Historisch Archief 1877-1940
No. 1587
D K AMSTERDAM'MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMES
LIBERTY
SPICIALITIE8
UNOBTAINABLE
ELSEWHERE
METZ & CO
SOLE AGENTS FOB HOLLAND
OF LIBERTY & CO LONDON
KALVER8TRAAT AMSTERDAM.
ST NICHOLAS
PRESENTS
ARTISTIC
AND
INEXPENSIVE
PREE IN8PECTION INVITED
ILLUSTRATED CATALOGUE
PO8TFREE ON REQUEST.
IIIMMlMItlllMllltlHIIIUIIMIUHIIIMHMIItlllllluilllinilllllMMIIIIMIIIIIIIII
Mfitn en 7rai£iD2.
Dat is nog eens iemand, die rekening houdt
met de werkelijkheid, die schryver in de Pro
vinciale Groninger Courant en andere bladen,
die te velde trekt tegen overdreven luxe in
het leven van de jeugd en vooral tegen de
weelde,- gooals zij zich in den laatsten tyd
in de sport ouder jongelui ontwikkelt l
Die houdt er stellig geen blauwe idealen
op na, nee, hy moet wel helder zien; hy
kent de menschen en verwacht al heel
weinig van hen, wanneer ze niet als
kuddediertjes kalm en genoegelyk elkaar kunnen
volgen, zien achter elkailr kunnen verschuilen
en voor hun daden anderen aansprakelijk
kunnen stellen I
Want weet ge, wat hij voorstelt als middel,
om aan overdreven eischen van kinderen
tegenover hun ouders paal en perk te stel
len? Hij wil veree'i-igmgen van oiiders oprichten
tot het bestrijden van luxe bij de kinderen. Door
aaneensluiting móeten de ouders elkaar steu
nen in bet tegengaan van wat zij verkeerd
voor ban jongens en meisjes achten.
Waarschuwend en opwekkend klinkt zy'n
woord: Ouders van aile streken, vereenigt
ui" Bestrijdt de luxe bij de kinderen en gij
zult een gezonder maatschappij hebben; gy'
zult verhinderen, dat zoovelen boven hun
middelen leven en lijden onder al de kwade
gevolgen daarvan.
Het is baast niet te gelooveu, dat iemand
dit niet zegt als een boutade of als een sar
castische opmerking over de kleinheid en
zwakheid van veel ouders; maar dat hy het
in allen ernst meent en wezenlijk heil
verwa^fat van zulk een vereeniging, achter wie
papa en mama zich kunnen verschuilen, als
zij de wenechen der kinderen niet kunnen
vervallen.
Het is heusch ernstig bedoeld. Het is
voor n ouderpaar lastig," zegt de schrij
ver, hun 15 jarige kinderen te verbieden,
dinertje-i te geven of bij te wonen, al te laat
's avonds feest te vieren en daarbij te veel
wijn te gebruiken; zij kunnen moeilijk met
beperking komen in het geven van
SintNicolaas en andere cadeau's aan hun kinderen,
indien qualiieit en quantueit daarvan bij
andere kinderen zoo worden opvoerd. Zij
kannen ban jongens moeilijk thuis houden,
als de vrienden 200 kilome:er ver weg gaan
voetballen. Zy kannen hun 12 jarige kinduren
moeilyk een flets onthouden, als zij het be
talen Kannen, en de andere kinderen van het
clubje er ook een hebben, enz. enz. enz."
Als de ouders streng optreden en het toch
verbieden, vreest hij, dat hun weigering slecht
zal werken op het karakter van het kind;
maar als de ouders vereenigiogen oprichten
tot bestrijding van de luxe onder hun kinderen
en zich onderling verstaan over wat zy
wenschen toe te laten en wat ze vooreerst nog
IIUIIIIIIIItllllllMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIMtMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
UITDE NATUUR
Wolkenwiek de Arend. III.
Eenige dagen achtereen legde ik lokaas
neer, een paar forellen en witvisch, op den
rand van een zandbank. De eerste twee keer
bad ik laat in <ien namiddag het a»s uitgelegd;
's nachts nam een beer het beide keeren
mee. De volgende maal legde ik 't lokaas
in den vroegen moigen uit; en vóór twaalf
uur bad Wolkenwiek het gevonden. Hy kwam
rechtuit rechtaan van zij a uitkijk ov.-r de
bergen aangevlogen. Door welk zintuig kan
dit dier toch geleid worden ? Zien en ruiken
schenen in dit geval beide uitgesloten.
Den volgenden dag kwam DIJ weer; daarop
zette ik een heerlijk maaltje op de zandbank
voor hem klaar, en verborg mij met my'n
geweer in het dichte onderhout.
Eindelijk, na een paar uur wachten, kwam
hij opzetten; onder een hevig en luid getril
van de slag pennen viel hij neer uit de
boomtoppen boven my'.
Toen bij het oude ttamstuk, zyn zit stoel
bereikte en zijn breeden, witten staart uit
spreidde, zag ik vlak bij my het gat, dat een
paar weken geleden my'n kogel er in geslagen
had, en ik was er trotsch op. Hij stond daar
rechtop en schitterend mooi, kop, hals en
staart blinkend wit; ook de donkerbruine
dekveeren van zy'n rug en schouders blik
kerden in het heldere zonlicht.
Langzaam wendde hij zijn hoofd naar alle
zijden en in zijn scherpe oogen flonkerde
het, alsof hy' zeggen wilde: Hier ziet ge uw
koning!" tot alle wilde boschbewoners.die hem
bij toeval mochten gadeslaan bij zijn niet zeer
koninklijk maal van doode vUch.
Nu hupte hij neer; ik moet zeggen: dat
ging onbeholpen; hij is dan ook een schepsel
van de diepste hoogten, die eigenlijk de aarde
nooit moest aai/raken. Hy grijpt een van de
visschen, trekt hem met zyn poolen uit elkaar,
vreet gulzig.
Tweemaal lichtte ik 't geweer op om te
schieten, maar de gedachte aan de wildernis
zonder den zeearend hield me tegen. Oc k
scheen 't mij wat min, om zoo'n heerlijke
vogel, die bovendien op den grond zat, zoo
verre willen honden, dan en ook dan alleen
is bet mogelijk volgens dezen schrijver de
kinderen eenvoudig te houden en hen wel
licht als mensen later eenvoudig te doen
blijven.
Wat denkt gy, lezers, van dezen raad, van
dit onderling steun zoeken van ouderf tegen
hun kinderen? Is het niet een
allerbelachely'kat advies, 't welk alleen kan voortkomen
uit een brein, waarin de dingen op het hoofd
staan? Stel u voor ouders, die dan toch vo -r
de opvoeding van hun kinderen hebben te
zorgen, die hun kroost moeten leiden in den
opgang van bet leven, hun raad moeten geven
en steun in moeilijkheden, waar die kinderen
voor het eerst vóór bomen te staan en waar
de ouderen al vroeger mee leerden omgaan;
ouders, die door den inuigsten band aan de
jonge menschen zyn verbonden, die van bet
eerste oogenblik af het jonge leven hebben
kunnen leiden en in de liefde zulk een
machtigen steun vinden voor bet werk der
opvoeding, die ouders zouden niet in staat
zyn te weigeren, wat zij in gemoede en om
het wezenlijk belang der kinderen verkeerd
voor hen achten ? Absurd, niet waar 7
Absurd, ja, dat moest het wezen, maar dat
is het toch niet. Die voorsteller van het plan
is, dat blykt uit alles, oprecht in zyn bedoe
len, en wy' allen, die zyn voorstel lesen,
moeten erkennen, dat, gegeven de wereld,
zooals ze is, het mogelijk gewenscht kan zyn,
pogingen in die richting te doen, al ly'kt het
niet waarschijnlijk, dat er eenig succes mee
zal zyn te bereiken. W*nt omtrent wat men
wel en niet zal toestaan, worden een zeker
aantal onders het toch nooit eens. Daardoor
hangt die vraag veel te nauw P a m en met den
individueelen toestand van elk ge/.in op zich
zelf. En zoo komt men weer tot de in dezen
niet te miskennen waarheid, dat men het in
elke huishouding voor den eigen kleinen kring
zal hebben uit te maken, hoe ver men wil
gaan in het toestaan aan de kinderen van
wat aan bun vriendjes en vriendinnetjes wordt
veroorloofd.
En geluükig, dat het zoo is; gelukkig, dat
een Vereeniging van Ouders alleen reeds in
zy'n naam een onding is. Ouders als zoodanig
kunnen niet tegenover hun kinderen worden
gedacht; en als er werkelijk vaders of moe
ders zijn geweest, die bij bet lezen van het
voorstel gedacht hebben, dat zij graag tot
zulk een Vereeniging zouden willen toetreden,
laat ze dan maar eens ernstig nagaan, of
hun systeem van opvoeding geen herziening
behoeft, en of er in de verhouding van hen tot
hun kinderen en van hun kindei en tot hen niet
veel is, dat zij anders zouden wenschen.
Waarom toch, als het hun meenens is met
de opvatting, dat het verkeerd is voor de
JOB ge mentchen, zich al zoo vroeg te gedra
gen, alsof ze volwassen waren, waarom stellen
ze dan geen paal en perk aan die dinertjes
en het wy'n drinken, aan het laat feest vieren,
de reisjes, de wedstrijden, de cadeau's en al
die an.lere luxe, die ie afkeuren? Zijn daar
dan niet hoogst ernstige belangen van bun
kinderen mee gemoeid ? Mogen ze die af
hankelijk stellen van besluiten, op een
vereeniginasavond genomen?
O, het is weer de oudw, nare quaestie, dat
de menfchen nooit zichzelf durven zijn, dat
ze hun eigen oordeel liever geweld aan doen,
dan af te wijken van den weg, dien hun
kuddeke van standgenooten gaat. Door zoo'n
woord, als daar in een dagblad door n
uit velen is neergeschreven, ziet men weer
eens duidely'k, hoe stumperig en onbeholpen
de menschen in onze maatschappij leven,
alty'd angstig vragend, wat A. en B. wel van
hen zullen zeggen, en geen vingerbreed dur
vend afwyken van wat de echare doet, al
weet men, dat zy' lijnrecht in baar verderf
loopt,
En de jeugd? Wat moet zij ervan denken,
als ze hoort van die vereeniningsplannen ?
Denkt gy, dat uw 15-jarige jongen meer
respect voor u zal hebben, als gy hem iets
weigert, omdat uw vereenigu g het afkeurt,
dan als gij hem onder het oog brengt uw
eigen besliste meening, dat het beter is
voor zyn gezondheid en voor zijn studie
niet mee te doen aan wat anderen in
overgroote meegaandheid hun kinderen wel heb
ben toegestaan? Kinderoogen zien scherp,
en achter u v vereenigingsplannen bespeuren
zy de ouderlijke onmacht, een waarneming,
die voor hun verdere leven hun zeker veel
meer nadeel doet en a zelven veel ernstiger
leed zal berokkenen, dan er zouden kunnen
voortkomen uit een mogelijk te groote toe
gevendheid.
Wie geen kinderen heeft, kan gemakkely'k
praten over deze dingen, dat is waar. Voor
een zeer moeilijke levenstaak ziet zoo iemand
zich niet gestel'). Ik vrees, dat, als ik ze wel
had, ze, waar het maar eenigszins kon, hun
wenschen bevredigd zouden zien, maar lid
van een oudersvereeniging woidea, om mij
het weigeren gemakkelyker te maken, dat
zou ik zeker nooit.
L o c h e m. FHEDKEIKB J. VAN UILDEIKS.
Studie-lateriaal.
Een mooi boek, precies op ty'd.
In Nederland ligt voor het vrouwenkies
recht de winter achter den lug. 't Was een
moeilijke tijd. Niet minder dan 15 achter
eenvolgende jaren heeft die periode geduurd
Een handjevol, scherp genoeg van blik om
te beseffen, wat het noodzakelijk gevolg was
van den veranderden economiscben toestand,
begon te propageert n en doorleefde moeilijke
dagen. En is ook nu het do/.ijn
samenwerkenden aangegroeid tot een l»-dental van meer
dan drieduizend, percentage wijs gerekend,
bijjft het een handjevol, dat zich moeite ge
troost om tot zegeviering te geraken.
Het vrouwenkiesrecht-vraaistuk heeft den
weg weten te vinden tot de regeeringstafel.
Het bewya daarvan geeft het onlangs ver
schenen ontwerp om door Grondwetsherzie
ning te komen tot kiesrechthervorming. Uit
dat ontwerp zijn de belemmeringen voor het
kiesrecht der vrouw verdwenen, eu de
toelichting zegt op welken grond
Toen eenige maanden geladen een deputatie
uit de Vereenigiog v< or Vrouwenkiesrecht
de Regeering aanbood het: Rapport der
L'ommiftie van de Ft-remigirig foor
Vrouuimkietrecht in zake Gri'ndwettherziening, klonk de
vraag: kunt ge ons niet wat propagan
dalitteratuur verschaffen ; wij wenschen de zaak
te bestudeeren 7" Het gewenschte is verstrekt.
De vraag der Begeering wekte bij het
Hoofdbestuur der Vereeniging de gedachte,
dat niet slechts bij de bewindslieden, maar
tevens bij een breede schare van burgeressen
en burgers uit alle kringen behoefte bestond
aan voorlichting betreffende een zoo belang
rijk vraagstuk als Vrouwenkiesrecht.
Studie-materiaal vovr Vrouwenkies
recht werd samengesteld en verscheen den
I5en dezer, nadat exemplaren in prachtband
waren toegezonden aan d,e Koningin, de
Koningin-Moeder en Prins Hpqdrik en ge
wone exemi laren aan alle leden der Eerste
en Tweede Kamer en Raad van S<«fe
De inhoudsopgave van dit sludie-materiaal
doet zien, dat de titel zonder oveidrijvin?:
Elk wat Wds had kunnen luiden, want zij
geeft blijk, dat het vrou ^enkiesrecht aan
hangers en verdedigers beeft gevonden in
alle politieke en sociale lagen onzer maat
schappij, evenals in de metst uiteenloopende
godsdienstige kringen.
Tot voor zeer korten tijd wilden de cal
vinisten en andere streng geloovigen, niets
van vrouwenkiesrecht weten vaet overtuigd
als ze waren, dat de ver «rezenlyking daarvan
in stry'd zou wezen met Gods Woord.
Mej, Joh. Naber en Douainère Beelaerts
van Blokland deelden dat gevoelen niet en
hoe zy' haar zienswijze verdedigden is te
vinden in dit boek. Tevens bly'kt er uit, hoe
ook in roomsch katholieke kringen de idee
vrouwenkiesrecht veld wint. Vo T onze
vereeniging zijn dit twee belangrijke over
winningen; bewijsleverende.dat het vrouwen
kiesrecht reeds i» geworden een volkswensch
der Nederlandsche vrouwen.
Zij, die tot heden de meening zijn
toegemaar neer te paffen uit een hinderlaag.
Eindelijk pakt hy' een van de grootste
visschen, rijst snel omboog en vliegt west
waarts heen. Nu was de lust om te schieten
geheel voorbij; stellig moesten er jonge zee
arendjes gevoed worden daarginds over de
bergen die moest ik ook eens gaan
bekijken en bestudeeren.
Na dezen dag maakte ik nog ijveriger jacht
op hem, maar zonder geweer. En een vreemd
verlangen kwam over mij en liet mij geen
rust; bet maakte zich geheel
van mij meester: dat onweer
staanbaar verlangen de :en
ongetemden, nooit aangeraakten
heer en meester van wolken
en bergen eens aan te raken,
al was 't maar voor een
oogenblik.
Den volgenden dag kreeg
ik 't al gedaan. Er groeide
dicht kreupelhout aan eene
zijde van het oude houtblok,
waarop de arend gewoon was
te gaan zitten. In dit boschje
sneed ik met mijn jachtmes ^?-.£$'
een tunnel en schikte de top
pen van de struiken zoo, dat /' ,^
zy mij bijna volkomen ver- '^
borgen.
Twee uur vóór het vroegste
moment, waarop oude Wolken
wiek tot nu toe was verschenen, legde ik mijn
lokaas neer en ik kroop in mijn koker. Ik had
het mij nauwelijks gemakkelijk gemaakt in
mijn eng verblijf en ik begon mij nei te
interet-aeeren over het vraagstuk hoe lang een
mensch zonder zich te bewegen of n blaadje
te verroeren het uit kan houden in zoo'n gat
tusschen takken en bladeren bij brandende
zon en stekende insecten, toen een luid ge
ruisen van zware zijden stof neerkwam vlak
y mijn oor; meteen hoorde i s de harde slag
van de klauwen op het stanastuk.
Daar stond bij, op een armslengte afstand,
zijn kop draaide ongedurig her en der; het
zonlicht blikkerde op zijn witte Ijrt-in en in
zrn helder oog weer diezelfde trotsche, wilde
flikkering. Nooit te voren was hij mij zoo
groot, zoo sterken zoo schoon voorgekomen;
mijn hart juichte er over, dat juist hij het zinne
beeld van onze vo'kskracht ig geword^c. En
nu nog, na zooveel jat en, voel ik blijd-cbap
dat ik ons wapen in levenden lijven ven zoo
dichtbij heb gezien en heh voelen trillen,
Maar ik had weinig tijd om te talmen;
daan, dat de vrouwen nog niet rijp zijn voor
het kiesrecht, zullen na lezing van dit studie
materiaal wel niet anders kunnen doen dan
uitroepen: de zaken staan niet, zooall wy
dachten; vele vrouwen zijn er wel degelijk
ly'p voor."
Ook van mannenband vin H men verdedi
gingen in dit materiaal. Wat Condorcet in
1795 schreef is een sympathiek pleidooi, te
begrijpen ook door de eenvoud.igen. In
minder ruimen kring zal het doorwrochte
stuk De Rechtfgrond voor Vrouwenkiesrecht"
van nar. H. Louis Israëls waardeering kan
nen vinden.
Eveneens treffen wy er mededeelingen in,
omtrent hetgeen in zake vrouwenkiesrecht
in het buitenland is gezegd en gedaan.
Tevens blykt uit dit boes, dat de vrouwen,
die reeds lang "ver het vraagstuk in k «estie
hebben nagedacht, niet onverdeeld meegaan
met het wetsontwerp. Zy zijn der regeering
dankbaar, maar voldaan zijn ze niet. In haar
rapport hebben zy den vroeden vaderen
voorgesteld artikel 80 aldus te formuleeren:
De leden der Tweede Kamer worden recht
streeks gekozen door de ingezetenen, mannen
en vrouwen, tevens Nederlanders, die. .."
Waarom zouden zij die formuleering niet
hebben overgenomen? BIJ der
vrouwenkiesrechtsters lezing alleen is het, vrouwenkies
recht in onschadelyken. niemand kwetsenden
vorm onttrokken aan de willekeur van de
wetgevende macht. Hoewel slechts een
heel enkele onder ons een wezenlijke his
torica it>, weten de meesten onzer genoeg van
de wereldgeschiedenis af, om geen onvoor
waardelijk ven rouwen te stellen in der
mannen goeden wil ten opzichte der vrouwen.
Slechts mannen, die weikelijk hoog staan,
zien in de samenwerking van man en
vrouw een maatschappelijk belang, terwijl in
de meest ontwikkelden der vrou «en nog
alty'd niet de ovenuigmg gerijpt ie, dat de
meerderheid der manuen, zelfs der
regeeringsinannen, waarlijk hoogstaande mam en
zyn; mannen, die het gemeenschappelijk
belang siellen boven eigen belang. Het
regeeringsblancoartikel is haar alzoo TB BLANCO,
en de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht
zal dan ook onvermoeid blijven ijveren voor
haar lezing.
Het Studie-Materiaal behoort bij honderd
tallen te worden verkocht prijs ingenaaid
J 1.50, gr bonden ? l.yO en het aanstaande
feint-Nicolaatfeeft biedi daartoe een bizonder
goede gelegenheid. Voor hem en Vior haar,
die het hun plicht gevoelen propaganda voor
het Vrouwenkiesrecht te maken, is het on
misbaar, maar hij of zij, die dw geschiedenis
van het Vrouwenkiesrecht in Nederland wil
leeren kem en, het ft nog ander materiaal van
noode. Zij toch, die de geheele actie voor de
verkryging van de burgerschapsrechten der
vrouw hebben meegemaakt, of van nabij
aansctuuwd, zuilen zich met mij veroazen in dit
boek geen enkele bijdrage ie vinden van de
werkelijke piouiersters voor Vrouwenkiesrecht;
van baar, die den znoed ha>er overnigiBg heb
ben getoond, toen er nog werkelijk moed toe
behoorde zulks te doen, wat thans al lang
niet meer het geval is.
Voor het groote publiek is dit feit evenwel
niet van belang, want gloed en overtuiging
ontbreken in het Studie-M alt.ria.al, zooals het
thans naast ons ligt, vooizeser allerminst.
ELISB i. HAIGUTOX.
Den Haag, 16 Nov. '07.
Een
Maria Stella f Lady NewboroughJ.
?instrument voor de doovtn.
Voor de hoeveelste maal zou het zijn, dat
Maria Stella's naam op veler lippen is? Het
zijn twee geschiedschrijvers, de neeren Ralph
Payne?Gallway en Arnold, .iie ons van haren
ttryd gewagen tegen de familie der Orleaa^en,
van hare wanhopige pogingen om te bewijzen,
dat zij en niet de latere koning
LouisPhilippe het in Modisliaua geboren kind was
van den hertog van Orleans (Egalité.)
Volgens Laar zou het prinselijk echtpaar
want Wolkenvviek was ( nrustig. Een (/f ander
instinkt scheen hem te waarschuwen, dat er
een onzichtbaar gevaar in zijn nabijheid
bestond.
Op 't oogenblik dat hij den kop van mij
afwendde, strekte ik voorzichtig den arm
uit. Geen blad verroerde bg die beweging
en toch draaide hij bliksemsnel om, zijn
oogen blikten recht in de mijne met een
ki acht, die ik te nau wemoo t kon verdragen.
Mis-chien verbis ik noij, maar ik verbeeld
mij in dat korte ooüenblik, de harde uitdruk
king van zijn oog te hebben zien verzachten
door vrees, terslond toen bij mij herkende,
mij, het eenige wezen in de wildernis, dat
jacht durfde maken op hem. den koning.
Mijn hand legde ik plat op zijn schouder,
daarop schoot iiij de lucht in. en zeilde, over
de boomloppen en keek neer op den man
die hem te glim was geweest, die hem had
durven aanraken, dm m^n in wiens macht
hij zich tot zijn verbazing en schrik meer
en meer voelde geraken.
Ik stond recht overeind op het blok hout
en keek naar mijn arend, terwijl hij over
mij heen zweefde. Ja, Wolkenwiek. Ik deed
het. Ik schoot je een veer ui' je staar', ik
lef de ti ijn hand op je rug, oude witkop. Ik
had je et n strik om de po'ten kunnen slaan,
je binden en in een zak stoppen, je meen
men, verkoopen, ik heb 't niet gedaan, ik
heb je de vrijheid willen laten.
Maar nu zal ik je jongen gaan opzoeken
en ook die zal ik aanraken."
Een poos lang bestudeerde ik dag aan dag
de vliegrichting van den ouden zeearend; t it
ik tot het bes-luit kwam, dat zijn nest ergens
in de heuvels ten noord/vesten van het groole
meer moest ligg-n.
Oo een middag trok ik er op uit; terwijl ik
vastraakte in het hooge hout dat geen ander
uitzicht veroorloofde dan op de mcht boven
mij, zag ik: op eens niet mijn ouden witkop
maar een grooteren arend, ongetwijfeld zijn
wijfje. Zij vloog vlak westwaarts op een groot
rif toe, dat ik al een paar dagen te voren
scherp in 't oog had gevat en dat goed zicht
baar was van een berg aan de andere zijde
van het meer.
Den volgenden morgen in de vroegte ging
op een reis door Toscane, waar het zich
graaf en gravin de Joinville deed noemen,
bedroefd zyn geweest over de geboorte van
een dochter (Maria Stella) en dit kind hebben
geruild voor den pasgeboren zoon van een
zekeren Chiappini. 't Was in 1772 en de storm
der revolutie had dus nog niet gewoed.
Egalitékon toen nog niet denken te zullen
stemmen voor de ter dood brenging van
Lodewijk XVI, en evenmin kon hij vermoeden,
dat een zoon van hem eens den troon van
Frankrijk zou komen te bestijgen. Waarom
zou dus een man als Egalité, hertog van
Orleans, het kind hebben aangenomen van
een dorpeling? Bovendien lijkt Maria Stella
veel meer in gelaatstrekken op eene
Italiaansche dan Louis-Philippe het deed. Het is
dus zeer waarschijnlijk, dat Maria Stella (later
lady Newborougb) een dier vele pretendenten
is geweest, bij wie de wensch de vader ig der
gedachte.
Hoe leelijk moet men het gevonden hebben,
toen de eerste brillen op sommige neuzen
gingen zitten, om er bijkans nooit meer af
te raken! Maar is de uitvinding zelve daarom
geen weldaad voor de menachheid? Toch is
iedere wijziging, die van de bril iets minder
leelijks maakt, toe te juichen. Van de brii
kwam men tot het lorgnet en ten slotte tot de
face a main, die zoo elegant kon worden ge
bruikt, en voor behaagzuchtige dames van de
groote wereld dikwijls den waaier vervangt,
den waaier, waarmede een Sarah Bernhardt
wouderen kan verrichten I
Welnu, men is bezig; ook voor de
hardhoorenden een instrument te volmaken, dat,
wie weet, zooals met de monocle reeds gedaan
wordt, ns zelfs gebruikt zal worden uit
louter chic, zonder noodzaak. Wie gearuikt
thans zonder nood'-aak, zonder bittere nood
zaak den hoorn, waarin vrienden en dikwijls
spotlustige vreemden moeten schreeuwen,
wat zij te zeggen hebben tot den doove?
Het instrument, waarvan de uitvinding te
Berlijn is geschied, kan nauwelijks, by den
wreedsten evenmensch, spotlust opwekken.
De inrichting er van i* deze:
Aan een kleine gehoorbuis (b) gemakkely'k
ongemerkt aan 't oor te houden, is verbonden
een z.g. microphoon (a), die in principe het
zelfde is als de geluidstromtnel van een
telephoon. Zijn er in zy'n buurt klankgolven,
dan trilt de microphoon. Deze microphoon
kan de doove op tafel, verborgen als hij wil,
neerleggen, of een dame kan hem, zooals met
dameshorloges gebeurt, aan het corsage han
gen. Op zichzelf zou deze inrichting den
doove nog niet baten, ware er geen electrisch
batterijtje (c) dat de trillingen van de
micropboon zeer belangrijk versterkt. Is dit geen
mooie uitvinding? Dit batterijtje toch kan
ergens in een zak of in een plooi van het
corsage verborgen blijven, de microphoon
kan men leg<en en verbergen waar men wil
en de kleine gehoorbuis legt men met een
band aan 't oor of houdt het aan het oor,
met een heel wat eleganter gebaar, dan waar
mee onze doove zusteren gewend waren den
hoorn naar haar buurman te keeren !
Interim voor Caprice.
ik er heen en niemand minder dan
Wolkenwiek zelf wees mij den weg naar het nest,
Ik sloop onde>langt de rots naar bet nest, toen
ik omkeek en mijn blik liet gaan over 't meer,
zag ik hem aankomen uit de verte; en
da lelijk verborg ik mij in 't onderhout.
Hij vloog hed dicht over mij heen, ik
volgde hem met de oogen en een oogenblik
later zag ik hem staan op een steen blok,
dicht bij den top van de rots.
Vlak onder hem, boven in een boom, die
uit de rots ontsproot en waarvan de top was
afgebroken, lag een verwarde rommelige hoop
takken. Dat was bet nest, moeder arend stond
er bij op een tak en voerde de jongen.
De beide vogels slopen stil weg toen ik
verscheen, maar ze kwamen spoedig terug,
ze zwietden snel krii kras over me heen en
weer, terwijl ik be«ig was, met mijn kijker
de ligging van 't nest en het hellend vlak
van de rots te bestudeeren.
Voorzorgsmaatregelen hielpen de vogels nu
toch niet meer, dat gaven ze op; de beide
dieren schenen te begrijpen, waarvoor ik bij
hen was gekomen en dat het lot van de
arendjes in mijn hand lag. indien ik er in
slaagde de rots te beklimmen.
't Was een hachelijk werkje, zoo'n driehon
derd voet tegen de steile helling van de berg
op te klauteren.
Gelukkig dat de rots door de eeuwen gekerfd,
gegroefd waf; de verweering vertoonde zich
in den vorm ran talrijke spleten en scheuren,
waaruit boomt-n met gebroken toppen op
staken. Ik begon den tocht; de scheuren
gaven me vasten voet en de boomen bespaar
den mij nog al eens een roet of vijf klauteren
tegen den stijlen wand.
Onder 't klimmen kwamen de arenden al
lager en lager in kringen boven mij vliegen;
het machtige ritselen van de vleugels hoorde
ik voortdurend om mijn hoofd.
Het veeren-getril werd hoe langer hoe
duidelijker en woester, naarmate mijn voet
minder vast kwam te staan, mijn greep min
der zeker werd en de boomtoppen onder mij
steedf doeseliier vormen kregen.
(Naar W. J. Long. Met toestemming van
den schrijver).
E. HEIMAXS.