De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 1 december pagina 5

1 december 1907 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1588 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. LIBERTY SPECIALITIE8 UNOBTAINABLE EL8EWHERE METZ & CO 8OLE AGENTS FOR HOLLAND OF LIBERTY 4. CO LONDON KALVER8TRAAT AMSTERDAM. ST NICHOLAS PRESENTS ARTI8TIC AND INEXPENSIVE FREE INSPECTION INVITED ILLUSTRATED CATALOGUE POSTFREE ON REQUEST. vraagteeken gezet achter dat alleenzaligma kend geluk, die dringende noodzakelijkheid van dat nu (al) toegeven aan het billijkheidsgevoel, dat, inderdaad, waren de om standigheden in casu: het intellectueele en moreele standpunt door onze hedendaagsche Hollandsche vrouwen ingenomen daartoe geschikt, met volle recht zich zou mogen, ja moeten uiten! Met my echter menig onderhoud heeft mij dit bewezen met mij betwijfelen vele der ontwikkelde en ook vooruitstrevende vrouwen of het wenschelijk is, om nu reeds, of binnen betrekkelijk korten tijd, op onze Hollandsche maatschappij dat universeel heilmiddel". dat vrou wenkiesrecht" geheeten, toegepast te zien, en heeft mij doen besluiten, ook op de keerzijde der medaille eens wat licht te doen vallen. Eerst dan, komt de vraag: Hoe eigenlijk wordt op den huldigen dag het kiesrecht (voor mannen dus) toegepast? Als antwoord mag dan het niet te loochenen feit komen, dat naar verhouding slechts bitter weinigen ter stembus gaan, zich ten volle bewust, dat degenen, wier namen zij op 't billet hebben ingevuld, volgens hun persoonlijke, en op grond van eigen weten gevormde opinie, inder daad zullen zijn: the right men on the right place'. Gaat men het wezen van het kiezerswerk na, dan weet men, dat meer dan de helft van de ter stembus opgaanden hoeveel procent zelden of nooit kiezende kiesgerech tigden zou wel opgegeven kunnen worden? dat dus meer dan de helft kiest op gezag". In allerlei vorm doet zich dat stemmen op gezag" big ons voor; niet 't minst zeker in katholieke, of streng-calvinistische deelen van ons vaderland. Maar ook... het merendeel der soc. democratie atemt op gesag. Een niet te loochenen feit is 't, dat bitter klein is het cijfer der biljetten, waarop uit eerlyke en persoonlijke overtuiging de namen zijn geplaatst. En nu : Zou dat anders, beter geschieden, indien mi reeds de vrouw op gelijken voet $!ki de man kiesgerechtigde weid ? «-.* Wie ter wereld zou durven beweren, dat bij onze Hollandschèhedendaagsche vrou wen het kiezen voor Gemeenteraad of wat ook, zuiverder in zijn werk zou gaan, dan zulks nu bij de mannen geschiedt ? 1. Zouden onder de vrouwelijke kiesge rechtigden minder onverschilligen dus niét, of zelden kiezenden gevonden worden ? Niet een enkelen grond kan ik vinden om zulks aan te nemen. 2. Kan geloochend worden, dat van de niet-onverschilligen onder de vrouwelijke kie zers 75 pCt. op gezag haar kiesplicht zouden uitoefenen? UIT DE NATUUR. CCL. Wolkenwiek, de Arend. (Slof). Er zat een beste revolver in mijn zak, die ingeval van nood wel goeden dienst zou wil len doen. Toch, als de vogels mij hadden aangevallen, zou ik kwalijk gevaren zijn; want somtijds was ik genoodzaakt, met beide handen vast te grijpen, mijn gezicht haast tegen de rots; op zulke oogenblikken hadden de arenden een mooie gelegenheid, mij van boven of van achteren aan te vallen. Nu, achteraf, komt het mij voor, dat zij als razenden met klauw en vleugel op mij los geslagen zouden hebben, indien ik op zulke hachelijke oogenblikken vrees had getoond, indien ik was gaan schreeuwen of getracht had, hen op andere wijze bang te maken. Ik ion de vogels in de wilde oogen zien, als ik opkeek. Maar de herinnering, dat ik al zoo vaak jacht op Wolkenwiek had gemaakt en de gedachte aan 't oogenblik, dat ik hem had aangeraakt, maakten hem bang. Daar door kon ik gestadig voorlklimmen, waarbij ik schijnbaar geen acht sloeg o p de arenden. Maar in mijn hart was ik bang genoeg; zon der ongelukken bereikte ik den voet van den boom, waarin het nest stond. Daar bleef ik lang staan, met mijn arm geslagen om den gedraaiden ouden knaap, uitkijkend over het bosch beneden mij; ik maakte weinig haast met inklimmen; om de arenden eenigszins tot rust te brengen, maar ook om de zaak goed aan te kijken en te overdenken, wat mij nu te doen stond. De boom was gemakkelijk genoeg te be klimmen. Maar 't nest, door opstapeling van jaar tot jaar tot een groote dichte takkebos aangegroeid, ??vulde den geheelen boomtop. Ook was nergens een voetsteun te krij gen, om eens boven in 't nest te kijken; ik zou het nest uit elkaar hebben moeten ruk ken, om de jongen te zien en met de arendjes te doen wat ik wenschte. Waarschijnlijk zou moeder arend dit ook niet zoo kalmpjes hebben toegelaten. Een keer of twaalf nam ze de houding aan of ze zoo op eens wou neerschieten op mijn hoofd en mij uit elkander scheuren; maar telkens deinsde ze terug, als ik haar kalm en rustig aankeek. De oude witkop, die het merk van mijn baasschap over hem aan zijn lijf droeg tot mijn aanmoediging en zijn zwakheid zwierde telkens tusschen haar en mij in, of hij zeggen wilde: Wacht maar, wacht maar; begrijpen doe ik 't niet; hij kan ons dooden zoo hij wil en ook de jongen; ze zijn in zijn macht; maar hu doet het niet." Nu was hij dichter bij mij dan ooit te Op gezag. Van wien? Bij de gehuwde vrouw in de eerste plaats op gezag (of door zachten drang) van den echtgenoot, te vaak zelf bewerkt door werk gever, geestelijke of... partijgenoot. In de tweede plaats zou als machtig be werker van de gehuwde n van de ongehuwde vrouw, de geestelijke, hij heetepastoor, domin of wel rabijn te beschouwen zijn. Want... Dot zou het merkwaardige blijken te zijn bij een nu, of binnen betrekkelijk kor ten tijd in ons land verkregen vrouwenkiesberechtigdheid: Waar bij elke orthodox-godsdienttige partij per ie uit den booze is, het erkennen van gelijkwaardigheid van man en van vrouw, en het toekennen van gelijke rechten en (zedelijke) wetten voor beide sexen, daar is 't tóch op de vingers af te tellen, dat, werd op 't huidige moment de vrouw kiesgerechtigd, de geettelijkheid van elk dier partijen zijn vrou welijke kudde onder zijn kiding ter sttmbut zou doen opgaan. Zou inderdaad dan daarmee de waarachtige vooruitgang van het (Nederlandsche) menschdom bevorderd worden ? Zou op zulke wijze verwacht mogen worden, mér humane rechts pleging, minder meten met twee maten in heel onze Hollandsche maatschappij ? Zouden diin betere sociale toestanden in 't algemeen kunnen worden tegemoet gezien? En nu de overige 25 pCt. der vrouwelijke kiezers. Met variatie op des ouden Camphuysen's gerechtvaardigde klacht, luide 'tin ditopzicht: Ach, waren al die vrouwen wijs En wilden allen wel..." Dan, ja, dan zou zeker, trots de slechte verhouding tegenover de overigen, in verre toekomst met ietwat hoop kunnen gestaard worden op 't beeld van Vrouwenkiesrecht. Maar... Beden we met zuiver licht die 25 pCt. kies gerechtigde vrouwen, dan speuren we 1. Dat daarvan verreweg 't grootste deel behoort of tot den z.g.n. gegoeden middenstand, of tot 't patricische, of wel, tot 't aristocratische deel der Nederlandsche bevolking. En .. hoe is de leerschool waarin voor een maar al te groot deel deze vrouwen geschikt wor den gemaakt voor haar (ernstige) levenstaak, waartoe dan ook zou bebooren : het uitoefenen van haar kit zersplicht. Wordt dezen (altoos spreek ik van een groot deel, niet van allen) geleerd, hooge eischen te stellen aan eigen (zedelijk) ik ? Wordt haar al vroeg ge wezen op het groote voorrecht, door 't toeval haar geschonken, door haar geboren-zijn in het milieu, waarin zij opgroeiden ? Wordt haar voorgehouden, dat zulk een (toevallig) voorrecht, groote verplichtingen oplegt, vooral tegenover de velen, die evenzoo door 't blinde toeval geboren en getogen werden in kommer en ellende, wien dus de levens voorwaarden zoo slecht, het ontwikkelen van het booze zoo licht wordt gemaakt? Wordt dien bevoorrechten geleerd, te helpen met hart en ziel, en ... te helpen ook met opofferingf Te heipen al wat ter helping zich voor doet? Als antwoord zal dan oprijzen de ruime hal van een of ander publiek-gebouw. We zien daarin bevoorrechte kleinen, hoe ze getraind worden, al heel jong in... ijdelheidstoeren, we zien hoe die gymnastie ze maakt tot kleine efi'ectberekenaartjes, tot aanstellertjes, tot flirten in den dop. En terwijl die aanstaande kiesgerechtigden daar dansen, poseeren, pantominen vertoonen, bloemen verkoopen, wordt haar geleeraard, dat zij, aldus doende, uiterst weldadig zijn voor ai me kindertjes". En ... na 't bezoek aan de voorschool voor flirt, waarin onze a.s. kiesgerechtigde vrouwen zich ontwikkelen, betreden we de arena : het tennisveld, de plaats, waar de reed4 aange worven praktijkjes tot verdere ontwikkeling .komen; en we vragen ons af: Zullen zulke meisjes ooit den ernst van het leven en dus ook dien van haar kiezersplicht beseffen?" Dan, ten derde male, zal deze vraag opko men, wanneer we dezelfde jonge vrouwen, al of niet dan gehuwd, bezig zien in wei voren ; de vrees week uit zijn oogen, maar ook de woestheid. Van den voet van den nest-boom liep de scheur, waa in hij wortelde naar rechts om hoog; daar sloeg de spleet om en voerde naar het platte vooruitstekende rotsblok boven 't nest, waarop Wolkenwiek stond toen ik hem ontdekte. De spleet liep uit in een duizelingwekkend paadje, dat weer afwaarts en terugvoerde naar h«t platte blok; op dat laatste eindje had je bij het terugkrabbelen niets om de vingers aan vast te klemmen, dan de oneffenheden van den steen. Ik aarzelde een poog, maar waagde op 't laatst den tocht; twintig voet kroop ik omhoog; toen weer terug, Met een zucht van verlichting viel ik neer op een breed rotsplat; daar lag het vol met beenderen, graat en schubben, de overblijfselen van heel wat maaltijden. Onder mij, haast binnen 'i bereik van mijn arm, lag het nest met twee magere, rimpelige jonge vogels er in. Ze lagen op twijgen en gras tusschen stukken versch vleesch en gevogelte, omgeven door een breede takkenring vol teronnen bloed en bekleefd met haren, veeren en schubben; het was het akeligste, wildste vogelhuishouden,dat ik ooit gezien heb. Met dat ik daar stond te kijken, vol belang stelling, en trachtte uit te maken wat voor soort van wild aan de jonge arenden werd voorgelegd (behalve dat wat ikzelf aan Wol kenwiek had gegeven, als lokaas of om goede maatjes te worden) gebeurde er iets vreemde, dat mij versteld deed staan, iets dat ik van deze wilde vogels niet had verwacht. De arenden waren mij op den voet ge volgd, terwijl ik 't laatste gevaarlijke eindje van de rots aflegde. Zonder twijfel hoopten of verwachtten ze, dat ik op dot hoekje zou afglijden en in de diepte storten; dan waren zij uit den nood en dan hadden zij boven dien nog wat extra's, om aan de jongen te voeren. Nu ik een maal goed en wel op het plat boven 't nest was aangekomen, gaf het wijfje den moea op; ze zweefde boven de jongen als om ze te beschermen met haar vleugels; maar mijn oude witkop cirkelde nog eren boven mij, hij kwam al lager en lager en toen, al zijn moed bij elkaar rapsnd, sloeg hij de vleugels dicht. Hij zette zich bij mij op 't platte blok, geen drie meter van mij af, en keek mij aan met iets in de oogen, dat mij tot leek te willen zeggen: Zie, nu zijn we weer binnen eikaars bereik. Eens heb je me aangeraakt, ik weet niet waarom. Hier heb je me weer, om aan te raken of om te dooden als je wilt, maar spaar de kleintjes, zooals je mij eens gespaard hebt." dadigheids-actie op fancy (vanity) fair in Bazars, of hoe zulke philantropische comedie'g heeten mogen, Het beeld der opvoeding, die zulke meisjes deelachtig worden, kan ik hier slechts hoogst vluchtig schetsen, maar ik verf rouw, dat deze schets der negatieve beantwoording der vraag: zijn zulken de gewenschte kiesgerechtigden," wél zal veroorloven. En nu: Wat rest van de 25 pCt., reeds nader aangeduid? Zeker: in deze rest is te vinden de eerlijke, zuivere kern: de etischevolutionair-werkende vrouw, zij, die het Excelsior" voor oogen heeft, in zijn zuivere beteekenis. Maar... niet, dan met wat moeite wordt zij ontdekt, want hadr omgeeft een vrij sterk heir van heele en halve Driftengeschlechtswezens," van steeds op verweer (zoo niet op aanval) belusten, 'n feit, dat het vinden van den zuiveren geest, die de vrouwen beweging wis en waarachtig bezit, niet ver gemakkelijkt l Zij, die Drittengeschlechters," en die zich aan haar verwant voelen, zij overzien niet de heerlijke gaven, der waarachtige vrouw deel achtig, zij beseffen niet, dat het juist dezen zijn, deze goede -Wóuwelijke eigenschappen, die in de allereerste plaats moeten worden aangekweekt in veel, veel ruimer kring en die dan, als zij het gemeen-goed zullen zijn geworden van de Hollandsche vrouw, deze zal stempelen als draagster en als opvoedster van een humaan-hoogttaand geslacht van man nen en van vrouwen, welks billykheidsgevoel, tot hooger peil gebracht, het als van zelf sprekend zal achten, dat man en vrouw in alle omstandigheden gelijke rechten en soort gelijke plichten zullen bezitten. Zulke mannen en zulke vrouwen zullen samen dan zitting nemen in stads- en lands bestuur en zullen samenwerken tot heil van Holland, tot heil der algeheele gemeenschap. Op deze kern steunt onze verwachting, dat zij krachtig zich óntwikkele en de algemeene sympathie, de haar toekomt, deelachtig worde. Huwelijk van Louise van OrUans, princes van Frankrijk. Eén hoofdhair van generaal de Flahaut. Gladys1 Squiers' verloving. Vorstinnen uit het huis Hohenzollern. Waarmee heb ik zooveel liefde verdiend? En hoe zal ik ooit al die blijken van aan hankelijkheid vergelden?" Geen tóoneelphrasen zijn deze woorden, maar de spontane uiting van een dankbaar jongmeisje, van een overgelukkige bruid. Toen Louise de France", de gravin de Sesmaisons, afgevaardigde van Femina, per soonlijk geleidde naar haar zitkamer in het kasteel Eandau, dankte zij de gravin met kinderlijke verrukking voor het prachtig bloemgeschenk: eene, «orbeille met de lieflingsbloemen der princes, haar in haar bruidsdagen geboden door eenigen harer landgenooten. Het princesje deed eene opsomming van de ontvangen geschenken van eenige harer vorstelijke familieleden een keurige schrijftafel van haren oudsten broór den hertog van Orleans die den wensch had uitgedrukt dat z\jn jongste zusje na haar huwelijk met Prins Charles de Bourbon-Siciles niet ophouden zou hem bjare hartsgeheimen toe te vertrouwen en hdptót^s'dat zij als deftig getrouwd mevrouwtje, ,iï;<8S$ten voor haar schrijftafel, hem vele en lange brieven zou schrijven. De hertog van Montpensier, haar jongsten broeder, gaf haar een cadeau in vereeniging met hare zusters: Koningin Amélie van Portugal; princes Helen»] hertogin van Aoste en princes Isabella, hertogin van Guise, en deze drie oudere zusters beschonken haar zeer beminde jongste zusje met allerlei lieve en zelfvervaardigde geschenken. De Koningin van Portugal o. a. met een aquarel, een hoekje van het terras afbeeldend, waar beide zusjes zoo dikwijls en zoo intiem samen hadden gekeuveld. Prinses Louise is een mooie, slanke bruEen oogenblik later zette het wijfje zich op den rand van 't nest neer. En daar zaten we alle drie, met de jonge arendjes aan onze voeten, de rots boven ons, en, twee honderd meter in de diepte de puntige sparretoppen nette, met weelderig hoofdhair, een geestigen Bourbon-neus en guitige blauwe oogen. De priuces heeft, dank zij hare goede en strenge opvoeding, leeren woekeren met haar tijd. Zij leest met smaak en oordeel; drukt zich vlot ui c in 5 verschillende talen; zij schildert en musiceert; is een kranige amozone; als een kind van haar tijd is zij verzot op sport n op jachtvermaak, wat ik, n'en déplaise la charmante fille de France, onvrouwelijk blijf vinden Dank zij haar practische tijdsverdeeling vindt zij, gedreven door haar gevoelig hart, gelegenheid armen en kranken te be zoeken. Het dienstpersoneel van het slot Bandau heeft het bruidje een statuette van Hendrik de IV in geciseleerd mat zilver aangeboden ; van dienzelfden Hendrik de IV, zoon van Antoine de Bourbon, een van haar guitige en goedhartige voorvaderen. Daarbij heeft de Vatel van het kasteel Randau,door hare moeder, de gravin van Parijs, af en toe be woond, bij wie hij zeven- en dertig jaren in dienst is, daarbij heeft deze trouwe dienaar een speech afgestoken. Dit wordt niet vermeld van de Dienerschaft" van het kasteel Kouviou door de hertogin van Guise bewoond. Wel, daarentegen, dat oek zij een voorvader en statuette aanbood en dat deze niet meer of minder dan Saint Louis was, de Heilige Lodewijk, die vóór zeven eeuwen zijn leven liet bij Tanis, strijdend voor het Christenkruis. Het spreekt van zelf dat de Vorstenhoven van Europa niet zijn achtergebleven met hunne geschenken, daar une fille de France" zelfs in tijden van meer of min decadent Koningschap nog altijd evenals eene doch ter uit huis Oranje-Nassau van goede familie blijft. Het huwelijk is te Woodnorton in Worcestershire het kasteel van den hertog van Orleans gesloten en alle regeeringen van Europa hebben zich daarbij doen verte genwoordigen, behalve natuurlijk de Fransche republiek. De Bourbons-Orleansen behooren tot de verbannen pretendenten voor de Fran sche koningstroon. Ote-toi de la pour que je m'y mette het geheele spel der politiek nu en vroeger. * * * In het juist verschenen werk over madame de Souza (1761?1826), die eene dochter was van eene der maitressen van Lodewijk XV, lezen wij de volgende anecdote o ver haar en haren zoon, den generaal de Flahaut. Ik zou gaarne iets zeer kostbaars en iets zeer zeldzaams aan mevrouw X. ten geschenke geven, zei Charles de Flahaut. Iets zeer zeldzaams ? vroeg mevrouw de Souza. Juist, moeder, iets zeer zeldzaams. Toen dacht mevrouw een oogenblik na. Ik geloof dat ik er ben, gaf zij ten ant woord. Als je van dien aard iets aan je vriendin wilt geven, geeft er dan n van je hoofdhairen. Charles de Flahaut was toen 40 jaar oud en zoo goed als kaal. * * * Een bijzonder familie-bericht is zeker het volgende uit de Sunday-edition van The NewYork Herald. Een vader weerspreekt daarin de aangekondigde verloving zijner dochter op de volgende wijs : Aan den uitgever van de New- York Herald, Parijs. B re m e n, 11 Oct 1907. Geachte heer! Mag ik d verzoeken een bericht dat in uw No. van 10 October jl. verscheen over de verloving mijner dochter Gladys met den heer Kousseau te weerspreken en te melden dat het geheel bezijden de waarheid ia. Gaarne, Uw H. G. SQÜIÉRS. Ook de gunstelingen van het High-Life kunnen in kortzichtigheden worden betrokken. * * * Toen eene week geleden de keizerin van Duitschland een bezoek aan onze beminnelijke Souvereine bracht, kwam Augusta's bemin nelijke en kloeke persoonlijkheid meer dan van de wildernis, die een lange donkere band legden van de bergen naar het groote meer. \ Ik zat volkomen stil; wat wel het beste middel is om een wild dier gerust te stellen, en ik dacht, dat althans de '? oude witkop nu wel zijn schuwheid overwonnen zou hebben, ook uit angst over 't lot van de jongen. Maar op 't oogenblik dat ik opstond, was hij ook al weer de lucht in; ook de moeder vertrouwde mij nog niet en beiden kringelden weer boven mij en keken op mij neer met oogen vol woestheid, wilden haat en vrees. Ik klom verder omhoog, dat ging heel goed en vlug, oostwaarts in de richting van het meer vond ik om af te dalen een veel gemakkelijker helling dan die ik had gekozen om naar boven te klauteren. Langs dien weg keerde ik nog menig keer terug, en op een afstand zag ik het aan, hoe de jonge arenden werden gevoerd. ? Eens toen ik boven was en mij in een struik had verborgen, kwam de moeder arend aanvliegen met voer in de klauwen. Op 't nest zat maar n jong meer, het andere was weg, ook den vader zag ik niet. Het jong keek angstig naar de diepte onder hem, waar wellicht zijn dapperder broertje was heen gevlogen ; hij riep luid, verlangend en verdrietig om gezelschap. Zijn heele doen wees er op, dat hij zich te eenzaam voelde en honger had. ; De oude arend naderde het nest en zweefde er eventjes boven rond, net lang / getoeg om aan het jong even 't lekkers / te laten zien of ruiken; daarop vloog K ze weer weg naar beneden het dal in, ' ? en nam het voer mee. Duidelijk genoeg zei ze hiermee, dat de kleine 't rnaar moest wagen en het bij haar _ ? / komen halen. Dejonl" ' ge arend schreeuwde . ? ..? haar na van den rand ..«j; van het nest, maar ; , hij durfde den sprong in de vreeselijke diepte niet wagen en hij kroop terug in 't nest, stak den k op in de veeren en pro,' , ... , beerde te vergeten dat hij honger had. . Naeenpoofjekwam ?'i* -';-?'" de moeder terug; \ '*' dezen keer zonder ? ??',!if ' voedsel; weer zweef? ,;>'/ de ze rond boven 't / . ,' pest, en trachte het / ?/' J°ng over te halen ; haar te volgen. Ein_' delijk slaagde zij er in, hem zoo ver te brengen, dat hij een sprong nam en flapperend met de vleugels te recht kwam op 't platte rotsblok, waar ik een paar weken te voren naast den ouden Wolkenwiek had gezeten. Een oogenblik later sprong hij weer terug in 't nest en hield zich doof en blind voor al de betoogen van zijn moeder. Het hielp niet of zij hem aan moedigde, voordeed, lokte; hij had zooeven op het rotsblok de diepte van de wereld gepeild en dankte feestelijk voor den val. anders ter sprake. In het onlangs in 2den (goedkoopen) druk bij de firma Stephan Geibel te Altenburg verschenen historisch werk van F. Barnhak: Die Fürstinnen auf dem Thronen der Hohenzollern in Branden burg?Preuszen" vinden wij bizonderheden omtrent de keizerin vermeld. Den 22 October 1858 werd aan HertogFrederik van Sleeswijk?Holstein Augustenburg en zijne gemalin Adelheid, princes van Hohenlohe?Langenburg, op het landgoed Dolzig, in den Neder-Lausitz, een dochterken geboren dat de namen ontving van Augusta, Victoria, Louise, Feodora, Jenny. Zij was de oudste van 5 kinderen en werd in uiterst bescheiden omstandigheden opgevoed. Geza menlijk politiek optreden van Oostenrijk en Pruisen tegen Denemarken, waardoor in 1866 oneenigheid tusschen beide monarchiën ont stond, had Prins Frederik, haar vader, van zijne aanspraken op den Sleeswijk Holsteinsehen Hertogstroon beroofd en een natuurlijke droefgeestigheid over onvervulde verwachtingen bleef een sluier over zijn leven werpen. De familie trok uit den NederLausitz verder het land in, om nog verder weg te zijn van Schleawig-Holstein meer umschlungen," dat intuaschen na Sadowa bij Pruisen werd ingelijfd. De Augustenburger" vond een woonplaats in Gotha, het kleine Hertogdom, waar Ernst II van Coburg, buitengewoon liberaal regeerde. Hier gaf hertogin Adelheid hare oudste dochter de beste leermeesters uit het Maria instituut en zelve belastte zij zich met het godsdienstonderwijs. Het dochtertje wies in zulk een beminnelijken familiekring op, dat haar vader volstrekt geen moeite had zijn lievelingsspreuk op haar toe te passen: Zalig zijn de reinen van harte!" Hij beoogde van zijne meisjes vrouwen te maken, gezond naar lichaam en geest. Onver poosd was het zijn streven zijne dochters op te voeden tot normale, gezonde, echte vrouwen. De meisjes moesten in alle jaar getijden, bij alle weer en wind, vroeg u;t de veeren, om met haar vader reeds vóór het ontbijt een frisschen wandeltocht te maken. Het resultaat van deze streng verzorgde op voeding, was, in vereeniging met haar af stamming, haar opgroeien tot gespierde, kern gezonde jonkvrouwen. In het huis van den Augustenburger" ging vorstelijk denken ge paard met burgerlijken eenvoud. Dat keizerin Augusta de levendigste her inneringen heeft behouden aan hare kinder eu jongemeisjes jaren, aan hare leer-, les- en speeluren, blijkt overtuigend uit het feit dat zij haar eenige dochter, het eenige zusje van zes D roers, Princes Victoria, naar de methode van haren vader heeft grootgebracht. Even vóór 1870 werd het landgoed Dalzig verkocht en in Sileziëhet kasteel Prunkenau betrokken. Hier werd het gezonde buitenleven voortgezet, en eenjsober, arbeidzaam bestaan gevoerd. Op haar schamel speldegeld wist zij nog te bezuinigen ten behoeve van arme menschen uit de omgeving. In 1879 bezocht Prins Wilhelm van Pruisen Prunkenau. In 1880 vindt in alle stilte tus schen de jongelieden de verloving plaats en schrijft het Princesje haren predikant (die later haar huwelijk heeft ingezegend) pastor Meiszner het volgende : U, vereerde pastor, zult begrijpen, hoe zeer ik bij een dergelijke vreugde, mijn aller besten, onvergetelij ken vader mis. (14 Januari 1880 te Wiesbaden overleden.) Hij, die aan mijn kleinste vreugde deelnam, hoe zou hij thans in mijn geluk hebben gejuicht?! Maar hij wist toch hoe lief wij elkander hadden en dat is een groote troost voor mij. Als een prachtvoorbeeld zal het leven van mijn vader mij steeds bijblijven. Ik zou wenscheu hem, al ware het slechts van verre, te volgen." Een dankbare dochter, een voorbeeldige moeder, een bescheiden vrouw, een lieftallige Vorstin, zóó is de echtgenoote van Duitschland's imperator ? den beweeglijken en den gemoedelijken man. CAPEICB. Op eens, alsof zij 't opgaf, steeg ze een heel eind boven hem. Ik hield mijn hart vast, want ik begreep wat er komen zou. Het koppige jong stond op den rand van't nest, en keek neer in de diepte, waar hij niet in neer durfde duiken. Boven hem klonk een rauwe kreet, die hem overeind deed rekken en dan weer bukken, als gereed voor een sprong. Op 't zelfde oogenblik schoot de moeder arend schuin met een bocht omlaag en sloeg de heele bovenlaag van het nest, niet takken, twijgen en jong, met n slag uit den boom. Nu had de kleine geen grond meer, hij viel onwillens de blauwe luchtzee in en klapperde en spartelde om zich boven te houden. Boven hem, onder hem, naast hem zweefde de moeder. Zachtjes riep ze, dat ze bij hem wa-<. Maar de vreeselijke diepte en de puntige zwarte sparretoppen beneden brachten de kleine van streek, hij flapperde al wilder, wilder, <n daalde al sneller en sneller. Meer door de angst, dunkt mij, dan door gebrek aan krachten of onervarenheid, duikelde hij om en schoot met den kop naar onder, de diepte in. Dat is 't eind, hij slaat de vleugels dicht en zal te pletter vallen. Maar moeder is er ook nog; als een bliksemstraal schiet zij omlaag onder hem door, raakt hem en vertraagt zijn val, een oogenblik rust het jong op den rug van de oude arend, idjn beide poolen omklem enen haar breede schouders, hij richt zich op, rust een oogenblik uit en komt tot zich zelf. Dan laat de moeder zich op eens onder hem uitvallen en het jong moet weer op eigen wieken drijven en houdt het dezen keer vol. Een bosje veeren, door zijn klauwen uit moeders rug gescheurd, zweeft langzaam naar beneden. Op dat oogenblik verloor ik ze uit het oog en toen ik ze weer vond in mij n kijker, zat het jong op den top van een spar en de moeder arend bracht hem voedsel. (Kaar W. J. Long. Fowls of the air. Met toestemming van den schrijver.) E. HEIMANS. Corresp. G. F. Uw vogel is een noten kraker, een zeldzame wintergast; in sommige jaren komen ze in groot aantal hier; dit schijnt met de btukenjaren in verband te staan ; en dit jaar zijn er heel weinig beukenoten rijp geworden. Op de andere vragen een volgenden keer, als ik meer ruimte neb.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl