De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1907 15 december pagina 2

15 december 1907 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE jAMSTERDA M MER W K E K BLAD VOOR 'N E D E R LA N D. No. 1ÖCO eenige wrijving van gevoelen ontstaan tusschen Land en Volk en diens geest verwant Treub, lid der Oommissie. Het rrijz. dem. dagblad acht deze 'Kuyperuitingen gevaarlijk, daar de militantentilitaire-entente-marj, weldra kan komen te staan aan het hoofd van een Kabinet; en ook, wijl de aatirevolutionaire leden der commissie den toeleg van hun partij leider .met geen enkel woord hebben afgekeurd. De heer Treub gelooft echtBr, dat de geniale grijsaard" in deze alleen staat met zijn liefde voor het avontuurlijke, en dat de commissie juist een d uu zal opwerpen tegen dit poli tiek ea militair gestreef. In welke be'rekking Kuyper tot de Waalsche agitatie staat, is niet geheel bekend. Wel hei f c men steeds zijn naam daarmede in verband gebracht, meer misschien op grond van zijn hofbezoeken en zijn onderhoud met ministers, dan 'uit kracht van bepaulie feitelijke ge gevens. Ziju grootdoenerij in 't buiten'land, zijn. streven om uit te blinken ook in e^n grootere politiek dan de binnenlindsche, dedea allicht iets vermoeden. Toch troffen ons in de VI. Guz. van 19 Nov. bij vermelding van Woeste's meening, dat de beide Roaeeringen zich met elkander in betrekking moesten stellen, de woorden : Alle wegen leiden naar Rome, maar de kortste toch is 'tusschen de Wetstraat te Brussel en het Binnenhof te VGravenhage. Minister Dr. Kuyper ontzag zich de moeite niet den sneltrein te nemen, om met de be1 langhebbendo Belgische Ministers te kunnen onderhandelen". En wie zal zeggen hoe dikwijls Kuyper dien sneltrein heeft gepakt! Ook was het, meenen wij, de antirevolutionair Asch van Wijck, die de entente met Belgiëin de Kamer ter sprake 'bracht, en vindt men den antirevolutionairen Minister De Marez Oyens in een ''Belgisch tijdschrift als woordvoerder, over Baie's troetelkind en Baernaerts zooveelste leveusMé.ial, o.a. het. Fmnscli als taal voor de discussier aanbevelend. Een denkbeeld, waaraan deze Nederlandsche oud-minister getrouw is gebleven, wair 'hij evenals Re^out het op de openingszitting oorbaar heeft geoordeeld, als behoorende tot dilOmillioen Neder'landers tegenover de 3 millioen Walen, " een lange fransche redevoering uit te 'spreken. Doch welke de sympathieën van deze hoeren ook mogen zijn, wij eeloiven, lettende op de houding van Talma en Heemskerk, niet, dat Kuyper's onafankelijkheids-theorie als een partijdogrna moet worden beschouwd. Het is niet aan te nemen, dat men zal voorbij;zien, hoe wij iets beters te doen hebben, . dan ten bf lieve van Frankrijk m Enge land, en om Bdyië, dat onze militaire hulp zoo brondnoodig heeft, ons land tot het slagveld van drie groote mogendheden ' te makei met opoffering bovendien van vele inülioenen en duizende menschenlevens. Zeker, wij zij a geen optimisten. Van niets zijn wij va«ter overtuigd, dan dat eenmaal, in den loop der eeuwen, maar wie zal zeggen wanneer? Duitschland, de baan vrij ziende, ons zijn wet zal komen voorschrijven. Wij hebben het meer gezegd: De werking van natuur wetten breidelt of breekt men niet. En wat is stelliger natuurwet, dan het heerschen van het eigenbelang in de po litiek ? Welk verstandig mensch hecht ii1 'Ion. MICROKOSMOS DOOR J. VAX DIJK. ...Tullie kunt wel 'n uur beneëblij ve, hoor. Ik zal vel rospe, a? ik jullie hebbe kan!" Met een harden slag, die het houten beschot deel trillen, werd de deur achter de kinderen dichtgeslagen, die tastend op het donkere poitaal naar de trapleuning zochten, Hèjij t lappie, Toossie?" vroeg het kleinste meisje, dat met beide handen de leuning vattend, dwars de trap afliep, terwg'l zij telkens de voetjes naast elkaar op dezelfde trede bracht. L'jid etommeldan hun schoentjes op da uitgesleten treden. Zeg, weet je dat d'r 'n gat in de trap is," geide Toosje. Piet van beneëhét'r vanmiddag zukke stukke met z'n hak uitgetrapt. Pas maar op dat je d'r niet invalt'" Ik ben d'r al voorbij... wat aardig hè, zoo'n gat.. . Maar je kan niet zien wat d'r onder is. 't Is d'r heelemaal zwart." Aan het einde der trap gaapte de opening der deurpDsten, zonder deur, vanwaar een .breed houten trapje naar de straat voerde. Een klein beekje van vuil gootwater liep ?er onder door, OM zich uit te storten in een .putje eenige huizen verder. Op de onderste trede van het trapje gingen de kinderen dtten. De oudste, een meisje van zes jaar, meende een beetje moelertje over haar twee jaar jonger zusje te moeten spelen; .'ea haar het verschoten boezelaartje terecht'trekkend, zeide zij vermanend : -. Nou weet je 't, hoor, je mag niet vanzelf ?wezloope, je mot hier blijve zittel" , Wat gane me nou doen ?" vroeg Annetje, het jongste der beide kinderen. ' Besluiteloos zag Too^je het verlaten straatje n. Links rijden zich de oude, zwart-doorge'rookte huizen onregelmatig aaneen: was het .een voorui.springen van bouten of steenen ?stoépjes, of .een terugwijken van gapende JMldertjes met moeilijk te betreden steenen ?irapjep. Aan het eind, lag 4e, eenzame, ver laten gracht, waar zij.nu en dan een voorbij ganger zag passeeren. Doch naar rechts was er beweging; daar liep net-straatje uit op de drukke winkelbuurt, iets aan de quasi-gevoelsuitingen van reizende vorsten? Is niet op ditzelfde oogenblik, na Wilhelm's en Eluard's omhelzingen, ten gevolge van Duitschland's vlootwet, het wantrouwen grooter dan ooit? Maar al ware dit geens zins het geval, groote mogendheden die vredelievend blijven, als zij hun slag kunnen slaan, zijn niet minder zeldzaam dan zoetwater-walvisschen, en is eens de dag daar, dat Duitschland ons /onder te groote schade kan nemen wat helpt Belgiëons dan ? Wij hebbsn herhaaldelijk betoogd : laat ons, Nederlanders, geen deel nemen aan een Waalsche beweging, van zoo ver dachte politieke oorsprong en doel! Wacht, indien gij dan toch economisch wilt werken, den tijd af, en kiest later een commissie, die van Xedpr'and uit gaat; maar veel liever nog: wijdt u aan de belangen vin den AWcr/w/*<7<0nst:im, aan 'het recht van de Xaderlandsohe t-ial in het verdrukt Vlamenland. D.iar ligt voor ons volk een overwinning te be halen. Men heeft het niet gewild. Men kon reeds niet meer men was al commissie in den dop. En nu: Hoe eer gij, Xederlandsche heeren, haar ontbindt, hoe veiliger ge zult wezen. Haar naam is onmogelijk schoon te wasschen, hoe zniver mr bedoelingen mogen zijn. Heel de wereld weet al lang, dat Belgiëeconomis 'h" met u wil vrijen om u militair" te huwen; dat al die lieve verwantschap eenvoudig lokkebrood is. Ea hoe gij u ook weert, gij maakt reclani" voor het Wuulwli idee. Grij speelt in Kuyper's kaart. Als de ver schalkte visch. die terujjzweint, zit gij aan Baie's en Hennebicq's lijn. Het leef c na tuurlijk van nentenle"\ van toenadering", gij hoort niets anders, en de buiten wereld ook eti als er nu genoeg van dat valsch gedruisch is, zoodat het met een schijn van fatsoen gebeuren kan, komt er van Frankrijk en Engeland, langs de donkerste aller diplomatieke wegen, een raad voor de Kegeering, een druk, als 't ten slotte noodig blijkt, zelfs een diraiiy. En op wel^e Regeering? (lij kunt dat niet voorzien.. .. O, Xederlandsche Commissie, bedenk toch wat gij doet. Wij g'looven gaarne, dat gij een dam wilt op .verpen maar, in den dienst der W MI Mie, RKOL.VMK, trots uw dam... verhoogt gij volkomen machteloos ? het groot gevaar. D. K. Gemeentebelangen. Hoe werken we ons los.-' I. Niets schijnt zoo weinig nabij; niets is toch zoo dringend noo.iij, als dj invoering van een nieuwe Ge.ni"i'iit,Kiret. Met Thorbecke's meesterstuk" gaat het niet langer. Met is niet berekend op de behoeften van on Fe groote gemeenten : het stelt ons voor allerlei praetische moeilijk heden, die niet op te lossen zijn mot respect voor haar bedoelingen. Ik he'o er op gewezen dat het college van B, en W. geen college meer zijn kan. En nog sterker kan men betoogen dat in groote ge meenten de positie van een burgemeester te veel wordt voor een man. Hoofd te zijn van da politie, uitvoerder van allerlei rijkswetten, en dit tegelijk met: voorzitter van het college van wethoulers, voorzitter van Jen gemeenteraad, en dan als zoodanig tot tank te hebben zich i u alle détails van 't gemeente :eheer in te werken, is een veel te zware last. Kr moet zooveel en za^ zij een stroom vau measchen, die links en rechts den weg overstaken. Met vaal, valsch licht brandde ean electrische bol voor een winkelraam op den hoek, en was als een stralende zon in het nog heldere daglieh'. Wat gane me nou doen ?" JrensJa de kleine, die gehoorzaam op het trapje oleef zitten, waarroor oo>je nu beou en weer liep. Daar, jij mag 't lapp-e oewaie... maar niat weg make, hoor! zeide zij, haar het ver scheurde vol overgevend, dat het kind gretig aannitn en netjes op hair knie glad streek. Laiig'.aain kwam een hoirje aandrijven in het waterstroom; je onder het traj'j^. Nu eens vasthakend aan een uitstekenden steen, <ian zich weer voortbewegen:! met het water, werd het opeens door het oudste mei-je bemerkt. Wacht, ik weet wat." riep zij, en naar het puije loopend, viechte zij uit het zwarie water hei houtje op, dat zij stevig met haar boeze laar afdroogde. Geef mij nou 't lappie, dan zal ik d'r 'n pop van make " Gedwee gaf Annetje hst vod terug, waarin Toosje het houtje U-g Ie, dat zij na het stevig omwikkeld te hebben, haar zu-ije in den schoot legde. Zie zoo, nou mot jij 'm in slaap make." Met liefkoozend gebaar nam het meisje de geïmiteerde pop in haar arm, liet die zachtjes he<n en weer schommelen en begon op eentonigen deun een liedje ta zingen. See, je houdt 'm uiet goed" meende ?Toosje. Kijk, zoo mot j-) 'm houe, zóó tege je an, anders gaat is niet slapp." Z'n beene gaue los," klaagde Annetje, doe lend op de ineen gefrommelde einden van den lap, die uit elkaar hingen. Xou, maar je bent ook niet wijs, om 'm zoo stijf vast te houë. Kijk, zóó mot je doen..." En het bekleede hou'je in den arm ne mend, liep Toosje langs liet trapje heen en weer, waarbij zij haar armpjes steeds op en neer bewoog. Zie je nou wel, bij mijn gaat ie niet los... dat komt omdat j j 't niet kent... Nou jij weer." Onhandig zat de kleine met de pop in den arm. Opeens klaterde de stille steeg, waar slechts weinige voorbijgangers langs kwamen, van hooge, schelle kinderstemmen, en kwamen uit den dichten menschenstroom zich los makend een drietal kinderen het stille zij straatje in, elkander achtervolgend. Ik ben d'r 't eerste geweest, Merietje 't laatst," schreeuwde een meisje, met een hoog schort voor, waarboven een b eek, ouwelijk beredeneerd, zooveel vergaderd, zooveel bestudeerJ ea eindelijk zooveel geteekend worden, en het vacantie-nemen i-i, doordat de burgemeester allerlei dingen alleen beheeren en beslissen moet, wegens de moei lijkheid Jer vervanging, zoo lastig, dat het of leidt tot overwerken en prikkelbaarheid, of tot het verwaarloozen van de hoogere gemeentebelangen. Vraagt men nu waarom de Burgemeester eigenlijk allén hoofd der politie moet zijn, en deze onttrokken aan het medezeggei:schap van het geheela college en van den Raad; waaron, in strijd met 't geen overal elders gebeurt, in ons lan l de Burgemeester niet mag zijn de gekozene van da Burgerij; waarom juist hij den K lad moet voorzitten; waarom allerlei de'ails van (J-jnnentemeneer bij den Raad in pluno moeten worden aan gebracht, dan kan men, behalve historisch]) tlitieke overwegingen, toch eigenlijk vooral alieeu als verklaring geven, dat de wetgever van 1851 natuurlijk -Ie uitbreiding van het Gemeentewezen niet heet'c kunnen voorzien. Maar die is nu gekomen, en he^ft tot ge volg gehad, d.xt we m ?!, o:is geheelo Gemeentewezen in een alleronbevre lig^ndstea toestand ziju geraakt, waaruit alUon een volkomen omwcrking ons kan redden op den grondslag van art. 113 der Grond wet ri(an het hnofil der Gemeente, stunt c<-n Kaad"; een beginsel in de Gemeentewet gedeeltelijk verzaakt door de instelling van het College van Dagelijksch Bestuur met allet-n ndciseerende Cjinmissies van Bij-tand. Als de R ia J aan het hoof l staat, is het alleen logisch dat ook uit dien Raad het uitvoe rend gezag opgroe t: er raadscommissies zijn die beheeren; hun voorzitter kieze,i, terwijl dan de voorzitters dezer Cjinmissie^, om eenheid in het bestuur der onderdnelen te brengen, te zatnen het Bestuur dor Gemeente zou len vormen, onder leiding van een hun ner, daartoe door den Raad aangewezen, en wiens benoeming nnn desnojJs door Gjdeputeerden of' de Kroon zou kun;,en doen bekrachtigen of weigeren. Deze opbouw van het Gemeentebestuur /al stell/g bevre digender werken dan het halfslachtige stel sel van heden, waarbij de door den Raad benoemde Wethouders staan onder luiding van een niet door den Raad benoemden voorzitter en met de?.en weer een soort van college vormen boren den Raad. Hij is ook nooJig, omdat de instelling van een plaatsvervangend burgemeester, als men iu Duitst'hland kent, onmogelijk is, zoolang men vasthoudt eau het denkbeeld der be noeming van deri Burgeineest'T door de Regeerin?. Immers zou dan 6f de tweede burgemeester door den Raad gekozen moe ten worden, 't geen tot een onzuiveren toestand moest leiden ; of' we kregen liree rijksambtenaren boven den Raad, hetgeen deze niet licht zou dulden. Kn deze her vorming is bovendien niet zóó revolutionnair als ze wel lijken mag, omdat in ver schillende Gemeenten ook nu al de bestaan Ie wet zooveel mogelijk in dien zin wordt toegepast, en aan de Rialscoui'niss u /.óó groote boteekenis in bet bestuur der Ge meente wordt toegökeiui, dat zij het zijn die dedingen voorbereiden onder leiding va-i hun voor/itter en niét de wethouder alleen, om dar, als alles bedisseld i^, Je zaak in de (lommissie van Bijstand te brengen. Toen ik een paar Jagen geleden een discussie in den R'ittenlamschen Raad bijwoonde over de instelling van een grondbedrijf, wuarover een zelf-tanjig praeadvics van de Commissie van Financiüi was verschenen, trof me dat in die discussie niat gesproken werd van den \\'ef1i(iu'le,- nvi l-'i,ii<nicii:,t, maar van den \ro/ir:itti-r ili-r d,/innigste, ion liijxliinil. Wel het diii-lehjk.-t bewijs, hoe iicli in Rotterdam, onder de bestaande wet, een toestand heeft kuuneu ontwikkelen, die onjfüiüch al ze> r dicht bij het hierboven aangegeven (lex/<l<r<itt<ii< komt, en dat een verder oot.vikkelen van dit beginsel in Je wet meer in overeenstemming is met 01126 Nederlairlsche opvattingen, Jan het van andere zij Ie nogal aangeprezen Lhiitsche bestiiursstelsel, waarbij feitelijk Je gezichtje uitkeek met scherpe, vinnige trekken. Och, loop meid ... j i, da's geen kunst'1 stemde Marietje op eeas toa as je mijn tege houdt... ja, ji je hebt me toen we overliepen an m'n boezelaar getroikt-." Ook jongens, die van school kwamen, lie pen vechtend en stoeiend het straatje iu, het vuiltnd met bun luide kinderstemmen. Instinctmatig hal Tjosje zich naast haar zusje op het stoepje gezet, en sloeg, als moest ?.;j haar beschermen,denaren om Anno.ij n's hals. Dat warea Marietje en Krissie van de overzij, on dat nare kind van iien melkboer, dacht zij, en bleef strak op haar speelgoed kijken, hopenJe dat de kinderen haar dau ongemoeid voorbij zouden gaan. O, Jaar hèje Toossie,' hoorde zij roepen, kijk es, wat we gekre^e hebbe voor Sin terklaas. .." Een lichte schok kreeg Let schuwe kind toen zij haar naam hoorde, ea de meisjes op zich ?,ag toekomen. Kijk, dat heb ik gekrege," zeide Kee'je van den me'.kboer, haar een doo-je toonend, waarin een miniatuur eetserriesje gebor gen was. En ikke dat... vin j' 't niet mo.i?'' vroe^ Marietje, die een blikken i jrnuisje liet zien. Zie je, nou gane we huishoudinkie spele. Ikke kan koke, en zij hét 'n servittsie... 7ij hét maar 'n prenteboek gekrege," ver telde zij verder, terwijl er iets smalends iu haar stem kwam, toen zij van het geschenk van haar jonger zu je sprak. Maar 't is 'n mooi prenteboek" ver dedigde Krisje zic!i. 't Is niet van papier, hoor; nee. je kan 'c niei s:uk krijgp.. . \V~at krijg jij voor Smteiklaas ?" IS weet 't cog niet," antwoordde Toosje bedeesd, die zich niet op baar gemak voelde met de iets oudere m;'i.-jes, die al school gingen. Eu ofschoon zij wist dat ze niets krijgen zou dj hoorde immers nu pas Jat 't gauw Sinterklaas zou zijn was er toch iets in haar dat haar zeide het die mei-j e j niet te vertellen. Met haar groote, lichtblauwe oogen bleef Annetje de kinderen aandec. K ?en, toen haar het speelgoed getoond werd, bad zij vluchtig een grjjpgebaartje gemaakf. doch had dadelijk haar handje weer bedeesd teruggetrokken. We spele poppetje, ' zeide zij opeens, en ik mag 'm in slaap make.'' Waar ia je pop dan ?" vroeg Kee'je van den melkboer. Daar," zeide Annetje naïef, het bekleede houtje toonend. Raad tot een zeer ondergeschikt lichaam wordt. En wie de afdoening der zaken te Rotterdam vergelijkt met die te Amster dam zal moeten erkennen, dat de oerste n vlotter n degelijker is, gevolg ervan dat de Raad weet welk aandael /ijn eigen commissie van Verlrauensmamnr aan de voorbereiding gehad heeft, en dat voor Je raa isleden niets zoo schoolt en tot een rijp oordeel in staat stelt als het meemaken der voorbereiding van belangrijke vom'Jiactiten met al de bijzonderheden en overwegingen Jie daarbij te pas komen. L. SIMONS. De Pandbeleeaing. Il (Vcn-olij). .')'. Monopolie van be.lee/iimj oj> pand door den Staat of de Gemeente in banken van li'i'irimj bestaat in allo landen van het Kuropeesch vastlanJ, echter niet op Jezelfde beginselen gebaseer i en nog veel minder in toepassing gebracht. Wij willen in 't kort me.leaeelen, hède nu gevestigde zior.sv. vUe ten Jeze is ont.-taan. Reeds het concilie vau Latrau (1512 tot 1517), Jen woeker bij Ju panJbeleening wil1 urnie tegengaan, verbood elke rentehvlting. Paus L'io X wijzigde dit verboden bepaalde, bij Jecreet, Jat slechts zooveel rente mocht geheven worden als noo lig was om de nood zakelijke kosten van op^et, enz. te Je'iken. Rome zag toen de eerste Bank vau leeoing binnen hare murer, (1531)) die als model diende voor vele an.lere en Jie in grooten bloei kwam. Veel vroeger echter was de nood zakelijkheid van het ouder openbaar gezag brengen Jer paiidbe'eeriing ingezien. In Icahëeu meer bizotider in I/HU bard ij e ligt do bakermat Jer panjbeleentiia', Jer z.g. Lombarden, die echter oorspronkelijk Joor particulier-initiatief (winstbejag) waren ontstaan en den woeker op gioote schaal uitoefenJen Die Lombarder, veelal Joor Italianen beheerd, verspreid len zich in de 12o eeuw over Kuropa iu concurrentie met de Joden, Jio het winstgevend zaakje spoedig hadden afgekeken. De al'zetterijen en be nadering Jer pinden in Jeze inrichtingen trokken gaandeweg meer en meer Je aan dacht en zoodoende outstonJ uit philantropie, het denkbeeld van noodzakelijk toezicht op deze industrie, hier uitgeoefend Joor regeerirg van sta i of land, liisir door armbesturen, of philantropischo instellii g-n. Ook daar bij begon men echter van de zijie der be stuurders al spoedig oogen te hebben op het winstji', maar Je lornbardhouders waren Je concurrenten en Jaarioor bleef Jit eeiiigszins binnen grenzen. Iu 1G14 werd, Je tot Jien tij l verpachte, AmsterJamsche Bank met een dcii/jdeltjl; reglement on.Ier direkt beheer Jer staJ ge bracht en volgden de meeste onzer groote ttaJen dit f o.'de voorbeeld, Jaar de in richting al spoedig in bloei toenam. Sommige gteden behielden echter de ver)>uchtlinj onder bepaalde door de Stedelijke Regeering ge geven voorschriften. De geIJJuive', n.l. het winstbejig, bleef echter voortregeeren, uu niet Jirekt Joor Je handen van lombarJhouders en Joden, maar Joor besturen, corporatiën, beheerders of commis arissen, die het wim-tje bezigden voor allerlei doeleinden 1). Veelal vloeide het in Je StaJskas, hoewel men toch had kunnen begrijpen, Je raam van ilont-JeJ'iéiéof berg vau barmhartigheid duidde Je philantropisehe strekking der instelling aan, Jat Jie to voülgevordorde renten eigendom waren van eii toekwamen aan de pand gevers en men Jo <r verlaging uer gevorderde rente daarin luJ te voorzien. Uio toestanl duurde voort tot nog niet lang geleden ; men kon vau het winstje n et los geraken, meri kon die zoogenaamde barmhartigheid maar niet omzetten in eerlijke en gelijke bejege ning vau den in geldnood zijnJen, hulp zoekenden pandgever. -Men bleef in al die inrichtingen Jen woeker uitoefenen. .Naar aanlci iing van het Rapport eeuer door Koning Wiliem l benoemJe eominisWat, wit l Xee maar, kijke jullie es... ze hei 'n poppeij-'. . . Mal kin l! waar binne z'n beene dan en z'n kop ... en zit d'r wat in?1' ging zij verder, opeens in den lap kcij oeml. Door de ruwe beweging hield tiet kind het lapje in Je hand, terftijl Auneïje met het houtje op den schoot bleef zitten. ,.lk heb de pop... ik heb de pop!''juichte Keetje, bard wexloopenl en plagen l het vod boven baar tioofl '.waaiend. D.i's gt meen, wil je 'm hier g<-,ve !" liep To<i-j.e uit, haar achterna loopend. Hvj is van mijn, hoor, je mot 'm hier geve." li.üten a iem liep zij het kind achterna, Jat ouder en vlugger Jan zij, haar telkens oi: t week, en Jat in een groote boclit terugkeeren l den lap in Auneljes echoot -wierp. Ze spele poppetje met 'n lappie," smaalde Krisje nu ook. ..Toch rnost ze 'm teruggeve, lekker," tergde Too-je, haar puntig tongele uitstekend. Je hè>t geen eens 'n pop," sarde Keeije, ik wed dat je d'r nog nooit een gehad hebt. Ik krijg d'r van avend een. M'n groote zus hèc 't me verteld... En jullie kiijüt rsiks. .. Weetje wat moeder zegt ... ze zegt dat jullie te arm bent om an Sinterklaas te denke.'1 Wel es, wel es" protesteerde Too-je, we krijge wel. We hebbe verlede jaar ook gekrege .. ." Wat dan?" Toen hebbe we boezelaars gehad." Boezelaars," smaalde de ouwelijke Keetje. Nou, net of je die anders niet hadt ge krege. .. Maar as je krijgt mot je speelgoed hebba, of lekkers, wat jou?" richtte zij zich tot de beide andere mti-'jes. .Ia, want wij hebbe bauketletters gehad en chocolaletters, en ikke 'n springtouw en 'n liunekast, en Krissie 'n haakdoos en kraaltjes." Weet je welleke pop of ik krijg... de groote, die in de winkel op de hoek te koop is ... Enne z'u orge kenne dicht en hij kan u.tgekleed worre." Is 't 'n b'auwe? ' Xee, 'n rooie met blauwe strikke.' Uie heb ik ook gezien. Staat ie niet achter 'n trern." Ja, nou die krijg ik van avend. .. En weet je wat d'r in die winkel ook te zien is ? Zóó 'n groote pop." beweerde Keetje, met haar hand tot ver boven haar hoofd reikend. Hr zoo 'n groote ? ' (jane jullie eüe mee op de hoek, dan gane we 'm zien." Ga je ook mee, Toossie?" vroeg Kiisje. Xee, ik mag niet" mompelde Annetje'szusje. sie heiast met het onderzoek naar den waren Staat der armen" verscheen het Kon. besluit van 31 Oct. 1826 No. 132 luidende in aanhef: dat de ondervinding de noodzakelijkheid heeft aangetooni om, althans in den tegenwoordigen staat Jer maatschappij openbare instellingen te houden, die bepaaldelijk gemachtigd zijnde, om gelden op onJerpand voor te schieten,Jaar iooreenhulumiJdelaanbieden in dringende benoodigJheJen en de beleeners voor den woeker beveiligen." Dit Kon. besluit, regelenJe de Banken van leening, dat veel goeds bevatte, wat de grondbeginselen der zaak betrof, heeft men verzuimd volgens besluit van den Sou v. vorst van 18 Dec. 1-13, af te kondigen in het Staatsblad; en het mist, volgens een arrest van den Hoogen raad van 5 Dec. 1848 (Je grondwet dateert van 14 Oct. te voren) rechtskracht. Dit arrest betrof namelijk het houden van een pandjeshuis zonder ver gunning. Later stuitte men, bij vervolgingen van dezen aard, steeJs in hoogere instantie op dit arrest. Toen de invoering der nieuwe burgerlijke wetgeving plaats haJ en Jaavbij den lÜen titel van hot 2e boek en Je 143 titel van het ,'!e boek Je leer vau het paial vaststelde, ging Jit gepaard met uitzondering voor Je Banken van leening, welke op openbaar gezag waren gevestigJ. De zonder machtiging of vergunning be staande lombardei (panJjesbuisen) waren in strijj met art. 411 van het CoJe Péual, Jat zegt: Ceux qui auront tabli ou tenu des ?naisons de pret sur gages ou nantissement, .,sans autorisation legale, etc." Art. 49 van het Kou. besluit vau 31 Oct. 1820 zejit: Onze Procureurs Generaal eu Procureurs bij de Hoven en Rechtbanken en allo Officieren van Justitie en Politie, wie het aangaat, zijn bepaalJelijk gelast om strengelijk te waken tegen elk en een iegelijk, .JieonbevoegJ belesningen op pauJ dot t, enz. De overtreders zullen worden betrokken voor de bevoegde recht'janken en aldaar worden gevonnist!, enz." Maar het was ter zake JestijJs al het zelfde als nu, vele persoonlijke belangen waren Jirekt of' indirekt in 't spel en de talrijk bestaanJe gelegenheden, waav >f>n op pan J voorschot j. af, waren door ee' Ko '. besluit, zoo maar niei in eens te amovuercii. X)olang echter de onregelmatigheid van het niet afkondigen niet ontJekt was, kon men echter optreden. Van 1826 tot 1848 namelijk waren tal van Koninklijke be sluiten uitgevaarJigd betreffende nadere regeling van Jat van 31 October en Jie n.b. wél in het Staatubl. waren afgekondigd, Daar Joor had len sedert het in werking treJen van Je wet van 182(J een groot aantal pamijeshuizen opgehouJen to bestaan. In 1853 bestonden nog 97 banken van leening, waarvan 33 direct beheerd Joor Je ge meenten en 64 verpacht of geconcessioneenl, alle met rijksgoeJkt'uring en onder toe zicht van het gemeentebe=tuur staande. De meeste gemeenten van eenige beteaker:is hadden alJus rene instelling en de gemeentebesturen hielJen zich aan Je be palingen van het Koninklijk be>luit, ook bij het vaststellen der reglementen en het vragen van goedkeuring Jer Rijksregeering daarbij en bij wijzigingen. J)e nieuwere sociale begrippen begonnen echter veld te winnen. Door Jen 5en titel van het 11 Ie bosk van het Burg. Wetboek, van koop en verkoop, waarin art. 1503 o.a. vergoeding bepaalt, van de rechtmatige kosten op en ter ?,ake van Jen koop en Je levering gevallen, mitsgaJers Je nood?'akelijke kosten \an reparatii'n en J;P, waardoor het verkochte goeJ in waarde vermeerderd is, ten beliope van deze vermeerdering,'1 was een terrein ter exploi tatie geopend, waarvan Je particuliere industrie gretig en met succes gebruik maakte. De huizen eau koop met ncltt can icederinkof}}), niets anders zijnJe Jan vermoimle | andjeshuizen, ontttonden en men liet oogluikend toe wat toch niet met succes vervolgbaar was. Er bleef niettemin ten Haar moeder had haar verholen de straat te verlaten, maar toch weifelde zij en wilde gaarne de poppen gaan zien. lic, wat ben jij 'n naar kind. Is dat nou zoo erg. tft'e op de hoek . . . NJU, dan ga j j maar niet mee; mijn ook 'n zorg" biute Keetje. Xa een aarzelenden blik om zich heen te hebben ge^oip'n, en even snel naar Lun vensti rs !e hebben opgekeken, om te zien ('f haar niofder soms uit het raam zag, nam zij l a.ir klein zusje bij de hani en volgde de andere kinderen. Jti mot me £OjJ vasthouc, hoor, en niet los'ate . . ." Met Je rechterhind omklemde zij vast bet vuisije van Aunetje, d'e op een tiippelpi>je naast haar draafde, terwijl tij iu den linktrarin het weer omwikkelde houtje ah een poppetje vasthield. Een oogenblik, toen zij dwars Joor de menigte iu de winkelstraat moesten loopm om aan de overzijde den winkel te bereiken, werd ze bang en keek angstig links en rechts of er geen karren of rijtuigen aankwamen. Krit-je had het vrije handje van Anneija gegrepen en hielp de kleine door de drukte heen. Toen stonden ze in den blau «gen schijn van het electrisch licht, dat vaal en schel in bet weifelend daglicht gloeide. Zie je, dat is 'm" zeile Keetje, naar een in rose gekleede pop wijzend, die krijg ik nou ... zie je datte z'n ooge dicht kenne . .." En kijk daar is, die licnekast" merkte Marietje op 7-oo een heb ik verledejaar ook genad. Maar de mijne was veel grooten En dan heb ik neg 'n spring ouw pehad, maar dat is gauw snik gegaan... Maar 'n kast is wat aanlig, daar kan je alles in beware : lappie*, tn 'n vingerhoed en 'n klossie en alles." Z tijgend keek Toosje naar de overvolle etalage, waar in bonte kleurei mengeling ver schillend speelgoed uitgesta'd lag. Zj begreep niet hoe 't kwam, dat di-j andere kinderen reeds zooveel gehad had Jer, terwijl zij bijna op niets wijzen kon Hoe zou 't toch komen, dat zij bijna nooit i 'ts kreeg. Moeder had toch geld, dus kon ze toch ook speelgoed voor hen koopen. Maar als zij thuis speelden was't met ouwe sleutels of met de stoven, of met kleine lappies, doch nooit met echt speelgoed. Krijg jij die pop, die rooie ?" vroeg ze, met rijdig stenmetje. Xee, die daar naast staat, .. Zie je die

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl