Historisch Archief 1877-1940
. 1601
DE AMSTERDAMMER
A°. 1908.
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Oiid-er recLa-Ctie -van.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
IF. L.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni l 81 (Staatsblad AV> 124).
Abonnement per 3 maanden . . .
Voor Indiëper jaar, büvooruitbetaling,
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken
. . . f 1.50, (r.
verkrijgbaar .
p post f 1 65 Advertentien van t 5 rebels / 1 23, elke re<rel meer ? 0.25
" n c^Ul.ll*l*£j A J.U u Annonces uit Duïtschlatid, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door Je firma
j) O.IS1/^ Kl'DOIiF MOS.^K te Keulen en ii<vor alle lilialei tiener finna De prijs per re^el i- 40 Pieniii»
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ: De Cadet
tenschool, door Soldenier, De kleur van
het Kabinet, door d. K. De Nieuwe Zijds
Kapel. Stössel ter dood veroordeeld, door
O berst A D. Gaedke. Een
directeurgeneraal der volksgezondheid, door dr. G W.
B. Rschtsopyattingen flnancieele verant
woording aa& het departement van oorlog,
door L B.?FEUILLETON: Vierde
HoofdStuk, door Jacob Israël de Haan. KUNST
EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad,
door Ant. Averkamp. Minnestral, door
Frederik van Eeden, beoordeeld door W.
Graadt van Roggen. VOOR DAMES:
ALLERLEI, door Caprice. INGEZONDEN.
UIT DE NATUUR, door E. Heimans.
Die Mode i-n XlXen Jahrhundert, met afo.,
door V. d. E. . W. van Beek en Wassenaar,
door W. Steenhoff. Otto Marsseus van
Schrieck, door Plasscbaert. Omslachtige ...
Humor?, door Cornelis Veth. Belangrijk
nieuws uit de Friese hoek, door dr. J. B.
Schepers. Japan op het tooneel en het
Japaneche tooneel, met afb., door J. H. R.
Aug. Belinfante, f, niet portret, door mr. J.
A. Levy. To Jane Laurie, door
Stellwagen. FINANCIEELE EN
OECONOMISCHE KRONIEK, ioor V. d. S.
Een hoogst belangrijke kwestie, door P. H.
Stuurman. SCHETSJE.
DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL.
ADVERTENTIEN.
EL:. I....,'£ij^^tf ^i Jifli. JLJ.TI.lMt
De Cadettenschool.
Met de navolgende kloeke" woorden
werd ongeveer een achttiental jaren ge
leden eene nieuwe wet op het militair
onderwijs aan de Kamers der
StatenGeneraal aangeboden:
Door de verandering der tijden wor
den steeds klimmende eischen aan de
officieren der verschillende wapens ge
steld, niet alleen wat hunne kennis, maar
ook wat hunne ontwikkeling aangaat.
Hoe langer hoe meer heeft zich vooral
in dezen gewichtigen tak van dienst,
waarbij zoo velerlei belangen zijn be
trokken, de noodzakelijkheid doen ge
voelen, meer eenheid en vastheid te
brengen dan tot nu toe werd gevonden".
Verandering was dringend noodig. De
opleiding tot officier was tengevolge van
de verschillende wijzen waarop zij ge
schiedde niet alleen duur, maar voerde
evenmin tot een behoorlijk korps; een
heid en vastheid ontbraken inderdaad
geheel.
Men bedenke intusschen dat be
halve via Militaire Academie en Hoofd
cursus de officiersrang nog kon worden
bereikt langs den Artilleriecursus te Delft
en de Militaire School te Haarlem.
Bij koninklijk besluit van 18 Juli 1891
werd bepaald dat de nieuw op te richten
Cadettenschool te Alkmaar zou worden
gevestigd, een besluit van 5 April 1893
stelde een reglement voor haar vast, ter
wijl bij een nieuw koninklijk besluit van
6 April 1894 de bepalingen werden in
't leven geroepen betreffende de toelating
van jongelieden in Nederlandsch-Indi
tot het admissie-examen voor deze toen
pas geboren inrichting van militair onder
wijs.
Niettegenstaande het voorstel tot op
richting der Cadettenschool in de volks
vertegenwoordiging grooten tegenstand
ondervond, was alzoo hare oprichting
een voldongen feit geworden.
Zijn de indertijd door zeer velen uit
gesproken pessimistische verwachtingen
bewaarheid ?
Deze vraag dringt zich temeer op den
voorgrond omdat in de laatste jaren n
bij het afdeelings mderzoek n bij het
debat naar aanleiding van hoofdstuk YII
der Staatsbegrooting herhaaldelijk op de
mogelijkheid is gewezen om de groote
sommen, aan de Alkmaarsche inrichting
besteed, te besparen en de Minister van
Oorlog ook nog onlangs verklaarde, die
besparing te zullen overwegen.
Eene bezuiniging toch van ongeveer
?50.000, zoowel op de Indische als op
de oorlogsbegrooting, ongerekend het
vrijkomen van officieren voor andere
doeleinden, mag in tijden waarin het
streven der meeste politieke partijen op
bezuiniging der militaire uitgaven ge
richt is, niet gering geacht worden.
***
Hét vroeg inleven der militaire 'dis
cipline levert vele voordeelen op" was
een der vele argumenten die werden
aangevoerd om het in 't leven roepen
van die instelling te bevorderen.
"Wat nu dat zoo heerlijke inleven
der militaire discipline" betreft, merken
wij het volgende op.
Over 't algemeen kan men zeggen,
dat er zeer veel en zwaar aan de Alk
maarsche Cadettenschool wordt gestraft.
Zoo kwamen in het Ie kwartaal 1905?'06
omtrent 40 dagen provoost en pl.m. 100
dagen politiekamer voor. Er zijn tijden
geweest dat de 4 arrestantenlokalen te
klein waren om de delinquenten te her
bergen en men alzoo met aflossing
werkte". Jongens van 15 tot 17 jaar
worden meermalen gestraft met 8 dagen
provoost, om den anderen dag te water
en brood!
Op de gevaren uit een moreel oogpunt
verbonden aan zulk een langdurige, een
zame opsluiting van jongelieden op dien
leeftijd, behoeft niet verder te worden
ingegaan. Ieder ouder kan zich daarvan
een voorstelling maken.
Er zijn er verscheidenen geweest aan
wie in twee jïar tijds vijftig dagen
politiekamer of dertig dagen provoost
werd opgelegd. Dikwijls is het gebeurd,
dat cadets tusschen Kerst- en
Paaschverlof geen enkelen Zondag zonder straf
waren.
Bovenstaande cijfers en andere beschou
wingen werden door ons ontleend aan een
artikel in het tijdschrift De Militaire Gids.
Voor hun juistheid staat de schrijver in
en wij hebben geen enkele reden, daar
aan te twijfelen.
Gevallen van niet wettig geconstateerde
droakenschap komen zeer veel voor. Het
z.g. scharrelen" is, vooral 's zomers,
eene geliefkoosde uitspanning dezer
jongens.
Met de algemeene ontwikkeling der
meesten is het treurig gesteld. De resul
taten der studiën zijn verre van gunstig.
Er zijn jaren geweest dat pl.m. 30
pCtvan een studiejaar den cursus een jaar
langer moest volgen.
Een feit is het, dat bij de oprichting
der Cadettenschool niet de minste ge
dachte aan zuinigheid heeft voorgezeten.
Integendeel, er is uit eene zeer ruime
beurs gebouwd, hetgeen zeer gemak
kelijk is wanneer, zooals in casu, uit
'sKijks penningen kan worden geput.
Zelfs werd een nog weelderiger bouw
voorgesteld, dooh die scheen al te erg
in de papieren te loopen! Daarom bleef
hij slechts in project bestaan.
Wie ooit het vriendelijke Alkmaar
heeft bezocht, zal het oog wel met wel
gevallen hebben laten rusten op het
prachtige, ruime complex van gebouwen
dat zich in den fraaien Hout langs de
Harddraverslaan uitstrekt. Alles voldoet
aan de strengste eischen der moderne
hygiëne. Het geheel is omringd door
eene ruime wandel- en
ontspanningsgelegenheid; bloemperken, grasvelden,
ja zelfs een muziektent mochten niet
ontbreken. De uil van Minerva bekroont
het leergebouw en het weidsche opschrift:
Kennis is macht" verkondigt zijne be
stemming, een nog al humbugachtige
vertooning, gelet op den aard van het
vrij eenvoudig Hoogere
Burgerschoolonderwijs dat er wordt verstrekt.
Doch ... het geheel moest een hoogst
zwaarwichtig karakter dragen!
Dezelfde weelde vinden wij terug in
alles wat de inwendige huishouding be
treft. Behalve den hoofdofficier-directeur
met zijn adjudant, tellen wij alleen voor
den inwendigen dienst l kapitein com
pagnies-commandant benevens niet min
der dan vier luitenants. Een dezer laatsten
woont in het gebouw; keurige kamers
zijn daartoe beschikbaar.
Verder treffen wij, ten behoeve van
het onderwijs aan nog geen honderd
cadetten, niet minder dan 2 hoofden van
onderwijs, 5 officieren en 7 burgerieeraren
aan.
Onder de laatsten zijn er die 12
wekelijksche lesuren hebben en eene
jaarlijksche bezoldiging van f 2800 ge
nieten. Het traktement der hoofden van
onderwijs, waarvan er een nota bene
den hooger-onderwijstitel van lector"
voert, stijgt tot ?3200; persoonlij k ge ven
zij daarvoor 12 lesuren per week in
slechts n vak! Men ziet, dat de vette
baantjes de wereld nog niet uit zijn!
Al de aan die mooie, dure Cadetten
school verbonden officieren-leeraren en
zij, die met de militaire opleiding zijn
belast, genieten toelagen.
Practisch bestaat de technisch-militaire
opleiding in enkele gesloten exercitiën,
militaire wandelingen en wat schieten.
Veilig mag alzoo de vraag worden ge
steld, of het daartoe noodig is een kapi
tein en vier luitenants uit de sterkte van
den troep af te voeren ? Die heeren
weten dan ook iaet hun vrijen tijd geen
raad.
Bij het begin van het n i en we leerjaar
aan de Koninklijke Militaire Academie,
moeten de jongelieden, die uit de bur
germaatschappij cadet zijn geworden,
omstreeks medio September te Breda zijn.
Hunne kameraden, afkomstig van de
Cadettenschool, komen den len October
aan. Die veertien da^en worden aan
exercitiën besteed en aan net opdoen
van wat theoretische kennis, onmisbaar
voor ieder militair.
In twee weken tijds wordt alzoo aan
de eerstbedoelde categorie de zoo hoog
aangeslagen militaire opleiding verstrekt,
die door de andere te Alkmaar wordt
genoten.
Ondanks dat zwaarwichtige inleven"
van den militairen geest onderscheiden
de cadets, afkomstig van de Hoogere
Burgerscholen zich zeer zeker niet in
onyunxfiyen zin van hunne Alkmaarsche
collega's; het omgekeerde valt eer te
constateeren.
Dat aan de Cadettenschool voor de
cadets het beste nog niet goed genoeg
wordt geacht, mogen wij veronderstellen
van algemeene bekendheid te zijn.
Niet zonder reden waarlijk wordt te
dien opzichte steeds in de Volksver
tegenwoordiging op bezuiniging aange
drongen.
Men zou ons kunnen tegenwerpen,
dat ten behoeve van den leerling aan
de Cadettenschool een jaarlijksche bij
drage in>et worden gestort en alzoo de
opleiding niet kosteloos is.
In de eerste plaats merken wij op, dat
ten behoeve van de voor den Indischen
dienst bestemden niets behoeft te worden
betaald. Ten aanzien van niet minder dan
48 van de 95 gedurende hot schooljaar
1907?1908 aan de Cadettenschool ver
toevende leerlingen was alzoo de op
leiding geheel gratis! Wat verder die
bijdrage betreft, genoegzaam is bekend,
dat met algeheele of gedeeltelijke vrij
stelling zeer ruim wordt omgesprongen.
Er wa3 zoowaar in het Nederlanusche
Leger esns een generaal, die voor zijn
zoon op de Cadettenschool gedeeltelijke
kwijtschelding van studiekosten genoot!
Bovendien ontvangt de cadet in allerlei
vorm ruimschoots terug hetgeen voor
hem wordt betaald : kleeding, schoeisel,
boeken en andere leermiddelen, van alles
volop en van de beste kwaliteit, tot zelfs
zakgeld toe.
* *
*
^Telken jare rijzen uit den boezem der
Volksvertegenwoordiging bezwaren tegen
het voortbestaan der Cadettenschool.
Blijkens de Memorie van Antwoord naar
aanleiding der jongste oorlogsbegrooting
werden de tegen die inrichting ontwik
kelde bezwaren thans zelfs in algemeenen
zin door den Minister gedeeld! Het ge
drag der leerlingen heet beduidend te
zijn verbeterd. Dat was dan ook waarlijk
wél noodig. Enkele cadets zijn intusschen
moeten worden verwijderd, de voormalige
Directeur, die zijne paedagogische kennis
voor het grootste deel in de nabijgelegen
hoofdstad des lands scheen te willen op
doen, werd afgebroken," wierp er ter
stond het bijltje bij neer en een nieuwe
titularis verscheen.
Nu, wij kennen allen het spreekwoord
van den nieuwen, o zoo schoon vegenden
bezem!
Opheffing stuit echter af op de vrees
voor geregelde aanvulling van het officiers
korps. Die aanvulling zal echter nimmer
zijn verzekerd zoolang ons zoo gebrekkig
militair onderwijs niet grondig is gere
organiseerd. Ontegenzeglijk vormt de
Cadettenschool voor tal van onbemid
delde ouders een zeer welkom débouch
tot plaatsing hunner zonen. Is de jongen
eenmaal te Alkmaar, dan zijn de ver
zorgers van hem af" en de opleiding
langs dien weg is zeer zeker goedkoop
in vergelijking met die voor tal van
burgerlijke betrekkingen. En aangezien
vele zoons van militairen daar eene
plaatsing erlangen, krijgt het waarlijk
wel den schijn alsof die overweging aan
het Oorlogsdepartement niet zonder in
vloed is.
Philantropie ten koste van belasting
penningen is echter al hél misplaatst.
De pas opgetreden Minister van Oorlog
mag geacht worden beter dan iemand
anders bekend te zijn met de vele ge
breken, welke de opleiding aan de Ca
dettenschool aankleven. Tot voor korten
tijd toch vervulde Zijne Excellentie de
functiën van Gouverneur der Kon. Mil.
Academie en van Inspecteur van het
Militair Onderwijs.
Op de jongste oorlogsbegrooting prijkt
de Cadettenschool met een kostencijfer
ad ? 71.900. Ten behoeve van den Kamper
Hoofdcursus, met 108 leerlingen beloopt
dat bedrag slechts ?47.850. Die getallen
spreken maar al te duidelijk!
Wij hopen, dat thans de dure Alk
maarsche instelling eens voor goed ten
doode zal worden opgeschreven en dat
Minister Sabron met kracht en voort
varendheid de hand zal slaan aan eene
totale reorganisatie van de opleiding tot
officier. Zooals die nu geschiedt is zij
hoogst onbillijk, noodeloos langdurig,
daardoor kostbaar en bovendien zeer
onpractisch.
SOLDENIER.
De kleur van het Kabinet.
Ja, hoe ziet dit Kabinet er nu eigenlijk
wel uit?
Al de politieke geesten hebben het
er over.
Ware het Kabinet een Parlement, de
zaak was eenvoudig genoeg. Een Kamer
met een meerderheid van tweederde
rechtsch, men zou haar een rechtsche
Kamer noemen, maar een Kabinet en
een Parlement zijn twee.
Een Kabinet vormt een
regeeringseenheid. Deze onderstelt eendrachtige
samenwerking van hare deelen. Is die
eendracht verloren dan is haar kracht
gebroken. Hier heeft men dus te zoeken
de gemeenschappelijke overtuiging, in
het politieke en in het zakelijke; in dit
geval bij drie anti-revolutionairen, drie
katholieken, en drie conservatief-liberalen,
opdat zij te zamen raadslieden der kroon
kunnen zijn. Zoo is het, meenen wij,
niet de vraag, gelijk het in een Kamer
zou zijn, hoeveel van die negen staan
te boek als Roomsen of Calvinistisch,
opdat het Ministerie rechtsch zal kunnen
heeten, maar welk een alle negen
bezielend gevoelen heeft de overhand op
elk's bijzondere richting.
Zoo zou het ook zijn, al ware De
Marees v. Swinderen niet oud-liberaal,
maar, zooals men hem heeft willen noemen,
Christelijk Historisch. Tot dusverre is
het geloof aan het Christelijke en het
Historische in de persoon van dezen
diplomaat" nog niet het deel der massa
geworden. Maar voor hen, die bij bloote
telling zijner leden het nieuwe Ministerie
als rechtsch wenschen aan te wijzen,
moet het inderdaad van belang zijn te
weten, of De Marees v. Swinderen een
orthodoxe geloofsbelijdenis heeft afgelegd
en deze getrouw is gebleven, of hij
zoo dikwijls mogelijk aan het Heilig
Avondmaal heeft deelgenomen, of hij
Zondags een gestaag kerkganger is, en
's morgens aan zijn liuisgenooten voor
leest uit de Heilige Schrift. In dit
verband zou het niet overtollig zijn,
dat hij het publiek, hetwelk lang
zamerhand een zoo nauw verband tusschen
kerk of kerkelijke plichten, en het politieke
inzicht geleerd heeft aan te nemen, eens
zijn geloofisbricren overlegde. AVij echter
begeeren dit niet. Wij tellen niet de
personen bij eenige richting ingedeeld;
wij verlangen den geest van het kabinet
te kennen. Wij zullen dus den lOen
Maart afwachten, en hopen dan in staat
gesteld te worden te zien welke kleur
het kabinet heeft een rechtsche of een
linksche, of, wat ook zeer mogelijk kan
zijn, eene couleur chanyeante.'
* *
Een in 't oogvallende poging om nu
reeds het kabinet tot een van "rechts te
proclameeren, deed De Standaard. Het
rechts" zou hier blijken uit de afwezig
heid van een onder de liberalen als
representatieve man geldende persoon
lijkheid." Nu er niet een bekend politiek
man"; niet n meetellend liberaal staats
man" onder het negental is opgenomen,
mag men h. i. het kabinet niet een van
gemengd karakter noemen. Bovendien de
portefeuilles der niet-kerkelijken, {De
Standaard spreekt maar liefst van tiree}
betreffen tcchnixclte diensttakken. Het
mag dan ook, zoo redeneert Kuyper's
blad verder, veeleer verwacht, dat zij,
in plaats van hun stem bij politieke
geschillen in den boezem der zeven (zes)
te doen wegen, zich bij den kabinets
formateur zullen aansluiten, of zich, in
critieke oogenblikken, van het uitbrengen
van een stem zullen onthouden."
In een volgend artikel heeft De Stan
daard het rechtsch karakter van dit
Kabinet mogelijk willen maken, door het
een leefregel voor te schrijven, bestaande
hierin, dat het eerst flink principieel"
zal spreken, om dan verder in neutrale
zone" te gaan werken. En inderdaad,
ware de kabinetstaak het houden van
een gemeenschappelijken maaltijd, de
zaak zou eenvoudig genoeg wezen. De
Voorzitter deed dan het gebed, de negen
heeren aten te zamen en de Secretaris
zou de bijeenkomst met dankzegging
kunnen sluiten. Wij twijfelen er geen
oogenblik aan of de drie oud-liberalen
zouden zich zonder eenig verzet in het
geval schikken, en bij de godsdienstige
inleiding tot en de godsdienstige beëin
diging van het maal dien eerbied voor
het gevoelen van andersdenkenden aan
den dag leggen, welke onder
ongeloovigen in deze gemengde wereld
gebruikelijk is. Maar een principieele
Kabinetstoespraak is heel iets anders dan een
gebed.
De Standaard bedoelt een toespraak
zonder verbloeming"; een zich uitspre
ken op het stuk van beginselen"; waarbij
de prinoipieele partijen van rechts"
zich zullen aansluiten aan een klare
uitspraak", wijl ze weten, dat het Kabinet
geen oogenblik zal aarzelen om voor zij a
principieele overtuiging fier en onver
vaard uit te komen".
Maar hoe kan dit nu?
Zullen we dan een uitspraak krijgen,
waarbij de spreker meedeelt, dat zijn
principieele verklaring niet het geheele
Kabinet geldt, maar slechts twee groepen
daarvan? Bij een samenstelling ah van
dit Kabinet zou zulk een beperkend
woordje noodig zijn; immers wat een
Kabinetshoofd, namens het Kabinet zegt,
dient toch wel in de eerste plaats waar
te zijn.
Natuurlijk komt het niet tot zoo iets.
AVij mogen ons voorbereiden op het ont
vangen van Kabmetsverklaringen, die
namens de drie groepen worden afge
legd. En hoe dan de principes er zullen
uitzien; welke dan de kleur van het
Kabinet zal blijken te zijn dat is de
vraag ... tenzij men reeds bij voorbaat
Heemskerk als Kabinetsformateur er toe
in staat wilde rekenen, drie zóó
karakterlooze dissenters, drie zulke nullen naar
hart en ziel te hebben gezocht, als noodig
waren, om, mede uit hun naam, een
principieele, klare, fiere RECHTSCHE speech
te houden. Ons dunkt, ook Kuyper's
orgaan zal dit niet durven aannemen.
Maar hoe is het nu mogelijk, dat De
Standaard kan zeggen: lo de liberale
leden van het Kabinet kunnen zich bij
politieke questies in den Ministerraad
zeer wel van stemmen onthouden; 2o de
liberale leden hebben niet anders te doen
dan zich in het politieke bij den Kabinets
formateur aan te sluiten; en nu verder:
3o de zes of zeven mogen gerust als
waren zij negen principieele, rechtsche
verklaringen afleggen ?
Mogelijk is dit eenvoudig, omdat er ook
in De Standaard blijkbaar een diepgaande
wijziging van denkbeelden is gekomen.
Bestond er voor dat blad nog, zooals tot
vóór korten tijd, eene klove tusschen Pa
ganisme en Christendom als tusschen hel
en hemel, niet n van de drie raad
gevingen had het kunnen neerschrijven.
Immers bij de tegenstelling tusschen
Christendom en Paganisme, heeft ook
elke niet-politicus, een oordeel over de
zijde van het politieke vraagstuk, die
zijn wereldbeschouwing raakt, en als
wat voor soort van menschen zou De
Standaard dan die liberale ministers
zich hebben moeten voorstellen, steeds
bereid bij de politiek van den kabinets
formateur zich aan te sluiten, omdat
deze hen eenmaal tot het dragen eener
portefeuille heeft aangezocht! steeds be
reid van stemmen zich te onthouden, en
den Christenen" toe te staan ook voor
hen als kabinetsleden rechtsche" ver
klaringen uit te spreken?
Welnu zulk een rol zou ook De
Standaard den liberalen ministers, die
zij ongetwijfeld voor brave fatsoenlijke
menschen houdt, niet hebben durven
toedenken, als zij zelf er niet ten diepste
van overtuigd wis, dat aan de christe
lijke politiek, als wij het zoo noemer.
mogen, de giftand is uitgetrokken, zoo
dat het principieele" rechts, dat er nog
overschiet, heel onschuldigen onschadelijk
met links zich kan laten samenvoegen.
Ziedaar dan wel een beerlijken vooruit
gang! Zelfs Kuyper denkt niet meer
aan iets in het rechtsche, dat voor de
linkerlieden aanstootelijk of al te onge
nietbaar zou kunnen zijn. Zoo heeft een
strooming van zachtheid de kilheid van
vroeger vervangen. Daar is in 's leiders
gemoed een zuiveringsproces gaande ...
ook hij raakte 't is zoo duidelijk!
uit zijn ideeënkring de anti-these kwijt.
Wat zal hij Heemskerk dankbaar wezen!
* *
*
Intusschen is het opmerkelijk, dat /V
Standaard dit kabinet met zooveel spoed
en ijver voor rechts opeischt. De hoogere
of wil men, de lagere regeeringseenheid
door katholieken, anti-revelutionnairen
en oud-liberalen gevormd, kan immers
heel wel veel meer links dan reelits uit
schijnen, en in elk geval is het, na de
uitwerping der antithese een ganschelijk
niet meer eng ui t-en afgebakend terrein,
waarop de drie groepen zich tot een
eendrachtige werkzaamheid hebben te
voegen.
De fout van De Standaard schuilt,
d. o. in de ietwat te mechanische opvat
ting van het gestelde probleem van gees
telijken aard. Een fout die zij wel eens
me«r beging. Het gaat ter bepaling van
de kleur van het kabinet, niet om het