Historisch Archief 1877-1940
DE jAMSTERDA M MER W K E K BLAD VOOR 'N E D E R LA N D.
No. 1ÖCO
eenige wrijving van gevoelen ontstaan
tusschen Land en Volk en diens geest
verwant Treub, lid der Oommissie. Het
rrijz. dem. dagblad acht deze
'Kuyperuitingen gevaarlijk, daar de
militantentilitaire-entente-marj, weldra kan komen
te staan aan het hoofd van een Kabinet;
en ook, wijl de aatirevolutionaire leden
der commissie den toeleg van hun partij
leider .met geen enkel woord hebben
afgekeurd. De heer Treub gelooft
echtBr, dat de geniale grijsaard" in deze
alleen staat met zijn liefde voor het
avontuurlijke, en dat de commissie juist
een d uu zal opwerpen tegen dit poli
tiek ea militair gestreef.
In welke be'rekking Kuyper tot de
Waalsche agitatie staat, is niet geheel
bekend. Wel hei f c men steeds zijn naam
daarmede in verband gebracht, meer
misschien op grond van zijn hofbezoeken
en zijn onderhoud met ministers, dan
'uit kracht van bepaulie feitelijke ge
gevens. Ziju grootdoenerij in 't
buiten'land, zijn. streven om uit te blinken ook
in e^n grootere politiek dan de
binnenlindsche, dedea allicht iets vermoeden.
Toch troffen ons in de VI. Guz. van
19 Nov. bij vermelding van Woeste's
meening, dat de beide Roaeeringen zich
met elkander in betrekking moesten
stellen, de woorden : Alle wegen leiden
naar Rome, maar de kortste toch is
'tusschen de Wetstraat te Brussel en het
Binnenhof te VGravenhage. Minister
Dr. Kuyper ontzag zich de moeite niet
den sneltrein te nemen, om met de
be1 langhebbendo Belgische Ministers te
kunnen onderhandelen".
En wie zal zeggen hoe dikwijls Kuyper
dien sneltrein heeft gepakt!
Ook was het, meenen wij, de
antirevolutionair Asch van Wijck, die de
entente met Belgiëin de Kamer ter sprake
'bracht, en vindt men den
antirevolutionairen Minister De Marez Oyens in een
''Belgisch tijdschrift als woordvoerder,
over Baie's troetelkind en Baernaerts
zooveelste leveusMé.ial, o.a. het. Fmnscli als
taal voor de discussier aanbevelend. Een
denkbeeld, waaraan deze Nederlandsche
oud-minister getrouw is gebleven, wair
'hij evenals Re^out het op de
openingszitting oorbaar heeft geoordeeld,
als behoorende tot dilOmillioen
Neder'landers tegenover de 3 millioen Walen,
" een lange fransche redevoering uit te
'spreken.
Doch welke de sympathieën van deze
hoeren ook mogen zijn, wij eeloiven,
lettende op de houding van Talma en
Heemskerk, niet, dat Kuyper's
onafankelijkheids-theorie als een
partijdogrna moet worden beschouwd. Het is
niet aan te nemen, dat men zal
voorbij;zien, hoe wij iets beters te doen hebben,
. dan ten bf lieve van Frankrijk m Enge
land, en om Bdyië, dat onze militaire
hulp zoo brondnoodig heeft, ons land tot
het slagveld van drie groote mogendheden
' te makei met opoffering bovendien van
vele inülioenen en duizende
menschenlevens.
Zeker, wij zij a geen optimisten. Van
niets zijn wij va«ter overtuigd, dan dat
eenmaal, in den loop der eeuwen, maar
wie zal zeggen wanneer? Duitschland,
de baan vrij ziende, ons zijn wet zal
komen voorschrijven. Wij hebben het
meer gezegd: De werking van natuur
wetten breidelt of breekt men niet. En
wat is stelliger natuurwet, dan het
heerschen van het eigenbelang in de po
litiek ? Welk verstandig mensch hecht
ii1 'Ion.
MICROKOSMOS
DOOR
J. VAX DIJK.
...Tullie kunt wel 'n uur beneëblij ve, hoor.
Ik zal vel rospe, a? ik jullie hebbe kan!"
Met een harden slag, die het houten beschot
deel trillen, werd de deur achter de kinderen
dichtgeslagen, die tastend op het donkere
poitaal naar de trapleuning zochten,
Hèjij t lappie, Toossie?" vroeg het
kleinste meisje, dat met beide handen de
leuning vattend, dwars de trap afliep, terwg'l
zij telkens de voetjes naast elkaar op dezelfde
trede bracht.
L'jid etommeldan hun schoentjes op da
uitgesleten treden.
Zeg, weet je dat d'r 'n gat in de trap is,"
geide Toosje.
Piet van beneëhét'r vanmiddag zukke
stukke met z'n hak uitgetrapt. Pas maar op
dat je d'r niet invalt'"
Ik ben d'r al voorbij... wat aardig hè,
zoo'n gat.. . Maar je kan niet zien wat d'r
onder is. 't Is d'r heelemaal zwart."
Aan het einde der trap gaapte de opening
der deurpDsten, zonder deur, vanwaar een
.breed houten trapje naar de straat voerde.
Een klein beekje van vuil gootwater liep
?er onder door, OM zich uit te storten in een
.putje eenige huizen verder.
Op de onderste trede van het trapje gingen
de kinderen dtten. De oudste, een meisje van
zes jaar, meende een beetje moelertje over
haar twee jaar jonger zusje te moeten spelen;
.'ea haar het verschoten boezelaartje
terecht'trekkend, zeide zij vermanend :
-. Nou weet je 't, hoor, je mag niet vanzelf
?wezloope, je mot hier blijve zittel"
, Wat gane me nou doen ?" vroeg Annetje,
het jongste der beide kinderen.
' Besluiteloos zag Too^je het verlaten straatje
n. Links rijden zich de oude,
zwart-doorge'rookte huizen onregelmatig aaneen: was het
.een voorui.springen van bouten of steenen
?stoépjes, of .een terugwijken van gapende
JMldertjes met moeilijk te betreden steenen
?irapjep. Aan het eind, lag 4e, eenzame, ver
laten gracht, waar zij.nu en dan een voorbij
ganger zag passeeren.
Doch naar rechts was er beweging; daar
liep net-straatje uit op de drukke winkelbuurt,
iets aan de quasi-gevoelsuitingen van
reizende vorsten? Is niet op ditzelfde
oogenblik, na Wilhelm's en Eluard's
omhelzingen, ten gevolge van
Duitschland's vlootwet, het wantrouwen
grooter dan ooit? Maar al ware dit geens
zins het geval, groote mogendheden
die vredelievend blijven, als zij hun slag
kunnen slaan, zijn niet minder zeldzaam
dan zoetwater-walvisschen, en is eens
de dag daar, dat Duitschland ons /onder
te groote schade kan nemen wat helpt
Belgiëons dan ?
Wij hebbsn herhaaldelijk betoogd : laat
ons, Nederlanders, geen deel nemen aan
een Waalsche beweging, van zoo ver
dachte politieke oorsprong en doel!
Wacht, indien gij dan toch economisch
wilt werken, den tijd af, en kiest later
een commissie, die van Xedpr'and uit
gaat; maar veel liever nog: wijdt u aan
de belangen vin den AWcr/w/*<7<0nst:im,
aan 'het recht van de Xaderlandsohe t-ial
in het verdrukt Vlamenland. D.iar ligt
voor ons volk een overwinning te be
halen.
Men heeft het niet gewild. Men kon
reeds niet meer men was al commissie
in den dop.
En nu: Hoe eer gij, Xederlandsche
heeren, haar ontbindt, hoe veiliger ge zult
wezen. Haar naam is onmogelijk schoon
te wasschen, hoe zniver mr bedoelingen
mogen zijn. Heel de wereld weet al
lang, dat Belgiëeconomis 'h" met u wil
vrijen om u militair" te huwen; dat al
die lieve verwantschap eenvoudig
lokkebrood is. Ea hoe gij u ook weert, gij
maakt reclani" voor het Wuulwli idee.
Grij speelt in Kuyper's kaart. Als de ver
schalkte visch. die terujjzweint, zit gij aan
Baie's en Hennebicq's lijn. Het leef c na
tuurlijk van nentenle"\ van toenadering",
gij hoort niets anders, en de buiten
wereld ook eti als er nu genoeg van
dat valsch gedruisch is, zoodat het met
een schijn van fatsoen gebeuren kan,
komt er van Frankrijk en Engeland,
langs de donkerste aller diplomatieke
wegen, een raad voor de Kegeering, een
druk, als 't ten slotte noodig blijkt, zelfs
een diraiiy. En op wel^e Regeering? (lij
kunt dat niet voorzien.. ..
O, Xederlandsche Commissie, bedenk
toch wat gij doet. Wij g'looven gaarne,
dat gij een dam wilt op .verpen maar,
in den dienst der W MI Mie, RKOL.VMK,
trots uw dam... verhoogt gij volkomen
machteloos ? het groot gevaar.
D. K.
Gemeentebelangen.
Hoe werken we
ons los.-'
I.
Niets schijnt zoo weinig nabij; niets is
toch zoo dringend noo.iij, als dj invoering
van een nieuwe Ge.ni"i'iit,Kiret.
Met Thorbecke's meesterstuk" gaat het
niet langer. Met is niet berekend op de
behoeften van on Fe groote gemeenten : het
stelt ons voor allerlei praetische moeilijk
heden, die niet op te lossen zijn mot respect
voor haar bedoelingen.
Ik he'o er op gewezen dat het college van
B, en W. geen college meer zijn kan. En nog
sterker kan men betoogen dat in groote ge
meenten de positie van een burgemeester
te veel wordt voor een man.
Hoofd te zijn van da politie, uitvoerder
van allerlei rijkswetten, en dit tegelijk met:
voorzitter van het college van wethoulers,
voorzitter van Jen gemeenteraad, en dan als
zoodanig tot tank te hebben zich i u alle
détails van 't gemeente :eheer in te werken,
is een veel te zware last. Kr moet zooveel
en za^ zij een stroom vau measchen, die links
en rechts den weg overstaken. Met vaal, valsch
licht brandde ean electrische bol voor een
winkelraam op den hoek, en was als een
stralende zon in het nog heldere daglieh'.
Wat gane me nou doen ?" JrensJa de
kleine, die gehoorzaam op het trapje oleef
zitten, waarroor oo>je nu beou en weer liep.
Daar, jij mag 't lapp-e oewaie... maar
niat weg make, hoor! zeide zij, haar het ver
scheurde vol overgevend, dat het kind gretig
aannitn en netjes op hair knie glad streek.
Laiig'.aain kwam een hoirje aandrijven in
het waterstroom; je onder het traj'j^. Nu eens
vasthakend aan een uitstekenden steen, <ian
zich weer voortbewegen:! met het water, werd
het opeens door het oudste mei-je bemerkt.
Wacht, ik weet wat." riep zij, en naar het
puije loopend, viechte zij uit het zwarie water
hei houtje op, dat zij stevig met haar boeze
laar afdroogde.
Geef mij nou 't lappie, dan zal ik d'r 'n
pop van make "
Gedwee gaf Annetje hst vod terug, waarin
Toosje het houtje U-g Ie, dat zij na het stevig
omwikkeld te hebben, haar zu-ije in den
schoot legde.
Zie zoo, nou mot jij 'm in slaap make."
Met liefkoozend gebaar nam het meisje
de geïmiteerde pop in haar arm, liet die
zachtjes he<n en weer schommelen en begon
op eentonigen deun een liedje ta zingen.
See, je houdt 'm uiet goed" meende
?Toosje. Kijk, zoo mot j-) 'm houe, zóó tege
je an, anders gaat is niet slapp."
Z'n beene gaue los," klaagde Annetje, doe
lend op de ineen gefrommelde einden van
den lap, die uit elkaar hingen.
Xou, maar je bent ook niet wijs, om 'm
zoo stijf vast te houë. Kijk, zóó mot je doen..."
En het bekleede hou'je in den arm ne
mend, liep Toosje langs liet trapje heen en
weer, waarbij zij haar armpjes steeds op en
neer bewoog.
Zie je nou wel, bij mijn gaat ie niet
los... dat komt omdat j j 't niet kent...
Nou jij weer."
Onhandig zat de kleine met de pop in
den arm.
Opeens klaterde de stille steeg, waar slechts
weinige voorbijgangers langs kwamen, van
hooge, schelle kinderstemmen, en kwamen
uit den dichten menschenstroom zich los
makend een drietal kinderen het stille zij
straatje in, elkander achtervolgend.
Ik ben d'r 't eerste geweest, Merietje 't
laatst," schreeuwde een meisje, met een hoog
schort voor, waarboven een b eek, ouwelijk
beredeneerd, zooveel vergaderd, zooveel
bestudeerJ ea eindelijk zooveel geteekend
worden, en het vacantie-nemen i-i, doordat
de burgemeester allerlei dingen alleen
beheeren en beslissen moet, wegens de moei
lijkheid Jer vervanging, zoo lastig, dat het
of leidt tot overwerken en prikkelbaarheid,
of tot het verwaarloozen van de hoogere
gemeentebelangen.
Vraagt men nu waarom de Burgemeester
eigenlijk allén hoofd der politie moet zijn,
en deze onttrokken aan het
medezeggei:schap van het geheela college en van den
Raad; waaron, in strijd met 't geen overal
elders gebeurt, in ons lan l de Burgemeester
niet mag zijn de gekozene van da Burgerij;
waarom juist hij den K lad moet voorzitten;
waarom allerlei de'ails van (J-jnnentemeneer
bij den Raad in pluno moeten worden aan
gebracht, dan kan men, behalve
historisch]) tlitieke overwegingen, toch eigenlijk vooral
alieeu als verklaring geven, dat de wetgever
van 1851 natuurlijk -Ie uitbreiding van het
Gemeentewezen niet heet'c kunnen voorzien.
Maar die is nu gekomen, en he^ft tot ge
volg gehad, d.xt we m ?!, o:is geheelo
Gemeentewezen in een alleronbevre
lig^ndstea toestand ziju geraakt, waaruit alUon
een volkomen omwcrking ons kan redden
op den grondslag van art. 113 der Grond
wet ri(an het hnofil der Gemeente, stunt c<-n
Kaad"; een beginsel in de Gemeentewet
gedeeltelijk verzaakt door de instelling van
het College van Dagelijksch Bestuur met
allet-n ndciseerende Cjinmissies van Bij-tand.
Als de R ia J aan het hoof l staat, is het alleen
logisch dat ook uit dien Raad het uitvoe
rend gezag opgroe t: er raadscommissies zijn
die beheeren; hun voorzitter kieze,i, terwijl
dan de voorzitters dezer Cjinmissie^, om
eenheid in het bestuur der onderdnelen te
brengen, te zatnen het Bestuur dor Gemeente
zou len vormen, onder leiding van een hun
ner, daartoe door den Raad aangewezen,
en wiens benoeming nnn desnojJs door
Gjdeputeerden of' de Kroon zou kun;,en
doen bekrachtigen of weigeren. Deze opbouw
van het Gemeentebestuur /al stell/g bevre
digender werken dan het halfslachtige stel
sel van heden, waarbij de door den Raad
benoemde Wethouders staan onder luiding
van een niet door den Raad benoemden
voorzitter en met de?.en weer een soort
van college vormen boren den Raad. Hij
is ook nooJig, omdat de instelling van een
plaatsvervangend burgemeester, als men iu
Duitst'hland kent, onmogelijk is, zoolang
men vasthoudt eau het denkbeeld der be
noeming van deri Burgeineest'T door de
Regeerin?. Immers zou dan 6f de tweede
burgemeester door den Raad gekozen moe
ten worden, 't geen tot een onzuiveren
toestand moest leiden ; of' we kregen liree
rijksambtenaren boven den Raad, hetgeen
deze niet licht zou dulden. Kn deze her
vorming is bovendien niet zóó
revolutionnair als ze wel lijken mag, omdat in ver
schillende Gemeenten ook nu al de bestaan Ie
wet zooveel mogelijk in dien zin wordt
toegepast, en aan de Rialscoui'niss u /.óó
groote boteekenis in bet bestuur der Ge
meente wordt toegökeiui, dat zij het zijn die
dedingen voorbereiden onder leiding va-i hun
voor/itter en niét de wethouder alleen, om
dar, als alles bedisseld i^, Je zaak in de
(lommissie van Bijstand te brengen. Toen
ik een paar Jagen geleden een discussie in
den R'ittenlamschen Raad bijwoonde over
de instelling van een grondbedrijf,
wuarover een zelf-tanjig praeadvics van de
Commissie van Financiüi was verschenen,
trof me dat in die discussie niat gesproken
werd van den \\'ef1i(iu'le,- nvi l-'i,ii<nicii:,t,
maar van den \ro/ir:itti-r ili-r d,/innigste,
ion liijxliinil. Wel het diii-lehjk.-t bewijs,
hoe iicli in Rotterdam, onder de bestaande
wet, een toestand heeft kuuneu ontwikkelen,
die onjfüiüch al ze> r dicht bij het hierboven
aangegeven (lex/<l<r<itt<ii< komt, en dat een
verder oot.vikkelen van dit beginsel in
Je wet meer in overeenstemming is met
01126 Nederlairlsche opvattingen, Jan het
van andere zij Ie nogal aangeprezen
Lhiitsche bestiiursstelsel, waarbij feitelijk Je
gezichtje uitkeek met scherpe, vinnige
trekken.
Och, loop meid ... j i, da's geen kunst'1
stemde Marietje op eeas toa as je mijn
tege houdt... ja, ji je hebt me toen we
overliepen an m'n boezelaar getroikt-."
Ook jongens, die van school kwamen, lie
pen vechtend en stoeiend het straatje iu, het
vuiltnd met bun luide kinderstemmen.
Instinctmatig hal Tjosje zich naast haar
zusje op het stoepje gezet, en sloeg, als moest
?.;j haar beschermen,denaren om Anno.ij n's hals.
Dat warea Marietje en Krissie van de overzij,
on dat nare kind van iien melkboer, dacht
zij, en bleef strak op haar speelgoed kijken,
hopenJe dat de kinderen haar dau ongemoeid
voorbij zouden gaan.
O, Jaar hèje Toossie,' hoorde zij roepen,
kijk es, wat we gekre^e hebbe voor Sin
terklaas. .."
Een lichte schok kreeg Let schuwe kind
toen zij haar naam hoorde, ea de meisjes op
zich ?,ag toekomen.
Kijk, dat heb ik gekrege," zeide Kee'je
van den me'.kboer, haar een doo-je toonend,
waarin een miniatuur eetserriesje gebor
gen was.
En ikke dat... vin j' 't niet mo.i?''
vroe^ Marietje, die een blikken i jrnuisje liet
zien. Zie je, nou gane we huishoudinkie
spele. Ikke kan koke, en zij hét 'n servittsie...
7ij hét maar 'n prenteboek gekrege," ver
telde zij verder, terwijl er iets smalends iu
haar stem kwam, toen zij van het geschenk
van haar jonger zu je sprak.
Maar 't is 'n mooi prenteboek" ver
dedigde Krisje zic!i. 't Is niet van papier,
hoor; nee. je kan 'c niei s:uk krijgp.. . \V~at
krijg jij voor Smteiklaas ?"
IS weet 't cog niet," antwoordde Toosje
bedeesd, die zich niet op baar gemak voelde
met de iets oudere m;'i.-jes, die al school
gingen. Eu ofschoon zij wist dat ze niets
krijgen zou dj hoorde immers nu pas Jat
't gauw Sinterklaas zou zijn was er toch
iets in haar dat haar zeide het die mei-j e j
niet te vertellen.
Met haar groote, lichtblauwe oogen bleef
Annetje de kinderen aandec. K ?en, toen haar
het speelgoed getoond werd, bad zij vluchtig
een grjjpgebaartje gemaakf. doch had dadelijk
haar handje weer bedeesd teruggetrokken.
We spele poppetje, ' zeide zij opeens, en
ik mag 'm in slaap make.''
Waar ia je pop dan ?" vroeg Kee'je van
den melkboer.
Daar," zeide Annetje naïef, het bekleede
houtje toonend.
Raad tot een zeer ondergeschikt lichaam
wordt. En wie de afdoening der zaken te
Rotterdam vergelijkt met die te Amster
dam zal moeten erkennen, dat de oerste n
vlotter n degelijker is, gevolg ervan
dat de Raad weet welk aandael /ijn eigen
commissie van Verlrauensmamnr aan de
voorbereiding gehad heeft, en dat voor Je
raa isleden niets zoo schoolt en tot een rijp
oordeel in staat stelt als het meemaken der
voorbereiding van belangrijke vom'Jiactiten
met al de bijzonderheden en overwegingen
Jie daarbij te pas komen.
L. SIMONS.
De Pandbeleeaing.
Il (Vcn-olij).
.')'. Monopolie van be.lee/iimj oj> pand door
den Staat of de Gemeente in banken van
li'i'irimj bestaat in allo landen van het
Kuropeesch vastlanJ, echter niet op
Jezelfde beginselen gebaseer i en nog veel
minder in toepassing gebracht. Wij willen
in 't kort me.leaeelen, hède nu gevestigde
zior.sv. vUe ten Jeze is ont.-taan.
Reeds het concilie vau Latrau (1512 tot
1517), Jen woeker bij Ju panJbeleening
wil1 urnie tegengaan, verbood elke rentehvlting.
Paus L'io X wijzigde dit verboden bepaalde,
bij Jecreet, Jat slechts zooveel rente mocht
geheven worden als noo lig was om de nood
zakelijke kosten van op^et, enz. te Je'iken.
Rome zag toen de eerste Bank vau leeoing
binnen hare murer, (1531)) die als model
diende voor vele an.lere en Jie in grooten bloei
kwam. Veel vroeger echter was de nood
zakelijkheid van het ouder openbaar gezag
brengen Jer paiidbe'eeriing ingezien.
In Icahëeu meer bizotider in I/HU bard ij e
ligt do bakermat Jer panjbeleentiia', Jer z.g.
Lombarden, die echter oorspronkelijk Joor
particulier-initiatief (winstbejag) waren
ontstaan en den woeker op gioote schaal
uitoefenJen Die Lombarder, veelal Joor
Italianen beheerd, verspreid len zich in de
12o eeuw over Kuropa iu concurrentie met
de Joden, Jio het winstgevend zaakje spoedig
hadden afgekeken. De al'zetterijen en be
nadering Jer pinden in Jeze inrichtingen
trokken gaandeweg meer en meer Je aan
dacht en zoodoende outstonJ uit philantropie,
het denkbeeld van noodzakelijk toezicht op
deze industrie, hier uitgeoefend Joor
regeerirg van sta i of land, liisir door armbesturen,
of philantropischo instellii g-n. Ook daar bij
begon men echter van de zijie der be
stuurders al spoedig oogen te hebben op
het winstji', maar Je lornbardhouders waren
Je concurrenten en Jaarioor bleef Jit
eeiiigszins binnen grenzen.
Iu 1G14 werd, Je tot Jien tij l verpachte,
AmsterJamsche Bank met een dcii/jdeltjl;
reglement on.Ier direkt beheer Jer staJ ge
bracht en volgden de meeste onzer groote
ttaJen dit f o.'de voorbeeld, Jaar de in
richting al spoedig in bloei toenam. Sommige
gteden behielden echter de ver)>uchtlinj onder
bepaalde door de Stedelijke Regeering ge
geven voorschriften.
De geIJJuive', n.l. het winstbejig, bleef
echter voortregeeren, uu niet Jirekt Joor
Je handen van lombarJhouders en Joden,
maar Joor besturen, corporatiën, beheerders
of commis arissen, die het wim-tje bezigden
voor allerlei doeleinden 1). Veelal vloeide
het in Je StaJskas, hoewel men toch had
kunnen begrijpen, Je raam van
ilont-JeJ'iéiéof berg vau barmhartigheid duidde Je
philantropisehe strekking der instelling aan,
Jat Jie to voülgevordorde renten eigendom
waren van eii toekwamen aan de pand
gevers en men Jo <r verlaging uer gevorderde
rente daarin luJ te voorzien. Uio toestanl
duurde voort tot nog niet lang geleden ; men
kon vau het winstje n et los geraken, meri
kon die zoogenaamde barmhartigheid maar
niet omzetten in eerlijke en gelijke bejege
ning vau den in geldnood zijnJen, hulp
zoekenden pandgever. -Men bleef in al
die inrichtingen Jen woeker uitoefenen.
.Naar aanlci iing van het Rapport eeuer
door Koning Wiliem l benoemJe
eominisWat, wit l Xee maar, kijke jullie es...
ze hei 'n poppeij-'. . . Mal kin l! waar binne
z'n beene dan en z'n kop ... en zit d'r wat
in?1' ging zij verder, opeens in den lap kcij oeml.
Door de ruwe beweging hield tiet kind het
lapje in Je hand, terftijl Auneïje met het
houtje op den schoot bleef zitten.
,.lk heb de pop... ik heb de pop!''juichte
Keetje, bard wexloopenl en plagen l het vod
boven baar tioofl '.waaiend.
D.i's gt meen, wil je 'm hier g<-,ve !" liep
To<i-j.e uit, haar achterna loopend. Hvj is
van mijn, hoor, je mot 'm hier geve."
li.üten a iem liep zij het kind achterna,
Jat ouder en vlugger Jan zij, haar telkens
oi: t week, en Jat in een groote boclit
terugkeeren l den lap in Auneljes echoot -wierp.
Ze spele poppetje met 'n lappie," smaalde
Krisje nu ook.
..Toch rnost ze 'm teruggeve, lekker,"
tergde Too-je, haar puntig tongele uitstekend.
Je hè>t geen eens 'n pop," sarde Keeije,
ik wed dat je d'r nog nooit een gehad hebt.
Ik krijg d'r van avend een. M'n groote zus
hèc 't me verteld... En jullie kiijüt rsiks. ..
Weetje wat moeder zegt ... ze zegt dat jullie
te arm bent om an Sinterklaas te denke.'1
Wel es, wel es" protesteerde Too-je, we
krijge wel. We hebbe verlede jaar ook
gekrege .. ."
Wat dan?"
Toen hebbe we boezelaars gehad."
Boezelaars," smaalde de ouwelijke Keetje.
Nou, net of je die anders niet hadt ge
krege. .. Maar as je krijgt mot je speelgoed
hebba, of lekkers, wat jou?" richtte zij zich
tot de beide andere mti-'jes.
.Ia, want wij hebbe bauketletters gehad
en chocolaletters, en ikke 'n springtouw
en 'n liunekast, en Krissie 'n haakdoos en
kraaltjes."
Weet je welleke pop of ik krijg... de
groote, die in de winkel op de hoek te koop
is ... Enne z'u orge kenne dicht en hij kan
u.tgekleed worre."
Is 't 'n b'auwe? '
Xee, 'n rooie met blauwe strikke.'
Uie heb ik ook gezien. Staat ie niet
achter 'n trern."
Ja, nou die krijg ik van avend. .. En weet
je wat d'r in die winkel ook te zien is ? Zóó
'n groote pop." beweerde Keetje, met haar
hand tot ver boven haar hoofd reikend.
Hr zoo 'n groote ? '
(jane jullie eüe mee op de hoek, dan
gane we 'm zien."
Ga je ook mee, Toossie?" vroeg Kiisje.
Xee, ik mag niet" mompelde Annetje'szusje.
sie heiast met het onderzoek naar den
waren Staat der armen" verscheen het
Kon. besluit van 31 Oct. 1826 No. 132
luidende in aanhef: dat de ondervinding
de noodzakelijkheid heeft aangetooni om,
althans in den tegenwoordigen staat
Jer maatschappij openbare instellingen
te houden, die bepaaldelijk gemachtigd
zijnde, om gelden op onJerpand voor te
schieten,Jaar iooreenhulumiJdelaanbieden
in dringende benoodigJheJen en de
beleeners voor den woeker beveiligen."
Dit Kon. besluit, regelenJe de Banken
van leening, dat veel goeds bevatte, wat
de grondbeginselen der zaak betrof, heeft
men verzuimd volgens besluit van den
Sou v. vorst van 18 Dec. 1-13, af te kondigen
in het Staatsblad; en het mist, volgens een
arrest van den Hoogen raad van 5 Dec. 1848
(Je grondwet dateert van 14 Oct. te voren)
rechtskracht. Dit arrest betrof namelijk het
houden van een pandjeshuis zonder ver
gunning. Later stuitte men, bij vervolgingen
van dezen aard, steeJs in hoogere instantie
op dit arrest.
Toen de invoering der nieuwe burgerlijke
wetgeving plaats haJ en Jaavbij den lÜen
titel van hot 2e boek en Je 143 titel van
het ,'!e boek Je leer vau het paial vaststelde,
ging Jit gepaard met uitzondering voor Je
Banken van leening, welke op openbaar
gezag waren gevestigJ.
De zonder machtiging of vergunning be
staande lombardei (panJjesbuisen) waren in
strijj met art. 411 van het CoJe Péual, Jat
zegt: Ceux qui auront tabli ou tenu des
?naisons de pret sur gages ou nantissement,
.,sans autorisation legale, etc." Art. 49 van
het Kou. besluit vau 31 Oct. 1820 zejit:
Onze Procureurs Generaal eu Procureurs
bij de Hoven en Rechtbanken en allo
Officieren van Justitie en Politie, wie het
aangaat, zijn bepaalJelijk gelast om
strengelijk te waken tegen elk en een iegelijk,
.JieonbevoegJ belesningen op pauJ dot t, enz.
De overtreders zullen worden betrokken
voor de bevoegde recht'janken en aldaar
worden gevonnist!, enz."
Maar het was ter zake JestijJs al het
zelfde als nu, vele persoonlijke belangen
waren Jirekt of' indirekt in 't spel en de
talrijk bestaanJe gelegenheden, waav >f>n
op pan J voorschot j. af, waren door ee' Ko '.
besluit, zoo maar niei in eens te amovuercii.
X)olang echter de onregelmatigheid van
het niet afkondigen niet ontJekt was, kon
men echter optreden. Van 1826 tot 1848
namelijk waren tal van Koninklijke be
sluiten uitgevaarJigd betreffende nadere
regeling van Jat van 31 October en Jie n.b.
wél in het Staatubl. waren afgekondigd,
Daar Joor had len sedert het in werking
treJen van Je wet van 182(J een groot aantal
pamijeshuizen opgehouJen to bestaan. In
1853 bestonden nog 97 banken van leening,
waarvan 33 direct beheerd Joor Je ge
meenten en 64 verpacht of geconcessioneenl,
alle met rijksgoeJkt'uring en onder toe
zicht van het gemeentebe=tuur staande.
De meeste gemeenten van eenige
beteaker:is hadden alJus rene instelling en de
gemeentebesturen hielJen zich aan Je be
palingen van het Koninklijk be>luit, ook
bij het vaststellen der reglementen en het
vragen van goedkeuring Jer Rijksregeering
daarbij en bij wijzigingen.
J)e nieuwere sociale begrippen begonnen
echter veld te winnen. Door Jen 5en titel
van het 11 Ie bosk van het Burg. Wetboek,
van koop en verkoop, waarin art. 1503 o.a.
vergoeding bepaalt, van de rechtmatige
kosten op en ter ?,ake van Jen koop en
Je levering gevallen, mitsgaJers Je
nood?'akelijke kosten \an reparatii'n en J;P,
waardoor het verkochte goeJ in waarde
vermeerderd is, ten beliope van deze
vermeerdering,'1 was een terrein ter exploi
tatie geopend, waarvan Je particuliere
industrie gretig en met succes gebruik
maakte. De huizen eau koop met ncltt can
icederinkof}}), niets anders zijnJe Jan
vermoimle | andjeshuizen, ontttonden en men
liet oogluikend toe wat toch niet met succes
vervolgbaar was. Er bleef niettemin ten
Haar moeder had haar verholen de straat
te verlaten, maar toch weifelde zij en wilde
gaarne de poppen gaan zien.
lic, wat ben jij 'n naar kind. Is dat nou
zoo erg. tft'e op de hoek . . . NJU, dan ga j j
maar niet mee; mijn ook 'n zorg" biute
Keetje.
Xa een aarzelenden blik om zich heen te
hebben ge^oip'n, en even snel naar Lun
vensti rs !e hebben opgekeken, om te zien
('f haar niofder soms uit het raam zag, nam
zij l a.ir klein zusje bij de hani en volgde
de andere kinderen.
Jti mot me £OjJ vasthouc, hoor, en niet
los'ate . . ."
Met Je rechterhind omklemde zij vast bet
vuisije van Aunetje, d'e op een tiippelpi>je
naast haar draafde, terwijl tij iu den
linktrarin het weer omwikkelde houtje ah een
poppetje vasthield.
Een oogenblik, toen zij dwars Joor de
menigte iu de winkelstraat moesten loopm
om aan de overzijde den winkel te bereiken,
werd ze bang en keek angstig links en rechts
of er geen karren of rijtuigen aankwamen.
Krit-je had het vrije handje van Anneija
gegrepen en hielp de kleine door de drukte
heen.
Toen stonden ze in den blau «gen schijn
van het electrisch licht, dat vaal en schel
in bet weifelend daglicht gloeide.
Zie je, dat is 'm" zeile Keetje, naar
een in rose gekleede pop wijzend, die
krijg ik nou ... zie je datte z'n ooge dicht
kenne . .."
En kijk daar is, die licnekast" merkte
Marietje op 7-oo een heb ik verledejaar
ook genad. Maar de mijne was veel grooten
En dan heb ik neg 'n spring ouw pehad,
maar dat is gauw snik gegaan... Maar 'n
kast is wat aanlig, daar kan je alles in beware :
lappie*, tn 'n vingerhoed en 'n klossie en
alles."
Z tijgend keek Toosje naar de overvolle
etalage, waar in bonte kleurei mengeling ver
schillend speelgoed uitgesta'd lag.
Zj begreep niet hoe 't kwam, dat di-j
andere kinderen reeds zooveel gehad had Jer,
terwijl zij bijna op niets wijzen kon Hoe
zou 't toch komen, dat zij bijna nooit i 'ts
kreeg. Moeder had toch geld, dus kon ze
toch ook speelgoed voor hen koopen. Maar
als zij thuis speelden was't met ouwe sleutels
of met de stoven, of met kleine lappies, doch
nooit met echt speelgoed.
Krijg jij die pop, die rooie ?" vroeg ze,
met rijdig stenmetje.
Xee, die daar naast staat, .. Zie je die