De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 12 januari pagina 3

12 januari 1908 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1594 DE A M S T E R D A M M ER W K K K B L A D VOOR N E D E R L A N D. HberaHstieche artisticiteit der Antwerpscn-j fchildajs, welke metr dan schijnbaar, door de brutale kracht van den academie professor Verlat beïnvloed was. Piet was onbeholpener dan Da'id en waar h\j dan ook eens viy en brted en artietiek traobt te scbilderen, met elout aanpleisferen van verf, blijft hij dik wrjls hopeloos steken in logge factuur en zwaar. d.'abbige kleur. Maar, in nunig ander weik, als d? Schuur, </e Uttrengracht bet conseientieaae p^Jtret Tan zijn broer, b'ijkt hij f en kunstenaar met veel inrrg-.r observatie, een schilder van minder pretentieus maar veel gevoeliger uitingsvermogea dan David. En om geljjfee Redenen van meer geestelijken in bond, ia'me zijn !*chaa'epete s ook superieur aan een ; der kostelijkste schilderij (j ei van Da»id: *$ h<t alelitr. Het andere deel der tentoonstelling bes;aat uit graStch werk van Veldheer en eenige schilderijen van de Zvvart. Het werk van eerstgenoemde het/D alle eigenschappen die het respectabel doen zyn; het is in uitvoering ?\an een stipte ordelijkheid; zijn etsen zijn van een zeldzame vlekkeloosneid, zoo correct doo gevoerd a's een gravure met het burijn. Vaart! \g bei d en gewetensvol/leid enrfohlzinrjighej l In s'reven, 'c zijn achtbare deugden, iiiaar zoo er niet den levensadem van de ontrofciing ingeblazen wordt. g°eft het volkomeuele tfcbtische kunnen nog slechts het rnecbunifik van een kunstwerk. Het ta'ent van Wdheer, ook als h jtitsnee-graveur is nog niet tut bloei kunoen raken. Enkele kleuretfen, hier aanwezig, wijzen op een staag zoekép bjj de^en graphitchen kunstenaar. Behalve de sehi'dergen van dn Z*art, is er nog een nieaw schilderij van den j >ngen Mauïp, dat een guna'agtjn dunk geef. van ontwikkeling. W. STICEXIIOI-T. MiiiimimitimiMimiiiliHiiiifimmiiiiHtnirnmiiMMiimiiHiiiiiiimiMi DU sciiool di r toekoisf "&M Laar io tien door J. J. KLiE^sthA1- C. A. J.'v. Dishoeck, r>S '' ' S ! ''i ." Bussu n. , Ofrchoon ereenrge t <l verloopenis t SScben' liet schrijven van de/.e beschouwing eii het vertöhynen -van K'l*efstra's boek: tfe-'school' der toek'nist en W'it hnttr in dtn Weg -staaft' zal de ecl-jri}v«r zelf toch we! willen ea kunnen erkennen, dat het formu'eeren van een jueeuiDg over zyu werk iog recht varj banaan l.eeft. Het zijn tuch alleen tld een lagsvïiegen op de boekenmarkt, die slechts besproken kunnen morden onmiddelliJK na bun geboo-te, omdat hun leven zich vol'.rektiu zoo begrensde tijilruimte. Wat is het doel van het schrijven van een bo» k over opvoedkunde? Dit kan niet anders zijjn dan hoof Ien en batten te winnen voor de ^denkbeelden, die er in ontvouwd worden. Wie opvcelt, helpt mee aan de vorming vin menschen. Wie dm zijn op vatüngsn daarover neerlegt in e^n boek, richt zich tot acderen om gehooid te worden. Daarin is de heer Kleefstra niet geheel geslaagd. la de eerste plaats gaat bij te veel van de overweging uit, dat er gten rekening bof ft gehouden td worden met de denk beelden van auderer. En wie zelf ervaring op opvcelkundig gebied achter zich heelt niet ern-t en overtuiging het werk tracht te doen, weet, dat niemand meer bescheiden heid leert en meer eiken dag in de leer fü\l dan de op/oeder, als hij ten mins e zich w.l lichten naar htt leven eu niet de praktijk boven de theorie stelt. Hoe overtuigd aio opvoeder ook we^en moge, waar het beginselwa betrtfr, boa hij zich ook wenden wil naar de tigeu lichtecde idealen, hij ervaart, dat op'oeden óók rekering houden is met andtren, juiit omdat het mateiiaal, waarmee Lij werkt, de Ie ende mensen, ie. Hg verloochent zijn over uig ng dan niet, inaar verbreidt tn verdiept haar, omdat hij MtlllMlllllllllliriilHlllllfllllMlllll iiiiiiiiiiiimiiliimilllliimillimiiiiim naar voren: Jan (f Piet, denk je wel om de p<iinp?'' U,i bloote voeten er uit, utn de pomp gevoeld of er water in het schip is, en is dit het gevai, dan aan 'c uitpompen; de schipper zelf zal zich met pompen niet iulattn, daar is bij veel te lui voor , klaar, go* d t-n na. h t. Bous, bonsl Wat is dat? Vlug aan dek, een andere schipper is naast u komen l ggen, maakt bij u een touwtje vast, dat doet hij oja zijn anker te sparen. Eiudelijk, eindelijk zal de knecht slapen. Ka een korte rust, tegen het aanbreken Tan den dag, hoort hij aan boord geklop. De EI h pp«r blijft echter in zijn ma1 dj-* liggen, maar heeft bij zich een stuk ijzer, waai mede hij in zin bed liggende, te^en het houten beschot klopt, zoodat gij er vóór door wakker wordt; by dekt zich warm toe, en de houd'inT.sch gaat aan zijn werk. Dit zijn vaaituigen welke nieuw of betrek kelijk nieuw zijn, maar is men verbum d op een oude karkas, dan is het in het geheel geen leven l E k oud vaartuig, indien het afgeladen is tn tliep lut, maakt geregeld water, zomler nog bepaald lek'' te zijn; is d^ lekkage van dien aard dal er te vél water bij tL; pomp koait, dan doet men het volgende: Hen gebru.kt een ouden mand gebonden aan een laeg-u stok, gevuld tuet turfuiolm. Die mo:ni drijft men langs en onder het schip door, en hij zuigt d.iii vanzelf naar binnen in de, se leuren ff gaa'je?, zwelt of zet z:ch daar uit, en het schip is dicht; nu is de bouw van eensciap van dien aard, dat er toch nog scheuren «e Jioeg zijn waardoor het water kan l innend.-iiigeu, en daar moet op gerekend worden. <j.ng men rustig des cacbts liggen dan liep int 11 de kans des morgens op den bodem ?van de vaart te liggen en nooii meer wak ker te wordeo. Er blijft dus in dit geval f oor den knecht nitts an !ers over, omdat hij toch a in armoede gehoon is, dan djar.oor ten koste van zijn i ust te waken; hij gaat in p aats dat hij in ijn kooi" gaat liggen, op den vloer in het voui onder zijn slaapplaats maken, met dit n vprrtande. dat bij, met zijn bloo e voeten in bet onderlu kje hangende, voe'en kan of er water in het schip komt. Bereikt het te hoog gewassen water zijn voeten, dan weet hij wat liena te doen slaat * * Er zijn twee soorten van gchi^perg, zij die hun volk per jaar en zij die het per week aannemen. Laat ons'esrst over de jaarschippers spreken. Zij, die varen of gevaren hebben w«ten, dat het jaar gerekend wordt van 2 Februari (Vrouweodag) tot Kerstmis, alzoo 46 weken; ze telkens toetst aan het leven om hem, telkens inkeert tot zichzelven oin zich tu t waarom vytitr daden af te vrager. Opvoeder en leera^r, wordt hij dan e ken dag steeds bescheidener leerling, omdat hij de grenzen van zijn krachten leert kennen, de bepei kt beid van z! n kunnen, en dankbaar ervaart, dat er zoo velen zijn, van wie hij leerde, wier in ictten de zijne verrijkten, wier meeninneu de zijne wijzigden t f dieper soitel deden schieten. En in het boek van den heer KleeMia ia nergenp het b st f gefurmu'eerd ol tusschen du regels door te IBM-P, dit in de opvoedirg. wat toen een ^emeeiis-chaj s- en een ei > aiingsw ijst eid is, er van an leren te leeren i-i, dat mui zelf wy'zer wi rdt door naar ai, ifien te kilteren en door te d.in,en tut «at /,ij onder woorden brengen. * oor t - nad de fchrij ver xijti b«;oog zuiverder gfinaaKi. indien hij in zijn werk geen grievtn tegen sommige per;onen had oaucnrevt u. De Ie.er, die vau dt-n hter Kkef tra een betoog over opvoedkunde verwncht, w ut daarvtor is hij toch aan den arb( i l getogen, kooit telkens tot de verzuchting, dut dit of dat n'ut tioort in een buek, dat de s-rhool dor totkouifct bes-cbrijvm wil. M jn h et f c er mets le^ec, dat de schrijver opkomt tegen het een en a .der, do-/r hem als onrecht ae«oi-ld, niaar o\ er opvoedkunde z< u de heer Kletlstra bet hebb.n en bet persoonlijke eleme.it moet dan wig^ela'en worden. Eindelijk hooren naam en inhoud van dit boek niei bij elkaar. Fen opvoedkundig stelsel otitwikielt de hter Kleefrtra niet; weinig er»aria^t-:)proed<iliQde, getoetst aan al het materiaal, da' deze ondt r uj/.er te verwerken kreeg, ^-eeft hij. Als de hear Kleef;tra de fc.'iool der toekoiust scliettea wil en wat haar in den weg staat, dan ma^ n:en toch veiwactittn, dat deze tchiij >er-[ aedagoog helder en be*ust omschrijft wat hij onder deze tchod vtrslaat, waarom wij liat:r rug niet hebben en nie'. hebben kunnen. Wellicht ware by dan IOL bet inz c it gekomen, d;it <r geen school der to.'kuuist i.j, maar e< n Viühet Ut'deu. Elke maatpchappe'ijke outwikke.ing het ft haar eigen ?etyj.eD, legt. baar ideafeu ia baar opvoeding neer. J)e heer Kleef-tra heelt het slechts over zijn k<>et(?Chool tn vergelijkt die voorEame.ijk met iurichtfl gen m Jiet buitenland, welke in deuze.fd.-n geesl werken. Ma.tr wat de s'Ohool in een ander maatschappelijk stad.u-m m >s:e wezen, men verkon ligt waarlivk getn oiakeltüii), wanneer men zeer be-hrt de jneeniug uitspreekt, dit de kostt'chool n >oit (/c se hooi zal wordeu. DO Lej.e in het soort kan Meclus Eu:rogaat wezen voor ile op?oe'Jing, waarin luis en f cl ooi samen *ej keu. Die overtuiging, liad ik, ti ca ik sterk ouder den -n In.k was van de mooie patdagog:sche proefneming der D.utsc'ie \> inJ-Krz-ie langs Ileiine en ik h-b haar on Ier woordi n gebracht in het Gidjjarlikel, waarin alles verwe.kt «ent \v<it het reii-jö, dat deze scholen besiudeeide, te iien en te denken gaf. En deze meer,ing is sjdert steeds meer bevestigd geworden. E n kostschool is voor uitzondirings-grvallen een noodzakelijk ic-t0. Er zuilen altijd kinderen zijn, die naardere iniicvitii,g moete; , h.» ';j door deu diaug der omstandigheden, het/.ij, dat de ouders zichzelf een ceit li-aut van onve) uiug-n pevtn in zake opvoeciu i, hetzij dat rneu kosttchoolopvoediu; als (un tijdt-lijk ietf voor elk kitd goed acht. Maar de be^te en de eenige uatuurlijke opvoeding is die. wa-irin hu.s eu scboul saaien wei ken. Eiken jongdie wurdt een ko-:telijk en ko-tbaar iets onthouden, die Of de dpvofding van het huis, ót d.e vau de fcs.ooïin st. Doch i-lf fc'iool der toekomst zal en kan gelukkig de kobiscliool niet zijn. Zij heeft altijd liet k'.nd onder abnormale omstandig heden en kun'itma'ige .'erhoiniinger. l i. verklaart inis.'caien den pessiiirstitchen toon der beschouwingen vau tleu heer R'eef-tra. Hij geeaelt op zijn manier de H-vt" paedaej.ogie, maar vervalt in 111 het men weet dat overal iri'Frierlaud en (froningtn na K-rstmia etn SÜOTL markt getionden wordt, wi.ar de schippers komen om hun kntcrit (fdinl) te buren ; de knecht», daar aanwezig, vormen alzoo ejn viijwiliige tla venmarkt. Heeft r.u de echippor zijn man gevor.il n en l>et loon, voor eei 11 nk be^arei^ per?oi u '200?300 gulden (vroeger was dit heel wat minder), is bepaal l, dan komt men op tien afgesproken tijd aan boord. in de winterdagen, zoolang er nog ij~i in het water en de d,-nst nog een iiieu A'tje i#, i gaat het goed. Als de zeilen echter los «^- l maakt worden, zijn de eerste woi. rd.-^u v.in i deu schipper dikwijls: X*/,;)f>, wij sij» uit- | ge.us', nu gaan wij werkin." » zijn o k i schippers, die de minder beleefde, wu >r ien l geiruiken: Ik zia, dat je goed kunt seluan- j sen, na zuilen wij ideu of je goed kunt l werker.'" Eu ddt werken is niet '«?ii'tn';/. Dag en v acht ' bij elkaar gerekend tellen L'4 uren. en nag di schipper er kans voor, hij uiauk.e, et n \ etmaal nog langer. De f cl.i -per rekent aldus ; vau nacla varen, moigen lossen, en a!« er een vrachtje is dienselfden ilig nog iatien i "n dat van dikwijls voor, vooiixi in Frie-iai.d niet tarf laden). Dan, als de du; wat lan^ i->, bij goeden wind, nn-j i'n-r, naar i)e l.'mtuer, i hu.ten de sluis en n.o;-i met de nacht in zee, dan is men bij <!:i t, voer Auisteidam. i Yeider iei tu of jagen [door j aanli-n getn.k ken worden) naar dep uats '.an bertemiir.r.L'. En alles zonder dat er rekening woidt ge bonden met het feit. dat de knecht S"ni-tnee i da^eu en nachten pal hteft ge.-taai'. Welzoigc hij, in zee zijnde, er voor, n aai het rner te zptten en zelf te gaan slapen l ! * * * i Dat er bij de kltint; vaait ook ding'n ge- j beuren welke duister zijn eu zullen blijven. | zoo.'ang de tegenwoortüge toef tanden blijven j bestaan, is maar al te ztktr. \ Eenige jaien geleden deed zich het j:eval j voor dat etn si-hipper te Am?teidAm aan k Aam ! met de niededeehng, dat zijn kiitchl in de Zuiderzee overboord geslagen was^ door de i fokkeschoot" en daanljor ook verdronken. Door mij werd toen een stuk ge-chreveri aan een Ainsterdamsch dagblad met liet ver zoek om plaatsing, waarin ik twijfel opperde, of die overboord-vallerij wel zuivere kdlie was, en ik er op wees dit d.t een mooi zaakje kon zijn voor ie justitie. Mij werd toen in de Correspondentie" van dat blad gemeld, dat de hot f ipeisoon, de knecht, was overleden en er geen bewijzen waren tegen den schipper. Daar viel weinig op te zeggen. Alleen dit, dat ook ik etns gelukkig maar bijna andere uiterste. In zijn boek komt bijna geen volwassene er genadig af, maar van de jongeieu weet hy evenmin feel ^ofds te veitellen En ook dat is verkeerd. Wij hebben in opvoeding voor alles behoefte aan ztc'ite suenjihtid of strenge zacKtieid, hoe men het noemen wiJ. -Wie ze f larjg-t jaren met jocgeien werkte, weet, dat op voeden vcor alles open oogen vraagt, die alles zit n en alles weten; bet wei k betfo hersenen noodig, die weten, dat. het kwaad en de zonde ora en in ons elk oogenbli« gereed zijn Lun verwoestenden in.loed te doen gelden; maar latui wij ook met harten aroeiden, d.e voelen, dat er in Ir. t normale gt val in eUe men-c',ieziel liet goede is, ais wij r.et maar weten te wekktii. Op.-otdeii is e n werk vac gelooven en vertrouwen. Wij sagen niet aliijd en wij knnmn niet aiti.d .-lagen, maar <>nze gau che arbeid zi/u zijn bestaansreden missen, indien wij met alle strenahe d tegenover, alle inzicht in ui alle kennis van bet kwale niet ver trouwend geloofjea in het goede in in_e jongeren. Eu ir is nergens een deel, al w is het maar et D bladzij ie, in het werk van den heer KI ef-tra. dat dit eikent. Door al iiei bovenstaande trfchite de schrijfster van deze beknop'e besc iturwing uit ie leggrii waarom de heer Kieefstra weinig mentcbni met zijn boek ovettu'gtn zal. Hij doet daarvoor te weinig snaren in het ziels'even van zijn lezers tiilien, zijn mede-arbeiders, zijn mele-opjoedkundiger. Want ook hier geldt het, dat alle leven van uit liet hart komt en wie als paedago >g niet het diepere gemoedsleven in ons weet te raken, wint iiiet »oor zijn denkbeelden. TUCII het f de heer KiteLstra veil blad zijden geschre ei, die de over^egitg meer dan «aaid zijn. Cielui-terd moet er naar hem worden, v na bij te velde trtkt tegen slap heid en weel ebeiierf Hier s>ieekt de man van er.ariiig. tlie in zijn werk opm'eikte en verwerkttj. Niet a lijd e^tn gelnskig is bij, als hij naar de owz?J>->-n van die slap'-;eiil bij zijn jongeren zoekt. J n oorlog bijv. zoekt tij een kracht tot be,i>ling, verklaart daar tl) r de energie van vuniiuige vo.ken, die IJ-AS den strijd doormaakten. Ma r. 7.011 men wi n chen te vragen, noe komt het dan, dat de /C\v:tsers zoo «eroemd worden, O ai Luu scholen d ; be.-te sc-iijnen te zijn '! Wek de beste zielekrachten in hè' kini. Laat de, «-pvoed'ng zoo zijn, dat de strijd in 11 e: p er-oo ui ij k Ie ven n iet ontweken wor J t ; leer het kind aanpakken; vvetr alle verlioHteiing uit zijn levtn; laat onze kinderen bij al e h jde uter iel» vutlen van het S.iaitaan^ciie hardt n ; laat litn /e .' ilrnken, vinden, werken en doen. l'an VOMUPU wij menscl on, die handelen kunnen en willen, die weekheid in zichzelf en audeien besnijden. Dan wordi ook de stiijd tegen het «eel«iebed'. i 'f aangebonden, waarvan de hee~ Kleefstia dtu veislapp'ndcii invlofd zoo goei kent in zijn ontz* ntiw Ie jongens t n waaitegeu bij oveitu:f.d en krach'ig te seKle trekt. \"an zijn in wee de groot gebrachte jongens getuigt bij : Zij lijden aan verstrooide aandacht in school. Zij leven bj lust eu luim. Zij verveleii zich nog in een j-mgensln'. Zij lij ien aan ze'f jver-c!iaf h;g. Zij eistaaa ^eeu sc.'eris. Zij l ebben getn eerbied voor tien ail>°il. Xi., hebben geen «jr_' voor'l werk vana.L>lereu. Zij x.ijn slordig en ordeloos. Zij vatten alles op als vermaak. Zij hileii zich leeiiu en le»eli''. Gelukkig, dat een knichtig temperament a's dat van den heer Kleefstra op sommigen vau zulke kni] en inwerkt en als du ge, ne :ende dokter de uitwassen vau moreele verw iitlei ing wegsnijdt. U.jk over de leerkrachten zegt de schrijver door d,e zoogenaamde fok' was overboord geslaaer., eu wel op de volgende «ijze: lu het jaar 1S70 voer ik op een praa'U van circa 55 las', als bitg'egger, in de bmrt van L"euwari?en op K >tterdam. Wij hadden den geheel» n dag eo nacht geladen te Leeuwar den, en bij bet kr;ekMi van den dag zeilden wij Laar De Lammer, waar wij legen den avond aankwamen. Verder gingen v\e da lelijk naar ?,te om K >umd.kiii als tinddoel ie bereiken. Iv-n «lag en twee i achten had ik dus hard ge*er»t zonder rust Door windstilte koriiieu wij bij het «anSreken van dm dag i.iel te Aiusierilaui zijn, maar waren tegen djn inidiag hij L'rk. Het was 7/>mer tn bludstil en wai m. De zeilen hingen sla;> aan deu mast ; de slok dweil teg^-ii de giek; mijn schipper ligt in het zonretj-; op d« luiken te slapen; ik sta ?aan het roer. Door stilte en war \ite zakt mijn lic .aam o-'er liet ,.inspil." ( ei huilt heuvel k in het roer zit waartegen de M'uurman aaiistaa'I. en door mijn vermueidiieid val ik in slaap . . . De schipper ontw >akt j!', ziet e-msraarde lucht, en t.euieikt dat het '/.eil .,tegi'.ni>iast'". Tegelijk spriiut hij op, stormt oj> mij aan eu sciiieeuwt, bleek van woede, lat bij ui ij o/ert.oord gaat werpen. M i; n persoon, jong van j iren rn kracht g gesj i"id. sitlt hem vóór het i-ens te [iro'ieen n ui'eii ons beiden \\ns t-r niemand -aan boord dan de vrouw, en wat een viouw'is ;i het water, i- te goed bekend1, itietf. Het tinde der gt'Scfiie It i.is was: de schipper schout w i tier in een korte boe. .t op d« iU ken, en ik behield het roer. <itfUll, dat ik niet tezen hem opgewassen ware ge*eest, dan wiren mijn voe.tn ge spoeld" t n kon de schipper na aankomst te A'nstrrdarn jenield hebier, dat zijn knecht door de ,,fok" overboord was geslagen. l)e zaak was tlaarme ie afgeloopen. Ik redde nu mijn leven en... ten halfjaar loon. Want laat ons niet vergeten, tlat een schipper, die een knecht per jaar huur', ook dat loon in zijn bez.it houdt, een heel jaar lauu'. Wil vraagt de knecht nu en dan een we.nig geld. maar het grootste gedeelte blijft staan, op lat de knecht er na d.ensttijd den w in tel mee door komt. Een schipper heeft deze twee kansen ; de eene is : dat hij het zijn knecht zoo zuur maakt dat deze wegloopt ; doet d3 knecht dat, dan verliest hij zijn loon, omdat hij binten het jaar verstrekt ; klaagt de knecht ?ijn schipper aan bij het kan origertcht, dm zegt de schipper uoodeenvou lig: hij heeft het werk geweigerd". Zij ziju met hun bei den de schipper als meeidere wordt opzijn woord geloofd, de kmcht beeft geen getuigen, zeer behartenswaarlige opmerkingen, al fu.'gereeit bij de gedachte, dat hij zelf e^n te krachtige, te dotnineerende persoonlijkheid is om rnexsehen -naast zich te vormen, die uitvoeren wat l ij wil, omdat hij hen weet te bezieler. Typeerend is toch bet doorhem meegedeelde staaltje van ingrijpen in een door een ander g-geven les. Hij, de leider van de school, zendt den jongen we?. Van dril leeraar ho ren wij ver.ier niets! Hoe is zoo iets mogelijk op een school, waar een goede veihouding is tusschen directeur en leeraars! Die i-chiol toch kan alleen de goede zijn, waar leider en onderwijzenden in vol komen ha-moLie met elkaar samenwerken als uienfchin, die elkanders zelfstandigheid eeniedi.en, waar do leeraar ervan overluigd is, dat voor de gotde. orde bij n de regeling van het groote te b ei-1 lx rus , maar waartiie » ne de in iividivalite t van den leeraar recht laat «edejvaitn. De hoving, waarvan de hetr Kieefstra vertelt, maak' hïtiiiet duidelijk, dat hij doordrongen is van deie hoogeie eamenwetking, die de kracht is van elk goed geleid geheel, waar menschen met elkaar voor Ie bereiking van hetzelfde doel arbeider. Toch heeft <it; heer Klt'efslra over de opleiding vau ouderftijskrac.bttn uitnemende bladzijden ge-chreven, tlie niet ernstig genoeg oveidacht kuni.eu woiden. Ik meen dat hiermee vo'staan kan worden. Ten slot te kan ik slecnts iedereen aanraden het boek van ien heer IC'eefstra te le:en, dat. gelijk ge/.pgd. eigenaardige eigenschappen het f.,, waardoor het zich met veel aanbang-rs en .vulgers zal maker. JVl.'.ar: een krachtige persoonlijkheid, die bewust wtrkt en met al de overtuiging van zijn temperament ets wil en doet, Verdient abijd, dat men naar hem luistert en doordringt tot d°n kern van zijn argumentatie. En de heer Kb-efstra. wil wakker maken ; hij heef eenifniJ, dat hij daarioe niet luid genoeg porren kon. Velen zitten in den dommel van (!?; (.emkznchtige weelde en er i-i in spanning noodig om hen te hert-iken achter den mu'ur van standsvooroordeelerj. Het i? de ze«=r goede zijde van het boek van den hepr Kleef-t-a, dat Int meehelpt dien muur reer te hal er'. En' dua-<mi, ondanks alle3, verdient het l zerv en mogen zijn denkbeelden overwo^ea woidtn, IIIA HKI.IEKMANS. NIEUWE UITGAVEN. T> kiiopt li'frh 'i-k '!>'>? fit tti'li.ni-i'htii.dkurule., door <"iiuai-:s (iri'K. .f drnï. lu'werkt <ioor C. K. C. HKI CK i:\ KATII 'ironin^eu J. B. Wolter.-'. De .'-K.,! uuur ijrlnk, r-iMian van I'IKTI:!; VAX HKI: MMKI;. 'i d'reitn. K tierdam. Meindert Boraeidl Jun. Het -ii'K, Oud en Xieu-v, aB, 12: I. De Woning der Dsja'ip. door prof. A. W. Nitu wr.Niii'is. l. T le.ic'itiin; bij de platen. De nif a-' TiHi.'i/idt. Tvveemaandelijks tijds;bri(t, -e jairgang, all. I. Inhoud van Tyaschriften. Pi ?>'('?'vi-ntt, Jan.'08 (i ver liet zegïen van Vtr.en. <1 >or Abe/t Verwey. -- tlehierlin : 'De Arch'pp'a.jUJ, door A ex Gntteling. Naiuiukennis van den Xieuwen VJenscb, door dr. M. 11. -I. -icVioe;jmaekvr= Droef Minnelied door .1. Jac. Thomson. Drost's Hermhigaid " door Albtrt Ver.vty. De Nederlantiscbe A-beidersverzekering door J. Vloler,rnaker. Uit ..idyllen," door Albert Verwey slot: tle s:hipper strijkt tle centen binnen en beeft bij s.echt eten en hard werktn een gotdkoopen knecht gehad. De t vetde kanj. Als tle knecht verdrinkt, trekt ih; schipper aan het langste eindje; want het is nu eenmaal een feit, dat de varensgeiellen voor het meeren leel menschen ziin, il e geen naasie betrekkingen hebben of H a irniede weinit' rekening word' gebou Jen. Verdringt er -znlk e.en pir-oon. dan vindt iTifri later in e n cf ai,der nituwsbiad bet bericht, dat er zu-ït f zoo 'n persoon is opgevischt ; maar wat achter de Echeruitn is afgespeeld olijf t al'.ijd duister, Vroeger bestond de gewoonte, dat de si&ipper het Voetje van ge,ld(.pr,eming in zijri bez'.t hield t n zeif ff erl.tnde; dit wecfch'.e, ik verEnd-rd te zien en wel d:tt heitien het opgenomen bedrag kwiteerden, thans beslaat er &-een tle aiinste pressie of conti nie op ien schipper. * * * De weekscliipp"". Zulk een schipper is ien and bij wie geen enkele kuecht een vol jaar wil wezen, en wel om re k'n hij van kleine vtac.b'j-t- nioe.t leven, voor het meerendtel in kikkerslooten vaart, en er nog ruwer werk is dan bij anderen. Hij w/ etn knecht hebben. v\ui:t het is as Let ware een epid iu:e. dat elke schipper een vijand is van werker. Nu maken de j,iarscbippers nog wel eens Jpniuik van de diensten vaneen sleep boot of van paarden om vooruit te komen, maar de kleine-t rac.ht--chippers doen dat niet ; alles moet door den kntciit bewerkt worden, ook het voorttrekken van het se dp in binnenwateren bij onnun-itigen wind. Dat trekkt-u vau er-n schip is een zwaar werk. l en en uren kan men in het lijntje loopr'ii, uoudrr te rusten ; trekt men Ie hard, dan ka i men het niet volhouden, trekt men iets min er, dan rot p', de schipper: .,Hti, denk er om, de visscbeu bijten in de lijn", terwijl hij niet zijn lui lic'.aa:ii over het roer Har. ,/a, er ziin or.tler dat soort /el/'s schippers, welke zich tlia weelde van een knecht te nemen niet kunr.en veroor oven, en die dan de vro'-w, in welken toestand o )k, en de kinderen ais paa den dien-t laten doen. Ma ir boe het ook loopt, hem zelf zal men niet zien werker. Aan de vele werkzaamheden van den knecht kunnen er nog wel eeiige toegevoegd worden om zijn lange dagen door te doen brengen en te z >rgen dat hij r.ici valt in de fouten van den chipper; daardoor is her, veelal gewoonte bij Friesche en dergelijke schippers (Hollandeche net) dat de km cht, het-'.ij door dat de vrouw aan dezelfde ziekte lijdende is als haar man, hetzij doordat er geen vrouvV aan boord is,?dat de knecht als keuken en Boeken, Menfchen en Sfroominireri. De ve/nieuaing van de Opera. F red «r i k van Eeden's Minnes'rul, door AHert Verwey Dr. A. Kuyper: Om de Oude Wereldzee, door prof. dr. T. J. de B e". J. Bruinwold Riedel : H-it leerling-wezen in Kederlanl, door J. Mo'ecmaker. C. F. Stork : Arbei ders vertegenwoordiging enz., door J. >I Dien maker. Aanteekening: Au^. Veruieijlen, door A. V. De. H'illm dictie Revue No. 12: Willeni Koyaards (laatste portie') Fiontispi ce. Wereldgeschiedenis. Belangrijke onderwer pen. Wat uien op K lom-c'i-Katholieke scholen van ds vaderlai:dsche ue.si hiedenis leert. De vrotnv is mindi-r waard dan de man. Wat komt er ?au de, linli-che ge pensioneerden terecht? Het b'm w werk vin den mol en deri etk'"oorn. .?Karakter schets: Prof. mr. D. P. !>. Ka,biu-'. Ki\U3 der tijdschriften. Het boek van tle uiaand. Vragen van <\en'T)ig, afl. I: Dr. H. B ink, De modt-rne tni-blsrbeeo.aait en bet welenFc!ia!)pelijk onderzoek van da hooge luch'lagen. Het onts aan van nieuwe dier soorten. K. .S derius, >cl ooltninen. Bv volkingder aaide. i-reora B t:niles, Frarsche lyriek Het ^es'acht Ho'aiiatte. F. J. van der Molen, Darwinisme in de Kiuder40 «*nt> put j 11; » l KooptgeenZ'jde! zonder eersisfalen onzer gegarandeerd soliede prachtig tno iie nou reau<és in zwart.wit en gekl. ir-vaagd r-* hebhen. Specialiteit: Zijdes'offen voor Bruids-, Bal-, Gezelschaps- en Wandeltoiletten ju voor B;ouses, Voering enz van 60 cen'.s tot i) gulden ter Jleter. Wif cerkoopen direct aan par ticulieren en zanden de gekozen ziidensioil'i'D franco vracht en rechten aan huis. SCHWEIZ R & Co.. Luzern H26. (Zw tserland!. . Zijdestoffen-Export Kon. Hofl Piano-, Orgel- en Meypdos ifc liaïshoven, ARNHEM KONINGSPLEIN. VLEUGELS en PIANO'S in Koop e a in Huur. REPAREERT S T E il M EX RL'ILEN. BOUWT te NUNSPEET i VELUWE. Inlicht. b,d. Vereeniging Kantoren voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet. werkmeid dienst moet dot n; hij moet voor het fornuis zoruen; het onderhouden en poet sen, de aardappelen schil'en. bordea was.-chen, ketels schuren en dergelijke weHj«g meer; j i de theeketels met water vullen en voor hen op bet vuur ze'ten; ?.ijn er kleine, kin deren dm verplichten ze u wel de kinderwa-'ch te doen! vr Ik heb ges] roken u ver bet leven van de knechts op de binnenvaart met zeilschepen en met trekschuiten. E-n even veidrietiie schets zoude ik kunnen schrijven over de menschen, die werken op de stoomschepen van de binnenvaart. Het leven van al die menschen is geen le^et, l/ven al dece varensgezellen het voorbeeld volgen van de zeelieden. Die zijn vrij wel vereenigd en hebben door hun vereeuigd zijn reeds veel verbeterd. De schippers zelf van de binneuvairt zijn óók vereeni^d, in bun eigen belang. Laten de knechts het doen in het hunne. Het leven, het ge/.in, zij vragen niet naar uwe denkwijze maar naar b~uod r/>or ar hei d. welnu dat hebben zij, wier toe stand door mij ge-chetst i.-', iriet. In andere landen, vojral Engeland, is de gjoml vruchtbaar, waarom liiernietVSchu.lt af die lauwheid, trèit a. n de hoop uwer verbetering, evenals gij aan het zeile>al of de nok trekt, om u>v schip vooruit te krijgen, sleept ook n zelveu al trekken Ie vooruit tol het einldoel: Loon, rust, e t n". Nog ten korten tijd tn het arheM jaar beg'nt weer. Müakt u strijdvaardig vóór Vrotiwendajr, dan zal zonder moeite of geweld een toes and voor u aanbreken, waaiduorgij krijgt wat gij noodig heb'. * * * Multatu'i zegt in een zijner gescbrif en eenige zter gevoelvolle woorden, die het jammer , on zijn bij deze gelegenheid o ,'er het hoof l te ?.ii-n : Hij laat Koningin Lou'.se zeggen in Vorster .si.'boo)": He,t volk is ruw, zoo zegt men en misschien Terecht. Maar moeder, hoe zoudt gij en ik zijn ludi-n van kindsbeen af, ons ganscb bestaan, Ons wenschen. willen, streven... alles, zich Had opgelost in 't ne wooid: gebrek? Zeg, moeder, zouden wij nu zijn als nu? En blijft het niet de vraag altoos, of ons De scherpe prikkel van den honger, en Het kank'rend wee van dagelijkschen angst Voor 't onderhoud van morgen, zoo gedwee Zou b.ten, als dat luwe Volk zich toont? Ik, moeder, sta verbaasd, bij zooveel zachthei l, Maar vindt helaas, de reden die 't verklaart! Het volk is uitgeput berust uit zwakte;..

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl