Historisch Archief 1877-1940
N*. 1602
DE AMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOÓft NEDERLAND
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Om.cLer red-actio -van. IMir. H. IF. L. ?\ATIESSIlsra-.
Uitgevers: VAN HOLKËMA & WARENDORF, Keizersgracht 333, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1.^81 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden . . .
Voor Indiëper jaar, bij vooruitbetaling,
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken
. . . / 1.50, fr.
verkrijgbaar .
p. post / 1.65
mail 10.
. . . 0.12V2
Zondag 8 Maart
Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de fiïm*
RUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel i; 40 Pfeani».
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Expansie
politiek. Ethische, Katholieke voorstan
ders van Algemeen Stemrecht, door d. K.
Deugd op termijn. Louis Bouwmeester.
De N.Z. Kapel. FEUILLETON: De pot
kaviaar, I, door A. Conan-Doyle. KUNST
EN LETTEREN: Muziek, door Anr. A
verkamp. Muziek in de Hoofdstad, door Ant
Averkamp. Het Nachtlieht van de Zee dooi
M. J. Brusee, beoord. door H. van LOOD.
Het boek van Kern pees, door J. Torstee?,
met Naschrift. VOORDAMES: Eennieuw
examen voor het raeisjes-vakonderwijs, door
Ida Heijermans. ALLERLEI, door Caprice,
UIT DE NATUUR, door E. Heimane.
Jacob Cornelisz. van Oostzanen, met alb.,
door J. F. M. Sterck. Uit Elegantia, of
Tijdschrift van Mode, Luxe en Smaak, met
.afb. Tentoonstelling van Tb. van Hoytema,
met afb., door Cornelis Veth. Tooneel,
?door Stellwagen Jr. M.' Maria, door W.
8teenhoff. Prof. H. Kamerlingh On nes,
met poitret. INGEZONDEN. Liszt,
met portret. FINANCIEELE EN
OECOHOMISCHE KRONIEK, door V. d. S.
Brieven van Oom Jodocus. DAMRUBRIEK.
SCHAAKSPEL. ADVERTENTIEN.
Expansie-politiek.
De hebbelijkheid om gebieden binnen
te dring ;n, waarop wij absuluut geen
rechten kunnen doen gelden, maar die
?wij ons op de kaart van te voren met
zekere plechtigheid hebben toebedeeld,
wordt doorgaans, in een aangenaim
modern rooverslatijn, betiteld met den
naam van expansie-politiek."
Neem een atlas vóór u, doe uw oogen
weiden over een wit vlak van vrijwel
volkomen onbekend terrein
?NieuwGuinea," en bedenk dan ineens, dat wij,
.die van dat uitgestrekt grondgebied nooit
iets meer hebben gezien dan een paar
haven?, een paar prauwen en een paar
paradijsvogels, onze Koningin evengoed
souvereine noemen over de Papoea's,
die het naar verluidt bevolken, als over
de meest wasch-echte Nederlandsche
onderdanen.
't Geval heeft, als men in de volken
verhoudingen dien kant" in aanmerking
wil nemen, zelfs een géstigen kant!
? Er is daar immers eea land, dat ons
net zoomin toebehoort, als de hertogin
van Marlbourough onze gemalin is, en
met een nonchalante eigengerechtigheid,
?die de edelste praktijken van groote in
ternationale grijpvogels in de herinnering
reept,inpalmings-praktijken,die de schoone
Eogelsche hertogin zeker niet ten haren
opzichte zou dulden, verklaren wij Neder
landers dat land ons eigendom; en eenmaal
zoo»er planten wij aan den zoom ervan
een wlag; om van dat oogenblik af lederen
tegenstand ongerechtvaardigd, iederen
tegenstander een kwaadwillige te
noemoen. ;Zoo'n man hindert ons in onze
expansie". Hij is een kwaad element
op onzen grond. Straks is hij een in
dringer. .. Hij, en niet wij!
"Wij hebben nu niet juist de bedoeling
tegen deze algeméne zucht naar ex
pansie" te ijveren!! Onze ambitie reikt
niet zoover. Konden wij slechts een
klein weinigje meehelpen de ivijze-waarop
moer in harmonie te brengen met de
allereerste beginselen van rechtsgevoel
eu menschelijkheid, zoo gedurig uit het
oog verloren! Dat ware al heel veel.
En dan nog iets anders: mpchthet ge
beuren, dat naast de waardigheid, ook
de waarheid wat meer werd betracht!
Al was het alleen om waarheids wil.
Waarom toch wordt zeer dikwijls een
schoon leugentje opgedischt, als het geldt
een expeditie te beginnen P Waarom
niet royaal erkend, dat men op winst
uitgaat, waaneer wij het werkelijk alleen
op de winst gemunt hebben? In Carel
ende Elegast" kan men lezen, hoe op
een donkeren nacht de vrome Keizer
Karel uit stelen ging"... Waarom zouden
wy, vrome ^Nederlanders, dat dan ook
niet eens mogen doen?
Zulke dingen zegt men echter niet in
hoofdartikels. Daar moet het ideaal wor
den gehuldigd! Dat ideaal is een zonder
linge zaak! Het is de spiegel, die weer
spiegelt wat niet is.
De realiteit, de goede en gezonde reali
teit, leest men, nu en dan, in een adver
tentie, in een verslag, of in een ingezon
den stuk. Voor vandaag in het verslag
van eene rede, die de leden der
vereeniging Moederland en Koloniën" in den
Haag hebben kunnen hoeren. De heer
Doeff, oud-controleur van de
BuitenBezittingen, heeft voor hen gesproken
over de gebrekkigheid onzer expansie
politiek. Het exploreeren van nog onbe
kende landstreken (ouverture van het
latere annexeeren) wil hij met meer
systeem zien geschieden.
Ziehier de factoren, die deze gewezen
bewindsman noemt, als de factoren,
welke tot dusver bij de exploratie werk
zaam waren en steeds het fundament
van een deugdelijk exploratie-wezen
zullen moeten blijven uitmaken." Men
leze ze met een nuchtere ziel. Er valt
uit te leeren:
lo. de wetenschappelijke expeditie; 2o. de
tochten der bestuursambtenaren; 3o. de
tochten van militaire colonnes en patrouilles;
4o. het rmjnbouwkundig onderzoek; 5o. het
plantkundig onderzoek (met den aanleg van
proeftuinen in verschillende gewesten); 60.
de hydrographische verkenningen; 7o. de
zending, welke laatste, nevens andere, zeer
eigenaardige diensten bewijst door de kennis
welke zij aanbrengt van 1) het hart, het ge
moed van den inlander.
De heer Doeff vindt deze middelen
van exploratie, van land- en volken
kundige verkenning, niet in haar zelf
onvoldoende. Wat hij erin mist, is echter
in de eerste plaats uniteit. Een
ecomische samenwerking" wenschte hij in
't leven geroepen tusschen natuuronder
zoekers, militairen, bestuursambtenaren
en zendelingen...
Denkt men hier niet aan die altijd
door ons Hollanders gewraakte bewering
van een Chinees: Eerst komen de zwarte
mannen (de zendelingen), dan de witte
mannen (de burger-vreemdelingen) en
eindelijk de roode mannen (de militairen).
Waarom dien Chinees .het recht ont
zegd, daar uniteit te zien, waar zij immers
al is het maar latent, bestaat! De heer
Doeff gaf er zoo'n aardigen kijk in. Zie,
is het ook niet veel juister, veel oprech
ter: te doen als hij, en de zaken te
noemen zooals ze zijn ?
1) In het verslag, dat wij lazen, staat hier
niet van maar aan. Daar de zin met dit aan
echter, noch taalkundig, noch met het oog
op 't verband, een zin is, zetten wij tot nader
order van.
Ethische, Katholieke voor
standers van Algemeen
Stemrecht.
De Tijd heeft in haar nummer van
25 Febr. onze aanwijzing der drie groepen
van voorstanders van Algemeen Stem
recht haren lezers medegedeeld, en deze,
naar wij uit haar bijschrift meenen te
mogen opmaken, als juist erkend. Stemt
zij toe, dat er opportunistische, utilis
tische en principieele ethische voor
standers zijn; de laatsten, die op grond
van hun rechtsgevoel zich voor de toe
kenning van dat stemrecht ook aan die
helft der misdeelden, welke het tot dus
verre onthouden wordt, verklaren, zij
stelt zich echter op een standpunt, dat
eenig ethisch motief vosr de invoering
van algemeen stemrecht uitsluit.
Zij schrijft als volgt:
Zij, die boven aan 't woord waren 't
wordt door De Amsterdammer" volstrekt
niet ontkend , zijn degenen, die vooral
het ge voel laten spreken. Nu zijn
gevoelsmenschen een over't algemeen
sympathieke en beminnelijke soort, maar
toch eene soort, bij welke wij minder te
rade gaan, als het aankomt op queastiën,
welke met het hoofd, met het ver
stand moeten opgelost worden. En tot
deze soort van quaestiën behooren o. i.
die van Staatsbeleid en Staatsregeling."
Het komt ons voor, dat het katholieke
blad zich hier wat al te gemakkelijk
van de zaak afmaakt. Dat vraagstukken
yan Staatsbeleid en Staatsregeling alleen
met het hoofd, met het verstand moeten
worden opgelost, zal ten slotte
beteekenen, dat men n een Staatsbeleid n een
Staatsregeling zou mogen goedkeuren,
die met alle rechtsgevoel streden. Wij
vermoeden, dat de Tijd heeft willen
zeggen: bij de quaestie al of niet alge
meen stemrecht, wil ik met het rechts
gevoel niets te maken hebben; en om
nu de vraag af te snijden: waarom wilt
gij met dat rechtsgevoel niets te maken
hebben, een lastige vraag! zij een
algeméne stelling heeft uitgedacht, n.l.
dat voor alles wat Staatsbeleid en Staats
regeling raakt, alleen het verstand heeft
te beslissen. Een zeer eenvoudige methode,
naar of zij deugdelijk is ... ? Ons dunkt
lierover moest De Tijd toch nog eens
nadenken.
En dat rechtsgevoel zal op deze wijs
niet tot zwijgen worden gebracht; trou
wens de geheele geschiedenis levert het
dat het machtiger is dan het
verstand, daar het dit zoo vaak tot zijn
hulp en dienstknecht heeft weten te
maken. En hoe het nu juist bij een bis
schoppelijk blad, als De, Tijd is, een
orgaan vooral des geestelijken levens,
na zooveel eeuwen van Christelijke erva
ring, nog kan voorkomen, dat zij ten
opzichte van kiesrechtregeling zegt: het
rechtsgevoel heeft met dit volks- en
staatsbelang niets uit te staan, het
moet verwondering wekken.
Dat de misdeelden recht op het stem
recht meenen te hebben, dat hun rechts
gevoel aldus spreekt, valt niet te ont
kennen. En zoo is dus zeker de vraag
aan de orde: met welk recht weigert gij,
die zelf kiesrecht gekregen, dat wil eigen
lijk zeggen, genomen hebt, dit een ander,
die het ook begeert?
Op deze vraag, wij hebben haar meer
malen gesteld, mochten wij nooit een
antwoord ontvangen.
Tot heden gaf men steeds de meest
egoïstische, in elk geval zuiver opportu
nistische, in geen enkel opzicht princi
pieele beweegredenen.
Ook nu weet De Tijd niets beters aan
te voeren, dan dat de misdeelden, naar
haar meening, reeds genoeg invloed uit
oefenen op de wetgeving, nu zij, bij het
geldende kiesrecht, in de Tweede Kamer
een negental afgevaardigden op de hon
derd hebben, als vertegenwoordigers in
't bijzonder van hun klasse, en op de
vijftig in de Eerste Kamer geen enkele.
En dat, zooals De. Tijd zelf schrijft,
voor de ta l rijkste en numeriek rerre/reg
de sterkste kl/isse".'! Bloosde de Tijd
redacteur, zonder door rechtsgevoel ge
kweld te worden, toch niet een weinig
toen zij met deze cijfers voor oogen,
durfde verklaren, dat die arbeidersklasse
reeds een ZEER ruim aandeel van macht
en invloed geschonken is" ? !
En dan krijgen wij nog den volgenden
uitleg :
Wol, integendeel, bestaat hier te lande het
gevaar, dat men, bij nog verdere uitbrei
ding van het kiesrecht, de talrijkste en
numeriek verreweg sterkste klaese, die
van 't zoogen, proletariaat-, oppermachtig
zal maken tegenover alle andere; hetgeen
des te gevaarlijker is, daar juist die klasse
door mindere kennis en ontwikkel ing het
meesi is blootgesteld aan verleiding van
den kant der agitatoren an valeche volks
vrienden, terwijl de stoffelijke nood en
de nijpende zorg voor het dagolijkfch
brood, welke in die klas ontegenzeggelijk
het grootst zijn, maar al te gemakkelijk
ertoe leiden moeten, individueele en
oogenbükkelijke voordeelen te stellen
boven algeméne volksbelangen, waarvan
de dikwijls in verre toekomst liggende
voordeelen en beteekenis weinig of niet
worden ingezien."
Tot dusverre heeft De Tijd het zonder
de socialisten kunnen stellen in zijn
betoog, al mocht men hun bokspooten
daarin reeds meenen te bespeuren, maar
thans komen zij werkelijk voor den dag.
Mi'. Reekers heeft hen geïntroduceerd,
toen hij schreef, wat De, Tijd beaamt:
wanneer men uitbreiding van de macht
van het socialisme niet bevorderlijk voor
het belang van den Staat of van de
vrijheid van godsdienst, of van den vrede
acht, dan mag men, als er sprake is van
kiesrecht, toch wel overwegen of men
misschien door deze of gene wijziging
de sfeer van invloed van het socialisme
buiten verhouding zou yergrooten, zonder
daartegenover even gewichtige voordee'.en
te verkrijgen."
Zoo zijn wij midden in den klassenstrijd,
van welke De Tijd anders niet weten
wil. De talrijkste klasse, het proletariaat,
zou door algemeen stemrecht opper
machtig worden tegenover alle andere"
en het socialisme zou meer in vloed krijgen;
en aangezien De Tijd en Mr. Reekers
dit nadcolig vinden, hebben h. i. de
misdeelden, het stemrecht eischende...
geen recht.
Laten wij nu eenvoudigheidshalvc eens
aannemen, dat De Tijd en Mr. Reekers
alleen over het socialisme inzitten, en
niets tegen algemeen stemrecht zouden
hebben, als het proletariaat geheel ker
kelijk was en bleef, dan zouden wij
toch willen vragen: hebben zij in hun
houding tegenover het socialisme REHIT ?
Het eigenaardige van het geval is, dat
we zullen nu maar niet in bijzon
derheden treden socialisten en
conservatief-katholieken in politieke mee
ningen als tegenvoeters zijn. Denkt men
zich nu eens een staat, waarin de socia
listen de overhand hadden en zij de
katholieken een recht trachtten te ont
houden, dat zij zelve genoten, en dan
hunne brutaliteit verdedigden met rede
neeringen als De Tijd en Mr. Reekers
te lezen geven. Zoo b.v.: uitbreiding
yan de macht van het katholicisme
is niet bevorderlijk voor het belang
van den Staat of voor de vrijheid van
godsdienst of van den vrede. Men moet
ze zoo'n eisch niet toe staan, zonder
daartegenover even gewichtige voor
deelen te verkrijgen. Zie ze onder den
duim te houden. Wat zij begeeren is
geen natuurrecht, geen aangeboren recht,
laat ze dus maar schreeuwen en schreien.
Het is al heel mooi wat ze nu hebben.
Ze kunnen best zoo leven. Door hun
gebrek aan veelzijdige lectuur zijn zij
het meest blootgesteld aan de verleiding
van hun geestelijke drijvers. De
kerkbelangen gaan bij die menschen ver
boven het algemeen belang, enz. enz.
Men kan er zeker van zijn, dat de
katholieken, even sterk van het jegens
hen gepleegd onrecht overtuigd, als nu
de socialisten, wijl een groot deel van
het proletariaat het stemrecht wordt
onthouden, aanstonds het over niets anders
zouden hebben, dan over wat hun rechts
gevoel hun te verstaan gaf?en zelfs zou
het denkbaar zijn, dat zij zich tot heftiger
verzet vereenden, dan thans, en zoo
lang reeds, het proletariaat deed.
Daar is iets zeer kleins in deze handel
wijze der bestrijders van algemeen stem
recht. Hier staan tegenover elkander
twee groepen met twee meeningen om
trent de ware staat- en staathuishoud
kunde: eene meer vooruitstrevende en
eene meer behoudende. En in plaats van
nu, in het stemrecht, beiden gelijke
wapenen te geven, wil de eene de andere
fnuiken, door zich zelf als een gewapende
te stellen tegenover haar, die zij het
wapen onthoudt. Een mlselie strijd. Dat
katholieken zich mede daartoe leenen is
dubbel te betreuren. Hoe hebben zij in
ons land zelf niet ondervonden, dat wat
zij nu ten opzichte van het proletariaat
onder socialistische leiding trachten te
doen, ook op hen zelf is toegepast de
vrijheid van ontwikkeling te smoren,
hen klein te houden", niet door geestes
kracht, maar door drang en druk.
Gelukkig, De Tijd verheelt het niet,
zijn er onder do katholieken ook, die
anders denken dan dat blad en Mr. Reekers.
Ook onder Katholieken wordt een groep
gevonden, welke tot de derde, de ethi
sche categorie van voorstanders vaa
Algemeen Stemrecht, volgens de indee
ling van De Amsterdammer" te rekenen
is. Misschien zelfs bevL dtn zich onder de
fatalisten van de eerMe groep enke.en, die
in andere opzichten tot de onzen behoorerj.
Het zij zoo l Wij willen de goede trouw
hunner meening in da;.en al kunnen wij
die allerminst deelen ten volle eerbie
digen."
. Of deze katholieken dan het kiesrecht
aannemen als een.recht eiken mensch
aangeboren en toekomend van nature",
wij weten het niet, we betwijfelen het
zelfs. Allicht laten zij dergelijke conclu
sies voor de philosophen en theologen ter
bespiegeling over. In elk geval, men kan
het in deze evengoed stellen zonder de
leer der aangeboren rechten als zonder
die der aangeboren begrippen. Voldoende
is, dat zij weten, hoe het kiesrecht nu
reeds door honderdduizenden ten onzent
veroverd werd, om dan te onderzoeken
of deze gelukkigen een recht hebben,
het anderen, die met hen ook het kies
recht tot wapen wenschen te bezitten,
dit in den politieken strijd te weigeren.
Dan zijn zij niet, zooals De Tijd
het noemt, menschen, die vooral het
gevoel laten spreken", gevoelsmenschen,
een over 't algemeen sympathieke en
beminnelijke soort" maar, naar onze
meening, eenvoudig normale menschen,
die aan gevoel en verstand beide recht
doen wedervaren, zooals De Tijd en
mr. Reekers zich ook zouden hetoonen,
als niet eea vooroordeeltje en een voor
deeltje hun verstand ietwat van de wijs
had gebracht; wat moeilijk anders kan,
wanneer bij zulk een kie^recht-quaestie
het rechtsyrroel uit wandelen wordt ge
stuurd.
. Intusschen schijnt de meeniug van
Dr Tijd, opgebouwd met het nadenkend
verstand", toch niet al te vast te staan
onder de geloofsgenooten. Zij acht het
althans noodig een waarschuwende stem
te doen hooren. Doch laten zij (de katho
lieke ethische voorstanders van het alge
meen stemrecht), zoo schrijft zij, hunner
zijds niet den eisch stellen, dat de
overgroote meerderheid der katholieke
partij om hunnentwil en ter bewaring
van een eenheid, welke in dit geval toch
niet meer dan een schijneenheid zou
wezen, hare tot nog toe beleden meening
zal prijs geven, en in strijd met haar
innerlijke en vaste overtuiging mede
Algemeen Stemrecht in haar program
zal schrijven."
Zij schijnt het dus mogelijk te achten,
doch alleen om de eenheid te bewaren,
de overgroote meerderheid in strijd met
haar innerlijke en vaste overtuiging
het Algemeen Stemrecht maar zou accep
teeren. Met Reekers verklaart zij zich
daartegen, wat zeker niet noodig zou
zijn, indien er in dit opzicht geen enkel
gevaar dreigde. Maar wij begrijpen die
vrees volkomen. Want de innerlijkheid
en vastheid van verstandsovertuigingetfr
tegen het ethische" in verworven, heb
ben dikwijls maar een stootje noodig:
om omver te buitelen. En wat is ego
stischer dan zijn gevreesde tegenpartij het
wapen te ontzeggen, voorwaarde voor
een gelijken strijd? D. K.
Deugd op termijn.
In de Standaard van 3 Maart hebben
wij een driestar met bizonderen weer
zin gelezen.
Het is reeda vaak genoeg gezegd, hoe?
in dit anti-revolutionair orgaan altijd stuit,
dat het een scherp-ontwikkeld instinct
voor zaken" in een kleed steekt van
uitverkoren christelijkheid en braafheid.
Maar de sans-gêne, waarmee soms dat
kleed wordt afgeworpen en de onchris
telijke slimmerik zichzelf vertoont, is,
zoo het kan, nog stuitender dan de vrome
maskerade.
Men leze dit kortweg cynische stukje:
*#* Onze opium-politiek.
Met onze opium-politiek zijn we, bij vroeger
vergeleken, op den beteren weg. Aan de
verpachting is een einde gemaakt. We leven
in Indie nu onder een soort regie.
In zooverre echter baat OES dit weinig, ala
het amfioengebruik nog niet noemens waard ge
minderd is, en de verboden streken uiterst
baperkt blijven.
Dit nu voldoet te minder, nu China kloeker
doortastte, en Engeland hierin China ter
wille is.
Het keizerlijk bewind in China wil aan de
opiutnkit voor goed een einde maker. In China
wil men doortasten, en het opiumgebruik
radicaal uitroeien.
Men doet dit niet plotseling, men verbiedt
het opiumgebruik niet op esns, maar heeft
termijnen voor vermindering van invoer ge
steld. Engeland moest hierin, met het oog
op zijn vroegere opium-polititk, bewilligen,
en leed er vo^r de Indische Schatkist zeer
aanzienlijk schade door. Maar Engeland heeft
't toch niet aangedurfd, om, toen Chi:ia ver
klaarde het kwaad te willen aantasten, er
zich tegen te verzetten. Het heeft het gevraag
de accoord gesloten, en zich de zeer
aarzienlijke, nog steeds toenemende schade voor
zijn schatkist getroost.
Het staat alzoo te wachten, dat binnen
enkele jaren het opium-schui?en in China.
tot het verleden zal behooren. Er zal wel
gesmokkeld worden, en clandestien zal er
hier en daar nog wel geschoven worden.
Maar dit clandestiene gebruik zal niets te
beduiden hebben, vergeleken bij het kwaafl
dat bestond, en steeds voortwoekerde.
Hiermede nu zullen wij in Indiëte rekenen
hebben.
Of zou het geen onhoudbare toestand wor
den, aU China radicaal doortast, eu het
Christelijk Nederland in het kwaad vol
hardt ?
Op eens kunnen ook wij aan het schuiven
geen einde maktn. Zeg, dat we er twintig
jaren over moeten dcen. Als de uitkomst
maar is, dat we er van af komen.
Adieu, christenzin en idealisme! Dat
smelt straks weer van heilige geestdrift
als een trouwe broeder in de Kamer
spreekt over de onzedelijke lectuur, die
men moest weren" uit de Indische
soldaten-cantines. Dat hoopt op de zen
ding. En dat erkent hier botweg nu
het bewind weer aan rechts is gekomer,
dat men zeg twintig jaren" den tijd
zal nemen om de opium-zonde" uit Indi
te bannen, met het oog op de financiën..
Wij zijn op den beteren weg", heet
het hierboven, in zooverre echter baat
ons dit weinig, als het amfioengebruik
nog niet noemenswaard geminderd is"
o, Standaard, welk een heerlijk arbeids
veld voor uwe partij! Gij moet gaan
doortasten.... Ieder christen en ieder
eerlijk man zal met u meegaan.
In China wil men doortasten, en her
opiumgebruik radicaal uitroeien."
Willen die onchristelijke Chineezen
het radicaal" uitroeien? Is het soms
uit protest tegen zulk een zondig radi
calisme, dat gij het opiumgebruik niet
radicaal wilt doen ophouden en het zeg
twintig jaar" anti-revolutionnair wilt be
houden?
iSeen, gij wilt het kwaad ook keer w.
Na jarenlang met woorden de
opiumvloek, die een vloek is, te hebben
bestreden,~o.a. van 1901?1905, toen gij
aan 't bewind waart en deugdzame leelijk
gezichten trokt tegen de onnoozele staats
loterij, zult gij nu aan het
opiuinschuiven een einde maken. Goed. Eerst
over 'n twintig jaar, echter. Waarom
maakt ge er geen dertig van Pof veertig ?
Werd wie gelooven, haasten niet", ge
zegd met het oog op d<- mtroeihti/ d/r
zonde ?
Welk verschil maakt het nu eigenlijk.
of gij, met het Christendom op de lip/H-a'.
regeert, dan wel een Chineesche keizerin.
die er nooit van wist?