De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 12 januari pagina 8

12 januari 1908 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE A M 5 T h R D A M M E R W K E K B L A D VOOR NEDERLAND. No. 1594 2 met paddestoelen. In het algemeen is baar kleur niet zuiver genoeg vooral in de fonds, of laat de stofuitdrukking (zie het witte potje) te wenschen over; er ia te weinig innigs soms in. In de witte petnnia's No. 11 ia voor mjj dit alleen in de laagst hangende lichtpaarg, teeder-violette; zoo ie in 3 de vorm gevoelerig in plaats van klaar gevoel; in 7 hardheid, 200 ia in 10 ook het gevoel niet stellig genoeg ondervonden en krijgt het ge heel ieta te weeks; in 4 daarentegen heeft de eene open petunia in het hart wat van de ziel, zoo dat zoo'n hart een kleine grot van het gevoel schjjnt (ik ken bloemen waarin ze nog beter dit gaf). Maar in 9 Paddestoelen en in l Paddestoel is ze op haar best. Deze iwee werken zyn op de tentoonstelling hier belangrijk. Het gansche kleurverband van l wordt gebroken door de te fel gekleurde steel van de rooie paddestoel, in het midden ; bet vleesch der planten is er goed in zooals in 9 het gedrochtelpe. Ik hoop niet dat ik na het bovenstaande nog moet zeggen dat ook deze groep, wat . frisscher dan de andere, als geheel zeer zwak is. . ... PLASSCHABRT. ANÏONT WINKLER PEINS, f Geb. 1817. - Gest. 1908. Vele rege.ls zouden te vullen zijn met de _»èrmelding der -werken van den op schier 81 jarigen leeftijd verscheiden oud predikant Antony Winkler Prins, wert en op literair, wetenschappelijk en oeconomisch gebied. Zijne studiën in wis- en natuurkunde hebben evenzeer vracht gedragen als zijne theologische. Het veel .omvattende en de verscheidenheid zijner kennis wezen hem als van zelf aan tot den samensteller van eene Nederlandsche Encyclopedie als tot medewerker aan Dr. Blink's Vragen van den dag". Vele der werken van A. "Winkler Prins zijn reeds vergeten en nog meerdere zullen een plaats vinden op den weg der ver getelheid. Eén werk, zal hem lang over leven en steeds genoemd worden in de geschiedenissen der letterkunde. Dat werk is: Braga, een naam, dien men zoowel geven kan een vereeniging van jongelui, die in 1842 tegen het ongezonde in de Neder landsche letteren te velde trokken als aan hun tijdschrift, bevattende: Dichterlijke mengelingen, uitgegeven door een dichtlievend gezelschap, onder de tooit ge bruikte zinspreuk: Utile Dulci". Onderde clubgenooten van de Braga, bestaande o.a. uit J. J. L. ten Kate, De Hoop Scheffer en Leendertz, later Kretzer, Kerbert, enz. behoorde Winkler Prins tot de werkzaamsten. Hij en J. J. L. ten Kate redigeerden het eerste deel van Braga, dat zich tot taak had gesteld de Nederlaadsche letteren van onreinheid te zuiveren. Met de Letterkunde zag het er in 1840 treurig uit. Bilderdijk was sinds lang niet meer; Tollens, in die dagen nog aange beden, een zestiger; slechts Bogaers en I. da Costa wekten verwachtingen op en Mr Jacob van Lennep had zijn aanhangers. Potgieter c.s. zou men eerst later naar waarde schatten. En toch aan hen, die zich dichters noemden, geen gebrek! Het waren echter niet meer dan rijmelaars. Ze rezen als paddeetqelen uit den grond, en rijmden .op alles. Even bedroevend als met de dichtkunst stond het met de almanakken, tijdschriften en de tooneelschrijfkunst. Tegen al dit prullig werk richtten zich de dienaren van Braga" met het wapen der spot. Met R. Bakhuizen van den Brink en Potgieter aan het hoofd, ging ook de pas opgerichte Gids tegen de onzalige dichtersen schrijvers-bent te keer. Met de, Giils waren de volgelingen van Braga"ecbter niet bijster ingenomen. De Gids de blauwe beul" in die dagen genoemd en de Gidsmannen waren hun te pedant. In de Karakteristiek onzerVaderlandsche Tijdschriften" (Braga blz. 53) karakteri seerde J. J. L. ten Kate aldus,),! DE GIDS. Een pas f x-sianzegat, die 's naclits de bellen plundert De glazen insla;it en de ploerten wakker port, Des daags zijn vrienden likt, de ontzette groenen dondert, Latijn als water spreekt, liet meest zich zelf bewondert, Maar mettertijd professor wordt. De Braga" nam nogmaals een loopje met de door haar beweerde pedanterie, bluf en onderlinge verheerlijking der eertte Gidsredacteuren, in een vers, in den geest der Ceremonie, besluitende Molière's: Malade imaginaire. Alle bijdragen in de BRAGA zijn in vers vorm, want Bilderdijk's woorden gedenkende: Hippokreen vloeie overal", bestookte het tijdschrift de rijmelaars en alles wat het te bestoken wenschte, gekscheerend, in rijm : Een Tijdschrift heel in rijm l wie zegt nu nog Met schuddend hoofd, dat Holland-op de flVsch is? De schatkist is mi.-si-bien »*t rtis, maar och, Wat zegt dit waar de Muze Schalsgodes is? Zijn macht en rijkd"m niet een dronmbedrog? Wij leerden 'tl Maar, hoe bitter ook de les is,j Ze werd vergoed door bundels poezy: Wat ons verlaat', die blijven eeuwig b'j! Fluweelen Toekomst l als, op 't puin gezeten Van vroeger grootheid, 't lieve vaderland Een tempel wordt van Zieners en poëten, Waar overal een lier hangt aan, den wand, De zuigling ziju behoefte in rijm do<-t weten, De kindsche grijsaart n»g de snaren spant, En narht en dag, in oorvenloofend kraken, De zwangre persen folianten braken! Mij dunkt, ik zi« 't: de auijileïop zijtt disca Verstelt een frac en naait een elegietjen; De bakker, die aan 't bollenkneeden is, Bakt mkldlerwijl eeu kokend minneliedjen; l>e smid sineidt heldendiehien, rits aan rits; Peaaasjens trupplen; hoelbronvliet op vlietjeu Ontspringt hun hiel en |ijji'er ezels bij, Dat zijn excepties, strootjens iïde brij. Ziet! uit het kaf der nilgeblaakte toudels, Van 't Nu rijst dan een eeiiwge mastikvlam l DE GIDS scheidt uit,' omd.a.t hij il de bundels J ';,-" Niet bij kan houden: tlivk is" van den data.' 't Stroomt Bi LDEK0To KEN,'t sneeuwt en hagelt VONDKLS, Maar naar de mode en van veel eedier stam, En spartlende in de toovery.ee $è' klanken, ; . Waar niemand denkt, en waar- noch »ijs-heid janken l De heeren van de Braga hebben zich pok sterk gekeerd tegen het Romantisme, in 't bijzonder de Byronraansche poëzie, en tegen het taalverbasteren en het ver G rmaniseeren der taal door Hofdijk, e.a.?"Aan dien strijd is door Wiukler Pring wakker deelgenomen, evenals tegen hetsórus weinig oorspronkelijke van Mr. Jacob van Lennep. De Braga" en. ds (,Bragaèlufe'>nebben een voorlooper gehad in he>t Amsterdamsch Studentengeschap van even Vóór 1840, dat zich evenzeer als da Studenten aan de Groningsehe Hoogeschool verzette teg,en de Byroniaansche poëzie van de Stu denten aan de Leidsohe Akadentie; terwyl het aan de Utrechteche Hoogeschool de student J. J. L. ten "Kate c.s. waren, die een afkeer hadden van ctetÉJchtJtig in depözie te Leiden, voorgestaan door de studenten Beets en Hazebroek, e.a. De Amsterdatneche^Sttulênten' behoorden allen tot het Seminarium der Doopsgezin den. Hun dichterlijke kring, ontstaan in 1838 noemden z\j N.E.K. lederen Woensdag avond kwamen en bleven zij bij-een tot diep in den nacht, tot het bestudeeren van de beste Nederlandsche dichtstukken uit de 17de eeuw, afgewisseld met het voor lezen van eigen werk, met onderlinge scherpe kritiek, met improvisatie, met vrpolijken kout, met gulle scherts. Tot dien kring, bestaande uit de studenten: D. Harting, P. Leendertz, DB-Hoop Scheffer, Dronrijp Uges, later vervangen door D. Kerbert, behoorde ook A. "Wiukler P.tins. Toen hij met J. J. . ten Kate deBraga redigeerde, was hii> $1 pfedflomt te Tjallebird. (1841). " ~ - ' " ' > Winkler Prins toonde zich met De Hoojp iitmiiiHiiiiiilMMMimiiiiimi IE en. lsia.na.a.1 de _A.l;pe:rxDe Italianen z\jn nog altijd dat duurt zoo sedert de Eenheid" beklonken is verzot op het vinden en vooral op het vieren van nationale helden. Zóó verzot, dat men goed doet de berichten, die van ginds komen over groote mannen en groote overwinningen op ieder gebied, slechts te aanvaarden onder voorrecht van boedel beschrijving. ... Dat weerhoudt müniet te vertellen van een in Italiëop dit oogenblik sensatiemakend plan: het plan van den ingenieur Pietro Caminada, en dat uit niets min Ier bestaat dan het maken van een bevaarbaar kanaal van Genua naar Bazel over de Alpen heen. Senator Giuseppe Colombo, die, twee jaar terug, het tiende internationale scheepvaartcongres gepresideerd heeft, schrijft in de Gorriera della Sera geestdriftig over dit plan van zijn landgenoot, in de voor naamste wetenschappelijke vereeniging van Italiëstaan schema's geëxposeerd, en de koning heeft reeds 't was verleden week den beroemden ingenieur ont vangen en gefeliciteerd.... In twee woorden volge hier wat Caminada wil. Zijn kanaal moet gevormd worden door trapsgewijze op (of neer) loopende kanaal vakken, welke door sluizen van elkaar zijn gescheiden. Dit systeem is natuurlijk niet nieuw. Het op een hooger niveau brengen van een schip geschiedt ook bij ons in Nederland op die manier. Maar nieuw is bij hem de wijze van voortstuwing der schepen. Geen van die kanaalvakken heeft nl. een waterpas loopenden bodem. De bodem loopt omhoog, meestal nauw merkbaar, maar altijd omhoog. Moet nu .een schip de Alpen gaan be klimmen, dan geschiedt dit op de volgende wijze: Het vaart het laagste (op zee uitloopende) kanaalvak binnen, waarna de sluizen achter hem worden gesloten. Lang zaam wordt weer water toegelaten in dit kanaalvak, zoodat het schip begint te stijgen. Maar het begint niet te stijgen alleen. De bodem loopt omhoog, en door een systeem van rollen, in verbinding met een ketting op dien bodem, trekt het omhooggaan van 't water meteen het schip langs den bodem vooruit. Eindelijk is 't schip de tweede sluisdeuren genaderd en is 't water in het eerste ka naalvak op gelijk niveau als 't water in 't tweede kanaalvak. De sluizen gaan open. 't Schip vaart het tweede kanaalvak binnen, en 't spel begint opnieuw. Caminada denkt zich natuurlijk niet n nkel kanaal, maar twee zulke trapsgewijze loopende kanalen naast elkaar, het ne voor opvaren, het andere voor afvaren. Telkens staan twee naast elkaar liggende kanaal vakken met elkaar in verbinding, wat zijn nut heeft voor besparing van water. Op de hierbij behoorende schets ziet men de kanaalgeledingen gedeeltelijk overdekt. Overdekt moeten ze nl. noodzakelijkerwijs zijn bij sterke stijging van den bodem, daar anders het niveau van een volgend kanaal vak niet zou worden bereikt zonder dat achter u 't wassende water orer de randen van het kanaalvak, waarin ge u nog bevond, wegliep. Van de kleine 600 kilometer, die het heele kanaal lang moet zijn, gaan 230 kilo meter af, die de schepen op rivieren en meeren kunnen afleggen. Resten, precies gerekend, 369 kilometer. Hiervan zouden er 293 zijn, waarbij men het stellen kon met open kanalen, terwijl de lengte der koker kanalen'' 43 kilometer en die der tunnel kanalen" (hiermee zijn in tunnels gebouwde kanalen bedoeld, noodzakelijk waar de stijging al te groot zou worden) 30 kilometer zou bedragen. De kosten schat men op honderde millioenen. De uitvinders zeggen, dat hiermee den eersten steen zou worden gelegd, beter zeide men: het eerste sluisje zou worden geopend, voor een kanaal van Genua naar Hamburg. Daar zulk een kanaal echter reeds bestaat, nl. het groote kanaal: Middellandsche zee, zee-en^te van Gibraltar, Atlantische oceaan, Noordzee en Ivielerkanaal, is het zeer de vraag of de koningshand, welke de hand van den ingenieur Caminada heeft gedrukt, dien eersten steen wel leggen zal! M. C. Scheffer en Leendertz het sterkst verbeten op de overdreven Romantiek, en op de gelegenheidspoëzie. Hij parodieerde o.a. zeer gelukkig Beets's vers: Aan de Bruid van den Erfpring" (1839) in een dicht, dat er als een echo op scheen: De aankomst van den Olifant Baba in Engeland". De meiewerking aan Braga" eindigt voor "Winkler Prins aan het einde van het eerste deel. J. H. R. IIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIlnlIlllltllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIHIIIIIIItlllllllllMllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllltlllllllllllllttllMIIII SmirDaenPmclieTapijten, Ter gelegenheid van het bezoek] van H.M. de Koningin en Z. E. H. Prins Hendrik aan Zeeland, en van Z. M. den Keizer van Duitschland op 13 December j.L, werden door ondergeteekende diverse versieringen aangebracht en ontvang salons ingericht, waarvoor gedurende enkele oogenblikken een prachtige collectie S Jfl I U » %-. PERZISCHE T % l» 1.1 T K V en FOYERS-A UTIQUK (alle onbeschadigd) in verschillende grootte, gebruikt is geworden, welke thans tegen uiterst lage prijzen worden opgeruimd. Dagelijks te bezichtigen. P. C. PAEREIiS, T K I, K ?* H O O N 4541. R O K I W 138. COMPLEET! MEUBILEERT GEIN tegen vooruit vastges telden totaalprijs franco ter plaatse gesteld met garantie Uitvoerige geul. prijscouranten. Vele Mc delkamers. DE PHOENIX" HoofdmagazijneR : 234 Spuistraat, Filiaal r 76 Damrak, Fabriek: 43 Looiersgracht, AMSTERDAM. ?l li T BINNENHUIS Inrichting tot meubeleering en [versiering der woning RAADHUISSTRAAT 48-50 * AMSTERDAM * r Kunsthandel KRÜGER & 37" Noordeinde. 's-Gravenhage. HM'iMHtummHMlHIIH Permanente Tentoonstelling v. Schilderijen en Aquarellen. L KUNSTHANDEL Wed. G. DORENS & Zn. Rokin 56, Amsterdam. Pkoto's K. Keurs. to's. V/OOG EILEP5&WOLF. %L74 AMSTERDAM."?.?"' Meubelfabriek Nederland' J. A. HU1Z1NGA. BINNEN1 BETIMMERINGE S, BEHANGER!!, MODEL KAMERS. Groningen. WESTERSINGEL. FRANCO LEVERING. TELEF. 118. Een natuurgetrouw Portret 1)9 l naar iedere foto geschilderd, is een allerdankbaarst ge schenk voor elke gelegenh. H. BOGAEUTS & Co., BOXTEL.. niMiMimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMMiiHMMiuiiiiMimiiiHmimimi Hofjuwelier. E Oudegracht E 17, utrecht, j 4J A N I» tt L. A lt R E S. i niiMiiiiiiiiiiiiMittiiiiiitiiiiiiniiiiitdiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMuiiiiiitiiiT LARENSCHE KUNSTHANDEL AFDEELING AMSTERDAM Af\f HEERENGRACHT 4V5 ? AMSTERDAM MAANDELIJKS AFWISSELENDE TENTOONSTELLING *2v VAN MODERNE KUNST TOEGANG VOOR NIET.LEDEN / 0.50. VRAAG ABONNEMENTS.VOORWAARDEN. DROUOT -J- -l- WKSSER & Co. -H ?»? * LANUE HOUI'STRAAT 7 & 2 * - - - JOen HLttHyr - - - - TKI.KKM» il.\TE«t. 871 GROOTSTE INRICHTING VOOR COMPLKTE JIKUIiii.KKKl.XG IN ALLE STJJLKN = = A N T l Q U I T E l T E N EIGEN M E U i; K L V A U k i E K _J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl