De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 5 januari pagina 5

5 januari 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

W" l NQ. '1593 DE AMSTERDAMMER W E E KB L A D V O O R N E D E R L A N D. D&MEjS. IMair! D« Rotterdamsche Gemeenteraad beeft in zijne vergadering van Vrijdag 27 December eene beslissing genomen omtrent de gehuwde onderwijzeres in de school". De wij M, waarop deze beslissing is voorbe reid, en de houding speciaal van de groote meerderheid der liberale raadsleden, vin i ik zoo verregaand unfair tegenover de vrouwen, dat ik me genoopt voel, daartegen een woord van critiek te doen hooren. Wat toch is het ge^al. Er was door het Gemeentebestuur in over eenstemming met de Commissies van Bijstand en Tan Toezicht op het Lager Onderwas een ontwerp-verordening ingediend, waarin geregeld werd het verlof bij ziekte of andere redenen van ontstentenis van onder wijzereegen, en onderwijzer?. Tot nu toe zijn steeds de onderwijzeressen, die gedurende hun betrekking huwden, in hun betrekking gecontinueerd. Of dit ooit tot bezwaren heeft aanleiding gegeven, of metterdaad daai onder te Rotterdam het onder wijs ooit heelt geleden, of er ooit aandrang is geweest om daarin verandering te béngen, er ie niets van bekend, er is niets van be kend geworden althans. r Daarvan was, tröuwens,ook bij deze ontwerp verordening geen sprake. In de verordening ?werd, behalve al bet andere, óók «oorzien in de evéntüaliteit van zwangerschap en bevalfftig, waaromtrent werd voorgesteld, aan de betrokken» 5 maanden verlof te geven, zonder behoud van salaris. Omtrent mér dan dit punt werd in de betreffende adviezen van het gemeentebestuur en commissie niet gewaagd; omtrent de kwestie der gehuwde onderwijzeressen" met gén woord. Ook in de bladen was omtrent dit punt geen gedachtenwisseling geboerd, natuurlijk omdat er geen aanleiding voor was. Wat gebeurde toch? Enkele dagen vóór de behandeling, terwijl er op de verordening reeds verschillende amendementen waren ingediend, werd er plotseling een motie geboren, bjj de vaders waarvan men de zwangerschap zelfs niet had vermoed, waarin aan het gemeentebestuur de uitnoodigiug werd gericht om, op grond dat het in de school werkzaam blij ven van onder wijzeressen na haar huwelijk, in den regel noch in het belang van het onderwijs, noch in dat der betrokken gezinnen" zou zijn, telkens bij zulk een huwelijk de ernstige overweging te nemen haar, zoo zij zelve geen ontslag aanvraagt, tot ontslag voor te dragen. Men zal toestemmen, het was niet weinig! Daar plotseling, op grond van een motie, die slechts enkele dagen te voren was inge diend, zulk een vér strekkende beslissing te nemen, het ware al te ergerlijk. De eerste onderteekenaar der motie, de heer De Jo<w, hield een uitvoerige principieele toelichting. Dóarna kwam de voorzitter zijn bedenking uiten, of de raad op dat oogenblikwe\ geacht zon worden, voldoende voorbereid te zijn om over zulk een motie te beslissen. Men zou toch, meende bij, óver zulk een belangrijke kwestie wel-het,oordeel».van het gemeentebé|tuur willen Kooren. « , - - - : lie-dunkt, dat had de burgemeester moer te» zeggen vóór de heer De Jong sprak. Toen had hu moeten zorgen, dat niet zóó onvoor bereid, terw\jl alleen de heer De Jong, de voorsteller, in de gelegenheid was geweest, llltMHHIfmMlimillMHIIIIIIimHIIIIflimilllim millMIIIII MINIMI Illllll II UIT DB NATUUR Hoe de mossen aan hun mutsje komen. Dat zou best de titel van een sprookje kunnen zijn en ik zie ook wel kans er een sprookje van te maken; maar voor groote menschen is de werkelijkheid toch nog mooier dan 't mooiste sprookje, althans voor iemand die wel van de natuur en niet van sprookjes houdt. Ga dit stukje nu niet lezen, zonder er eventjes een mosplantje bij te halen. Of doe 't tenminste na 't lezen, en 't zal u interes seeren. Dat het winter ia hindert niets, dan zijn veel mossen op zijn mooist. Zoek maar even onder de boomen in de laan voor uw huis, of anders op den ouden tuinmuur; ge behoeft er misschien niet uw huis voor te verlaten op 't binnenplaatsje of in de dakgoot van 't schuurtje staat al icht hier of daar een kus sentje groen mo?, met van die fijne roode steeltjes er op, die als speldjes er uit omhoog steken. Wij noemen die steeltjes met een knop er op, moskapsel g of mosvruchten en zeggen dat het mos bloeit. Dat is eigenlijk niet heelemaal juist; tenminste niet botanisch juist. Vruchten, niet waar? ontstaan uit bloemen en bloemen hebben op zijn minst een vruchtbeginsel, dat is een fijn bolletje diep in de bloem verborgen, waarin een eitje of zaad knopje wacht om bevrucht te worden. Eerst als zoo'n eitje bezoek krijgt van een paar spermatozoïden die van een stuifmeelkorrel afkomstig zijn, u herinnert ze u wel uit mijn vorig opstel o"er de polyp, zal het er innig mee samengroeien en een zaadje kunnen worden met een kiem er in. Zoo'n bevruchte zaadknop groeit meestal gelijk op met het vruchtbeginse'.; dat wordt vaak dik en rond en kleurig, denk maar aan een kers, en het geheel, het volwassen vrucht beginsel met het zaad dat er in verscholen ligt, noemen wy vrucht. Nu zult u bij de mossen te vergeefs naar zoo'n echte vrucht of naar zaden zoeken. Wel bevat een mosvrucht," of moskapsel dan, een massa fijne korreltjes; maar daarin ligt geen zichtbare kiem geborgen en dat is het hoofdverschil tusschen een spore en zaadkorrel. Toch ban zoo'n miniem korreltje uitgroeien en mosplanten doen ontstaan. Dat gaat er mee als met deaardappelkcollen b. v .,<>! met okselknolletjes van speenkruid, of met de zwarte bolletjes, (He ge wel eens in de bladhoeken van boerenlel es hebt gezien. Ook dat zijn immers geen zaden, maar niets dan stukjes van de plant, waaruit weer net zulke planten opgroeien, als waarvan zij een deel uitmaakten, en die weer oloem en vrucht kunnen krijgen, evengoed alsof /.ij uit zaad waren opgeschoten. ? Toch is er een verschil en geen kleintje ook. Het maakt, dat de mossen en varens tot een heel andere groep van planten worden gerekend, dan aardappels en lelies. Jammer dat de ontwikkeling van een mosplant uit een spore alleen met een vergrootzijn rede van materiaal te voorzien, de zaak in bespreking kwam. Zelfs niet, al ware de behandeling der verordening daardoor opgesehort zooveel haast was daar niet by. In plaats nu te verhinderen, dat deze. ernstige aangelegenheid zóó doorgedreven" werd behandeld, besloot de Raad meteen niet groote meerderheid, de zaak toch maar te behandelen. Zonde r dat men de raadsleden, die van de motie tegenstanders waren, in de gelegenheid stelde om zich voor te bereiden, zelfs niet toen ze zélf verklaarden, daaraan behoefte te hebben; zonder omtrent Rotterdam zèlfeenig materi aal was overgelegd; zonder dat daaromtrent de meening der Commissiën bekend was, en zonder dat de vrouwen in de gelegenheid waren geweest, voor zoover zy' zulks noodig zouden hebben geacht, daarover hun meening aan den Raad kenbaar te maken, werd er met de behandeling doorgegaan. De wethouder van onderwijs, inplaats tegen de^.e wijze van behandeling te waarschuwen, gaf nog wel een wenk om de motie te ver zachten ; zoodat aan B. en W. niet de plicht werd opgelegd te ontslaan. Dat zullen B. en W. ook wel doen zonder dat het in de motie staat, wanneer de zaak zieb slechts princi pieel uitspreekt. De wenk werd veistaan, en als resultaat daarvan werd deze motie aangenomen: De Raad, van oordeel, dat het in de school werkzaam blijven van onderwijze ressen na haar huwelijk in den rege1 niet in het belang zal zijn van het onderwijs, gaat over tot de orde van den dag." Onschuldige motie? Ze zou het kunnen zijn, indien ze niet ge wikkeld in verklaringen en toelichtingen, war"e ter wereld gekomen. De voorstellers toch verklaarden uitdruk kelijk, dat lij er mee bedoelden het huwelijk zonder meer, onverschillig of zwangerschap er het gevolg van was, en de wethouder betoogde uitdrukkelijk, dat ontslag toegepast diende te worden, niet wanneer er eenmaal kinderen kwamen of waren, maar bij deii aanvang van het huw-lijk. Sterker kan het al niet. Voortaan zal het te Rotterdam eenvoudig uitgesloten zijn, dat een onderwijzeres die huwt, nog bij het onderwijs blijft. Is de wijze, waarop deze krasse, strenge, aan de emancipatie der vrouw zoo vijandige, ja domperige bepaling, door een liberalen gemeenteraad, niet verregaand unfair te noemen? Van een liberalen gemeenteraad! Ik heb me geërgerd, hevig geërgerd, toen ik den dag na deze beslistinz, in de Maas bode" moest lezen, naar aanleiding dezer be slissing: Zij (de motie) is geheel conform aan het streven der Christelijke partijen, om bij de verbetering van de economische positie der vrouw de groote belangen van het huisgezin, welke toch boven alles primeeren, geen af breuk te doen". Geërgerd! Want de liefde voor het gezin bij bet katboliek.*;b!atUkomt ni$t voort uit weiaal gevoel,, want dan zou''het%l de eerste ry' moeten staan van diegenen, die strijden voor een geheele verandering en verheffing van het leven der arbeiders in de industrieele centra, waar duizenden vrouwen, ook gehuw den, 10 uur of 11 uur per dag op de fabriek IMIIIIIIMIIIMIIIIIMIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIMIIIMMIIIIIIIIIUMIIIIII glas goed is te zien ; maar een figuurtje geeft er ook een goede voor.-telling van. Er groeit uit zoo'n spore eeu groene draad, een protoném*. Die vertakt zich, krijgt knoppen en als er geen ongelukken gebeuren, schiet uit zoo'n knop een stammetje op ; het ieder bekende mosplantje. Als het daarmee uit was, viel er heel weinig meer van te verteller), maar nu begint het pas mooi te worden. Ergens op het stammetje, meest in de bladhoeken, soms boven aan den top, ontstaan organen, die eenigszins met de stampers en de meeldraden van gewone zaadplanten overeenkomen. Het zijn de geslachtsorganen, de mannelijke heeten staan, en waar inderdaad van verwaarloozing van het gezin sprake is, Hier is ,het niet de verwaarlooang van het gezin, die de drijf veer was, want dan zou men niet uitdrukkelijk zeggen dat men de, onderwijzeres niet alleen bij zwangerschap, maar reed» dadelijk bij het huwelijk wil ontslaan. De bedoeling .is: de vrouw terug te houden'uit het publieke léven; haar terug te dringen naar de keuken, haar te beletten, zich langzamerhand, zoover haar lichaams-omstandigheden \tjet toelaten, zich geestelijk en maatschappelijk te verheffen. Ik heb me geërgerd, in de Rotterdammer1., het orgaan van prof. Fabius, te lezen: Een zeer verblijdende uitslag, wanneer men te voren weet, dat Burg. en \Veth. haar thans niet naast zich zullen neerleggen, maar ze hun een welkom middel is om aan ongewenschte toestanden bij het onderwijs voortaan een eind te maken. Eerstdaags zal nu wel te wachten zijn een voordracht van Burg. en Weth., waarbij de eene of andere bepaalde onderwijzeres ter oorzake van haar huwelijk, zal worden voor gedragen tot ontslag". ' Ziedaar bet succes^ van de kerkelijke poli tiek in den-RotterdSmschen liberalen Raadl Fanfares in de Maasbode" en de Rot terdammer"! 't Is om er trotech op te zijn! * Een geva£ltjt.M. Ik bedoel natuurlek* Ltfia" van mevrouw Cecile de Jong van J^B'ek en Donk. Gevaarlijk... voor jonge meisjes die zonder levenservaring, allee» .«taan in groote steden, en met al de illusies eigen, aan de jeuud, met al het naï?e geloof ja liefdes woorden zich zullen laten begoochéten door beloften en eeden van trouw, en ... haar eigen leven onherroepelijk verwoesten, door, zonder huwelijk, zonder -wettig, huwelijk, de schep pingsdaad loe te staïh aan den man dien zij liefhebben. , Freule ,van T ijndhoït, ,c|ë' Steensëma's zijn onverantwoordelijke idieten dat zij een meisje yan 24 jaar, dat te; Laren is opgevoed en blijkbaar niets van 't leven kenr, /,oo maar naar Parijs sturen ... vwaaffij geheel vreemd, in diepste droefheid óver haar ziele ernzaamheid, hunkerend naar 't warme familieleven, naar vriendschap, zich dadelijk laat zinken in de armen van een jongen man die haar over liefde spreekt, en waarvan zij nuchter denkt dat het niet anders kan of bij zal haar trouwen, en zijn hand zal haar steunen door 't heele leven .... door 't heele leven ...." Was zij nu nog een bakvisch geweest van lö, 17 jaar maar neen, >ij is 24: zij heeft al wat gelezen, heeft al gehoord dat onge trouwde vrouwen die kinderen hebben, ge minacht worden «n 't is alsot zoo'n marte laarschap haar juist aantrekt en zij zichzelf als een heldin der liefde beschouwt, omdat zij dit offer ??haar eigen ongeluk en dat van een arm nieuw wezen met exaltatieaan den inet haar spelenden Vincent brengt. Haar exaltatie is valsch, is dom ; haar offer is zonder waarde omdajt zij.nutteloostwee levens in 't ongeluk stort 'ïhTYietfé'genstaandèhet gloedvol e prachtige lied, dat Mevrouw de Jon? van Beek en Donk bij 't opepeh van haar boek op de smart zingt,-ig het ?vtefaatulr'dnt lijden veredelt, verbetert; bühonderd, bij duizend zou ik voorbeelden fcbnnen opnoemen om het tegendeel te bewijzen. Als een jong meisje alleen om de struggle for life" te onder nemen, het l«ven ingezonden wordt, hebben voogden, ouders, beschermers of wie dan ook, de plicht haar in ronde woirden te zeggen: Bedenk dat als etn man je zijn liefde betuigt, en hij is niet bereid met jou de gevolgen te dragen van de liefdes- daden door jelui samen gepleegd, dit, het zekerste bewys is dat by hem de liefde NIET bestaat, met andere woorden: als een man je wil overhalen, je geheel physiseh, aan hem te geven, vóór dat de band van een wettig huwelijk die overgave, oofc van, zijn kant met de gevolgen belast heeft, hij een egoïst en wellusteling is ZONDER liefde; omdat hij in ditt geval jou en de vrucht die uit jelui liefde ontstaan kan aan de grootste ellende ten prooi zal lal en, voor hem de lust ; voor jou de last; is DAT liefde?'' Is dat de mooie liefde wier SCHOONHEID alles verontschuldigt, zooals het boek Lilia" tracht te bewijzen ? Toen ik jarenlang in Parys leefde en juist in die kunstenaarskringen verkeerde door mevrouw de Jong van Beek en Donk be schreven, heb ik ze zeer talrijk ontmoet die schilderesjes en musiciennes, die, zooals Lilia, zich in mooie liefde" gaven.... maar hon ger en prostitutie waren de gevolgen ; en zelfs al dansen zij, zooals Lilia met een tweejarig kindje in de armen in baar a elier ron f, zij wisten dat zy een misdaad begaan hadden tegenover dit arme kind en zij von den zelden, beschermers, helpers, die belangloos. . . . haar en haar kind voor den honger dood wi'den bewaren. Ik echrjjf geen cririek op het boek, anders zou ik de vele onwaarschijnlijkheden aantoonen, die in 't verhaal voorkomen ; ik wilde alleen, omdat ik meer dan vijf en twintig jaar mij bezig heb gehouden met meisjes-opvoeding, er op wijzen hoe ge vaarlijk het is de ichoonheid der liefde te verheer ijken voor jonge onervaren, naar liefde hunkerende harten. Dit doet niets af aan den prachtig^n stijl, de diepe gedachcengnng, de dichterlijke beelden en de meêsleepende eloquentie, die mevrouw de Jong van Beek en Donk stempelen tot de grootste roman schrijfster uit onzen tijd. CATHARIXA ALBERDISGK THUM. Modes. Wantrouwend stond het dames publiek bij den aanvang van dit winterseizoen, tegenover menige gedurfde, ietwat drieste nieuwigheid op het onafziealijk mode-veld. Eerst wanneer nieuwtjes zich accentueeren op het tooneel, vinden die ras navolging onder haar, die op lettend de toiletten bestudeeren van gevierde tooneel speelsters. Er zijn dames, die zooveel aandacht wyden aan de costuums der actrices, dat stuk en spf l voor haar bijwerk worden. Doch zulke vrouw tjes moeten er zijn. anders bleven mode koningen, les grands couturiers", zitten met de creatie?, die hun onzegbaar veel hoofd brekens kosten. Aan de verrukkelijke, hedendaagsche modes, aan de sierlijke pracht, aan de oog-gtreelende weelderigheid óp dit gebied vertoond, zouden wij vrouwen, bijna gaan gelooven, dat het bedenkelijk hoofdschudden van onze mannen, over finantieelen druk, een fabel is!... En tóch ! tóch is geld schaarsch n dnnr. In Amerika klaagt men steen-en-been. Zelfs in New-YorK. zou men op 't oogenblik zich deelte bevindt zich het eitje, de dunne ha's van 't flescbje is open en daarin dringt iets binnen dat uit de mannelijke organen, de antherideën afkomstig is, natuurlijk alweer de spermatozoïden. Die dingetjes zijn zeer beweeglijk, althans in water, een dauwdruppel is een zwem IK voor ze; bet vinden van den j weg naar het d eitje dat hen wacht, wordt hun gemakke lijk gemaakt door een lokbinnen op, tot de buitenwand barst, onderaan dicht bij den voet. En die buitenwand soms een harig hulsel is niets anders dan het mutsje of buikje. Dit wordt nu omhoog gehe ven door een eteeltje dat vrij snel groeit. Op dat steeltje blijkt thans een d o->je te staan, l «\ » het bevruchte eicelletje dat een dikken 1. Haarmos met mutfje. 2. Haarmos zocder mutsje. Hoorntand, vergroot, met buikje. 4 Hoorntand, natuurlijke grootte, met huikje. 1. Doorsnede van 't kapsel van Haarmos. 2. Rijp archegonium. 3. Uitgroeiende jonge vruchten larchegoniën). a. Vroegere huls van het archetüoriium. b. Pe plaats waar het mu sje scheurt, c. Jongere vrucht. 4". Antheridimn waaruit de spermatozoïden vrij komen. b. Spermatozoïleri. c. Spermatozoïde in 't r.u'sel. d Spermatozoïde, vrij. 5. Kijp kapsel zonder deksel. 5a. Kapselrand met mondbeslag. antheridién (anthères helmknoppen of mpeldoosjef) en de vrouwelijke arc/ieyomë'i. Meest zijn beide organen op n ftamrnetje voorhan den, soms alleen bet een of het ander; in ilat geval komen ze in dit opzicht o -'ereen met zoo genaamd tweehuizige planten, zooals wilgen tn populieren. De figuurtjes hierbij toonen u hoe mtke organen er onder 't vergrootglas uitzien. De d'i'getjes, ifie op fleschjes lijken zijn de vrouwelijke organen; in 't dikste gemiddel, een rietsuikerstroom in dit geval, die uit den hals van de fleschjes den, dauw druppel in trekt. -Daarbinnen in 't flepchje beeft de bevruclring jilaa s. de versmelting van twee tot <-n. Kn dan begint zich de mosvrucht te vormen. Die vrucht, heeft evenwel een ongewonpn vorm. (Iet fleschjp., liet archegoiiinrn du», gaat groeien, en dik worden, het zwelt van wand heeft gekregen en vervormd is tot een Hporei drager. Eerst is het nog lang en dun, maar het groeit langzaam aan ; tot het een leuk duo-je i.-f gewoplen met een deksel en een voet, en meestal komt er nog een middenzuiltji- in te staan. Tus-chen mid lenzuiltje en wand is een holte vrij geUleven, de sporemak en die vult zich al> bet iloo-jn riip wordt met een ont zaglijke hoeveelheid fijiru sporen. wanen in de morte saison." De rijkste Ameri kanen beramen middelen om te bezuinigen. Getrouwde heeren keeren in New-York terug, maar wonen als célibataires in pen sions. hun vrouwen en kinderen blij »en bui ten. Geen grand train ; geen partyen, niets ! Maar, madame mode blijft de onverbeter lijke optiiniste. Zij, nukkig weelde-kind, weet van budget noch bezuinigen ; voor haar jjdeltuitige uurtjes zijn: finantiën, druk en kwade tijden, words notbing but words. Doch, laat ons terugkeeren naar het tooneel, vanwaar de modes, geheimzinnig en bekoor lijk, door boven-, zij-, en voetlicht beschenen, een tooverachtigen invloed oefenen. In Parijs, was wedgver tusschen het théatre Francais, Ie Gymnase, de Renaissance, l'Athenée en de Nouveautés" wie we) het kranigst voor den dag 'ou komen; en men vroeg zich af, van wie de creaties het meest in den smaak zouden vallen, en van wie de meeste ravolgingen zouden geleverd worden, van Paquin, Kedfern, Worth, Drecoll, of Béchófl-David. In l'Eventail"' draagt Marcelle Seuder, in de rol der jonge weduwe, een azuurblauwe robe van moussélnaède spï^ ge gameer d met Liberty satijn en Venetiaansche kant. Een beeldig avondtoilet dat zeker do jr menige sehouwburgbezoekstër zal nabesteld worden. Empire-toiletten, soupele weefsels^ teere tinten, kant garnèering, zijde ^ zilver en goudborduurselc, de statige robe princesse zijn óp 't modeprogramrna van de winter 1907?1908. Sensatie- en fureur-makende toiletten worden gezien in Monsieur de Courpière'. Een prachtig avondtoilette' wordt daarin gezien : een robe prihcesse van zacht rose mousseline de soie, de figuur omspannend als een foudraal, lange, puntige, met chinchilla gegarneerie sleep. Guirlanden van paarlen en zilverborduur sel vleien zich om het vierkcnt décollet van 't corsage. Dezelfle motieven slingeren zich onder aan den rok. Git- en goud-garneering brengen flonkering en leven in zwarte toiletten van wazig weefsel, . waarvan coquette, jonge b'onde vrouwen terecht nog geen af.-tand doen, om dat die dofle omlijsting de blankheid van huid en blondheid van lokken allervoordeeligst doen uitkomen. De eerst met verbazing aanschouwde mode dat oudere en oude dames zich in lichte tinten kleeden, een mode herkomstig uit Rusland en Po'en, vind ia ons land geluk kig steeds meer bijval. Ik handhaaf blijmoe dig mijn reeds vroeger dienaangaande ge uite meenirjg dat lichte kleuren : Crème, gris perle, geheel wit, zacht mauve, moge lijke scherpte van bejaarde vrouwen-gezich ten beminnelijk wègdoezelt en in harmonie is met bet grijs of wit van 't hoofdhaar. H el- blauw, teer rose, licht -groen zal een verstandige, smaakvolle oudere- van-dagen natuurlij K niet kiezen! De mouwen zijn nauw met plooien .in horizontale richting. Voor diner en avond toilet worden geplooide tulle mouwen veel gedragen. Plooien over- heupen en in mou-, wen. worden zelfs bij fluweelen toiletten ge- , zien, nu de dunheid en spupelheid .der .be-;' : dendaagsche weefsels zich ook toe de kost- ' bare prachtig gekleurde fluweelen robes uit-strekt. De ongeëvenaarde waarde in bontmantelg, stola's en moffen, schijnt mede een honende rondedans nit-te-voeren' om 'de ' angstig geproclameerde geldzorgen : O ! d;e onverantwoordelijk lichtzinnige Madame Mode ! CAPRICE. Die moeten de wijde wereld in, om weer protonema's te vormen, mosstammetjes te doen ontstaan, die op hun beurt weer antheridiën en archegoniën vormen en zoo 't levenskringetje sluiteed te maken. Van dat uitsturen van de sporen maken veel mossen nog al ernst ; zij zorgen op bij zondere wijze voor 't zuinig en doelmatig verspreiden. Bi na alle houden hun doosjes dicht als 't ongunstig, regenachtig weer is; bij droge lucht of zonneschijn met wat wind laten ze de sporen bij kleine scheutjes glippen, naarmate de win l ze meevoert. De meeste sporenkapsels hebben een rij van stijve, veerkrachtige slippen oïtanden op den rand van het doosje staan. Als het buitje afgeworpen is, valt ook spoedig zijn punthoedje, het dekseltje, af; maar nu hou den de klepjes de sporen nog tegen. Ze richten zich alleen op, als het voor de sporen goed weer is om op reis te gaan. Bijzonder belangwekkend is deze gewichtige gelegenheid geregeld Oij het bekende mut-jesmos of f aarmog By deze foorten ligt er nog een der ie ieksel, een vliegje, het trommelvliel, op de sporen. Als huik en hoed zijn weggewaa d kunnen de sporen n >g niet de wereld in, het veerkrachtig velletje houdt ze tegen. Vierenzestig of tweeëndertig kromme haakjes in 't rood om de open doos geplaatst, om klemmen het vliesje. Bij droog en gunstig weer versmallen ze zich en rekken meteen wat, bet vliesje krimpt en tusschen de klep jes of tanden door, ontsnappen de sporen; want de wind schudt de. hooge lantaarntjeS heen en weer en het doosjes zelf krimpt ook al door de droogte en duwt zijn inhoud naar buiten. Bij vochtig weer, rekt het vliesje, de tandjes krommen zich, en trekken zoo 't vliesje naar zich toe en uaar onder ; het open doosje blijft gesloten, tot weer en wind weer dienende zijn. Zoo goed zorgt het moarnoedertje voor haar kindertjes. Pardon, dit laatste zinnetje had ik eigenlijk alleen mogen gebru ken, indien ik er werkelijk een spookje van had gemaakt en niet de onversierde waarheid bad gegeven ; maar het staat er nu eenmaal, nul déplaise. E, HEIMANS. G. V. e. a. U doet beter, met dat inrichten van een aquarium voor uw kinderen te wachten, tot er geen strenge vorst meer te duchten is. Anders heeft u al dadelijk te veel te doen. Ik beloof u, bij tijds er hier over te schrijven of anders u per brief in te lichten. A. \V. W. Uw zwarte wilde konijn is be zorgd. Goed, dat het streng vroor, anders was 't te lang ouder*eg geweest om het nog te doen opzetten. V o g Is, die al veeren los laten bij het aanva'ten zijn in den regel niet meer geschikt om opgezet te worden. Zend ia 't veri'olg de dieren die u geprepare-^rd wenscht te zien, direct aan P. J. Sieenhnizer, praeparateur van Artis. A exanderkade 10. Ik ken hier toch geen ander en beter adres; en u loopt niet de kans, dat door mijn uitstedigbeid, zooals dezen keer, de zending mislukt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl