Historisch Archief 1877-1940
D K A.iïS T K R DA M M K U WE EK B L Aft) V O, O U N E E K" C A N D.
Na.
accumulatie voordeel trekken. Fabrieken,
die velen werk geven tegen een goed'loon,
zijn b.v. in elke gemeente met een gr»ote
arbeidersbevolking zeer welkom, en zoo zou
ik bij een gemeentelijke bedrijfs-belasting
onderscheid willen gemaakt zien tusschen
ondernemingen, die naar of boven den van
gemeentewege erkenden loonstandaard be
talen, en zulke, die daar beneden laten
werken. De eerste toch zou men moeten
lokken; de tweede zooveel, mogelijk weren.
Anders is het gesteld met firma's die in
oen, stad filialen komen stichten; met
assurantie-maatschappijen van allerlei aard,
ook buitenlandsche, die er laten ., werken.''
Al a. naamlooze vennootschappen, en dat
zijn wel de meeste, ontsnappen zij thans
aan elke bijdrage in de kosten van het
gemeentebeheer. Ik ken geen land,"
zegt mr. Van Nierop, waar zij zoo weinig
io de-gemeentebelastingen betalen als hier.
Br zijn te Amsterdam vele naamlooze
vennootschappen, en zij hebben in de laatste
jaren millioenen; uitgedeell, Een heffing
van een paar percent (o v er die uitkeeringen?)
ȕan -hen-dte hier haar bedrijf uitoefenen, zou
aan de gemeentekas een welkome bijdrage
tjoyen." Blijkens de statistiek voor 190t
bedroeg het belastbaar inkomen der in
Afrnsterdani gevestigde niet-physieke
bedrijfsbelastingbetalers meer dan 28.5 raillioen
gulden, met een opbrengst aan
rijksbedrijfbelasting van f 725,000. Hief de gemeente
oi haar beurt daar een 2 p Ct. bij, de
opbpengst zou ?570,000 hebben kunnen
belaopen, (de echter later), waarbij dan nog
niet 'de'filrtlen van hier werkende vennoot
schappen gerekend zijn.
Met betrekking tot net ontwerp-artikel
omtrent de gemeentelijke inkomstenbelas
ting blijkt, dat de grenzen tusBchen een
bedrijft- en een inkomstenbelasting in het
ontwerp, zooals trouwens niet anders kan,
nfèt zeer scherp getrokken zyn, en met
name zulk ren heffinz van naaml. vennoot
schappen, van hun filialen, als ook van
uitwonende grondeigenaren begrepen wordt
onder de gemeentelijke inkomstenbelasting
en du 5 niet nog eens onder de bedrijf
sbelastihg te rekenen valt. Gaat mea na,
welke vermeerdering van inkomsten door
deze verruiming van haar belastinggebied
voor de gemeenten ontstaan kan, dan zal
men d'us er wel op moeten letten, dat beide
belastingen elkaar in de wielen zouden
rijden, en we dus feitelijk meer met n
dan met twee heffingen op ruimer en nieuwer
schaal te doen krijgen. Dat er voor de
groote gemeent m wat uit te halen is, dat
het treffen van den uitwonenden eigenaren
veeli' buitengemeenten zal kunnen baten,
kan niet worden betwist. Waar gemeenten
zich uitgaven getroosten voor handel en
scheepvaart zoowel als voor brandweer,
kunnen zij nu ook directelijk de vennoot
schappen, die er van profiteeren, doen mee
betalen, al zal ook hier weer, zooals bij
alles wat de gemeenten op haar eigen be
perkt gebied doen, de moeilijkheid blijven
bestaan, dat men niet de hen zelf most stich
ten gaan. Br zal bij de toepassing te onder
scheiden zijo, en we zullen aan de meerdere
bftWpgiagsvrijheid vooral de mogelijkheid
danken, om dit te doen. Xoo stel ik mij
voor, dat wij met name ten aanzien van de
belasting uit het bedrijf van
woningverh»urders, het heft in handen zullen krijgen
om te waken tegen misbruiken, door bij de
belasting rekening te houden met de ver
houding tusschen koopprijs en huuropbrengst
en progressievelijk grooter heffing te doen
zoodra die opbrengst enn zeker billijk per
centage, dat met risico's en vernieuwingen
rekening houdt (stel 8 pCt. van bouw- of
koopiom) overschrijdt.
Wat nu op deze wijs meer uit onze
bedrijfs-iakomstenbelasting te halen zou zijn,
vooral nu ze meer progressief zou zijl
te maken en het Rijk zijn gegevens ten
dienste zou stellen van de gemeentelijke
belastingambtenaren, acht ik uiterst moeilijk
te schatten. De Staatscommissie waagt er
zich zelf niet aan, en we staan hier altijd
voor- de vraag of verscherpte toepassing
niet- zou leiden tot verderen uittocht van
gegoeden. Dat er voor Amsterdam een
drie ton meer in zou zitten, acht ik aan
nemelijk, op grond van het straks genoemde
cijfer der bedrijfsbelasting. Er blijft bij
dergelijke gemeen tebelastingheftirig altijd
628-E 8,
DOOR
Dr. K. F E EN S T K A, ILlrersum.
II. In Z:ïid-Hottand.
Gorinchem, heet eea eerste kapitte1, dat
niet meer dan de ruststemming is, van een
jakkei aar door Europa, <en hosser over de
bonte kermis van bet leven. In de scheme
rende rust van het stadje, in het rosgele
zomeravond k omen thee voorgeschonken
door 'n frisch banketbakkergdochtertje met
bloote armpjes komt ie er van zelf in.
In een contemplatieve heimwee-voeling naar
stil verlaten schoonheid, ge'uk in kalmte
dis ook het oogenblik van inductie zelf
tot een huivering, een tokkel-aanslag van
geluk wordt. Delicieuse petite vieille,
qu& Gorinchem l ... Men kon van de auto
uit-, zonder moeite aan de gevels reiken
friscli geboend, geglansd, proper. De straten
zagen er uit als de mozaïkvloeren van de
interieur?, die Pieter De Hoogb schilderde.
Winkelramen met mooie kanten, mooi oud
zilver daarachter un luxe choisi
vraiment harmonieus. Het was het eerste stadje
van Holland, dat zich spiegelde behaagzaam
en gelukkig, in het water van haar breede
banaal wegen.
We hielden stil bij 'n banketbakker om er
the» te drinken; maar meer speciaal om er
vat «p het plaatsje te krijgen. De lieden
kwamen en gingen, zagen ons aan en dan de
machine ; zwijgzaam. De gezichten terughou
dend, een beetje zwaar zooals je ze ziet op
de ouwe kopergravures uit den^ijd
dertulpengpeculanten. Ze wisten niet goed, wat ze doen
moesten: bewonderen, nens-ophalen, zich
opwiad'en. Na den auto aangegaapt te hebben,
gaapten zij mekaar aan. Dan gingen zij, zonder
on»; ban gevoelens t9 hebben geopenbaard.
En w«er anderen kwamen, die dezelfde
mimiBche voorstelling van a tot z doorrepeteerden.
de kwade kans van een mogelijken uittocht
ook van naaml. vennootschappen.
In 1904 toeh was het belastbaar inkomen
der niet-phyneke personen
in Amsterdam ? 28,696,000
Rotterdam 9104^)00
Den Haag 14,659,000
waaruit duidelijk blijkt, dat de hoofdzetel
onzer uaaml. vennoot schap.pe n niet juist in
een handelmiddelspnnt behoefT'gevestigd te
zyn, ,en verhuizing naar Den Haag, als dat
eens geen heffing deed, weer allerminst zou
zyn- buitengesloten, althans voor een be
langrijk getal, vennootschappen, die niet
bepaaldelijk op Amsterdam drijven, maar
meer op Indiëen dan ook trouwens, in
dat geval, slechts VOOB een deel hunner
inkomsten zouden zijn te. belasten. Da
commissie heeft die verhuizingsmogelijkhei l
overwogen, en dus even aan een
rijksheffing vóór de gemeenten gedacht, om haar
dadelijk weer los te laten van wege de
moeilijkheden der verdeeling. Precies zoo
els het haar vergaan is bij de behandeling
der directe rijksuitkeeringen, waar zij ook
voor de. moeilijkheden is blijven staam
Aan een overspringen van hindernissen
heeft:zij zich liefst niet gewaagd.
?(Wordt vervolgd.) - L SIMONS.
Goed zoo!
Wie een beetje kieskeurig is, zal slechts
heel zelden, mét den inhoud, ook den
vorm kunnen accepteeren v *n de woorden
en daden, \va.armee de massa aan haar
hart lucht geeft.
"Want die massa legt in haar mani
festaties gewoonlijk noch keurigheid noch
bevalligheid... Zij schrikt af dojr een al
te ongekuischte oprechtheid.. ..
Zoudt gij b.v. als particulier persom
mee willen doen aan een fluit- en
sisontvangst van den bloedeloozen on be
krompen Tzaar Nicolaas, wanneer hij bij
geval Nederland een bezoek bracht?
Gij zoudt zeker niet ms onbeleefd
willen zijn. En toch, lezen wij eens
het volgende bericht:
Wat de reis van den T «ar naar Rome
aangaat, voorshands schijnt daar weinig kans
op te zijn. Dese'.fde redenen, die het reeds
vroeger voorgenomen becoek hebben ver
hinderd en die gelegen zijn in vrees vo;>r
socialistische betoogingen en opstootjes,
schijnen ook thans den Tsaar van een reis
uair Korne te weerhouden.
Het was niet elegant van de
Italiaansche socialisten, om, eenige jiren terug
reeds, de plechtige gelofte in 't publiek
af te leggen, dat de T>air geen intocht
zou doen in Rome, zonder een c meert
van fluiten en homgeroep.
Maar die onelegante, uitdagende ge
lofte heeft onmiskenbaar iets grouts
en schoons over zich gekregen door haar
pra:htige suc.'es. Voor deze mannen is
't niet de bloedelooze stumper, die binnen
Rome wil komen, maar het bloedige
régime. Zij hebben zich, niet schamende
voor de grove middelen, die der massa
nu eenmaal enkel ten dienste staan, de
schanduligheid" van het Russisch
regeerstelsel buiten hun deur willen houden
en... buiten hun deur yi-hom/fii, ;ils
een schurftig beest!
Goed zoo! roept men uit bij 't lezen
van zoo'n bericht.
Goed zoo, qnaii</nirinr.' Hier wordt ge
tuigd tegen een al to mensch-oawaardigen
vorm van heerschappij. Er is overal
knechting, bewust of onbewust gedragen.
iJDtar staat men, als iu Rusland, voor
't geval van hon lerdduizen len welbe
wuste mannen, geknecht door 't bruutste
geweld, een geweld, dat zonder ecnig
respect is voor den i)i<lu:i<lu, dan ver
dient het volk een pluimpje, dat zoo'n
régime een klinkende oor.'ijg gcefc.
Er waren blonde vrouwen, met kamgebaande
haren. Er waren zeer donkere, met oogen
als amandelen, en een tint. waarin liet geel
van het Oriënt het rose vau Iviropa fond gaf
Vissehers kwamen en gingen, Pakken bruine
vischbundtl* op de karren. Tiepig mooieren
reden zalm zware vrachten ; neïten er over
toe. Ken klein joggie kwam a^nloopen otn ons
ansiehtskarten te verkoopen. Kei ken met han
gende torens; windmolens; kanalen met sche
pen. Alles was daselijks en monotoon en stil
in het straatje. Het leien sleepte traag voo bij
ons, zooals het eiken dag voorbij dezen winkel
zal verruischen eene vrouw, die veel stille
bedenking van binnen heeft. Met dat leuke
telkens weer opklot-en en alllauwen van h at
klompk'akken op de keien Ik voel Ie het geluk
mij inpalmen. Me warm omwikkelen. Ik had
in mij een onbewuste huivering van deze
zachte H.i'aeid dar geveltjes, van dit stille
van den schemer, van het geluid vaa de.se
klompen; van deze geslotenheid der gedichten,
van dat lieve meisje met bloo c armen, die
ons zonder haast bediende, vaa deze thee die
zér slecht wa=, vau de^e Cnineesehe
rooddoorlakte koppen, van deze zoetige
chocolalucnt die in den winkel hing van deze
naïeve huisjes, zooals men ze voor aan den
Kerstboom" koopt,uit een fabriek van Neuren
berg. 11 me eemblait que c'était la bonheur.
et que j'eusse vécu la Ie reste de ma vie."
De dijk. Van Gorinchem 1ot Dordt is het
een keten van heerlijke dorpjes; waarvan ik
de namen niet meer weet. Ve« dingen vlieg
je langs, die je al vertrouwd zijn van vroeger;
die je, al ia 't maar op een doek
ichilderwerk reeds eerder in je hebt opgenomen.
Hoog over den dijk gaat de auto. Voor de
Ui*e huisjes op de schoon geachrobte keien
staan de klompen zijlings van het
baksteenwegje. Er achter liggen roaiöooten aan slot
jes in vierde-rangekanalen of slooten. Een
vrouw hangt linnen op. Achtergrond: un
jardin de fritillaires. Tout a Ie charme du
déja vu. Zelfs als je nooit dit moois in de
werkaLgiheid bant nader gekomen.
De zon gloeibolt op de weiden neer, als
we op eens tegenover Dordrecht staan, dat
hij al die kleine doorgereden dorpjes
vergeocialo,
De Wet lig ier Mszittenfle sraen tn ai t, 21
der Armenwet.
' Het onderwerp der gemeentelijke
arraenbedeeling, en' in onmiddellijk'verband hier
mee artt. 21 en 22 der verouderde Armen
wet, blijft actueel.
Dag aan dag, en vooral in een tijd van
malaise als den onzen, gevoelt men de
sterke behoefte aan meerdere bemoeiing
met de nooden en het gebrek in talrijke,
voor een deel zelfs zeer nette gezinnen.
Maar door allerlei politieke gebeurtenis
sen schijnt het nu eeumaal uitgesloten, dat
eene finale herziening der Armenwet aan
de orde wordt gesteld, en de huidige poli
tieke situatie is er nle naar, om zulk een
herziening spoedig te verwachten.
Uaarom doen, zich th,ans van meer dan
ó-ue zijde stemmen op, om reeds bij de
bastddiidi' wetgeving, d. w', z. ook ouder
vigueur van artt. 21 en 22, in de mate en de
wijze der bedoeling verbetering te brengen.
l)e heer Blaokenberg heeft in liet Tijd
schrift voor Armenzorg'' medegedeeld op
welk een sympathieke wijze de verschillende
armbesturen te Amsterdam be^ig zijn,
verzachting in de wijze der bedeeling te
brengen, doordien zij aan een aantal be
deelden het hun toekomende thuis laten
bezorgen.
En eenige weken te voren deed de heer
J. l'. Cau, te /ierikzee, bekend om zijue
studiën op het gebied van Armenzorg en
Verzekering1', naar aanleiding van eene
verhooging der bedeeling door het burger
lijk armbestuur te Rotterdam, in de N. li.Crt.
een beroep op allen die bij de armenzorg
betrokken zijn, om te trachten, reeds bij
de bestaande wetgeving in het lot der
armen verbetering te brengen.
De heer Cau bepleit dit in de volgende,
inderdaad treffötid-juiste bewoordingen:
In het algemeen wordt in de laatste
tientallen j iren veel te weinig aandacht
aan de aimenzo-g gewijd. Met grooten,
bijna ko_>rtsachtigen, ij >er wordt gestreefd
naar ophelling der armenzorg en hare
verhanging door vjij willige of verplichte
verzekering, staatspensioneering of der
gelijke m latregelen. Dit strever is zeker
?,eer lofwaardig, maar onwillekeurig wordt
daardoor de bestaande armenzorg uit het
o )g verloren tn is het publiek met hare
inrichting en werking zeer weinig be
kend. En toch hangt tiet ws.zijn van
(luuendm, ja 'ienduizenden bedeelden
van die armenzorg af! Wat baat het
aan die allen, of er schoone toek'>imt
plannen worden ontworpen en veelbe
lovende wetsontwerpen worden inge
diend? Zij zijn c u eenmaal afhankelijk
van de atrnenzorg en zullen dit voor
een groot deel blijden, ook al mochten
eenmaal die plannen verwezenlijkt en
die ontwerpen tot wet verheven worden:
want dit zal in bet gunstige geval nog
jaren duren en vele bedeelden, vooral
de ouden van dagen, zullen dit niet
rneer beleven. Bovendien zijn er bij de
invoering van zulke maatregelen altijd
tal van uitz >n lerinjrs- en overgangsbe
palingen, waardoor velen vau die toe
komstige m o g e l ij k e voordaelen
verstoken zuilen blijven. Juist daarom
is het zoo noodi^ om in de armenzorg
d.e verbeteringen te brengen, welke de
bestaan fe wetgeving tjelaat, en daartoe
behojrt eene minder karige bedoeling,
waardoor reeds aanstonds, zonder
vvei>wijiigiug en zonder buitensporijre kosten
duutnden hulpbehoevende
medt-menfcc^en kunnen worden geb-iat.
Het is met deze, van verstandig inzicht
en warm me lege voel getuigende woorden,
dat ik mijn hartelijke instemming wensen
te betuigen, en er enkele opmerkingen aan
wil toe voegen.
In de eerste plaats wensch ik den nadruk
er oj) tüleggen, ddt er iuderda-td geen
uitzicht bestaat, dat binnen afzienbareu tijd
een wetsontwerp tot herziening der
Armeiisvet aan de orde gesteld zal worden.
_Niet, om lat het niet iiooi/irj zou zijn'
O, ik /.ou willen, dat de partijen vuil de
linkerzijde, die inrners tegen eaue wijziging
lekeu, ons een reu/.enstad toelijkt. De mij"8tfit
van Dordt komt vooral uit,in dat s'.aal-sc'iril.e
blauw van den avond, dat alle vormen io
n versruelt, en waaruit (erste lichtjes pin
ken. Ue Waas, of liever de Merwee, <vas
krioelvol als de loofdstrait te.aer stad. De
veerboot ging niet. \Ve moesten mter dan 'n
uur wachten, voor we o rergezet" kouden wor
den. \Vezagen de groate tjalken d'r kleuiei
verliezen de zeilen tot zwart verdonkeren
over de stad stieif de dag in paarsbleekeu ie
praclit. Sleepers en stoomboten loeiden.
Ea als voor 'n groote smederij werd het
vuur aangelegd, blies da balg er in ... de
vonken over het water.
In Dordt logeert Mirbsau, in het hotel
Beüevue. Eerstens gaan ie er op'n Kngelsc ie
miss, die in en uit Ir muiltje trapt, eu't dan
vtrliest, 'u knp zet den erotisc h !n menscb
stitnuleeren. Uau d e. u gastronomen. Dien ook
ver/,adis;eri ! Ober, tong! schreeuwt
ccav ?. Van die goddelijke tong, kerel, die
ik vroeger eens hier gegeten heb. Yj'n kame
raden, die 't water om de tanden loopt van
zijn schildering he'pen 'm. Allons, mon
sieur, des soies . .. des soles comme autrtfoisi
Is 'c er niet! N'OJ; wat na/ltitn Geefi niet.
Il n' y a pas. Er blijkt n e'.s anders op te
zitten, dan zich met sardines tevreden te
geven. Mals queues sardities! Zij schenen
ons bij uitstek exquis gearonutiseerd,
drupzwaar van edelvet. Wij waren't er over eens,
dat we «ooit zulke sardines gegeten hadden.
De gebakken tong werd vergeten, on een
van het gezelschap begeesterde zich dermate,
dat hij den ober Het roepen.
11 n' y a que la Hollan Ie pour préparer
de tels poissons . .. Vive la llollande !
Ouer waar fabriceert uien die goddelijke,
weergalooie smeltend verrukkelijke sa-d.nes.
Ik zal er een paar kisten van besteller).
Een spoorwegwazgon. Je veax patcr la
France, et la fan e rougir de son ignorance ...
D<s ober veegt zich even over z'n
glanslokken, zegt met waardigheid van deftig huis
te vertegenwoordigen :
Wij krijgen ze rechtstreeks van Bordeaux,
mijne heeren.
In Dordt z\jn 't vooral de koperwerken in
der Armenwet geen princifiieele bezwaren
hebben, omtrent dit dringende, voor duizen
den armen zoo hoogst belangrijke jamt mpt
elkaar in overleg traden, en aandrang wilden
oefenen op de regeering, oai dit onderwerp
z jo spo 'dig m >gelijk aan de orde te stellen.
Het is betreurenswaardig, om geen erger
woord te gebruiken, dat met deze herziening,
die door uiten, welke hun tijd en kracht
en geld besteden aan dit stille werk, en
door allen die met het Burgerlijk Armbestuur
in betrekking stsan, zoo noodzakelijk wordt
geacht, niet het geringste begin wordt ge
maakt.
Een vrome wensch dat het zal gebeuren !
liet aantal wetsontwerpen, dat in de
Troonrede is toegezegd, on dat bij de
Kamer werd ingediend, is zóó onrustbarend,
groot, dat er aan eene behandeling vaneen
wetsontwerp, hetwelk nog zelfs met is aan
gekondigd, nog niet (jcilncltl kan worden.
En mochten do gebeurtenissen van den
laatsten tjl zich dermate afwikkelen, dat
er een kerkelijk ministerie komt, wie zal
dan de indiening van zulk een wetsontwerp
binnen afzien baren tijd verwachten ':
Daarom ook moet het inderdaad in het
Burgerlijk Armbestuur geprezen worden,
dat het met opeene verruiming der wettelijke
b«tialingen heeft gewezen, maar thans reeds
tot verhooging is overgegaan.
En dat kan, overal waar dit noodig blijkt.
Toen in 1900 voor het eerst iu den
liotterdamsahen gemeenteraad bij de behandeling
der begrojting, dit onderwerp besproken
werd, was eerst de opmerking uit den kring
van het Armbestuur, dat de bekende We;
(van 185iJ een ruimere bedeeling verbiedt,
omdat zij in art 21 zegt, dat de armen die
daarvoor in de termen vullü.i, slechts bedeeld
mogen worden bij volslrekie onvermij
delijkheid.'1
O p déze woorden wordt het soms
ongcloot'elijk-kai'ige der bedeeling gebaseerd.
M. i. volkomen ten onrechte.
Ik zal uu mot sp:cken over het voorbeeld
van Amsterdam, waar niet slechts de
dubbele bedtelmg' buataat, (bedoeling van
Kerk en Gemeente tegelijk), die volgens de
meeste interpretaties in art. l wordt
uitgesluten, maar ojk belangrijk hoogere
bedeeliog wordt toegekend diii in Rotterdam,
Den Haag en Utrecht; het voorbeeld van
Amsterdam, niet alleen op dit, mair ook op
ander terrein, wordt door an iere gemeente
besturen niut altyl even gerecde aanvaard.
Do^h da /i'uor./rn ,,volsticktu
onvennijdelijklieid" vormen geenszins een maatstaf'.
/ij spreken zich immers slechts uit, in icelk
iji'cat ondersteuning gegeven mag worden;
wanneer de arm'.-n die niet van kerkelijke
of bijzondere instellingen van weldadigheid
kunnen erlangen." \\\tnnver deze tweede
eventualiteit aanwezig is, en dus de armen,
die niet van elders bedeeld worden, daarvoor
iu de termen vallen, zelfs dat blijft verder
ter beoordeeling van 't Armbestuur. Maar
over hot bui/rti'j der bedeeling spreekt nöja
dit artikel, KÖJQ een ander artikel der Wet
van 18)1 zich uit. Op het bmiruy, de mate
der bedoeling, m gold of nature, hebben de
woorden: volstrekte onvermijdelijkheid,"
in 't geheel geen betrekking; althans
UeItoeren, daarop niet van toepassing geacht
worden.
Dit blijkt het Burgerlijk Armbestuur te
lljtterdam to ho )byu erkend: hel luiiietder
bedeeling mag worden gezocht in de
geiiieente-finaucicn, iu de publieke opinie, in
de omstandigheden der and'ere, niut bedeelde
armen; in de ti'i'.t is ze met te v uiden.
Ik verlies hierbij niet uit het oog, dat in
de ti.elicltliiiij, tut e Yv'et van l.sjt bij art 21
is aangeteckcnd, dat de beduehng van de
volstrekte onvermij lelijkheid ' was in don
uitersten nojd," doch ik meen, dat, wuar
men ij/'dicoiKji'ii is, door de veranderde tijds
omstandigheden een zoo ruim mogelijke
opvatting van art. 21 te huldigen, men zich
aan de^e overigens toch *) >& zeer vage
toelichting, ' die e beoordeeling vau wat
uiterste nood' is, uan ile armbesturen zelf
overlaat, mei ge .ouden kan achten.
Ik steun hier op niemand minder dan
den heer llintzeii, die in zijn I'rac-advios''
van l SIM reeds zcide: ,.De onderstand zelf
is soms geheel onvoldoende, om in het
allernoodzakelijkst 3 te voorzien. Dit
iseven..wel geen uitvloeisel vau het beginsel der
\rnienwet, dat de burgerlijke overheid
slechts bij gebleken volstrekte o.iveriuij
le..lijkheul onderstand mag verleeiien.'' Deze
de Groote Kerk, die Oj'ave in eene kunst
zinnige De^ee^ erai.; Drenken O ;i lojpl hij
liet uouie Mu-ée dei Boers i u, waar de con
ciërge i,em pessimistisch x.'u verveling klaagt.
Den twee ten avond zet hij de ti-'S?a 8 weer
aan; koers UiUeulam.
Van de;e k >rte reis va'i D):d;. naar
Hotteidjiu rest mij geen heiinutriiisr, dan de .e,
d,it de auto gleed /.onder scriokkeu, en
-clirampingen liet gul mij als eeu g ; f oei van
schaatsrijdeii. Ifet was uf on ;e anto soiken had
aangetrokken, van bet sooit, dat de biave
Uo.laiiiiers dragen iu deilui klompen.
Eu opeens, ter liojgie van een co irt oever,
die voar dit lani een berg kou heet n. waar
naar een enorme brug; zich heneureïie aan
g'iie zij: une espèce e falaise, on plurotun
pau de mur de léve, forméd on ne sai'. q if l
auioncellement de briques miiHicoloree, de
fraguieuts de verre coloiió, d'éc avious-ures
de solei! au p:.ed duqnel venait attre. coinnie
une nier drc.ifiuiée, ie furieux tutuuite d'uue
ville en travi-il et d'un port tn liè/ie. EaliUe
ou pan de mur, il nou- fdliut q-ielques
minntes puur reeonuaiue que nouséliousen
face de ia vilie neuve de Koiter Jam.
Diiojt in Kotterdam worden ze omwerveld
door t lawaai ; de ilultgii.en der treinen, de
eirens-brullen vau de Maas de rolbo.ikeriug
van vraeh'eii over de keien.?Maarzij werden
tevens uogdoor iets andersomwerveld.
Kotterdamsche bevolking, die bonche bée aardig
heden veikocht, in de banden woa knijpen ;
aan 't poetskoper met z'a vuile handen
aaivlekken wreef, 't Werd een formeel siaiid,e.
De 028?E.S moest sti houden.
Gerucatig en krachtig als de stad deed,
leek Rotterdam me op dit oogenblik toch
vtel meer een wüdencentiuni vau heel ver.
In het behagelijkt-te, rijkste en rustigste milieu
van Europa, hadden hare ingezetenen het
voorkomen vau toegeloopsn Liplauders.
Stel ig kiegen ze er niet te veel mooie auto's
te bewonderen. Deze uienschea, gewend
aan allerlei rarighedeu vaa eo?mopolitisch
havenbedrijf van wereldhandel die
reuzenwerken bouwt, stonden o _n onze auto als een
klag-slijk stelletje Mongolen. De da nes in de
C'28 kregen het e,r benauwd van. Ma voisiue
ferma ses yaux. Ses gants tteniblaient."
voorwaarde vindt men op eenigszins an'dere
wijze omschreven, in armenwetten die veel
verder gaan dan de onze" 1). En verder,
(blz. 49/ De wetgever zal ten opzichte van
de hoogte der bedeeling moeten be'rusten in
de wijsheid der armbesturen." En mr. dr.
De Monchy zegt in zijn dissertatie: De
Nederlandscbe wetgever tegenover de ar
moede (blz. 9): ?Aan het Burgerlijk Arm
bestuur wordt (in art. 21). alleen beduid
wat het niet mag doen. Zonder dat aan
zijn beslissing eenige andere beperking
wordt aangelegd dan die van art. 21,
be-slift het Burgerlijk Armbestuur zonder
beroep, op de aanvragen van ouderstand."
AVil ik met deze aanhalingep betoogen,
dat een wijziging der wet niet dringend
noodzakelijk is 'i
Allerminst! Ik herhaal: ik zou het vóór
elke andere sociaal-politieke wel gelaan
willen. Want niet alleen in artt. 21 en 22,
doch in (jeJieel de \Vet huist een geest, die
niet meer in overeenstemming is met den
geest van meerdere humaniteit en grootere
zorg jegens do armen, niet in het belang
der armen alleen, maar in het belang van
gansch de maatschappij. Het vraagstuk der
sanatoria-behandeling voor tuberculose- en
andere lijders aan besmettelijke ziekten, het
vraagstuk of niet de bedeelden verschillend
bedeeld moeten worden, al naar den socialen
kring waartoe ze behooren, ten einde ze te
behoeden voor afzinking in het
pauperisme het zijn alle vraagstukken die
dringend nadere regeling behoeven.
Slechts wilde ik betoogen, dat art. 21
geen beletsel behoeft te zijn om het
eerstnoodige te doen: liooyer bedeeling, opdat
er althans aan een toestand van chronisch
hongerlijden, waarin vele bedeelden, in
steden zoowel als op h?;t platteland,
verkearen, een einde name, nog vóór het parle
ment voor eene wijziging der Armenwet
den tij.1 heeft gevonden. X.
1) Vereeniging voor de Staathuishoudkunde
en de Statistiek. Prae-adviezen" over het
beginsel der Armenwet. B dz. 47.
Ik geloof aan een verandering van ons
tegenwoordig-realistisch tooneel; dat hat
wijken zal voor eene andere
tooneel-speelkunst, ... die nog gevonden moet worden.
Dit is duidelijk aan zeer vele teekenen, en
ook overige is zou het onbegrijpelijk zijn,
waarom wel ons burgelijk realistisch
toorieel eeuwig zijn zou, terwijl toch noch dat
der Grieken, noch dat van Shakespeare,
en ook het Fransche Renaissance toonpel
niet langer hebben geleefd dan hun tijd.
Maar voor ons landje, en voor onzen tijd,
ij er nog een andere vraag: hoe is het
mogelijk, dat in Holland de litteratuur in
Vaar principes veranderde, dat zoovelen
dsze verandering meemaakten en haar ook
vurig voor de tooneelspeelkunst hebben
gewenscht, en dat toch voor haar die ver
andering niet is gekomen:' Daarvan moet
de voornaamste oorzaak wel deze zijn, dat
aan den eenen kant acteurs conservatieve
menschen zijn, en dat aan den anderen kant
de litteraire hervormer van het tooneel tot
nog toe altijd is uitgegaan van litteraire"
beginselen.
/ekcr er is een groote verwantschap
tusschen tooneel en litteratuur, grooter waar
schijnlijk dan tusschen welke twee andere
kunsten ook, maar een werkelijke harmonie
zal nooit bereikt worden, indien niet ge
handhaafd blijft do intuïtie van den acteur,
de eigenaard van de tooneelspeelkunst.
En men moet niet denken dat ooit een
dichter, hoe groot ook, of een litterair-ont
wikkelde, hoe lijn ook, een wezenlijke her
vorming tot stand brengen zal in de
tooneelspeelRuiist, indien hij niet eerst on vooral
haar eehtste en grootste middel: het gebaar,
accepteert. Men kan zeggen, dat zoodra in
welke nieuwe poging tot hervorming ook,
nu imiumif nJlllllllMllimmiijiilillilliniiliiiiiHlllMHlllliimi
In K ttterda'n ontmoet Mirbeau een ouden,
lang; uit 't oog verloren keunis: Weil Sée.
Niet meer grossier in eleclrische krac'at te
Grenolile. Maar assuradeur van hemel en
aarde eu a]les was daartusschtn vastzit of
beweagt, te Rotterdam. Die sjouwt m-?t hern
de stad rond, laat hem hem bet licht en het
donker van de werkende daverbonkende stal
zien; de meuscaeu, de groote neders en
kooplui, door eea intelligent Fransc'i bril
letje; introduceert hem op de soos. D;e visite
op de soos is niet in s. Evenmin dit vonnis
van \Veil-S.;e : Rotterdam, mon cher is
die haven aan wie ik o: der alle havens van
de wereld la plus puissante virtualitesp
ciliijiie de spéeulation ' toeken.
Een avond, schrijft Mirbeau, nam m'n
viieud Wtil-See me mee, een lange verlaten
kade langs, in een club vau de stad. waar
ik met gulle cordialiteit ontvangen werd.
A'-thans vVeil-Sée verzekerde mij dat.
DJ leden van da sociëteit- reederg, ban
kiers, kooplieden zaten bij mekaar in een
zial, waarvan alleen langs de kanten en
vensters tafehj=g stonden. Het midden was
kaa1, ongemeubeld. De koperlus'ers spiegelden
zich in het gladgewreven parket. De plaatsen
werden zwijgend ingenomen. De meesten der
leden dronken bier. Bijna zouder uitzondering
dampten ze uit gelijke lange Goudsche pijpen.
Ze trokken 'm niet op 't zelfde oogenblik uit
den mond; maar toch kon je het idee krijgen,
dat een boal dei leden zeer wel naar gelijkheid
van rookrythme streefden. Geinommel, hoes
ten, echraapkucheri stoorde soms 't gutturale
zwammen > au n vau de soosleden. Die men
net zoo lang verhalen liet, tot de aandacht
zich oploste in een tutti van bulklachen.
WeilSée ging van den een naar den ander, souple
neerbuigend. Mirbeau schaamde zich. Die
hfeft behalve den titel: tj26. ES nog andere
,,titres", Hoeft dus niet als een assuradeur
door het leven te loopen.
Zijn twee buurlul spraken 'm van tijd tot
aan. Met gedempte aarzelstemmeu. De een
had 'n gekookte bollekop de nuances der in
van een fivence-pot. De andere was een kleine
grijsaard, die werk bad met z'n
mummelkinnetje boven de tafel uit te komen, Hg
verseiikte telkens om te vermyden, dat z'a