Historisch Archief 1877-1940
DE A M S T K R D A M M E R WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1586
I5ng bepaalt zich dat meer tot ? 75,000 per
jaar voor de gewone diensten, die onderde
uitgaven vermeld zijn. En als we dan na
gaan, boe velen er nog blijven staan
beleden het minimum van ? 14, door den
heer J. J. R. Moquette in zijn dezen
?omer verschenen proefschrift :
nderzoeSi-gen ocer volksvoedittg in de ge-nfente
Utrecht voor die stad ah een noodzakelijke
gezins verdienste uitgerekend, mogen we
lier aanstonds vaststellen, dat het budget,
uitgetrokken voor het beloonen onzer ge
meente- werklieden zooals alles in
AmeTdam schier uitgezuinigd is.
We zouden die loonen op peil hebben
unnen brengen, als niet Staat en Provincie
ons voor 1908 ?70,000 meer in rekening
brachten voor -het verplegen onzer arm
lastige krank «innigen. .En- dat Staat en
Provincie zooveel mogelijk van zich
afgchuiven; dat de Staat bovendien door het
opdragen van allerlei arbeid aan onze
Gemeente- Administratie en aan het hoofd
der gemeente de taak van het beheeren
Oer gemeente voortdurend bemoeilijkt, dat
is de bron van onze kwaal.
;
Amsterdam, worlt heel zuinig beheerd!
Te zuinig!
Vergelijkt men wat per hoofd der
betqlking de netto-uitgaven waren in 1895,
1900 en 1905 dan vinden we in dat zelfde
jtaatje de volgende cijfers: ? 3845, ?20.57
en / 24.13.
De voornaamste stijgingen zitten daarbij
in deze onderdeelen :
i ;B'Ü- ! stij- j
J1895 ging' 1900 g'ns 1905
'Kosien huish. be-i i i i i
stuur . . ;0,'0 'O 12:092 0,20 '1,12
Onderh gern. eigend 11,02 0.44 : 1.40 O 15 1,61
Tolitie .... 11,49 'O 47 1 1.96 016 2.12
Brandweer. . . J0.46 0.13 ';059 0.12 O 71
Lager Onderwijs . !2 80 0,67 :,3,47 l 03 4,50
Armwezen . . . fü39 O 20 ;2,59 O 48 3,07
Keaten en afl >ss'ng !5 08 '0.32 ;5 40 O 54 5.94
'Pens en wacttttijden'0,53'0,15 :068 0,08 0,76
1 ? ? ""J-'
Zooals men ziet: over. het geheel zeer
bescheiden stijgingen per hoofd der
bevol,ing, behalve in zake Lager Onderwijs. En
toch zijn de salarissen onzer onderwijzers,
in verband met de koeten van het
Atnsteridamsche leven, beneden de eischen ! En
iebben we hier wel te doen met
netto«nkosten, d. i. na aftrek der
Rijks-bijdragen maar nog zonder de renten
onaflosfinuen van de kapitalen voor schoolbouw
c-gteed. En da ir dit in die jaren 1895?1905
ruim /"3:000.000 beloopen hebben, komt
.xeker van, de stijging der renten en
aftos, gingen ad ?0.86 een bedrag van ?0.25 voor
lekenin? v. h. Jager onderwijs, 't welk dus
met ?1.95 de kosten p. hoofd der bevolking
^erho3gd heeft.
En nu raken onderwijs, armenzorg en ten
.deele politie toch eigenlijk meer het wijdere
Staatsbelang dan het engere Gemeente-be
lang, en als we de stijgingen in de 10 jaar
«Heen over deze onderdeelen rekenen, ko
men we tot :
Onderwijs ......... ?1.95
Armenzorg ........ 0.68
Politie .......... _
___
? b.26
De uitkeering van het Rij's steeg daarbij
ifel van 1895 van ?2.96 tot ?4.65 in 1900,
maar daarna daalde ze zelfs weer iets.
Zoodat de stijging van 1895?1905 maar ? 1.84
beliep.
En daarom is nu onze inkomstenbelas
ting van ?6.98 p. hoofd der bevolking op
?9.19 gekomen. Een gevolg zoowel van
verhoogd belastingpercentage, al* van het
betrekken van wieder lagen der bevolking
tin het belastingnet. Voor zoover hierdoor
er meer en meer tegen gewaakt wordt, dat
men zich niet aan meebetalen onttrekt, is
daar geen bezwaar tegen. Doch dit cijfer,
p. hoofd der bevolking berekend, krijgt nog
een heel ander aanzien als men bedenkt,
dat de toeneming onzer hoofdstadsbevolking
vooral te danken is aan het overschot van
^geboorten boven eterften; niet aan vestiging
Tan draagkrachtigen. Jonggeborenen
verioogen de belastingdraagkracht der bevol
king niet ; integendeel, al wat.ze hun ouders
iosten maakt deze zelf minder draagkrach
tig, en belastingcijfers, omgeslagen over een
slechts aldus vermeerderende bevolking,
todnen dus den waren last niet aan op de
werkelijk volwassenen.
Amsterdam, 12 Nov. L. SIMONS.
*) Abusievelijk staat in het staatje ?4.68.
niimimijiMiimiimiiiimiiiii
töotee t
door C. SCIILIMMER? ARXTZEXIUS.
Blijspel in n bedrijf.
Personen:
Jeanne vanS'arckenborgh Ie koetsier.
Mevrouw Broiwer ... 2e id.
Docter Buys Mannelijk persoon
Mevrouw Sultani . . . Inspeclrice Arbeid
Juffrouw Bosdonk . . . Agent
Rijkaverzekeringsbank.
Juffrouw Termens . . . Tandarts.
Mevrouw Klaarbeke . . Rijksklerke.
Een boer uit een klein dorp. Een modiste
(Joh) Een te'.egrambestelster (Marie). Twee
buffetjuffrouwen. Een kellnerm Jan Smit
(broer van de kelnerin). Verpleegsters.
Het tooneel stelt voor een vegetarische
restauratie; van binnen en van buiten (dit
laatste ziet mfn natuurlijk niet) staat boven
aan: Vefte'ariscfce restauratie voor vrouwen".
De mul !en a 'hterkant van het tooneel
komt uit op straat, door mid'el van een
glazen deur en de buitendeur. Als deze
opengaat, kan het publiek dus op straat
sien. Een klein zaaltje; aan ie leren kant
van de in:ang een buffet, linksvoor spijzen,
r chts voor drank en,uitgezonderd alcoholische.
Op zij van itd^r buffet een tarief en er zit
ook achter elk een juffrouw; een kellncrin
loopt steeds heen en weer om de menschen
te bedienen. Alle drie zijn ze in reform.
Overal tafeltjes met stoelen, zooals het de
gewoonte is in een restauratie. Als het scherm
opgaat dan zien wy, doordat de deur, die op
a'raat uitkomt, open-taae, dat er een rijtu'g
s;ilhoudt, de koetsier (een vrouwelijke) haar
paard aan een boom vastmaakt en de restau
ratie inkomt.
Zy is gekleed in een kort rokje met een
lange jas erover, hooge koetsiershoe l,
kapJ h r. Mr. Berg f
De heer L. Simons schrijft ons nog :
Inde pers-mededeelingen omtrent het leven
van den beer Berg mis ik alle melding van
hetgeen hij deed in het jaar 1903. En toch
meen ik, dat zijn optreden van toen hem
kenschetste als een van onze echte liberalen,
man van eerlijke overtuigingen en den
vollen moed van die overtuigingen. Toen,
na de spoorwegstaking en den drang naar
d wangwetten, door mij een oproej was
gedaan- aan het publiek om zich uit te
spreken tegen dwangwetten zonder behoor
lijke verzekering van rechtspositie en levens
voorwaarden van het personeel, is ie heer
Berg, die uit den tijd van zijn Secretariaat
van den Raad van Toezicht van nabij met
spoorwegtoestanden bekend was gebleven,
een der eersten geweest om mij instemming
te betuigen, en het toeval van hetalphabet
heeft gewild, dat hij ook de eerste
ondcrteekcnaar van het adres aan de Tweede
Kamer werd, en dit zelfs naar hem als het
adres Berg c.s. genoemd werd. Dit voor
opstellen van zijn naam heeft zijn meedoen
aan de beweging toen zeker niet vergemak
kelijkt, maar terwijl hij in zijn volkomen
eenvoud zeker de laatste was om zich voorop
te stellen, heeft hij aan den anderen kant
geen oogenblik geaarzeld in ziju houding.
Ik heb in die dagen een zeer hoogeri dunk
gekregen van zijn karakter en zijn echten
vrijheidszin, en ik kan niet nalaten dit ook
in het publiek eens te zeggen. Het zijn
zulke stillen in den lande", die toon geven
aan ons nationale leven, vooral wanneer zij,
op kritieke oogenblikkeüden mof d toonen
om zich uit te spreken, gelijk deze te vroeg
overledene.
MnzieK in de Hoofdstad.
Das Rheingold.
Even gigauti-ch als Let
Xibelungendrama" is in zy'n geheel, e?»n imponeeiend
is ook het reusachtige van het voorspel das
Rheingold ".
Daarin ontrcoat men reeds de belangrijkste
thema's van het wonderwerk en wel in hunne
oorspronkelijke gedaante.
Liter woiden deze thema's geva'ieerd in
rhythmisch, melodisch en harmonisch op
zicht, met al den rijkdom van geest waarover
Wagner beschikte; maar noodzakelijk is het
voor het begrijpen van het werk, dat men
zich op de hoogte stelle vau de wijze waarop de
thema's in hunne eerste gedaante voorkomen.
Nog meer is das Rheiugold" voor het
Nibelungendrama een onmisbare inleiding,
omdat ons daar de sleutel wordt geboden
voor de verwikïelingen die Wagner als vrij
en zelf-tandig scheppend dichter heeft gecon
cipieerd uit de gegevens die hem de
EJdasagen en het oude Nibelungenlied verschaft
hadden.
Daarom was ons de wedfropvoering van
das Rheingo'.d", do)r onze
Wagner-Vereeciging, na een rust vaa ik geloof negen jaren,
hoogst welkom. De eigenlijke drama's zijn in
dien tijd allen wel weer opgevoerd, zooveel
Ie meer was er behoefte aan het Vorspiel",
wederom eens ten tooreele te brengen.
Voor de solisten had men de allerbeste
krachten geëngageerd. Het orchett wis dat
van het Concertgebou v en Viotta voerde den
staf. Alle elementen waren dus aanwezig om
een geheel te verkrijgen, dat aan de aller
hoogste eischen voldeed.
Laat mij aanstonds verklaren dat dan ook
inderdaad deze opvoering een zóó voortreffe
lijke was, dat men slechts hoogst zelden in
het buitenland haar wtë-ga zal kunnen vin
den, zelfs niet in het Münchecer
PrinzRegenten theater.
Wat eigeniyk 11 Zaterdagavon l het meest
trof, dat was de stemming, de rust, de juist
heid van tempi, de expressieve declamatie
der motieven, de overeenstemming die
heerjchte tusschen de medewerkenden op en
vóór het tooneel; kortom datgene wat men
in n woord kan noemen de stijl."
Natuurlijk heeft men daarvoor in de voor
naamste plaats te danken Henri Viotta, die
wederom een keer te meer heeft bewezen
dat wij in hem een dirigent bezitten, die
behalve over alle uiterlyke qualiteiten als
directeur, nog weet te beschikken over die
laarzen. Het is, wat men noemt, een stevige
zus, haar buste komt goed uit in de jas, een
aardig gezicht, geef ti^een gezonde kleur op de
wangen. Haar zweep zet ze neer in oen hoek
en dan neemt ze pi ats aan n der tafeltjes.
Ze schijnt een ha.bi:ue"o te zijn.
v. Starckenborgh: Juffrouw!
(De juffrouw komt.)
v. S.: Jutfrouvv, geeft u me als je blieft
een kop koffie en een broodje met ham.
( Je juffrouw gaat 't beste de ha'en.)
v. S. (in baar zelf) : Dat 's vandaag een
goede dag geweest! Die Framchman, als i c
er aan denk, moet ik er rog om lacheen!
(haalt een cigaret uit haar koker eu steekt
die aan); doet een'ge tiekjes, dan komt het
bestelde.
v. S.: Gisterenavord druk g^had ? Zeker
wel, met die vergadering van kindervoeding
Juffrouw: O, ja natuurlijk ; och, het is
hier altijd druk, want deze zaal wordt moestal
door de feministen gehuurd voor vergade
ringen.
v. S.: Ze leent er zich ook uitstekend voor.
J u ff r.: Eergisterenavond was hier ecu ver
gadering van de vereeniging voor lotsverbete
ring van de ongehuwde moeder en toen
kwamen er ook een paar heeren, in;nr die
zijn gauw weer heengegaan ; ze waren 't
oneens met d-> dames, daarbij konden ze hier
geen wijn of bier krijgen, hetgeen heclemaal
niet van hunne gading was. [
Van Starckenborgh gaat onderwijl eten.
In dien tusschentijd ziet het publiés, dat
een 2e vrouwelijke koetsier haar paard vast- l
bindt aan een boom, en die komt ook binnen.
Ze is hetzelfle gekleed a's de Ie koetst"-, i
heel tenger en b!eek; haar zwf cp zet ze nr er
in een ander hoekje. Ze gaat n.lar het tafeltje
van Van Starckenboigh
Hé, bonjour, hoe gaat 't?
v S.: O uitstekend, zooals je ziet.
Mevr. Brouwer: Ik niet. (Juffrouw,
geeft u me een warme kollie met een b:ocdje
met een spiegelei?) Ik ben be.oerd, ik heb
innerlijke eipenschippen, die een kunstwerk
vermogen te bezielen met een altijd doorstroo
mend frisch, jong leven. Wat over het alge
meen dan oofe zoozeer te waardeeren valt
bij de uitvoeringen onzer Wagnervtiewni^ins
en aan die van de afg-loopen weck in het
bijzonder, dat is het liefdevolle ingaan op de
intectiën van den dichter-componist, deto
.wijding die v-an Viot'a zelf uitgaat eii die nij
bij al zijne medewerkenden weet op te wek
ken. Hoe enorm gunstig steken onze opvoe
ringen af bij di« van een of anderen voor
namen uilscben hof- of, stadsschouwburg.
Vooral in de laatste j tren, nu het graf
over dril Bayreuther meest ar reeds zoolang
gesloten is, heb ik n^g nimmer een VVajin
rop voerin g in h et bui ten! an i bij gewoond, waarbij
niet het berof p»matige mu :iek makerj,de slt ur
zijn inv'oed deed gelden, la den eersten tijd na
's meesters dood was dit toch wel anders.
Bij ons echier draaft iöiere opvoering min
of rnrer h«t karakter van een feest, een
Bü'ii enfesttpiei', niet alleen bij de toe
hoorders, maar ook bij de opvoerende kunste
naars en dat is het geheim van de bekor.ng
die van onze Wagner opvoeringen steeds
uitbaat.
Oas orchest heeft wederoin e.m schoonheid
van klank ontwikkeld, die alle verrukkelijke
blad ijden der partituur volkomen recht deed
wedervaren en daarbij tevens een discietie
aan den dag gelegd, d;e het mogelijk maakte
dat de toehoorder gemakkelijk het gezongnn
v-oord kon volden. Dit zou echter toch n e
doenlijk geweest zijn, ir dien niet alle kuns
tenaars bijzoi.der goed bun uitspraak hadden
veizorgd. Vooraan wederom Fe n'ia's als
Wotan. En door zijn gestalte, n door zijn
p a-htvoile stem g paard aan zijn edel
geb. ar, steekt hij bovtn a'le medewerkenden
uit. Feinhals is in waarheid de opperste der
goden
Mevrouw Freule Matzenauer als Fiicka
voegt aan een koninklijke verschijning een
heerlijk vol orgaan van buitengewone
sclioonheid. Een enkele maal, bij groote sternuit
zetting, lii p de zuiveibeid een weinig gevaar.
Dat zij o er een prachtig ^ e za voce" be
schikt, beweeahet vleienügezongen: Gettiume
mein Gatte sich wohl das Gold ?"
De Loge van Dr. Briesemeister zal wel
velen ah iets heel by/.ondeis voorgekomen
zijn. G-en oogeublik van overdrijving, geen
overtollig gebaar, geen charga in de stun
noc'i in de grime, overal een wijze
bedachtzaamh' il en zelf beheer-ching, die blijk gaven
van de urocte uitbeelding.-kunst vau den
zanger. De gelaat uitdrukking van de.ceu
Loge was eveneens voottrrü'lijk; veistandi-;,
sluw zelfs, maar toch steels min of meer
voornaam gelijk het betaamt aan hem die
toch in den kring dar goden is opgenomen.
Dat alles is nu nog zooveel te verdienste
lijker omdat de partij van Loge zoo licht
a^nleiding geeft tot oveidrijven. Velen za! de
Loge'' van oazen betreurden Huinrich Vo,;!
nog wel voor den geest staan. Nooit heb ik
mij geheel kunnen vereenigen met de wij/,e
waarop Vogl een caricatuur maakte van den
lichtgod. Het is waar, de stem en de wij-;e
van zingen van Dr. Briesemeister kut;nen
met Vogl's eigenschappen als zanger Liet
vergeleken worden. Zijn chevrotteeren in de
hoogte bij sterke sternuUzetting maakt geen
aangenamen indruk ; m^n vraagt zich dan af
wat deze zanger in een andere rol wel
praesteert; dou'.i ziju uitbeelding als Loge
uioet men beschouwen als superieure kunst.
Het Rheintuchter-triovandedaaies Hempel,
Koch, Ethoft;r was uitstekend en volmaakt
zuiver. Hoe dikwijls boort mee het niet on
rein klinken en dan wordt meestal de ver
zuchting geslaakt dat een rein Rieint
chtereosemble wel tot de vrome wenschen zal
behoort n. t Is dan ook geen gemakkelijke
houding waarin de dames moeten zingen.
De wyze waarop deze nymphen zich thans
in de lucht ik bedoel in het water
bewegen is een mooie vondst van de regi".
Daardoor wordt aan de phantasie van den
toeschouwer zeer wel teaemoet gekomen.
De gebroeders \lberici en Mime werden
op de beste wijze vervuld door de heeren
Zador en Liban.
De eerste beschikt juist over de krachtige
markige" stem die voor deze rol vereischt
wordt en de tweede moet reeds eenige jaren
geleden zijn vijf en twintig-jarij;
Mirne-jiibileuin achter den rug hebben ; ten minste bij
de tournee van Angelo Xeumann in 1881
vervulde hij die rol reeds. Zijn stem is echter
nog even klankvol ea zijn houding nog even
juist.
Donner werd voortreffe'ijk vervuld door
Hins S( ies en voor de paar noïen van Fro'i
had men zoowaar Burgstaller laten overkomen.
De reii'.en (Cor^inus en Braurj) waren niet
't erg te pakken ; eergisteren ben ik in die
regenbui geweest. M'ii borst doet me zoo'n
pijn. 't Is toch tvel zoo, dat ten vrouw fysiek
niet geschiet is voor rnannenwerk; ik schijn
er ten minste ir.et tegen te kunnen,
v. S. : Nou ja, maar er zijn ook mannen,
d:e niet teien wtêr en kou kunnen; ik ben
or wel tegen bestand en ik vind 't leuk z )o
altijd op de bok, vrij a!s e in vogel'ja in
de lucht!
B r. : En zes, nu moet je b.v. koffers op
tillen, kun je dat dan wel ?
v. S : Och, ja wil, t n daarbij de meiiFchei
zijn 100 beliiilpvaam ; me', een vrirxlelijk
worrl tie'pen ze je van ze l'. Ik hebvand.ag
gooi geil ve-diecd en e.n leuk gevalietje
gtbad.
Verbeeldt je, een Fran-chman vraagt 1119
cm hem te brengen naar de S-irprfatistraat;
die man had een aard g ge ;icht. Ik breng» r
hem heen, hij stapt uit en vraagt oie, hoeveel
hij me tchuldig is. Ik antwoord hem in
vloeiend Fransch natuurlijk. Van a,ijn talen
beu ik goed op d-3 l. oogt e, wij hebben ook
een uitstekende opvoeding genoten, niet waar?
De mau stond wat verbaasd, dat ik hem zoo
goot in zij 11 moedertaal antwoordde en tei wij l
hij mij het geld ov. rhandigde, speelt or eeu
duvelsch, geestig lachje o:n zijn mon l, en in
?ijn oogeri blinkt iets spiritueels en hij z< gt
tegen mij : Ah voyons, madiine, on re peut
pas offrir un pourboire a uiij cochè.'C,
n'e:tce pas ?
Non, cer'ainetr.en", antwoordde ik. c'est
que je ne buis riea que de i'eau fraijhe et
du lait.
(Mevrouw Brouver volgt het gesprek ge
animeerd (n moet soms erg lachen.)
v. S. : Toen zegt de Frxnschmcn :
Il faut donc qu'une femme cocher ne
re«;oive pas uu pourtom', mais un puurfjluirf.
Et (ju 'est-ce que c'est que cela, monsieur,
vroeg ik.
- Ah, voyons, moi, je re sais pa*, ce
que peut vous plaire madame, ca peut .ie
zoo irnponeerend van uiterlijk als wel zijn
mcc'it; Fafner beschikte voorts over betere,
imer sonore stemmiddelen dan Fa-tolt
Corvirus.
Fre a-Kobotu heeft wel een frissche stem,
die evenwel meer vastheid mocht hebben.
Erdü-Eiise Feinials zong haar paitij hoogst
correct maar met te weinig charme in de
stem, ietwat resonansloos.
Dd decors waren prachtvol; vooral die van
de tweede en derde scèue. Buitengewoon
goed zijn ook de lichteffecten geslaagd. Hoe
g'.oreni kan een defect hierbij somtijds net
werken !
In de regie waren enkele dingen veel beter
gelukt dan vroeger. Hulde daardoor aan
Emii Va'dek ui" Darmstadt. Op het zwemmen
der Rheiir o^htei" wees ik reeds. D.it ui-u de
operatie met de Scliildkröle" niet te zien
keg f.cht ik een verbetering. Zou men den
Wurm' ooi niet achter <la schermen kun
nen laten? Hoe mooi ook de Wurm" van
de Wagnervereeniging is, dergelijke vertoo
ningen verhoogen niet den indruk \an het
geheel.
Eén ding ten opzichte van de regie is
mij niet duidelijk.
Tegen het einde van het werk, als de goden
op het punt fta^n het Walhalla" te be
treden, heft Wotan een zwaard op van den
grond en z .vaait er mede in het rond, ziugeiida
S ) grüss ich die Bur/'.
In de parmie staat van dit zwaaid niets
ve; meld, alleen vindt men aai g'teekerd
Wie von einem g'o-Ben Ge Janken ergnffen,
sehr ejtschlossen", en daarbij zet het orchegt
een motief in dat men is gaan noemen het
zwaardmotief en dat later em groote rol
speelt in de eerste acte van du Walküre".
Hoe is het te verklaren dat dit zwaard
daar komt? Heioen de runen dit achteloos
laten liggen? Masr Wotan kan toch niet iets
van den grond oprapen dut de rtUien ver
smaad heboeu ?
Wie zou dat zwaard gesmeed hebben?
Deze.fde Mime die in de eers!e acte van
Sie^ftied nie-t n zwaard kan smeden dat
niet door den j ?ngen held als een pijpesteel
door n id len wordt gebroken? Fn die zou
dan Nothung" hebbeu gesmeed? Uit den
tekst kan men met audero opmaken Jan dat
de Mbelungm Schmuck und Tand" naar
boren hebhen gebracht. Ook vindt men in
die Walküre' de woorden van Fricka tot
Wotan Du fchufst ihm (Siegmund) did
Xoth »ie dus neidliche Schwert".
laaruit valt af te leiden dat Wotan zelf
r'i t zwaard moet gemaakt hebben. Maar fcoe
komïhet dan daar?
Naar aanleiding van de Ring"-op 'oeringen
t i Münc ien in het Pjiri/.-Il -gententhea'er,
waar Feinhals ook deu Wotau zong, behan
delt Otto Lcssnr,an in zijn Allyeiueine
MusikZeitintg dezelfde quaestie.
Albert, Heintz zegt in zijn voortreffelijke
Wegveiser durch die Motivenwelt zurB
hi.enle-t-piel der King des Nibelungeii'1 *) : hier
hat Wagner in 187ödie Ano.'daung getrof
fen, das der Darsteller des Wotan ein Schwert
vom Boden aufuehmen und schwingen solle.
Spüter igt diese Anoidnung angezweifelt und
aniegnflun worden".
Hans v. Wolzogen zegt in zijn hekenden
Führer durch den Ring desNibelungeri" es
soll eiiie neue Macht geschaffen werden, ge
boren aus der Not des Veriustes. Das sind
die Helden und Walküren, die hi^r nur eret
als (jüttergedanke auft uchenden
Wolanskinder des i.iichsten Dramas, und das Symbol
dieser Macht ist das fortan durch jenes
Motiv bezeichnete Schwertmotiv".
Heinrich Porges, die zijn herinneringen aan
de voorbe-eiding van den Ring heeft opge
schreven in een boekeke die Bühiienproben
zu den Bayreu'.her-FesUpielen des Jabres
1876 ?)) maakt gewag van het geval met de
woorden Bei dern neuen, auf e:ne in der
Zukunft zu vollbringt-nde Tat hindeutende
Tiiema (het zwaardmotief) hebt Wotan, von
eitjem grossen Gedanken ergriff'en, das von
Fafuer liegen (jelassene Schwert auf und ruft
a'if die Burg deutend : So grttss ich die Burg
sicher vor Bang' und Grau'u".
Als vaststaand kan men dus aannemen
dat Wagner in 1876 zelf dat ooheffen van
het zwaard heeft angeordnet". Daardoor
echter zijn mijn bedenkingen niet weggeno
men. Zou de heer Viotta niet met een enkel
woord willen te kennen geven wat zijn
meening is over deze regie-quaestie, die
blrjkens Albert Heintz, door Lessinann niet
voor het eerst is opgeworpen ?
AKT. AVERKAMP.
*) /erlag der Allgemeine Musik-Zeitung
Berlin 189-J
T) Ernst Schmeitzner, Chemnitz 1881.
un diner en cabinet particulier, <;a peut trs
un baiser, ca peut re un jenesais qnoi. ..
Ik kreeg een kleur a'.s vuur, dat beg-ijp je,
maar kou 'c niettemin uithouden van het
lachen en an'woordde heel ocdeugfnl, dat
moot ik z-lf reke;iii n :
Oh, monsieur, nous feministes, nous
n'aiiiions plus les baisers (hij lachte natuurlijk
en ge'o >fde er g-en syllabe van), ma's si vous
vonlez me donner absolutement un pourp',uire,
dom e :-moi donc un billet de thére poiir
voir jouer Sarah Bernhardt, car jt! l'adore l
Hij geeft me daarop f b.?voor een
parquetplaats, hoe vindt je 't, en neemt diep zijn
hoed voor me af, terwijl hij me toeroept:
Au revoir madame l"
Mevr. Br.: Dat is een leuk gevallet]»;
die Franschen zijn toch eecig, altijd wtcr
nieuw door hun geestige piaisauteries; wat
vreeselijk ondeugend van dat ponrplaire,
daar moet je b-'paaid een Franschmin voor
zijn, om daarvan op het idee te komen."
Terwijl zij praten is er een dame, ook in
reform, binnengekomen ; zij zet zich aan een
t;\Mtje en bestelt wat.
Jtanne van Starckenborgh be?telt klon'jes
en aN ze ge^e'en heeft, breogt ze die naar haar
paard, clan komt ze terug, neemt haar zweep,
zejt goeden dag en gaat weg.
Mevr. Br.: Juti'rouw, brengt u me ook
een paar klontjes voor mijn paard?
Juf f r.: U ziet er slecht uit, mevrouw, u
bent /.eker niet we'.
Neen, al een paar dagen, maar je moet
er ook maar tegen kannen.
Op eei:s wordt de deur geopend en stormt
er een heer haastig binnen; hij kijkt eerst
jond en stapt dan naar mevrouw Brouwer
toe. -let is dokter Buys.
Gvlukkig, dat ik u hier tref, mevrouw
BrotiA'ir. gaat u maar gauw naar huis; uw
Jantje is van de trap gevallen. Uw buren
l ebben mij dadelijk laten roepen; dejongen
is er ieelijk aan toe i-chudt wanhopend het
hoef i1) maar bet schreit toch ten hemel,
Een Disni TooneeJsp',
Fmtazie, tooneelspel in 3 be "
door MAKCELLUS EMAKTS.
Marcellu* Emanfs' nieuwste werk
Fantazit>" kan, zonder twijfel, als een buitengewone
aanwinst voor de Nederlandsche
toorealletterkunde beachouwd worden.
Het is een feit om zich o?er te verheu
gen. De verschijning van een goed-letter
kundig, oo-sprockelijk-Hoilarjdseh
tooneelwerk is zoo zeldzaam, de verdwijning vaa
een aan literaire krampen lijdend gewrocht,
bestemd voor het Tooneel, valt zoo .-aak te
vermelden, dat een goed tooneelspel met
recht mag worden geprezen en eene kritische
sfulie dubbel waard is.
Het is eene dwaling, te mpenerj, dat Hol
land, in de tooneelschiijfkunst achteraan
s'aat. Integendeel. Noch Frankrijk, noch
DuitscLland, noch Engeland, leverden in de
laatste jaren toor.eelstukken, die eene zoo
groote kracht aan Ie .'enswaarheid bezitten en
waaraan eene zoo uit innerlijke psychische
g steldhei.1 ontrukte handeling eigen is, als
tiet beste werk van enkele onzer
landgenooten inhoudt. De verschijning dier werken ia
wel zeldzaam, het aantal wezenlijke auteurs
wel klein, maar we lev;n immers in de XXe
Eeuw, wier' maatschappelijke verhoudingen
niet gedoogen, dat groote evenredige
schoonhe d ontstaat. Op de wissel werking tusschen
maatschappij en kuust dient gekt te worden
t n het is een dwaas-fpntastisch verlangen,
iii de;en tijd, voor de in let nauw gedreven
Scho noeid te knielen en sehn'uchtsvol."
naar Haar op te zien Wie de wetten van
ooi zaak en go volg vei loochent, wie daarbui
ten onder grauwe regenluchten een hemeltje
wil scheppen, zit spoedig met die Doot in
de put."
Emants' werk slaat midden in onzen tijd
en heeft de deugden en de gebreken van
dien tijd. Eerst hetft hij, door Je iij'n-besiepen
lengen van zijn geestelijk oog, enkele menschen
helder gezien, toen synthetisch ge lacht, daarna
scherp geteeld, zoodat die menschen, volgens
de leer van Zola, Fiaubeit, de Goncourt, e.a.
in een staat van waarheid, in een sfeer van
natuurgetrouwheid, leefden.
In Fiankrijk ontstaat geen tooneelstuk, dat
bevredigt aan den lettsikundi^en eisch, die
eeue vereenigin» van Zolaïstiscie levens
afbeelding met die eener uit het léven-zelf
samengestelde handeling, tot grondslag, heeft.
Marcellus Emants voldeed aan beide eischen.
Het tooneel vraagt immers handeling," de
daden, die wij voor ons zien, moeten logisch
en srjel zich ontwikkelen, uit het eene zal,
zonder getalui of zeurig geredeneer, het
andere plo'saling ontspringen, tot de hoogste
spanning is bereikt en het dramatisch conflict
knettert en vuurt. Ge bespeurt zulks wel
aan de menschen in de zaal, die ademloos
luisteren en hun hart vasthouden." Het is
dan on u heen stiller dan stil. Als inderdaad
een hevige strijd tusschen echt-menschelijke
aandoeningen of hartstochten op het tooneel
wordt uitgevochten, dan zal bet graagste
lachebekje eeu ernstig sticht zetten en be
nieuwd zij>', hoe dal" ailoopt en wat er nog
komt. Nu kan men door tweeërlei manier
die spanning bereiken. De eene wijze is wel
die, waarop de schrijver d< or velerlei toevallig
heden kunstmatig die handeling aanbrengt,
de andere is de hierboven oaischreJene. Naar
de laatstgenoemde met bode arbeidde Marcellua
Emants.
De figuren in Fantasie'' zijn synthetisch
bewerkt. De schrijver is niet in uiterlijke
personen beschrijving vervallen, waarmede
menig jongmaatje in de Letteren pleegt aan
te vangen; iiéu, hij heeft in zijne ten toon
gestelde rnenschen, eigenschappen
aan^eoracht, die zij gemeen hebben met talrijke
sooit-ginooten, levend in de maatschappij
om ons heen. Zijn werk werd dus geen grove
sterke uiterlijkheid, die het, op een groot
tooneel-plan moet doen", nuar Fantazie"
werd fijne, scherpe innerlijkheid, die het, ten
slotte, toch beefc gedaan". De bewering, dat
fijne z:elsaandoeningen wél in een boek, als
roman of novelle, thuis behooren, maar, Toor
het tooneel, minder geschikt zijn, blijft, in
vele opzichten, waar. Het bewijs, dat fijne,
indringende, karakterteekening wel degelijk,
met eucces, op het tooneel kan gorden ge
bracht, is met de opvoeringen van
Domheidsinacht" en die van Fantazie" geleverd.
A's de karakterschets niet wazig en slap is,
als ge werkelijk iets te zeggen hebt> als ge
het conflict weet voor te bereiden en te
doen gebeuren, niet te gauw en niet te lang
zaam ... als... dan kunt gij, Hollandsche
verlijners van de li te-ra-tuur", uw bemin
nelijke fl;nheid, links en rechts, benutten.
Ziet Emants' Fantazie.
zoo'n toestand! Schoenmaker blijf toch bij
je leestl De man koetsier, de vrju w koetsier
en de kinderen aan hun lot overgelaten.
Zult jullie dan nooit begrijpea, dat zoo'n
toestand onmogelijk is?
Mevr. Brouwer maakt voort, neemt haar
zweep en vraagt aan den dokter als ze weg
gaat: Dokter, wilt u niet me mee ijdeu ?
Dokter B u ys; Dank je wel, ik vertrouw
mijn corpus niet aan een vrouwelijke koetsier
toe, neem me niet kwalijk l
Dokter Boys wil weggaan, maar ziet op
eens mevr. Kiaarbeke zitten aan een tafeltje
en spreekt haar aan.
Dokter B. : Och, u ook hier? Ja, 't is waar
achtig God geklaagd! laten ze dan liever niet
trouwen, dan de kicdeien zoo a l'abacdon te
laten. Hemel l Wat een toestand tegen
woordig ! Als je den vrouwen de pink geeft,
dan nemen ze de heele hand l
Mevr. Klaarbeke: Ik zou zoggen, dat
dat spreekwoord rr.e;r op de mannen slaat.
Weet u, dat ik gauw ga trouwen, dokter?
Zoo ! 'D is te hopen, dat u nu een ge
lukkiger leven zult hebben.
Ja, dat hoop ik ook. Het huwelijk is
en biijft^een loterij; wee dengene, die met
een niet' er uit komt, diens leel is niet te
overzien. |?Ik blijf dan toch op kantoor
werken.
U. B. : Zie je wel, daar heb je 't waar
achtig weer (hij loopt heen en wier) en wie
moet voor maulief zorgen?
Mivr. KL: O, hij is óók den geheelen dag
uit, wij zijn 't beiden over dit punt geheel
eens. Ofschoon hij vold jende verdientom ons
allen te onderhouden, willen we toch beiden
geld verdienen.
B.: Ka als er nu een baby komt?
KL : Xti, dat is niets, dan een onbepaalde
tijd verlof, en dan een nourrice nemen, zooala
in Frankrijk altijd gebeurt.
B. (gekscherend) : O, dan weet ik iets veel
beters: het kind meenemen naar kantoor, al
waar het op automatische manier gevoed moet