Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMEil WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1597
Hs for that fyn to maNe awtchc a tb ing,
HJhpsuffrest thou that Cereue waa bóre,
That is in tovc 80 f als and so f orswore,
tlhat, fro tbia world up to tbe firate h even c.
Comimpetb,whanthatfolh bis name nevene?
Hnd, as tó me.sogrjsly waa bis dede,
Chat, whan that l bis foute story rede,
Myn eyen wexen foute and sorealeo:
Vit laet the vcnim of ao longe ago,
"Chat hit enfectetb him rbar wol beboldc
the story of Cercus, of whtch X tolde.
f Cracc was be lord, and N in to Marte,
crue! god that stant with blody
darte;
Deuedator formarum.
Hndweddedhadhe.withabliafulcbere,
Ring pandfonee faire doghter dcre,
Chat highte progne,flourof her contree,
uno list nat at tbe feate be,
icua, tbat god of wedding ie;
But at the f eete redy been, ywïs,
the furies three, witb alle bir mortel brond,
tbc owle al night aboute the balbee wond,
that propbet is of wo and of mischaunce.
thia revel, fut of songe and f ut of dauncc,
Uasteth a f outttnigbt, or Uul Usse.
Bu t, ahortly of tbia a tory for to paase.
wroght
tbe faire worid, and bare hit in thy thogbt
eternally, or thou thy werk began,
dhy madeat thou, unto tht Uuttdve of man
Or, at be tbat bit was not thy dom g-,
lïQe list no more to epche of h i m, parde;
Km Chiee f alee lovers, poiaon bc hir bane l
_ Ia8? But l wol turne again to Hdriane
Chat fa wf th attpt for werjncssearahe.
fut aorwcf ully her herte may awahe.
HlUsl for thee my herte ba t h no w pi te i
Rtgbt in tbc dawening awakctb sbe,
flnd gropetb in tbe bedde, and fond right
noghr.
jtFHIUs r quod sbe, that ever X waa wroght!
lam betrayedl and her beer torente,
Hnd to tbc atronde twfor faete abc wentr,
flnd crycd: Chcacus f myn berte awete 1
Olber be yc, that l may nat witb yow mete,
flndmigbte thua witb beates been yelain ?
BS||n6 bolwe roNkea answerde her again t
regj NO man 0be aaw, and yit ehyned the
fafflSmonc,
Hnd hye u pon a rohlie abc wcntc sone,
End eaw bia barge eaiimg in the oce.
Cotd wt* bcr berte, and rigbt thua eeide ehe:
M e h er than ye nnde X the beo tea wilde f
j? Puddc bc nat ainne, that her thua begylde?
Sbe crycd: Oturneagatn.forroutheand
aïnnet
Chy barge hath nat al bis meiny inne f
Jf fier hcrchef on a pole up stibked ehe,
Hscaunce that bc e holde hit wel ysee,
Hnd bim remembre tbat sbe was btbïnde,
Hnd turne again.and on tbe arrende her finde: f
But al for noght; bia wey be ia ygoon. '
Hnd deun sbe fil aswown upon a 8 toon;
Hnd up ehe net,and kiotc, in al ber care,
the steppes of bis feet, tber be hath fare,
Hnd lo her bedde right thus shc spehcth tho:
tbou bed,quod ehe, tbat bast receyved two,
thou sbalt answere of two, and nat of oon i
CQher is thy gretter part away ygoon ?
Hllaaf whershall,wrecchedwight,becomel
for, tbog-b eo be tbat abip or boot beer come,
hoorn to my contree dar l nat for drede;
luinmyselven in thie cas nat rede l
^SJHEjjïftfiHt abal l tellc more ber
comjSffi?a|fl pleining?
^S£Ê!* fitt is eo long, hit wcre an hevy
thtng.
In her epistle T^aso telletn al;
But abortly to tbe .-r d c I tellc aha!.
tbe goddes have ^er holpen, for p;tee;
Hnd, in the signe of taurus, men may sce
the s ton es of Eter coroun shyne clerc.
ftjjfi^j 03OL no more epehe of t bis matere;
^«m But tbua tbis false lover e in fegy Ie
wbylef
explicit Legenda Hdriane de Hthcnes.
Twee pagina's uit The Works of Geoffrey Chaucer", met illustraties van Sr. Edw. Burne-Jones in The Chaucertype", gedrukt ter Kelmscott-press, 1896.
Het dr ah kersjaarboek voor 1907.
Uitgave Ipenbuur en van Seldam,
Amsterdam.
Ook de drukkunst begint sporen van
herleving te vertoonen. Alen gaat lang
zamerhand bemerken, dat het niet alleen
een zuiver mechanisch vak is, maar dat er
ook smaak en schoonheid bij te pas kunnen
William Morris, naar een ieekening van
Felix Valloton.
komen. Wel zijn er nog velen die dit
betwijfelen en de .eenigst mogelijke ver
betering in het drukkerij-bedrijf zoeken
en vinden in machines, die nog grootere
snelheid kunnen bereiken dan de thans
bestaanbare of tot nog gecompliceerder
verrichtingen in staat zijn dan deze. En
die vakmannen, zij zullen ongetwijfeld
lachen als een leek, die nimmer de kiel
van den zetter of het pak van den drukker
gedragen heeft, hun vertelt, dat het
drukken een vak is, waarin men gevoel
voor lijn en kleur kan betrachten. Goeiig
medelijdend h len zij de schouders op,
over den man, die in deze tijden van
haast en gejaagdheid nog aan iets anders
denkt, dan zoo vlug mogelijs veel af
te kunnen maken, en ik weet zeker, dat
er nog menschen zijn die Morris'streven,
als dwaze utopie beschouwen, evenals
zijn tijdgenooten het aanvankelijk deden.
Mr. James Leatham vertelt het ons in
William Morris, Master of Many Crafts",
hoe bij een lezing bijwoonde, waarin
Morris voor drukkers zou spreken over
Oud en Nieuw drukwerk". Men kon
merken", zegt hij, dat zijn gehoor, uit
vakmannen bestaande, niet zonder
minachtinïluisterde naar dezen amateur, die
hun over hun eigen vak wilde inlichten."
Maar niet zoodra hield de spreker op,
om op een scherm verschillende
specimina van eigen drukkunst te projec
teeren, of een daverend applaus brak los.
waarmede men ten duidelijkste het resul
taat van Morris streven erkenden waar
deerde."
En al zijn de denkbeelden van dezen
baanbreker dan ook nog vrij spaarzaam
tot het meerendeel der drukkers doorge
drongen toch is zijn invloed onmisken
baar. Niet dat wij herhalingen zien van
Kelmscott-drukken, wij zouden het niet
wenschen zelfs, en mogelijk ook de bruik
baarheid betwijfelen van een zoo zwaar
lettertype als de Troy of de Chaucer,
maar wij voelen de herleving" in het
drukkersvak.
Het optreden van hem evenals dat van
Emery Walker, van Cobden Sanderson
en meer anderen heeft een zekere
strooming ten goede te weeg gebracht, merk
baar in Engeland, merkbaar in
Duitschland, in Zweden en ook ten onzent. Het
heeft een nieuw element in het
drukkersvak doen ontstaan dat in spijt van
technische vindingen, in weerwil van
concurentie, den eenen drukker boven
den andere zal stellen, en dadelijk den
man aanwijzen, die naast zijn kennis van
het metier, genoeg liefde voor zijn vak
bezit, om hot tot iets hoogers op te
voeren dan een louter mechanisch bedrijf.
Doch het is nog maar matig, dat men
zich interesseert v >or de schoonheid in
het zetwerk, voor de kunst van den
drukker, en wie de vakbladen eens door
ziet, hij vindt haast ov ral de kolom nen
gevuld met mededeelingen van zuiver
technischen aard, en zelden met bijdragen,
die wijzen op eenig schoonheidsbeginsel,
die spreken over goede pagina-verdeeling
en verhouding, die aantoonen de nood
zakelijke harmonie tusschen letters en
illustratie of ornamentatie, die opmerk
zaam maken op kleurencombinaties enz.
enz. kortom die drukker en zetter tot
meerder kunstgevoel opwekken.
Het is voornamelijk aan het gemis
van deze richting in de meeste vak
organen, dat het drukkersjaarb >ek,
waarvan thans het tweede deel versche
nen is, zijn ontstaan te danken heeft.
Het vraagt meer dan iets anders de
de aandacht voor de kunst" in het
drukkersvak. Als inleiding van het eerste
deeltje schreven de uitgevers o. a. :
In dit hoek willen wij in hoofdzaak
behandeld zien, wat ons vak schoons kan
leveren en wat het in vroeger dagen
schoons geleverd heeft en wij willen
daardwr trachten bij boekdrukkers zoo
wel als bij leekes te doen zien, dat het
boekdrukkers bedrijf tot veel, veel beter
in staat is dan doorgaans blijkt."
Welnu, aan dit beginsel hebben zij
vastgehouden, en medewerking gezocht
V'?-.S-.'!v- :n: /^Snt \vUr- <?{ i,>ir : Thro An<tiohr / ^^^
' i |X f"1';'-/^ ';> .'< ;i -. ^ :jr'i/n; ?ti>s y>i 'inJi^fric nu<l , * .*,
?? . * * i i , ' ' . l , .. t,t ...tf ..f..l. ; / / . /^ ^^
. Ki>s ?/'! M''lNc t'i'i i
h ..... . , -prk/ ;/>,<?<;,]?;.?. w..- / C.
T>i.'!in> Kr ^c ...iü.-r. Ver- (.
-V''Vir--'^
'A «'? .L '? ('?/ ' 'v .;;!?-,, |'?l|in-^.us siHl?. l, . j
\ . s:.- ? \\-ty' i;>jr 'iy-.].')F['b'"!^\vi'r' /n mV J & ;
'?' ?. ? 'Ti f-; u vu. <i]-' Miut::'}»i-lisi'yrim' \.>T / lA j
j /J w-..;.T-v, . ?: ..il.^Lv !. r 1'S.iylirlM-n Aus^-hnl
- '
.- , ,
? ?' '-?iv.-, Ni'-!.!!. -M.- si.-l,t; /r f
?? i \VMM--cl: . l,'.n-lfr/»T'Tifs:ï(/' { <- r * / i
? ' '
?!'?
:. !?'?.' i:..-:.-- T>... si.;-itf:iiit
f ,?;..!) !?> Hu-r Rrauclu- - \
'
Drukproef van een Duiisch citaat. (Onduidelyke proef.)
bij hen, die het boek liefhebben om der
schoonheidswille, die drukkunst een vak
achten, waarin men ongetwijfeld zijn
individueelen smaak kan toonen.
Is niet het Duitsche boek van uiterlijke
verzorging geheel anders dan het
Engelsche, en ziet men niet hierin weder tal
van verschillen, al worden zij alle door
een zelfde nationale eenheid beheerscht.
En wij mogen meer voelen, meer samen
gaan met de typografische
schoonheidsprincipen in Engeland, dan in
Duitschland, evenals wij wellicht de kunst en
kunstnijverheidsuitingen ginds hooger
achten dan daar, toch moet men respect
hebben voor wat in Duitschland n van
regeeringswege n van de zijde der
kunstenaars gedaan wordt, om het
vak van den drukker, van den binder,
van den graficus te verheffen, en het
boek" weder te maken tot een uiting
van schoonheid.
Dat, zoekende naar aangename en goede
verhouding, naar fraaie plaatsing van
letters en regels, ieder volk hierin een
eigen karakter kan leggen, bewijst dit
tweede deeltje van Het Dnikk/'rs Jaar
boek onwillekeurig van zelf.
De heer De Roos schrijft over
Amerikaansch zetwerk" en wij geven bij een
herleving der boekkunst in Engeland",
in het bijzonder thans Morris besprekende,
eenige reproducties naar Kelmscott-druk
ken en uitgaven. En hoewel wij mogen
aannemen, dat Amerika niet geheel
onbeïnvloed is gebleven van de resultaten
van den stoeren Engelschen voorvechter,
toch zijn de proeven van titelzetting, van
adreskaarrjes, van brievenhoofden, enz.
enz., die de heer De Roos ons toont, ge
heel onafhankelijk van wat de Kelms
cott-press ons heeft voortgebracht.
Trouwens Amerika heeft reeds lang
in de kringen van hen, die zich voor
drukkunst interesseeren, getoond wat
het vermag.
De heer de Roos schrijft o.a.: De
kunst van den boekdrukker is bij uitstak
eene van overweging, en arrangement
en juist hierin toonen de Amerikanen
meesterschap. Zoo weten zij in het
plaatsen der regels, meestal slechts met
een enkel ornamentje of kader verleven
digd, waarvan het ontwerp nu juist niet
altijd schitterend kan genoemd worden,
toch een uitstekend ed'ect te bereiken
en ze bewijzen daardoor de juistheid
van de theorie, dat het vullen of ver
sieren van het vlak berust op een goed
geëquilibreerde en rustige verdeeling.
Overlading is slechts zeilen bij hen te
constateeren, omdat de Amerikaan d >or
een nette verschijning tracht voor zich
te doen innemen en weet. dat het ordinaire
en bonte drukwerk niet zijn doel bereikt
maar slechts tot vulling der papiermand
dient."
Nergens verschijnt dan ook een tijd
schrift over drukkunst zoo goed verzorgd
als The- Printing Art.
Behalve de Bijdragen over Amerikaansch
zetwerk, en over William Morris, bij
welke laatste de cliché's helaas een zeer
This is the Golden type.
Hbis is tbc Troy type.
"Chis is the Chaucer type.
zwak denkbeeld geven van de charme
der oorspronkelijke boekpagina's, die dooi
de samenwerking van papier, van
inktsoort, van formaat en margeverdeeling
juist zoo'n volkomen geheel vormen,
geeft het jaarboek een artikel over Emil
Genzsch, waardoor wij als van zelf
geStudiekop Spitsertypie.
voerd worden in de Duitsche typografie.
Genzsch toch is de chef in de firma
Genzsch Heyze, de lettergieterij die in
Duitschland voorgegaan is met door
kunstenaars betere en fraaiere letters en
ornamentaties te doen ontwerpen. Wij
behoeven in deze slechts te noemen Otto
Hupp, den teekenaar van den bekenden
Munchener kalender, die voor boven
genoemde firma verschillende lettertypen
en daarbij in zwaarte en vorm overeen
komende omrandingen ontwierp, of
Heinz Konig, de teekenaar d-»rM
nchener Ren«issance-Fraktur en de Renais
sance?Zügen.
Verwacht men betere resultaten van
den setter, dan zal men hem ook beter
materiaal, mooie letter, aansluitende
versieringen moeten geven en dit is de
taak der lettergieterijen. Maar helaas
weinigen achten dit een deel van hunne
onderneming ; het nagieten van bestaand
materiaal, het angstig vasthouden aan
een letter, die men zeker weet te zullen
verkoopen, belet hun dikwijls te trachten
zelf iets te geven, dat oorspronkelijk is.
In stede van zich de medewerking van
een of meer grafische kunstenaars te
verzekeren, bepalen zij zich maar al te
dikwijls tot het 'in den handel brengen
van een of ander bestaand type, en dit
in verschillende corpsen, of vet, cursief,
verlengd etc.
De letterproeven van Genzsch & Heyse
bewijzen echter het tegendeel, en al moge
er veel bij zijn, dat niet aan onzen smaak
beantwoordt, het is iets, er zit durf, er
zit pit, er zit geest, er zit karakter in
zoo'n onderneming.
Een artikeltje van den heer Modder
man doet, aan de hand van eenige af
beeldingen, het verschil kennen tusschen
Spitzer-typie en autotypie. Hoewel meer
van technischen aard heeft de
reproductiewijze toch zeker met de schoonheid van
het boek te maken, en is de korrel van de
Spitzer-cliché, wellicht te waardeeren
tegenover het raster van de autotypie.
Het zou ons echter te ver voeren, hier
thans het voor en tegen van beide
procedé's tegenover elkaar te stellen, en hoe
belangwekkend het onderwerp repro
ductie voor boekkunst" ook zijn moge,
wij moeten en het thans laten rusten.
Met zijn bekende nauwkeurigheid be
sluit de heer J. W. Enschedéhet druk
kers jaarboek met een litteratuur-over
zicht, waarin het goed en ook het kwaad
wat in het afgeloopen jaar o p het terrein
van den drukker en zetter het licht zag
is opgenomen. En als wij dit nagaan, dan is
het onverdt-elde goed nog niet in een ruime
mate aanwezig, een reien dus te meer
voor hen, wiens werkkring het is door
den druk, het geschreven woord te ver
spreiden, te trachten dit op de schoonst
mogelijke wijze te doen, opdat de kunst
van het drukken weder een bedrijf worde,
waarin schoonheid en smaak mede een
woord hebben mee te spreken.
R. W. P. BE VRIES JR.
TentöODütelliog ran de Larenscbe Kunsthandel.
Thans ip daar werk geëxposeerd van een
groepje schilders, wier namen zijn: Albert
Roelofs, AxdréBroedelet, M. Kramer, F. Deu
mann, S. Garf en Piet van Wijngaerdt.
Buiten de inzending ?an Kramer met een
aanzienlyke hoeveelheid etsen, u Alb. Roelofs
er met een 26tal schilderyen en aquarellen
in de meerderheid. Misschien zal zijn werk
er de bezoekers ook het meest behagen kur
nen, om onderwerp en voordracht te gader.
Een algeineene eerste opmerking kan zijn,
dat het niet erg hollandsch is. Maar dan
weet ik waarlijk niet in eens te zeggen of
dat als eene aanwijzing ten gunste of ten
onguQste moet opgenomen worden, 'k Geloof
eigenlijk naar beide kanten tegelijk. Er is
iets ruims van doen in dit schilderwerk,
maar volheid van intentie is zeer te bet wij feit-n
achter deze soms brillante luidruchtigheid.
Naar den vorm en den geest heeft het ve^i
gemeen met onze zuidelijke buren.
Deze zeker niet onvaardige, maar ook lang
niet sobere schilderwijs, heeft et
verkwikkelijke van het levendige en dikwjjls sier
lijke gebaar; deze voorstellingen verlokken
door een romanesken inhoud te onder
scheiden met romantisch. Hoe vernuftig dan
ook verzonnen een dichterlijk of idealistisch
motief, hoe smakelijk gearrangeerd in een
luxueus getooide omgeving, het zijn romancen
uit een vaudeville.
Toekomstdroomen"(waarbij de waarde Jer mensenbeelden in die om
geving heelemaal wegvalt) Ochtendstond",
een vrouwenfiguur voor de piano met den
mystieken achtergrond van een park, enz.
het zyn carnavaleske symbolieke vertooningen.
De kwaliteiten liggen bij dit werk in het
uiterlijk, de kleurschittering ia met smaak
gefingeerd, de figuren zijn niet zonder dis
tinctie geposeerd, (in dit opzicht is La Recon
valescente wel 't beste), geplaatst in een om
geving of tegen een achtergrond van
welstandige decoraüeven praal. Deze dames in
toilet, doen soms aan Stevens denken, maar
ze zijn ver beneden de verfijnd beid van diens
légance, de gestyleerde frivoliteit van zijn
vrouwenfiguren. Roelofs is onmiskenbaar m
zijn factuur, een knap schilder, hij is in
sommige opzichten fijner dan Oyens maar
ik betwijfel of zijn kwaliteiten wel tot rijperen
staat zullen ontwikkeld wordea, bij deze
kennelijke ambitie's naar zinntbeeldige praa;.
Zijn aquarellen zijn tne over 't algernetn
liever dan zijn schilderijen, al spitst de tech
niek zich wel wat veel op de voordeelen van
het korrelige, grove Wathmann-papier.
Tender thoughti is uitmuntend ; daarna een
staand vrouwenfignunje en ook Vóór liet
Pulchrifeest. Mislukt is echter Aan den-vijver.
Tot de beste van zyn schilderijen hooren juist Je
minst opzienbarende als de Schilderes. Op het
groote In het atelier heeft de naaktstuuie niet
te negeeren kwaliteiten.
AndréBroedelet. Tegenover het schilder
werk van dezen krijgt dat van Roelofs wel
haast het aanzien van Rococo stijl. De
schilderyen van Broedelet lijken me de krach
tigste en meest voldraeene kunstuiting uit
de verscheidenheid op deze tentoonstelling.
't Zijn onveranderd kindervoorstellingen ;
kleine boerenmeisjes aan hun spel of bezig
heid, of 'bij de wieg, een jongen die op de
fluit speelt; een enkelen keer wijdscher van
compositie: volkskinderen in uitbundige pret,
in feestroes met branden Ie lampions. Dat
de schilder in dit, zijn genre te specialiceeren
tracht, wil ik niet als vaststaande beschouwen.
Om den aard van dit werk in hoofdtrekken
aan te duiden, vergelijkend met ander, zou
ik zeggen, dat het een vermenging vertoont
der kwaliteiten van Van Looy en Neuhuy?.
't Wil me ook toelijken dat hij met bijzon
dere oplettendheid schilderijen van Murilio
heeft aangekeken. Ik zeg niet, dat hij de/.e,
schilders tot voorbeeld zich gesteld heeft,
maar hy heeft in zijn werk iets van het
smijdige der echilderwijs, het gedegene dtr
kleur van Neuhuys. tegelijk met het nadrukke
lijke van vormbepaling, het geklonkene der
kleurvakken van Van Looy. Hij streeft naar
een coulante, stevige schil lerwijze en een
stellig plastische teekening. Zoo heeft dit
schilderwerk met zijn hechte methode en
substantieele kleuruitdrukking, een welhaast
boetseerend karakter. De belangrijke eigen
schappen waarop wordt aangestuurd zijn de
vereenvoudigende, expressieve teekening, het
massaal tegen elkaar stellen van gepronon
ceerde toonverhoudingen, het krachtig doen
werken van kleurpartyen in hun warmsten
schijn. Er zy'n schilderijtjes bij, die van dit stre
ven al een zeer bevredigend getuigenis geven:
kinderfiguurtjes eerstens treffend van actie of
houding, in scherpe doch malsche omlijning
uitkomend tegen een muur, die op zichzelf
weer belangrijke kleurfactoren aan het geheel
bijzet. Toch, hoe opmerkelijk dit werk ook
al is, blijven er bedenkingen te^en temaken,
fouten aan te wijzen. Opvallend ia dat de
teekening der armen het zwakke punl ia in
deze figuren, soms hinderlijk; dit ia een
zaak van veel gewicht, en in het algemeen
komt het me voor dat er neigine ia hy dezen
sciilder zijn kwaliteiten op speculatie?e wyze
aan te wenden.
Een algemeen overzicht geeft wel even
een indruk van gelijkvormigheid (niet
kwali