Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1603
De ipschrjjving op ?7,000.000.?4 pCt.
Leening der Gemeente Rotterdam is op 17
dezer opengesteld a pari. 'Verder is
aangefcotfdigd de uitgifte van ? 400.000.?nieuwe
aandeelen der Holl. fabriek van Melkpro
ducten Hollandia" te 'aHage, waarop aan
deelhouders & 140 pCt. bevoorrechte inschrij
vers zijn; terwyl de emissie-prijs voor vrjje
inschrijving&n op 155 pCt. is bepaald.
In aantocht is een 4 pCt. Leening der
Gemeente Utrecht, groot ? 1.000.000.
Geld was ruim, zoodat de prolongatiekoers
tot 2 K 3 pCt is teruggegaan.
Liefhebbers van Tabak.
Geen rooker, zelfs de meest hartstochte
lijke, is zoo verzot op tabak als... een
minister van financiën behalve natuur
lijk die van ons land.
Maar het meest houden de Excellentie's
in den vreemde van het edele product in
die landen, waar het verbouwen, de invoer
en de handel van tabak het monopolie van
den staat is.
Het tabaksmoriopolie is dan ook in vele
landen de meest hechte hoeksteen der
staatsfinanciën geworden.
In Oostenrijk brengt het tabaksmonopolie
in de laatste jaren gemiddeld 235 millioenen
Kronen bruto op of na aftrek van ongeveer
90 millioen voor onkosten, 145 millioen
netto, welke opbrengst geregeld toeneemt
en wél in sterkere progressie dan het be
volkingscijfer.
Hongarije houdt voor de schatkist, onder
aftrek van de vereischte onkosten, circa
80 millioen Kronen netto uit het tabaks
monopolie over.
Voor Frankrijk vloeien uit diezelfde bron
van de ca. 460 millioen francs bruto, jaar
lijks ongeveer 380 millioen netto. Itali
houdt van 230 millioen liie bruto jaarlijks
zoowat 190 millioen netto uit zij a tabaks
monopolie over, in Spanje brengt het plm.
130 millioen peseta bruto en netto ca.
80 millioen op. Zelfs het kleine Serviëtrekt
nog een jaarlijksche inkomst van 10 a 12
millioen francs uit tabak en voor verschil
lende regeeringen vormt het product een
gewild onderpand voor het aangaan van
leeningen, getuige de 4'/s pCt.
Obligatieleening der Portugeesche
Xabaks-Maatschappij, de 5 pCt. Bulgaarsche
Tabaksleenings van 1902, de 4Vs pCt. Japansche
leening Ie en 2e Serie van 1905 enz.
De voorliefde der beheerders van
staatsfrnanciën in die richting is du3 alleszins ver
klaarbaar ; de cijfers zijn welsprekend ge
noeg en de rol, die de tabak vervult in de
staatshuishouding van de landen, waar het
monopolie is ingevoerd, is waarlijk geen van
ondergeschikte beteekecig. Geen der tegen
woordig gelukkige bezitters zou er dan ook
aan denten, weder afstand er van te doen,
want dit zou zijn financiën schromelijk in
de war brengen.
Verklaarbaar is 't derhalve, dat staten, die
hun schatkist gaarne wat meer gevuld zouden
zien, een verlangend oog naar zulk een bron
van inkomsten blijven richten.
Daaronder kan men ook Duitschland rang
schikken. De plannen om daartoe te geraken
dagteekenen reeds uit het tijdperk van
Bismarck's grootheid, maar de groote Kanselier
vermocht het niet tot stand te brengen.
Onder de Westersche volkeren zijn de
Duitschers waarschijnlijk de meest hartstochtelijke
rookers en daartegen was Rismarck niet
opgewassen.
Zijn poging om in Duitschland het
tabaksmonopolie in te voeren, mislukte, zelfs een
tweede pjging, die alleen het monopoliseeren
van den tabaks/wnde/ ten gunste der rijks
financiën bedoelde, bleek evenmin uitvoer
baar. Daarbij heeft voorzeker groot gewicht
in de schaal gelegd de overweging, dat als
men zou overgaan tot het monopoliseeren
van de tabak, onverschillig in welken vorm,
men dan tegelijkertijd zou moeten besluiten
tot het onteigenen van de bestaande fabrie
ken en winkels, die men had moeten over
nemen om er staats-depöts va a te maken.
Maar deze tak van industrie had in Duitsch
land zulk een trap van bloei bereikt, dat de
onteigeningskosten of afkoopsom een zeer
aanzienlijk kapitaal zou vertegenwoordigen.
Bij wijze van proef, misschien ook om het
rookend publiek geleidelijk aan staatg-tabak
te wennen, werd van rijkswege te Straats
burg een tabak- en sigarenfabriek opgericht.
Die poging viel al heel ongelukkig uit.
De tabak viel zoo weinig iu den smaak van
de rookende Duitschers, dat men de fabriek
na eenigen tijd sluiten en de aldaar gefa
briceerde sigaren verbranden moest, want
ze waren niet te verkoopen. De proefneming,
die de regeering op eenige millioenen
Rijksmark te staan was gekomen, werd dan
ook niet meer herhaald.
Sedert werd in Duitschland nog dikwijls
over een tabaksmonopolie gedacht en ge
sproken, maar met een serieus voorstel kwam
men niet meer voor den dag. Men -heeft
echter tabak en sigaren door inkomende
rechten en belastingen meer en meer bezwaard.
De belasting op de binnenlandse!)e tabak
en cigaretten is in bet budget 11)07 1908 op
ongeveer 22 millioen Kijksmark geraamd.
Zooals bekend, had men kort geleden weder
den financieelen blik naar de tabak gericht
en trachtte men daaruit meer munt te slaan
in den vorm van een banderole-belasting.
Maar de regeeringsmeerderheid, anders ge
willig genoeg, was zoodra er van tabak
sprake was zoo ongewillig mogelijk. De
banderole-belasting kon in hare oogen geen
genade vinden en zelfs de commissie uit den
Rijksdag was er niet voor te vinden.
Het genotmiddel tabak heeft in alle standen
en klassen der Duitsche bevolking zulk een
burgerrecht verkregen, dat het meer als een
soort levensbehoefte wordt beschouwd. Een
Duitscher zonder pijp .... dat zou zijn het
kenmerk zijner nationaliteit verloochenen.
Maar voor een groot deel is de tegenzin
voor het tabaksmonopolie bij de ontwikkelde
Duitschers vermoedelijk ook gelegen in de
overweging dat men, het doorzettend, een
groote zelfstandige industrie zou gaan ver
woesten.
En hoe wenschelijk en noodig versterking
van Duitschland's geldmiddelen ook moge
zij a, wanneer, om dit te bereiken, geen andere
keuze overblijft dan de tabak, althans in den
vorm van een staatsmonopolie, zou op deze
klip nog menig Duitsch minister van financiën
kunnen stranden.
BOEK AANKONDIGING.
Citka van Dannenburgh, door Mevrouw
OviNK-SoER. Amersfoort, Valkhoff &Co.
(Geen jaartal).
De bakens verzet,, door D-Aisy E. A, JÜNIÜS.
Bij P. M. Wink, Amersfoort. 1907.
Een jong meisje dat in Holland is opgevoed,
komt bij haar ouders in Indie terug en vindt
dezen verarmd-en verouderd, --het huis in
wanorde, de kinderen verwaarloosd. Na de
eerste teleurstelling gaat zij aan het werk,
brengt orde, verzorgt en bezorgt de kinderen,
engageert zich, verbreekt 't engagement, trouwt
ten slotte met den ware. Met deze stof heeft
de schrijfster een genoegelijken ouderwetschen
Indischen roman geschreven; ouderwetsch
omdat hij een samenstel is van zoetzinnigheden
die goedmoedige zielen aan de oppervlakte
van het leven zien; genoegelijk omdat er eene
zekere natuurlij iheid in 't geheel, een natuur
lijk trekje hier en daar, te erkennen valt.
Daisy E A. Junius heeft verderstrekkende
aspiratiën. Bakens wil zij gaan verzetten.
De hoófdpersone van haar werk is eene
rijke ongetrouwde jonge dame, die
veelaanstoot neemt aan de huwelijkswetten in ons
land. Rijk", schoon", fijngevoelig", droomt
zij zich het geluk van een kind te hebben,
dat tot dubbele taak zich zou moeten
kiezen de wijziging der huwelijkswetten." Als
zij later trouwt, met een schilder, wil zij
geen ander dan een vrij" huwelijk aangaan,
teneinde de vrouw der toekomst'den weg
te wijzen. Heeft haar man, eenige jaren later,
een portret van haar en haar kinderen
geschilderd,danwenscht zij,dathij het exposeere, want:
men zou bij Bernhardts penseel (!) bewonde
rend fluisteren : Dat is nu die dame die een
vrij huwelijk heeft gesloten... ddt zijn nu
natuurlijke kinderen, wonderlijk, maar je ziet
er niets bijzonders aan." (Curs. van my, C )
Op eene zonderlinge wijze zijn in dit boekje
leven en eenige dagelijks voorkomende ideeën
over het huwelijk dooreen gehaspeld. Dat deze
ideeën van de soort zijn, waarvan onze ooren
in deze dagen tuiten, dott er hier niet toe;
elke idee kan in de harmonie van een kunst
werk opgenomen worden, zoo slechts gedragen
door een levend mensch. Doch dat is'in dit
werk het geval nu niet. De lïguur der heldin is
leeg van menschelijk leven (enkele fijne trekjes
en uitdrukkingen redden het verhaal niet,
bewijzen hoogstens dat het werk door eene
vrouw is geschreven), zij blijft eene
goedkoopgekleurde illustratie van eene w. m. n. logische
redeneering. Het schrijvenvan zulk een boek
was eene euvele daad: de schrijfster moet
thans waarschijnlijk ervaren dat hare litteraire
'poging, met al de alledaagsche logika tot
ondersteuning, uiterst begrensd van geest
genoemd kan worden. Want voor den kun
stenaar is het leven nu eenmaal meer dan
de vlotopgaande som, die zoo menige lieer
of dame ons voorrekent.
Dl UK CO.STEE.
Inhoud van Tijdschriften.
Leceitsrecht, No. 3: Kunstbijlage: Steinlen
Werkloozen" Ibsen en de vrouw, door
Johan Schmidt. De mensch en de aarde,
door prof. E. Reclus. Het socialisme in i 907,
door Emile Faguet. Scheiding, door Jan
Kenger. Zonde, Dood, door Björnsterne
Björnson. Wetenswaardigheden. Sociale
kroniek.
Ge jYiewfe Taalgids, afl. 2 : D. C.
Hesseling, Iets over zuiver" Nederlands. C.
G. N. de Yooys, Kritiek van de gangbare
Synoniemen-behandeling II. Albert
Verwey, De Stijl van llooft's historiën, opmer
kingen over kunst en literatuur-onderwijs.
P. L. van Eek Jr., Zestiende-eeuwse journa
listiek.?C. G. N. de Vooy?, Nieuwe Wegen?
A. Kluyver, Psychologische taalkunde.
Boekbeoordeelingen.
Moleschott, No. 30: Eerste hulp bij ongeluk
ken (verbrandingen), door dr.C. J. Mijnlieiï.
De Neus, door dr. R Bijlsma. Berichten en
mededeelingen.
Eigen Haard: De geslagene, door Vrouwke.
De laatste der Bragianen, A. Winkler Prins,
1817 190S, door Jer". de Vries, III, slot, met
portretten. Korstmossen, door dr. A. J. M.
Garjeanne, met afb. Kinderkiekjes, met
afb. Nederland voor honderd jaren, door
Generaal Wüppermanrj, met af b. Nog eens
con amore," door Xenia. Feuilleton.
J)e bevroren Niagara-Water val. Wie zijn
dit? Mr. A. F. Baron van Lynder. M.
<;-. de Bruin, i Automobielrit New-York
Parijs. Jubileum G. Pilger. De. P. J.
Romijn P. Azn., alles met af b.
13/3 '08.
V. D. S.
Besliste volzinnen.
12. Een paradox, die liet ongeluk heeft in
de smaak van de, smaakvolle menigte te val
len, wordt zonder genade eene banaliteit.
13 De Dood is eene ernstige banaliteit,
waarvan men tenminste gedurende zijn leven
geen last heeft.
14. Kunst is voor een kunstenaar een lust.
die zwaarder is dan de zwaarste last.
15. Een diamant en mijne kunst zijn: zeer
klein, zeer hard, zeer zuiver, zeer glinsterend.
Maar men kan er zich niet mede warmen,
wanneer men koud ie,
10. Eenzaamheid of katholicisme is de
eenige keua van eenen kunstenaar van onse
dagen.
17. Slechts alleen zijnde is een mensch veilig.
18. Eene vrouw is eene altijd belangwek
kende verzamel^ig van onwaarschijnlijkheden.
19. Als een boek herdrukt is, ontstaat er
een rechtsvermoeden in het nadeel van dat
boek.
20. Vroolijkheid is het afgietsel van het
doodenmasker van het Geluk.
21. Een vriend is iemand, die ons op het
hart trapt en van wien men dan zegt, dat
hij zulke zachte voeten heeft.
22. De prachtigste alleenheerschappij is die
van eeneu krankzinnige in zijn prinsdom,
dat een .kooi i?.
JACOB IsKAi'x DE HAAN.
JES
Onze booze, onwe hertog Karel is 'n varken,
J'it liet Duitseh van LUDWK; THO.MA.
Het nieuwe jaar zal ons een verandering
brengen op 't gebied der majesteitschennis.
Ik voor mij zal niet beslissen of deze ver
andering op zich zelf veel verbeteren zal in
Duitachland.
Maar n ding weet ik wel, en dat spijt
mij, namelijk, dat ^myn oude vriend Simon
Lachner niet zoo gemakkelijk meer aan een
fatsoenlijk winterkwartier zal kunnen komen.
En dat is wel hard.
Want Simon Lachner is negenenzestig en
en een door en door goeie kerel.
Nu moet hy op zijn ouden dag nog een
nieuwe methode gaan bedenken, terwijl hij
met de oude zestien jaar lang zooveel succes
gehad heeft.
M'n goeie menschen, denkt u toch eens in
zijn toestand in!
Sedert zijn jeugd is hij schrijnwerkersknecht
zonder bepaalde woonplaats; een trekkende
handwerksgezel. Op die manier is het zeer
zeker een mooi vak, als de appelboom langs
den straatweg bloeit en als je op je rug in
't gras ligt en met knipperende oogen de
leeuwrik, die daar hoog in 't blauwe zweeft,
nakijkt. Het is beslist eeii mooi vak, als de
korenaren zich boven je moede hoofd wie
gelen en op een heeten zomerdag een wel
dadige schaduw werpen. En zoo is 't ook
prettig en genotvol als er nog zoo'n
weldadigaandoend herfst-zonnetje op je pokkei schijnt
en je afgetrapte schoenen door de gele
beukenbladeren schuifelen.
Maar als de koude Novemberwinden blazen,
en wilgen omwaaien en in de sloten vallen?
Als de klei der wegen week wordt en er een
pondenzware pap aan je schoenen blijft
hangen? Als de koude regen je met duizend
spelden prikt, of de sneeuwvlokken door de
lucht dwarrelen? AU alle banken om de
schouw door hard-hartige boeren bezet zijn,
die niet wat willen opschikken voor een
armen drommel van etn handwerksman?
Dan woidt 't den geharden landlooper wee
om 't hart en verlangt hij naar een droge
plaats, naar een dak waaronder 't niet lekt.
Simon Lachner hield 'c lacg uit,j maar
eindelijk ging 't trekken hem in zijn leden
zitten en vond hij een middel orn zijn wensch
vervuld te krijgen. In het hertogdom Neuburg
regeerde Karel de Derde, een gemoedelijke,
brave vader des volk; 'T vtuurlijk kende Simon
Lachner hem niet perdoonlijk, maar hij stond
dan toch in iekeie betrekking tot hem. Want
waar hij ook in een boerenherberg een glas
bier om godawil" dronk, daar zag hij aan.
den wand het dikïe gezicht van Kare) III
op hem neer-glimlachen.
En hij begreep de goedhartigheid, die de
breede mond en de hangvan^en van den
vader des vaderlaads uitdrukten. Hij blikte
vol aanhankelijkheid in de kleine, achter
vetkussenljes echuilgaanda varkensoogjes en
dacht er over na, hoe burgerlijk en zelfvol
daan de lieve god de bij zijne genade
regeerende hoofden toch vaak schept. Er woonde
echter geen greintje vijandelijkheid in het
hart van iSimon Lachner.
Hij, op zijn bescheiden manier, liad zijn
vorst lief en nam het hem niet kwalijk als
gendarmes eens wat grof en hardhandig waren.
Want zelfs de almachtige god heelt nu een
maal al zijne schepselen niet geschapen als
beminnelijke wezens.
Hoe zou men dit dan kunnen verlangen
van een aardsch vorst?
Niettegenstaande zijn aanhankelijkheid ech
ter, was siuaon Luchner elk jaar gedwongen
tegenover hertog Kaïel 111, een gebrek aan
eerbied tetocuen.dat hem niet aangeboren was.
Maar dat kwam uit zijn methode voort en
hij moest 't vrel dcen om onder een beschut
tend dak te kunnen komen.
Als zo j tegen eind October de koude
winden begonnen te waaien, begaf iinon
Lachner zichnaar de hertogelijke Neuburgsche
gevangenis, die in 't vrije veld lag. Daar ver
borg hij zich dan in een houtloods, die tegen
over de gevangenis stond, en wachtte. Als
dan een paar gendarmes aankwamen, kwam
hij dadelijk ta voorschijn en riep met luider
stemme: Onze booze, ouwe hertog Karel is
'n varken!"
De eerste en tweede maal wierpen de gen
darmes zich begcerig op den oneerbiedigen
kerel en geloofden dat ze 'n goede vangst
gedaan hadden. Maar reeds het derde jaar
verslapte hun ijver, want ze wisten nu dat
Simon Lachner zich op deze schuldelooze
wijze enkel maar een winterkwartier wilde
verschaften. Simon Lachner moest herhaal
delijk roepen vóór i;e hem gevangen wilden
nemen.
En dit herhaalde zich zestien jaren achter
elkaar met een regelmatigheid, eeu betere
zaak waardig. Men wist al niet beter of 't
hoorde zoo.
Als tegen tind October zware wolken den
hemel begonnen te bekruipen, keek de ge
vangenisdirecteur eens naar het herfstland
schap buiten en zeide: Nu zal Lachner wel
weer gauw zijn roe]) doen hooren."
En jawel, den volgenden dag hingen de
natte bindtouwtjes uit den hemel af en uit
de houtloods klonk het luid: Onze booze,
ouwe hertog Karel is 'u varienl"
De gendarmes glim'achten dan zoo'n beetje;
Simon Lachner glimlachte ook en trad op
geruimd de gevangenis binnen, waar de
directeur hem reeds welwillend tegemoet
trad. Voor alle zekerheid heihaalde Lachner
nog eens: Onze booze, ouwe hertog Karel
is 'n ..."
Ja, ja dat weten we al." zei de directeur
dae. Je krijgt je vijf maanden toch wel."
Als de merels floten, kwam imon er weer
uit en trok onbezorgd en vroolijk in het
hertogdom Neuburg rond.
En overal waar hij in een herberg het
conterfeitsel van zijn geliefden Karel den
Derden zag, lachte hij hem vol verstandhou
ding toe. Hij had nooit vergeten hem den
goeden, ouden hertog" te noemen, en hij
meende 't niet zoo erg met dat varken".
En nu willen ze dat mooie wetsartikel
veranderen, waarmee mijn vriend Simon
Lachner zich zestien jaar lang zoo goed en
zoo kwaad als 't ging, den winter mee door
geholpen heeft.
Is dat niet hard?
QJna&zonö&n
Mijnheer <le JUdacteur,
In het laatst verschenen nr. van uw blad
las ik met belangstelling het artikel van mr.
.(. A. Levy over August (ieiinfante. Vooral
de schets van de verhouding tu^schen auteur
en uitgever zal door een elk, die geen vreem
deling is op dit gebied, worden gewaardeerd.
Ik wensch slechts een opmerking te maten
naar aanleiding van het door mr. Levy ge
citeerde opschrift op een Bibliopotiuin" te
Amsterdam: Dam ter Uur cos litteratis usui,
et litteris prosit bonis, dat vertaald wordt
Wordt schors gebruikt" enz.
Cos is echter slijpsteen; en dan krygt de
spreuk ook meer zin. De vertaling luidt dan
Terwyl de slijpsteen verslijt", enz. Des te
aardiger is het, daar het opschrift tot vóór
weinige jaren stond op het huis van de firma
Johannes Muller in de Kalverstraat, het huis,
dat door de beroemde uitgevers Wetstein
(slijpsteen) in 1728 was gebouwd. Het wag
een toespeling op hun naam en hield zelfs
in enkele grootere letters het jaartal 172S in.
U dankend voor de plaatsruimte ben ik
Den Haag, Uw dw. dr.,
3 Mrt 1908. P.A. M. BOEI,B VAN HENSIJROBK.
5e Jaargang. 15 Maart 1908.
Eed.: C. H. BKOBKKAMP, Damrak 59, Arnst.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
betreffende, to richten aan bovenstaand adres
Bladprobleem v. d. heer A. D. < Juerido, A'darn.
/wart (G schijven.)
Wit (G schijven.)
Op te lossen van het blad, dus zonder bord
of schijven. Na 8 dagen geven wij de oplossing.
Correctie: Bij pr. No. 10t>, is vergeten
te plaatsen : ter mededinging" No. 10.
LEERZAME OEFENIXGENT.
Wij wijzen er vooral oj) dat zij, die aan de
prijsvraag deelnemen, bij de toegezonden zet
ook hun naam en juist, adres reneten op
geven. Wij ontvingen reeds een naam zou ler
en eeu met valsch adres. Waarvoor? zetten,
waarbij de naam of het adres ontbreekt,
worden eenvoudig ter zijde gelegd.
Piobleem No. 105 is goed opgelost door:
G. C. van (iulik, Alkmaar; S. Abram, A.
Damstra, K.C. de Jonge, L. S. Koperberi, J. Pels,
A. D. Ouerido, W. van Humt, A'dam: C. V. L.
Nagel, Delft; K. Bouwes, N. Bouwes, I). Kikke,
Edam; J. Luteijn, Groode; \V. van Daalcn, W.
J. A. Mat l a, .1. -Meijer, Haarlem; G. Bakkci W;:..
Heemstede; K. Koster Hoograt-spel; ,1,
Fortgens, Hoorn; J. H.Makkir.k, l'tvechl; .1. U e K.
Zaandam,
Eenige oplossers hebben ons gewezen op
de groote overeenkomst tusschen dit probleem
en pr. UU, uit de rubriek van 23 Sept. 1'JiHi.
Wij meenen echter, clat do eerlijkheid des
auteurs geen twijfel over Iaat, en het pr. geheel
eigen maaksel is.
Wel is het misschien mogelijk dat de
slagweiiliug van No. li'J, hem voor den geest is
blijven zwe'en; zulks komt meer voor.
WEDSTRIJD VOOR PROBLEMISTEN
IN NEDERLAND.
Wij b-engen de problemisten nog eens in
herinnering, dat de termijn voor het inzenden
van problemen en eindspalen, waarmede men
wenscht mede te dingj-n naar de zilveren
medaille, op l April definitief is afgesloten.
Alle composities moeten du-; op dien datum
in ons bezit zijn. De bepalingen voor dezen
wedstrijd, vindt men in ie ruoriek van 2G
Jan. en L'.'i Febr. 1.1. opgenomen.
UIT DE DAM WERELD.
De onderlinge wedstrijd, welke door de
damclub Zaandam", i D drie klassen dezen
winter is gehouden, kreeg het volger-de
resultaat:
Ie klas: .Tb. Ris, Ie prijs, met 23 van de 32
punten; L. Kieviet, 2e pr., met, 2 l p.: G. Fris, 3e
pr. na loting, met K. Slagtor, 20 p.; 4e pr.. F.
v. Poorten, 5e pr., met l S punten.
2e klas: C. v. l.angelaar, Ie prijs, met 12 van
de 20 punten; F. v. d. tadt, 2e pr., met 11 p.;
J. van Daalen, 3e pr., met !) punten.
3e klas: H. Schone, l e prijs, met l G van de '20
punten; K. Kunst, 2e pr., met 15 p.; H.Carbaat,
3e prijs, met 14 punten
De prijzen bestonden uit eenige exemplaren
de Damspeler" en verschillende kunst
voorwerpen.
Wij feliciteereu alle prijswinnaars, en bren
gen tevens balde aan den kampioen van
Zaandam, den heer Jb. Ris. Was hij ten vorige
jare reeds No. 2, thans heeft hij getoond,
daarmede niet tevreden te zijp. Wij hopen
dat dit goede voorbeeld, door allen zal nage
volgd worden.
Partij No. 70, gespeeld in de dam- en
schaakclub Aris de Heer" te
MiddenBeemster, tusschea de heeren C. H.
Broekkamp, Amsterdam, met wit en J. de Heer Kz.,
te Beemster, met zwart. Febr. 1908.
KORTE VLEUGEL OPENINi;".
Wit. Zwart, Wit. Zwart.
1. 3430 17:21 37 25:34 1419!
'2. 30:20 21120 3S. ,3782 7) i» 13!!
.3. 31 '27 2024 ;!',». :i-l 30 S) 15 20
-1.332.S l s 2" 40. ;!0 2."> ]«2;>!
5. 3(,i33 ll21,S .11.125:14 1!>:10
(J. .3731 1>G:,">7 -11'. .'JU .34 131!_!
7.42:31 1420 4^. 12722 ]21j! '.')
8.125:14 9:20 -14.22:11 ll>:/
'.l. 443!) 1218 45.32127 1014
10. -1742 4S> 4(>. -J843 3420
11.4137 1011 -17. 4331) 2025
12. 4(i 41 1) 510! 48. 3S32 1024
13. 31 2G 2025 411. 2722 24 3d
14. 3<J 31 11 ] 7 2j 'M. 42 3S 30 3,3
15. 41 30 3) 011 51. 2217 S 12
lij. -1034 IC' 52.17:8 8.12
17.4540 1520 53.3227 2031 *)
18. 5045 10 1,5 54. 27 21 10) 31 37
]'.!. .",4 30 25:3-1 55. 211(5 25 30 H-,
20. 3'.):30 1721 5ij ;;4 25 3742
21.211:17 12:21 57. 3i:47 3540
22. 30 25 21 26 58. 25 20 40 45
23.4339 812 59.201511)4550
24. 49 43 28 60. 39 34 50.28
25.2722 18:27 61.1510 2837
20.31:22 1217 4)62.343012)2329!
27. 40 34 24 30! 5) 63. K) 5 37 48
28. 35:24 20.40 64.30 25gcfa. 29 33
29. 45:34 17 21 65 5 23 13) 33 39
30. 34 29 23:34 60. 23 40 48 37
31.39:30 1117 67.4049 371414)
32.22:11 '6:17 08.3631 1419
33. 43 39 17 22 69. 31 26? 19 35
34.28:17 21:12 70.2520 1217
35.3227! 1318*) 714938 17 2'->
30.3024 6)19.30 72.3849 85PJI
remise!
*) Stand na den 35en zet van zwart:
Z. 3, 8, 9, 12, 14, 15, 1G, 18, 19, 2G.
W. 25, 2i, 30. 33, 36, 37, 38, 39, 42, 43.
*) Stand na den 53en zet van zwart:
Z. 7, 12,23, 25,31,35.
W. 27, 33, 34, 36, 38, 39.
1) Hier begint het middenspel, waarvan in
de Damspeler" op bl. 63, een duidelijke
uiteenzetting is gegeven.
2) Wij prefereeren 15-20; want speelt wit
hierna 41-o6, dan treedt voor hem een minder
goede positie in, daar zwart hem aanstonds
dwingt 40-34 op te brengen, met het bekende
tempo-verlies door: z 24-2!) enz., zooals dit
breedvoerig wordt behandeld in de
Damspeler".
3) Nu is het zelfs gewenscht, om met 41-36
voort te gaan, en daarna de schijven bij den
korten vleugel op te brengen.
4) Beter dan 12-18. Wij mtenen echter,
dat de afruilicg met 24 29 enz . nog sterker is.
5) Zeer goed, maarniet zoo krachtig meer,
als bij verkeerde voortzetting der korte
centrum-opening, waarover in de Damspe
ler''', op b'. 58. bij den oen zet van wit A. een
duidelijke verhandeling is gegeven.
G) Niet sterk. 37-31 was daarentegen het
juiste antwoord.
7) Nog was 37-31 beter, om daarna met te
meer kracht een aanval te kunnen onderne
men op zwart's korten vleugel.
h) Zwart kan nu niet afruilen met 19 2-f, om
de dreigende damzet met w 3ü31 enz.
9) Zeer goed. Daartegenover zou 8- .3 het
epel doen verliezen met w 22-18, 33-28 en 38:7.
10) Beter was 33-29. Wit dacht echter het
tegenspel in te sluiten, maar overzag dat
zwart, met 2 schijven te otl'eren, zich weder
gemakkelijk kon ontzetten. Met 33-29 en
daarna, z 31 : 22, w 29 : 27, z 25- 30 of 1, w 34 : 25,
z 35-40, w 25-20 enz., was de winststelling
beslist verkregen. Daartegenover was het terug
laten slaan van de schrijf 40, minder goed
geweest.
11) 20-14, om op 3 te kunnen komen, was
beter geweest, zoo als uit het verdere
verloop van het spel duidelijk z?.l blijken.
12) Wit kon nu gerust op 4 dam halen,
daar hij, na de afruiling met z 23-29 enz.,
nog vier stukken behoud.
lb) 5-32 wint een tempo en is daarom reeds
beter te noemen,
14. Hier komt wit's tempo-verlies aan den
dag. Met 5-32 bij den (lóen zet, had wit juist
tijd genoeg gehad, om de schijf 25 op 20 en
daarna op 15 te brengen Of hiermede echter
de vvir.ststelJJng zou geforceeid zijn, is nog
moeielijk te beslissen.
Pczc- pui t ij is hierom vooral leerzaam, v; ij!
daarin twee zaken duidelijk aan 't licht komen,
ten eerste: dat het te lang symetrisch blij
ven spelen, meestal minder gunstig is voor
zwart" en ten tweede: dat het eindspel nog
zoo dikwijls te gemakkelijk wordt aangezien".
Men meent reeds overmacht genoeg te bezit
ten om de winst te forceeren en onderschat
veeltijds de kracht, welke nog kan ontwik
keld «orden door dt-n tegenspeler, vooral
door amateurs a^s de hierboven genoemde.
Uitgave van W. VERSLUYS,
te Amsterdam:
FREDERIK VAN EEDEN
De Blijde Wereld.
Heden overMcnst-h entf
antscliappijIng. /"2.5<>; geb. ?3.25.
i c linde Heren des Doods,
Een Verhaal.
2e druk. Ing. ?2.50; gcb. ? 3. 25.
Xotaris F. KAT (e X<«n-</<'i<, zal
op IHnsrtag IïMaart I9O».
v.m. 111/? uur precies, ton huize Klein
Larenber<jf' te Lun-n, wegens vertrek
naar het buitenland,
openbaar verkoopen:
een goed onderhouden
Inboedel,
w. o. antieke 31 e u 1> e l e n,
.lapaiiMch - diineesph porse
lein. Oflftsch aardewerk, en
oude 011 liioderne
Schilderijen
van Thcrès Schwartze, Bosboom,
A. Mauve, Bastert, Kever, Sfark.
AVijsmuller, Van Essen, Van Wijn
gaarden. Lo Gras, Huik, Snoeck,
Jac van Looy e. a.
Catalogus verkrijgbaar bij den
.N'otaris en bij J A.N HAMDOKFL te Laren.
Bezichtiging; particulier, Zondag
l,"» Maart 1908, en publiek, Maandag
l(i Maart 1908, van 10?4 uur.
Uitgave van W. VEKSLUVS,
te Amsterdam :
JAC. P. THIJSSE,
Bet Vogeljaar.
Nederlandsche vogels in hun
leven geschetst. Met 14 gekleurde
platen van
KEUJ.F.MANS en JAS VAN OOET
en talrijke andere illustratiën.
Gebonden ? 8.45.