Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1587
LOUIS BOUWMEESTER.
Er is in Nederland in geen vijftig jaar een acteur geweest als Louis Bouwmeester.
Het is zeer de vraag of er in vijftig jaar zulk een acteur zijn zal.
Er zjjn in Europa groote tooneelkunstenaars. Maar in heel Europa, in heel de
wereld zijn er geen drie, in wie het groote vuur van de Kunst zóó hevig, zóó
koninklijk, zóó goddelijk branden kan, als in Louis Bouwmeester.
Heel Nederland, arm en rijk, klein en groot, kunstenaar en leek, wét het.
Volgens de laatste geruchten weet de Raad van Beheer van de Koninklijke
Vereeniging het Nederlandsch Tooneel ditzelfde NIET VOLDOENDE. Deze Raad weegt
en wikt sedert jaren al. Er zal een oogenblik komen en het is misschien
naderbij dan men vermoedt dat de publieke opinie uit haar Nederlandsche
bezadigdheid overeind zal gaan staan en andere middelen aangrijpt al3 het mopperen
binnenshuis en in de pers.
Want de publieke opinie, die met allerlei povere bijzaken zich niet inlaat, WIL
BOUWMEESTER TERUG, en zij zal ook de middelen willen om daartoe te komen.
MtllllllllltllMllltllMIMIMIMIHIIMIIHIIIIinillllMHnilMIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIÏItlMIIMIHIIIIIIItlllll IIIIIHHMMIIMIIMMMMIlMMIMItlllMIMMIIIIIIIIIItf MIIMIIIIM
Mr. Hendrik Goeman Borgesius.
op 33 stellingen, summa cum laude.
De 25stestellingluidde: Eenekieswet,
die alleen het vermogen tot maatstaf
neemt, verdient afkeuring."
De 29ste: Geringe bezoldiging van
onderwijzers werkt schadelijk op het
onder wij i."
Nog voor zijne promotie werd hij te
Sneek benoemd tot leeraar in de Staats
wetenschappen, om in dezelfde hoedanig
heid in 1870 aan de Hoogere Burger
school te Arnhem zijne werkzaamheden
aan te vaneen. Hij doceerde in de rich
ting van de Manchesterschool. Niet zonder
invloed van Lassale's polemiek tegen
Schulze-Delitsch's Kapital und Arbeit"
en de sympatie voor coöperatie gaf hij,
in 1871, uit: Schuitje- Delitsch en zijne
Credietvereenigingen". Dit was zijn eerste
geschrift.
In 1875 werd aan hem en mr. J. D.
Veegens de Redactie van Het Vaderland
opgedragen. In dat blad, waarvan hij,
l Januari 1873, alleen hoofdredacteur
werd, schreef hij in democratischen geest,
en verdedigde de nieuwe richting in de
Mr. H.^ Goeman Borgesius, oprecht
Groninger, stamt af van een tak der
Romeinsche prinsen Borghese. Het is
waarschijnlijk, dat zijne voorouders van
Rome naar Munchen, van Munchen naar
Munster,jen van Munster over
OostFriesland naar Groningen zijn getrokken.
11 Januari 1847 geboren te
Schildwolde, genoot hij onderricht in het Latijn
te Ootmarsum, studeerde aan de Akademie
te Groningen en promoveerde er 21
September 1868, een-en-twintig jaar oud,
Borgesius en zjjn Armenwet.
DB AEMB tot Minister BOKGESIUS : Wat hebt gy voor ons gedaan ? Ous liet gij
maar honger lijden... en juist op u had de ara e gerekend, gy hadt bet beloofd."
Staathuishoudkunde.
Hij deed in 1873 veel van zich spreken
door, bij de werkstaking der sigaren
makers, voor hen purtij te kiezen. Zijne
artikelen ten hunnen gunste, in Het
Vaderland breidde hij uit in de
Zutphensehe Courant. Van deze courant was hij
correspondent geworden en bleef dat tot
Juli 1898, toen hij tot Minister van
Bmnenlandsche Zaken werd benoemd.
Den 3Üsten October 187Ühad zich te
Utrecht een comitégevormd ter behar
tiging der souiale kwestie. Van dit comit
werd mr. II. Goeman Borgesius een der
werkzaamste leden. De behartiging der
sociale kwestie door dit comitéhad de
oprichting van het tijdschrift Vragen des
7'yV/,s in haar gevolg. Mr. IL Goeman Bor
gesius schreef er het eerste artikel voor,
l November 1874, en werd spoedig in
de reductie ervan opgenomen. Van zijne
artikelen in dit tijdschrift trokken vooral
de aandacht: Stoommachines en Volks
welvaart" (1876); De Sociaal Democratie
in Duitschlund (1870); Drankprostitwtie
(1879), terwijl in 1896 volgde: De school
in den strijd tegen drankmisbruik.
In November 1877 werd hij, dertig jaar
oud. gekozen tot lid der Tweede Kamer.
VHII 1879 1897 was mr. H. Goeman
B?rgesius voorzitter van de Volkshond.
De redactie van de Vragen des Tijd s
legde hij neer in 1878, om die in 1893
weder op zich te- nemen.
Niet alleen in schrift, ook door het
gesproken woord sprak mr. H. Goeman
Borgesius zijne meeningen uit en maakte
Candidatuur-stelling der heeren Gerritsen en Hartogh in] het 8e district.
KERKDIJK tot BORGEÖIUS : Trek toch collega, 't ia zoo'n toer!"
GERRITSEN: Kijk dan toch uit, kerels.... jullie gooit me omver!"
naam als redenaar in Nutsdepartementen
en Kiesvereenigingen.
Als kamerlid trok hij het eerst en het
meest de aandacht op zich door de ver
dediging van de subsidieering eener
stoomvaartlijn. Later door het voorstaan
van Leer- en Weerplicht.
Het door hem en tien mede-kamer
leden in October 1886 ingediende
voorstel tot het instellen eener
parlemeneen reeks van jaren voorzitter
dervereeniging Volksonderwijs" geweest.
Bij al zijne werkzaamheden zette hij
die aan Het Vaderland voort, van welk
blad hij in 1878 als hoofdredacteur was
afgetreden. Een tijd werkte bij o. a. bok
aan het Weekblad: Nederland.
In boekvorm schreef Borgesiua. over :
coöperaties, arbeid, veiligheid,
bedrijfsbelasting, enz.
De partüder vooruitstrevende liberalen.
,yw$$£^
- ^V FH ^
& M '
De Heeren PYTTEKSEN en BORGESIUS op weg naar de Liberale Unie.
taire arbeiders-enquête, aangenomen
zijnde, werd hij er onder-voorzitter van,
en schreef overzichten er van in het
Sociaal Weekblad van 1887.
In de vele'jaren, dat mr. H. Goeman
Borgesius lid van de Kamer is, hebben
zijne adviezen over het lager onderwijs
eene voorname plaats bekleed. Dit leidde
het genootschap voor onderwijzers er toe
hem tot eere-lid te benoemen. Ook is hij
Bij al den arbeid schroomde hij niet
om zich, in 1884, ook de benoeming tot
directeur der Eerste Verzekeringsmaat
schappij te laten welgevallen.
On 27 Juli 1897 werd hij benoemd
tot Minister van Binnenlandsche Zaken.
Dit bleef hij tot 1901, toen hij als
zoodanig werd opgevolgd door Dr. A.
Kuyper.
22 November 1892 fungeerde hij al»
Worstelaars, die zich voorbereiden tot den wedstrijd met Kuyper.
riOKCE w* i>it I.EI.Y en CKKMER : Als wij hem met ons drieën nog maar aan kunnen,
nu hij zich heeft ingewreven met die kostelijke olie... gelijk daar droop van den
baard Aürons . . .