividendbasis te
verwachten.
Ook Cnltuuraandeelen staan thans meest
op een aantrekkelijk koerspeil. De notee
ringen zijn bijna zonder uitzondering lager,
dan verleden jaar, in de se n tijd, hoewel met
stelligheid op hooger uitkeeringen dan over
het vorige boekjaar kan worden gerekend.
By Tabakken van hetzelfde laken een pak.
Toch schijnt ons de hausse der laatste dagen,
die in Tabakswaarden haeft geculmineerd,
juist voor deze amdeelen minder gemotiveerd
dan voor Cultuur- en Oliesoorten. De minder
gunstige berichten omtrent den nieuwen
Sumatra-oogst mak en n.1. tegenover Tabakken
meer omzichtigheid wenschelijk al is het een
feit, dat voor zoover het oogenblikkelijke
rendement bij de huidige koersen betreft,
verschillende Tabaksaandeelen een schitte
rend figuur maken.
Van den omvang van het koersherstel op
de binnenlandsche markt geeft het volgende
staatje een denkbeeld.
Koers op:
12 Out. 17Oct.
Vorstenlanden 92 X 95
Handelmaatschappij 1QU% 1G2J4
Koninklpe Petroleum. . . .224 245
Amsterdam?Deli 671 695
Amsterdam?Langkatgew, . . 156 168
Deli?Maatschappij 478 485
Deli?Batavia . 0)1 689
Medan 239 260
Kieuwe Asahan 147% 102
Rotterdam?Deli ...... 395 429
Veel minder bevredigd dan voor onze lo
cale waarden, wordt het verloop voor
Amerikaansche fondsen. De markt in Wallstreet
is aan heftige schommelingen ten prooi ge
bleven en maakt op het monent een soort
gelijke tijd van gedwongen opruirn'ngen door,
als onze beurs in de vorige week te aan
schouwen heaft gegeven. In de innerlijke
factoren, die de daling der laatste maanden
teweeg hebben gebracht, is gsen wijziging
van beteekenis gekomen. Gild blijft duor,
de agitattie tegen da groote maatschappijen
houdt aan, de industrieele bedrijvigheid is
aan het verminderen en van beleggen en
vraag is zoo goed als geen sprake. Toch is
pessimisme nu niet meer zoo gewettigd als
vroeger. In de eerste plaats iiimerj
disconteeit de geweldige prijsve.-laging dubbel en
dwars het nadeel, dat uit de mindere leven
digheid en de vyandige wetgeving kan voort
spruiten. En bo7eniien bestaat thans een om
vangrijke contramine, die wel eens met
babloede koppen naar hui j kan worden gezonden,
zoodra de haussiers door een of andere oorzaak
wat meer moed gaan vatten. Mij persoonlijk
komt het voor, dat wij, wat spoor weg-aan
detlen betreft niet ver meer van het laagste
punt af zijn. Enkele soorten zullen allicht
door bijzondere omstandigheden nog wat
teruggaan (b. v. Sjuthern Facifics zoo de
Regeering haar bedreiging ten uitvoer legt,
een proces wegens schending der anti
Rebatwet tegen de Maatschappij te beginnen, of
Mifsouri Pacities, indien de geruchten om
trent dividend verlaging juist mochten blij
ken) andere fondsen daarentegen staan wel
licht reeds thans aan het begin eener
aanmerkelijke rijzing. Zoo schijnt het, dat
Kansas City Southerns door de haussepartij
als hefboom zullen worden gebruikt in ver
band met de nieuwe geruchten omtrent oen
mogelijke dividendbetaUng op de Common
Shares. Een leit is het, dat de groote toe
name, zoowel in da bruto's als in de netto's,
ginds het optreden van het nieuwe bestuur,
in onverminderd tempo aanhoudt, zoodat de
maatschappij, die drie jaar geleden onder
het, Harriman-regime n;et eena het dividend
op haar preferente aandeelen verdiende, in
het thans loopande boekjaar minstens 5 pc.
op de $ 30.000.000 commons zal overhouden.
Zij, die met eigen geld hun stukken kun
nen betalen of instaat zijn, het by
eeneventueele daling kalmpjea uit te houden, mogen
m.i. thans zonder gewetensbezwaar, of zonder
van roekelooze speculatiezucht te worden
beschuldigd, met aankoop van de betere
klasse Amerikaansche spoonvegdandeelen be
ginnen.
Eenigszins anders ligt de kwestie, zoover
industrieele fondsen betreft. Steels, die bij
een koers van 22 pCt. bijna 10 pCt.
nettorendement geven, zijn zonder twijfel
spotgoedkoop, Amalgamatels op 50 pCt. evenzoo.
Immers zal men van deze aandeelen, zelfs
zoo het dividend tot de helft, d.i. tot 4 pCt.
wordt verlaag i, nog altijd iuim 8 pCt. netto
maken. Ondanks de groote daling, hebben
Industrials echter naar verhouding nog altijd
niet zooveel geleden als Spoor .vegaarjdeelen,
hoewel zij in het hoekje z.tten, waar de
meeste slagen moeten vallen, zoodra de
iuduetriëelebedrijvigheid inderdaad sterk afneemt.
Vandaar, dat men met de mogelijkheid van
nog verdere verlaging voor deze shares reke
ning moet houden, zoodat alleen zij die de
stukken naar huis kunnen nemen, zich op
dit nog altijd glibberige pad dienen te wagen.
Met dit voorbehoud kan echter wel worden
aangenomen, dat op den duur een aankoop
der goede industrials gemotiveerd zal blijken.
En thans nog even over iets anders. Men
h°eft mij in mijn kwaliteit van lid der Com
missie van liquidatie der Java
PetroleunMaatschappij van verschillende zijden
geviaagd, of er gunstige berichten waren, die
de koersverhefling der aandeelen van 5 pCt.
tot 20 pCt. wettigen. Naar aameiding dezer
aanvragen diene het volgende:
De door de aandeelhouders benoemde Com
missie heeft getracht, alvorens tot liquidatie
over te gaan, zekerheid te verkrijgen omtrent
de vraag, of de productie der Maatschappij
niet voor vermeerdering vatbaar was. Met den
Heer A. J. de Waal Malefijt teOverveen, de
bekende specialiteit op het gebied van
boringen werd met het oog hierop een
overeenkomst aangegaan, krachtens welke
deze een bekwaam boormeester naar
Indiëheeft uitgezonden om ter plaatse zelf
de noodige onderzoekingen in te stellen. De
heer de Waal Malefijt is van meening dat er
wel kans op productievermeerdering bestaat.
Indien deze inderdaad tot stand komt, krijgen
wij uit het provenu der olie wellichl genoeg
geld in handen om het bedrijf te kunnen
vojitzetten, zoodfct dan van liquidatie kan
?worden afgezien. Zekerheid te dien opzichte
bestaat echter nog allerminst, zoodat wij
zullen hebben af te wachten wat de toekomst
zal brengen.
ALEX. J. HBXDRIX.
* *
*
De financieele positie van Rusland.
II.
De vrees, dat de armoede en nooddruft
van den boerenstand, die in de onmogelijk
heid verkeert om belasting te betalen, zoo
dat, met 't oog op het groote zielental, tot
dezen stand behoorend, daaruit gebaar vooi
de financieele positie van het rijk zou kunnea
dreigen, die vrees schijnt door den minister
van financiën Kokowzow niet te worden
gedeeld.
Immers uit de directe belasting (grond
belasting enz.) ontvangt de regeering van de
boeren uit de 50 provinciën van Europeeech
Ruiland, die gezamenlijk ongeveer 3UO
millioen acre vrij grondbezit heboen, nog minder
dan 15 millioen roebel per jaar, d.i. ongeveer
? 1.20 per gezin of 6 et. per acre.
In 1906 betaalden de Russische boeren,
behalve de 15 millioen roebel directe belas
ting, bovendien nog 35 millioen voor aflossing
van grondrechten, welke sedert zijn opgehe ven.
In elk geval is het een feit, dat zij in staat
waren die 35 rniliioen op te brengen en die
dan ook betaalden.
Maar aannemende, dat wegens de on
gunstige omstandigheden in geheel Rusland
'de boeren zouden weigeren hunne belasting
te betalen dan zou dientengevolge bet
verlies voor de regeering nog niet l pCt.
van de totale staatsinkomsten bedragen.
Van meer beteekenis is dan ook de kwestie
of de boer in staat is de indirecte belasting
op de consumptie-artikelen op te brengen.
Volgens de jongste ervaringen nu is het
verbruik van spiritualiën, tabak en andere
artikelen, die eer onder weeldebehoeften, dan
onder noodzakelijkste levensbehoeften m jeten
worden gerangschikt, bij de Russische boeren
geenszins verminderd en eveneens is gebleken,
dat hij op niet Ou bete eken ende wij ^e aan het
verlangen daarnaar weet ,te voldoen.
Volgens de opgaven betreffende de eerste
vijf maanden van het loopende jaar, betalen
de boeren tot dusver zoowel hunne
s'aatsals plaatselijke belastingen.
De staats inkomsten van Ras'and zijn toe
nemende. In de ontwerp-begrootinüvoor
1907 waren de gewone inkomsten voor dat
jaar 96K millioen roetol lager geraamd dan
die vau 1906, die bijna 22711A millioen
hebben bedragen. In werkelijkheid echter
hebben de inkomsten, gedurende het eerste
halfjaar, dat als de miu?t gunstige helft
wordt beschouwd, die van hetzelfde tijdvak
van 1900 reeds met bijna 27 millioen over
troffen.
Verder wordt als gunstige ornstan iigheid
gewezen op het toenemen van Rusiands
handel met het buitenland.
Gedurende het ee'Bte semestre vanditj.iar
vertegenwoo-digt de uitvoer een bedrag van
422 millioen roebel tegen 324 millioen invuer
in datzelfde tijdvak, dus een vuordeelig ver
schil van 93 millioen, hetgeen in da laatste
10 jaren alleen werd overtroffen in 1905,
19C5 en 1906, alle jaren, die op een goe len
oogst volgden.
Met hi't oog op deze feiten en de omstan
digheid, dat de uitvoer steeds in het tweede
seine-tre belangrijk grooter is dan die vau
het eerste halfjaar, verwacht men, dat bij
een bevredigende ooyitopbrenyxt het verschil
tusschen uit- en invoer voor het geheele
jaar tot 250 a, 300 millioen roe'iel zal s'ijgen,
hetgeen voldoende zou zijn om Rusiands ba
lans, wat zijn verplichtingen tegenover het
buitenland betreft, in evenwicht te brengen.
Maar volgens de tot dusver bekend gewor
den opgaven omtrent den oogst, ziet het er
niet naar uit, dat de opbrengst bevredigend,
d. i. meer dan middelmatig, zal zijn en in
dit opzicht zou len dus de verwachtingen,
wat do handelsbalans betreft, eer kunnen
tegen- dan meevallen.
Mag men de berichten uit Russische bron
gelooven, dan is zelfs de kostbare oorlog met
Japan niet in staat geweest de oancië-i des
rijks ernstig Ie schokken.
Bij het uitbreken vin da vijandelijkheden
in Februari 1904 bedroeg de Staatschuld,
behalve de pandbrieven Vin de Adels- &
Hypotheekbank en van de
Boeren-landbanken, 6636 millioen roebei.
Tüans, na voldoening van alle kosten van
den oorlog en daaruit voortspruitende vor
deringen, is de schuld 8721) millioen d. i.
dus in 3M jaar efcn toename van 209 i mil
lioen, tengevolge waarvan de lasten jaarlijks
95 millioun grooter zijn geworden, welke
zooals hiervoren reeds vermeld groo
tendeels door activa zijn gedekt, ter .vijl de
meerdere schuld voortspruit uit de opbrengst
van leeningen, die tot een bedrag vau 2000
millioen werden aangegaan en in het totaal
cijfer der Staatschuld zijn begrepen.
Door den oorlog, alsmede do >r de afwik
keling van de daaruit ontstane uitgaven,
ko:nen ten laste van de jaren 1904, 1905 en
l V 06 2132 millioen roebel en verder 124
millioen, op welk belrag de uitgaven in
verband m;t den oorlog4oestan i tot eimle
1907 worden geraamd, totaal dus 2250
milli ien, waarin echter nog niet alle door den
oorlog direct of ind reet veroorzaakte uit
gaven zijn begrepen. O a. zu'len het vol
tooien van verdedigingswerken, de aan -u'ling
van oorlogsmateriaal en du bouw van nieuwe
oorloi^vloten verder nog belangrijke sommen
vorderen.
Daarvoor zullen, evenals geschied is voor
de dekking der genoemde 2'2öi; miliioen,
nieuwe leeningen m eten worden aangegaan.
Van Januiri 1901 tot Juli 19i!7 werd in
Rusland zelf laius dezen weg 720 raillioen
roebel verkregen, terwijl de z g.
buitenlandsche leeningen in diezelfde jaren tot een
bedrag van 13"5'i millioen werden aange
gaan, hetgeen een totaal aan geleend kapi
taal van 2095k' mi'lioan uitmiakt. Het b>
hoeft geen betoog, dit het eü'ectief bedrafj
dezer leeoingen niet onbeteekenend beneden
het nomin.ml bedrag bleef. In werkelijkheid
was het netto bedrag dan ook slechts
19u8.84i.500 roebel, zoodat de ontbrekende
317 millioen moeten worden gevonden uit
de middelen en inkomsten, die bij het uit
breken van en tijdens den oorlog ter beschik
king van de Russische schatkist waren.
Behalve een bedrag van 100 millioen aan
schatkist-bi'jetttn, was er onlangs sprake
van een nieuwe Russische leening van 1300
millioen roebel, waaruit dan die 100
millioen en verder da in 1809 vervallende 800
millioen 5 pCt. schatkist-biljetten van 1904
zoude worden afgelost. Met de uitvoering
van dit leeningsplan zou men echter wachten,
totdat de toestand der geld- en fondsenmarkt
wat gunstiger ij dan thans.
Deze leeningsberichten zijn kort geleien
door het Russisch gezantschap te Berijn
officieel tegengesproken en in de laatste week
zijn Russische fondsen weder gedaald, hoogst
waarschijnlijk echter niet tengevolge van die
tegenspraak, die men niet als af loend behoeft
te beschouwen, doch in verbind met de
algemeene malaise, die de fondsenmarkt in
de eerste helft van daze maand zoo geducht
heeft geteisterd en waarbij elke ter verkoop
aangeboden waarde het in meerdere of min
dere mate moeat on'gelden
De definitieve aankondiging van een Rus
sische leening zou vermoedelijk meer ten
gunste dan ten nadeele van het koereniveau
der Russische fondsen werken, vooral indien
het grootste gedeelte van die nieuwe leening
ter aflossing van een vroegere schuld moet
dienen.
Want de financieele positie van Rusland
behoeft geen ongerustheid be-wekken. Even
als vroeger is Rusland nog allijd een betrouw
baar debiteur, die te allee tijde zijn verp'i
;ht'ngen tegenover zij n er editeu en i* nagekomen
en wiens rijke hu'pbronnen zeker niet zijn
verminderd, doch eer Ier zijn toegenomen.
Maar van een andere zijde dreigt wel
degelijk geraas n l van politieke zijde.
De groote offers, die de oorlog met Japan
eischte, zijn geenszins de geldelijke nadeelen,
maar het verlies aan zedelijke kracht, dat
het gezag in Rusland heeft ondervonden. De
onbetrouwbaarheid, die van de overheid uit
gaat, dringt steeds meer tot de groote massa
door en is 't tot dusver, zij 't dan ook met
horten en stooten, gelukt met behulp van
zweep en knoet die massa in bedwaog te
houden, steels neemt het aantal ontevrede
nen toe en ten laatste zal dat aantal zóó
overmachtig worden, dat de geweldige stroom
niet meer zal zijn tegen te houden.
Daarin schui't het gevaar en al weet men
niet, wanneer het zal losbreken, het blijft
dreigend, zoolang de overheid in Rusland
het niet wil erkennen en den storm door
bevrediging van de billijke ebenen der be
volking niet wil bezweren.
En tegenover dat gebaar vormt Rusiands
fmanciee'e positie, hoe krachtig zij ook
tnans nog zijn moge, op den duur geen
tegenwicht. En daarom zijn U isiische S
aatsfon-en, vroeger het beleggingsfonds bij uit
nemendheid, thans speculatie-fondsen ge
worden. V. d. S.
:HE:TSJEIS
DorpSEtrüis] i.
Ta midden van den eeuwige herfst-zomer
van npientien'ze.-eu grillig-onverwacht een
m ooi weer-morgen.
Stil ligt de natuur, roerloos stil, om
gretig in te danken den vrede, die iij soo
lang moest ontberen.
Door grijzen vochthemel glinstert
zonnetinteling als tranen van teere
geluks-sentimentaliteit. Uerfstdraden zilveren tusschen
de rozebnompjes van mijn tuintje; insect
diertjes dwarrelen als blikkerende stofjes
tegen het schaduwgroen der struiken ; zachtjes
wiegelen de jooile geraniu'utrosseu. en de
schuchter gekleurde verbena's op het
zoeliezuchtja.
Voor mijn hek verzamelen zich
rr.uzikanten. Het zijn geen gewone oempah's, maar dit
is iets bijzonders. Jongelui zijn het, met iets
zacht beschaafds in hun optred -n ; met een
charme vau virtuo-i'eit over hun bewegingen.
Hun fietsen zet en ze ttgen mijn hek. en
zonder vertoon bcg'nnen ze hun instrumenten
te stemmen.
Pie met zijn fat g ijs ruitcolbertje en
zwierigrccd di>je is ;7eker hun aanvoerder.
Hij heeft een artistiek-bleek jongensgezicht
met donkere lokken, en er ligt iets
\veeiiioediars over zijn trekken. Als hij zijn strijk
stok in beweging ze:, randen beschaafd witte
manchetten uit zijn mouwen.
De klarinettist is een lummelachtig-lange
figuur, met bolbletke papvvaugen gebjgeu
over het door spichtige vingers betaste
instrument.
Ze zullen beginnen, m".ar moeten
wachten op den tweeden violist, die nog
bezig is niet centen-ophalen.
De piston wischt zie b. even het zweet van
het voorhoofd; een kort, dik manneke met
grijze snorrestompjes; hij lijkt vtel ouder
dan de anderen en ken hun vader zijn.
De bas wordt ongeduldig; zijn instrument
is gestemd, en het moet nu maar beginnen.
Hij drukt zijn ronde dop wat vaster op zijn
beenig bruin gezicht, als het zoelte zuchtje
even sterk aannaait.
Daar is de verwachte gelukkig terug; ook
hij een jong venrje, met witte wangen en
roodgeraude wateruogjes.
En daar bor.e'.t de zachte muziek op vóór
mijn hek, zich verwijdend in
melodieuskabbelen Ie harrnoniegoltj ^s.
Zachtkwetterend als tiet
nazomeravordliedje van een groep glanzende spreeuwen
ia gouden herfstboorn.
Fijnzoemcnd a's het muggengegons bij
zonsondergang na heeten Jululag.
Weemoediijteer als het zingend suizen van
de theeketel bij 't knappend vuunje in 't
scheintruur.
't Is een walsje zóó fijn en zóó etherisch,
als waarop we in onzen kindertijd de elven
hoorden dansen in 't teersprietend gras asin
den slootkant. Wanneer de weidebloemkens
hnn reeds geloken kroppen in sla.ipdommel
openden om te luisteren naar da; zoete
droomgeluil. En de hazep aanslo] e i voor
zichtig, en de egels hun logge prik-lijven
voovA'aarts rolden, en het wezeltje schuchter
dichterbij kronkelde, om te luisteren . .. om
te luisteren... Mtar de krekels gingen
tneepjirpen en de libellen begeleiden het teedere
wijsje met het getril hunntr elegante vleugels.
En de kikkers staken hun domme
fchrikoogen boven het kroos, en bromden mee
met komieke basg*luiden.
En in wonderbiie zweving dansten de elfen,
doorschijnend in het maanzilver, en demelo lie
neuiieden zij mee met tijne zingstemme'jes,
onder het graeieute gerank van lichtende
ledematen en het wuivend ge ;waai van
spinraggewaden.
Zóó trilsnaarden de violen, en de klarinet
neuriede melodisch het wijfje, en de piston
spatte zijn schetterdropjes daarboven uit en
de bas bromde voorzic'itig-zachtjes mede, als
een vader die met eterk-ingehouden gezoem
zingende kinderstemmetjes begeleidt.
Rondomme stonden de dorpelingen.
Meiden in werkjakken, met bloote armen,
zóó weggeloopen van tobbe en veegblik.
Slungeljongens met langebroek-beenen en
breede grijnstronies; de handen in de zakken.
Moekes met kinderen op den arm, of kin
deren in een wagen, of kinderen aan de
rokken bengelend.
Armhuismannekes met goedigtamme ring
baardjes en ronde rheumatiekrugjes.
De schoolkinderen ontbraken want het was
onder schooltijd.
Uit de huisjes hingen de luisteraars over
hun onderdeur, en op de hekken van hun
tuintjes zaten ze of ze stonden, gestoord in
hun werk, hier geleund op een bezem c f
diar op een spade of ginds op een hooivork.
Maar allen in aandacht; allen getrokken
door dat zoetzingend klankengedroppel, zoo
harmonisch passend bij den vredigen
mooiweer-morgen.
Ze luisterden in stil genieten, geheel
wég in 't getoon der muziek, en lieten
zich wiegelend drijven op den
welluidendvoortkabbelenden stroom der walsmelodie.
Aangeklost k vamen dravende lummels, en
voegden zich bij de meiden met bloote ar men,
onder lui i gegrinnik en ploup misbaar van
giapwojrden.
Ze pakten de bloote armen om te gaan
dansen, even giggelden de meiden, maar
niet van harte.
En dra staakten de jongens hun be
moeiing, o,u te luisteren naar het
teerzachte, dat daar melodieus opborrelde in de
zomermorgenuilte als ten bron van
klankzoetheid.
Nu klaagde het als de leeuwerik, weemoedig
gemorden onder téintens een geluk, en
het werd ui fijner en zachter, als kon het
overvol hart geen uiting meer vitoden,
maar dan zwelde het aan, en molliger werd
de zoete toon van d; k arinet, en brutaler
spetterde de piston en zwaarder zoemde het
basgebrom.
Totdat de klankvolte wederom ging ver
dunnen, en zich uitspon tot een ragSjn draadje
van hoog violengetril.
Zóó deinde de melodie verder, kabbelend,
klaterend, uiteenspattend, neurie-golvend.
Op mijn tuinbankje zat ik, droomverloren.
Op de klankenstroom wiegden zich mijn ge
dachten in sentimenteel genot.
Zoete strijkjes-herinneringen kwamen boven
duikelen als behaaglijk zich badende meermin
nen : herinneringen aan mid^o
nernachtsdrootnen uit illusievollen studententijd; gedroomd
onder ruischende hoornen Of tuinconcerten ;
gedroomd in dennebalsem athmosfeer van
balzalen; gedroomd aan rumoerig vrooüjke
feesHafel.a.
Visioenen van ro.°e en crêne en
vergeetmij-niet bla'iwe blouses en baljapons»,
visioenen vt>n deftige rokken en witte hand
schoenen en met wijn bevlekte frontvlakten
brachten met zich herdenking van onschul
dige amjuretjes en gulle vriend _nsc lerts.
Uit is het wijsje. De artistiekbleeke jongen
in bet fatgrijze ruitcolbertje geeft teeken om
verder te trekken.
Doch ik verzoek hem nog wat te blijven
spelen, 't Is he"él mooi!" en begeleid mijn
verzoek met eeiig zilverge'd.
Een blij lachje, mér om de waardeering
dan om het geid, en et n nieuw stuk
wordt begonnen.
Het zoete gevedel heeft mij in een weeke
stemming gebracht.
Zooals ik d;iar zit op mijn tuinbackje in
inooiwtersvrede, mijn oog behaaglijk wei
dend over de beziiverdrade roieboornpjee,
over de ge'aniumtrossen, vuurrood plekkende
op het groi'nge^choren ga?.on. over mijn poes,
die zalig dommelend in 't zongetril zit te
oogknijpen, over de menschen voor de hek,
wég in luisteren, kooit een weldadige
bekori ;g van harmonie over me.
Muziek, d A n is de verlossingbrengende l
Zij fluistert welluidend de blijde boodschap
der saamhoorighei l aller dineren. Zij openbaart
het heerlijk mysterie der l'.énheid.
Zie, ik ben een moede mentch, oversparnen
door de raadselen van 's levens tegenstrijdig
heden. Maar zij komt, en lost ze op in n
accoord van onuitsprekelijke zalightid, zij
d >et samenklinken het ongelijke en ongelijk
soortige tot a wonderzacjte droommelodie
Zie, ik ben een zieke, onrustig woelend op
mijn bed; het hoofd zwaar van benaiwende
gedachten.
Maar zij komt vertroosten als een zachte
zuster, die stil zit naast mijn sponde, en met
weeke woordjes wegbahbeH mijn an»st,
zoodat het mij lic'jt wordt en woLderbaar
vitdig.
We zijn immers alltn kleine kindertjes,
die samen luisteren naar moeders wiegelied,
in zoete Iwhaaglijkheid, tot ze inslapen
in blijde sluimer.
De bloemen, die wiegelend droomen. en
de zilver dwarrelends mu-'jw, en oo«knijpend
poesje eii de zon die hem koestert, en alle
die menschen, de meiskens en jongens en de
moeders en kinderen en de armhuiemannekes,
allen luisteren wij naar 't ne lied der
harmonie, zooals de kleuters luisteren naar
't mooie vertelsel vau vader iu 't vertrou velijk
schemertiurtje.
Hoe knusveilig voel ik me onder hen allen
in deze mysterieuze eenheidsvrede.
O mijn volk. mijn ongebolsterde dorpe
lingen ! Hoe geniet gij van dit verteedereud
klankgewemel ; hoe smelt uw ruwheil en
ongeliktheid ; hoe smelten uw beu :elarijtjVs
en benepeiiheidjes weg, geheel, en voelt
gij glanzen in u uw edele lichtziel l
Hoe voelt gij wegsmelten de enge gren :en,
die u gescheiden hielden van Schoonheida
Rijk ! Straks zal weer wepgevlakt worden
dit reine mooi, maar tóch, het heeft u
veredeld, want gij zij opgenomen geweest in
het heerlijs mysterie, tn gij zult er naar
terugverlangen óók als gij het waer ve geten
zij t.
(jij roodarmige werkmeiden en
domgrijnzeude slungeljongens; gij slovende moekes
en gebogen arinhuismannekes; gij pootige
spierwerkeis in sloot en veld en stal,
waarom komen zij niet vaker met hun zachte
levensmuziek ? Waarom moet gij uw naar
schoonheii hunkerende ziel gewennen aan
't valsche getoeter van fanfarekoper, aan 't
banale kermisgedreun van een vereenzaamden
oempah, aan 't domme refreingeblèr van
hossende brooddroukenheid ?
O, dat er mér voor u opstonden, die u
brachten de kunst, de eenvoudige en
beschaifde, natuur-echte Dat gij weer mocht
krijgen uw vedelaars en minstreels, uw zan
gers en dichters; met hun weeke wijejes ea
stoere zangen, met hun pittige liedjes en
droornzoete melodiën !
GEORQ GKÜXEXWALD Kz.v.
4e Jaargang. 20 October 1907.
Bed.: C. fl. BBOBKKAMP, Damrak 59, Arast.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Eindspel No. 95, Kiein maar dapper" is
goed opgelost door L. J. Content en A. 1>,
IJaeridd. Amsterdarj. De overige oplossingen
waren allen foutief.
Wij laten hier eenige ingekomen oplossingen
volgen, waarvan wij het foutieve zullen
aanwij ien.
De inzenders zullen hierin hun eigen zen
ding wel terug vinden, daar wij ois stipt aan
de opgave hebben gehouden.
Zei.ding No. 1.
W. 10-U , 17.7
Z. 3<J 3öAf 2,3,4,5.0, 3ö--iUi3 1,2,3,4, enz.
,, , 7-1 . l 18, 18 34 . 34 25
B2)28-33, 2d-:>8, -2.1 32, 3J-37a,o, oL'-3öu,a, cuz
,, ., , 25 14 rem!
Na z 37-41 en w 25-14, is echter de winst
"oor zwart du delijk zichtbaar. Trouwens, na
w 1-18, kan de remise niet meer verkregen
worden.
Zending No. 2.
W. 16-U ^1-7 . 72
Z. bu-34 A, , U, u, X'~-M, 3i 4.0
Hier moet zwart 27-31, in plaats van 34-40
spelen. Deze voortzetting worde echter in 't
geheel niet aangegeven. In deze zending wordt
ook niet urespee'.d Ie zet z 30-35, 2e zet z 28-33:
of omgekeerd, terwijl de finesse, waarop het
eind-ipel berust, juist in deie sterke verde
diging tot haar recht komt.
Zending No. 3.
I W. 10 U, 11-7
Z. 3 )-3o, ^3-üy gedwongen, enz.
Zwart i.s volstrekt niet gedwongen maar
speelt 28 33 (nimmer 23 29) Alsdan ontstaat
juist de schoone variart, waarin de remise
op piaehtvolle wijze wordt verkregen. (Zie de
hoofdvariant in de vorige rubriek).
Wij vin len in lezelfde zending, nog de
volgende ontleding:
W. hi-11 . 11-7 ,7-2
III Z. 27 31, 3 29 a, O, c, d, e, 3U-böf, euz.
. 2-19. 19-13. 13-32 en? tem.
f 3u-ü4, 2S-.3, .: i-oO,
Natuurlijk, maar waarom niet gespeeld
z 3 L 37!!, icplaats van 31-36?. Hiermede zon
zwait beslist de winst behaald hebben, b
v.W. 19-13, ]3-22. 22-33 a
Z. 31 37, 33-3», 37-42 en 42-47, wiul!
22 27, 27-43 of?
a 3ö4ü, 4ü48 eij 29 -èwint!
Na 31-37 kan wit op geen enkele manier,
de remise meer afdwingen.
Zending No. 4.
A Ki-lt. 11-7 , 7-1 . 1-18. 18 12
23 2ö, 27-3., b2 37
SO-3 >,
12 20, 20-12, 42-33 ren.
37-41, iU 39,
Volkomen j'iist, doch na w 26-42 spe;lt
zwart niet 33-39 maar 41-47 en daarna 28-33,
en win'.!
Ue plaatsruimte belet ons om nog meer
foutieve zendingen te behandelen. Troawens,
de meeslen vitden in da bovenstaanden, min
of meer hunne opgave terug.
Wij nemen deze gelegenhei l te baaf, on
nog eens met nadrui er op te wijzen dat,
wanneer de finesse, waarop het eindspel
berust, goed begrepen wordt men vanzelf
bemerkt, dat het aangeven van een of hoog
stens twee varianten, mees'al voldoende is,
om te bewijzen dat de oplossing gevonden
is.Zoolarjg men echter de grondstel ing waarop
het eindspel is gebouwd, net hetfi begrepen,
is het beter niet met noteeren te beg nnen,
om veel en nu'teloos werk te voorkomen.
Sommige zeggen wel eens: daar begin ik
ni-)t aan, de beschrijving van de oplossing is
mij te omslachtig, enz." Nie' s toch is minier
waar, en dergelijke ontboezemingen dienen
meestal als voorwendsel om het niet snappen
van de oplost-ing te vet bergen.
Van den auteur kan men eischen, het aan
geven van vrijwel alle varianten om te kun
nen nagaan of de oplossiag correct is, doch
van de oplossers mg en zal zu.ks nimmer
verlangd woiden. Door het aangeven van de
hoofdvaiiant leveren zij voldoende het bewijs,
dat de oplos jing gevonden is. Immers zoolang
zij deze niet weten, zijn zij ook niet in staat,
de juiste oplossing aan te gever.
UIT DE DAMWERELD.
De bekende darnspeler Grange", van Bor
deaux, heeft te Parijs twee partijen gespeeld
met den wereldkatnpi jen Weiss, waarvan
s.echts een partij door hem remise werd
gemaakt. Weiss wou l partij en l remise.
29 October as. viert de dam vereer, iging
Amsteidam", gevestigd in de bovenzaal de
Kroon", Rembrandtplein, haar 2-jarig bestaan.
Bij die gelegerJieid zullen eenige
zustervereeuigingen uitgeuoodigd worden, terwijl
de avond verder zal opgi luisterd worden, met
het houd. 'n van een simultaan- téince, waar
voor intro ictie-kaarten worden verkrijgbaar
gesleld. De si'ance wordt gegeven door den
vermsarden simu!'.a:in -peler W. van Daa\en,
van Haarlem.
Oplossing, combinatie Weiss". (Zie de
rubriek van 22 September 1.1.
W. 26 -21. , 18 12,34-30 .37 31.3^ :<2 33:151
Z l/:2tigeüW., 7:i8,13i.yA, 2ti:S7,3. :28,
A. Indien zwart den zet 30:8 toelaat, is de
winst verder gemakkelijk te bekomen.
Oplossing van pr. 94, gewijzigd door J.
Luteijn, tiroede. W. 12-7, 22-18, 31 26, 20 : 8.
16-11, 2, -22, 32: 5!
Beide stellingen zijn goei opgelost door: A.
D. Querido, A'datn; (J. V. Nagel, Delft; W. van
Daalen, J Meijer, Haarlem; J. Rem, Zaandam.
Een oplossing dooi: S. Abraoa, K. C. de
Jonge, A'datn; W. J. A. Matla, Haarlem; K.
Koster, Hoogcarspel; A. Vink, Zaandam.
j