Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1602
wet van 19 Februari 1903, veroordeeld tot
het betalen van. een boete van D. 29.240.000.
Voor het vaststellen van dit aanzienlijk
bedrag strekte de volgende berekening tot
grondslag:
In de (wee voorafgegane jaren had de
Company 1462 vrachten petroleum van
Whiting (Indiana) naar East St. Louis per
Chicago Alton d^pen vervoeren waarvoor 6
Amer. cents per 100 pond was betaald ge
worden. Beweerd en bewezen werd, dat bij
het gepubliceerd tarief een vracht van 18
cents voor dergelijke zendingen waa vastge
steld en de Company derhalve te haren bate
een tarief had toegepast, dat niet zooals
de wet voorschrijft ter kennis van het
publiek was gebracht.
Volgens de aanvullingswet van 19 Febr.
1903, is wegens deze overtreding niet alleen
de spoorwegmaatschappij, maar ook de afzen
der strafbaar met een geldboete van hoogstens
D. 20.000 voor iedere zending en daar 1462
zendingen werden geconstateerd, veroordeelde
het gerechtshof de Standard Oil Co. tot het
maximum.
Natuurlijk kwam de veroordeelde bij een
hoogere rechtbank iu verzet en staat haar
daarna nog het beroep open bij het hoogste
gerechtshof der Vereen. Staten.
De zaak is dus nog niet in laatste instantie
behandeld en het eerste vonnis moet nog
door de beide hoogere rechtbanken worden
bekrachtigd.
Tusschen de Standard Oil Co. en de spoor
wegen bestaan zoo nauwe relatiën, dat men
de laatste veilig als hare bondgenooten kan
beschouwen. De ruwe olie nl., in Amerika
gewonnen, is niet voor gebruik geschikt,
doch kan eerst, na geraffineerd te zijn, voor
verlichting, smeeren en andere doeleinden
worden aangewend; eerst na de raffinage
wordt ze een handelsartikel, dat dan van de
raffinaderijen naar de plaatsen van verbruik
kan worden vervoerd.
In. 1905 werden 134,800.000 vaten ruwe
olie, meer dan 60 pCt. van de geheele wereld
productie, in de Ver. Staten gewonnen, maar
het aandeel der Standard Oil Co. in het ruwe
product bedraagt nauwelijks 30 pCt. Zij heeft
dan ook nooit getracht alle olie-houdende
terreinen in Amerika machtig te worden,
daar zij dit overbodig acht, zoolang zij meester
is over het vervoer van de ruwe olie naar
de raffinaderijen en zij het monopolie van
het raffineeren in bare handen heeft.
Dientengevolge werd zij feitelijk de eenige
kooper der ruwe olie, kon derhalve eigen
machtig den prijs vaststellen en had het
risico, in 't algemeen aan het winnen van
minerale producten verbonden, niet te drager.
Zij heeft zich het monopolie weten te
verschaffen van het vervoer der olie naar
de raffinaderijen, d. w. z. hare eigene raffina
derijen, en verder van het vervoer van het
gezuiverd product en de bij-producten naar
de plaatsen van verbruik en eindelijk, tot
zekere hoogte, van den detail- handel in licht
en smeer-olie.
Dit monopolie heeft zij niet kunnen ver
krijgen en behouden, dan door de hulp der
groote spoorwegen, die haar voor het trans
port heimelijk vrachtverlaging toestonden
en haar daardoor in staat stelden goedkooper
te verkoopen dan andere concurrenten en
dezen een voor een te verdringen.
Maar nog een andere omstandigheid be
wees haar daarbij goede diensten, n.l. de
aanleg van eigen huizen-leidingen en de ge
leidelijke aankoop van bestaande leidingen.
Ook daarbij verschaften de spoorwegen haai
de noodige medewerking, dikwijls misschien
zonder te bedenken hoezeer zij zich zelf
daardoor benadeelden. Zij stonden bijv. geen
andere onderneming dan de Standard Oil Co.
toe, de' spoorweg-terreinen met
buizen-leidingen te doorsnijden, maar welke voordeelen
deze daarvan trok, is duidelijk.
Want zij vervoerde met hare eigen
leidinBrieven van Oom Jodocns.
Aan den WelEdelcn Heere Hoofd
redacteur van De Amsterdammer,
Weekblad voor Nederland.
Waarde Neef!
Tante en ik zijn Maandag in onze beste
spullen naar den Haag geweest. Annet,
met haar nieuwerwetschige denkbeelden
vond het puur malligheid"; zij wou niet
mee; n om ons genot niet te bederven,
mocht ze nu ook niet. Zoo'n nest! Maar
zij heeft nu den heelcn dag naar de
sneeuw en den rögen mogen koekeloeren,
terwijl wij ons volop laven konden aan
de edelste geestelijke genietingen, die
voor den wel-denkenden en rechtgeaarden
Nederlander zijn weggelegd. Het was ons,
dat begrijpt ge reeds, om de P«al te doen.
'De Paal, waarop als het ware bijna ons
Yolksheil was gestrand. Aan welke, met
andere woorden, de zijden draad was
opgehangen, die het zwaard van Damocles
zwaaide boven de Hope onzes Vaderlands.
Ik heb deze beelden niet, ge mocht
het eens denken! onttooverd aan eigen
pen, maar ik ontleen ze aan den mond
van een braven vaderlander, die onze
medereiziger, ik mag wel zeggen: onze
mede-bedevaartganger was, en die bleek
niemand minder te zijn dan de heer
gen alleen hare eigen olie en die van de
weinige nog zelfstandige raffinaderijen niet
andere, dan tot exorbitante prijzen.
Zoo werd allengs het petroleum-vervoer
in Amerika alleen nog mogelijk door
tusschenkomst van de Standard Oil Co. en hare
bondgenooten, terwijl de concurrentie zoo
goed als verlamd was. Thans behooren meer
dan 90 pCt. van alle raffinaderijen in Amerika
en ongeveer 56.350 Kilometer buizenleiding
aan de Standard Oil Co. Daarnaast bestaat
nog slechts n maatschappij, die ca. 1200
Kilometer buizenleiding bezit. Door de lei
dingen der Standard Oil Co wordt ongeveer
90 pCt. van het geheele buiaen-transport
vervoerd.
Dat zulk een machtig lichaam ook ge
makkelijk het petroleum-vervoer voor den
handel in 't klein aan zijn wil kon onder
werpen, is begrijpelijk en ook in deze richting
heeft zij haar macht doen gelden en elke
zelfstandige mededinging zonder erbarming
den genadeslag toegebracht.
Voorts heeft zij haren invloed ook tot ons
werelddeel uitgestrekt en filiaal-maatschap
pijen opgericht in Duitschland,
OostenrijkHongarijen, Engeland enz., die zich naar het
voorbeeld van hare stichtster hebben te ge
dragen en met haar samenwerken.
In de Ver. Staten gevoelt men de
nideelige werking van zulk een monopolie ten
duidelijkste. Het betreft hier een artikel,
onontbeerlijk voor de massa-, waarvan de
hooge prijs vooral drukt op den minderen man.
Maar tot dusver heeft men geen middel
kunnen vinden om het den kop ia te druk
ken. Slechts eens is het de overheid gelukt
een onrecht, dat bijna uitsluitend ten
voordeele van de Standard Oil Co. was, op te
heffen.
Een der eerste bezwaren, ingebracht bij
de in 1887 hiervoor van staatswege aange
stelde ambtenaren was, dat de vracht per
vat petroleum, in taiik-wagens vervoerd,
enorm lager was dan bij transport in ge
wone goederen-wagons, en wél 08 pCt.
Een onderzoek bevestigde de juistheid
dezer bewering en men verkreeg de over
tuiging, dat alleen de Standard Oil Co. de
olie in hare eigen tank-wagons vervoerde.
Niet onmogelijk, dat zij zelfs op die lage
vrachtprijzen nog reductie genoot.
Daarop verklaarde de overheid het ver
schil in vracht niet geoorloofd en werd het
inderdaad opgeheven.
Om echter het middel te vinden, waar
door ongeoorloofde vrachtreductie verboden
en de Standard Oil Co voor haar vervoer
aan dezelfde tarieven onderworpen werd als
alle andere afzenders, was een geheele
wijziging van de wet op het verroer noodig.
Een eerste stap in die richting was de wet
van 1903, waardoor de gerechtelijke vervol
ging is mogelijk geworden. Maar 't was niet
afdoend en toen onder den indruk van
Roosevelt's boodschap in December 1904
opnieuw een werkelijk ingrijpende wetswijzi
ging aanhangig werd gemaakt, eischte de
openbare meening, dat nu ook maatregelen
moesten worden genomer, die speciaal en
rechtstreeks tegen de handelwijze der Stan
dard Oil Co. waren gericht. Die bepalingen
werden in de week van 29 Juni 1910 opge
nomen.
In de eerste plaats wordt daarbij vervoer
door middel van buizen-leidingen (gas- en
waterleidingen uitgezonderd) onder de open
bare middelen van vervoer gerangschikt.
Dientengev olge is de Standard Oil Co. ge
noodzaakt vo&r het vervoer tu>gchen de ver
schillende Staten van Amerikp, wat voor
haar van de groatste bateekenis i°, hare
vracht-tarieven te publiceerer, "oor ee
ieder die tarieven op dezelfde wijze toe te
passen en is het haar verboden, zelfs voor
hare eigene zendingen, eenige geheime be
gunstiging toe te staan.
Voorts strekt zich het staatstoezicht nu
Albert van der Horst, voorzitter van den
Nationalen Or.:njebond Wat ook Vall'
trouw staat pal." Zijn rolc, witte das, en
hooge zijden, zijn ongedurigheid en zijn
enthousiasme ten laatste, dat een wel
dadige warmte in het compartiment ver
spreidde, hadden onze aandacht al ge
trokken, doch een goed Hollander is op
reis op zijn hoede: alle kennismaking
worde geleid door het toeval. Zoo ook
hier. Ik zeg zoo tegen Tante: Martha",
zeg ik, lieve, hoe weinig is het Maartsche
weer daar buiten in overeenstemming met
het gevoel onzer harten. Valt er geen
regen, dan valt er sneeuw, valt er geen
sneeuw dan valt er regen."
Wat ook vall' mijnheer," zeide toen
opeens onze overbuunnan, wat ook vall',
trouw staat pal. Al regende het vandaag
oude wijven mijnheer, in plaats van
?maagdelijke sneeuw. Albert van der
Horst zou naar den .Haag zijn gegaan."
Het ijs was door deze warme woorden
gebroken en wij bleken tochtgenooten.
Meer dan dat. Onze medereiziger ging
met een even schoone als verhevene op
dracht: Hij zin juist, dien dag, waarop
de ramp der Berin* n jaar, n week
en n dag geleden zou zijn, aan Z. K. H.
Prins Hendrik een gedenkpenning aan
bieden vergezeld van" een album; een
en ander bekostigd uit de bijdragen van
ruim tienduizend personen in binnen- en
buitenland; onder deze tal van
vereenigingen, waarbij niet minder dan vijf en
twintig Oranjevereenigingen hier te lande,
vier Hollandsche Vereenigingen in Belgi
en de Hollandsche Club te Londen. Hij
gloeide bij dit relaas van dat echte vuur,
waarop het ijzer der groote daden ge
smeed wordt. (Ook dit beeld is van hem).
Wij mochten, na eenig aandringen, album
en penning zien. De penning, vervaardigd
in de werkplaats dor firma Mogeer,?het
Gij zult niet begeeron" schijnt voorde
numismatieke wereld toch maar niet ge
schreven te zijn! do penning vertoont het
borstbeeld van Z.K. H. den Prins, als
viceadmiraal. Waarom zóó ?" waagde ik op
te werpen : ..zou het niet karakteristieker
geweest zijn den Prins af te beelden in
het rcddingskostunm en met do sigaar,
die immers daarbij zulk een belangrijke
rol speelde? En waarom een /wrx/beeld y
Het karakteristieke is juist, dat deze
daad onzen held bij onze landgenooten
min of meer op de been hielp en zelfs
uit tot de administratie van de Standard Oil
Co., maar blijkens het ambtelijk rapport is
deze vooreerst nog niet geneigd, zich daar
aan goedschiks te onderwerpen. Eenige be
heerders der buizen-leidingen hebben ge
weigerd den ambtenaren inzage te geven
van de tarieven en olie voor' anderen te
vervoeren. Verder worden tarieven vastge
steld slechts voor die stations, werwaarts
niemand petroleum verzendt, terwijl de pu
blicatie voor de voornaamste
verbruiksplaatseu achterwege blijft.
Zij heeft verder de mededeelingen om
trent hare statistiek van productie, trans
port en voorraden zoodanig beperkt en
gewijzigd, dat men er niet wijs uit worden
kan en 't onmogelijk is te controleeren hoe
veel ea op welke wijze zij petroleum
vervoer*-.
Uit alles blijkt, dat ondanks de wetten
van 19U3 en 1906, deze handels-despoot de
overheid nog altijd te slim is en de strijd
tusschen regeering en Standard Oil Co. nog
lang niet is uitgevochten.
V. D. S.
iiiiiiMHiiiiiiiiimmiiiiii
Een hoogst belangrijke kwestie".
M. de R.
Het aandeel Duüschland toegeschreven in
den Zuid-Amerikaanschen handel gelijk, te
vinden in mijn art. Een hoogst belangrijke
kwestie" in het nr. van l Maart 1.1, is bij
nadere kennisneming gebleken thans nog
onjuist te zijn. Immers uit een briefwisseling
d.d. 14 Januari uit New-York in de N. R. Ct.
o?er Zuid-Amerika's Duitscho kolonisten
wordt men gewaar, dat thans nog Engeland
het leeuwendeel van dien handel in handen
heeft, zooals prof. Rowe, de uitmuntende
kenner van Komaarsch Amerika voor de
Association of American Univergities" ver
kondigde in zijn rede over de moreele en
intellectueele invloeden, welke de Z.-Am.
volken van uit Europa hebben ondervonden.
Hoewel Engeland ginds het leeuwendeel
in den handel heeft weten te verwerven, zoo
zegt hij, heeft het zich in de Latijnsch Am.
wereld op moreel of intellectueel gebied niet
merkbaar kunnen doen gelden. Duitschland
echter heeft in menig opzicht op geestelijk
gebied zijn stempel op Zuid-Am, meest voor
spoedige republieken gedrukt. Met vrucht
ijvert de Duitsche handelswereld tot het uit
breiden der reeds zoo omvangrijke
coinmercieele gemeenschap. Aldus spreekt de
hoogleeraar.
Wanneer men nu weet, dat in Chili, Ar
gentinië, Braziliëen Peru, Duitsche opleidings
stelsels beslist ingang hebben gevonden, het
lager en middelbaar onderwijs wordt gegeven
en meerendeels georganiseerd door manne
lijke en vrouwelijke leeraren, bijna alle uit
Duiischland afkomstig en deze intellectueelen
op alle mogelijke wijzen de banden met
Duitschland, hun Heimat" versterken, dat
stroom Duitsche landverhuizers aanhoudt,
zich vereenigend in kolonies, dat overal om zoo
te zeggen in Z.-Am. Duitsche scholen zijn en
worden opgericht, waardoor de band met het
moederland krachtig wordt onderhouden, dan
kan het niet andeis of wat thans nog niet
is?n m. dat Duitschland het overgroote deel
van den Z-Atn. handel in handen heeft.
binnen niet langen tyd zoo zal zijn.
Zaandam, l Mrt 'OS. P. H. STUURMAN.
een wit voetje bezorgde. Zou dat niet
s\ mboliseh aangegeven hebben kunnen
ziju ? Tevens ware er dan toch ook
gelegenheid geweest te laten zien dat
Z. K. J l. inderdaad reeds zeebeenen
heeft, zooals een vice-admiraal past'.
Maar dat was het juist, waarde heer",
riposteerde Albert, ,,dat was het juist,
de Krui a Begeer vond de zeebeenen niet
decoratief genoeg, terwijl toch ook de
Uuyter..." Neen zeker, z>3ker" haastte
ik mij ti- zeggen, een borstbeeld is
inderdaad niet verwerpelijk, 'A. K. II.
heeft zich dan toch ook mot de borst
toegelegd op het heil des lands". Pre
cies", zeide Albert, ik zal dat beeld
vanmiddag in mijn speech te pas brengen.
Ziet", ging hij voort, ..op de keerzijde ..."
Op de keerzijde", riep ik verontwaardigd,
maar, mijnheer Van der Horst, ik dacht
dat er hier niet van een keerzijde mocht
worden gesproken". ...luist mijnheer,
precies mijn idee, maar de lirma Jiegeer
beweerde, dat een medaille zonder keer
zijde niet was te maken, toen hebben
wij maar bedacht daar het wrak van
de lïerliu op te zetten met een rand
schrift: Hulde van het Nederlandsche
volk' en Nationale Oranjebond, Wat
ook Vall' Trouw staat pal". Men had
er nog bij willen zetten: < >p initiatief
van den voorzitter Albert van der Horst",
maar daartegen verzette zich toch mijn
bescheidenheid. Toen is het vóór in het
Album gezet, ziet U maar: op een apart
blaadje". Fin wij bewonderden het keurige
album met do foto's van de redding en
de meer dan tienduizend namen van de
schenkers. Enkelen hadden dichtregelen
gezonden, die getrouwelijk mede waren
geoalligrafeord. Ik mocht er een paar
'.-vernomen. Zoo schreef J h r. Hora
Siceam;i van de Jlarkstedo, voorzitter van
den Oranjeboni van Orde en
eere-voory.itter van de Kwartguldensvereeniging:
ik stuur i een kwartg ilden
Voor uw l'rins Hendrik-hulde!"
Even zakelijk maar met iets meer
gloed dichtte .Jannetje Stoffels, weduwe
l'ieters, stovenzetster in de kerk te
Siddeburen, lid van de (Iranjevoreoniging
..Wat ook ro!l', trouw houdt vol":
Leve Oranje! ik zend uwe
Het penningske der weduwe".
Uitvoeriger en meer in den htijl der
5e Jaargang. 8 Maart 1918.
Bed.: C. H. BBOKKKAMF, Damrak 59, Amst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Probleem No. 100, van den auteur W. van
Daalen, opgedragen aan den heer
W. J. A. Matla, Haarlem.
Zwart (13 schijven.)
Wit (13 schijven.)
Oplossingen moeten binnen 14 dagen wor
den opgezonden aan bovenstaand adrep.
Oplossing van pr. Xo, 105, van den auteur
J. Rem. w 31-26, 20-21, 28 22, 35-30, 44-40,
34-30, 29 :38, 33; 11!
De oplossing van dit probleem is zeer
adrem", zooals een onzer oplossers zich geestig
uitdrukte.
LEERZAME OEFENINGEN".
Stand van het eiudspel.
Zwart (8 schijven).
?^
Wit (7 schijven j.
Zwart moet spelen,
De heer C. (;i. Vervloet, heeft onlaugs in
een open schrijven aan de dammers beweerd,
dat in bovenstaande stellirjg, zwart zich van
een iijne remise verzekert. En andere hebben
deze bewering geaccepteerd en, als eenstudie
voor de amateurs, de damwerekl ingezonden.
Onze meening is echter, dat voor zwart, de
remise i iet geheel zeker en voor wit, de
winst wellicht verkrijgbaar is.
Om nu uit te maken wiens opvattting de
juiste is, hebben wij er een leerzaam vraag
stuk van gemaakt voor de dammers, en
bieden dit aan, a's volgt:
Zij, die willen trachten de remise te ver
krijgen, zenden ons, vóór Maandagavond 10
Maart a.s,, hun zet voor zwart, waarop wij
in de eerstvolgende rubriek, ons antwoord
ware poëoten maakte het de heer K. L.,
achter welke beseheiden initialen het
zeker niet moeilijk vult den aehtb'ren
bard te ontdekken:
"NVij deuken aan dat bange uur,
l)at bange uur terug!
Wij zien l' staan met jeugdig vuur,
Met jeugdig vuur en vlug.
Gij leidt de redding met beleid
Met Moed, Beleid en Trouw,
Wij eeren Uwe dapperheid
l']n Uwe Hooge N'rouw!
De heer Jacob Israël de Haan gaf i
twee besliste volzinnen":
I. Voor den Vorst is het goed op den
penning te zijn.
11. Ren album moest wit zijn, ook
van binnen.
Ook F ree van Heden had een bijdrage,
maar ik kon er nie; meer van overnemen
dan de eerste regels :
Ik leefde onlangs een schipbreuk mee
van duiten en van ideeën...''
want wij naderden de Hofstad en alles
moest nog netjes worden ingepakt voor
het groote doel.
Daar Albert nog een uurtje over had j
vóór hij ten Hove gewacht werd, gingen
wij eerst te zamen naar de Paal. Het
was niet moeilijk hem te vinden, daar
de Haagsche Oranjevereeniging Wat
ook zink, wij zijn Hink", een specialen
gidsdienst heeft ingericht, die de van
alle windrichtingen komenden, door de
stad naar do Parkstraat leidt. Het gezicht
daar is inderdaad treffend. Het is inder
daad belangwekkend, dat </< t rum daar
iinij elke ~> min. voorbijrijdt l Dank zij de
welwillendheid der politie is het geoor
loofd de Paal aan te raken en de scheur
te betasten. Albert mocht haar zelfs
meten, Ui cM. lang en, op de breedste
plaats, U1/.. eM. breed. Zich indenken
dat op die zelfde plaats .. . neen mijn jon
gen, dat wil mijn pen niet! Ik zag Tante
Martha's tranen al vloeien!
Middelerwijl had Albert een druk gesprek met
een, als al zijn stadgenooten welgekleed,
.Hagenaar, die zich over zijn achteruit
zetting beklaagde. Hij had namelijk bij
het ongeval li<-n in'nnifrn lang de lieve
hondjes van het vorstelijk Echtpaar, te
verschrikt om op eigen pootjes te
staan aan zijn borst gekoesterd, tot een
lakei die taak van hem overnam, zooals
hij de diertjes had aangenomen, van
voor wit laten volgen. Verder moet men ons
wekelijks, uiterlijk Maandagavond, den
vervolgzet per briefkaart toezenden. Er blijft
ons dan nog n dag over, om alléingekomen
zetten afzonderlijk te beantwoorden, aange
zien de copie 's Woensdags al ter perse gaat.
Bij den len zet vermelden wij tevens den
naam des deelnemers en plaatsen hierachter
een hoofdletter, benevens ons antwoord.
Vervolgens plaatsen wij wekelijks slechts
deze letter bij onzen zet. Elke deelnemer
behoeft dan zijn aangewezen letter maar te
volgen, om onzen tegenzet gemakkelijk terug
te vinden. Ieder speelt zijn eigen spel en ia
dus vrij in de keuze, welke voortzetting voor
zwart hij wil volgen. Het deelnemen is
strikt persoonlijk; daarom moet ook elke
toegezonden zet, van de handteekening des
spelers voorzien zijn. Gedwongen slagzetten
worden direct opgegeven met den vervolgzet.
Om nu het deelnemen aan deze leerzame
oefening nog meer te bevorderen, stellen wij
een premie, ter waarde van ? 5 beschikbaar,
voor dengene die de remise verkrijgt. Zijn
er twee winnaars, dan ontvangt ieder een
premie, ter waarde van ? 2.50. Bij meer dan
twee winnaars, beslist het lot. Zij, dieremise
spelen, worden als winnaars beschouwd. Het
mededingen geschiedt geheel kosteloos. Wij
rekenen dus op een flink aantal deelnemers
en vooral op degenen, die reeds te voren het
spel remise" verklaarden.
EEN FRAAI STUKJE KRITIEK.
Naar aanleiding van onze analyse, bij partij
No. 71, in de rubriek van l Maart 1.1., waar oij
een stukje fraaie kritiek van den heer J, de
Haas, over den oen zet 7-12, contra 14-20
van zwart, als volgt: zwart moet 7-12 spelen.
Speelt hij 14-20, dan speelt wit 27-22. z 18:27,
w 31:22. z 21-26, w 41-37, z 7-12,w 37-31, z26:37,
w 32:41, z 23:32, w 38:27. Men moet toegeven
dat dit een heel ander resultaat heeft, dan
zooals de heer Br. beweert. Het is orn deze
variant te vermijden dat zwart 7-12 moet
spelen. Ik wist echter vooraf dat deze variant
er niet in kon staan (hier wordt ons boek de
Dairi-peler" bedoeld, Red).; de heer B. had
hem van mij niet en in oorspronkelijkheid
munt hij r.u juist niet uit (letterlijk overge
nomen uit het November-nummer van iet
Damspel")," verzoekt men ons van bevriende
zijde, de dammers nu eens te wijzen op de
onderstaande onlangs verschenen theorie over
dien zelfden bewusten 5en zet van zwart 7-12
contra 14-20.. Gaarne volleen wij hier
aan; temeer, daar het vooral nuttig kan zijn
voor degenen, die door dat November-num
mer soms in dwaling zijn gebracht. Wij ver
nemen dan: De 5de zet voor zwart is 7-12".
En verder: z 1420, dan wit 31-iü, z7-12,
w 2ti:17, z 11:31, w 30:27. Ook nu is de stelling
van wit zér goed, en zijn er in de stelling
van zwart geene nadeelen op te merken;
want 14-20 als oen zet van zwart is ongeveer
gelijk aan 7-12, den zet, dien wij aangeven".
,,Nu zou men verwachten," zoo gaat ouze
vriend voort, dat deze theorie uit een rteds
vroeger door den heer Broekkamp
geanaligeerde partij is geknipt, niet waar? Temeer,
daar hier letterlijk hetzelfde wordt beweerd,
wat B;oekkainp in de Damspeler", met
korte woorden zoo duidelijk zegt. Mis men
den ! Men vindt deze theorie letterlijk op
genomen in... het pas verschenen da-janoek
van de heeren De Haas en Battefeld", hij
de verhandeling dier zelfde opening, op bl. 90
en 91. Wat moet men nu van zoo'n man
denken?" vraagt die vriend ons aan het slot
van zijn schrijven.
Welnu, ons antwoord hierop kan kort zijn:
Hoe wij er over denken, is reeds genoegzaam
bekend en, een damspeler is iemand met
herstnen", zoo lezen wij ergens in een
dammaandUaadje.
Z. K. H. zelf. Doch de kranten had
den dat niét vermeld. .En het Vail<'rl<in</
dat hij om rectificatie van zijn leugen
achtig verslag had verzocht, had die wel
gegeven iu zijn avondblal van '21 Febr..
maai1 hem slechts aangeduid als een
geacht stadgenoot', en zijn naam
ri-r-irt'iji'ii. Hij voelde zich diep gegriefd,
doch was bij Albert aan het gi>ede kantoor.
Zijn naam zal nu komen op het eerste
blad van het nieuwe album, dat
overgereikt zal worden een jaar. een week
en een dag na het gedenkwaardig ongeval,
ter begeleiding van een
herinneringspenning, op initiatief van den Nationalen
Oranjebond: Aan de Paal, allemaal", uit
te reiken aan de Paal in de eerste plaats
en verder aan alle erbij betrokkenen
waarbij dan de hondjes en hun brave
koesteraar niet zullen worden vergeten.
Zie hier mijn jongen, de schoone vrucht
onzer kennismaking. Het heeft mij ge
leerd, dat er nog Nederlanders zijn van
den ouden stempel, nog exemplaren van
dat ras, waarvan ik vreesde dat het in
den maalstroom des modernen levens
uitsterven zou of ondergaan. Stranden
als de Berlin. Neen! Neen! Onze vorste
lijke Redder redt ook deze uit die gevaar
lijke branding. Hij heeft slechts te verschij
nen en zij steken de hoofden weier man
moedig op! Wilt ge nog een bewijs?
Denk dan aan dien geloovige die in de
Koninginnekerk te Rotterdam, Zondag
100U gld. in het kerkezakje wierp met
het bijschrift: uit dank voor de redding
van II. M. en Haren Gemaal". Welk een
edelmoed! Welk een Christenzin! Welk
een Oranjemin ! Wij moeten hierbij niet
aan een taxatie deuken. Integendeel, weet
ge waaraan ik dacht .' Ik dacht hoe
rechtvaardig de Historie toch is, hoe ze
<?//',? onrecht wreekt, zij het ook niet altijd
even snel. Deze gift in de Koninginne
kerk doeteindelijk, ? ach wel eindelijk!
boete voor die andere gift in Amsterdam
nu '_T)T jaar geleden met het bijschrift:
De l'rins is dood, mijn gift vergroot'".
Er is dan goddank nog Gerechtigheid
en Gericht! Is het de eerste vrucht van
ons Christenministerie'.'
Jk weet het niet maar ben er desniet
temin dankbaar voor, en, groeiend in hope.
ben en blijf ik je
OOM J'JlliMTS.