De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 26 januari pagina 5

26 januari 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 159G DE AMSTERDAMMER W E E K B L-A D VOOR NEDERLAND. VOO3 DAMEjSL Amsterdam, zoo bet lijdt en strijdt. Op huisbezoek bij werkloozen, door P. E. VAN RENESSE. C. L. Petersen, Amster dam, ?0.35. De heer van Renesse is op huisbezoek by werk loozen geweest en heeft daar schrikkelüte din gen gezien, dingen waarvan wij ons haast niet durven indenken dat zy werkelijkheid zijn.En toch, de schetsjes die de heer v.Renesse geeft, zijn werkelijkheid. Dit is dus het leven dat iederen dag door duizenden en duizenden in Amsterdam en elders geleefd wordt! 't Is een donker boekje, een boekje van groote, doffe wanhoop. Uit al die kleine schetsjes, gesprekken die hij hield, een overzicht van wat hjj zag komt ons n groote, diepe ver slagenheid tegen. We gevoelen het, diep kitten de menschen onder de machteloosheid tegen de ellende, de hoop u weg. Dat is wel het schrikkelijke van al deze schetsjes, dat we gevoelen dat alle hoop in die menschen gedood is, het dikwijls 8, 9, zelfs 13 weken lang iederen dag op werk uit gaan en iedere dag weer zonder iets thuis komen maakt iemand op 't eind totaal bot en onverschillig. Van strakke, onbewogen gezichten spreekt de heer v. Renesse. We begrijpen wat hij be doelt, de ellende, de wanhoop heeft lang zamerhand alle levenslust, alle besef van levenskracht gedood. Durven we ons zulke toestanden indenken, durven we 't ons realiseeren ? Niet een oogenblik er even bij stilstaan met onze gedachten, maar 't van uur tot uur meeleven? ' Als wij 's avonds naar bed gaan en ons warm toedekken, 't durven bedenken dat daar nu duizenden zy'n die geen dek hebben, n dat in vochtige kamers, waar de wind door alles heenwaait. Laten al die dingen toch niet enkel woorden, maar werkelijkheid voor ons worden. Kunnen we 't ons indenken wat dat beteekent, als je kind klaagt en schreit van honger en er niets te geven is. Zo den we zulk een schriklijke marteling onzen ergsten vijand durven toewenschen? Wat moet dat zijn, te zien hoe je vrouw en kin deren lichamelijk al meer en meer verkom?meren, te voelen hoe je eigen lichaam al meer achteruit gaat, dat later zich in minder arbeidskracht zal uiten. We kunnen ons dit alles niet indenken, we staan er zoo schrikkelijk ver van af. De heer v. Renesse vertelt van een vrouw, die voor twintig cent haar deken verkocht om eten te kunnen koopen. Voor twintig cent de eenige beschutting tegen de koude. Voor vijf cent een wekker l Overal, overal werden hem de lommerdbriefjes getoond; alles wat ze missen konden, hun huisraad, hun kleeren, alles hebben de menschen weggebracht Ze staan daar van alles ontbloot, volkomen overgege ven aan de koude, den honger, de ellende. Als we van deze dingen lezen komt er een groote angst in onze ziel. Hoe moet dat gaan, hoe kan dat geleefd, gedragen worden ? Wie durft instaan voor de ziel van menschen die zoo lijden f Wie durft de verantwoordelijkheid op zich nemen van al de bitterheid, de haat, de afgunst, die .daar .geboren wordt? Hoe ia 't mogelijk dat "ét' zulke verhoudingen be staan, dat een deel der menschheid, en wel 't meest weerlooze deel, geestelijk en lichaam lijk in zulke schriklijke verzoekingen wordt gebracht. Daar moet veel, veel gedaan worden, daar moet ontzaglijk veel gegeven worden. We voelen het, zoo iets mag niet blijven, ieder is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat die Bchriklijke ellende gelenigd wordt. Want ieder kan meehelpen, waar we door allerlei omstandigheden zelf niet in dadelijk contact met de werkloozen staan, daar kunnen we geld sturen aan het Werkloozen-Comité. Maar laten we dit een weinig gewetensvol doen, niet met een gift ons van de zaak afmaken", maar telkens opnieuw zenden en laat ons bewust ervan zijn waarvóór we geven. Ook vraagt het Comitévoortdurend om werk, werk voor al die mannen, die er naar snakken hun handen weer te gebruiken. Zooals men een machine, die niet meer noodig is, stop zet, zoo is al deze levende arbeids kracht eenvoudig stop gezet, alleen, de 1IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIII1II UIT DE NATUUR CCLVII. Het bouwen van een lystaquarium. Al is het nog wel niet de goede tijd er voor, toch zal ik maar, om alle vragers te vreden stellen, beginnen met eenige inlichtingen voor het in orde brengen van het aquarium, 't Voor jaar is er, eer we er aan denken; dan zijn de lange werkavonden voorbij, daarvan moet men "t juist hebben voor 't liefhebberij werk. Wie een poos plezier van een mooi kamer aquarium wil hebben, moet ook de lasten dragen, in den vorm van wat geld en wat moeite. Allereerst is het noodig de glazenkast in orde te brengen. Wie zelf al een poos aan houtslojd heeft gedaan, of kinderen of kame raden heeft die een beginner kunnen helpen, zal natuurlijk gaarne zijn eigen aquarium ook zelf maken. Dat geeft al dadelijk veel genoegen en voldoening; vooral als het boven ver wachting lukt en het er mooi uitziet. Goedkooper dan een winkel-aquarium is het even wel niet, beter dan een, dat geheel uit glas bestaat, wordt het ook niet licht; wel mooier, en de ruiten zijn gewoonlijk veel doorzichtiger en zuiverder. Vroeger meende ik, dat een aquarium zoo groot en zoo hoog mogelijk zijn moest, om aan de dieren veel ruimte en vooral diepte te geven. Maar daar denk ik nu heel anders over. Een groot aquarium kan heel mooi en goed zijn, als je het bezit met je tweeën of drieën, van wie elk een portie krijgt van het in orde houden, die dan ook stipt op zijn beurt past. Er is heel wat werk mee, omdat het zoo moeilijk verplaatst kan worden. Wie het alleen moet doen, of voor 't eerst een aquarium gaat houden, moet met een kleintje of een middelmatig soort beginnen. Op zijn hoogst zou ik 4 dM. lengte nemen van glas tot glas, de breedte 2 H dM. en de hoogte pok. Dan gaan er nog bijna 3 emmers water in, als 't geheel vol is. Koop goed krimpvrij hout, eiken of teak b.v. zijn 't beste. Wie geen goed hout kan krijgen, moet er liever niet mee beginnen; als ge jong grenen- of vuren hout neemt, komt het weliawaat veel goedkooper uit; dat trekt evenwel nog al eens krom, het reservoir gaat lekken en dan hebt ge er meer last dan lust van. Dus: 't beste hout, dat ge krijgen kunt. machine wordt er niet slechter om als ze rust, maar wat moet die gedwongen, die gehate rust voor al die arbeiders, voor al die vaders zijn, die weten, dat hun arbeidskracht het eenige i?, waardoor hun kinderen leven. En dan de verveling, de verveling van al de lange dagen van nietsdoen. IE dien wij ons in deze dingen verdiepen, en die nog zooveel dieper gaan dan ik slechts vluchtig kon aanduiden, dan komt er in ons de drang tot geven. Er staat te veel op 't spel en wij weten wat er op 't spel staat. TB. KRUYT?HOQEKZEIL. Engel en Bengel. Vrij naar het Engelsch, van MAY BALDWIN, door CLAUDINE BIENFAIT. Zalt-Bommel, H. J. van de Garde en Co. Wanneer het waar is, dat het bij de kunst van opvoeden eene hoofdvoorwaarde is, om eene goede stemming te kweeken, dan geloof ik dat iedere moeder hare kinderen dit boekje ten geschenke geven moet. Het is zoo friscb, zoo grappig, zoo vol humor. Toen ik het voor de eerste maal in het Engelsch las, boeide het mij dadelijk door zijn guitigen levenslust, zijn vroolijken toon, zijn diepen ernst. Het was een ware ver ademing, om eens weer een verhaal te lezen voor kinderen waarin niet wordt gemorali seerd, noch getheoriseerd, maar alleen zoo heel losweg verteld van een klein meisje dof zoo erg graag goed wil zijn", en voljjens de geijkte begrippen van fatsoen en zedelijk heid zoo verre van goed is. Nu, na lezing der Hollandsche bewerking door mejuffrouw C. Bienfiit, die na hare vertaling van Robbedoes", zich in menig meisjeshart een warm plaatsje veroverd heeft, is mijn eerste indruk niet verzwakt. Al zullen de kinderen die het lezen, waar schijnlijk niet dadelijk de fijne trekjes van gevoel begrijpen, die telkens tusschen de grapjes doorschemeren, maar de kleiie Bengel lief kiijgen alleen om hare dwaze invallen en levendige fantasie, zoo zullen ze toch, juist daardoor, bij het herlezen steeds meer voelen voor het ernstige, kleine menschje, dat in dit ondeugende, zevenjarige meisje verborgen is, en zien in haar bijzijn nooit vervelen. Zeer aangenaam heeft mejuffrouw Bienfait de eenvoudige verhaaltrant van het oorspron kelijke werkje weten te behouden en al moest zij hier en daar wat weglaten door het speciaal Engelsch karakter, het geheel heeft er niet door geleden. Misschien is het verhaaltje van het leelijke woord met een D, dat ook wel wordt gebruikt als het onweert", in het Engelsch wat karakteristieken, daarentegen zijn die van de slakken", van de vleugeltjes", even natuurlijk, even sober, even aandoenlijk. Hoe alleraardigst ook de wanhoop, wan neer er wordt geschreven over een hond die eene kat bijt en het begeleidende plaatje daarvan geen blijk i<eeft, en de heerlijke uit roep: Waarom zeggen ze dan niet r een andere hond'fceet een anderen kat?" Waarlijk, met dit boekje in handen zal de stemming een goede zijn l Nog zal dit boekje de moeders die het lezen, waar dit noodig is, zeker wat nader brengen tot hunne kinderen, daar het hun er aan herinneren zal, dat zooveel kwaad" wordt bedreven met eene goede bedoeling, dat een straf dikwijls voor het zuivere kindergevoel zoo onrechtvaardig lijkt, dat ook hier in de meeste gevallen het begrijpen een ver geven zou zijn. Het zal hun aansporen om altijd te trachten de reden te begrijpen die aan de daad voorafging. Een boekje dat de gelegenheid biedt om over zaken te spreken, welke dagelijks tot onaangenaamheden aa'nleiding kunnen geven, en te spreken over karaktereigenschappen, welke, omdat ze de fijnste snaren van het gemoed raken, goed gekend, openhartig besproken en voorzichtig behandeld moeten worden: een boekje dat hiertoe de gelegen heid biedt, is altijd zeer aanbevelenswaardig. En het is om deze eigenschappen, dat ik lllltMMIIIIIItlllllllll/MIIIMlIlllllllllmMIIIIIIIIIIIHllllllllllllllllllmlIIIUI Voor de bodemplank nemen we de opgegeven maat 4 bij 2X cM., bij 2 cM. dikte. Laat de timmerman die geschaafd leveren. Op de hoeken moeten de vier spijlen komen te staan; niet er om, maar in; daartoe steken we van de hoeken van de bodem plank stukjes af, 2K cM. ver langs en l cM. diep in't hout. Op het eerste figuurtje hierbij ziet ge aan de zwarte hoekjes wel,wat ik bedoel. Die geven de rechte en dwarse doorsnee aan van zoo'n spijl. Indertijd heb ik in De Levende Natuur den raad gegeven, en ik heb 't ook zelf gepro beerd, om de stijlen uit een gewoon stuk hout, vierkant op doorsnee, zelf te vervaardi gen; maar daarover heb ik veel klachten gekregen; mij zelf lukte het ook niet best, Engel en Bengel" een warme ontvangst toewensen bij alle moeders en bij hen, die met de opvoeding van kinderen belast zijn. N. VAN SOEST?WEETJEN. Het Nationaal Bureau van Vrouwen arbeid. Het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid deelt mede, dat bij Koninklijk Besluit, op voordracht van Zijne Excellentie den Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel, ten behoeve van bet Bureau aan de Nationale Vereeniging voor Vrouwenarbeid is toegekend over het jaar 1907 een subsidie van ?500. Eigenaardig is dat deze Regeerings- onder scheiding het Bureau moe at ten deel vallen juist in het jaar 1908, het jaar der 10-jarige herdenking van onze Nationale Tentoonstel ling van Vrouwenarbeid, waarvan, gely'k men weet, het Nationaal Bureau de rechtstreeksche voortzetting is, volgens, dezelfde organisatie, leiding en grondslag van,,statuten, en voor de exploitatie waarvan archief en ealdo der Tentoonstelling door de V ereseniging werden aangewezen. De stichtster en Directrice van het Natio naal Bureau van Vrouwenarbeid MARIE JUNGIUS. Kostbaar album. Mode in 't dragen van preciosa. Marie Köbele. Karola Barlh. Te' huis voor vrouwlijke tele fonisten. Inspectricfts van den arbeid. Vrouwendienst in' de gemeenten. De aftredende directeur der Parijsche opéra, de heer Gailhard, heeft bij het neerleggen van zy'n ambt, een geschenk; gekregen van de abonné's der opéra, dat pleit voor den goeden, niet twijfelachtigen smaak der Franschen, en, dat tevens bewijst, dat het publiek, het zich vermakend, het genietend, en nimmer achter-de-schermen-kijkend publiek, de groote directie-hoedanigheden van den heer Gail hard, bij intuïtie op hoogen prijs stelde. De abonné's van de opéra hebben den aftredenden directeur een pracht-album aan geboden, met etaen en aquarellen van moderne meesters. De wit leeren; omslag van het album, is aan de voorzijde versierd met incrustaties van kostbare steenen; robijnen, smaragden en diamanten. De achterzijde "an den lederen omslag is een sierlijke afbeelding van een gedeelte van den escalier d'honneur" uit het opéra gebouw, en gunt een blik op de mise en-scène van de tweede acte van AriafSe." Men maakte zich in de Ville Lumiêre ten onrechte bezorgd over de toekomst-plannen van den heer Gailhard. Men duchtte hem te verliezen, hem het kanaal te zien oversteken, naar Londen trekken, en aldaar de, directie van Covent Garden aaiavmardea. Dit blijkt niet zoo te 2y"iï. De heer Gailhard gaat misschien buiten uitrusten van zijn ver moeiend en inspannend bedt|jfj z ns-op-en?ondergangeri irr e natuur U^pfedeti.-frissche lucht opsnuiven, om later misschien zijn ge denkschriften te schrijven, want, die liefheb berij is aan de orde van den dag. Mocht dit zoo zyn, wie weet, welke beschouwingen wij dan te lezen krijgen over opéra-directie. Een Fransch theater-directeur zei eens, uit den grond van zijn gekweld gemoed, dat hij 10 jaar gevangenisstraf lichter vond te dragen, dan n jaar theater-directie. Een rustig bekijken, doorbladeren en bewonderen van het artistiek album, is den heer Gailhard, die vervangen wordt door de heeren Messager en Brousseau, van harte gegund. Van preciosa gesproken. Het dragen van verschillende kostbare steenen in ringen ge vat, is tijdelijk uit de mode. Voorloopig geen vertoon van smaragden, briljanten, paarlen, robijnen, turquoisen, aan de handen. Vél rin gen, doch allen getooid, met dezelfde preciosa, zooveel doenlijk moeten de steenen zelfs gelijkvormig zijn. Barones Henri de Rotschild, bekend om bodem geschiedt het best met twee houtschroeven. Lijm en spijkergaten komen niet te pas, dat spreekt. Nu moeten er nog 8 latten, bovenaan en op den bodem tusschen de stijlen gezet worden, 2 cM. hoog en, niet waar ? l cM. breed en 35 lang voor de langste, 25 cM. en l cM. voor de korte zijden ; dan is het moeilijkste afgeloopen, althans van 't timmerwerk. De lijst rondom den bodem (vorm naar smaak) dient voor de stevigheid en om het uitwijken overal onmogelijk te maken. Op de bovenrand schroeft ge een plat liggende lijst voor dekstuk, dat tevens voor de sierlijk heid dient; 't eindigt anders zoo dun en bot. Hoe die dekstukken samen een goeden rechthaar mooie handjes, en,, om de coquette wyze waarop zij haar blanke, slanke vingers met ringen tooit, draagt tegenwoordig uit sluitend ringen met paarlen. Mevrouw Michelde Yturbe, die dit preciosa-modetje gelanceerd heeft, draagt ringen met paarlen, smaragden, robijnen, briljanten, amethisten, turquoisen, &,\ naardat, mat-wit, frisch-groen, warm rood, veelkleurig geflonker, mauve of blauw, het best harmonieert met de tint van haar toiletten. Et l'on revient toujours.... Heusch l het dragen van zwarte fluweeltjes om de polsen, is weer mode. Die gemoedelijke zwarte bandjes, sierlijk aftoonend tegen blanke vrouwenpols. Geen zwarte fluweelen bandjes met leelijke stalen gespen, maar, fluweelen pols banden, getooid met drie dof gouden, in elkaar geslingerde hoepeitjes. *** Te Heidelberg, is bij academi sche prijsuitdeeling naar een stichting van Hofraad Mooschen de som van 900 mark toege kend, aan Marie Köbele, uit Aachel (Baden) studente in de medicijnen. Zij is de eerste Duitsche vrouw, aan wie een academieprijs werd geschonken. Fraulein Karola Barth, uit Jena, verwierf het vleiend : cum laude bij haar candidaats-examen. Ook zij was de eerste aan wie die eer (zeker niet onverdiend!) werd toegekend. Te Hamburg ig een Tehuis" voor vrouwlijke telefonisten ge opend. Het feit, dat de 33 kamers onmiddellijk betrokken werden, bewijst, dat er aan zulk een tehuis groote behoefte was. Jeanne Bercienlioff. Wij geven hier een portret van de jeugdige Framche zangeres Jeanne Berckenhoff, die zich op het Zondag middag-concert van 12 Januari 11., in het Concertgebouw, heeft laten hooren. Mej. Berckenhoff met haar Hollandschen naam is ook van Hollandsche afkomst en stamt uit een geslacht van grooten muzikalen en vocalen aanleg. Aan het Conservatoire te Bordeaux heeft zij hare opleiding gemoten onder leiding van Prof. Charreol. Zelfs het aarts-conservatieve Italië, lang zich schrap-zettend tegen de vrouwen beweging, dient mee op de moderne, maatschap^elyke strooming. Brava l Italial Ook daar, in het land vin zon en bloemen, maar, helaas I ook land van nijpende ellende, van zonloos en doornig bestaan voor fabriek- en mijnwerkers, men leze Ada Negri's ontroeroerende klachten, in Italië, is de etaatsbetrekking van inspectrice van den arbeid, onlangs ingevoerd. In Zwitserland en in Engeland, waar deze post door vrouwen bekleed, reeds zoo veel gezegende resultaten opleverde, dringt men aan op vermeerdering van het aantal inspectrices. Langzaam maar zeker dringt zij door, de onbetwistbare meening dat de vrouw recht tot medespreken heeft, in het bestier van gemeente, provincie en rijk. Feitelijk moest dit bij ons, die door een jonge, intelligente vrouw worden geregeerd aan geen verderen twijfel, aan hoofdschokkend wikken en wegen onderhevig zijn. Of wy vrouwen zijn overtuigde monarchalen en aanhankelijke Orangisten, of we zijn het niet. Als wij het zijn, dan moeten wij, waar het hoogste gezag in vrouwenhanden berust, medezeggenschap willen verleenen aan de zusteren van haar, gezeten op den Nederlandschen Troon. Helene Lange, de zeer bekwame redactrice van die Frau, heeft reeds vóór jaren, in een kort gezegde, de regeertaak der vrouw in het openbaar leven neergelegd: Het einddoel dubbel glas, zoo van binnen tegen den bodem en de spijlen te practiseeren dat er hoogstens een haartje tusschen kan; volmaakt sluiten hoeft niet, moet ook niet, van wege het (minieme) uitzetten; toch is 't millimeter werk. Ge kunt wel meer ruimte laten, maar dan moet de stopverf het meeste werk doen, om het water tegen te houden en het lek worden tegen te gaan; het is maar beter, daarin niet al te veel vertrouwen te «tellen. Glas zet zoo goed als niet uit; ook het hout rekt of krimpt niet zoolang er water in 't aquarium staat, althans eiken en teak niet. Om de glasplaten een niet al te gladden wand te geven, waartegen ze drukken, is het nuttig, de stijlen van binnen, waar 't glas doch dat kan aan mijn eigen gebrek aan geduld en handigheid hebben gelegen; toch had ik vroeger ook wel eens getimmerd. Laat die spijlen op maat (2,7 dM) zagen en precies uitsteken op l cM., daarop komt het aan; ze mogen geen millimeter verschil len in lengte en ze moeten volkomen recht en haaksch zijn.Wie er geen gelegenheid toe heeft en er toch zelf ook graag wat aan doen wil, moet die spijlen met een jeugdigen ouden timmerman samen op zijn winkel gaan maken, dan leert ge allicht iets en meteen verdient de timmerman wat; in dezen tyd van wer keloosheid een niet te versmaden extra voordeel van 't aquarium-bouwen. De bevestiging van de spijlen tegen den hoek kunnen maken, vindt ge zelf wel uit en ziet ge ten overvloede aan 't kleine figuurtje. Alles nog eens precies nameten, bij verken en afschaven, schroefgaatjes stoppen, overal waar geen mooie koperschroefjes buiten werks te zien komen; dan nog een paar klampen onder den bodem om 't optillen mogelijk te maken, langs de smalle zijde, op l dM. van den kant. Vooral geen vier pootjes er onder, dat geeft zoo licht gewibbel. Nu komt de schilder-glazenmaker aan de beurt. Snor er een op, die ook al geen werk heeft en toch een knappe baas is; beredeneer het zaakje met hem en doe 't samen af. De hoofdzaak is nu vier spiegelruiten, of, als ge 't niet royaal aan kunt leggen, 4 ruiten van ze zal raken, met een dun laagje verf te belegger. Spreek met uw schilder-meester af, welke verf het beste is; menieverf is goed. Ook de bodem kan, om het rotten tegen te gaan, al gebeurt dat vooreerst niet licht, een kwastje krijgen. En dan komt het vervelendste karwei: aquarium-stopverf maken. Wie 't niet buitens huis, op een binnenplaats, in den tuin of zoo kan doen, moest het maar laten en gaan ky'ken hoe de glazenmaker het doet of hem een handje helpen; die weet ook hoe je je handen gauw weer schoon en reukeloos krijgt. Het beste recept voor aquarium-stopsel luidt als volgt: Meng menie en (beste) vernis tot een dunne pap, voeg daar loodwit bij tot het der Vrouwenbeweging heet moederzorg voor het openbaar leven." Alice Bensheimer heeft in een goed gedo cumenteerd artikel nogmaals de vrouwen dienst in gemeenten bepleit Züwijst op het woning vraagstuk, dat nog niet afdoende is geregeld en dat niet tot een gewenschte regeling kan komen, zonder wettelijke maat regelen waaraan ook vrouwen zullen deel nemen Wees- en armenverpleging, armenzorg en schjolbeheer, arbeidsinspectie, en zooveel andere takken van openbaren dienst, worden met de onontbeerlijke hulp van kloeke vrouwen gedreven... Zal men haar nóg langer een stem in het kapittel van gemeente, provincie en Ry'k onthouden?) Ons dunkt dit vraagstuk, inzonderheid voor ons land, hoogstens een kwestie van tijd. CAPBICE. P. S. A n Herrn Pennewip: ... Doch du rissest mich ins Leben, In den stolzen Fürstensaal, Mich der Schuld dahinzugeben, Ach, es war nicht meine Wahl l (Aus die Jungfrau von Orleans.") de consistentie van stijve stopverf heeft en maak het goedje lenig met kopallak; daarvan hebt ge maar weinig noodig. . Fabriceer van de stopspecie lange dunne worsten en leg die gereed; maar niet opsme ren vóór de ruiten nog eenige keeren goed gepast en gemerkt zyn. Bestrijk nog eens de stijlen met menieverf laat een beetje opdrogen en dan iegelijk twee ruiten, die elkaar raken er in. Dat doet ge met uw beiden of met zyn drieën; staat het glas overal aangesloten, dan duwt ge een van de lange worsten er van binnen er tegen. Ge moet die specie te gelijk met de ruiten goed aandrukken, zoodat de stopverf tusschen het aanrakingsvlak der beide ruiten indringt, dus tusschen de doorsnee van de een en binnenvlakte van de andere, niet achter de ruiten om tusschen glas en hout. Zoo ook met de bodemnaden en de andere xuiten. 't Is een sekuur geduld-werkje maar het wel slagen hangt er grootendeels van af. Zindelijk moet het ook gebeuren, zoo weinig mogelijk uitspreiden en met een driehoekig glazen makersmesje de overtollige stopverf afsnijden en met terpentijn de ruiten reinigen. Nog eens stevig aandrukken en dan ten dagje laten staan, vooral niet by de kachel of in de zon. Dan eerst den bodem op waterdicht heid onderzoeken, langzaam bijvullen tot aan den rand; dan weer een dag geduld oefenen. Is alles in orde dan van binnen afdrogen en het stopsel netjes en zorgvuldig beschil deren met witte porcelein-verf, enamel, of zoo iets moois en glanzends. Dit bedekt de misschien schadelijke menieverf. Moet ge het stoppen alleen doen, dan is het raadzaam elke ruit afzonderlijk in te zetten en bij het behandelen van de derde en vierde ruit ze te stutten met twee hulplatten, die precies de breedte en lengte (van glas tot glas) van het aquarium hebben. Als dekplaat snydt g« tot besluit twee ruiten, die samen ruim de grootre van het heele boven vlak hebben; neem ze van dub bel glas. Eén ruit is ook goed; maar wat zwaar te hanteeren. De gehalveerden moeten een ceLtimeter over den rand heen steken, goed aaneensluiten en rusten op kurkschijfjes, die op de deklijst zijn bevestigd. Over het vullen bij een volgende gelegenheid. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl