Historisch Archief 1877-1940
A0: 19CB.
VOOR 1EDERMN
röd.a.ctLe va».
Dtt mnanu>r bevat e«n
. 3P1 X* W JJtiiSSr&ra-.
Uitgevers: VAN HOLKEMA ft WARENOOBF, Keizersgracht 333; Amsterdam*
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomst!» 00 wet van 28 Juni Li81 (staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, t'r. p. post f 1.65
Voor Indiöper jaar, bij vooruitbetaling n mail 10.
Afaonderujke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/»
Zonaag 5 Jarmari
Advertentiën van 1?5 regels / 1.25, elke regel meer. ......
Reclames per regel . . . 0.40
Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland werden uitsluitend aangenomen door de finn»
RUDOLK MOSSE te Keulen en door alle filiale» dezer firma. De prijs per regel is 40 Pftwig.
INHOUD,,, VAN VERRE EN VAN NABIJ: Onder
federlandsche vlag. Politiek gestem, door
?d. K. De Belgisch-Nederlandsche coni'
missie, door d. K. Reisbrieven van L.
van Deyssel. Mr. A. Polak, door mr. H
Louis Israëls. Bouwmeester op bet
Leid-èche Plein, door L. Simons. SOCIALE
A AIS GELEGEN HEDEN: Gemeentebelangen
(Inge/,), doOr J. H. Scheltema, met Naschrifl
van l,. Simons. FEUILLETON: Rioolfat
van George Grünenwald Kzn. KUNST EN
LETTEREN Heiligschennis?, door mr. J. J
Raaff, met Naschrift van Ant. Averkamp.
VOOR DAMES: Unfair. - Een gevaarlijk
boek, door Catharma Alberdingk Thym.
ALLERLEI, door Caprice. UIT DE NA
TUUR,' door E. Heimans. De
Vredes-conferentie en de karikatuur, II, doorGreve,
met af*). Peter Pan, door J. M. Barrie,
beoord. door W. Steenhoff, Jubileum
mevrouw Julia van Lier-Cnypers, door J.H.
B., met portret. I*aliaansche
reisindrukken, door mr. S. Muller Fzn. met af b., beoord.
door dr. H. Balkenstein. Een frisch boek,
-door Peter Rosegger, beoord. door P. H
Hngenholtz Jr. Het dure moederschap,
-door Augusta de Wit, beoord. door P. van
d. Meer. J. A. Tours, met portret, door P.
N. Jacobsen. FIN. EN OECON. KRONIEK.
door Alfcx. J. Hendrix en V. d. S. Dr.
Kuyper en de opiumvloek, door Martina
Harpertsdonhter. INGEZONDEN.
DAMETIBRIEK. SCHAAKSPEL. ADVER
TENTIËN.
Onder Nederl&ndsche vlag.
Zoo nu en dan klinkt in de pers een
echo na van wat er sehandelijks gebeurt in
onze Oost-Indische bezittingen. Men is
er aan gewoon geraakt, en ergert zich
even, zooals men zich wel eens ergert
aan een telkens terugfceerenden leugen
ofeen telkens terugkejerefl^t bedrog. Maar
eigenlijk heeft men de handen erbij in
den schoot gelegd. Wat zullen we er
«p zoo'n afstand zegt men, aan doen!
Wat we eraan doen zullen is: er
gedurig op wijzen, frappe? totijmirf;, erop
hameren tot het wat helpt.
Onlangs was het de Javalxxlc, die ver
telde, koeltjes-weg (men krijgt in Indi
vanzelf iets philosopbisch over zich) hoe
12 Javanen in het Samarangsche waren
opgehangen ... waren doodgemarteld, of
zou men het soms anders noemen? Een
doodstrijd van gemiddeld vijftien minu
ten"! Een beul, die op het koord ging
«taan om die moeilijk te wurgen rekels
als het kon niet langer dan 15 minuten
te doen paling-kronkelen in hun dood
strijd ! En dat in uitvoering van het
Nederlandsch Gezag!
JSau welijks heeft men dit vieze staaltje ge
lezen van 't geen in Indiëherhaaldelijk ge
beurt want de primitieve ophangerij
.ginds moet tot zulke tooneelen voeren
of een inzender in de N. Sott. C'rt.
vestigt onze aandacht op een correspon
dentie, oorspronkelijk van de
Sumatrabode, waarin wordt verhaald van in een
kooi van gewapende tralies opgesloten
vrouwen, die daar moeten zitten, totdat
hare echtgenooten en vaders de veel
te houge boeten, hun door een
Nederlandsch officier opgelegd, hebben betaald.
Zulke verhalen hoorde men tot nu toe
alleen van wie den CONGO kennen en zijne
schoone zeden.
De groote dagbladpers, die, openlijk of
in 't geheim, zoo geniet van de ontdek
king wie die Wekker" is, mocht liever
haar aandacht schenken aan wat in
Wekker's aanklacht tastbare waarheid
was, en aan al wat ons uit 't verre Oosten
haast dagelijks bereikt van gruwelen ge
daan onder de Nederlandsche vlag.
Politiek gestem.
De houding der vier
vrijzinnig-democr»t8n, die tegen de Oorlogsbegrooting
gestemd hebben, geeft enkelen redacteu
ren stof tot bespreking.
Het is allengs dermate tot de politieke
«eden gaan behooren, uitsluitend uit
politieke beweegredenen, anders gezegd:
politiek te stemmen, dat men geen woor
den vinden kan, om hen te
karakteri«eeren, die door het uitbrengen van hun
ste<n hun partij hebben benadeeld.
Zoo tracht de
Handelsblad-hoefijzercorrespondent volgendenvijs het dwaze
te oenaderen, dat z. i. de vier vrijz.
democratische heeren kenmerkt.
Resten, van links, de 4
vrijzinnig-democrtuische tegenstemmers (de heeren Ketelaar,
Van De venier, Treub en NoHinjj). Duze vier
Lt-eren zyn, in al het wonderlijke van dit
politieke sensatie-geval, het wonderlijkste va a
«Hen. Zij zijn politieke rariteiten, deze vier
radicale Heemskinderen, die, rijdend op een
onbekend beginsel als op een mysterieus ros
Bayard, in ietwat romaneske onversaagdheid
hun eigen ministerie berennen en het met
hun manhaftig tegen!" verribbekassen juist
op 't punt dat iedereen het zwakste weet.
Schoon men van zulke heroïeke snaken mis
schien zelfs zou mogen onderstellen dat het
hun er om te doen was, het Kabinet een
been te lichten onder de zinspreuk fait ce
que. dois. advienne guepourra (hetgeen vrijelijk
overgezet zijude, beteekent: Stem
anti-militaristiech en heb maling aan de gevolgen),
toch moet men ook van hen maar het minst
zonderlinge gelooven en dus aannemen dat
zij in aller Seelenruhe hebben tegengestemd,
denkend, dat er geen vuiltje aan de lucht was.
Waarom zy eigenlijk tegenstemden dat
mag Joost weten Deze vier politici hebben
het niet de pijne waard geacht om te zeggen
waarom zy, leden van een der beide
ministerieele groepen, meenden te moeten stemmen
tegen de begrooting van Oorlog. Zij
vrijbniterden er maar lustig op los. Vier vroolijke
jongens om mee uit visechen te gaan... zal
minister Van Rappard wel hebben gedacht.
O Ketelaar, Van Deventer, Treub en Nol.
ting, gij zy't een onsterfelijk kwartet!
In een gelukkig oogenblik had het
misschien nog geestiger en fijner kunnen
zijn gezegd.
Logischer zeker. Immers, indien men,
als deze schrijver, onderstelt, dat het
viertal dacht: er is geen vuiltje aan de
lucht" waarom zouden zij dan niet
hebben mogen tegenstemmen, of, na
alles wat er reeds gesproken en aan
gaande hun anti-militarisme bekend was,
eenvoudig hun stem hebben mogen uit
brengen, zonder deze nog te motiveerea ?
Het eenige wat de
Handelsbladcorre*pondent hun had kunnen verwijtea,
is, dat zij het vuiltje aan de lucht" niet
hadden gezien indien dan dat vuiltje
inderdaad voldoende waarneembaar ware
geweest; want voor iemand van zijn soort
staat het vast: men stemt niet als 't
kwaad kan voor de
pcwtytegen zijn eigen ministerie!
Intusschen heeft Land en Volk eenig
licht doen vallen op deze wonderlijksten
van allen", waardoor zy er iets minder
vrijbuitersachtig uitzien, en blijk geven
van z lo'n gewoon burgerlijke gesteldheid
te zijn, dat zelfs de Haitdekblad-aütour
het waarschijnlijk volstrekt niet gevaarlijk
zou achten met hen uit visschen te gaan.
Men vergete niet, zegt het Vrijz. Demo
cratisch blad, dat dezen stemmers de
bedenktijd bij seconden was toegemeten".
Een stem vóór was ten volle gerecht
vaardigd door den wensnh aan het mini
sterie een gevoeligen klap te besparen.
Een stem tegen was eenvoudig de uit
drukking van de meening, die al onze
partijgenooten omtrent het beleid van
den Minister van Oorlog koesterden. Wie
vóór stemde... werd uitsluitend geleid
door den wenscb, niet een spaak in het
wiel te steken, vooral nu eerlang ie
grondwetsherziening in behandeling stond
te komen."
Dat ontbreken van minuten het
«eh tevrelen moeten stellen met secon
den ziedaar de verklaring van het
geval, dat er voor- en tegenstemmers
onder de Vrijzinnig-Democraten waren.
En als men nu bedenkt, dat de stem
vóór ten volle gerechtvaardigd was met
het oog op de aanstaande grondwetsher
ziening, welnu, dan is het te begrijpen,
dat de heeren Vrijz. Democraten allen
vóór de begrooting, die zij verwerpelijk
achtten, zouden hebben gestemd, indien
hun maar de tijd ware gelaten om zich
behoorlijk te bezinnen!
Waarom dan nog kwaad gesproken
van dit viertal der Vrijzinnig-Democra
tische partij, dat volgens hun lijforgaan,
de stelling onderschrijft: in de politiek
stemt ge, indien ge dit voordeelig acht,
tegen eigen overtuiging: hier heerscht
de wet: het doel heiligt het middel?"
Wel verre van ontrouw te zijn geweeet
aan de politieke rechtzinnigheid door den
Handelsbla ^-correspondent voorgestaan,
waren zij misleiden, bij den neus
genomenen, in een hinderlaag gevallenen,
en in zulk een toestand onbarmhartiglijk
geplaatst voor de oplossing van een
alleringewikkeldst vraagstuk... in enkele
seconden!
Hier past medelijden; geenszins wrevel.
Doch nog van een andere zijde is aan
de geschiedenis der vier bij de stemming
over de Oorlogsbegrooting; de aandacht
gewijd. In de Nederlander lezen wij een
betoog, met de conclusie waarvan wij
ons geheel vereenigen.
Een gulden parlementaire regel schijnt
ons, dat ieder lid aldus moet stemmen als
hoopt dat ook alle andere leden stem
men zullen. Handelt men anders, dan stemt
men voor de tribune. Spreken voor de tribune
ia verkeerd, maar stemmen voor de tribune
is nog bedenkelijker.
Daarom zit in dit incident leering. De
vryzinnig-democraten schijnen nu en dan zóó
te stemmen, dat zij, als alle andere leden
óók aldus stemmen, zich ... niet verheugen,
maar zich ineen hinderlaag, gevallen achten!
Het woord hinderlaag" in dit verband is
niet van ons, maar staat nota bene in Land
en Volk. De heereo hadden besloten geza
menlijk tegen te stemmen, maar toen bleek
dat de rechterzijde hen daarin steunde, riepen
zij : o wee, wij zijn in een hinderlaag ge
vallen l Misschien hebben de socialisten, al
thans sommigen hunner, wel hetzelfde gedacht.
Het feit ?an Zaterdag legt daarom een
wondeplek bloot. De heeren veroorloven zich
bij defensiestemmingen Ie beau róle tegen
over hun antimilitaristisch publiek te ver
vullen, vertrouwende dat anderen wel voor
de afdoening van zaken zullen zorgen. Zij
rekenen er op overstemd te zullen worden.
Ook sommige Unie-liberalen hebben daar een
hand van. Eenige Unie-mannen, die altijd
tegen de vestingbewooting stemden, stem Ie a
onlangs vóór het fonds-ontwerp, omdat dit
gevaar liep, maar stemden nie'temin Zaterdag
weder trouw tegen de vectingbegrooting (d.
w. z. vóór het destructief
amendementLimburg). daar da ministerieele overwinning
hier ?an te voren vaststond
Wanneer bij iedere stemming in de Kamer
elk lid zyn stem aldus uhbracht, dat zjj in
overeenstemming is niet wat hij omtrent den
afloop der .stemmingen in 's lands be'ane
wenscht, en dat is toch wel een eisch van
de meest gewone moraliteit, daar in het
tegenovergesteld geval de uitgebrachte sten
feitelijk een onwaarheid is, dan zou van
een overrompeling', als waarover nu ge
klaagd wordt, geen sprake kunnen zijn."
Zeker l»gt het feit van Zaterdag een
wondeplek bloot. Er zit leering in dit
incident.
De vraag of politieke stemmingen
geoorloofd zijn, mag waarlijk niet slechts
aan ne groep worden gesteld. Maar
dat de stemming over zaken, steeds meer
een over partij belangen is geworden, en
men door partijbelaDgeo zich tot onzui
verheid in het uitspreken van zijn mee
ning, ook door zijn stemmen, laat leiden,
ziedaar een feit, dat rechtstreeks het
wezen der politiek raakt, en vooral over
hare moreele werking beslist.
Het doet ons genoegen ton slotte ook
nog op de hoofd-redactie van het
Handelsblad te moge wijzen, welke,
vierkant tegenovergesteld aan
haarhoefijzer-correspondent, een gestrenge af keu
ring uitsp-eekt over wat zij noemt: ^poli
tieke onoprechtheid." Zulk een politieke
onoprechtheid viel waar te nemen bij de
verwerping door de rechterzijde der motie
Schaper; wat, naar luid van de Rotter
dammer, een terugwijken voor 's Ministers
dreigement om af te treden is geweest.
Wat er van te zeggen" roppt de hoofd
redactie van het Handeklad in het nr.
van Maandag j.l. uit, indien men om
redenen van opportunisme vóór of tfgen
sttnnt; wanneer men zijn stem niet -fan
<le mérites van de zaak zelf laat af hangen,
maar van de al of niet irenxchel;kneid
uit een politiek oogpunt, dat een minister
aftreedt?"
Nietwaar, hier vinden wij het
H»ndelMad met de Nederlander en ons,
strijdende voor de politieke oprechtheid,
ook bij het uitbrengen van zijn stem.
Een daad van haar te meer te waar
deeren, wijl zij van te ernstiger bedoe
ling getuigt, nu zij gevolgd is op den
misstap van zijn hoefijzer-correspondent,
die, evenals Land en Volk, de politiek
boven de oprechtheid schijnt te eeren.
En zoo zal het ons niets verwonderen,
als weldra het Handelsblad in het alge
meen ministerieele dreigementen om af
te treden ten zeerste laakbaar verklaart,
wijl zij meestal niets anders kunnen tijn
dan een poging, o o tot politieke onop
rechtheid te verleiden. Welnu, ook dan
zullen wij de redactie van dat blad van
harte toejuichen, daar het tot een ver
heuging vpor ons zal strekken, als dit
oneerlijkheid kweekend regeeringakunstje
zooveel mogelijk wordt buitengesloten.
D- K.
De Belgisch-Nederlandsche
Commissie.
La Meuse bevatte het volgende bericht:
Paris, 2 i. Le Siècle pub ie uu article
intitulé: Entente Hollando Beige". II constate
que pas plus a La Haye qu'a Bruxelles on
repousse comme une ventualitéirréalisable
la grande entente, mais ici et la on considère
comme inopportuns et premature? les
poorparlers sur un sujet trop e >mpl8xe. On s'en
tient pour Ie moment a la petite entente qui
est en bonne voie déja. On ne peit que
souhaiter du succes a la petite entente
hollando-beige, dont il s'agit actuellement.
Eile rendrait plus facile la grande entente
qui ferait d'une union politiqne et
commerciale un nou vel element de paix en Europe.
Wij halen dit aan met het oog op ons
artikel Een groot gevaar, in het nummer
van 15 December.
Men ziet hieruit hoe de Pransche pers
en van haar neemt het buitenland voor
namelijk kennis voortgaat met het ma
ken van reclame voor een Nederlandsen en
Belgisch verbond. Ook hoe deze reclame
een misleidenden vorm heeft aangenomen,
en zich niet in 't geringste stoort aan de
toespraak van Heemskerk bij de opening
der zitting gehouden, noch aan de ver
klaring door het commissielid Treub in
Land en Volk afgelegd. Waarschijnlijk
zijn dan ook beide, in het Nederlandsch
gesproken en geschreven, der Fransche
pers onbekend.
Men lette op het beteekenisvolle der
verzekering, dat men zoowel te 's-Hage
als te Brussel de groote entente, dat wil
natuurlijk zeggen een politiek, commer
cieel en militair verbond, in 't geheel
niet meer als iets onmogelijks beschouwt;
en ''s-llage en Brussel kunnen de
buitenlandsche lezers alleen doen denken aan
de hoogere en regeeringskringen van
beide landen.
Reeds is, zoo vernemen wij verder, de
kleine entente op weg van gereed te
komen en zal deze de groote entente
gemakkelijker doen tot stand brengen
een nieuwe steun voor den Europeesehen
vrede!
Dit artikeltje van Le Siècle is een
duidelijke bevestiging van hetgeen wij
schreven... over het gevaarlijk karakter
van de Waalsche reclame, waardoor zon
der ophouden ons land bij de
FranschEngelsche politiek betrokken wordt
want dit is ten slotte de bedoeling. Welnu,
indien de leden der Nederlandsche com
missie het nog niet over zich kunnen
verkrijgen hun medewerking aan het naar
zijn oorsprong en wezen Waalsch insti
tuut, tot stichting eener voor Nederland
verderfelijke internationale politiek, te
onttrekken zou men dan niet bij hen
er op mogen aandriugen. althans in de
buitenlandsche pers nu en dan een ver
klaring te doen opnemen, die een einde
maakt aan dit volstrekt niet onschuldig,
leugenachtig gebabbel ? Waarom het
buitenland onkundig gelaten omtrent de
waarheid ten opzichte van een zaak, die
zoozeer onze eer en ons belang raakt?
D. K.
Reisbrieven van L. van Deyssrl.
Vier Dagen te Venetië.
Terug in Nederland.*)
Ik ben uit Italiëteruggekeerd met hoofd
zakelijk twee gevoelens : die van hernieuwde
en vermeerderde waardeering van de oude
Hollandsche schilderkunst en van
opgetogenheid over de Hollandsche natuur.
Ik geloof, dat ik eigenlijk een heimelijke
bepaalde voorkeur voor de vroege
Italiaansche schilderkunst had toen ik vertrok. Het
is het langdurig verkeer met de Antieke
en met de Italiaansche-Primitieve Kunst,
dat de II )llandsche zeventiende-eeuwsche
schilderkunst eerst recht als een der enkele
groote waarden, waarin de menschheid zich
heeft geuit, leert beseffen.
"Wanneer men uit het heete, stoffige,
stofkleurige Rome komt, via Luzern, met
zijn kastanje-laan aaa het meer, zijn meer,
en zijn bergen en gletschers aan de over
zijde, gelegen in een lucht, die zich, ver
gelijkenderwijs en overdrachtelijk gesproken,
door een zekere atraospheerloosheid ken
merkt is het Hollandeche buiten, het
Hollandsche groen en de Hollandsche luch
ten, de Hollandsche huizen en menschen
met hun kleuren, in een koelen zomer, be
vreemdend mooi voor het oog.
Het is de aanmerkelijke aanwezigheid van
atmospheer, het is de vochtigheid der
atmospheer, die Holland zoobizonder mooi maakt.
Wanneer men zoo terugkeert uit den
vreemde, ziet men de schoonheid van Hol
land en is er gelegenheid om verwonderd
en verblijd te zijn.
De prachtigste dingen zijn hier vlak bij.
Men loopt in een onwaarschijnlijk land, in
een tot prachtigheid betooverd landschap.
Het oranjfl-ropd van een verseh
boerenpannen-dakje bij het niet zware noch felle
doch mooye vele groen der boomen, onder
de, laag bij dat groen aanwezige, lucht van
het mooiste blauw, waarin groote en kleine
wolken van verschillenden vorm en van het
mooiste wit, bewegen, de glansende bladen
aan jje boomtakken, de groote weilanden vol
geele bloemen, als groene en geele
bloemenakkers. hoog en zacht, waarin de koeyen tot
aan hun knieën staan tüsschen de kleine
stammen der groene vruchtboomen en, in de
verte, vóór de lage grootere stammen, die
als donkere pijlers zijn onder de aan-
engesloten hooge booraen, die zijn als een
gebergte van groene bloemen; de lange
wegen, tusschen de grasrandea en de donker
spiegelende breede slooten, die wegen van
zacht kleurige, blauwe, geele en bruine,
klinkers; de groote verschieten naast de
hooge boomen der stille wegen, waarover
men gaat; de zwart-paarsche en
anderskleurige huizen aan die wegen, waaruit de
menschen komen met hun zeer stil en mooi
gekleurde kleoren; het is alles zóó stil
en mooi en zóó duidelijk, zoo alsof er
*) De brieven over Florence en Rome
zullen later verschijnen.
niets in de atmospheer was tusschen
gezien wordende en ons zei ven .iuiaitioa
dat er tusschen dat en ons zo l v en KB dfe
atmospheer iets, iets heel bizonders, ik.
In Holland ziet men trouwens de gehekste
natuur even goed en mooyer nog dan eïl*?s.
Het komt er niet op aan, wat is; het
er op aan wat. gij ziet. Uit het spoovt
venster kijkend naar het Zwitsergcb
schap, is het feit en de verheuging, da* yy
daar het hoog-gebergte-landschap zitt* *M*
dat het daar is\ ze 3 zag ik uit bet
tien*venster in Nederland een meer en eem ge
bergte van lichte, piarlemoeraehtigekkar
veel mooyer dan de Gottaard- streek ;?)
was een lucht-aspect oij ondergaande :
maar zóó schoon bedriegelijk, dat een
deling uitriep niet te weten, dat er ia
Halland een meer en een gebergte was^ ?
Een koele zomer is heerlijk. Gaat meainefc
naar bergstreken om der zomerhitte vaad»
laag gelegen landen te ontkomen I eakecfe
zomer, het raam is open en de kanér
verwarmd zpoals des winters. Met een zwMar
gesuis waait buiten de wind door de bom
men. Uit de verte klinkt het ala «e*
waterval, als-het golven-rollen van dft u%
en dicht-bij als een zijden geruisen door de
bladen. De boomen bewegen, de,
dou&n»groene, bladeren-volle, takken gaaa hMB
en weer, onder en voor de luebt, tiie «te
kleur heeft van Heb t-blauwe paarlea. J&r
n nu en dan een kort vogelgeluid ia 4»
ruimte. De kleine open-staande raauutoav
beweegt zacht, heel even. Als in een gaal
zijden zeil beeft de «vind door de
strakke gordijnstof.
Holland is een levende schoonheid,
eerste-rangs merkwaardigheid op de wss«Ii.
Wanneer men, door verschillende landen
gekomen, weer terugkeert iu dit vader
bemerkt men eerst recht wat het b
een natie te zijn,?men ziet dda na
beter in, hoezeer elk land, met zijn .
aardigheden een in elk opzicht begr.???
eenheid uitmaakt t ut se hen de andere fel
den, dan wanneer men slechts in c B
ander land heeft vertoefd?en men rekëfc
zich gelukkig te behooreu tot een *«»Bc
met een prachtig en,, als gedeelte .<??
het geheele menschbeidsleven
volledig, verleden, zeldzaam
daar de daad n de gedachte de t
werkelijkheid, n de verbeelding, te
bloeiden in dat verleden, doop .
verénigde bloei alloén het zich tot BB _,
onweersprekelijk, in zijn waarde heeft kfi
nen handhaven men rekent zich geli ""
te behooren tot dat volk, en te bemwooi
het land, dat, in den tegenwoordige^ tal
zelf, als een van de scho mste kunststukje*»»
door de natuur, van zelve, zonder b
deling der menscheu, teweeg gebracht',
gelden.
Ook de stad,.de stad bij uitiuc-^
Amsterdam, is een pracht van een stadjlte
eigenaardigheid der Hollandsche natuojast
zich hier voort. Het is de zelfde atmosp"
waardoor alle schakeeringen van het,
mengroen buiten met mooiheid word
drenkt, die ook de wateren, de br
de kaden en de huizen van A mate
omgeeft. £
Men heeft hier. en daar, door de
van wateren, de mooiheid van Amst
aangetast; maar die mooiheid is
in haar geheel over; dit vergeten
te veel de overigens zeer te prijzen
huu streven aan te wakkere a bestrijders
dempingen ; en ook dit outwaart mfe», «n
begrijpt uien het best door en
door,"o*MHa&deljük na een meer langdurig verblijf m
buitenlandsche steden. Niet alleen ajyai «r
behalve de Eeguliersgracht nog veleTo«d»
stadsdeelen, die bouwkunstig mooi- JB;.
maar ook sommige nieuwe stadsJeete»,
waarin veel water en veel lucht tézien is»
zijn algemeen, en in 't bizonder miiMk«m
schilderkunstig, mooi. Zoo de AmsteLiad»
richting van Diemerbrug, gezien^taa e
Hooge Sluis af. Er kan daar een zuren*
hcht in het klare luchtgewelf zijn n «e»
zilveren licht op het breede wat<jr,'"io «?»
licht dat waart en tint en tintelt'<KB tfe
rozen, blauw bedaakte, huizen, ongelijk ra»
hoogte en vorm, met hun doorveïjstwde
gevels daar, op grooten afstand vanfelkair.
staande aan de beide tegen elkaar
gelegen oeverkaden, er is da^r
schoonheid van met licht vermengde le
kleuren hoog in de lucht en Iage4 o» tefc
water en overal in -de helderheid om d»
keurig afgekantte huizen, eehe'schoon
heid, die HWB nergens elders zi«*.!
u ?*?'
&n waar en, wanneer zou men zotta
mooye bloemen vinden al» in,eëj> koalua
zomer in de vochtige atmosphèer jvar» S
derland. Kood ziet men ze staan, #ood T»»
die sublime rood-kleur, die nierf zovt kunne»
noemen zoo rood als het maar kan," v<wr
het innige groen, d»t ook niet groener, eit
dus met mooyer groen, zou kunnen. Me*
ziet er met geele harten vóór het zilver
lila der bladen, als voorwerpen van leven
den, aller-hoogsten adel,... men zie* ze i»
alle kleuren en in vele vormen, en »lfe
bizonder schoon van vorm en van kleur.
«
En dit land was het dus,.het land va»
déze steden en stadjes - kleine stilte stadjjes
met de oude Stadhuizen en de schoowe»
heldere, blauwig grijze breede keyen-bai*e»
tusschen de bruin-en-paarsche smalle
kJSnkerbanen, het land van déze steden e*
stadjes, dorpen en heiden en weiden,
bosschea en tuinen en lachten en waters «a
wegen, - waarin die prachtige zeventiw»<ïe>
eeuw heeft bestaan, die Holland voor-goml
van adel heeft gemaakt tiuschen de
u»