Historisch Archief 1877-1940
No. 1588
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
LIBERTY
SPECIALITIE8
UNOBTAINABLE
EL8EWHERE
METZ & CO
8OLE AGENTS FOR HOLLAND
OF LIBERTY 4. CO LONDON
KALVER8TRAAT AMSTERDAM.
ST NICHOLAS
PRESENTS
ARTI8TIC
AND
INEXPENSIVE
FREE INSPECTION INVITED
ILLUSTRATED CATALOGUE
POSTFREE ON REQUEST.
vraagteeken gezet achter dat alleenzaligma
kend geluk, die dringende noodzakelijkheid
van dat nu (al) toegeven aan het
billijkheidsgevoel, dat, inderdaad, waren de om
standigheden in casu: het intellectueele
en moreele standpunt door onze
hedendaagsche Hollandsche vrouwen ingenomen
daartoe geschikt, met volle recht zich zou
mogen, ja moeten uiten!
Met my echter menig onderhoud heeft
mij dit bewezen met mij betwijfelen vele
der ontwikkelde en ook vooruitstrevende
vrouwen of het wenschelijk is, om nu reeds,
of binnen betrekkelijk korten tijd, op onze
Hollandsche maatschappij dat universeel
heilmiddel". dat vrou wenkiesrecht" geheeten,
toegepast te zien, en heeft mij doen besluiten,
ook op de keerzijde der medaille eens wat
licht te doen vallen.
Eerst dan, komt de vraag: Hoe eigenlijk
wordt op den huldigen dag het kiesrecht
(voor mannen dus) toegepast? Als antwoord
mag dan het niet te loochenen feit komen,
dat naar verhouding slechts bitter weinigen
ter stembus gaan, zich ten volle bewust, dat
degenen, wier namen zij op 't billet hebben
ingevuld, volgens hun persoonlijke, en op
grond van eigen weten gevormde opinie, inder
daad zullen zijn: the right men on the right
place'.
Gaat men het wezen van het kiezerswerk
na, dan weet men, dat meer dan de helft
van de ter stembus opgaanden hoeveel
procent zelden of nooit kiezende kiesgerech
tigden zou wel opgegeven kunnen worden?
dat dus meer dan de helft kiest op gezag".
In allerlei vorm doet zich dat stemmen
op gezag" big ons voor; niet 't minst
zeker in katholieke, of streng-calvinistische
deelen van ons vaderland. Maar ook... het
merendeel der soc. democratie atemt op gesag.
Een niet te loochenen feit is 't, dat bitter
klein is het cijfer der biljetten, waarop uit
eerlyke en persoonlijke overtuiging de namen
zijn geplaatst.
En nu : Zou dat anders, beter geschieden,
indien mi reeds de vrouw op gelijken voet
$!ki de man kiesgerechtigde weid ? «-.*
Wie ter wereld zou durven beweren, dat
bij onze Hollandschèhedendaagsche vrou
wen het kiezen voor Gemeenteraad of wat
ook, zuiverder in zijn werk zou gaan, dan
zulks nu bij de mannen geschiedt ?
1. Zouden onder de vrouwelijke kiesge
rechtigden minder onverschilligen dus niét,
of zelden kiezenden gevonden worden ?
Niet een enkelen grond kan ik vinden
om zulks aan te nemen.
2. Kan geloochend worden, dat van de
niet-onverschilligen onder de vrouwelijke kie
zers 75 pCt. op gezag haar kiesplicht zouden
uitoefenen?
UIT DE NATUUR.
CCL. Wolkenwiek, de Arend. (Slof).
Er zat een beste revolver in mijn zak, die
ingeval van nood wel goeden dienst zou wil
len doen. Toch, als de vogels mij hadden
aangevallen, zou ik kwalijk gevaren zijn;
want somtijds was ik genoodzaakt, met beide
handen vast te grijpen, mijn gezicht
haast tegen de rots; op zulke oogenblikken
hadden de arenden een mooie gelegenheid,
mij van boven of van achteren aan te vallen.
Nu, achteraf, komt het mij voor, dat zij als
razenden met klauw en vleugel op mij los
geslagen zouden hebben, indien ik op zulke
hachelijke oogenblikken vrees had getoond,
indien ik was gaan schreeuwen of getracht
had, hen op andere wijze bang te maken.
Ik ion de vogels in de wilde oogen zien,
als ik opkeek. Maar de herinnering, dat ik al
zoo vaak jacht op Wolkenwiek had gemaakt
en de gedachte aan 't oogenblik, dat ik hem
had aangeraakt, maakten hem bang. Daar
door kon ik gestadig voorlklimmen, waarbij
ik schijnbaar geen acht sloeg o p de arenden.
Maar in mijn hart was ik bang genoeg; zon
der ongelukken bereikte ik den voet van den
boom, waarin het nest stond.
Daar bleef ik lang staan, met mijn arm
geslagen om den gedraaiden ouden knaap,
uitkijkend over het bosch beneden mij; ik
maakte weinig haast met inklimmen; om de
arenden eenigszins tot rust te brengen, maar
ook om de zaak goed aan te kijken en te
overdenken, wat mij nu te doen stond.
De boom was gemakkelijk genoeg te be
klimmen. Maar 't nest, door opstapeling
van jaar tot jaar tot een groote dichte
takkebos aangegroeid, ??vulde den geheelen
boomtop. Ook was nergens een voetsteun te krij
gen, om eens boven in 't nest te kijken; ik
zou het nest uit elkaar hebben moeten ruk
ken, om de jongen te zien en met de arendjes
te doen wat ik wenschte.
Waarschijnlijk zou moeder arend dit ook
niet zoo kalmpjes hebben toegelaten. Een keer
of twaalf nam ze de houding aan of ze zoo
op eens wou neerschieten op mijn hoofd en
mij uit elkander scheuren; maar telkens
deinsde ze terug, als ik haar kalm en rustig
aankeek. De oude witkop, die het merk van
mijn baasschap over hem aan zijn lijf droeg
tot mijn aanmoediging en zijn zwakheid
zwierde telkens tusschen haar en mij in, of hij
zeggen wilde: Wacht maar, wacht maar;
begrijpen doe ik 't niet; hij kan ons dooden
zoo hij wil en ook de jongen; ze zijn in zijn
macht; maar hu doet het niet."
Nu was hij dichter bij mij dan ooit te
Op gezag. Van wien?
Bij de gehuwde vrouw in de eerste plaats
op gezag (of door zachten drang) van den
echtgenoot, te vaak zelf bewerkt door werk
gever, geestelijke of... partijgenoot.
In de tweede plaats zou als machtig be
werker van de gehuwde n van de ongehuwde
vrouw, de geestelijke, hij heetepastoor, domin
of wel rabijn te beschouwen zijn.
Want... Dot zou het merkwaardige blijken
te zijn bij een nu, of binnen betrekkelijk kor
ten tijd in ons land verkregen
vrouwenkiesberechtigdheid: Waar bij elke
orthodox-godsdienttige partij per ie uit den booze is, het
erkennen van gelijkwaardigheid van man en van
vrouw, en het toekennen van gelijke rechten en
(zedelijke) wetten voor beide sexen, daar is 't
tóch op de vingers af te tellen, dat, werd op 't
huidige moment de vrouw kiesgerechtigd, de
geettelijkheid van elk dier partijen zijn vrou
welijke kudde onder zijn kiding ter sttmbut zou
doen opgaan.
Zou inderdaad dan daarmee de waarachtige
vooruitgang van het (Nederlandsche)
menschdom bevorderd worden ? Zou op zulke wijze
verwacht mogen worden, mér humane rechts
pleging, minder meten met twee maten in
heel onze Hollandsche maatschappij ? Zouden
diin betere sociale toestanden in 't algemeen
kunnen worden tegemoet gezien?
En nu de overige 25 pCt. der vrouwelijke
kiezers.
Met variatie op des ouden Camphuysen's
gerechtvaardigde klacht, luide 'tin ditopzicht:
Ach, waren al die vrouwen wijs
En wilden allen wel..."
Dan, ja, dan zou zeker, trots de slechte
verhouding tegenover de overigen, in verre
toekomst met ietwat hoop kunnen gestaard
worden op 't beeld van Vrouwenkiesrecht.
Maar...
Beden we met zuiver licht die 25 pCt. kies
gerechtigde vrouwen, dan speuren we 1. Dat
daarvan verreweg 't grootste deel behoort of
tot den z.g.n. gegoeden middenstand, of tot
't patricische, of wel, tot 't aristocratische
deel der Nederlandsche bevolking. En .. hoe
is de leerschool waarin voor een maar al
te groot deel deze vrouwen geschikt wor
den gemaakt voor haar (ernstige) levenstaak,
waartoe dan ook zou bebooren : het uitoefenen
van haar kit zersplicht. Wordt dezen (altoos
spreek ik van een groot deel, niet van allen)
geleerd, hooge eischen te stellen aan eigen
(zedelijk) ik ? Wordt haar al vroeg ge
wezen op het groote voorrecht, door 't toeval
haar geschonken, door haar geboren-zijn in
het milieu, waarin zij opgroeiden ? Wordt
haar voorgehouden, dat zulk een (toevallig)
voorrecht, groote verplichtingen oplegt, vooral
tegenover de velen, die evenzoo door 't
blinde toeval geboren en getogen werden
in kommer en ellende, wien dus de levens
voorwaarden zoo slecht, het ontwikkelen van
het booze zoo licht wordt gemaakt? Wordt
dien bevoorrechten geleerd, te helpen met
hart en ziel, en ... te helpen ook met opofferingf
Te heipen al wat ter helping zich voor doet?
Als antwoord zal dan oprijzen de ruime
hal van een of ander publiek-gebouw. We
zien daarin bevoorrechte kleinen, hoe ze
getraind worden, al heel jong in...
ijdelheidstoeren, we zien hoe die gymnastie ze
maakt tot kleine efi'ectberekenaartjes, tot
aanstellertjes, tot flirten in den dop. En
terwijl die aanstaande kiesgerechtigden daar
dansen, poseeren, pantominen vertoonen,
bloemen verkoopen, wordt haar geleeraard,
dat zij, aldus doende, uiterst weldadig zijn voor
ai me kindertjes".
En ... na 't bezoek aan de voorschool voor
flirt, waarin onze a.s. kiesgerechtigde vrouwen
zich ontwikkelen, betreden we de arena : het
tennisveld, de plaats, waar de reed4 aange
worven praktijkjes tot verdere ontwikkeling
.komen; en we vragen ons af: Zullen zulke
meisjes ooit den ernst van het leven en dus
ook dien van haar kiezersplicht beseffen?"
Dan, ten derde male, zal deze vraag opko
men, wanneer we dezelfde jonge vrouwen,
al of niet dan gehuwd, bezig zien in wei
voren ; de vrees week uit zijn oogen, maar
ook de woestheid.
Van den voet van den nest-boom liep de
scheur, waa in hij wortelde naar rechts om
hoog; daar sloeg de spleet om en voerde
naar het platte vooruitstekende rotsblok boven
't nest, waarop Wolkenwiek stond toen ik
hem ontdekte. De spleet liep uit in een
duizelingwekkend paadje, dat weer afwaarts
en terugvoerde naar h«t platte blok; op dat
laatste eindje had je bij het terugkrabbelen
niets om de vingers aan vast te klemmen,
dan de oneffenheden van den steen.
Ik aarzelde een poog, maar waagde op
't laatst den tocht; twintig voet kroop ik
omhoog; toen weer terug, Met een zucht
van verlichting viel ik neer op een breed
rotsplat; daar lag het vol met beenderen,
graat en schubben, de overblijfselen van heel
wat maaltijden.
Onder mij, haast binnen 'i bereik van mijn
arm, lag het nest met twee magere, rimpelige
jonge vogels er in. Ze lagen op twijgen
en gras tusschen stukken versch vleesch en
gevogelte, omgeven door een breede
takkenring vol teronnen bloed en bekleefd met haren,
veeren en schubben; het was het akeligste,
wildste vogelhuishouden,dat ik ooit gezien heb.
Met dat ik daar stond te kijken, vol belang
stelling, en trachtte uit te maken wat voor
soort van wild aan de jonge arenden werd
voorgelegd (behalve dat wat ikzelf aan Wol
kenwiek had gegeven, als lokaas of om
goede maatjes te worden) gebeurde er iets
vreemde, dat mij versteld deed staan, iets
dat ik van deze wilde vogels niet had verwacht.
De arenden waren mij op den voet ge
volgd, terwijl ik 't laatste gevaarlijke eindje
van de rots aflegde. Zonder twijfel hoopten
of verwachtten ze, dat ik op dot hoekje zou
afglijden en in de diepte storten; dan waren
zij uit den nood en dan hadden zij boven
dien nog wat extra's, om aan de jongen te
voeren.
Nu ik een maal goed en wel op het plat boven
't nest was aangekomen, gaf het wijfje den
moea op; ze zweefde boven de jongen als om
ze te beschermen met haar vleugels; maar
mijn oude witkop cirkelde nog eren boven
mij, hij kwam al lager en lager en toen, al
zijn moed bij elkaar rapsnd, sloeg hij de
vleugels dicht. Hij zette zich bij mij op 't platte
blok, geen drie meter van mij af, en keek
mij aan met iets in de oogen, dat mij tot leek
te willen zeggen: Zie, nu zijn we weer binnen
eikaars bereik. Eens heb je me aangeraakt,
ik weet niet waarom. Hier heb je me weer,
om aan te raken of om te dooden als je wilt,
maar spaar de kleintjes, zooals je mij eens
gespaard hebt."
dadigheids-actie op fancy (vanity) fair in
Bazars, of hoe zulke philantropische comedie'g
heeten mogen,
Het beeld der opvoeding, die zulke meisjes
deelachtig worden, kan ik hier slechts hoogst
vluchtig schetsen, maar ik verf rouw, dat deze
schets der negatieve beantwoording der vraag:
zijn zulken de gewenschte kiesgerechtigden,"
wél zal veroorloven.
En nu: Wat rest van de 25 pCt., reeds
nader aangeduid? Zeker: in deze rest is te
vinden de eerlijke, zuivere kern: de
etischevolutionair-werkende vrouw, zij, die het
Excelsior" voor oogen heeft, in zijn zuivere
beteekenis. Maar... niet, dan met wat moeite
wordt zij ontdekt, want hadr omgeeft een
vrij sterk heir van heele en halve
Driftengeschlechtswezens," van steeds op verweer
(zoo niet op aanval) belusten, 'n feit, dat het
vinden van den zuiveren geest, die de vrouwen
beweging wis en waarachtig bezit, niet ver
gemakkelijkt l
Zij, die Drittengeschlechters," en die zich
aan haar verwant voelen, zij overzien niet de
heerlijke gaven, der waarachtige vrouw deel
achtig, zij beseffen niet, dat het juist dezen
zijn, deze goede -Wóuwelijke eigenschappen,
die in de allereerste plaats moeten worden
aangekweekt in veel, veel ruimer kring en
die dan, als zij het gemeen-goed zullen zijn
geworden van de Hollandsche vrouw, deze
zal stempelen als draagster en als opvoedster
van een humaan-hoogttaand geslacht van man
nen en van vrouwen, welks billykheidsgevoel,
tot hooger peil gebracht, het als van zelf
sprekend zal achten, dat man en vrouw in
alle omstandigheden gelijke rechten en soort
gelijke plichten zullen bezitten.
Zulke mannen en zulke vrouwen zullen
samen dan zitting nemen in stads- en lands
bestuur en zullen samenwerken tot heil van
Holland, tot heil der algeheele gemeenschap.
Op deze kern steunt onze verwachting, dat
zij krachtig zich óntwikkele en de algemeene
sympathie, de haar toekomt, deelachtig worde.
Huwelijk van Louise van OrUans, princes
van Frankrijk. Eén hoofdhair van
generaal de Flahaut. Gladys1 Squiers'
verloving. Vorstinnen uit het huis
Hohenzollern.
Waarmee heb ik zooveel liefde verdiend?
En hoe zal ik ooit al die blijken van aan
hankelijkheid vergelden?"
Geen tóoneelphrasen zijn deze woorden,
maar de spontane uiting van een dankbaar
jongmeisje, van een overgelukkige bruid.
Toen Louise de France", de gravin de
Sesmaisons, afgevaardigde van Femina, per
soonlijk geleidde naar haar zitkamer in het
kasteel Eandau, dankte zij de gravin met
kinderlijke verrukking voor het prachtig
bloemgeschenk: eene, «orbeille met de
lieflingsbloemen der princes, haar in haar
bruidsdagen geboden door eenigen harer
landgenooten. Het princesje deed eene opsomming
van de ontvangen geschenken van eenige
harer vorstelijke familieleden een keurige
schrijftafel van haren oudsten broór den
hertog van Orleans die den wensch had
uitgedrukt dat z\jn jongste zusje na haar
huwelijk met Prins Charles de Bourbon-Siciles
niet ophouden zou hem bjare hartsgeheimen
toe te vertrouwen en hdptót^s'dat zij als deftig
getrouwd mevrouwtje, ,iï;<8S$ten voor haar
schrijftafel, hem vele en lange brieven zou
schrijven.
De hertog van Montpensier, haar jongsten
broeder, gaf haar een cadeau in vereeniging
met hare zusters: Koningin Amélie van
Portugal; princes Helen»] hertogin van Aoste
en princes Isabella, hertogin van Guise, en
deze drie oudere zusters beschonken haar
zeer beminde jongste zusje met allerlei lieve
en zelfvervaardigde geschenken. De Koningin
van Portugal o. a. met een aquarel, een hoekje
van het terras afbeeldend, waar beide zusjes
zoo dikwijls en zoo intiem samen hadden
gekeuveld.
Prinses Louise is een mooie, slanke
bruEen oogenblik later zette het wijfje zich
op den rand van 't nest neer. En daar zaten
we alle drie, met de jonge arendjes aan onze
voeten, de rots boven ons, en, twee honderd
meter in de diepte de puntige sparretoppen
nette, met weelderig hoofdhair, een geestigen
Bourbon-neus en guitige blauwe oogen. De
priuces heeft, dank zij hare goede en strenge
opvoeding, leeren woekeren met haar tijd. Zij
leest met smaak en oordeel; drukt zich vlot
ui c in 5 verschillende talen; zij schildert en
musiceert; is een kranige amozone; als een
kind van haar tijd is zij verzot op sport n
op jachtvermaak, wat ik, n'en déplaise la
charmante fille de France, onvrouwelijk blijf
vinden Dank zij haar practische
tijdsverdeeling vindt zij, gedreven door haar gevoelig
hart, gelegenheid armen en kranken te be
zoeken. Het dienstpersoneel van het slot
Bandau heeft het bruidje een statuette van
Hendrik de IV in geciseleerd mat zilver
aangeboden ; van dienzelfden Hendrik de IV,
zoon van Antoine de Bourbon, een van haar
guitige en goedhartige voorvaderen. Daarbij
heeft de Vatel van het kasteel Randau,door hare
moeder, de gravin van Parijs, af en toe be
woond, bij wie hij zeven- en dertig jaren in
dienst is, daarbij heeft deze trouwe dienaar
een speech afgestoken. Dit wordt niet vermeld
van de Dienerschaft" van het kasteel
Kouviou door de hertogin van Guise bewoond.
Wel, daarentegen, dat oek zij een voorvader
en statuette aanbood en dat deze niet meer
of minder dan Saint Louis was, de Heilige
Lodewijk, die vóór zeven eeuwen zijn leven
liet bij Tanis, strijdend voor het Christenkruis.
Het spreekt van zelf dat de Vorstenhoven
van Europa niet zijn achtergebleven met
hunne geschenken, daar une fille de France"
zelfs in tijden van meer of min decadent
Koningschap nog altijd evenals eene doch
ter uit huis Oranje-Nassau van goede familie
blijft. Het huwelijk is te Woodnorton in
Worcestershire het kasteel van den hertog
van Orleans gesloten en alle regeeringen
van Europa hebben zich daarbij doen verte
genwoordigen, behalve natuurlijk de Fransche
republiek. De Bourbons-Orleansen behooren
tot de verbannen pretendenten voor de Fran
sche koningstroon. Ote-toi de la pour que
je m'y mette het geheele spel der politiek
nu en vroeger.
* * *
In het juist verschenen werk over madame
de Souza (1761?1826), die eene dochter was
van eene der maitressen van Lodewijk XV,
lezen wij de volgende anecdote o ver haar en
haren zoon, den generaal de Flahaut.
Ik zou gaarne iets zeer kostbaars en
iets zeer zeldzaams aan mevrouw X. ten
geschenke geven, zei Charles de Flahaut.
Iets zeer zeldzaams ? vroeg mevrouw
de Souza.
Juist, moeder, iets zeer zeldzaams.
Toen dacht mevrouw een oogenblik na.
Ik geloof dat ik er ben, gaf zij ten ant
woord. Als je van dien aard iets aan je
vriendin wilt geven, geeft er dan n van je
hoofdhairen.
Charles de Flahaut was toen 40 jaar oud
en zoo goed als kaal.
*
* *
Een bijzonder familie-bericht is zeker het
volgende uit de Sunday-edition van The
NewYork Herald. Een vader weerspreekt daarin
de aangekondigde verloving zijner dochter
op de volgende wijs :
Aan den uitgever van de New- York
Herald, Parijs.
B re m e n, 11 Oct 1907.
Geachte heer! Mag ik d verzoeken een
bericht dat in uw No. van 10 October jl.
verscheen over de verloving mijner dochter
Gladys met den heer Kousseau te weerspreken
en te melden dat het geheel bezijden de
waarheid ia.
Gaarne,
Uw
H. G. SQÜIÉRS.
Ook de gunstelingen van het High-Life
kunnen in kortzichtigheden worden betrokken.
* *
*
Toen eene week geleden de keizerin van
Duitschland een bezoek aan onze beminnelijke
Souvereine bracht, kwam Augusta's bemin
nelijke en kloeke persoonlijkheid meer dan
van de wildernis, die een lange
donkere band legden van de
bergen naar het groote meer. \
Ik zat volkomen stil; wat
wel het beste middel is om
een wild dier gerust te stellen,
en ik dacht, dat althans de '?
oude witkop nu wel zijn
schuwheid overwonnen zou hebben, ook uit
angst over 't lot van de jongen. Maar op 't
oogenblik dat ik opstond, was hij ook al
weer de lucht in; ook de moeder vertrouwde
mij nog niet en beiden kringelden weer
boven mij en keken op mij neer met oogen
vol woestheid, wilden haat en vrees.
Ik klom verder omhoog, dat ging heel
goed en vlug, oostwaarts in de richting van
het meer vond ik om af te dalen een veel
gemakkelijker helling dan die ik had gekozen
om naar boven te klauteren.
Langs dien weg keerde ik nog menig keer
terug, en op een afstand zag ik het aan,
hoe de jonge arenden werden gevoerd. ?
Eens toen ik boven was en mij in een
struik had verborgen, kwam de moeder
arend aanvliegen met voer in de klauwen.
Op 't nest zat maar n jong meer, het
andere was weg, ook den vader zag ik
niet. Het jong keek angstig naar de
diepte onder hem, waar wellicht zijn
dapperder broertje was heen gevlogen ;
hij riep luid, verlangend en verdrietig
om gezelschap. Zijn heele doen wees er
op, dat hij zich te eenzaam voelde en
honger had.
; De oude arend naderde het nest en
zweefde er eventjes boven rond, net lang
/ getoeg om aan het jong even 't lekkers
/ te laten zien of ruiken; daarop vloog
K ze weer weg naar beneden het dal in,
' ? en nam het voer mee.
Duidelijk genoeg zei
ze hiermee, dat de
kleine 't rnaar moest
wagen en het bij haar
_ ? / komen halen.
Dejonl" ' ge arend schreeuwde
. ? ..? haar na van den rand
..«j; van het nest, maar
; , hij durfde den sprong
in de vreeselijke
diepte niet wagen en
hij kroop terug in 't
nest, stak den k op in
de veeren en
pro,' , ... , beerde te vergeten
dat hij honger had.
. Naeenpoofjekwam
?'i* -';-?'" de moeder terug;
\ '*' dezen keer zonder
? ??',!if ' voedsel; weer
zweef? ,;>'/ de ze rond boven 't
/ . ,' pest, en trachte het
/ ?/' J°ng over te halen
; haar te volgen.
Ein_' delijk slaagde zij er
in, hem zoo ver te
brengen, dat hij een
sprong nam en flapperend met de vleugels
te recht kwam op 't platte rotsblok, waar ik
een paar weken te voren naast den ouden
Wolkenwiek had gezeten. Een oogenblik later
sprong hij weer terug in 't nest en hield
zich doof en blind voor al de betoogen van
zijn moeder. Het hielp niet of zij hem aan
moedigde, voordeed, lokte; hij had zooeven
op het rotsblok de diepte van de wereld
gepeild en dankte feestelijk voor den val.
anders ter sprake. In het onlangs in 2den
(goedkoopen) druk bij de firma Stephan
Geibel te Altenburg verschenen historisch
werk van F. Barnhak: Die Fürstinnen auf
dem Thronen der Hohenzollern in Branden
burg?Preuszen" vinden wij bizonderheden
omtrent de keizerin vermeld.
Den 22 October 1858 werd aan
HertogFrederik van Sleeswijk?Holstein
Augustenburg en zijne gemalin Adelheid, princes van
Hohenlohe?Langenburg, op het landgoed
Dolzig, in den Neder-Lausitz, een dochterken
geboren dat de namen ontving van Augusta,
Victoria, Louise, Feodora, Jenny. Zij was de
oudste van 5 kinderen en werd in uiterst
bescheiden omstandigheden opgevoed. Geza
menlijk politiek optreden van Oostenrijk en
Pruisen tegen Denemarken, waardoor in 1866
oneenigheid tusschen beide monarchiën ont
stond, had Prins Frederik, haar vader, van
zijne aanspraken op den Sleeswijk
Holsteinsehen Hertogstroon beroofd en een
natuurlijke droefgeestigheid over onvervulde
verwachtingen bleef een sluier over zijn leven
werpen. De familie trok uit den
NederLausitz verder het land in, om nog verder
weg te zijn van Schleawig-Holstein meer
umschlungen," dat intuaschen na Sadowa
bij Pruisen werd ingelijfd. De
Augustenburger" vond een woonplaats in Gotha, het
kleine Hertogdom, waar Ernst II van Coburg,
buitengewoon liberaal regeerde.
Hier gaf hertogin Adelheid hare oudste
dochter de beste leermeesters uit het Maria
instituut en zelve belastte zij zich met het
godsdienstonderwijs. Het dochtertje wies in
zulk een beminnelijken familiekring op, dat
haar vader volstrekt geen moeite had zijn
lievelingsspreuk op haar toe te passen: Zalig
zijn de reinen van harte!"
Hij beoogde van zijne meisjes vrouwen te
maken, gezond naar lichaam en geest. Onver
poosd was het zijn streven zijne dochters
op te voeden tot normale, gezonde, echte
vrouwen. De meisjes moesten in alle jaar
getijden, bij alle weer en wind, vroeg u;t de
veeren, om met haar vader reeds vóór het
ontbijt een frisschen wandeltocht te maken.
Het resultaat van deze streng verzorgde op
voeding, was, in vereeniging met haar af
stamming, haar opgroeien tot gespierde, kern
gezonde jonkvrouwen. In het huis van den
Augustenburger" ging vorstelijk denken ge
paard met burgerlijken eenvoud.
Dat keizerin Augusta de levendigste her
inneringen heeft behouden aan hare kinder
eu jongemeisjes jaren, aan hare leer-, les- en
speeluren, blijkt overtuigend uit het feit dat
zij haar eenige dochter, het eenige zusje van
zes D roers, Princes Victoria, naar de methode
van haren vader heeft grootgebracht.
Even vóór 1870 werd het landgoed Dalzig
verkocht en in Sileziëhet kasteel Prunkenau
betrokken. Hier werd het gezonde buitenleven
voortgezet, en eenjsober, arbeidzaam bestaan
gevoerd. Op haar schamel speldegeld wist zij
nog te bezuinigen ten behoeve van arme
menschen uit de omgeving.
In 1879 bezocht Prins Wilhelm van Pruisen
Prunkenau. In 1880 vindt in alle stilte tus
schen de jongelieden de verloving plaats en
schrijft het Princesje haren predikant (die
later haar huwelijk heeft ingezegend) pastor
Meiszner het volgende :
U, vereerde pastor, zult begrijpen, hoe
zeer ik bij een dergelijke vreugde, mijn aller
besten, onvergetelij ken vader mis. (14 Januari
1880 te Wiesbaden overleden.) Hij, die aan
mijn kleinste vreugde deelnam, hoe zou hij
thans in mijn geluk hebben gejuicht?!
Maar hij wist toch hoe lief wij elkander
hadden en dat is een groote troost voor mij.
Als een prachtvoorbeeld zal het leven van
mijn vader mij steeds bijblijven. Ik zou
wenscheu hem, al ware het slechts van verre,
te volgen."
Een dankbare dochter, een voorbeeldige
moeder, een bescheiden vrouw, een lieftallige
Vorstin, zóó is de echtgenoote van
Duitschland's imperator ? den beweeglijken en den
gemoedelijken man.
CAPEICB.
Op eens, alsof zij 't opgaf, steeg ze een
heel eind boven hem. Ik hield mijn hart
vast, want ik begreep wat er komen zou.
Het koppige jong stond op den rand van't
nest, en keek neer in de diepte, waar hij
niet in neer durfde duiken. Boven hem
klonk een rauwe kreet, die hem overeind deed
rekken en dan weer bukken, als gereed voor
een sprong. Op 't zelfde oogenblik schoot
de moeder arend schuin met een bocht
omlaag en sloeg de heele bovenlaag van het
nest, niet takken, twijgen en jong, met n
slag uit den boom.
Nu had de kleine geen grond meer, hij
viel onwillens de blauwe luchtzee in en
klapperde en spartelde om zich boven te
houden. Boven hem, onder hem, naast hem
zweefde de moeder. Zachtjes riep ze, dat ze
bij hem wa-<. Maar de vreeselijke diepte en
de puntige zwarte sparretoppen beneden
brachten de kleine van streek, hij flapperde
al wilder, wilder, <n daalde al sneller en
sneller. Meer door de angst, dunkt mij, dan
door gebrek aan krachten of onervarenheid,
duikelde hij om en schoot met den kop
naar onder, de diepte in. Dat is 't eind, hij
slaat de vleugels dicht en zal te pletter
vallen. Maar moeder is er ook nog; als een
bliksemstraal schiet zij omlaag onder hem
door, raakt hem en vertraagt zijn val, een
oogenblik rust het jong op den rug van de oude
arend, idjn beide poolen omklem enen haar
breede schouders, hij richt zich op, rust een
oogenblik uit en komt tot zich zelf. Dan laat
de moeder zich op eens onder hem uitvallen
en het jong moet weer op eigen wieken drijven
en houdt het dezen keer vol. Een bosje veeren,
door zijn klauwen uit moeders rug gescheurd,
zweeft langzaam naar beneden.
Op dat oogenblik verloor ik ze uit het
oog en toen ik ze weer vond in mij n kijker,
zat het jong op den top van een spar en de
moeder arend bracht hem voedsel.
(Kaar W. J. Long. Fowls of the air. Met
toestemming van den schrijver.)
E. HEIMANS.
Corresp. G. F. Uw vogel is een noten
kraker, een zeldzame wintergast; in sommige
jaren komen ze in groot aantal hier; dit
schijnt met de btukenjaren in verband te
staan ; en dit jaar zijn er heel weinig
beukenoten rijp geworden.
Op de andere vragen een volgenden keer,
als ik meer ruimte neb.