De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 24 november pagina 5

24 november 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1587 D K AMSTERDAM'MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMES LIBERTY SPICIALITIE8 UNOBTAINABLE ELSEWHERE METZ & CO SOLE AGENTS FOB HOLLAND OF LIBERTY & CO LONDON KALVER8TRAAT AMSTERDAM. ST NICHOLAS PRESENTS ARTISTIC AND INEXPENSIVE PREE IN8PECTION INVITED ILLUSTRATED CATALOGUE PO8TFREE ON REQUEST. IIIMMlMItlllMllltlHIIIUIIMIUHIIIMHMIItlllllluilllinilllllMMIIIIMIIIIIIIII Mfitn en 7rai£iD2. Dat is nog eens iemand, die rekening houdt met de werkelijkheid, die schryver in de Pro vinciale Groninger Courant en andere bladen, die te velde trekt tegen overdreven luxe in het leven van de jeugd en vooral tegen de weelde,- gooals zij zich in den laatsten tyd in de sport ouder jongelui ontwikkelt l Die houdt er stellig geen blauwe idealen op na, nee, hy moet wel helder zien; hy kent de menschen en verwacht al heel weinig van hen, wanneer ze niet als kuddediertjes kalm en genoegelyk elkaar kunnen volgen, zien achter elkailr kunnen verschuilen en voor hun daden anderen aansprakelijk kunnen stellen I Want weet ge, wat hij voorstelt als middel, om aan overdreven eischen van kinderen tegenover hun ouders paal en perk te stel len? Hij wil veree'i-igmgen van oiiders oprichten tot het bestrijden van luxe bij de kinderen. Door aaneensluiting móeten de ouders elkaar steu nen in bet tegengaan van wat zij verkeerd voor ban jongens en meisjes achten. Waarschuwend en opwekkend klinkt zy'n woord: Ouders van aile streken, vereenigt ui" Bestrijdt de luxe bij de kinderen en gij zult een gezonder maatschappij hebben; gy' zult verhinderen, dat zoovelen boven hun middelen leven en lijden onder al de kwade gevolgen daarvan. Het is baast niet te gelooveu, dat iemand dit niet zegt als een boutade of als een sar castische opmerking over de kleinheid en zwakheid van veel ouders; maar dat hy het in allen ernst meent en wezenlijk heil verwa^fat van zulk een vereeniging, achter wie papa en mama zich kunnen verschuilen, als zij de wenechen der kinderen niet kunnen vervallen. Het is heusch ernstig bedoeld. Het is voor n ouderpaar lastig," zegt de schrij ver, hun 15 jarige kinderen te verbieden, dinertje-i te geven of bij te wonen, al te laat 's avonds feest te vieren en daarbij te veel wijn te gebruiken; zij kunnen moeilijk met beperking komen in het geven van SintNicolaas en andere cadeau's aan hun kinderen, indien qualiieit en quantueit daarvan bij andere kinderen zoo worden opvoerd. Zij kannen ban jongens moeilijk thuis houden, als de vrienden 200 kilome:er ver weg gaan voetballen. Zy kannen hun 12 jarige kinduren moeilyk een flets onthouden, als zij het be talen Kannen, en de andere kinderen van het clubje er ook een hebben, enz. enz. enz." Als de ouders streng optreden en het toch verbieden, vreest hij, dat hun weigering slecht zal werken op het karakter van het kind; maar als de ouders vereenigiogen oprichten tot bestrijding van de luxe onder hun kinderen en zich onderling verstaan over wat zy wenschen toe te laten en wat ze vooreerst nog IIUIIIIIIIItllllllMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMtMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII UITDE NATUUR Wolkenwiek de Arend. III. Eenige dagen achtereen legde ik lokaas neer, een paar forellen en witvisch, op den rand van een zandbank. De eerste twee keer bad ik laat in <ien namiddag het a»s uitgelegd; 's nachts nam een beer het beide keeren mee. De volgende maal legde ik 't lokaas in den vroegen moigen uit; en vóór twaalf uur bad Wolkenwiek het gevonden. Hy kwam rechtuit rechtaan van zij a uitkijk ov.-r de bergen aangevlogen. Door welk zintuig kan dit dier toch geleid worden ? Zien en ruiken schenen in dit geval beide uitgesloten. Den volgenden dag kwam DIJ weer; daarop zette ik een heerlijk maaltje op de zandbank voor hem klaar, en verborg mij met my'n geweer in het dichte onderhout. Eindelijk, na een paar uur wachten, kwam hij opzetten; onder een hevig en luid getril van de slag pennen viel hij neer uit de boomtoppen boven my'. Toen bij het oude ttamstuk, zyn zit stoel bereikte en zijn breeden, witten staart uit spreidde, zag ik vlak bij my het gat, dat een paar weken geleden my'n kogel er in geslagen had, en ik was er trotsch op. Hij stond daar rechtop en schitterend mooi, kop, hals en staart blinkend wit; ook de donkerbruine dekveeren van zy'n rug en schouders blik kerden in het heldere zonlicht. Langzaam wendde hij zijn hoofd naar alle zijden en in zijn scherpe oogen flonkerde het, alsof hy' zeggen wilde: Hier ziet ge uw koning!" tot alle wilde boschbewoners.die hem bij toeval mochten gadeslaan bij zijn niet zeer koninklijk maal van doode vUch. Nu hupte hij neer; ik moet zeggen: dat ging onbeholpen; hij is dan ook een schepsel van de diepste hoogten, die eigenlijk de aarde nooit moest aai/raken. Hy grijpt een van de visschen, trekt hem met zyn poolen uit elkaar, vreet gulzig. Tweemaal lichtte ik 't geweer op om te schieten, maar de gedachte aan de wildernis zonder den zeearend hield me tegen. Oc k scheen 't mij wat min, om zoo'n heerlijke vogel, die bovendien op den grond zat, zoo verre willen honden, dan en ook dan alleen is bet mogelijk volgens dezen schrijver de kinderen eenvoudig te houden en hen wel licht als mensen later eenvoudig te doen blijven. Wat denkt gy, lezers, van dezen raad, van dit onderling steun zoeken van ouderf tegen hun kinderen? Is het niet een allerbelachely'kat advies, 't welk alleen kan voortkomen uit een brein, waarin de dingen op het hoofd staan? Stel u voor ouders, die dan toch vo -r de opvoeding van hun kinderen hebben te zorgen, die hun kroost moeten leiden in den opgang van bet leven, hun raad moeten geven en steun in moeilijkheden, waar die kinderen voor het eerst vóór bomen te staan en waar de ouderen al vroeger mee leerden omgaan; ouders, die door den inuigsten band aan de jonge menschen zyn verbonden, die van bet eerste oogenblik af het jonge leven hebben kunnen leiden en in de liefde zulk een machtigen steun vinden voor bet werk der opvoeding, die ouders zouden niet in staat zyn te weigeren, wat zij in gemoede en om het wezenlijk belang der kinderen verkeerd voor hen achten ? Absurd, niet waar 7 Absurd, ja, dat moest het wezen, maar dat is het toch niet. Die voorsteller van het plan is, dat blykt uit alles, oprecht in zyn bedoe len, en wy' allen, die zyn voorstel lesen, moeten erkennen, dat, gegeven de wereld, zooals ze is, het mogelijk gewenscht kan zyn, pogingen in die richting te doen, al ly'kt het niet waarschijnlijk, dat er eenig succes mee zal zyn te bereiken. W*nt omtrent wat men wel en niet zal toestaan, worden een zeker aantal onders het toch nooit eens. Daardoor hangt die vraag veel te nauw P a m en met den individueelen toestand van elk ge/.in op zich zelf. En zoo komt men weer tot de in dezen niet te miskennen waarheid, dat men het in elke huishouding voor den eigen kleinen kring zal hebben uit te maken, hoe ver men wil gaan in het toestaan aan de kinderen van wat aan bun vriendjes en vriendinnetjes wordt veroorloofd. En geluükig, dat het zoo is; gelukkig, dat een Vereeniging van Ouders alleen reeds in zy'n naam een onding is. Ouders als zoodanig kunnen niet tegenover hun kinderen worden gedacht; en als er werkelijk vaders of moe ders zijn geweest, die bij bet lezen van het voorstel gedacht hebben, dat zij graag tot zulk een Vereeniging zouden willen toetreden, laat ze dan maar eens ernstig nagaan, of hun systeem van opvoeding geen herziening behoeft, en of er in de verhouding van hen tot hun kinderen en van hun kindei en tot hen niet veel is, dat zij anders zouden wenschen. Waarom toch, als het hun meenens is met de opvatting, dat het verkeerd is voor de JOB ge mentchen, zich al zoo vroeg te gedra gen, alsof ze volwassen waren, waarom stellen ze dan geen paal en perk aan die dinertjes en het wy'n drinken, aan het laat feest vieren, de reisjes, de wedstrijden, de cadeau's en al die an.lere luxe, die ie afkeuren? Zijn daar dan niet hoogst ernstige belangen van bun kinderen mee gemoeid ? Mogen ze die af hankelijk stellen van besluiten, op een vereeniginasavond genomen? O, het is weer de oudw, nare quaestie, dat de menfchen nooit zichzelf durven zijn, dat ze hun eigen oordeel liever geweld aan doen, dan af te wijken van den weg, dien hun kuddeke van standgenooten gaat. Door zoo'n woord, als daar in een dagblad door n uit velen is neergeschreven, ziet men weer eens duidely'k, hoe stumperig en onbeholpen de menschen in onze maatschappij leven, alty'd angstig vragend, wat A. en B. wel van hen zullen zeggen, en geen vingerbreed dur vend afwyken van wat de echare doet, al weet men, dat zy' lijnrecht in baar verderf loopt, En de jeugd? Wat moet zij ervan denken, als ze hoort van die vereeniningsplannen ? Denkt gy, dat uw 15-jarige jongen meer respect voor u zal hebben, als gy hem iets weigert, omdat uw vereenigu g het afkeurt, dan als gij hem onder het oog brengt uw eigen besliste meening, dat het beter is voor zyn gezondheid en voor zijn studie niet mee te doen aan wat anderen in overgroote meegaandheid hun kinderen wel heb ben toegestaan? Kinderoogen zien scherp, en achter u v vereenigingsplannen bespeuren zy de ouderlijke onmacht, een waarneming, die voor hun verdere leven hun zeker veel meer nadeel doet en a zelven veel ernstiger leed zal berokkenen, dan er zouden kunnen voortkomen uit een mogelijk te groote toe gevendheid. Wie geen kinderen heeft, kan gemakkely'k praten over deze dingen, dat is waar. Voor een zeer moeilijke levenstaak ziet zoo iemand zich niet gestel'). Ik vrees, dat, als ik ze wel had, ze, waar het maar eenigszins kon, hun wenschen bevredigd zouden zien, maar lid van een oudersvereeniging woidea, om mij het weigeren gemakkelyker te maken, dat zou ik zeker nooit. L o c h e m. FHEDKEIKB J. VAN UILDEIKS. Studie-lateriaal. Een mooi boek, precies op ty'd. In Nederland ligt voor het vrouwenkies recht de winter achter den lug. 't Was een moeilijke tijd. Niet minder dan 15 achter eenvolgende jaren heeft die periode geduurd Een handjevol, scherp genoeg van blik om te beseffen, wat het noodzakelijk gevolg was van den veranderden economiscben toestand, begon te propageert n en doorleefde moeilijke dagen. En is ook nu het do/.ijn samenwerkenden aangegroeid tot een l»-dental van meer dan drieduizend, percentage wijs gerekend, bijjft het een handjevol, dat zich moeite ge troost om tot zegeviering te geraken. Het vrouwenkiesrecht-vraaistuk heeft den weg weten te vinden tot de regeeringstafel. Het bewya daarvan geeft het onlangs ver schenen ontwerp om door Grondwetsherzie ning te komen tot kiesrechthervorming. Uit dat ontwerp zijn de belemmeringen voor het kiesrecht der vrouw verdwenen, eu de toelichting zegt op welken grond Toen eenige maanden geladen een deputatie uit de Vereenigiog v< or Vrouwenkiesrecht de Regeering aanbood het: Rapport der L'ommiftie van de Ft-remigirig foor Vrouuimkietrecht in zake Gri'ndwettherziening, klonk de vraag: kunt ge ons niet wat propagan dalitteratuur verschaffen ; wij wenschen de zaak te bestudeeren 7" Het gewenschte is verstrekt. De vraag der Begeering wekte bij het Hoofdbestuur der Vereeniging de gedachte, dat niet slechts bij de bewindslieden, maar tevens bij een breede schare van burgeressen en burgers uit alle kringen behoefte bestond aan voorlichting betreffende een zoo belang rijk vraagstuk als Vrouwenkiesrecht. Studie-materiaal vovr Vrouwenkies recht werd samengesteld en verscheen den I5en dezer, nadat exemplaren in prachtband waren toegezonden aan d,e Koningin, de Koningin-Moeder en Prins Hpqdrik en ge wone exemi laren aan alle leden der Eerste en Tweede Kamer en Raad van S<«fe De inhoudsopgave van dit sludie-materiaal doet zien, dat de titel zonder oveidrijvin?: Elk wat Wds had kunnen luiden, want zij geeft blijk, dat het vrou ^enkiesrecht aan hangers en verdedigers beeft gevonden in alle politieke en sociale lagen onzer maat schappij, evenals in de metst uiteenloopende godsdienstige kringen. Tot voor zeer korten tijd wilden de cal vinisten en andere streng geloovigen, niets van vrouwenkiesrecht weten vaet overtuigd als ze waren, dat de ver «rezenlyking daarvan in stry'd zou wezen met Gods Woord. Mej, Joh. Naber en Douainère Beelaerts van Blokland deelden dat gevoelen niet en hoe zy' haar zienswijze verdedigden is te vinden in dit boek. Tevens bly'kt er uit, hoe ook in roomsch katholieke kringen de idee vrouwenkiesrecht veld wint. Vo T onze vereeniging zijn dit twee belangrijke over winningen; bewijsleverende.dat het vrouwen kiesrecht reeds i» geworden een volkswensch der Nederlandsche vrouwen. Zij, die tot heden de meening zijn toegemaar neer te paffen uit een hinderlaag. Eindelijk pakt hy' een van de grootste visschen, rijst snel omboog en vliegt west waarts heen. Nu was de lust om te schieten geheel voorbij; stellig moesten er jonge zee arendjes gevoed worden daarginds over de bergen die moest ik ook eens gaan bekijken en bestudeeren. Na dezen dag maakte ik nog ijveriger jacht op hem, maar zonder geweer. En een vreemd verlangen kwam over mij en liet mij geen rust; bet maakte zich geheel van mij meester: dat onweer staanbaar verlangen de :en ongetemden, nooit aangeraakten heer en meester van wolken en bergen eens aan te raken, al was 't maar voor een oogenblik. Den volgenden dag kreeg ik 't al gedaan. Er groeide dicht kreupelhout aan eene zijde van het oude houtblok, waarop de arend gewoon was te gaan zitten. In dit boschje sneed ik met mijn jachtmes ^?-.£$' een tunnel en schikte de top pen van de struiken zoo, dat /' ,^ zy mij bijna volkomen ver- '^ borgen. Twee uur vóór het vroegste moment, waarop oude Wolken wiek tot nu toe was verschenen, legde ik mijn lokaas neer en ik kroop in mijn koker. Ik had het mij nauwelijks gemakkelijk gemaakt in mijn eng verblijf en ik begon mij nei te interet-aeeren over het vraagstuk hoe lang een mensch zonder zich te bewegen of n blaadje te verroeren het uit kan houden in zoo'n gat tusschen takken en bladeren bij brandende zon en stekende insecten, toen een luid ge ruisen van zware zijden stof neerkwam vlak y mijn oor; meteen hoorde i s de harde slag van de klauwen op het stanastuk. Daar stond bij, op een armslengte afstand, zijn kop draaide ongedurig her en der; het zonlicht blikkerde op zijn witte Ijrt-in en in zrn helder oog weer diezelfde trotsche, wilde flikkering. Nooit te voren was hij mij zoo groot, zoo sterken zoo schoon voorgekomen; mijn hart juichte er over, dat juist hij het zinne beeld van onze vo'kskracht ig geword^c. En nu nog, na zooveel jat en, voel ik blijd-cbap dat ik ons wapen in levenden lijven ven zoo dichtbij heb gezien en heh voelen trillen, Maar ik had weinig tijd om te talmen; daan, dat de vrouwen nog niet rijp zijn voor het kiesrecht, zullen na lezing van dit studie materiaal wel niet anders kunnen doen dan uitroepen: de zaken staan niet, zooall wy dachten; vele vrouwen zijn er wel degelijk ly'p voor." Ook van mannenband vin H men verdedi gingen in dit materiaal. Wat Condorcet in 1795 schreef is een sympathiek pleidooi, te begrijpen ook door de eenvoud.igen. In minder ruimen kring zal het doorwrochte stuk De Rechtfgrond voor Vrouwenkiesrecht" van nar. H. Louis Israëls waardeering kan nen vinden. Eveneens treffen wy er mededeelingen in, omtrent hetgeen in zake vrouwenkiesrecht in het buitenland is gezegd en gedaan. Tevens blykt uit dit boes, dat de vrouwen, die reeds lang "ver het vraagstuk in k «estie hebben nagedacht, niet onverdeeld meegaan met het wetsontwerp. Zy zijn der regeering dankbaar, maar voldaan zijn ze niet. In haar rapport hebben zy den vroeden vaderen voorgesteld artikel 80 aldus te formuleeren: De leden der Tweede Kamer worden recht streeks gekozen door de ingezetenen, mannen en vrouwen, tevens Nederlanders, die. .." Waarom zouden zij die formuleering niet hebben overgenomen? BIJ der vrouwenkiesrechtsters lezing alleen is het, vrouwenkies recht in onschadelyken. niemand kwetsenden vorm onttrokken aan de willekeur van de wetgevende macht. Hoewel slechts een heel enkele onder ons een wezenlijke his torica it>, weten de meesten onzer genoeg van de wereldgeschiedenis af, om geen onvoor waardelijk ven rouwen te stellen in der mannen goeden wil ten opzichte der vrouwen. Slechts mannen, die weikelijk hoog staan, zien in de samenwerking van man en vrouw een maatschappelijk belang, terwijl in de meest ontwikkelden der vrou «en nog alty'd niet de ovenuigmg gerijpt ie, dat de meerderheid der manuen, zelfs der regeeringsinannen, waarlijk hoogstaande mam en zyn; mannen, die het gemeenschappelijk belang siellen boven eigen belang. Het regeeringsblancoartikel is haar alzoo TB BLANCO, en de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht zal dan ook onvermoeid blijven ijveren voor haar lezing. Het Studie-Materiaal behoort bij honderd tallen te worden verkocht prijs ingenaaid J 1.50, gr bonden ? l.yO en het aanstaande feint-Nicolaatfeeft biedi daartoe een bizonder goede gelegenheid. Voor hem en Vior haar, die het hun plicht gevoelen propaganda voor het Vrouwenkiesrecht te maken, is het on misbaar, maar hij of zij, die dw geschiedenis van het Vrouwenkiesrecht in Nederland wil leeren kem en, het ft nog ander materiaal van noode. Zij toch, die de geheele actie voor de verkryging van de burgerschapsrechten der vrouw hebben meegemaakt, of van nabij aansctuuwd, zuilen zich met mij veroazen in dit boek geen enkele bijdrage ie vinden van de werkelijke piouiersters voor Vrouwenkiesrecht; van baar, die den znoed ha>er overnigiBg heb ben getoond, toen er nog werkelijk moed toe behoorde zulks te doen, wat thans al lang niet meer het geval is. Voor het groote publiek is dit feit evenwel niet van belang, want gloed en overtuiging ontbreken in het Studie-M alt.ria.al, zooals het thans naast ons ligt, vooizeser allerminst. ELISB i. HAIGUTOX. Den Haag, 16 Nov. '07. Een Maria Stella f Lady NewboroughJ. ?instrument voor de doovtn. Voor de hoeveelste maal zou het zijn, dat Maria Stella's naam op veler lippen is? Het zijn twee geschiedschrijvers, de neeren Ralph Payne?Gallway en Arnold, .iie ons van haren ttryd gewagen tegen de familie der Orleaa^en, van hare wanhopige pogingen om te bewijzen, dat zij en niet de latere koning LouisPhilippe het in Modisliaua geboren kind was van den hertog van Orleans (Egalité.) Volgens Laar zou het prinselijk echtpaar want Wolkenvviek was ( nrustig. Een (/f ander instinkt scheen hem te waarschuwen, dat er een onzichtbaar gevaar in zijn nabijheid bestond. Op 't oogenblik dat hij den kop van mij afwendde, strekte ik voorzichtig den arm uit. Geen blad verroerde bg die beweging en toch draaide hij bliksemsnel om, zijn oogen blikten recht in de mijne met een ki acht, die ik te nau wemoo t kon verdragen. Mis-chien verbis ik noij, maar ik verbeeld mij in dat korte ooüenblik, de harde uitdruk king van zijn oog te hebben zien verzachten door vrees, terslond toen bij mij herkende, mij, het eenige wezen in de wildernis, dat jacht durfde maken op hem. den koning. Mijn hand legde ik plat op zijn schouder, daarop schoot iiij de lucht in. en zeilde, over de boomloppen en keek neer op den man die hem te glim was geweest, die hem had durven aanraken, dm m^n in wiens macht hij zich tot zijn verbazing en schrik meer en meer voelde geraken. Ik stond recht overeind op het blok hout en keek naar mijn arend, terwijl hij over mij heen zweefde. Ja, Wolkenwiek. Ik deed het. Ik schoot je een veer ui' je staar', ik lef de ti ijn hand op je rug, oude witkop. Ik had je et n strik om de po'ten kunnen slaan, je binden en in een zak stoppen, je meen men, verkoopen, ik heb 't niet gedaan, ik heb je de vrijheid willen laten. Maar nu zal ik je jongen gaan opzoeken en ook die zal ik aanraken." Een poos lang bestudeerde ik dag aan dag de vliegrichting van den ouden zeearend; t it ik tot het bes-luit kwam, dat zijn nest ergens in de heuvels ten noord/vesten van het groole meer moest ligg-n. Oo een middag trok ik er op uit; terwijl ik vastraakte in het hooge hout dat geen ander uitzicht veroorloofde dan op de mcht boven mij, zag ik: op eens niet mijn ouden witkop maar een grooteren arend, ongetwijfeld zijn wijfje. Zij vloog vlak westwaarts op een groot rif toe, dat ik al een paar dagen te voren scherp in 't oog had gevat en dat goed zicht baar was van een berg aan de andere zijde van het meer. Den volgenden morgen in de vroegte ging op een reis door Toscane, waar het zich graaf en gravin de Joinville deed noemen, bedroefd zyn geweest over de geboorte van een dochter (Maria Stella) en dit kind hebben geruild voor den pasgeboren zoon van een zekeren Chiappini. 't Was in 1772 en de storm der revolutie had dus nog niet gewoed. Egalitékon toen nog niet denken te zullen stemmen voor de ter dood brenging van Lodewijk XVI, en evenmin kon hij vermoeden, dat een zoon van hem eens den troon van Frankrijk zou komen te bestijgen. Waarom zou dus een man als Egalité, hertog van Orleans, het kind hebben aangenomen van een dorpeling? Bovendien lijkt Maria Stella veel meer in gelaatstrekken op eene Italiaansche dan Louis-Philippe het deed. Het is dus zeer waarschijnlijk, dat Maria Stella (later lady Newborougb) een dier vele pretendenten is geweest, bij wie de wensch de vader ig der gedachte. Hoe leelijk moet men het gevonden hebben, toen de eerste brillen op sommige neuzen gingen zitten, om er bijkans nooit meer af te raken! Maar is de uitvinding zelve daarom geen weldaad voor de menachheid? Toch is iedere wijziging, die van de bril iets minder leelijks maakt, toe te juichen. Van de brii kwam men tot het lorgnet en ten slotte tot de face a main, die zoo elegant kon worden ge bruikt, en voor behaagzuchtige dames van de groote wereld dikwijls den waaier vervangt, den waaier, waarmede een Sarah Bernhardt wouderen kan verrichten I Welnu, men is bezig; ook voor de hardhoorenden een instrument te volmaken, dat, wie weet, zooals met de monocle reeds gedaan wordt, ns zelfs gebruikt zal worden uit louter chic, zonder noodzaak. Wie gearuikt thans zonder nood'-aak, zonder bittere nood zaak den hoorn, waarin vrienden en dikwijls spotlustige vreemden moeten schreeuwen, wat zij te zeggen hebben tot den doove? Het instrument, waarvan de uitvinding te Berlijn is geschied, kan nauwelijks, by den wreedsten evenmensch, spotlust opwekken. De inrichting er van i* deze: Aan een kleine gehoorbuis (b) gemakkely'k ongemerkt aan 't oor te houden, is verbonden een z.g. microphoon (a), die in principe het zelfde is als de geluidstromtnel van een telephoon. Zijn er in zy'n buurt klankgolven, dan trilt de microphoon. Deze microphoon kan de doove op tafel, verborgen als hij wil, neerleggen, of een dame kan hem, zooals met dameshorloges gebeurt, aan het corsage han gen. Op zichzelf zou deze inrichting den doove nog niet baten, ware er geen electrisch batterijtje (c) dat de trillingen van de micropboon zeer belangrijk versterkt. Is dit geen mooie uitvinding? Dit batterijtje toch kan ergens in een zak of in een plooi van het corsage verborgen blijven, de microphoon kan men leg<en en verbergen waar men wil en de kleine gehoorbuis legt men met een band aan 't oor of houdt het aan het oor, met een heel wat eleganter gebaar, dan waar mee onze doove zusteren gewend waren den hoorn naar haar buurman te keeren ! Interim voor Caprice. ik er heen en niemand minder dan Wolkenwiek zelf wees mij den weg naar het nest, Ik sloop onde>langt de rots naar bet nest, toen ik omkeek en mijn blik liet gaan over 't meer, zag ik hem aankomen uit de verte; en da lelijk verborg ik mij in 't onderhout. Hij vloog hed dicht over mij heen, ik volgde hem met de oogen en een oogenblik later zag ik hem staan op een steen blok, dicht bij den top van de rots. Vlak onder hem, boven in een boom, die uit de rots ontsproot en waarvan de top was afgebroken, lag een verwarde rommelige hoop takken. Dat was bet nest, moeder arend stond er bij op een tak en voerde de jongen. De beide vogels slopen stil weg toen ik verscheen, maar ze kwamen spoedig terug, ze zwietden snel krii kras over me heen en weer, terwijl ik be«ig was, met mijn kijker de ligging van 't nest en het hellend vlak van de rots te bestudeeren. Voorzorgsmaatregelen hielpen de vogels nu toch niet meer, dat gaven ze op; de beide dieren schenen te begrijpen, waarvoor ik bij hen was gekomen en dat het lot van de arendjes in mijn hand lag. indien ik er in slaagde de rots te beklimmen. 't Was een hachelijk werkje, zoo'n driehon derd voet tegen de steile helling van de berg op te klauteren. Gelukkig dat de rots door de eeuwen gekerfd, gegroefd waf; de verweering vertoonde zich in den vorm ran talrijke spleten en scheuren, waaruit boomt-n met gebroken toppen op staken. Ik begon den tocht; de scheuren gaven me vasten voet en de boomen bespaar den mij nog al eens een roet of vijf klauteren tegen den stijlen wand. Onder 't klimmen kwamen de arenden al lager en lager in kringen boven mij vliegen; het machtige ritselen van de vleugels hoorde ik voortdurend om mijn hoofd. Het veeren-getril werd hoe langer hoe duidelijker en woester, naarmate mijn voet minder vast kwam te staan, mijn greep min der zeker werd en de boomtoppen onder mij steedf doeseliier vormen kregen. (Naar W. J. Long. Met toestemming van den schrijver). E. HEIMAXS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl