De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 27 oktober pagina 2

27 oktober 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M S T K R D A M M K R WE E K B L A D V O O il N E D E R L A N D. 1583 e onderwijzers strijden voor de republikeinsche school. Bij de goêgemeente sshijnt dit enkele woord nog steeds allerlei griezelingen op te wekken van revolutie en koningsmoord. Zij meent dus op zijn »instïdat de onierwijzers het op't bestaan ?n 't leven der hoofden gépiunt hebban. Toegegeven kan worden, 'dat het praedieaat republikeinsch niet precies uit drukt, wat de Band wil: republikeinsch en democratisch zijn immers geen syno niemen. Als strijdleus is de korte om schrijving echter zeer goed bruikbaar, mits m/en niet uit 't oog verliest, dat er deze beteekenis aan gehecht moet worden: De regeling van de school saken enz. 'moet worden opgedragen aan het geheele perroneel eener school, en niet aan het hoofd alleen. Natuurlijk heeft dan de school voor een hoofd in de tegenwoordige beteekenis geen plaits meer. Hij wordt onderwijzer met de anderen en samen stellen zij in g o u v e rnerende, besturende schoolvergaderin gen vast hoe de schoolzaken goregeld zullen worden. Om aan de wenwhen van den Bind tegemo3t t) komen, zou artikel 21 van de onderwijswet moeten luiden : De regeling der schoolzaken geschiedt door het personeel der school, en zoo de regeling voor meerdere scholen gelijkelijk werkt, door de personeeïeu dier scholen gezameülyk onder goedkeuring van Bur gemeester en Wethouders en van 'tRijkst 'h ooitoezicht, lerwijl artikel 23 met deze redactie in over«enstemming zou moeten worden gebracht. * * Bij meerderheid van stemmen zal dan worden uitgemaakt, welke methodes gevolgd zullen worden, welke boeken zullen worden gebruikt, hie-de leerstof o ?er de klassen zal worden veideell en s. Dan zal dus rezeeren de veel gesmade helft-plus-én en zeven zullen zich bijv. moeten onder werpen, aan wat acht beslissen. Haar nu dan? Nu kan het voorkomen, «lat het hoofd een beslissing neemt tegen «Je meening van veertien in en dat deze kich daaraan onvoorwaardelijk moeten iouden. Of dat beter is ? Er is toch zeker in den regel meer kans, «lat een meerderheid de juiste beslissing isepmt, dan dat die aan een wordt over gelaten. ? De werkers in de school, d. z. de klasseenderwijzers, eischen hun gerechte deel op in de regeling van hun werk. Wie demo«raat is, moet hen daarin steunen en zeker is het, dat de oplossing, van deze kwestie aan de dem >cratie blijft overgelaten. Gelijk de a'rbeiders eenmaal medezoggen?chap zullen eischen en verkrijgen in het fcestuur van werkplaats en fabriek, zoo «ischen de onderwijzers dit reeds sinds tal Tan jaren voor hun werk. Geen twijfel mogelijk of hun eisch wordt ingewilligd, ?wijl hij ligt in de richting der democratie. / In 't belang van ons onderwijs is het te lopen, dat het niet lang meer zal duren, emdat het eerst dan ten volle van de kennis, de ervaring,en het inzicht van allen zal yrofiteeren. C. TIIOMASSKX. MM ia ie Hooflstad, Niet in die mate boeiend als zijn Serenade roor dubbel orcheat op. 95. maar toch niet ainder interessant is Max R»ger's opus L00: Jolly's Soar hel Engelscli, vanHarriet Prescott Spoff jrd III. (Slot.) Natuurlijk, wanneer hij in Mauleverei's gezelschap aan het schatten verdienen was, lo-i hij, zooals de presilent ook al had gezegd, in staat zijn, ieder van zijn buurvrienden »lles te geven, wat zij ooit van de machine »lden verwacht. De moeilijkheid was, dat »?$ het niet zouden willen aannemen. Wat »en beroerde boel', zeide Harrison in zich lelf, lerwijl hij uitvoerig zijn voeten veegde op d) ijzeren mat vóór de deur. Ik ben een «ranoozele g«k geweest. Toen ik mijn woord faf, wist ik niet wat ik deed. 't Was een idiotenstreek Een mensch is niet verplicht ten belof e te houden die hij gegeven heeft, loen hij niet wist wat hij deed. Als ik maar «enige kans zag, mij eruit te redden ! Maar kinnen de vier-en twintig uur! Woensdag lomt Denrjy weer terug. Hm... een tamelijk gevaarlijke reis, die hij maakt L.. Als hem «ens iets overkwam?" Met een schok richtte hij zich op, den hond wegduwend, plotseling bevreesd voor de groote zachte oogen. Wat in 's hemels naam had hij daar gedacht? "Wat in 's hemels naam of in naam van die andere plaats bezielde hem ? Hij hield op met het vegen van zijn voeten en gin? naar binnen. Maar toen hij de deur achter ch dicht deed, had hij een gevoel alsof hij »ooe7en een massa geld hal verloren. Kleine Jolly, in de armen van zijn moeder, «tond gereed om lachend en juichend van achter de deur op hem af te spreken. Zij hadlen naar hem staan uitkijken voor bet tenster, in het roode licht van het vuur. En «r volgde een groote stoeipartij met d^n ileinen jongen, wiens wangen gloeiden als donkere rozen. En toen werd alles rustig, «n of hy er al of niet voor in de stemming ?was, trachtten hij en Louie ket kind met »jn gebroken woordjes een avonlgebedje te leeren opzeggen. Harrison zat een tijd lang somber in het 'rmir te staren uadat hij weer beneden was Stomen. Toen Louie ook weer binnen kwam jat hij berekeningen te maken op losse vel letjes papier, die hij daarna met een boos gezicht in den haard gooide. Onder het eten itas hij stil en verstrooid en hij ging vroeg «aar zyn werkkamer. Zoodra hy het licht Variationen uad Fuge uber ein lustiges Taema von Joh. Ad. Hiller. Reger is zoo recht de m^n voorden variatievorm Zgn enorm contrapunctisch kunnen stelt hem in staat de meest koene, ja gewalgde polyphonie aan te wen ien, m lar ook zyn phantasie ij verbizend groot; want on een thema zóp te wijzigen en te varieeren dit het telkens geheel nieuw schijnt scbijnt maar niet is, cUar de bekende roode draad va,n het thema steedj herkenbaar is omdat te kunnen is contrapuactiscje vaardigheid alleen niet genoeg, maar dient men zoov el Gastaltangskraft" aan den dag te leggen, dat daar tegenover het gebruik maken van een andermans thema geheel op den acatergrond treedt. Trouwens de grootste inees'ers hebben het vaak versmaa l bij het aanwenden van den variatievoraa, eigen the na's te ge bruiken. Het isjammer, dat in het p-o^ramonboek het the na niet afgedrukt was; dat zou vo )r het puo.iek grooter gemak opgeleverd Ineboen in hè; volgen van het hoogst gecompliceerde en daarbij zeer uitgebreide werk. R-ger heeft iooveel mogelijk gestreefd na*r afwisseling, doch die heeft hij meestal wi'iea ranb-engenin de keuze dir te;n;ji of in d-n aard der beveging,; Zoo scuryft Lij voor Allegro, Andante iSostenu o, Vivace, i'resto, Audante con moto, Allegro con spiiito enz. Wanneer het oor af en toe meer rust had kunnen vinden; d.w.z. indien Let inodulatorische element hier en daar nvnder sterk op den voorgrond getreden was. dan geloof ik dat de toehoorder minder het g-voei van lengte zoi hebben ondervonden dan thans feitelijk het ge?al geweest is. Doch dit daargelaten, kan men niet anders dan de grootste bewondering hebbi u, ^ o >r de enorme virtuositeit waaroieie tijger meestt r is in h )t rijk der tonen. Zjn modulatiëa staan in nauw verbind niet zijn stijl ea, k ijgt men wel eens den weinch naar ru^t, nooit heeft men het gevoel dat htt modu'a orisch ele ment er gedwongen bij gehaald is. Verbluffen! is ook het kleurrijke palet waarover Reger beschikt. De vermenging zijner kleuren, vjoral tenge'olge van de aan wending zijner houten blaasinstrumenten, is verrassend van coioristüche levendigheid; .naar ook in zijn strijkinstru nea'en, wendt hij nog ( ens aan het tegelijkertijd spelen van een gedeelte der instrumenten met, en een ander zonder sourjines, zooalg hij dat in 4jne Serenale gedaan heeft. Van groot inlicht getuigt ook de af wisseling in de rhythmiek. Al deze varieerende eigenschappen maken Reger's compositie voor den musicus hoogst belangrijk. De tweede variatie in walstempo, de zesde in menuetvirm met zoowaar een Trio, en de achtste schijnen mij de interessantst e. Ook de elfde, die onmiddellijk aan de Fuga voorafga vt, met haarorgelachtigien klank, maakt indruk. In do fuga kan Keger weer eens zoo recht zijn hart ophalen aan het samenstellen van ingewikkelde polyphone problemen. Toch is de expositie iieel klaar n daidelijk en de c imax praciitvol, zoodat men aan het eind den in Iruk krijgt met een waarlijk buitengewoon werk kennis gemaakt te heöben. De uitvoering was meesterlijk; zij legt ge tuigenis af van de pracüsche manier van. weiken die bij ons orchest gevolgd wordt, zoowel ais van de intelligentie der orchestledeii en het groote ta'ent van den heer Mengelberg, om dergelijke nieuwe en ge compliceerde compositlëa bij een eerste au li ie reeds klaar voor het oor van den toehoorder te ontwikkelen. Een ding vind ik jamn«r, n.l. dat de heer Mengelberg, tu<sclaen elk der variatiën een zoo buitengewoon lange fermate" maakt. Vroeger heeft mij dit reeds bij andere werken van dien aar i ge hinderd, maar nog nooit zoo erg als thans. De beide werken die aan Keger's compo sitie voorafgingen, waren do jr hun bevat telijkheid wel geschikt 'ie aandacht voor R-"ger frisch te houden. Mendelssohii's heer lijk geniale en prachtig klinkende Sommwernachtstraums ouvert : re toch is niet moei ijk iMiiiiiMmiiiimimiiiiiimimimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiitfiEiiiiiiiM had opgestoken, was het hem, alsof de machine hem aankeek als de een of andere kleine demon, in etaat tot het produceeren van geld. waarvoor nij zijn ziel had verkocht. En het ding stond d.iar en staarde hem aan, totdat een koude rilling hem o/er den rug liep. Maar ? geld wa.s geld; het vertegen woordigde macht, genot, al de koninkrijken der aarde. Bij alles wat heerlijk is" riep hij hierop uit vóórdat hij de kamer verliet, ik ben niet van p'an me als een gek aan te steden! Ik zal Maule/erer's aanbod aannemen! En dan zal ik later wel zien, wat ik voor rnijn vrienden kan doen". En dat hij vast en rustig sliep kwam doordat de worsteling tusschen tegen strijdige gevoelens hem halden afgemat, en doordat hij Dane niet hoorde huilen tegen de maan. Het was uren later, toen in het holst van den nacht, Harrison en zijn vrouw rechtovereind in bel zaten, wakker geschrikt door een akelig geluid, dat door het stille huis weergalmde, het geluil van des kleinen Jo'.ly's ademhaling, hijgend en kreuneuii in een aanval van croup. Naar een dokter te vliegen, na eerst een buurvrouw Mevrouw Mnrray?te hebben verzocht, bij Louie te blijven zoo lang hij er niet was, scheen het werk van een aur te zijn, hoewel het misschien geen drie mi nuten in beslag nam. Weer terug, het kind stoom laten inha'.eeren, telkens een thee lepeltje vol van een braakmi Idel in het lieve mondje gieten, een even groote marteling voor het kind als voor de ouders, door welke eindeloose eeuwigheden tcbenen de trage uren van den nacht en den dag zich voort te slepen! En in de tus-chonpoozen, als er niets te doen was dan in vreeselijke spanning wachten, lag de jorge nian op zijn knieën naast de moeder, zijn arm om den gebo gen hals geslagen, zijn hoofd op h lar schouder rustend, met gesmoorde stern snikkend; O mijn arme vrouw, mijn lieve Louie!'' Of bij dep in koortsachtige onrust heen en weer door de kamer, half gearticuleerde smeekbeden uitend nu eens den Hemel tartend, dan wc;r zijn leven aanbiedend voor dat van kleinen Jolly. Zijn buren liepen in en uit, aanbiedende de ouders af te lossen bij het bedje, eten en drinken brengende, het vuur aanh 'udende, met hem mee heea en weer loopende, trach ten Ie zijn gedachten af te leiden, aanoooedigend, troostend, op alle mogelijke wijzen helpend, toonende dat zij zijn verdriet voel den, alsof het hunne was terwijl Dane voortdurend met hen meeliep. Hun belang stelling in kleinen Jolly was zoo iets als zij hadden kunnen voelen voor den een of an te volden ; evenmin het concert van Goltermann, dat al reeds begint te verou leren en waarvan de hegr Gerard Hekking n deel met wonderbaar nobelen toon en oage venaarde distinctie weergaf. De anle,-e werken hoorde ik niet meer; voor my was Reger's nieuwe opus de hoofd zaak. Het strekt ons orchest tot eer, dat weinig weken na het in druk verschijnen van dit werk en slechts een paar dagen na de Urauflürirung" te Keulen, het hier ree is ten gehoore werd gebracht. De dames Henriette R >11 en Anna RisRoll hebben een zeer veid enstelijk werk gedaan door een an lere nieuwe compositie van Reger Tntroduktion. Pafsicagha und Fuge'' op.üj voor twee piano's, voor het eerst in ons land ten gehoore te brengen. Helaas was ik door amtt-beiij;hedeu ver hinderd deze belangrijke uitvoering bij te wonen, en kan is dus slechts op g^zag van anderen zeggen dat ook dit werk den indruk actiterliet dat R-ger, mistchien meer dan ieder ander liedend lagsch componist, de polyphone sc'irijlwijze spe enderwijze be.heers^ht maar tevens dat zijn opu> 9 j reui-achlig moei lijk is weer te ge'en, docii voorts die moei lijkheden door die beide da-nes tcuitterend werden o^erworren. lu plaats van de vroegere kamer.nuiiekavonden van Toonkunst, wordt ons dit jaar een serie van zes Eiesch-Köatgen-avo.iden gebo Ien, rne.t medewerking van in- en uitheern-che kunstenaa-s. De ejrste d.er avonden Vind Zaterdag 1.1. p'aats. Daarop werd uitgevoerl ten s-nite van Grieg in c. kl. terts, op. 45, een werk dat ons den betreurden Xoor:chen componist van zijn bem'nnehjkste zijde voor den geest bracht. Wel treedt in deze soi.ate htt typisch Noorschs e'en,e U niet zoo sterk op den voor grond als bij andere zijner werken, doch men mocht te>jh dankbiar genieten van den frisschen melo liëustroooo. die der s mate eigen is. De prachtige vertolking der heeren Flesch en Köalgen zal wel door alle aanwe'-igen opgevat zijn als een stille hu de aan den pas ontsla] ea meester. In het tweede deel introduceerde de heer Fiesch bij ons een jong otuponitt van R >emeen-<chen bloede, die in IV.tijs zijn ttuohëa gemaakt beeft, ni. Georges Enesco. Het was een viool-sonate, waarin hij bhjs gaf van een onmiskenbaar talent, dat alleen nog w at meer bezonken zal moeten zijn, om de Ecbconste vruchten af te werpen. De componist heeft niet bij uitstek er naar ge.-treefd den kla-sieken sonatevorm te be oefenen ; hij heeft veeleer st- inmingsmuziek wiliea geven en daarin is tiij vokomen ge slaagd. Gelijkmatig eri in rustige beweging ^ait het eerste tnema elaarheen; slechts weiLig onderbroken door een tusschen un van eenigssins ander kaïa'tte'. Het slot van het eerste deel k inkt zeer stemming!-vol uit. Het tweede c'eel lijkt mij het best geilaigd ; het is een Audaute van melolieu* gehalte, waai bij de rhythmui zeer goed het vage drojmerige karakter a;'.u he-t geheel rt-ef , dat den componist blijkoaar voor den geest heeft gezweefd. Het I'ma'e is een levendig Allegro niet een aiooien schwungvo Ien middensat:, die een weldadige warmte ui.strialt Het werk en den componist werden levendig toegejuicht. Zeker zal de heer Eaesc ) ingenomen zijümet de vertoUing van den heer Fie ch Zju eig"ii pianospel is degelijk, maar toch kenmerkt hei zich niet door een bij'.onJer mooiea aanslag, hetgeen eigenlijk niet te verwonderen is, als men weet dat de viool 's heeren Enesco's hoof.iinstruai^Lt is. De heer Alex Heineuiann, baritonzanger, uit Berh n, luisterde den avond op met eenige zangvoordrachten, lied-ren vaüSchubert en van den thans levenden componist Hans Llermann. De heer Hcinemann heeft een krachtige bas bariton, met groot uitdrukkinu'svermogeu. Zjn m-'zza ruce is prachtig ontwikkeld, doch de overgang daarvan naar het furie laat te wenschen; dan klinkt de stem wel eens droog en heesch. De groote zaal is wellicht deren zeldiamen vogel, die in hun midden komen n-eerstrijken m'sschien wel, omdit zjj een dergelijk gevoel hadden ten opzichte van Jolly's vader. De grauwe trooitelooze morgenschemering, de lange dag met zijn onbarmhartiger], gevoeüoozen blauwen hemel waren overgedaan in onverschillige avondschemering, vóórdat Jolly's vader weer verlicht ademhaalde. Toen hij zich over het bedje Leenboog bid de kleire joagen zijn armpjes uitgestrekt en om zijn valers hals geslagen en had zijn gezichtje verborgen, zooals hij placht te doen als hij bang was, en was in een beerlijken rustigen slaap gevallen, terwijl het huis stil en kil werd als de dool ze f. Het duurde langen tij i, voordat de vader kleinen Jolly eindelijk neerlegde, zijn uitgeputte vrouw kuste, en zich terugtrak in zijn werkplaats, schreiende als een kmd, terwijl Dane hem volgde en met hem zij a stem verhief. Harrison had niet den tijd zijn tranen te verbergen toen een paar van zijn vrienden door de buitendeur de werkplaats binnen kwamen. Je hoef, je er niet over te s;lanen, jongen," zeide Murray, ik he'o het zelf ook doorgemaakt. Toen t'ete. . . ." En in mijn geval wist ik het niet," zeide Carter. Maar de blijdschap achterna woog wel op tegen de ellende." Ik heb d-e b'ijdschap nooit gehad," zeide Green op zachter toon dan gewoonlijk. En llarrison stak hem de hand toe eu drukte die zwijgend. Zij gingen spoelig weer weg, en Dane ging met hem mede. Maar Jo'.ly's vader merkte het ternau vernood Hij zat daar, eu luisterde naar de stilte van den nacht totdat de mor genster naar binnen keek als een wenkende geest. Het scheen hem toe, als of hij einde looze ruimten doorgetrokken wa-s als jf alles en alles andere afmetingen had gekregen, zich onder een ander aanzicht aan hem voordeed. Eén ding slechts was gelieven, wat het was Jolly. Als Joliy eet s gestorven was en, uitdeude naar zijn vader, hè,n ha l gevonden, zooils hij Dinsdagavond was geveed' lv-n schepsel, dat ziju recht op den Lernei had prijsgegeven terwille van uilerlijken glans eu zinnelijke lusten een laag rart ge verrader! M.iar uu had hij de vuurproef doorstaan, gave God, dat al het onedele metaal daarbij was weggebrand! De jongen zou in leren blijven, hij moest tot het laatst toe zijn vader vialen, zooals hij hem van het begin af had geloofd te zijn. Geen schatten zouden kunnen opwegen tegen bet voortdurende besef, dat het geloof van zijn jongen in hem beter geschikt voor het orgaan van den zanger. Met Schubert's Erlkönig" wist de heer Heiuemann een grooten indruk te maken Minder goed gelukte hem Litan>-y"; dit leere, fijne stukje verdraagt geen oosleepea van deu toon ; elke toonaanzet moet hier met de grootste distinctie plaats hebben. VVohin" daarentegen was weer zeer wed ?an uitdrukking. In de zes liederen van l lans Hermaun was de zanger in zijn element. Z,j zijn bij zonder goe l voor de scemgeschreven ui luterst dankbaar voor het p ibliek. De musicus echter vraagt zich af. of er geen di^peren, rijkeren indruïteweeg had kunnen georecbt worden, indien de pianopartij meer symphonis<;h ware benandeld. T iaiH kan men zich niet ontvemze.a dat de liederen n el wat oppervlaikig waren getoonzet. Voor de stem < c.iter liggen zij goed en dat is ten minste ietj. ie heer Heineman verdient rib r gehoord te worden ia eeu oratorium, of anders in een werk van g'oolereu stijl. Dati-in zal zijn t tlent bu;teagewo m goei tot zijn recht komen. ANT. AVKUKAMP. All Gattiliag. ,,frn Jjüifl NU LUle" III. f.SVü.'). De re; ks is uit eraird de liefst gekozen vorm ter verzinneliking van een idee, die hare gedaanten van waarneem oaarheid in vele verscheid .-Hoeden eu legende.en heeft. De overspanning (door de u idee; brengt de tegendelen tot elkaar ; zij, de idee, heft ze in hare eeiheil op, en netóónt deje eenheid. G en jm'-iere vorm voor ean eenhei l van tegendelei, die ied e werkhkheid, ook de ge v oelswerklikhei l, is. laat zich denken, uaar deze onderscheidend bmdr. \ oor ik de reekse i bespreek gi ik aan e,m di 3 in d,t 'rxit-k niet opgenomen werd, niet voorbij. ,.K-n K-aus" verscheen in de Ju:i-afleverm.r ]'ji3 van de XXe K u v. In de Juli-011 ^vering van de volgende j largang publiceerde G;i teling de cyclus Hemel en Aarde". J k weet niet waarom dit gelicht buiten dezen bun lel bieef. .V e licht werd hierin een zekere eigenhei l van zijn we :en uitge drukt waar fan de ver '.inneliking in an Ier te versc'iijnen werk do >rgev ierd zal worlen. Hoe dit zij, ik veroorloof m j de bedoel Ie verzen hier m de la o ,'erwegen om een ieker ge.-oelsverband met het voorafgaande eu vol gende, dat niet e ontkennen H. L'e eigenheden, die zich min of moer verenkeld keubair m>ken in de kortere gedieh tea, vinden wij allen in de reeksen weer, maar te z:vneii in een nieuwe eenheid opgelieven, de zic'a niet benoemen laat met den naam van een der d elen. De verschei lene elementen van dit d.chterschap zijn als 't waie tot een hoger, alomvattend element ver smolten. Men kan hier niet spreken van beschrijvende of iinpres-sionistiese of cv nbolistiese kunst., liet een is in het ander Miar wel kan men spreken van fclioie jxx-zie, waar de vereen ut, Hemel en Aarde" eri uit de volgende reeksen blijken nagea eg volkó:nen te /.yn. De cycl is Hemel en Airde" be.JC'irijft evenals De Galerijen van mijn S uart en Vreugde'1 léven, Ie "en van den dealer, geluk en sruatt en al wat van gevoel zijn wezen heeft tussen d<e,;e uitersten. Dit leven is wel eeüvou lig, maar een le;en van diepe aandoening, aandoening van natnursohoon en liefde een leven van diepe innerhke ontroering ook, orrt;o< riig om idrëele open baring, een leven dat ongewoon rijk zijh t jon t in krachtige schone verbeelding. Dit leven is \vel eenvoudig, zei ik, maar wat wil dit eenvoud g" hier zeggen? Kr is in het ni't-rl k gebeuren, waarvan deze dich ter spreekt, r.i ??,* bizonder mededelingswaardig. Deze ulteriike gebeuringen zijn, on zich zelf, niet bizonder. Maar wat is eigenlik opzichzeif wél bizonder; en vui'. is niet bizon Ier in verhouding t j: wat anders? il Ie s, ook het Fchijnoaur nie'igs'e, is b zonder? wanneer het in relatie staat tot een buondere mensenziel, en voor Goethe had ook het ge net geloof was in een ander wezen, tegen de angst, dat er een tij l zou kunnen ko.neu, waarop zijn jongen zou vernemen, dat hij zijn vrienden hal verraden voor dertig zilverIhigen. Die goede hartelijke vrienden! Minnen in wier brein nooit de mogelijkheid zou kunnen opkomen, dat hij op het punt was gewetsf, voor de verleiding te bezwijken, die zich zojveel halden ont'.egd, en wier vrouwen hen daarbij hadden geho'pen, om hun grlocf in hem te bewijzen. Mannen, aan wie, door de wijze waarop hun vertrou wen, hun deelneming, hun aanmoediging hem tot steun waren gefeest, de machine bijna evenzeer toebehoorde als aan h t", n '/.elf'. Hij sloop naar b nnen, toen de zou al vrij hoog aau den hemel stond, om een blik Ie werpen op den rustigen slaap van moeder en kind. Een purperen lichtstraal scheen door het venster op het dierbare tweetal, en hij voel Ie, dat geen schiller ooit goH«lijker lijnen en kleuren kon weergaven of droomen zelfs. Ei toen trok bij de go-dijnen dicht, ging naar de badkamer om zijn bad te nemen, sloop, niet zijn sehoen-n in de hand, naar otned 'ii, dront staande een kop kollie en haastte zich toen naar de sta i en de bank. Hij zou binnenkort weer thuis komen, natuurlijk ; en hij -zou vour Lome een arm vol witte rozen meebrengen, al KOU dat hem zijn laa'sle ce:r kosten. Hijs uurde Dane terug raar de vrouw, want dt- houd was hem nageloopen. M.ssc lien was het il'cr niet zeker er van, of hij hem wel ken ver trouwen. Er waren nog sleo'ols een paar bedienden o'p liet kantoor. Sl.'.vris ,n n;-.oi hu istig ?. .-liuv particuliere papieicu uit zijn lessonaar en imaldti een k ein patje te voorschijn, dat in de brandkast was opg-.birgen ilrii; of',ier j ell'ecïen en zijn ie ;ens*'erzekent)gpo!is. Hij was juist be'.ig een en ander in een binirenI z'k te bergen, eii niet een weemoedig :if | n'heidsgevoei het wel oekciuie vertrek loiid te kijken, toen do. prusi leut hmstig hiiun'.utrad, zooals liet zijn gewoonte wa<, en in 't voorbijgaan den beer Harrison verzoc.it, hem te volgen. Het <!o3t mij oleizier j« hier te. zien, j Harrison', zeide di heer Maulffcrer. ..Ie j aanweziglrei l hier doet mij veroiul -rsteilen, dat je mijn voorstel aanneemt. \Vij kuanen dus....' Xeen, nrjuheer Mau'evener", antwof'i'd.le Harrison, zich hoog oj)richtende en met een gelukkigen glans in zijn blau«e oogeii. Het was een groote verleiding. En ik wil eerlijk bekennen, dat ik bijna er voor ben bezweken. Maar ik uioet mijn woord houden, mijnringste buitengewone b3langrijkheid, ooadat in Goethe's psyche het gei iugste verschijnsel opgeheven werd tot deel van een belangrijk wezen. Gutteling is geen Goethe, maar dit heef, hij met hem en met andere ware dich ters gemeen dat, voor de gewonen mem onbelangrijk gesproken dingen, in zijne ge sprokenheid een bizonderen schijn verkrijgen. Zie een wolk. Wat is alledaagser dan een wolk. Maar hoor in The Cioud" wat Shelley in een wolk ziet Nuclrer gesproken zeggen de vjlgende vereen iets zeer gewoons, maar in de klank en in de ritmen van dezen dichter ontsluiten zij een ruimtelooaheid van ontroeiini ie slechts z.ér weinige verzen mogen evenaren Maar meer werdtgij wier blonde haren zwierden. Om 't lachend hoofd, als de avondwind ?an zee Ons, arm in arji den duinrand langs, otuglee Waar purpren ranken onzen voet omslierden. Een donkre gloed brandde op het - evend blauw, In s'.il e plassen kwijnde 'i als in oogen, Wijl op de zandbank nn?u ven onbewogen Hoogpootig stonden in dien lic Jlglans grauw. En wijl wij trad.en waar het rimplend schuim De sc'ielpji* rïtslea deed in donkre voren Za^en weomhoo^eensterre '[ blauw doorboren En blank de maan opstijgen van het duin. Leende u v gelaat niet d >odstil aan mijn hart? Voor eeuwig" suizelde in 'c ged oom der winden O heiige vrouw die mij zoozeer beminde Dat gij me onttoogt aan al mg'azond; en smart. Omdat de aandoeningen hier geen gewone impressies zijn, om lat de dichter hi-ir niet, mooi en glad, zoveel uitgeeft als hij ia zich opnam, zij het dan al m 't toevoeging, in versbewogenbei l, van geuioedsontroering om die schoonheid; maar omdat die purpre ranken ' die ,,s ille p'assen" die onbewogen hoigpootige, grauwe meeaven" en dat heelal van sterren en planeten, verbeetdirtgen zijn, z'nnel'ike pr -ij f dies van p<ji ;kies lev n, b^eld van een m'nsni:iel. En wanneer de dichter zijn dorp aan zee, verlaat voor de stad, dan geeft hij ons zijn aanloeningen ook van dit voor hem nieuwe en snurtehk-e leven niet minder ruim en scherp weer. Jk wil hier twee tegendelen neven elkaar zetten: (XXe Eeuw. X; 3; 50) In de achterbuu "t vloeit langs den steenen wal Het zwarie water naar een ronde sluu. Verwaarloosd krom, rijen zich nuis aan huis, Maar door een raam klinkt vr«olijk zanggeschal. Voor de verzakte ramen grijs en bruin Kwijnen nog plantjes in een rooien, pot. Van menig luik waggelt het houten schot In de verroeste bouten dwara?eii,1*ïhuin. Diar schiet een schaar van bon*e melden wild Een steeg uit. Djor een kroegraam walmt de damp. De deur vliegt op, en juichen en gestamp Klinkt hel, waardoor 't geschreeuw vari wijven gilt. En weer is 't stil. De huizen bleeken goor. Een kat kruipt lang- eau goot met rekkend lijf. De <\ik ligt op de stra'en zwart en s'ijf. Lompe' aaa een touw zwieren de stegen door. en blz. 5(3: De linden suizlen in de omhein Ie tuinen \Vaur witte bloempjes lloukren in de perken. Schuw nu wij naadren spreidt een inusch haar vlerken En vliegt in twijgen waar de bladers bruinen. Ia 't geel koujn ligt opgerold een poes. In 't bruine vel kaatst g-oen en blauwe hemel. lij tilt den kop en met een g:md gewemel Blinkt ion in de oogen slaaprig nizijnroes. Een enkel vrouwije, blikt door k'eine ruiten. Met wi.te mu*.!- om 't gelende gelaat. Geel zijn de steentjes van de schooue straat Vlak naast het hout waar hooge vogels tiaiten. De grijze gevels punten in het blauw. Mid Ie' in 't gewoel der stad, schoon en verlaten Kust z vijgend 't hofj-e met zijn stille straten Zju groene bjomen en zijn huisjes grauw. Laat men, evenwel, hier niet van schone en voorname impressies spreken. De/e vereen beer, -- ik wensch geen verandeiiug tes in mijn oorspronkelijke plannen." Wat! Moet ik daaruit opmaken, dat... ." ...Ia zeker, mijnheer." lv>ni, kom,' zeidd de president, terwijl hij zich uit zijn overjas werkte, en in a! zijn zakken zocht naar zijn sleutels. Dat is al te dwaas! D.tarover moeten we nogeens pra ten. Je kunt onmogelijk vast besloten zijn." Volïomen vast besloten, mijnheer Mauleverer." Hoor eens, Harrison, dat gaat niet aan. Ik kan ni-t toelaten, dit je jezeli op die manier in het licht &taa'." ..Het is weikelijk vergeefsche moeite ? dat wil zeggen neemt u mij niet kwalijk maar" en Harrison begon als n^ar gewoonte te s otteren en te blozen maar inijn besluit staat werkelijk onheiroepelijk vast. ' ...loliffe Harrison", zeide de president, en hij liet zich in zijn stoel vallen en wreef zijn hoofd, totdat het glom, terwiji zijn gelaat straalde van genoegen. Wij zijn met een huitaarntje aan het zoeken geweest naar een eejlijk man, naar een eerlijk man, die wij een positie van groot vertrouwen wenschten toe te vertrouwen. Eu ik geloof, dat wij hem hebben gevonden! Ik heb je rnachineije niet i:oG(lig, hoewel wij het waarschijnlijk wel (lege ijk zouden hebben genomen, als je op ons aanbod was ie gegaan. Maar we zu'len je net zooveel crediet geven, a's je maar hebben wilt, om het aan de markt te brengen' Maar je znli niet veel noodig hebben. Want j je zu't voortaan zelf een aardig duitje kunnen ? overleggen een mooi salaris eii mooie vii,it uitzichten. Waarachtig -- een eerlijk : :nan is een heeleboel geld waard! En laai ons r n overgaan tot de details." Mijnheer Muileverer," zeide Harrison, ik hoop, dat u 't mij niet zult kwalijk nemen, maar dit is genoeg voor n dag. Ik njo-'t -- ik moet naar huis en het aan l.o'.iie veitelien. Mijn kleine jongen. ..." Maar hij kon niets meer zeggen. En de ii.-e.-Ment duwde hem het kintoor uit, en j hij <_'ing naar huis niet beide armen vol rozen. En dien avond was zijn vrouw, onbewust van iien doorgemaakten strijd, zooveibaasd, alsof hij haar als een nieu we ontdekking had uieeg:-dee!d, dit de hemel blauw was als het mooi weer was, toen zij hem In zijn slaap hooide mompelen: Goddank, dat Jolly's \ad-jr een eerajk man was", terwijl Dane, buiten de kamer, bromde, alsof iemand dat in twijfel hal willen trekken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl