Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1588
Den Heere N. H. Wolf,
Hoofdredacteur van Het Leven en
. Hooggeachte Heer en Collega.
IH Letterkundig '-Leven, opgenomen in het
nummer van l NOT. 1.1., begaat de heer Is.
Qiiéjrido de dubbele schending van de goede
vormen, door ten eerste mjj, eveneens uw
vasten medewerker, in uw blad, litterair aan
te vialléja n ten tweede mij in myn karakter
aan1 tSe iaiÉeu. Het is, dunkt mjj, strydig
met 4e goede vormen, een medewerker die
u gelegenheid geeft in uw blad tweemaal
'gmaands tot uw publiek zich te richten, op
de wijze te critiseeren, zooals de heer Q. dat
deed. Gelukkig is 't geen gebruik in onze
Nederlandeche litteraire wereld, dat men,
met voorbijgaan van de hoofdredactie, op
dergelijke wijze iemand tracht af te breken.
De heer Q. heeft mér bladen tot zijn be
schikking en het juiste adres om te protes
teeren tegen een critiek van mijn hand,
waarin ik mij terloops óók over den schrijver
Quérido uitliet, ware het blad geweest, waarin
mijn critiek verscheen, n.l. Het Weekblad
voor Nederland, dat volgens zijn traditie,
altoos gaarne gastvrijheid verleend heef c aan
schrijvers, die door critici meenen verkeerd
begrepen te zijn.
Ik had aan u kunnen overlaten den heer
Q. ten deze op zyn weinig confraterneele
handelwijze opmerkzaam te maken. Doch de
heer Quérido doet nog iets meer. HU, die
zich toch onlangs .er over beklaagde, dat in
De- Controleur een schrijver hem verweet, dat
bjj.zich bij zijn critieken door persoonlijke over
wegingen liet leiden, begaat nu zelf iets
dergelijks, omdat ik eenige opmerkingen over
zyn litteraire verdiensten maak, die
hem onaangenaam zijn of zij juist of onjuist
moeten genoemd worden, staat aan anderen
te beslissen verwijt de heer Q. mij, dat ik
een soort laaghartig, geniepig en verraderlijk
weerwraakje neem, wijl de heer Q. met twee
boeken van mijn hand nu juist niet bijster
ingenomen is. Als een soort vernedering wordt
dan nog van den journalist Cauter gesproken ?
hoewel toch immers juist het schrijven van
werken als de mijne in boekvorm het onder
scheid tusechen den journalist en den
boekschrijver vormt. Evenwel, ik schaam mij er
niet voor journalist te zijn, al heeft deze
journalist dan ook in zijn Solser-kofiertje een
bundel verzen, een drama in verzen, een
tooneelstuk, opgevoerd door de Kon.
VerHet Ned. Tooneel, een realistischen, een
fantastischen en een historischen roman, ruim
vijfhonderd oorspronkelijke scketsen en eenige
novellen. Ik betwijfel of de heer Quérido
gaarne de pakjesdrager zou willen zijn van
den ,.journalist" met dit valiesje, waarin het
copieër-apparaat alleenlijk ontbreekt. Ik som
meer den heer Quérido mij n regel in mijne
vele werken te noemen, die ik van anderen
heb afgeschreven. Een dergelijke insinuatie
verdient den naam sluipmoord", niet het
eerlijk en onafhankelijk oordeelen over 't
werk van et n jongeren schrijver in een geacht
weekblad, voluit met den naam van den
criticus onderteekend.
De insinuatie is te bedroevender voor den
heer Qnerido, wijl genoemde heer zér goed
weet, dat ik zulk een verwijt, dat mijn karak
ter, dat mijn naam als eerlijk man raakt,
niet verdien. Immers ik ben de eerste ge
weest, die den heer Quérido in de
Nederlandsche litteratuur heb vermeld en met lof.
En nog wel nam ik hem toen in bescher
ming; hij was toen een beginnend schrijver
en ik was alreeds jaren tevoren mede?, erker
aan De Nieuwe Gids, waarin de journalist"
Canter, verzen en proza publiceerde.
Later, toen een nieuw werk vau den heer
Q. verscheen, ben ik daar minder ingenomen
mee geweest en de heer Q. was toen zér
verbolgen, blijkens het antwoord dat hij zond
op mijn critiek op zijn studie over Van der
Goes in De Telegraaf van, ik meen, 1897."
Toen had de heer Q. over mijn werken nog
nooit een woord gezegd (de meesteu waren
nog niet geschreven) en dus kon er bij mij
van rancune wegens beoordeelingen van zijn
hand geen sprake zijn.
Wel zeker, de critieken, die de heer Q. op
mijn roman Kalverstraat" en mijn roman
Germania" heeft geschreven, hebbeu mij
ontstemd, daar ik ze oppervlakkig vind. Maar
wat laaghartig mensch zou ik niet moeten
zijn om nu, na drie jaar, daarover mijn wrok
te luchten". Tiouwens, de critiek waarover
de heer Q. zich opwindt bevat n afkeuring
(ik noem Querido's woorden-overvloed een
van de vaderen geërfde kwalijke flux de
bouche) en n goed keuring (ik prijs de
critiek van Quérido op Heyerinans' Dia
mantstad)." Mij dunkt ik geloof, dat ik zoo
waarlijk de objectiviteit heb betracht.
Wil zoo goed zijn, geachte heer Wolf, den
heer Q. in staat te stellen onder dezen brief
zyn verweer af te drukken. Heel veel meer
dan een amende honorable kan dat niet zijn.
Met journalisten groet
B. CANTER.
* *
*
ANTWOORD VAN QUÉRIDO.
De heer Canter is 'n beetje opgewonden
e« 'n beetje naief. Maar meer nog opge wonden
dan naief. ns in mijn leven heb ik 't is
nu reeds acht jaar geleden mij met
anticritiek geweerd tegen een z.g. beschouwing.
Na dien tijd nooit meer. Er wordt zooveel
nonsens, verkakelt over persoon en werk, als
je 'r eenmaal 'n beetje in bent, er worden
zooveel voose verdachtmakingen en schande
lijke praatjes gelucht en gniepigheidjes uit
geperst, dat je dagwerk zoudt hebben,
indien je daar rekening mee hield. Maar
toch meen ik 't recht te bezitten, zelf een
oorveeg uit te deelen, op de plaats die mij
daartoe het geschikst lijkt. In dit geval
Het Leven.
De Groene is zelf een levend voorbeeld van
felle critiek op medewerkers onderling. De
eene week kan men daar als genie, 'n vol
gende maand als lijk tentoongesteld worden.
De heer Canter erkent zelf dat h\j door mijn
critiek op Germania en Kalverstraat erg
ontstemd" is geweest. Welnu, mijn critiek
was zeer fel. En ik blyf beweren dat de
heer Canter, die in critischen zin, na m'n
jeugd-geschriftjes, nooit meer iets van
mij gezegd heeft, nog heel anders over mjj
zou gesproken hebben, indien ik had ver
klaard dat Germania en Kalverstraat twee
groote kunstwerken bleken, en niet als nu :
Kaïveritrdat voor 't grootste deel mislukt,
Qermania een prul. Als criticus acht ik den
heer Canter heelemaal niet. Zijn analytisch
vermogen is gelijk nul en zijn waardeeringen
en afkeuringen beteekenen niets. Als de heer
Canter zegt snoevenderwijs : ik ben de eerste
geweest die Quérido in de Ned. literatuur
heb vermeld", dan jokt hij droef. De eerste,
en de werkelijk critisch-begiSaïde was Frits
Boosdorp in dit weekblad, die mijn Meditatie»
besprekende, verklaarde dat Quérido, de
eigenschappen van Kloos, Gorter en v. Deyssel
te saam in zijn proza heeft," en dat weet de
heer Canter zeer goed, want hu maakte zelf
een dag later nog melding van dit feit in
De Telegraaf met de mededeeling dat Boos
dorp Quérido een reusachtig artist" voor
de toekomst genoemd had." Dit is bijna
10 jaar geleden. Canter nam mij toen in
bescherming tegen Kloos. Waarom ? Wijl ik
Kloos, mannetje van 21 jaar, als criticus heftig
den mantel had geveegd in dat boek. En
ten bewijzen hoe vast de heer Canter in zijn
schoenen staat, en hoe eerlijk in zijn oordeel hij
is, diene nog dit. Toen Diamantstad bezig
was te verschijnen in fragmenten in De Jonge
Oidt, leefde de heer Canter in vriendschap
met Heyermans. Dit was juist ten tijde dat
Canter over mijn Meditaties schreef. Ik ont
moette deze heer eens daarna, en toen sprak
hy mij met de grootste bewondering over Dia
mantstad, als een geheel eenig stijlwerk, een
groot kunstwerk van gansch eigen stijl-tech
niek en schoonheid. Ik voelde dat niet zoo
en zei dit. 'n Poosje later: breuk tusschen
Heyermans en Canter. Nooit heeft de heer
Canter van zijn bewondering van dit stijlwerk
later iets laten blijken. Integendeel, myn voor
een esstntieel deel, vernietigende critiek op
Diamantstad in Groot-Nederland (1906) onder
schrijft hu nu geheel, en mede noemt hij
Heyermans een klein talentje. Pochen op
karakter dus l Bah! En is het nu niet
treffend, dat Canter na zijn tien jaar geleden
gegeven bewonderend oordeel orer mijn
begin-werk, nooit meer iets over my schrijft,
tot hy nu plots uit den hoek komt met
wat venijnige zinnetjes, Goudsmidt ophef
fend ten koste van Heijermans en mij, net
den twist met Heyermans, en na mijn afbre
kende spot-critiek op zijn jongste werk?
Het copieër-apparaat sloeg allerminst op
Canter, wijl ik ook heertjes als Petrus Spaan,
het jejubes-Van-Deysseltje, v. d. Meer.
Steynen e. a. mee-noemde. Ook heb ik den heer
Canter als criticus van zeer geringe
beteekenis gevonden; mede als auteur van Ger
mania, maar ik heb ook in diezelfde artikelen
gaarne erkend dat ik Canter in een bepaald
genre een man vind van veel fijn vernuft, fijn
gevoel en fijnen geest. En ook dit houd ilt
nog vol. Ook krasjes en venijnigheidjes van
meneer Spaan en anderen in dit blad, zijn
lolligjes-verklaarbaar voor hen die werkelijk
mér weten. Maar daarop kom ik later nog
wel eens terug. Ik heb nu geen tijd meer.
En ik groet den heer Canter, schrijver van
vele werken" zér onderdaniglijk en nog
mér zijn onafhankelijk schrijven in geachte
weekbladen.
5 No.ember 1907.
IS. QüERIUO.
Een ondenpd boeide.
Den Heer Cornelis Veth.
Geachte Heer.
Eerst heden kwam uw bespreking omtrent
Een ondeugend boekje" mij onder de oogen.
Het spijt me dat gij, wiens oordeel over
karikatuur ik zoo gaarne lees, er in gevlogen
zyt met deze illustraties zoozeer in den geest
van de tekst".
De echt Fransche plaatjes toch zijn repro
ducties naar afzonderlijk getitelde, niet
samenhangende karikaturen in 1900 en 1901
in Ie Rire verschenen en zijn van de hand van
AndréRouveyie, wiens eeniggzins op
Valloton's geïnspireerd werk ook voorkomt in den
Gil Bias Illustrévan 1900 en 1902.
Gij kunt ze vinden in de nummers 302,
305, 310, 330, 332, 343 en 355 van Ie Rire eahet
zal daarin u duidelijk worden waarom
Sanderijn eerst blond en later zwart is.
Jammer vind ik het dat voor een dergelijke
Hoüandsche uitgave cliche's bijeen gezocht
worden van een Fransch blad, zonder ver
melding van bron.
Wij hebben toch ook karikaturisten onder
onze verluchters, getuige dezelfde jaargangen
van Ie Rire waarin een paar teekeningen
van Ko Doncker heusch geen slecht figuur
maken.
Wil deze regelen niet beschouwen als een
anti-kritiek op uw oordeel, doch slechts als
een kleine aanvulling en geloof mij dat ik
het boekje overigens even aardig vind als u.
Hoogachtend,
Dordrecht, Uw. d w.,
14 Nov. '07. B. VAN J>EN KIEBOOM.
* *
#
Geachte Heer Van den Kiebooin.
Zooals u zegt: ik ben er ingevlogen. Voor
deze vlucht zij dan een vlucht in de openbaar
heid" de vrijwillige boete l
Evenals van de dichterlijke vaak gezegd is,
komt ook deze vlucht o. a. voort uit zekere
mate vau naïveteit.. Ik ben naïef genoeg
geweest te gelooven, dat het niet geheel
ondenkbaar was, dat een tlollandsche uit
gever nu op dit gebied eens iets gewaagd
zou hebben en hier, waar nu toch eenmaal
de pikante toon waarborgde voor debiet,
zich eenige moeite en kosten zou hebben
getroost. Het is wel zonderling, dat, waar
dure romans, waaraan niemand materieel
succes zou durven voorspellen, bundels van
derderangsche dichters enz. zoo voortdurend
de markt overstroomen, aan den grajischen
humor hier te, lande geen gtlegenheid wordt gegeven
zich een plaats te, verschaffen. Ik ben naïef
genoeg geweeet, te denken, dat een weliswaar
luxurieuse" doch weinig kostbare opluiste
ring van zulk een boekje met een tiental
prentjes in zwart en wit van een daarvoor
betaald teekenaar in Holland mogelijk was.
Helaas, het is niet zoo. Het zoetelijke genre
schijnt getuige de stroom van prenten
boeken dit jaar in onzen tijd van wrijving
en gisting, aan de orde! En toch is er onder
het publiek in ons land veel belangstelling
voor de karikatuur ook de niet schuine"
in het buitenland. De karikatuur is in
onzen tijd ook misschien de kunst, waarin
het eigenlijk leven van volken en individuen
zich het onmiddellijkst uit.
Vergeef deze uitweiding. Ik wenschte even,
met behulp van uw ontdekking aan te toonen,
dat dit boekje, ofschoon niet op de wijze,
die ik vermoedde, een document is voor de
wordingsgeschiedenis der tot heden povere
Hollandsche spotprentkunst.
Nu my'n vergissing. Ik heb natuurlijk
gemeend, dat deze echt-Fransche" prentjes
het werk waren van een Hollander, die,
zooals de meesten, door buitenlandsch werk
was geïnspireerd. Zij blijken nu door den
knappen teekenaar van portret-karikaturen
enz. Bouveyre te zijn en in de prille jeugd
van ondergeteekende in Ie Rire te hebben
gestaan. Die snaaksche anonymus, de schrij
ver van het alleszins ondeugende boekje, zal
ze wel bijeen hebben gesnufleld en in zijn
vuistje hebben gelachen om mijn fout. Zooals
meer gebeurt, maakte juist de toevallige
bijeenvoeging der prentjes met den tekst een
grappig effect, en is de tekst meer in den
geest van de illustraties dan andersom. Het
internationaal karakter der geteekende typen
droeg er toe bij, dat ik 'niets vermoedde.
Met dank voor uw opmeiking, zonder
spijt, Uw d w.,
CORNELIS VETH.
MHminimimiillliiiniiimiMMimilmtimillllHliiiuiiMii imimuimim
Besliste volzinnen.
1. Als wij alleen woorden zouden gebrui
ken, waarvan de beteekenis vaststond, wat
zou de wereld dan stil worden.
2. De eenige deugd van Lombroso is deze,
dat zijne fouten groot zijn. De meeste
menschen kunnen maar kleine fouten maken.
3. Het socialisme is geen gevaar voor de
toekomst, maar de toekomst is een gevaar
voor het socialisme.
4. Men moet over zy n geluk altijd spreken,
alsof men zelf eraan gelooft, want anders is
het verloren.
5. De sterkste gemeenschap is de enkeling.
6. Een man met een toekomst, eene vrouw
met een verleden en geene kinderen vormen
samen een uitmuntend gezin.
7. Leven" wil voor de meeste menschen
zeggen: uitstellen van den dood".
8. Het treurigste einde van| eene waar
heid is, dat zij als spreuk komt op eene
familie- scheurkalender.
JACOB ISRAËL DE HAAN.
Het schijnt, dat de toestand op de geldmarkt
langzamerhand wat minder dreigend begint
te worden. Wel duurt de gouduitvoer naar
Amerika, die de aanleiding is geweest tot
de verhoogingen van het bankdiaconto in
Londen en elders, nog steeds voort,-maar de
verscheepte bedragen worden langzamerhand
minder omvangrijk, en het ziet er uil slsof
deze exporten weldra tot het verledene zullen
behooren. In Amerika heeft men thans n.l.
niet meer zulk een dringende behoefte aan
nieuw goud, nu de premie op geld aan het
verminderen is. Verleden week bedroeg dit
agio nog 3% pCt., thans slechts %. pCt.
Dit is wel de meest bemoedigende factor in
den toestand, zooals die zich op het
oogenblik afteekent. De hoeveelheid ruilmiddelen
in de Vereenigde Staten is op zich zelf alles
zins voldoende voor de behoefte en het
ontstaan een er goudpremie was dan ook
uitsluitend aan het oppotten van geld te
wijten, zoodat men mag aannemen, dat het
verminderen van dit agio een terugkeer tot
meer normale verhoudingen beteekent.
Hierop wijzen ook verschillende andere
feiten. Verschillende banken hebben hare
speciebetalinejen reeds hervat, andere denken
er over weldra dit voorbeeld te volgen. Een
aantal iudustriëele ondernemingen, die haar
bedrijf hadden stop gezet, zullen eveneens
weldra de werkzaamheden hervatten.
Deze berichten zijn des";te bemoedigender,
daar de thans in gang zijnde verruiming
geheel aan natuurlijke middelen is te danken.
Wel heeft de Regeering het hare gedaan, om
in de schaarschte aan ruilmiddelen tegemoet
te komen, door het emitteeren der verleden
week besproken leening'en van j löOÏOOO,000,
maar deze emissie 'is nog niet beëindigd en de
uitbreiding der circulatie, die er het gevolg van
zal zijn. zal zich dan ook op zijn vroegst
tegen het einde der volgende week doen
gevoelen. Het begint er uit te zien, als of
de critici gelijk zullen krijgen, die de verdere
tusschenkomst van het Gouvernement als
onnoodig beschouwden en er slechts een
overtollig worden van ruilmiddelen van
verwachtten.
Deze snelle wending illustreert opnieuw,
het groote recuperatievermogen der Vereenig
de Staten. De pressies treden daar sneller
in en plegen veel heftiger te verloopen dan
in het oude Europa, maar ook het herstel
vordert minder tijd. Toch zou men verkeerd
doen, door thans in het tegtnovergestelde
uiterste te vervallen en te meenen, dat in
de Unie thans alle leed is geleden. De
December- en meer nog de
Januari-coupontermijn stellen altijd hooge eischen aan de
geldmarkt en het is de vraag, of men bij
de nog immer niet normale situatie, deze
klippen dit keer zonder bezwaar zal kunnen
omzeilen. Het zou geenszins verwondering
behoeven te wekken, indien geld te
NewYork, in verband met de voorbereiding voor
deze uitbetalingen, plotseling weder zeer
schaarsch werd, te meer, omdat in December
en begin Januari groote stortingen op de
nieuwe uitgiften van aandeelen der Northern
Pacific en Chicago-Milwaukee, etc., moeten
worden voldaan.
Omzichtigheid blijft onder die omstandig
heden noodzakelijk. Trouwens, al zou de
geldmarkt schijnbaar weder volkomen nor
maal worden, dan is het toch nauwelijks te
verwachten, dat men op dezelfde ruime
schaal, als in de beide laatste jaren, zal
kunnen voortgaan met het aan de markt
brengen van nieuwe, fondsen. Elke beperking
in dit opzicht beteekent kleinere orders en
minder bedrijvigheid, wat weder op den
toestand der fondsenmarkt moet inwerken.
Al zijn de meette Amerikaansche aandee
len op het oogenblik zeer goedkoop, toch
schijnt het, met het oog op het voorafgaande
gewenscht, hausse-speculatiën vooralsnog niet
aan te moedigen daar de marktstemmin» als
de groote contraruine-dekkingen tot het ver
leden behooren, vooreerst wel onregelmatig
zal blijven. Voor hen die van de koopjes
willen profiteeren, die de Amerikaansche
markt thans in zoo ruime mate aanbiedt,
herhalen wij daarom ons advies, hun aan
dacht tot de sterk gedaalde obligatiën te be
perken, die in de eerste plaats van een meer
blijvende verbetering in de stemming moeten
profiteeren. Reeds in de laatste dagen kwam
dit in een aanmerkelijk herstel voor een
aantal bonds tot uitdrukking. Zoo zijn
TopekaConvertibles en 4 pCt. Chicago Rock
Islandbonds, ongeveer 5 pCt. boven de koersen
der vorige week opgeloopen. Ook na deze
koersverbetering blijven ze echter hoogst
aantrekkelijk. Wat de Rock-Island betreft,
zijn wij thans instaat, de verleden week be
sproken ontvangstcijfers, met inmiddels ge
publiceerde officieele opgaven aan te vullen.
Wij stelden toenmalig in het licht, dat de
netto ontvaneten van h(et
Rock-Island-Friscosysteem in de eerste 3 maanden van het
loopende boekjaar ongeveer f 900.000 ach
teruit waren gegaan, doch dat deze vermin
dering indien zij het geheele jaar op den
zelfden voet voortduurt, noch de zekerheid
der obligatiën, noch het dividend op de
onderaandeelen der Bailway-Company in
gevaar zou brengen. Uit de bovenbedoelde
officieele bescheiden blijkt ons thans, dat
van de vermindering ad $ 900.000, niet
minder dan $ 800.000 was toe te schrijven
aan de nieuwe, door de
Interstate-CommerceCommission voorgeschreven wijze van boek
houden, krachtens welke elke maand een
zeker bedrag voor afschrijving op rollend
materieel moet worden geboekt, in plaats
der afschrijving aan het einde van het boekjaar,
die tot nu toe bij de meeste maatschappijen
gebruikelijk was. Natuurlijk zal hierdoor aan
het einde des jaars een overeenkomstig bedrag
in den vorm van geringere afschrijving vrij
komen, zoodat de werkelijke vermindering der
netto's hoogstens enkele honderd duizenden
dollars zal bedragen. Wel is het mogelijk,
dat een vermindering der bedrijvigheid haar
invloed op de ontvangsten zal doen gevoelen,
maar indien de bruto's dientengevolge
eenigszins mochten dalen, zal het verschil ver
moedelijk door besparing op loonen. etc.
gemakkelijk te dekken zijn. Ditzelfde geldt
ook voor andere maatscaappijen, en eenige
inkrimping van het verkeer zou door de
meesten dezer zelfs met ingenomenheid
worden begroet, daar het een beperking in de
uitgaven voor nieuw materiaal, etc. mogelijk
zou maken.
Onze locale markt heeft zich natuurlijk bij
de verbetering van Wallstreet aangesloten.
De stemming bleef hier echter nog zeer
gereserveerd en eerst in de laatste dagen
nam de kooplust eenigszins grootere af
metingen aan. Voor binnenlandsche waarden
bleven de koersen bijna onveranderd. Ook
hierin schijnt echter eenige wijziging ten
goede te zullen komen. Het ruimere geld
draagt hiertoe bij. De zelfbeperking, die
openbare lichamen en particuliere maat
schappijen zich zoo langen tijd bij het uitgeven
s$
a
i
N-V- ARNMEMSCHE
STEENDRUKKERY
EN
ETIKETTENFABRIEK
7» KLUPPELL&EBELJNG
ARNHEM
TELEGRAM ADRES ..LITHO TELEFOON 970
RAADHUISSTRAAT 48 & 50
AMSTERDAM ROKIN120
IIAARDEN
KACHELS
INRICHTING TOT MEUBELEERING EN
VERSIERING DER WONING
Een natuurgetrouw Portret!
l!'
? ?X UAXÜWiW JL/ w U &AJ-J.LL J. M ?
naar iedere foto
geschilderd,
is een al
Ierdankbaarst ge
schenk voor
elke gelegenh.
Prijscourant iiratts.
H. BOGAEHTS & Co.,
K O Y T i; l,
= Ho f juwelier. =
f Oudegracht E 17, Utrecht, l
l MEDAILL ES. |
HLERS&WOLF.
?SL« AMSTERDAM."?,?""
DROUOT
?* -f- WJJMSER & Co. -t- +?
* LANfciE HOUTSTRAAT 7 & 2 *
- - - JDeu llantr - -
- i KI.KKX» v i vr*.«< . :t7 1
GROOTSTE INRICHTING VOOR
COMPLETE MEUBILKKRING zr
IN ALLE STIJLEN = =
ANTIQUITEITEN = = =
EIGEN MEUBELFABRIEK
Kunsthandel
KRÜGER &
37" Noordeinde.
's-Gravenhage.
Permanente Tentoonstelling
v: Schilderijen en Aquarellen.
f
KUNSTHANDEL
Wed. G. DORENS & Zn.
Rokin 56, Amsterdam.
isen.
Dt
Ptoto's i. leun.
FigraintioiiteniOFï.J.C.ï.yOEF.
[opendagen Portie.
NAAMLOOZE VENNOOTSCHAP
ZEISTER FABRIEK
VAN
KOPERV/ERKEN
2 MINUTEN VAN
STATION DRIEBERGEN
MODERN EN
ANTIEK KOPERWERK
GIETERIJ VOOR
FIJN KOPER EN
BRONS