De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 1 maart pagina 1

1 maart 1908 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

. 1601 DE AMSTERDAMMER A°. 1908. WEEKBLAD VOOK NEDERLAND Oiid-er recLa-Ctie -van. Dit nummer bevat een bijvoegsel. IF. L. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni l 81 (Staatsblad AV> 124). Abonnement per 3 maanden . . . Voor Indiëper jaar, büvooruitbetaling, Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken . . . f 1.50, (r. verkrijgbaar . p post f 1 65 Advertentien van t 5 rebels / 1 23, elke re<rel meer ? 0.25 " n c^Ul.ll*l*£j A J.U u Annonces uit Duïtschlatid, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door Je firma j) O.IS1/^ Kl'DOIiF MOS.^K te Keulen en ii<vor alle lilialei tiener finna De prijs per re^el i- 40 Pieniii» INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ: De Cadet tenschool, door Soldenier, De kleur van het Kabinet, door d. K. De Nieuwe Zijds Kapel. Stössel ter dood veroordeeld, door O berst A D. Gaedke. Een directeurgeneraal der volksgezondheid, door dr. G W. B. Rschtsopyattingen flnancieele verant woording aa& het departement van oorlog, door L B.?FEUILLETON: Vierde HoofdStuk, door Jacob Israël de Haan. KUNST EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Minnestral, door Frederik van Eeden, beoordeeld door W. Graadt van Roggen. VOOR DAMES: ALLERLEI, door Caprice. INGEZONDEN. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Die Mode i-n XlXen Jahrhundert, met afo., door V. d. E. . W. van Beek en Wassenaar, door W. Steenhoff. Otto Marsseus van Schrieck, door Plasscbaert. Omslachtige ... Humor?, door Cornelis Veth. Belangrijk nieuws uit de Friese hoek, door dr. J. B. Schepers. Japan op het tooneel en het Japaneche tooneel, met afb., door J. H. R. Aug. Belinfante, f, niet portret, door mr. J. A. Levy. To Jane Laurie, door Stellwagen. FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK, ioor V. d. S. Een hoogst belangrijke kwestie, door P. H. Stuurman. SCHETSJE. DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL. ADVERTENTIEN. EL:. I....,'£ij^^tf ^i Jifli. JLJ.TI.lMt De Cadettenschool. Met de navolgende kloeke" woorden werd ongeveer een achttiental jaren ge leden eene nieuwe wet op het militair onderwijs aan de Kamers der StatenGeneraal aangeboden: Door de verandering der tijden wor den steeds klimmende eischen aan de officieren der verschillende wapens ge steld, niet alleen wat hunne kennis, maar ook wat hunne ontwikkeling aangaat. Hoe langer hoe meer heeft zich vooral in dezen gewichtigen tak van dienst, waarbij zoo velerlei belangen zijn be trokken, de noodzakelijkheid doen ge voelen, meer eenheid en vastheid te brengen dan tot nu toe werd gevonden". Verandering was dringend noodig. De opleiding tot officier was tengevolge van de verschillende wijzen waarop zij ge schiedde niet alleen duur, maar voerde evenmin tot een behoorlijk korps; een heid en vastheid ontbraken inderdaad geheel. Men bedenke intusschen dat be halve via Militaire Academie en Hoofd cursus de officiersrang nog kon worden bereikt langs den Artilleriecursus te Delft en de Militaire School te Haarlem. Bij koninklijk besluit van 18 Juli 1891 werd bepaald dat de nieuw op te richten Cadettenschool te Alkmaar zou worden gevestigd, een besluit van 5 April 1893 stelde een reglement voor haar vast, ter wijl bij een nieuw koninklijk besluit van 6 April 1894 de bepalingen werden in 't leven geroepen betreffende de toelating van jongelieden in Nederlandsch-Indi tot het admissie-examen voor deze toen pas geboren inrichting van militair onder wijs. Niettegenstaande het voorstel tot op richting der Cadettenschool in de volks vertegenwoordiging grooten tegenstand ondervond, was alzoo hare oprichting een voldongen feit geworden. Zijn de indertijd door zeer velen uit gesproken pessimistische verwachtingen bewaarheid ? Deze vraag dringt zich temeer op den voorgrond omdat in de laatste jaren n bij het afdeelings mderzoek n bij het debat naar aanleiding van hoofdstuk YII der Staatsbegrooting herhaaldelijk op de mogelijkheid is gewezen om de groote sommen, aan de Alkmaarsche inrichting besteed, te besparen en de Minister van Oorlog ook nog onlangs verklaarde, die besparing te zullen overwegen. Eene bezuiniging toch van ongeveer ?50.000, zoowel op de Indische als op de oorlogsbegrooting, ongerekend het vrijkomen van officieren voor andere doeleinden, mag in tijden waarin het streven der meeste politieke partijen op bezuiniging der militaire uitgaven ge richt is, niet gering geacht worden. *** Hét vroeg inleven der militaire 'dis cipline levert vele voordeelen op" was een der vele argumenten die werden aangevoerd om het in 't leven roepen van die instelling te bevorderen. "Wat nu dat zoo heerlijke inleven der militaire discipline" betreft, merken wij het volgende op. Over 't algemeen kan men zeggen, dat er zeer veel en zwaar aan de Alk maarsche Cadettenschool wordt gestraft. Zoo kwamen in het Ie kwartaal 1905?'06 omtrent 40 dagen provoost en pl.m. 100 dagen politiekamer voor. Er zijn tijden geweest dat de 4 arrestantenlokalen te klein waren om de delinquenten te her bergen en men alzoo met aflossing werkte". Jongens van 15 tot 17 jaar worden meermalen gestraft met 8 dagen provoost, om den anderen dag te water en brood! Op de gevaren uit een moreel oogpunt verbonden aan zulk een langdurige, een zame opsluiting van jongelieden op dien leeftijd, behoeft niet verder te worden ingegaan. Ieder ouder kan zich daarvan een voorstelling maken. Er zijn er verscheidenen geweest aan wie in twee jïar tijds vijftig dagen politiekamer of dertig dagen provoost werd opgelegd. Dikwijls is het gebeurd, dat cadets tusschen Kerst- en Paaschverlof geen enkelen Zondag zonder straf waren. Bovenstaande cijfers en andere beschou wingen werden door ons ontleend aan een artikel in het tijdschrift De Militaire Gids. Voor hun juistheid staat de schrijver in en wij hebben geen enkele reden, daar aan te twijfelen. Gevallen van niet wettig geconstateerde droakenschap komen zeer veel voor. Het z.g. scharrelen" is, vooral 's zomers, eene geliefkoosde uitspanning dezer jongens. Met de algemeene ontwikkeling der meesten is het treurig gesteld. De resul taten der studiën zijn verre van gunstig. Er zijn jaren geweest dat pl.m. 30 pCtvan een studiejaar den cursus een jaar langer moest volgen. Een feit is het, dat bij de oprichting der Cadettenschool niet de minste ge dachte aan zuinigheid heeft voorgezeten. Integendeel, er is uit eene zeer ruime beurs gebouwd, hetgeen zeer gemak kelijk is wanneer, zooals in casu, uit 'sKijks penningen kan worden geput. Zelfs werd een nog weelderiger bouw voorgesteld, dooh die scheen al te erg in de papieren te loopen! Daarom bleef hij slechts in project bestaan. Wie ooit het vriendelijke Alkmaar heeft bezocht, zal het oog wel met wel gevallen hebben laten rusten op het prachtige, ruime complex van gebouwen dat zich in den fraaien Hout langs de Harddraverslaan uitstrekt. Alles voldoet aan de strengste eischen der moderne hygiëne. Het geheel is omringd door eene ruime wandel- en ontspanningsgelegenheid; bloemperken, grasvelden, ja zelfs een muziektent mochten niet ontbreken. De uil van Minerva bekroont het leergebouw en het weidsche opschrift: Kennis is macht" verkondigt zijne be stemming, een nog al humbugachtige vertooning, gelet op den aard van het vrij eenvoudig Hoogere Burgerschoolonderwijs dat er wordt verstrekt. Doch ... het geheel moest een hoogst zwaarwichtig karakter dragen! Dezelfde weelde vinden wij terug in alles wat de inwendige huishouding be treft. Behalve den hoofdofficier-directeur met zijn adjudant, tellen wij alleen voor den inwendigen dienst l kapitein com pagnies-commandant benevens niet min der dan vier luitenants. Een dezer laatsten woont in het gebouw; keurige kamers zijn daartoe beschikbaar. Verder treffen wij, ten behoeve van het onderwijs aan nog geen honderd cadetten, niet minder dan 2 hoofden van onderwijs, 5 officieren en 7 burgerieeraren aan. Onder de laatsten zijn er die 12 wekelijksche lesuren hebben en eene jaarlijksche bezoldiging van f 2800 ge nieten. Het traktement der hoofden van onderwijs, waarvan er een nota bene den hooger-onderwijstitel van lector" voert, stijgt tot ?3200; persoonlij k ge ven zij daarvoor 12 lesuren per week in slechts n vak! Men ziet, dat de vette baantjes de wereld nog niet uit zijn! Al de aan die mooie, dure Cadetten school verbonden officieren-leeraren en zij, die met de militaire opleiding zijn belast, genieten toelagen. Practisch bestaat de technisch-militaire opleiding in enkele gesloten exercitiën, militaire wandelingen en wat schieten. Veilig mag alzoo de vraag worden ge steld, of het daartoe noodig is een kapi tein en vier luitenants uit de sterkte van den troep af te voeren ? Die heeren weten dan ook iaet hun vrijen tijd geen raad. Bij het begin van het n i en we leerjaar aan de Koninklijke Militaire Academie, moeten de jongelieden, die uit de bur germaatschappij cadet zijn geworden, omstreeks medio September te Breda zijn. Hunne kameraden, afkomstig van de Cadettenschool, komen den len October aan. Die veertien da^en worden aan exercitiën besteed en aan net opdoen van wat theoretische kennis, onmisbaar voor ieder militair. In twee weken tijds wordt alzoo aan de eerstbedoelde categorie de zoo hoog aangeslagen militaire opleiding verstrekt, die door de andere te Alkmaar wordt genoten. Ondanks dat zwaarwichtige inleven" van den militairen geest onderscheiden de cadets, afkomstig van de Hoogere Burgerscholen zich zeer zeker niet in onyunxfiyen zin van hunne Alkmaarsche collega's; het omgekeerde valt eer te constateeren. Dat aan de Cadettenschool voor de cadets het beste nog niet goed genoeg wordt geacht, mogen wij veronderstellen van algemeene bekendheid te zijn. Niet zonder reden waarlijk wordt te dien opzichte steeds in de Volksver tegenwoordiging op bezuiniging aange drongen. Men zou ons kunnen tegenwerpen, dat ten behoeve van den leerling aan de Cadettenschool een jaarlijksche bij drage in>et worden gestort en alzoo de opleiding niet kosteloos is. In de eerste plaats merken wij op, dat ten behoeve van de voor den Indischen dienst bestemden niets behoeft te worden betaald. Ten aanzien van niet minder dan 48 van de 95 gedurende hot schooljaar 1907?1908 aan de Cadettenschool ver toevende leerlingen was alzoo de op leiding geheel gratis! Wat verder die bijdrage betreft, genoegzaam is bekend, dat met algeheele of gedeeltelijke vrij stelling zeer ruim wordt omgesprongen. Er wa3 zoowaar in het Nederlanusche Leger esns een generaal, die voor zijn zoon op de Cadettenschool gedeeltelijke kwijtschelding van studiekosten genoot! Bovendien ontvangt de cadet in allerlei vorm ruimschoots terug hetgeen voor hem wordt betaald : kleeding, schoeisel, boeken en andere leermiddelen, van alles volop en van de beste kwaliteit, tot zelfs zakgeld toe. * * * ^Telken jare rijzen uit den boezem der Volksvertegenwoordiging bezwaren tegen het voortbestaan der Cadettenschool. Blijkens de Memorie van Antwoord naar aanleiding der jongste oorlogsbegrooting werden de tegen die inrichting ontwik kelde bezwaren thans zelfs in algemeenen zin door den Minister gedeeld! Het ge drag der leerlingen heet beduidend te zijn verbeterd. Dat was dan ook waarlijk wél noodig. Enkele cadets zijn intusschen moeten worden verwijderd, de voormalige Directeur, die zijne paedagogische kennis voor het grootste deel in de nabijgelegen hoofdstad des lands scheen te willen op doen, werd afgebroken," wierp er ter stond het bijltje bij neer en een nieuwe titularis verscheen. Nu, wij kennen allen het spreekwoord van den nieuwen, o zoo schoon vegenden bezem! Opheffing stuit echter af op de vrees voor geregelde aanvulling van het officiers korps. Die aanvulling zal echter nimmer zijn verzekerd zoolang ons zoo gebrekkig militair onderwijs niet grondig is gere organiseerd. Ontegenzeglijk vormt de Cadettenschool voor tal van onbemid delde ouders een zeer welkom débouch tot plaatsing hunner zonen. Is de jongen eenmaal te Alkmaar, dan zijn de ver zorgers van hem af" en de opleiding langs dien weg is zeer zeker goedkoop in vergelijking met die voor tal van burgerlijke betrekkingen. En aangezien vele zoons van militairen daar eene plaatsing erlangen, krijgt het waarlijk wel den schijn alsof die overweging aan het Oorlogsdepartement niet zonder in vloed is. Philantropie ten koste van belasting penningen is echter al hél misplaatst. De pas opgetreden Minister van Oorlog mag geacht worden beter dan iemand anders bekend te zijn met de vele ge breken, welke de opleiding aan de Ca dettenschool aankleven. Tot voor korten tijd toch vervulde Zijne Excellentie de functiën van Gouverneur der Kon. Mil. Academie en van Inspecteur van het Militair Onderwijs. Op de jongste oorlogsbegrooting prijkt de Cadettenschool met een kostencijfer ad ? 71.900. Ten behoeve van den Kamper Hoofdcursus, met 108 leerlingen beloopt dat bedrag slechts ?47.850. Die getallen spreken maar al te duidelijk! Wij hopen, dat thans de dure Alk maarsche instelling eens voor goed ten doode zal worden opgeschreven en dat Minister Sabron met kracht en voort varendheid de hand zal slaan aan eene totale reorganisatie van de opleiding tot officier. Zooals die nu geschiedt is zij hoogst onbillijk, noodeloos langdurig, daardoor kostbaar en bovendien zeer onpractisch. SOLDENIER. De kleur van het Kabinet. Ja, hoe ziet dit Kabinet er nu eigenlijk wel uit? Al de politieke geesten hebben het er over. Ware het Kabinet een Parlement, de zaak was eenvoudig genoeg. Een Kamer met een meerderheid van tweederde rechtsch, men zou haar een rechtsche Kamer noemen, maar een Kabinet en een Parlement zijn twee. Een Kabinet vormt een regeeringseenheid. Deze onderstelt eendrachtige samenwerking van hare deelen. Is die eendracht verloren dan is haar kracht gebroken. Hier heeft men dus te zoeken de gemeenschappelijke overtuiging, in het politieke en in het zakelijke; in dit geval bij drie anti-revolutionairen, drie katholieken, en drie conservatief-liberalen, opdat zij te zamen raadslieden der kroon kunnen zijn. Zoo is het, meenen wij, niet de vraag, gelijk het in een Kamer zou zijn, hoeveel van die negen staan te boek als Roomsen of Calvinistisch, opdat het Ministerie rechtsch zal kunnen heeten, maar welk een alle negen bezielend gevoelen heeft de overhand op elk's bijzondere richting. Zoo zou het ook zijn, al ware De Marees v. Swinderen niet oud-liberaal, maar, zooals men hem heeft willen noemen, Christelijk Historisch. Tot dusverre is het geloof aan het Christelijke en het Historische in de persoon van dezen diplomaat" nog niet het deel der massa geworden. Maar voor hen, die bij bloote telling zijner leden het nieuwe Ministerie als rechtsch wenschen aan te wijzen, moet het inderdaad van belang zijn te weten, of De Marees v. Swinderen een orthodoxe geloofsbelijdenis heeft afgelegd en deze getrouw is gebleven, of hij zoo dikwijls mogelijk aan het Heilig Avondmaal heeft deelgenomen, of hij Zondags een gestaag kerkganger is, en 's morgens aan zijn liuisgenooten voor leest uit de Heilige Schrift. In dit verband zou het niet overtollig zijn, dat hij het publiek, hetwelk lang zamerhand een zoo nauw verband tusschen kerk of kerkelijke plichten, en het politieke inzicht geleerd heeft aan te nemen, eens zijn geloofisbricren overlegde. AVij echter begeeren dit niet. Wij tellen niet de personen bij eenige richting ingedeeld; wij verlangen den geest van het kabinet te kennen. Wij zullen dus den lOen Maart afwachten, en hopen dan in staat gesteld te worden te zien welke kleur het kabinet heeft een rechtsche of een linksche, of, wat ook zeer mogelijk kan zijn, eene couleur chanyeante.' * * Een in 't oogvallende poging om nu reeds het kabinet tot een van "rechts te proclameeren, deed De Standaard. Het rechts" zou hier blijken uit de afwezig heid van een onder de liberalen als representatieve man geldende persoon lijkheid." Nu er niet een bekend politiek man"; niet n meetellend liberaal staats man" onder het negental is opgenomen, mag men h. i. het kabinet niet een van gemengd karakter noemen. Bovendien de portefeuilles der niet-kerkelijken, {De Standaard spreekt maar liefst van tiree} betreffen tcchnixclte diensttakken. Het mag dan ook, zoo redeneert Kuyper's blad verder, veeleer verwacht, dat zij, in plaats van hun stem bij politieke geschillen in den boezem der zeven (zes) te doen wegen, zich bij den kabinets formateur zullen aansluiten, of zich, in critieke oogenblikken, van het uitbrengen van een stem zullen onthouden." In een volgend artikel heeft De Stan daard het rechtsch karakter van dit Kabinet mogelijk willen maken, door het een leefregel voor te schrijven, bestaande hierin, dat het eerst flink principieel" zal spreken, om dan verder in neutrale zone" te gaan werken. En inderdaad, ware de kabinetstaak het houden van een gemeenschappelijken maaltijd, de zaak zou eenvoudig genoeg wezen. De Voorzitter deed dan het gebed, de negen heeren aten te zamen en de Secretaris zou de bijeenkomst met dankzegging kunnen sluiten. Wij twijfelen er geen oogenblik aan of de drie oud-liberalen zouden zich zonder eenig verzet in het geval schikken, en bij de godsdienstige inleiding tot en de godsdienstige beëin diging van het maal dien eerbied voor het gevoelen van andersdenkenden aan den dag leggen, welke onder ongeloovigen in deze gemengde wereld gebruikelijk is. Maar een principieele Kabinetstoespraak is heel iets anders dan een gebed. De Standaard bedoelt een toespraak zonder verbloeming"; een zich uitspre ken op het stuk van beginselen"; waarbij de prinoipieele partijen van rechts" zich zullen aansluiten aan een klare uitspraak", wijl ze weten, dat het Kabinet geen oogenblik zal aarzelen om voor zij a principieele overtuiging fier en onver vaard uit te komen". Maar hoe kan dit nu? Zullen we dan een uitspraak krijgen, waarbij de spreker meedeelt, dat zijn principieele verklaring niet het geheele Kabinet geldt, maar slechts twee groepen daarvan? Bij een samenstelling ah van dit Kabinet zou zulk een beperkend woordje noodig zijn; immers wat een Kabinetshoofd, namens het Kabinet zegt, dient toch wel in de eerste plaats waar te zijn. Natuurlijk komt het niet tot zoo iets. AVij mogen ons voorbereiden op het ont vangen van Kabmetsverklaringen, die namens de drie groepen worden afge legd. En hoe dan de principes er zullen uitzien; welke dan de kleur van het Kabinet zal blijken te zijn dat is de vraag ... tenzij men reeds bij voorbaat Heemskerk als Kabinetsformateur er toe in staat wilde rekenen, drie zóó karakterlooze dissenters, drie zulke nullen naar hart en ziel te hebben gezocht, als noodig waren, om, mede uit hun naam, een principieele, klare, fiere RECHTSCHE speech te houden. Ons dunkt, ook Kuyper's orgaan zal dit niet durven aannemen. Maar hoe is het nu mogelijk, dat De Standaard kan zeggen: lo de liberale leden van het Kabinet kunnen zich bij politieke questies in den Ministerraad zeer wel van stemmen onthouden; 2o de liberale leden hebben niet anders te doen dan zich in het politieke bij den Kabinets formateur aan te sluiten; en nu verder: 3o de zes of zeven mogen gerust als waren zij negen principieele, rechtsche verklaringen afleggen ? Mogelijk is dit eenvoudig, omdat er ook in De Standaard blijkbaar een diepgaande wijziging van denkbeelden is gekomen. Bestond er voor dat blad nog, zooals tot vóór korten tijd, eene klove tusschen Pa ganisme en Christendom als tusschen hel en hemel, niet n van de drie raad gevingen had het kunnen neerschrijven. Immers bij de tegenstelling tusschen Christendom en Paganisme, heeft ook elke niet-politicus, een oordeel over de zijde van het politieke vraagstuk, die zijn wereldbeschouwing raakt, en als wat voor soort van menschen zou De Standaard dan die liberale ministers zich hebben moeten voorstellen, steeds bereid bij de politiek van den kabinets formateur zich aan te sluiten, omdat deze hen eenmaal tot het dragen eener portefeuille heeft aangezocht! steeds be reid van stemmen zich te onthouden, en den Christenen" toe te staan ook voor hen als kabinetsleden rechtsche" ver klaringen uit te spreken? Welnu zulk een rol zou ook De Standaard den liberalen ministers, die zij ongetwijfeld voor brave fatsoenlijke menschen houdt, niet hebben durven toedenken, als zij zelf er niet ten diepste van overtuigd wis, dat aan de christe lijke politiek, als wij het zoo noemer. mogen, de giftand is uitgetrokken, zoo dat het principieele" rechts, dat er nog overschiet, heel onschuldigen onschadelijk met links zich kan laten samenvoegen. Ziedaar dan wel een beerlijken vooruit gang! Zelfs Kuyper denkt niet meer aan iets in het rechtsche, dat voor de linkerlieden aanstootelijk of al te onge nietbaar zou kunnen zijn. Zoo heeft een strooming van zachtheid de kilheid van vroeger vervangen. Daar is in 's leiders gemoed een zuiveringsproces gaande ... ook hij raakte 't is zoo duidelijk! uit zijn ideeënkring de anti-these kwijt. Wat zal hij Heemskerk dankbaar wezen! * * * Intusschen is het opmerkelijk, dat /V Standaard dit kabinet met zooveel spoed en ijver voor rechts opeischt. De hoogere of wil men, de lagere regeeringseenheid door katholieken, anti-revelutionnairen en oud-liberalen gevormd, kan immers heel wel veel meer links dan reelits uit schijnen, en in elk geval is het, na de uitwerping der antithese een ganschelijk niet meer eng ui t-en afgebakend terrein, waarop de drie groepen zich tot een eendrachtige werkzaamheid hebben te voegen. De fout van De Standaard schuilt, d. o. in de ietwat te mechanische opvat ting van het gestelde probleem van gees telijken aard. Een fout die zij wel eens me«r beging. Het gaat ter bepaling van de kleur van het kabinet, niet om het

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl