De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 24 november pagina 7

24 november 1907 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1587 DE A M STEK DA M MER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Sluiting van de Kamerzitting. Mr. BoROKëius tot PIBBSON: Nu ben ik toch nieuwsgierig wie ons naar het Panopticum brengen zal." onder-voorzitter van de Centrale Com missie voor Statistiek. Het aandeel, dat hjj heeft gehad in de vorming van het Kabinet?De Meester, Thans, lid der Tweede^ Kamer, afge vaardigd door Enkhuizen heet't hij 19 No 'ember 1.1. zijne dertig jarige werk zaamheid als Kamerlid her lacht. ligt noch versch in het geheugen. Toelichting. De kleine plaatjes zijn reproducties van politieki1 platen uit de verschillende jaargangen van: De Amsterdammer". «IIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllltllllllMinilllnlIIIIIIIMIIIIIIUIIIIIIItMIIIIIIIIIIIIIMIMIIIItHllllllllllllllllllllllllllll J. W. SCHMIDT KRANS, schilder en teekenaar der deftige satyrieke platen van: De Spectator", uitgegeven hy' de firma NijhoflF. zooals hy zat tusschen bloemen en geschenken, hem op zy'n zeventigsten verjaardaz vereerd. Op dat feest w -rd hij, bfl monde van H. W. Mesdag, gehuldigd door Pulchri Studio" te 's Gravenhage, alwaar hij 14 November 19K7 is overleden. UlllltlllMIIIMIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIII Tentoonstelling Roelofs. Van de Eere-tentoonstelling Roelofs, kor telings in Den Haag gebonden en in dit blad door PlafRchaert besproken, is er thans een overschot beland in den kunstzaal Voskuyl op het Spui, voor een derde ongeveer. De compleete collec'ie zag ik niet; ik kan das niet weten of daar in de samenstelling aanmerkelijke leemten waren na te wijzen, gelijk er nu by het gedunde aantal, canige werken storend overtollig zy'n. Dit overtollige bestaat in toezegging van werken, die in het oeuvre van bijna iederen modernen schilder (op enkele uitzonderingen na als Mathijs Maris en Vincent van Gogh) te plaatsen zy'n als gelegenheidsproductie, opgemaakt voor de markt of tentoonstel lingen; ook wel, die minder geëigend zijn van den meester, door in het overspannene of tot uitpu ting doorgedreven uitvoerigheid, of nog, lauwe herhalingen van vroeger werk zyn te noemen. Onder leemten is bedoeld, dat deze verzameling veel te karige vertegenwoordige biedt van Roelofs' meest speci fieke productie: van '.ij u talrijke direkt naar de natuur gedane studie in het Gein en Polderland. Daarin heeft hij zich het meest en het zuiverst geuit, daarin heeft een geest ran frissche opgetogenheid zich met zoo trouwhartige gulheid uitgedrukt, dat het tot het beminnelijkste werk hoort van de moderne holland»:he k uut-1 De heer Smissaert, die van de Eere-tentoonstelling een catalogus maakte waaraan hij veel zorg besteedde en er ook de waarde aan bijzette van een rangschikking der wer ken naar tydorde, noemt met veel nadruk Roelofs een der grootsten van de grooten uit dezen tyd. We kunnen deze uitspraak wel op rekening zetten van een achtingswaardige hoogschatting dooreen oud-leerlina; en vriend van den ouden meester. Minder onbetwistbaar dan zeker lykt nu de uitspraak, dat Roelofs was een der hartelijkste schilders van de sen tijd. Ook een baanbre ker wordt hy door den zelfden schrijver ge noemd en dit is teker in zooverre juist, dat Roelofs met Knist-fflto's-teBtflonsteüinii. __ Het jamhacht, bet bedry'f'van fotograaf heeft zich tegenwoordig bijna [tot kunst ont wikkeld. De fotozraaf gaat personen, stade en natuurgeziebten zien met) het oog van den kunstenaar, terwijl hij den techniek, die nu ondergeschikt werd aan de kurst, vervol maakte. Bij dezen vooruitgang verdween het al te mooie, het vermoeide, het gelikte en het onware der voorwerpen, hetzij van mensch, landschap, binnenhuis, of wat dies meer zij. Er zijn fotografen, wier werk volkomen op reproducties van werk der groote meesters gelijkt. Men denke aan Dr. Neuhauser, aan Clausing, aan van Meurs bovenal en anderen. Er is tbans een tentoonstelling van kunst foto's bij Groote te Amsterdam. Reproducties van enkelen dezer kunnpn een denkbeeld geven van het werk van den kun t-fotograaf Adr. de Boer te Baarn is aar kooi. IQ d'Avondzon. iiMiiiiimHntiiiHitiriifHtiufmiiifUiiiiriifiimfnMiiiiiiiiiiiiiitiimiiniini 48 Tentoonstelling de? Gravure origlnale en cenlenrs te Parfls Toevallig was ik onlangs in de gelegenheid de opening dezer Tentoonstelling bij te wonen. Evenals alle plechtigheden van dien aard te Parijs, was ook deze een te druk bezochte, stoffige en warme byeen komst. Maar naast de t'iut Paris" die er een exhibitie hield van najaars'oiletten, speciaal van die nieuwe niet oogracieuse, reusachtige hoeden, zoo groot als parasol?, versierd met vele meters lint, waren er ook artisten, beoefenaars van deze weder opbloeiende kunst en recipieerde de voorzitter der vereniging de talentvolle Rafaëlli, met zyn bekenden tact en beleefd heid, détalrijke genoodigden, welke tot alle werelden der hoofdstad behoorden. De zalen van Georges Petit. hoe luimook, zijn niet berekend om zoovele tnenschen te Kromboomsloot. bevatten en om honderden vrij groote werken geheel tot htm recht te doen komen. Maar deze zaaltjes (in de Rae de Sèze) zijn en vogue. en worden zér duur betaald, omdat het nu eenmaal van die lokalen zijn, waar ra en gaarne heen gaat. Sedert eenige jaren komt de gravure en couleurs weer in trek; tengevolge daarvan leggen zich verscheidene artisten met ijver toe op de ingewikkelde behandeling er van, die een onderdeel vormt van het etsen. Nieuw is het procéléniet, want tegen het einde van de bloei der achttiende-eeuwsche fransche kunst maakte o a. Debncourt sen satie met zijn kleur drukken. Ook de Engelsche prenten", thans zoo duur betaald, ontstonden in dien tijd. De maalstroom der Revolutie en de Napoleontische oorlogen deden de coquette, luchtige uitingen van den tijdgeest in het niet verdwijnen. Een zooge naamd klassieke richting maakte de kunst met zijn buitenschilderen plein-air schil deren op aanmerkelijke wyze moet heb ben bijgedragen tot opwekking van een ontwakenden tijdgeest. In dien tijd, dat er op aangedrongen werd, dat een schilderij een stemming zou vertolken, heeft hij zijn mooie kinderlijke verrukkingen voor de landelijke bekoringen van het hollandsche buiten, wel vooral in zijn studies onbewimpeld uitgezegd. Mocht er by deze uiting ook soms gewensc^t zijn een staat van meerdere geknistheid van vorm en verfijndheid van kleurzin (als bij Poggenbeek byv.) er gaat door de onop gesmukte voüidracht en on^eknnsteldheid van ontboezeming een bekoring van uit, die dit werk boven veel van meer beschaafden factuur, sympathiek doet zijn. Want inderdaad schijnt het wel, dat deze tijdgenoot en geest verwant van Gabriël, in zijn tochten langs de vaarten met het wuivende riet aan de bochten Ie oevers, over de dobbers in de veenstreken, waar hemelveld en watervlakte een immer wisselend spiegelspel van tint vertoonen, of door de wijde weilanden met vee, waar de afstanden in de vlakte te meten zyn, altijd door een molentje ginds en een kerktorentje nog veel verder, heel ver, wijl de dingen daar geheel in het blauw drijven de horizon. en ook bij zijn impressie's van de buiige luchtea, waar witte wolken holderdebolder over elkaar tuimelen of een grauw-blaauwe regen wo!k ingeschoven iigt, dat deze voor al dit natuurschoon zeer gevoe lige buitenwandelaar, zich weiuig indachtig was ook schilder te zijn (waarop hij zich echter mocht laten voorstaan I) en onder de voort durende verrassingen van het oog tot ont boezeming gedrongen werd, als tot blyveade herinnering aan die verheugende tochten zyn indrukken ging noteeren in zijn schilderkist, tiet was Roelof's ideaal deze notities te verwerken tot voldragen schilderijen en hij heeft misschien zelf niet ingezien hoe door de volheid van leven, in hun betrekkely fee afgeslotenheid van uiting deze impressies tot kompleeter kunstwerken deden zijn dan zijn meeste schilderijen. Toch heefc hy' het bereikt somtij Is op een studie voordeelig voort te bouwen tot voleindiging in een hecht schilderij. Z'u'n schilderij in 't Stedelijk Museum is daarvan een sprekend getuigenis. Een e?en sterke expressie van een in het schrille licht uit een huiïae lucht, verstaalde kleur, en met gespierden schildertrant is hier gegeven in een gedicht uit het Gein, met een molen, die midden in het land staat. In een ander schilderij, een riviergezicht, weer met een dreigende lucht, is alles in de vaart van een woelige weersgesteldheid opge nomen. Dit fragment van de Eere tentoon stelling is nog zeer belangwekkend, afge-ien van het hierboven aangegeven tekort in deze vertegenwoordiging van Roelofs. Er is nog genoeg om de erkenning van zijn waarde af te dwingen en het uewicht van zijn werkzaamheid in de toen opkomende beweging te doen uit komen. En dit mocht wel eens aebeuren; want wél is het waar dat deze schilder, die in zijn kuost zoo warm en oprecht gesproken heeft, bij een beschouwing der hoofd vertegenwoor digers der generatie ni 1850, dikwijls te veel over het hoofd wordt gezien. W. STEKNHOFF. W. Roelofs 1822-1897. Teekenin» van Roelofs. conventioneel en hol, en gedurende tien tallen van jaren werd op het gebied der prentkunst weinig of niets geproduceerd, dat de aandacht waard was. De uitvinding der steendruk was wel is waar van groot belang, maar werkte de gra veer- en etskunsten tegen. Eerst na ruim een haUen eeuw begonnen enkele groote schil ders, als Delacroix, Corot, Millet, bij ons J. Israëls en Jongkind en Storm, weder oorspronkelijke etsen te maken. Langzaam ontwikkelde zich de herleving, totdat in den laatsten tijd, het aantal etsers plotseling zeer groot werd. Ook de chromolithographie kwam in zwang maar bracht geen werken voort van artistiek gehalte. Weinig jaren geleden begonnen eenige schilders en etsers de procédés van kleuren druk op te rakelen, en weldra zag men hier en daar oorspronkelijke prenten van begaafde artiesten, op deze wijze behandeld In enkele jaren nam deze toepassing een groote vlucht. Het is misschien hier wel de plaats om even aan te duiden op welke wijze klenrdrukken van dit soort worden gemaakt. Gewoonlijk (want el K artist heeft zijn eigen systeem van arbeid) wordt een plaat eerst geëtst, in lijnen of met gewone grond" of met vernis mour. Dan worden verschillende platen, precies van dezelfde grootte als de eersta, met vlakke tinten bewerkt door middel van aqnatinl" ; n voor elke kleur die geischt wordt, rood, blauw of geel, b.v. Deze platen worden dan achtereenvolgens op het papier afgedrukt, evenals chromo's behandeld, mét dit verschil echter, dat het drukken veel omslachtiger is, nl. plaatdruk. Zoo is het eigenlijke procédé. Een ander, dat ook veelvuldig wordt toe gepast, is aldus: n enkele plaat wordt geëtst, en daarna ook met aquatint behandeld. Deze plaat wordt met zeer lichte inkt afgedrukt en daarna worden de gewenschte kleuren met kleine tampons, poupées" ge naamd, op de verschillende plaateen inge wreven. Wordt deze plaat nu afgedrukt op de eerste proef, dan staan alle kleuren tegelijk op hun plaats, in tegenstelling met de procéd met verschi'lende platfn, dat doo combinatie de kleuren doet ontstaan, door vermenging, in bepaalde verhoudingen, van b.v. rood met geel of blauw, enz. Men ziet, de behandeling is lang niet een voudig Toch zijn er een groot aantal fransche schilders, die met veel gemak en vaar iigheid partij weten te trekken van deze verschillende wijzen van arbeiden. Siren^e beoordeelaars vinden dit soort van gra^eeren een baetaard-procédé, dat nooit de oekoring van een luchtige aquarel geven kan, evenmin als het charme van een mooie «Jtg. Zeker is het, dat een gedeelte van het publiek, waardoor het mooie van zwart-enviit kunst niet naar waarde wordt geschat, genoegen schept in deze gekleurde prenten, omdat het eenmaal liever kleurtjes ziet. Ontegenzeglijk zijn er art'sten, die met begrip en talent partij weten te trekken van deze middelen, en zooals al'ijd, natuurlijk ook kunnen in dit genre individueele artisten iets voortbrengen, waarin zij hun persoonlek talent laten zien, zoodat hun producten van artistieke waarde zijn. In Hollarjd evenwel denk ik niet dat deze wijze van graveeren ooit veel navolgers onder de schilders zal vinden, om deze voorname reden, dat de toon er niet in uit te drukken is, een factor, die juist onze schilders zoo zeer onderscheidt van anderen. Zoo zijn dan deze werken, hoe kundig, geestig, of sym pathiek ook gedaan, nooit juist van toon", iets waardoor zij steeds onvast" zijn, en geen rijpheid van kleur, geen zuivere har monieën geven; zij blijven ietwat onbestemd. druRken geen stof" uit. Ik hoorde, voor zeer verdienstelijke platen, ontwikkelde menschen hoornen voor rotsen aanzien, water voor land. enz. Toch hebben de beste gravures en couleurs", veel oppe vlakkige bekoring; maar naar diepte of macht rnoet men niet zoeken; het blijft een 4 peu pres", dat, met smaak en geestig

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl