Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T K R D A M M K R WE E K B L A D V O O il N E D E R L A N D.
1583
e onderwijzers strijden voor de
republikeinsche school. Bij de goêgemeente
sshijnt dit enkele woord nog steeds allerlei
griezelingen op te wekken van revolutie
en koningsmoord. Zij meent dus op zijn
»instïdat de onierwijzers het op't bestaan
?n 't leven der hoofden gépiunt hebban.
Toegegeven kan worden, 'dat het
praedieaat republikeinsch niet precies uit
drukt, wat de Band wil: republikeinsch en
democratisch zijn immers geen syno
niemen. Als strijdleus is de korte om
schrijving echter zeer goed bruikbaar, mits
m/en niet uit 't oog verliest, dat er deze
beteekenis aan gehecht moet worden:
De regeling van de school saken enz.
'moet worden opgedragen aan het geheele
perroneel eener school, en niet aan het
hoofd alleen.
Natuurlijk heeft dan de school voor een
hoofd in de tegenwoordige beteekenis geen
plaits meer. Hij wordt onderwijzer met
de anderen en samen stellen zij in g o u v e
rnerende, besturende schoolvergaderin
gen vast hoe de schoolzaken goregeld zullen
worden.
Om aan de wenwhen van den Bind
tegemo3t t) komen, zou artikel 21 van de
onderwijswet moeten luiden :
De regeling der schoolzaken geschiedt
door het personeel der school, en zoo de
regeling voor meerdere scholen gelijkelijk
werkt, door de personeeïeu dier scholen
gezameülyk onder goedkeuring van Bur
gemeester en Wethouders en van
'tRijkst 'h ooitoezicht,
lerwijl artikel 23 met deze redactie in
over«enstemming zou moeten worden gebracht.
* *
Bij meerderheid van stemmen zal dan
worden uitgemaakt, welke methodes gevolgd
zullen worden, welke boeken zullen worden
gebruikt, hie-de leerstof o ?er de klassen zal
worden veideell en s. Dan zal dus rezeeren
de veel gesmade helft-plus-én en
zeven zullen zich bijv. moeten onder
werpen, aan wat acht beslissen.
Haar nu dan? Nu kan het voorkomen,
«lat het hoofd een beslissing neemt tegen
«Je meening van veertien in en dat deze
kich daaraan onvoorwaardelijk moeten
iouden. Of dat beter is ?
Er is toch zeker in den regel meer kans,
«lat een meerderheid de juiste beslissing
isepmt, dan dat die aan een wordt over
gelaten.
? De werkers in de school, d. z. de
klasseenderwijzers, eischen hun gerechte deel op
in de regeling van hun werk. Wie
demo«raat is, moet hen daarin steunen en zeker
is het, dat de oplossing, van deze kwestie
aan de dem >cratie blijft overgelaten.
Gelijk de a'rbeiders eenmaal
medezoggen?chap zullen eischen en verkrijgen in het
fcestuur van werkplaats en fabriek, zoo
«ischen de onderwijzers dit reeds sinds tal
Tan jaren voor hun werk. Geen twijfel
mogelijk of hun eisch wordt ingewilligd,
?wijl hij ligt in de richting der democratie.
/ In 't belang van ons onderwijs is het te
lopen, dat het niet lang meer zal duren,
emdat het eerst dan ten volle van de kennis,
de ervaring,en het inzicht van allen zal
yrofiteeren. C. TIIOMASSKX.
MM ia ie Hooflstad,
Niet in die mate boeiend als zijn Serenade
roor dubbel orcheat op. 95. maar toch niet
ainder interessant is Max R»ger's opus L00:
Jolly's
Soar hel Engelscli, vanHarriet Prescott Spoff jrd
III. (Slot.)
Natuurlijk, wanneer hij in Mauleverei's
gezelschap aan het schatten verdienen was,
lo-i hij, zooals de presilent ook al had gezegd,
in staat zijn, ieder van zijn buurvrienden
»lles te geven, wat zij ooit van de machine
»lden verwacht. De moeilijkheid was, dat
»?$ het niet zouden willen aannemen. Wat
»en beroerde boel', zeide Harrison in zich lelf,
lerwijl hij uitvoerig zijn voeten veegde op
d) ijzeren mat vóór de deur. Ik ben een
«ranoozele g«k geweest. Toen ik mijn woord
faf, wist ik niet wat ik deed. 't Was een
idiotenstreek Een mensch is niet verplicht
ten belof e te houden die hij gegeven heeft,
loen hij niet wist wat hij deed. Als ik maar
«enige kans zag, mij eruit te redden ! Maar
kinnen de vier-en twintig uur! Woensdag
lomt Denrjy weer terug. Hm... een tamelijk
gevaarlijke reis, die hij maakt L.. Als hem
«ens iets overkwam?" Met een schok richtte
hij zich op, den hond wegduwend, plotseling
bevreesd voor de groote zachte oogen. Wat
in 's hemels naam had hij daar gedacht?
"Wat in 's hemels naam of in naam van
die andere plaats bezielde hem ? Hij hield
op met het vegen van zijn voeten en gin?
naar binnen. Maar toen hij de deur achter
ch dicht deed, had hij een gevoel alsof hij
»ooe7en een massa geld hal verloren.
Kleine Jolly, in de armen van zijn moeder,
«tond gereed om lachend en juichend van
achter de deur op hem af te spreken. Zij
hadlen naar hem staan uitkijken voor bet
tenster, in het roode licht van het vuur. En
«r volgde een groote stoeipartij met d^n
ileinen jongen, wiens wangen gloeiden als
donkere rozen. En toen werd alles rustig,
«n of hy er al of niet voor in de stemming
?was, trachtten hij en Louie ket kind met
»jn gebroken woordjes een avonlgebedje te
leeren opzeggen.
Harrison zat een tijd lang somber in het
'rmir te staren uadat hij weer beneden was
Stomen. Toen Louie ook weer binnen kwam
jat hij berekeningen te maken op losse vel
letjes papier, die hij daarna met een boos
gezicht in den haard gooide. Onder het eten
itas hij stil en verstrooid en hij ging vroeg
«aar zyn werkkamer. Zoodra hy het licht
Variationen uad Fuge uber ein lustiges
Taema von Joh. Ad. Hiller.
Reger is zoo recht de m^n voorden
variatievorm Zgn enorm contrapunctisch kunnen
stelt hem in staat de meest koene, ja
gewalgde polyphonie aan te wen ien, m lar ook
zyn phantasie ij verbizend groot; want on
een thema zóp te wijzigen en te varieeren
dit het telkens geheel nieuw schijnt scbijnt
maar niet is, cUar de bekende roode draad
va,n het thema steedj herkenbaar is omdat
te kunnen is contrapuactiscje vaardigheid
alleen niet genoeg, maar dient men zoov el
Gastaltangskraft" aan den dag te leggen,
dat daar tegenover het gebruik maken van
een andermans thema geheel op den
acatergrond treedt. Trouwens de grootste inees'ers
hebben het vaak versmaa l bij het aanwenden
van den variatievoraa, eigen the na's te ge
bruiken.
Het isjammer, dat in het p-o^ramonboek
het the na niet afgedrukt was; dat zou vo )r het
puo.iek grooter gemak opgeleverd Ineboen
in hè; volgen van het hoogst gecompliceerde
en daarbij zeer uitgebreide werk.
R-ger heeft iooveel mogelijk gestreefd na*r
afwisseling, doch die heeft hij meestal wi'iea
ranb-engenin de keuze dir te;n;ji of in d-n
aard der beveging,; Zoo scuryft Lij voor
Allegro, Andante iSostenu o, Vivace, i'resto,
Audante con moto, Allegro con spiiito enz.
Wanneer het oor af en toe meer rust had
kunnen vinden; d.w.z. indien Let
inodulatorische element hier en daar nvnder sterk
op den voorgrond getreden was. dan geloof
ik dat de toehoorder minder het g-voei van
lengte zoi hebben ondervonden dan thans
feitelijk het ge?al geweest is.
Doch dit daargelaten, kan men niet anders
dan de grootste bewondering hebbi u, ^ o >r de
enorme virtuositeit waaroieie tijger meestt r
is in h )t rijk der tonen. Zjn modulatiëa staan
in nauw verbind niet zijn stijl ea, k ijgt men
wel eens den weinch naar ru^t, nooit heeft
men het gevoel dat htt modu'a orisch ele
ment er gedwongen bij gehaald is.
Verbluffen! is ook het kleurrijke palet
waarover Reger beschikt. De vermenging
zijner kleuren, vjoral tenge'olge van de aan
wending zijner houten blaasinstrumenten, is
verrassend van coioristüche levendigheid;
.naar ook in zijn strijkinstru nea'en, wendt
hij nog ( ens aan het tegelijkertijd spelen van
een gedeelte der instrumenten met, en een
ander zonder sourjines, zooalg hij dat in 4jne
Serenale gedaan heeft.
Van groot inlicht getuigt ook de af wisseling
in de rhythmiek.
Al deze varieerende eigenschappen maken
Reger's compositie voor den musicus
hoogst belangrijk. De tweede variatie in
walstempo, de zesde in menuetvirm met
zoowaar een Trio, en de achtste schijnen mij
de interessantst e. Ook de elfde, die onmiddellijk
aan de Fuga voorafga vt, met haarorgelachtigien
klank, maakt indruk. In do fuga kan Keger
weer eens zoo recht zijn hart ophalen aan het
samenstellen van ingewikkelde polyphone
problemen. Toch is de expositie iieel klaar
n daidelijk en de c imax praciitvol, zoodat
men aan het eind den in Iruk krijgt met een
waarlijk buitengewoon werk kennis gemaakt
te heöben.
De uitvoering was meesterlijk; zij legt ge
tuigenis af van de pracüsche manier van.
weiken die bij ons orchest gevolgd wordt,
zoowel ais van de intelligentie der
orchestledeii en het groote ta'ent van den heer
Mengelberg, om dergelijke nieuwe en ge
compliceerde compositlëa bij een eerste au li ie
reeds klaar voor het oor van den toehoorder
te ontwikkelen. Een ding vind ik jamn«r,
n.l. dat de heer Mengelberg, tu<sclaen elk
der variatiën een zoo buitengewoon lange
fermate" maakt. Vroeger heeft mij dit
reeds bij andere werken van dien aar i ge
hinderd, maar nog nooit zoo erg als thans.
De beide werken die aan Keger's compo
sitie voorafgingen, waren do jr hun bevat
telijkheid wel geschikt 'ie aandacht voor
R-"ger frisch te houden. Mendelssohii's heer
lijk geniale en prachtig klinkende
Sommwernachtstraums ouvert : re toch is niet moei ijk
iMiiiiiMmiiiimimiiiiiimimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiitfiEiiiiiiiM
had opgestoken, was het hem, alsof de
machine hem aankeek als de een of andere
kleine demon, in etaat tot het produceeren
van geld. waarvoor nij zijn ziel had verkocht.
En het ding stond d.iar en staarde hem aan,
totdat een koude rilling hem o/er den rug
liep. Maar ? geld wa.s geld; het vertegen
woordigde macht, genot, al de koninkrijken
der aarde. Bij alles wat heerlijk is" riep hij
hierop uit vóórdat hij de kamer verliet, ik
ben niet van p'an me als een gek aan te
steden! Ik zal Maule/erer's aanbod aannemen!
En dan zal ik later wel zien, wat ik voor
rnijn vrienden kan doen". En dat hij vast
en rustig sliep kwam doordat de worsteling
tusschen tegen strijdige gevoelens hem halden
afgemat, en doordat hij Dane niet hoorde
huilen tegen de maan.
Het was uren later, toen in het holst van
den nacht, Harrison en zijn vrouw
rechtovereind in bel zaten, wakker geschrikt door
een akelig geluid, dat door het stille huis
weergalmde, het geluil van des kleinen
Jo'.ly's ademhaling, hijgend en kreuneuii in
een aanval van croup.
Naar een dokter te vliegen, na eerst een
buurvrouw Mevrouw Mnrray?te hebben
verzocht, bij Louie te blijven zoo lang hij
er niet was, scheen het werk van een aur
te zijn, hoewel het misschien geen drie mi
nuten in beslag nam. Weer terug, het kind
stoom laten inha'.eeren, telkens een thee
lepeltje vol van een braakmi Idel in het lieve
mondje gieten, een even groote marteling
voor het kind als voor de ouders, door
welke eindeloose eeuwigheden tcbenen de
trage uren van den nacht en den dag zich
voort te slepen! En in de tus-chonpoozen,
als er niets te doen was dan in vreeselijke
spanning wachten, lag de jorge nian op zijn
knieën naast de moeder, zijn arm om den gebo
gen hals geslagen, zijn hoofd op h lar schouder
rustend, met gesmoorde stern snikkend; O mijn
arme vrouw, mijn lieve Louie!'' Of bij dep in
koortsachtige onrust heen en weer door de
kamer, half gearticuleerde smeekbeden uitend
nu eens den Hemel tartend, dan wc;r zijn
leven aanbiedend voor dat van kleinen Jolly.
Zijn buren liepen in en uit, aanbiedende de
ouders af te lossen bij het bedje, eten en
drinken brengende, het vuur aanh 'udende,
met hem mee heea en weer loopende, trach
ten Ie zijn gedachten af te leiden,
aanoooedigend, troostend, op alle mogelijke wijzen
helpend, toonende dat zij zijn verdriet voel
den, alsof het hunne was terwijl Dane
voortdurend met hen meeliep. Hun belang
stelling in kleinen Jolly was zoo iets als zij
hadden kunnen voelen voor den een of an
te volden ; evenmin het concert van
Goltermann, dat al reeds begint te verou leren en
waarvan de hegr Gerard Hekking n deel
met wonderbaar nobelen toon en oage
venaarde distinctie weergaf.
De anle,-e werken hoorde ik niet meer;
voor my was Reger's nieuwe opus de hoofd
zaak.
Het strekt ons orchest tot eer, dat weinig
weken na het in druk verschijnen van dit
werk en slechts een paar dagen na de
Urauflürirung" te Keulen, het hier ree is
ten gehoore werd gebracht.
De dames Henriette R >11 en Anna
RisRoll hebben een zeer veid enstelijk werk
gedaan door een an lere nieuwe compositie
van Reger Tntroduktion. Pafsicagha und
Fuge'' op.üj voor twee piano's, voor het
eerst in ons land ten gehoore te brengen.
Helaas was ik door amtt-beiij;hedeu ver
hinderd deze belangrijke uitvoering bij te
wonen, en kan is dus slechts op g^zag van
anderen zeggen dat ook dit werk den indruk
actiterliet dat R-ger, mistchien meer dan
ieder ander liedend lagsch componist, de
polyphone sc'irijlwijze spe enderwijze be.heers^ht
maar tevens dat zijn opu> 9 j reui-achlig moei
lijk is weer te ge'en, docii voorts die moei
lijkheden door die beide da-nes tcuitterend
werden o^erworren.
lu plaats van de vroegere
kamer.nuiiekavonden van Toonkunst, wordt ons dit jaar
een serie van zes Eiesch-Köatgen-avo.iden
gebo Ien, rne.t medewerking van in- en
uitheern-che kunstenaa-s.
De ejrste d.er avonden Vind Zaterdag 1.1.
p'aats. Daarop werd uitgevoerl ten s-nite
van Grieg in c. kl. terts, op. 45, een werk dat
ons den betreurden Xoor:chen componist
van zijn bem'nnehjkste zijde voor den geest
bracht. Wel treedt in deze soi.ate htt typisch
Noorschs e'en,e U niet zoo sterk op den voor
grond als bij andere zijner werken, doch men
mocht te>jh dankbiar genieten van den
frisschen melo liëustroooo. die der s mate eigen
is. De prachtige vertolking der heeren
Flesch en Köalgen zal wel door alle
aanwe'-igen opgevat zijn als een stille hu de aan
den pas ontsla] ea meester.
In het tweede deel introduceerde de heer
Fiesch bij ons een jong otuponitt van R
>emeen-<chen bloede, die in IV.tijs zijn ttuohëa
gemaakt beeft, ni. Georges Enesco. Het was
een viool-sonate, waarin hij bhjs gaf van
een onmiskenbaar talent, dat alleen nog w at
meer bezonken zal moeten zijn, om de
Ecbconste vruchten af te werpen.
De componist heeft niet bij uitstek er naar
ge.-treefd den kla-sieken sonatevorm te be
oefenen ; hij heeft veeleer st- inmingsmuziek
wiliea geven en daarin is tiij vokomen ge
slaagd. Gelijkmatig eri in rustige beweging
^ait het eerste tnema elaarheen; slechts
weiLig onderbroken door een tusschen un
van eenigssins ander kaïa'tte'. Het slot van
het eerste deel k inkt zeer stemming!-vol uit.
Het tweede c'eel lijkt mij het best geilaigd ;
het is een Audaute van melolieu* gehalte,
waai bij de rhythmui zeer goed het vage
drojmerige karakter a;'.u he-t geheel rt-ef ,
dat den componist blijkoaar voor den geest
heeft gezweefd. Het I'ma'e is een levendig
Allegro niet een aiooien schwungvo Ien
middensat:, die een weldadige warmte
ui.strialt Het werk en den componist werden
levendig toegejuicht. Zeker zal de heer Eaesc )
ingenomen zijümet de vertoUing van den
heer Fie ch Zju eig"ii pianospel is degelijk,
maar toch kenmerkt hei zich niet door een
bij'.onJer mooiea aanslag, hetgeen eigenlijk
niet te verwonderen is, als men weet dat de
viool 's heeren Enesco's hoof.iinstruai^Lt is.
De heer Alex Heineuiann, baritonzanger,
uit Berh n, luisterde den avond op met eenige
zangvoordrachten, lied-ren vaüSchubert en
van den thans levenden componist Hans
Llermann.
De heer Hcinemann heeft een krachtige
bas bariton, met groot uitdrukkinu'svermogeu.
Zjn m-'zza ruce is prachtig ontwikkeld, doch
de overgang daarvan naar het furie laat te
wenschen; dan klinkt de stem wel eens
droog en heesch. De groote zaal is wellicht
deren zeldiamen vogel, die in hun midden
komen n-eerstrijken m'sschien wel, omdit
zjj een dergelijk gevoel hadden ten opzichte
van Jolly's vader.
De grauwe trooitelooze morgenschemering,
de lange dag met zijn onbarmhartiger],
gevoeüoozen blauwen hemel waren overgedaan
in onverschillige avondschemering, vóórdat
Jolly's vader weer verlicht ademhaalde. Toen
hij zich over het bedje Leenboog bid de kleire
joagen zijn armpjes uitgestrekt en om zijn
valers hals geslagen en had zijn gezichtje
verborgen, zooals hij placht te doen als hij
bang was, en was in een beerlijken rustigen
slaap gevallen, terwijl het huis stil en kil
werd als de dool ze f. Het duurde langen
tij i, voordat de vader kleinen Jolly eindelijk
neerlegde, zijn uitgeputte vrouw kuste, en
zich terugtrak in zijn werkplaats, schreiende
als een kmd, terwijl Dane hem volgde en
met hem zij a stem verhief.
Harrison had niet den tijd zijn tranen te
verbergen toen een paar van zijn vrienden
door de buitendeur de werkplaats binnen
kwamen.
Je hoef, je er niet over te s;lanen,
jongen," zeide Murray, ik he'o het zelf ook
doorgemaakt. Toen t'ete. . . ."
En in mijn geval wist ik het niet," zeide
Carter. Maar de blijdschap achterna woog
wel op tegen de ellende."
Ik heb d-e b'ijdschap nooit gehad," zeide
Green op zachter toon dan gewoonlijk. En
llarrison stak hem de hand toe eu drukte
die zwijgend.
Zij gingen spoelig weer weg, en Dane ging
met hem mede. Maar Jo'.ly's vader merkte
het ternau vernood Hij zat daar, eu luisterde
naar de stilte van den nacht totdat de mor
genster naar binnen keek als een wenkende
geest. Het scheen hem toe, als of hij einde
looze ruimten doorgetrokken wa-s als jf alles
en alles andere afmetingen had gekregen, zich
onder een ander aanzicht aan hem voordeed.
Eén ding slechts was gelieven, wat het was
Jolly. Als Joliy eet s gestorven was en,
uitdeude naar zijn vader, hè,n ha l gevonden,
zooils hij Dinsdagavond was geveed' lv-n
schepsel, dat ziju recht op den Lernei had
prijsgegeven terwille van uilerlijken glans eu
zinnelijke lusten een laag rart ge verrader!
M.iar uu had hij de vuurproef doorstaan,
gave God, dat al het onedele metaal daarbij
was weggebrand! De jongen zou in leren
blijven, hij moest tot het laatst toe zijn
vader vialen, zooals hij hem van het begin
af had geloofd te zijn. Geen schatten zouden
kunnen opwegen tegen bet voortdurende
besef, dat het geloof van zijn jongen in hem
beter geschikt voor het orgaan van den
zanger.
Met Schubert's Erlkönig" wist de heer
Heiuemann een grooten indruk te maken
Minder goed gelukte hem Litan>-y"; dit
leere, fijne stukje verdraagt geen oosleepea
van deu toon ; elke toonaanzet moet hier
met de grootste distinctie plaats hebben.
VVohin" daarentegen was weer zeer wed ?an
uitdrukking. In de zes liederen van l lans
Hermaun was de zanger in zijn element. Z,j zijn bij
zonder goe l voor de scemgeschreven ui luterst
dankbaar voor het p ibliek. De musicus echter
vraagt zich af. of er geen di^peren, rijkeren
indruïteweeg had kunnen georecbt worden,
indien de pianopartij meer symphonis<;h ware
benandeld. T iaiH kan men zich niet
ontvemze.a dat de liederen n el wat oppervlaikig
waren getoonzet. Voor de stem < c.iter liggen
zij goed en dat is ten minste ietj.
ie heer Heineman verdient rib r gehoord
te worden ia eeu oratorium, of anders in
een werk van g'oolereu stijl. Dati-in zal zijn
t tlent bu;teagewo m goei tot zijn recht
komen. ANT. AVKUKAMP.
All Gattiliag. ,,frn Jjüifl NU LUle"
III. f.SVü.').
De re; ks is uit eraird de liefst gekozen
vorm ter verzinneliking van een idee, die hare
gedaanten van waarneem oaarheid in vele
verscheid .-Hoeden eu legende.en heeft. De
overspanning (door de u idee; brengt de
tegendelen tot elkaar ; zij, de idee, heft ze in
hare eeiheil op, en netóónt deje eenheid.
G en jm'-iere vorm voor ean eenhei l van
tegendelei, die ied e werkhkheid, ook de ge
v oelswerklikhei l, is. laat zich denken, uaar
deze onderscheidend bmdr.
\ oor ik de reekse i bespreek gi ik aan
e,m di 3 in d,t 'rxit-k niet opgenomen werd,
niet voorbij. ,.K-n K-aus" verscheen in de
Ju:i-afleverm.r ]'ji3 van de XXe K u v. In
de Juli-011 ^vering van de volgende j largang
publiceerde G;i teling de cyclus Hemel en
Aarde". J k weet niet waarom dit gelicht
buiten dezen bun lel bieef. .V e licht werd hierin
een zekere eigenhei l van zijn we :en uitge
drukt waar fan de ver '.inneliking in an Ier te
versc'iijnen werk do >rgev ierd zal worlen.
Hoe dit zij, ik veroorloof m j de bedoel Ie
verzen hier m de la o ,'erwegen om een ieker
ge.-oelsverband met het voorafgaande eu vol
gende, dat niet e ontkennen H.
L'e eigenheden, die zich min of moer
verenkeld keubair m>ken in de kortere gedieh
tea, vinden wij allen in de reeksen weer,
maar te z:vneii in een nieuwe eenheid
opgelieven, de zic'a niet benoemen laat met
den naam van een der d elen. De verschei lene
elementen van dit d.chterschap zijn als 't
waie tot een hoger, alomvattend element ver
smolten. Men kan hier niet spreken van
beschrijvende of iinpres-sionistiese of cv
nbolistiese kunst., liet een is in het ander Miar
wel kan men spreken van fclioie jxx-zie, waar
de vereen ut, Hemel en Aarde" eri uit de
volgende reeksen blijken nagea eg volkó:nen
te /.yn.
De cycl is Hemel en Airde" be.JC'irijft
evenals De Galerijen van mijn S uart en
Vreugde'1 léven, Ie "en van den dealer,
geluk en sruatt en al wat van gevoel zijn
wezen heeft tussen d<e,;e uitersten. Dit leven
is wel eeüvou lig, maar een le;en van diepe
aandoening, aandoening van natnursohoon
en liefde een leven van diepe innerhke
ontroering ook, orrt;o< riig om idrëele open
baring, een leven dat ongewoon rijk zijh
t jon t in krachtige schone verbeelding.
Dit leven is \vel eenvoudig, zei ik, maar
wat wil dit eenvoud g" hier zeggen? Kr is
in het ni't-rl k gebeuren, waarvan deze dich
ter spreekt, r.i ??,* bizonder
mededelingswaardig. Deze ulteriike gebeuringen zijn, on zich
zelf, niet bizonder. Maar wat is eigenlik
opzichzeif wél bizonder; en vui'. is niet
bizon Ier in verhouding t j: wat anders? il Ie s,
ook het Fchijnoaur nie'igs'e, is b zonder?
wanneer het in relatie staat tot een buondere
mensenziel, en voor Goethe had ook het ge
net geloof was in een ander wezen, tegen
de angst, dat er een tij l zou kunnen ko.neu,
waarop zijn jongen zou vernemen, dat hij zijn
vrienden hal verraden voor dertig
zilverIhigen. Die goede hartelijke vrienden! Minnen
in wier brein nooit de mogelijkheid zou
kunnen opkomen, dat hij op het punt was
gewetsf, voor de verleiding te bezwijken, die
zich zojveel halden ont'.egd, en wier
vrouwen hen daarbij hadden geho'pen,
om hun grlocf in hem te bewijzen. Mannen,
aan wie, door de wijze waarop hun vertrou
wen, hun deelneming, hun aanmoediging
hem tot steun waren gefeest, de machine
bijna evenzeer toebehoorde als aan h t", n '/.elf'.
Hij sloop naar b nnen, toen de zou al vrij
hoog aau den hemel stond, om een blik Ie
werpen op den rustigen slaap van moeder
en kind. Een purperen lichtstraal scheen
door het venster op het dierbare tweetal,
en hij voel Ie, dat geen schiller ooit
goH«lijker lijnen en kleuren kon weergaven of
droomen zelfs. Ei toen trok bij de go-dijnen
dicht, ging naar de badkamer om zijn bad
te nemen, sloop, niet zijn sehoen-n in de
hand, naar otned 'ii, dront staande een kop
kollie en haastte zich toen naar de sta i en
de bank. Hij zou binnenkort weer thuis
komen, natuurlijk ; en hij -zou vour Lome
een arm vol witte rozen meebrengen, al KOU
dat hem zijn laa'sle ce:r kosten. Hijs uurde
Dane terug raar de vrouw, want dt- houd
was hem nageloopen. M.ssc lien was het il'cr
niet zeker er van, of hij hem wel ken ver
trouwen.
Er waren nog sleo'ols een paar bedienden
o'p liet kantoor. Sl.'.vris ,n n;-.oi hu istig ?. .-liuv
particuliere papieicu uit zijn lessonaar en
imaldti een k ein patje te voorschijn, dat in
de brandkast was opg-.birgen ilrii; of',ier
j ell'ecïen en zijn ie ;ens*'erzekent)gpo!is. Hij
was juist be'.ig een en ander in een
binirenI z'k te bergen, eii niet een weemoedig :if
| n'heidsgevoei het wel oekciuie vertrek loiid
te kijken, toen do. prusi leut hmstig
hiiun'.utrad, zooals liet zijn gewoonte wa<, en in 't
voorbijgaan den beer Harrison verzoc.it, hem
te volgen.
Het <!o3t mij oleizier j« hier te. zien,
j Harrison', zeide di heer Maulffcrer. ..Ie
j aanweziglrei l hier doet mij veroiul -rsteilen,
dat je mijn voorstel aanneemt. \Vij kuanen
dus....'
Xeen, nrjuheer Mau'evener", antwof'i'd.le
Harrison, zich hoog oj)richtende en met een
gelukkigen glans in zijn blau«e oogeii. Het
was een groote verleiding. En ik wil eerlijk
bekennen, dat ik bijna er voor ben bezweken.
Maar ik uioet mijn woord houden,
mijnringste buitengewone b3langrijkheid, ooadat
in Goethe's psyche het gei iugste verschijnsel
opgeheven werd tot deel van een belangrijk
wezen. Gutteling is geen Goethe, maar dit
heef, hij met hem en met andere ware dich
ters gemeen dat, voor de gewonen mem
onbelangrijk gesproken dingen, in zijne ge
sprokenheid een bizonderen schijn verkrijgen.
Zie een wolk. Wat is alledaagser dan een
wolk. Maar hoor in The Cioud" wat Shelley
in een wolk ziet Nuclrer gesproken zeggen
de vjlgende vereen iets zeer gewoons, maar
in de klank en in de ritmen van dezen dichter
ontsluiten zij een ruimtelooaheid van
ontroeiini ie slechts z.ér weinige verzen mogen
evenaren
Maar meer werdtgij wier blonde haren zwierden.
Om 't lachend hoofd, als de avondwind ?an zee
Ons, arm in arji den duinrand langs, otuglee
Waar purpren ranken onzen voet omslierden.
Een donkre gloed brandde op het - evend blauw,
In s'.il e plassen kwijnde 'i als in oogen,
Wijl op de zandbank nn?u ven onbewogen
Hoogpootig stonden in dien lic Jlglans grauw.
En wijl wij trad.en waar het rimplend schuim
De sc'ielpji* rïtslea deed in donkre voren
Za^en weomhoo^eensterre '[ blauw doorboren
En blank de maan opstijgen van het duin.
Leende u v gelaat niet d >odstil aan mijn hart?
Voor eeuwig" suizelde in 'c ged oom der
winden
O heiige vrouw die mij zoozeer beminde
Dat gij me onttoogt aan al mg'azond; en smart.
Omdat de aandoeningen hier geen gewone
impressies zijn, om lat de dichter hi-ir niet,
mooi en glad, zoveel uitgeeft als hij ia zich
opnam, zij het dan al m 't toevoeging, in
versbewogenbei l, van geuioedsontroering om die
schoonheid; maar omdat die purpre ranken '
die ,,s ille p'assen" die onbewogen
hoigpootige, grauwe meeaven" en dat heelal van
sterren en planeten, verbeetdirtgen zijn,
z'nnel'ike pr -ij f dies van p<ji ;kies lev n, b^eld van een
m'nsni:iel.
En wanneer de dichter zijn dorp aan zee,
verlaat voor de stad, dan geeft hij ons zijn
aanloeningen ook van dit voor hem nieuwe
en snurtehk-e leven niet minder ruim en
scherp weer. Jk wil hier twee tegendelen
neven elkaar zetten: (XXe Eeuw. X; 3; 50)
In de achterbuu "t vloeit langs den steenen wal
Het zwarie water naar een ronde sluu.
Verwaarloosd krom, rijen zich nuis aan huis,
Maar door een raam klinkt vr«olijk zanggeschal.
Voor de verzakte ramen grijs en bruin
Kwijnen nog plantjes in een rooien, pot.
Van menig luik waggelt het houten schot
In de verroeste bouten dwara?eii,1*ïhuin.
Diar schiet een schaar van bon*e melden wild
Een steeg uit. Djor een kroegraam walmt de
damp.
De deur vliegt op, en juichen en gestamp
Klinkt hel, waardoor 't geschreeuw vari wijven
gilt.
En weer is 't stil. De huizen bleeken goor.
Een kat kruipt lang- eau goot met rekkend lijf.
De <\ik ligt op de stra'en zwart en s'ijf.
Lompe' aaa een touw zwieren de stegen door.
en blz. 5(3:
De linden suizlen in de omhein Ie tuinen
\Vaur witte bloempjes lloukren in de perken.
Schuw nu wij naadren spreidt een inusch haar
vlerken
En vliegt in twijgen waar de bladers bruinen.
Ia 't geel koujn ligt opgerold een poes.
In 't bruine vel kaatst g-oen en blauwe hemel.
lij tilt den kop en met een g:md gewemel
Blinkt ion in de oogen slaaprig nizijnroes.
Een enkel vrouwije, blikt door k'eine ruiten.
Met wi.te mu*.!- om 't gelende gelaat.
Geel zijn de steentjes van de schooue straat
Vlak naast het hout waar hooge vogels tiaiten.
De grijze gevels punten in het blauw.
Mid Ie' in 't gewoel der stad, schoon en verlaten
Kust z vijgend 't hofj-e met zijn stille straten
Zju groene bjomen en zijn huisjes grauw.
Laat men, evenwel, hier niet van schone
en voorname impressies spreken. De/e vereen
beer, -- ik wensch geen verandeiiug tes
in mijn oorspronkelijke plannen."
Wat! Moet ik daaruit opmaken, dat... ."
...Ia zeker, mijnheer."
lv>ni, kom,' zeidd de president, terwijl
hij zich uit zijn overjas werkte, en in a! zijn
zakken zocht naar zijn sleutels. Dat is al
te dwaas! D.tarover moeten we nogeens pra
ten. Je kunt onmogelijk vast besloten zijn."
Volïomen vast besloten, mijnheer
Mauleverer."
Hoor eens, Harrison, dat gaat niet aan.
Ik kan ni-t toelaten, dit je jezeli op die
manier in het licht &taa'."
..Het is weikelijk vergeefsche moeite ?
dat wil zeggen neemt u mij niet kwalijk
maar" en Harrison begon als n^ar gewoonte
te s otteren en te blozen maar inijn
besluit staat werkelijk onheiroepelijk vast. '
...loliffe Harrison", zeide de president, en
hij liet zich in zijn stoel vallen en wreef zijn
hoofd, totdat het glom, terwiji zijn gelaat
straalde van genoegen. Wij zijn met een
huitaarntje aan het zoeken geweest naar een
eejlijk man, naar een eerlijk man, die wij
een positie van groot vertrouwen wenschten
toe te vertrouwen. Eu ik geloof, dat wij hem
hebben gevonden! Ik heb je rnachineije niet
i:oG(lig, hoewel wij het waarschijnlijk wel
(lege ijk zouden hebben genomen, als je op
ons aanbod was ie gegaan. Maar we zu'len
je net zooveel crediet geven, a's je maar
hebben wilt, om het aan de markt te brengen'
Maar je znli niet veel noodig hebben. Want
j je zu't voortaan zelf een aardig duitje kunnen
? overleggen een mooi salaris eii mooie
vii,it uitzichten. Waarachtig -- een eerlijk
: :nan is een heeleboel geld waard! En laai
ons r n overgaan tot de details."
Mijnheer Muileverer," zeide Harrison,
ik hoop, dat u 't mij niet zult kwalijk nemen,
maar dit is genoeg voor n dag. Ik
njo-'t -- ik moet naar huis en het aan
l.o'.iie veitelien. Mijn kleine jongen. ..."
Maar hij kon niets meer zeggen. En de
ii.-e.-Ment duwde hem het kintoor uit, en
j hij <_'ing naar huis niet beide armen vol rozen.
En dien avond was zijn vrouw, onbewust
van iien doorgemaakten strijd, zooveibaasd,
alsof hij haar als een nieu we ontdekking had
uieeg:-dee!d, dit de hemel blauw was als het
mooi weer was, toen zij hem In zijn slaap
hooide mompelen: Goddank, dat Jolly's
\ad-jr een eerajk man was", terwijl Dane,
buiten de kamer, bromde, alsof iemand dat
in twijfel hal willen trekken.