Historisch Archief 1877-1940
W"
l
NQ. '1593
DE AMSTERDAMMER W E E KB L A D V O O R N E D E R L A N D.
D&MEjS.
IMair!
D« Rotterdamsche Gemeenteraad beeft in
zijne vergadering van Vrijdag 27 December
eene beslissing genomen omtrent de gehuwde
onderwijzeres in de school".
De wij M, waarop deze beslissing is voorbe
reid, en de houding speciaal van de groote
meerderheid der liberale raadsleden, vin i
ik zoo verregaand unfair tegenover de vrouwen,
dat ik me genoopt voel, daartegen een woord
van critiek te doen hooren.
Wat toch is het ge^al.
Er was door het Gemeentebestuur in over
eenstemming met de Commissies van Bijstand
en Tan Toezicht op het Lager Onderwas
een ontwerp-verordening ingediend, waarin
geregeld werd het verlof bij ziekte of andere
redenen van ontstentenis van onder wijzereegen,
en onderwijzer?.
Tot nu toe zijn steeds de onderwijzeressen,
die gedurende hun betrekking huwden, in
hun betrekking gecontinueerd. Of dit ooit
tot bezwaren heeft aanleiding gegeven, of
metterdaad daai onder te Rotterdam het onder
wijs ooit heelt geleden, of er ooit aandrang
is geweest om daarin verandering te béngen,
er ie niets van bekend, er is niets van be
kend geworden althans.
r Daarvan was, tröuwens,ook bij deze ontwerp
verordening geen sprake. In de verordening
?werd, behalve al bet andere, óók «oorzien in
de evéntüaliteit van zwangerschap en
bevalfftig, waaromtrent werd voorgesteld, aan de
betrokken» 5 maanden verlof te geven, zonder
behoud van salaris.
Omtrent mér dan dit punt werd in de
betreffende adviezen van het gemeentebestuur
en commissie niet gewaagd; omtrent de
kwestie der gehuwde onderwijzeressen" met
gén woord. Ook in de bladen was omtrent
dit punt geen gedachtenwisseling geboerd,
natuurlijk omdat er geen aanleiding voor was.
Wat gebeurde toch?
Enkele dagen vóór de behandeling, terwijl
er op de verordening reeds verschillende
amendementen waren ingediend, werd er
plotseling een motie geboren, bjj de vaders
waarvan men de zwangerschap zelfs niet had
vermoed, waarin aan het gemeentebestuur de
uitnoodigiug werd gericht om, op grond dat
het in de school werkzaam blij ven van onder
wijzeressen na haar huwelijk, in den regel
noch in het belang van het onderwijs, noch
in dat der betrokken gezinnen" zou zijn,
telkens bij zulk een huwelijk de ernstige
overweging te nemen haar, zoo zij zelve geen
ontslag aanvraagt, tot ontslag voor te dragen.
Men zal toestemmen, het was niet weinig!
Daar plotseling, op grond van een motie,
die slechts enkele dagen te voren was inge
diend, zulk een vér strekkende beslissing te
nemen, het ware al te ergerlijk.
De eerste onderteekenaar der motie, de
heer De Jo<w, hield een uitvoerige
principieele toelichting.
Dóarna kwam de voorzitter zijn bedenking
uiten, of de raad op dat oogenblikwe\ geacht
zon worden, voldoende voorbereid te zijn om
over zulk een motie te beslissen. Men zou
toch, meende bij, óver zulk een belangrijke
kwestie wel-het,oordeel».van het
gemeentebé|tuur willen Kooren. « , - - - :
lie-dunkt, dat had de burgemeester moer
te» zeggen vóór de heer De Jong sprak. Toen
had hu moeten zorgen, dat niet zóó onvoor
bereid, terw\jl alleen de heer De Jong, de
voorsteller, in de gelegenheid was geweest,
llltMHHIfmMlimillMHIIIIIIimHIIIIflimilllim millMIIIII MINIMI Illllll II
UIT DB NATUUR
Hoe de mossen aan hun mutsje komen.
Dat zou best de titel van een sprookje
kunnen zijn en ik zie ook wel kans er een
sprookje van te maken; maar voor groote
menschen is de werkelijkheid toch nog mooier
dan 't mooiste sprookje, althans voor iemand
die wel van de natuur en niet van sprookjes
houdt.
Ga dit stukje nu niet lezen, zonder er
eventjes een mosplantje bij te halen. Of doe
't tenminste na 't lezen, en 't zal u interes
seeren.
Dat het winter ia hindert niets, dan zijn
veel mossen op zijn mooist. Zoek maar even
onder de boomen in de laan voor uw huis,
of anders op den ouden tuinmuur; ge behoeft
er misschien niet uw huis voor te verlaten
op 't binnenplaatsje of in de dakgoot van 't
schuurtje staat al icht hier of daar een kus
sentje groen mo?, met van die fijne roode
steeltjes er op, die als speldjes er uit omhoog
steken.
Wij noemen die steeltjes met een knop er
op, moskapsel g of mosvruchten en zeggen dat
het mos bloeit. Dat is eigenlijk niet heelemaal
juist; tenminste niet botanisch juist.
Vruchten, niet waar? ontstaan uit bloemen en
bloemen hebben op zijn minst een
vruchtbeginsel, dat is een fijn bolletje diep in de
bloem verborgen, waarin een eitje of zaad
knopje wacht om bevrucht te worden. Eerst
als zoo'n eitje bezoek krijgt van een paar
spermatozoïden die van een stuifmeelkorrel
afkomstig zijn, u herinnert ze u wel uit mijn
vorig opstel o"er de polyp, zal het er innig
mee samengroeien en een zaadje kunnen
worden met een kiem er in.
Zoo'n bevruchte zaadknop groeit meestal
gelijk op met het vruchtbeginse'.; dat wordt
vaak dik en rond en kleurig, denk maar aan
een kers, en het geheel, het volwassen vrucht
beginsel met het zaad dat er in verscholen
ligt, noemen wy vrucht.
Nu zult u bij de mossen te vergeefs naar
zoo'n echte vrucht of naar zaden zoeken.
Wel bevat een mosvrucht," of moskapsel
dan, een massa fijne korreltjes; maar daarin
ligt geen zichtbare kiem geborgen en dat is
het hoofdverschil tusschen een spore en
zaadkorrel. Toch ban zoo'n miniem korreltje
uitgroeien en mosplanten doen ontstaan.
Dat gaat er mee als met
deaardappelkcollen b. v .,<>! met okselknolletjes van speenkruid,
of met de zwarte bolletjes, (He ge wel eens in
de bladhoeken van boerenlel es hebt gezien.
Ook dat zijn immers geen zaden, maar niets
dan stukjes van de plant, waaruit weer net
zulke planten opgroeien, als waarvan zij een
deel uitmaakten, en die weer oloem en vrucht
kunnen krijgen, evengoed alsof /.ij uit zaad
waren opgeschoten. ?
Toch is er een verschil en geen kleintje
ook. Het maakt, dat de mossen en varens tot
een heel andere groep van planten worden
gerekend, dan aardappels en lelies.
Jammer dat de ontwikkeling van een
mosplant uit een spore alleen met een
vergrootzijn rede van materiaal te voorzien, de zaak
in bespreking kwam. Zelfs niet, al ware de
behandeling der verordening daardoor
opgesehort zooveel haast was daar niet by.
In plaats nu te verhinderen, dat deze.
ernstige aangelegenheid zóó doorgedreven"
werd behandeld, besloot de Raad meteen niet
groote meerderheid, de zaak toch maar te
behandelen.
Zonde r dat men de raadsleden, die van de motie
tegenstanders waren, in de gelegenheid stelde
om zich voor te bereiden, zelfs niet toen ze
zélf verklaarden, daaraan behoefte te hebben;
zonder omtrent Rotterdam zèlfeenig materi
aal was overgelegd; zonder dat daaromtrent de
meening der Commissiën bekend was, en
zonder dat de vrouwen in de gelegenheid
waren geweest, voor zoover zy' zulks noodig
zouden hebben geacht, daarover hun meening
aan den Raad kenbaar te maken, werd er
met de behandeling doorgegaan.
De wethouder van onderwijs, inplaats tegen
de^.e wijze van behandeling te waarschuwen,
gaf nog wel een wenk om de motie te ver
zachten ; zoodat aan B. en W. niet de plicht
werd opgelegd te ontslaan. Dat zullen B. en
W. ook wel doen zonder dat het in de motie
staat, wanneer de zaak zieb slechts princi
pieel uitspreekt.
De wenk werd veistaan, en als resultaat
daarvan werd deze motie aangenomen:
De Raad, van oordeel, dat het in de
school werkzaam blijven van onderwijze
ressen na haar huwelijk in den rege1 niet
in het belang zal zijn van het onderwijs,
gaat over tot de orde van den dag."
Onschuldige motie?
Ze zou het kunnen zijn, indien ze niet ge
wikkeld in verklaringen en toelichtingen, war"e
ter wereld gekomen.
De voorstellers toch verklaarden uitdruk
kelijk, dat lij er mee bedoelden het huwelijk
zonder meer, onverschillig of zwangerschap
er het gevolg van was, en de wethouder
betoogde uitdrukkelijk, dat ontslag toegepast
diende te worden, niet wanneer er eenmaal
kinderen kwamen of waren, maar bij deii
aanvang van het huw-lijk.
Sterker kan het al niet.
Voortaan zal het te Rotterdam eenvoudig
uitgesloten zijn, dat een onderwijzeres die
huwt, nog bij het onderwijs blijft.
Is de wijze, waarop deze krasse, strenge,
aan de emancipatie der vrouw zoo vijandige,
ja domperige bepaling, door een liberalen
gemeenteraad, niet verregaand unfair te
noemen?
Van een liberalen gemeenteraad!
Ik heb me geërgerd, hevig geërgerd, toen
ik den dag na deze beslistinz, in de Maas
bode" moest lezen, naar aanleiding dezer be
slissing:
Zij (de motie) is geheel conform aan het
streven der Christelijke partijen, om bij de
verbetering van de economische positie der
vrouw de groote belangen van het huisgezin,
welke toch boven alles primeeren, geen af
breuk te doen".
Geërgerd! Want de liefde voor het gezin
bij bet katboliek.*;b!atUkomt ni$t voort uit
weiaal gevoel,, want dan zou''het%l de eerste
ry' moeten staan van diegenen, die strijden
voor een geheele verandering en verheffing
van het leven der arbeiders in de industrieele
centra, waar duizenden vrouwen, ook gehuw
den, 10 uur of 11 uur per dag op de fabriek
IMIIIIIIMIIIMIIIIIMIIIMIIIIMIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIMIIIIMIIIMMIIIIIIIIIUMIIIIII
glas goed is te zien ; maar een figuurtje geeft
er ook een goede voor.-telling van.
Er groeit uit zoo'n spore eeu groene
draad, een protoném*. Die vertakt zich,
krijgt knoppen en als er geen ongelukken
gebeuren, schiet uit zoo'n knop een
stammetje op ; het ieder bekende mosplantje.
Als het daarmee uit was, viel er heel
weinig meer van te verteller), maar nu begint
het pas mooi te worden. Ergens op het
stammetje, meest in de bladhoeken, soms
boven aan den top, ontstaan organen, die
eenigszins met de stampers en de meeldraden
van gewone zaadplanten overeenkomen. Het
zijn de geslachtsorganen, de mannelijke heeten
staan, en waar inderdaad van verwaarloozing
van het gezin sprake is, Hier is ,het niet de
verwaarlooang van het gezin, die de drijf veer
was, want dan zou men niet uitdrukkelijk
zeggen dat men de, onderwijzeres niet alleen
bij zwangerschap, maar reed» dadelijk bij het
huwelijk wil ontslaan. De bedoeling .is: de
vrouw terug te houden'uit het publieke léven;
haar terug te dringen naar de keuken, haar
te beletten, zich langzamerhand, zoover haar
lichaams-omstandigheden \tjet toelaten, zich
geestelijk en maatschappelijk te verheffen.
Ik heb me geërgerd, in de Rotterdammer1.,
het orgaan van prof. Fabius, te lezen:
Een zeer verblijdende uitslag, wanneer
men te voren weet, dat Burg. en \Veth. haar
thans niet naast zich zullen neerleggen, maar
ze hun een welkom middel is om aan
ongewenschte toestanden bij het onderwijs voortaan
een eind te maken.
Eerstdaags zal nu wel te wachten zijn een
voordracht van Burg. en Weth., waarbij de
eene of andere bepaalde onderwijzeres ter
oorzake van haar huwelijk, zal worden voor
gedragen tot ontslag". '
Ziedaar bet succes^ van de kerkelijke poli
tiek in den-RotterdSmschen liberalen Raadl
Fanfares in de Maasbode" en de Rot
terdammer"!
't Is om er trotech op te zijn! *
Een geva£ltjt.M.
Ik bedoel natuurlek* Ltfia" van mevrouw
Cecile de Jong van J^B'ek en Donk.
Gevaarlijk... voor jonge meisjes die zonder
levenservaring, allee» .«taan in groote steden,
en met al de illusies eigen, aan de jeuud,
met al het naï?e geloof ja liefdes woorden
zich zullen laten begoochéten door beloften
en eeden van trouw, en ... haar eigen leven
onherroepelijk verwoesten, door, zonder
huwelijk, zonder -wettig, huwelijk, de schep
pingsdaad loe te staïh aan den man dien zij
liefhebben. ,
Freule ,van T ijndhoït, ,c|ë' Steensëma's zijn
onverantwoordelijke idieten dat zij een meisje
yan 24 jaar, dat te; Laren is opgevoed en
blijkbaar niets van 't leven kenr, /,oo maar
naar Parijs sturen ... vwaaffij geheel vreemd,
in diepste droefheid óver haar ziele
ernzaamheid, hunkerend naar 't warme familieleven,
naar vriendschap, zich dadelijk laat zinken in
de armen van een jongen man die haar over
liefde spreekt, en waarvan zij nuchter denkt
dat het niet anders kan of bij zal haar
trouwen, en zijn hand zal haar steunen door
't heele leven .... door 't heele leven ...."
Was zij nu nog een bakvisch geweest van
lö, 17 jaar maar neen, >ij is 24: zij heeft
al wat gelezen, heeft al gehoord dat onge
trouwde vrouwen die kinderen hebben, ge
minacht worden «n 't is alsot zoo'n marte
laarschap haar juist aantrekt en zij zichzelf
als een heldin der liefde beschouwt, omdat
zij dit offer ??haar eigen ongeluk en dat
van een arm nieuw wezen met exaltatieaan
den inet haar spelenden Vincent brengt.
Haar exaltatie is valsch, is dom ; haar offer is
zonder waarde omdajt zij.nutteloostwee levens
in 't ongeluk stort 'ïhTYietfé'genstaandèhet
gloedvol e prachtige lied, dat Mevrouw de Jon?
van Beek en Donk bij 't opepeh van haar boek
op de smart zingt,-ig het ?vtefaatulr'dnt lijden
veredelt, verbetert; bühonderd, bij duizend
zou ik voorbeelden fcbnnen opnoemen om
het tegendeel te bewijzen. Als een jong meisje
alleen om de struggle for life" te onder
nemen, het l«ven ingezonden wordt, hebben
voogden, ouders, beschermers of wie dan
ook, de plicht haar in ronde woirden te
zeggen: Bedenk dat als etn man je zijn
liefde betuigt, en hij is niet bereid met jou
de gevolgen te dragen van de liefdes- daden
door jelui samen gepleegd, dit, het zekerste
bewys is dat by hem de liefde NIET bestaat,
met andere woorden: als een man je wil
overhalen, je geheel physiseh, aan hem te
geven, vóór dat de band van een wettig
huwelijk die overgave, oofc van, zijn kant
met de gevolgen belast heeft, hij een
egoïst en wellusteling is ZONDER liefde; omdat
hij in ditt geval jou en de vrucht die
uit jelui liefde ontstaan kan aan de grootste
ellende ten prooi zal lal en, voor hem de
lust ; voor jou de last; is DAT liefde?''
Is dat de mooie liefde wier SCHOONHEID
alles verontschuldigt, zooals het boek Lilia"
tracht te bewijzen ?
Toen ik jarenlang in Parys leefde en juist
in die kunstenaarskringen verkeerde door
mevrouw de Jong van Beek en Donk be
schreven, heb ik ze zeer talrijk ontmoet die
schilderesjes en musiciennes, die, zooals Lilia,
zich in mooie liefde" gaven.... maar hon
ger en prostitutie waren de gevolgen ; en
zelfs al dansen zij, zooals Lilia met een
tweejarig kindje in de armen in baar a elier
ron f, zij wisten dat zy een misdaad begaan
hadden tegenover dit arme kind en zij von
den zelden, beschermers, helpers, die
belangloos. . . . haar en haar kind voor den honger
dood wi'den bewaren.
Ik echrjjf geen cririek op het boek, anders
zou ik de vele onwaarschijnlijkheden
aantoonen, die in 't verhaal voorkomen ; ik
wilde alleen, omdat ik meer dan vijf en
twintig jaar mij bezig heb gehouden met
meisjes-opvoeding, er op wijzen hoe ge
vaarlijk het is de ichoonheid der liefde te
verheer ijken voor jonge onervaren, naar
liefde hunkerende harten. Dit doet niets af aan
den prachtig^n stijl, de diepe gedachcengnng,
de dichterlijke beelden en de meêsleepende
eloquentie, die mevrouw de Jong van Beek
en Donk stempelen tot de grootste roman
schrijfster uit onzen tijd.
CATHARIXA ALBERDISGK THUM.
Modes.
Wantrouwend stond het dames publiek bij
den aanvang van dit winterseizoen, tegenover
menige gedurfde, ietwat drieste nieuwigheid
op het onafziealijk mode-veld. Eerst wanneer
nieuwtjes zich accentueeren op het tooneel,
vinden die ras navolging onder haar, die op
lettend de toiletten bestudeeren van gevierde
tooneel speelsters.
Er zijn dames, die zooveel aandacht wyden
aan de costuums der actrices, dat stuk en spf l
voor haar bijwerk worden. Doch zulke vrouw
tjes moeten er zijn. anders bleven mode
koningen, les grands couturiers", zitten met
de creatie?, die hun onzegbaar veel hoofd
brekens kosten.
Aan de verrukkelijke, hedendaagsche modes,
aan de sierlijke pracht, aan de oog-gtreelende
weelderigheid óp dit gebied vertoond, zouden
wij vrouwen, bijna gaan gelooven, dat het
bedenkelijk hoofdschudden van onze mannen,
over finantieelen druk, een fabel is!... En
tóch ! tóch is geld schaarsch n dnnr.
In Amerika klaagt men steen-en-been. Zelfs
in New-YorK. zou men op 't oogenblik zich
deelte bevindt zich het eitje, de dunne ha's
van 't flescbje is open en daarin dringt iets
binnen dat uit de mannelijke organen, de
antherideën afkomstig is, natuurlijk alweer
de spermatozoïden.
Die dingetjes zijn zeer beweeglijk, althans
in water, een dauwdruppel is een zwem IK
voor ze; bet
vinden van den j
weg naar het d
eitje dat hen
wacht, wordt
hun gemakke
lijk gemaakt
door een
lokbinnen op, tot de buitenwand barst, onderaan
dicht bij den voet. En die buitenwand soms
een harig hulsel is niets anders dan het
mutsje of buikje. Dit wordt nu omhoog gehe
ven door een eteeltje dat vrij snel groeit.
Op dat steeltje blijkt thans een d o->je te staan,
l «\ » het bevruchte eicelletje dat een dikken
1. Haarmos met mutfje. 2. Haarmos zocder mutsje.
Hoorntand, vergroot, met buikje. 4 Hoorntand, natuurlijke
grootte, met huikje.
1. Doorsnede van 't kapsel van Haarmos. 2. Rijp archegonium.
3. Uitgroeiende jonge vruchten larchegoniën). a. Vroegere huls van
het archetüoriium. b. Pe plaats waar het mu sje scheurt, c. Jongere
vrucht. 4". Antheridimn waaruit de spermatozoïden vrij komen.
b. Spermatozoïleri. c. Spermatozoïde in 't r.u'sel. d Spermatozoïde,
vrij. 5. Kijp kapsel zonder deksel. 5a. Kapselrand met mondbeslag.
antheridién (anthères helmknoppen of
mpeldoosjef) en de vrouwelijke arc/ieyomë'i. Meest
zijn beide organen op n ftamrnetje voorhan
den, soms alleen bet een of het ander; in ilat
geval komen ze in dit opzicht o -'ereen met zoo
genaamd tweehuizige planten, zooals wilgen
tn populieren. De figuurtjes hierbij toonen
u hoe mtke organen er onder 't vergrootglas
uitzien. De d'i'getjes, ifie op fleschjes lijken
zijn de vrouwelijke organen; in 't dikste
gemiddel, een rietsuikerstroom in dit geval,
die uit den hals van de fleschjes den, dauw
druppel in trekt.
-Daarbinnen in 't flepchje beeft de
bevruclring jilaa s. de versmelting van twee tot
<-n. Kn dan begint zich de mosvrucht te
vormen.
Die vrucht, heeft evenwel een ongewonpn
vorm. (Iet fleschjp., liet archegoiiinrn du»,
gaat groeien, en dik worden, het zwelt van
wand heeft gekregen en vervormd is tot een
Hporei drager. Eerst is het nog lang en dun,
maar het groeit langzaam aan ; tot het een
leuk duo-je i.-f gewoplen met een deksel en
een voet, en meestal komt er nog een
middenzuiltji- in te staan.
Tus-chen mid lenzuiltje en wand is een
holte vrij geUleven, de sporemak en die vult
zich al> bet iloo-jn riip wordt met een ont
zaglijke hoeveelheid fijiru sporen.
wanen in de morte saison." De rijkste Ameri
kanen beramen middelen om te bezuinigen.
Getrouwde heeren keeren in New-York
terug, maar wonen als célibataires in pen
sions. hun vrouwen en kinderen blij »en bui
ten. Geen grand train ; geen partyen, niets !
Maar, madame mode blijft de onverbeter
lijke optiiniste. Zij, nukkig weelde-kind,
weet van budget noch bezuinigen ; voor
haar jjdeltuitige uurtjes zijn: finantiën, druk
en kwade tijden, words notbing but words.
Doch, laat ons terugkeeren naar het tooneel,
vanwaar de modes, geheimzinnig en bekoor
lijk, door boven-, zij-, en voetlicht beschenen,
een tooverachtigen invloed oefenen. In Parijs,
was wedgver tusschen het théatre Francais,
Ie Gymnase, de Renaissance, l'Athenée en
de Nouveautés" wie we) het kranigst voor
den dag 'ou komen; en men vroeg zich af,
van wie de creaties het meest in den smaak
zouden vallen, en van wie de meeste
ravolgingen zouden geleverd worden, van Paquin,
Kedfern, Worth, Drecoll, of Béchófl-David.
In l'Eventail"' draagt Marcelle Seuder, in
de rol der jonge weduwe, een azuurblauwe
robe van moussélnaède spï^ ge gameer d
met Liberty satijn en Venetiaansche kant.
Een beeldig avondtoilet dat zeker do jr
menige sehouwburgbezoekstër zal nabesteld
worden. Empire-toiletten, soupele weefsels^
teere tinten, kant garnèering, zijde ^
zilver en goudborduurselc, de statige robe
princesse zijn óp 't modeprogramrna van de
winter 1907?1908. Sensatie- en
fureur-makende toiletten worden gezien in Monsieur
de Courpière'. Een prachtig avondtoilette'
wordt daarin gezien : een robe prihcesse van
zacht rose mousseline de soie, de figuur
omspannend als een foudraal, lange, puntige,
met chinchilla gegarneerie sleep.
Guirlanden van paarlen en zilverborduur
sel vleien zich om het vierkcnt décollet
van 't corsage. Dezelfle motieven slingeren
zich onder aan den rok.
Git- en goud-garneering brengen
flonkering en leven in zwarte toiletten van wazig
weefsel, . waarvan coquette, jonge b'onde
vrouwen terecht nog geen af.-tand doen, om
dat die dofle omlijsting de blankheid van
huid en blondheid van lokken
allervoordeeligst doen uitkomen.
De eerst met verbazing aanschouwde mode
dat oudere en oude dames zich in lichte
tinten kleeden, een mode herkomstig uit
Rusland en Po'en, vind ia ons land geluk
kig steeds meer bijval. Ik handhaaf blijmoe
dig mijn reeds vroeger dienaangaande ge
uite meenirjg dat lichte kleuren : Crème,
gris perle, geheel wit, zacht mauve, moge
lijke scherpte van bejaarde vrouwen-gezich
ten beminnelijk wègdoezelt en in harmonie
is met bet grijs of wit van 't hoofdhaar.
H el- blauw, teer rose, licht -groen zal een
verstandige, smaakvolle oudere- van-dagen
natuurlij K niet kiezen!
De mouwen zijn nauw met plooien .in
horizontale richting. Voor diner en avond
toilet worden geplooide tulle mouwen veel
gedragen. Plooien over- heupen en in mou-,
wen. worden zelfs bij fluweelen toiletten ge- ,
zien, nu de dunheid en spupelheid .der .be-;' :
dendaagsche weefsels zich ook toe de kost- '
bare prachtig gekleurde fluweelen robes
uit-strekt. De ongeëvenaarde waarde in
bontmantelg, stola's en moffen, schijnt mede een
honende rondedans nit-te-voeren' om 'de '
angstig geproclameerde geldzorgen : O ! d;e
onverantwoordelijk lichtzinnige Madame
Mode ! CAPRICE.
Die moeten de wijde wereld in, om weer
protonema's te vormen, mosstammetjes te
doen ontstaan, die op hun beurt weer
antheridiën en archegoniën vormen en zoo 't
levenskringetje sluiteed te maken.
Van dat uitsturen van de sporen maken
veel mossen nog al ernst ; zij zorgen op bij
zondere wijze voor 't zuinig en doelmatig
verspreiden.
Bi na alle houden hun doosjes dicht als
't ongunstig, regenachtig weer is; bij droge
lucht of zonneschijn met wat wind laten ze
de sporen bij kleine scheutjes glippen,
naarmate de win l ze meevoert.
De meeste sporenkapsels hebben een rij
van stijve, veerkrachtige slippen oïtanden
op den rand van het doosje staan. Als het
buitje afgeworpen is, valt ook spoedig zijn
punthoedje, het dekseltje, af; maar nu hou
den de klepjes de sporen nog tegen. Ze
richten zich alleen op, als het voor de sporen
goed weer is om op reis te gaan. Bijzonder
belangwekkend is deze gewichtige gelegenheid
geregeld Oij het bekende mut-jesmos of
f aarmog By deze foorten ligt er nog een
der ie ieksel, een vliegje, het trommelvliel, op
de sporen. Als huik en hoed zijn
weggewaa d kunnen de sporen n >g niet de wereld
in, het veerkrachtig velletje houdt ze tegen.
Vierenzestig of tweeëndertig kromme haakjes
in 't rood om de open doos geplaatst, om
klemmen het vliesje. Bij droog en gunstig
weer versmallen ze zich en rekken meteen
wat, bet vliesje krimpt en tusschen de klep
jes of tanden door, ontsnappen de sporen;
want de wind schudt de. hooge lantaarntjeS
heen en weer en het doosjes zelf krimpt ook
al door de droogte en duwt zijn inhoud naar
buiten. Bij vochtig weer, rekt het vliesje,
de tandjes krommen zich, en trekken zoo
't vliesje naar zich toe en uaar onder ; het open
doosje blijft gesloten, tot weer en wind weer
dienende zijn. Zoo goed zorgt het
moarnoedertje voor haar kindertjes. Pardon, dit
laatste zinnetje had ik eigenlijk alleen mogen
gebru ken, indien ik er werkelijk een spookje
van had gemaakt en niet de onversierde
waarheid bad gegeven ; maar het staat er
nu eenmaal, nul déplaise. E, HEIMANS.
G. V. e. a. U doet beter, met dat inrichten
van een aquarium voor uw kinderen te
wachten, tot er geen strenge vorst meer
te duchten is. Anders heeft u al dadelijk te
veel te doen. Ik beloof u, bij tijds er hier
over te schrijven of anders u per brief in
te lichten.
A. \V. W. Uw zwarte wilde konijn is be
zorgd. Goed, dat het streng vroor, anders
was 't te lang ouder*eg geweest om het nog
te doen opzetten. V o g Is, die al veeren los
laten bij het aanva'ten zijn in den regel
niet meer geschikt om opgezet te worden.
Zend ia 't veri'olg de dieren die u
geprepare-^rd wenscht te zien, direct aan P. J.
Sieenhnizer, praeparateur van Artis. A
exanderkade 10. Ik ken hier toch geen ander en
beter adres; en u loopt niet de kans, dat
door mijn uitstedigbeid, zooals dezen keer,
de zending mislukt.