De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 15 maart pagina 10

15 maart 1908 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1603 De ipschrjjving op ?7,000.000.?4 pCt. Leening der Gemeente Rotterdam is op 17 dezer opengesteld a pari. 'Verder is aangefcotfdigd de uitgifte van ? 400.000.?nieuwe aandeelen der Holl. fabriek van Melkpro ducten Hollandia" te 'aHage, waarop aan deelhouders & 140 pCt. bevoorrechte inschrij vers zijn; terwyl de emissie-prijs voor vrjje inschrijving&n op 155 pCt. is bepaald. In aantocht is een 4 pCt. Leening der Gemeente Utrecht, groot ? 1.000.000. Geld was ruim, zoodat de prolongatiekoers tot 2 K 3 pCt is teruggegaan. Liefhebbers van Tabak. Geen rooker, zelfs de meest hartstochte lijke, is zoo verzot op tabak als... een minister van financiën behalve natuur lijk die van ons land. Maar het meest houden de Excellentie's in den vreemde van het edele product in die landen, waar het verbouwen, de invoer en de handel van tabak het monopolie van den staat is. Het tabaksmoriopolie is dan ook in vele landen de meest hechte hoeksteen der staatsfinanciën geworden. In Oostenrijk brengt het tabaksmonopolie in de laatste jaren gemiddeld 235 millioenen Kronen bruto op of na aftrek van ongeveer 90 millioen voor onkosten, 145 millioen netto, welke opbrengst geregeld toeneemt en wél in sterkere progressie dan het be volkingscijfer. Hongarije houdt voor de schatkist, onder aftrek van de vereischte onkosten, circa 80 millioen Kronen netto uit het tabaks monopolie over. Voor Frankrijk vloeien uit diezelfde bron van de ca. 460 millioen francs bruto, jaar lijks ongeveer 380 millioen netto. Itali houdt van 230 millioen liie bruto jaarlijks zoowat 190 millioen netto uit zij a tabaks monopolie over, in Spanje brengt het plm. 130 millioen peseta bruto en netto ca. 80 millioen op. Zelfs het kleine Serviëtrekt nog een jaarlijksche inkomst van 10 a 12 millioen francs uit tabak en voor verschil lende regeeringen vormt het product een gewild onderpand voor het aangaan van leeningen, getuige de 4'/s pCt. Obligatieleening der Portugeesche Xabaks-Maatschappij, de 5 pCt. Bulgaarsche Tabaksleenings van 1902, de 4Vs pCt. Japansche leening Ie en 2e Serie van 1905 enz. De voorliefde der beheerders van staatsfrnanciën in die richting is du3 alleszins ver klaarbaar ; de cijfers zijn welsprekend ge noeg en de rol, die de tabak vervult in de staatshuishouding van de landen, waar het monopolie is ingevoerd, is waarlijk geen van ondergeschikte beteekecig. Geen der tegen woordig gelukkige bezitters zou er dan ook aan denten, weder afstand er van te doen, want dit zou zijn financiën schromelijk in de war brengen. Verklaarbaar is 't derhalve, dat staten, die hun schatkist gaarne wat meer gevuld zouden zien, een verlangend oog naar zulk een bron van inkomsten blijven richten. Daaronder kan men ook Duitschland rang schikken. De plannen om daartoe te geraken dagteekenen reeds uit het tijdperk van Bismarck's grootheid, maar de groote Kanselier vermocht het niet tot stand te brengen. Onder de Westersche volkeren zijn de Duitschers waarschijnlijk de meest hartstochtelijke rookers en daartegen was Rismarck niet opgewassen. Zijn poging om in Duitschland het tabaksmonopolie in te voeren, mislukte, zelfs een tweede pjging, die alleen het monopoliseeren van den tabaks/wnde/ ten gunste der rijks financiën bedoelde, bleek evenmin uitvoer baar. Daarbij heeft voorzeker groot gewicht in de schaal gelegd de overweging, dat als men zou overgaan tot het monopoliseeren van de tabak, onverschillig in welken vorm, men dan tegelijkertijd zou moeten besluiten tot het onteigenen van de bestaande fabrie ken en winkels, die men had moeten over nemen om er staats-depöts va a te maken. Maar deze tak van industrie had in Duitsch land zulk een trap van bloei bereikt, dat de onteigeningskosten of afkoopsom een zeer aanzienlijk kapitaal zou vertegenwoordigen. Bij wijze van proef, misschien ook om het rookend publiek geleidelijk aan staatg-tabak te wennen, werd van rijkswege te Straats burg een tabak- en sigarenfabriek opgericht. Die poging viel al heel ongelukkig uit. De tabak viel zoo weinig iu den smaak van de rookende Duitschers, dat men de fabriek na eenigen tijd sluiten en de aldaar gefa briceerde sigaren verbranden moest, want ze waren niet te verkoopen. De proefneming, die de regeering op eenige millioenen Rijksmark te staan was gekomen, werd dan ook niet meer herhaald. Sedert werd in Duitschland nog dikwijls over een tabaksmonopolie gedacht en ge sproken, maar met een serieus voorstel kwam men niet meer voor den dag. Men -heeft echter tabak en sigaren door inkomende rechten en belastingen meer en meer bezwaard. De belasting op de binnenlandse!)e tabak en cigaretten is in bet budget 11)07 1908 op ongeveer 22 millioen Kijksmark geraamd. Zooals bekend, had men kort geleden weder den financieelen blik naar de tabak gericht en trachtte men daaruit meer munt te slaan in den vorm van een banderole-belasting. Maar de regeeringsmeerderheid, anders ge willig genoeg, was zoodra er van tabak sprake was zoo ongewillig mogelijk. De banderole-belasting kon in hare oogen geen genade vinden en zelfs de commissie uit den Rijksdag was er niet voor te vinden. Het genotmiddel tabak heeft in alle standen en klassen der Duitsche bevolking zulk een burgerrecht verkregen, dat het meer als een soort levensbehoefte wordt beschouwd. Een Duitscher zonder pijp .... dat zou zijn het kenmerk zijner nationaliteit verloochenen. Maar voor een groot deel is de tegenzin voor het tabaksmonopolie bij de ontwikkelde Duitschers vermoedelijk ook gelegen in de overweging dat men, het doorzettend, een groote zelfstandige industrie zou gaan ver woesten. En hoe wenschelijk en noodig versterking van Duitschland's geldmiddelen ook moge zij a, wanneer, om dit te bereiken, geen andere keuze overblijft dan de tabak, althans in den vorm van een staatsmonopolie, zou op deze klip nog menig Duitsch minister van financiën kunnen stranden. BOEK AANKONDIGING. Citka van Dannenburgh, door Mevrouw OviNK-SoER. Amersfoort, Valkhoff &Co. (Geen jaartal). De bakens verzet,, door D-Aisy E. A, JÜNIÜS. Bij P. M. Wink, Amersfoort. 1907. Een jong meisje dat in Holland is opgevoed, komt bij haar ouders in Indie terug en vindt dezen verarmd-en verouderd, --het huis in wanorde, de kinderen verwaarloosd. Na de eerste teleurstelling gaat zij aan het werk, brengt orde, verzorgt en bezorgt de kinderen, engageert zich, verbreekt 't engagement, trouwt ten slotte met den ware. Met deze stof heeft de schrijfster een genoegelijken ouderwetschen Indischen roman geschreven; ouderwetsch omdat hij een samenstel is van zoetzinnigheden die goedmoedige zielen aan de oppervlakte van het leven zien; genoegelijk omdat er eene zekere natuurlij iheid in 't geheel, een natuur lijk trekje hier en daar, te erkennen valt. Daisy E A. Junius heeft verderstrekkende aspiratiën. Bakens wil zij gaan verzetten. De hoófdpersone van haar werk is eene rijke ongetrouwde jonge dame, die veelaanstoot neemt aan de huwelijkswetten in ons land. Rijk", schoon", fijngevoelig", droomt zij zich het geluk van een kind te hebben, dat tot dubbele taak zich zou moeten kiezen de wijziging der huwelijkswetten." Als zij later trouwt, met een schilder, wil zij geen ander dan een vrij" huwelijk aangaan, teneinde de vrouw der toekomst'den weg te wijzen. Heeft haar man, eenige jaren later, een portret van haar en haar kinderen geschilderd,danwenscht zij,dathij het exposeere, want: men zou bij Bernhardts penseel (!) bewonde rend fluisteren : Dat is nu die dame die een vrij huwelijk heeft gesloten... ddt zijn nu natuurlijke kinderen, wonderlijk, maar je ziet er niets bijzonders aan." (Curs. van my, C ) Op eene zonderlinge wijze zijn in dit boekje leven en eenige dagelijks voorkomende ideeën over het huwelijk dooreen gehaspeld. Dat deze ideeën van de soort zijn, waarvan onze ooren in deze dagen tuiten, dott er hier niet toe; elke idee kan in de harmonie van een kunst werk opgenomen worden, zoo slechts gedragen door een levend mensch. Doch dat is'in dit werk het geval nu niet. De lïguur der heldin is leeg van menschelijk leven (enkele fijne trekjes en uitdrukkingen redden het verhaal niet, bewijzen hoogstens dat het werk door eene vrouw is geschreven), zij blijft eene goedkoopgekleurde illustratie van eene w. m. n. logische redeneering. Het schrijvenvan zulk een boek was eene euvele daad: de schrijfster moet thans waarschijnlijk ervaren dat hare litteraire 'poging, met al de alledaagsche logika tot ondersteuning, uiterst begrensd van geest genoemd kan worden. Want voor den kun stenaar is het leven nu eenmaal meer dan de vlotopgaande som, die zoo menige lieer of dame ons voorrekent. Dl UK CO.STEE. Inhoud van Tijdschriften. Leceitsrecht, No. 3: Kunstbijlage: Steinlen Werkloozen" Ibsen en de vrouw, door Johan Schmidt. De mensch en de aarde, door prof. E. Reclus. Het socialisme in i 907, door Emile Faguet. Scheiding, door Jan Kenger. Zonde, Dood, door Björnsterne Björnson. Wetenswaardigheden. Sociale kroniek. Ge jYiewfe Taalgids, afl. 2 : D. C. Hesseling, Iets over zuiver" Nederlands. C. G. N. de Yooys, Kritiek van de gangbare Synoniemen-behandeling II. Albert Verwey, De Stijl van llooft's historiën, opmer kingen over kunst en literatuur-onderwijs. P. L. van Eek Jr., Zestiende-eeuwse journa listiek.?C. G. N. de Vooy?, Nieuwe Wegen? A. Kluyver, Psychologische taalkunde. Boekbeoordeelingen. Moleschott, No. 30: Eerste hulp bij ongeluk ken (verbrandingen), door dr.C. J. Mijnlieiï. De Neus, door dr. R Bijlsma. Berichten en mededeelingen. Eigen Haard: De geslagene, door Vrouwke. De laatste der Bragianen, A. Winkler Prins, 1817 190S, door Jer". de Vries, III, slot, met portretten. Korstmossen, door dr. A. J. M. Garjeanne, met afb. Kinderkiekjes, met afb. Nederland voor honderd jaren, door Generaal Wüppermanrj, met af b. Nog eens con amore," door Xenia. Feuilleton. J)e bevroren Niagara-Water val. Wie zijn dit? Mr. A. F. Baron van Lynder. M. <;-. de Bruin, i Automobielrit New-York Parijs. Jubileum G. Pilger. De. P. J. Romijn P. Azn., alles met af b. 13/3 '08. V. D. S. Besliste volzinnen. 12. Een paradox, die liet ongeluk heeft in de smaak van de, smaakvolle menigte te val len, wordt zonder genade eene banaliteit. 13 De Dood is eene ernstige banaliteit, waarvan men tenminste gedurende zijn leven geen last heeft. 14. Kunst is voor een kunstenaar een lust. die zwaarder is dan de zwaarste last. 15. Een diamant en mijne kunst zijn: zeer klein, zeer hard, zeer zuiver, zeer glinsterend. Maar men kan er zich niet mede warmen, wanneer men koud ie, 10. Eenzaamheid of katholicisme is de eenige keua van eenen kunstenaar van onse dagen. 17. Slechts alleen zijnde is een mensch veilig. 18. Eene vrouw is eene altijd belangwek kende verzamel^ig van onwaarschijnlijkheden. 19. Als een boek herdrukt is, ontstaat er een rechtsvermoeden in het nadeel van dat boek. 20. Vroolijkheid is het afgietsel van het doodenmasker van het Geluk. 21. Een vriend is iemand, die ons op het hart trapt en van wien men dan zegt, dat hij zulke zachte voeten heeft. 22. De prachtigste alleenheerschappij is die van eeneu krankzinnige in zijn prinsdom, dat een .kooi i?. JACOB IsKAi'x DE HAAN. JES Onze booze, onwe hertog Karel is 'n varken, J'it liet Duitseh van LUDWK; THO.MA. Het nieuwe jaar zal ons een verandering brengen op 't gebied der majesteitschennis. Ik voor mij zal niet beslissen of deze ver andering op zich zelf veel verbeteren zal in Duitachland. Maar n ding weet ik wel, en dat spijt mij, namelijk, dat ^myn oude vriend Simon Lachner niet zoo gemakkelijk meer aan een fatsoenlijk winterkwartier zal kunnen komen. En dat is wel hard. Want Simon Lachner is negenenzestig en en een door en door goeie kerel. Nu moet hy op zijn ouden dag nog een nieuwe methode gaan bedenken, terwijl hij met de oude zestien jaar lang zooveel succes gehad heeft. M'n goeie menschen, denkt u toch eens in zijn toestand in! Sedert zijn jeugd is hij schrijnwerkersknecht zonder bepaalde woonplaats; een trekkende handwerksgezel. Op die manier is het zeer zeker een mooi vak, als de appelboom langs den straatweg bloeit en als je op je rug in 't gras ligt en met knipperende oogen de leeuwrik, die daar hoog in 't blauwe zweeft, nakijkt. Het is beslist eeii mooi vak, als de korenaren zich boven je moede hoofd wie gelen en op een heeten zomerdag een wel dadige schaduw werpen. En zoo is 't ook prettig en genotvol als er nog zoo'n weldadigaandoend herfst-zonnetje op je pokkei schijnt en je afgetrapte schoenen door de gele beukenbladeren schuifelen. Maar als de koude Novemberwinden blazen, en wilgen omwaaien en in de sloten vallen? Als de klei der wegen week wordt en er een pondenzware pap aan je schoenen blijft hangen? Als de koude regen je met duizend spelden prikt, of de sneeuwvlokken door de lucht dwarrelen? AU alle banken om de schouw door hard-hartige boeren bezet zijn, die niet wat willen opschikken voor een armen drommel van etn handwerksman? Dan woidt 't den geharden landlooper wee om 't hart en verlangt hij naar een droge plaats, naar een dak waaronder 't niet lekt. Simon Lachner hield 'c lacg uit,j maar eindelijk ging 't trekken hem in zijn leden zitten en vond hij een middel orn zijn wensch vervuld te krijgen. In het hertogdom Neuburg regeerde Karel de Derde, een gemoedelijke, brave vader des volk; 'T vtuurlijk kende Simon Lachner hem niet perdoonlijk, maar hij stond dan toch in iekeie betrekking tot hem. Want waar hij ook in een boerenherberg een glas bier om godawil" dronk, daar zag hij aan. den wand het dikïe gezicht van Kare) III op hem neer-glimlachen. En hij begreep de goedhartigheid, die de breede mond en de hangvan^en van den vader des vaderlaads uitdrukten. Hij blikte vol aanhankelijkheid in de kleine, achter vetkussenljes echuilgaanda varkensoogjes en dacht er over na, hoe burgerlijk en zelfvol daan de lieve god de bij zijne genade regeerende hoofden toch vaak schept. Er woonde echter geen greintje vijandelijkheid in het hart van iSimon Lachner. Hij, op zijn bescheiden manier, liad zijn vorst lief en nam het hem niet kwalijk als gendarmes eens wat grof en hardhandig waren. Want zelfs de almachtige god heelt nu een maal al zijne schepselen niet geschapen als beminnelijke wezens. Hoe zou men dit dan kunnen verlangen van een aardsch vorst? Niettegenstaande zijn aanhankelijkheid ech ter, was siuaon Luchner elk jaar gedwongen tegenover hertog Kaïel 111, een gebrek aan eerbied tetocuen.dat hem niet aangeboren was. Maar dat kwam uit zijn methode voort en hij moest 't vrel dcen om onder een beschut tend dak te kunnen komen. Als zo j tegen eind October de koude winden begonnen te waaien, begaf iinon Lachner zichnaar de hertogelijke Neuburgsche gevangenis, die in 't vrije veld lag. Daar ver borg hij zich dan in een houtloods, die tegen over de gevangenis stond, en wachtte. Als dan een paar gendarmes aankwamen, kwam hij dadelijk ta voorschijn en riep met luider stemme: Onze booze, ouwe hertog Karel is 'n varken!" De eerste en tweede maal wierpen de gen darmes zich begcerig op den oneerbiedigen kerel en geloofden dat ze 'n goede vangst gedaan hadden. Maar reeds het derde jaar verslapte hun ijver, want ze wisten nu dat Simon Lachner zich op deze schuldelooze wijze enkel maar een winterkwartier wilde verschaften. Simon Lachner moest herhaal delijk roepen vóór i;e hem gevangen wilden nemen. En dit herhaalde zich zestien jaren achter elkaar met een regelmatigheid, eeu betere zaak waardig. Men wist al niet beter of 't hoorde zoo. Als tegen tind October zware wolken den hemel begonnen te bekruipen, keek de ge vangenisdirecteur eens naar het herfstland schap buiten en zeide: Nu zal Lachner wel weer gauw zijn roe]) doen hooren." En jawel, den volgenden dag hingen de natte bindtouwtjes uit den hemel af en uit de houtloods klonk het luid: Onze booze, ouwe hertog Karel is 'u varienl" De gendarmes glim'achten dan zoo'n beetje; Simon Lachner glimlachte ook en trad op geruimd de gevangenis binnen, waar de directeur hem reeds welwillend tegemoet trad. Voor alle zekerheid heihaalde Lachner nog eens: Onze booze, ouwe hertog Karel is 'n ..." Ja, ja dat weten we al." zei de directeur dae. Je krijgt je vijf maanden toch wel." Als de merels floten, kwam imon er weer uit en trok onbezorgd en vroolijk in het hertogdom Neuburg rond. En overal waar hij in een herberg het conterfeitsel van zijn geliefden Karel den Derden zag, lachte hij hem vol verstandhou ding toe. Hij had nooit vergeten hem den goeden, ouden hertog" te noemen, en hij meende 't niet zoo erg met dat varken". En nu willen ze dat mooie wetsartikel veranderen, waarmee mijn vriend Simon Lachner zich zestien jaar lang zoo goed en zoo kwaad als 't ging, den winter mee door geholpen heeft. Is dat niet hard? QJna&zonö&n Mijnheer <le JUdacteur, In het laatst verschenen nr. van uw blad las ik met belangstelling het artikel van mr. .(. A. Levy over August (ieiinfante. Vooral de schets van de verhouding tu^schen auteur en uitgever zal door een elk, die geen vreem deling is op dit gebied, worden gewaardeerd. Ik wensch slechts een opmerking te maten naar aanleiding van het door mr. Levy ge citeerde opschrift op een Bibliopotiuin" te Amsterdam: Dam ter Uur cos litteratis usui, et litteris prosit bonis, dat vertaald wordt Wordt schors gebruikt" enz. Cos is echter slijpsteen; en dan krygt de spreuk ook meer zin. De vertaling luidt dan Terwyl de slijpsteen verslijt", enz. Des te aardiger is het, daar het opschrift tot vóór weinige jaren stond op het huis van de firma Johannes Muller in de Kalverstraat, het huis, dat door de beroemde uitgevers Wetstein (slijpsteen) in 1728 was gebouwd. Het wag een toespeling op hun naam en hield zelfs in enkele grootere letters het jaartal 172S in. U dankend voor de plaatsruimte ben ik Den Haag, Uw dw. dr., 3 Mrt 1908. P.A. M. BOEI,B VAN HENSIJROBK. 5e Jaargang. 15 Maart 1908. Eed.: C. H. BKOBKKAMP, Damrak 59, Arnst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, to richten aan bovenstaand adres Bladprobleem v. d. heer A. D. < Juerido, A'darn. /wart (G schijven.) Wit (G schijven.) Op te lossen van het blad, dus zonder bord of schijven. Na 8 dagen geven wij de oplossing. Correctie: Bij pr. No. 10t>, is vergeten te plaatsen : ter mededinging" No. 10. LEERZAME OEFENIXGENT. Wij wijzen er vooral oj) dat zij, die aan de prijsvraag deelnemen, bij de toegezonden zet ook hun naam en juist, adres reneten op geven. Wij ontvingen reeds een naam zou ler en eeu met valsch adres. Waarvoor? zetten, waarbij de naam of het adres ontbreekt, worden eenvoudig ter zijde gelegd. Piobleem No. 105 is goed opgelost door: G. C. van (iulik, Alkmaar; S. Abram, A. Damstra, K.C. de Jonge, L. S. Koperberi, J. Pels, A. D. Ouerido, W. van Humt, A'dam: C. V. L. Nagel, Delft; K. Bouwes, N. Bouwes, I). Kikke, Edam; J. Luteijn, Groode; \V. van Daalcn, W. J. A. Mat l a, .1. -Meijer, Haarlem; G. Bakkci W;:.. Heemstede; K. Koster Hoograt-spel; ,1, Fortgens, Hoorn; J. H.Makkir.k, l'tvechl; .1. U e K. Zaandam, Eenige oplossers hebben ons gewezen op de groote overeenkomst tusschen dit probleem en pr. UU, uit de rubriek van 23 Sept. 1'JiHi. Wij meenen echter, clat do eerlijkheid des auteurs geen twijfel over Iaat, en het pr. geheel eigen maaksel is. Wel is het misschien mogelijk dat de slagweiiliug van No. li'J, hem voor den geest is blijven zwe'en; zulks komt meer voor. WEDSTRIJD VOOR PROBLEMISTEN IN NEDERLAND. Wij b-engen de problemisten nog eens in herinnering, dat de termijn voor het inzenden van problemen en eindspalen, waarmede men wenscht mede te dingj-n naar de zilveren medaille, op l April definitief is afgesloten. Alle composities moeten du-; op dien datum in ons bezit zijn. De bepalingen voor dezen wedstrijd, vindt men in ie ruoriek van 2G Jan. en L'.'i Febr. 1.1. opgenomen. UIT DE DAM WERELD. De onderlinge wedstrijd, welke door de damclub Zaandam", i D drie klassen dezen winter is gehouden, kreeg het volger-de resultaat: Ie klas: .Tb. Ris, Ie prijs, met 23 van de 32 punten; L. Kieviet, 2e pr., met, 2 l p.: G. Fris, 3e pr. na loting, met K. Slagtor, 20 p.; 4e pr.. F. v. Poorten, 5e pr., met l S punten. 2e klas: C. v. l.angelaar, Ie prijs, met 12 van de 20 punten; F. v. d. tadt, 2e pr., met 11 p.; J. van Daalen, 3e pr., met !) punten. 3e klas: H. Schone, l e prijs, met l G van de '20 punten; K. Kunst, 2e pr., met 15 p.; H.Carbaat, 3e prijs, met 14 punten De prijzen bestonden uit eenige exemplaren de Damspeler" en verschillende kunst voorwerpen. Wij feliciteereu alle prijswinnaars, en bren gen tevens balde aan den kampioen van Zaandam, den heer Jb. Ris. Was hij ten vorige jare reeds No. 2, thans heeft hij getoond, daarmede niet tevreden te zijp. Wij hopen dat dit goede voorbeeld, door allen zal nage volgd worden. Partij No. 70, gespeeld in de dam- en schaakclub Aris de Heer" te MiddenBeemster, tusschea de heeren C. H. Broekkamp, Amsterdam, met wit en J. de Heer Kz., te Beemster, met zwart. Febr. 1908. KORTE VLEUGEL OPENINi;". Wit. Zwart, Wit. Zwart. 1. 3430 17:21 37 25:34 1419! '2. 30:20 21120 3S. ,3782 7) i» 13!! .3. 31 '27 2024 ;!',». :i-l 30 S) 15 20 -1.332.S l s 2" 40. ;!0 2."> ]«2;>! 5. 3(,i33 ll21,S .11.125:14 1!>:10 (J. .3731 1>G:,">7 -11'. .'JU .34 131!_! 7.42:31 1420 4^. 12722 ]21j! '.') 8.125:14 9:20 -14.22:11 ll>:/ '.l. 443!) 1218 45.32127 1014 10. -1742 4S> 4(>. -J843 3420 11.4137 1011 -17. 4331) 2025 12. 4(i 41 1) 510! 48. 3S32 1024 13. 31 2G 2025 411. 2722 24 3d 14. 3<J 31 11 ] 7 2j 'M. 42 3S 30 3,3 15. 41 30 3) 011 51. 2217 S 12 lij. -1034 IC' 52.17:8 8.12 17.4540 1520 53.3227 2031 *) 18. 5045 10 1,5 54. 27 21 10) 31 37 ]'.!. .",4 30 25:3-1 55. 211(5 25 30 H-, 20. 3'.):30 1721 5ij ;;4 25 3742 21.211:17 12:21 57. 3i:47 3540 22. 30 25 21 26 58. 25 20 40 45 23.4339 812 59.201511)4550 24. 49 43 28 60. 39 34 50.28 25.2722 18:27 61.1510 2837 20.31:22 1217 4)62.343012)2329! 27. 40 34 24 30! 5) 63. K) 5 37 48 28. 35:24 20.40 64.30 25gcfa. 29 33 29. 45:34 17 21 65 5 23 13) 33 39 30. 34 29 23:34 60. 23 40 48 37 31.39:30 1117 67.4049 371414) 32.22:11 '6:17 08.3631 1419 33. 43 39 17 22 69. 31 26? 19 35 34.28:17 21:12 70.2520 1217 35.3227! 1318*) 714938 17 2'-> 30.3024 6)19.30 72.3849 85PJI remise! *) Stand na den 35en zet van zwart: Z. 3, 8, 9, 12, 14, 15, 1G, 18, 19, 2G. W. 25, 2i, 30. 33, 36, 37, 38, 39, 42, 43. *) Stand na den 53en zet van zwart: Z. 7, 12,23, 25,31,35. W. 27, 33, 34, 36, 38, 39. 1) Hier begint het middenspel, waarvan in de Damspeler" op bl. 63, een duidelijke uiteenzetting is gegeven. 2) Wij prefereeren 15-20; want speelt wit hierna 41-o6, dan treedt voor hem een minder goede positie in, daar zwart hem aanstonds dwingt 40-34 op te brengen, met het bekende tempo-verlies door: z 24-2!) enz., zooals dit breedvoerig wordt behandeld in de Damspeler". 3) Nu is het zelfs gewenscht, om met 41-36 voort te gaan, en daarna de schijven bij den korten vleugel op te brengen. 4) Beter dan 12-18. Wij mtenen echter, dat de afruilicg met 24 29 enz . nog sterker is. 5) Zeer goed, maarniet zoo krachtig meer, als bij verkeerde voortzetting der korte centrum-opening, waarover in de Damspe ler''', op b'. 58. bij den oen zet van wit A. een duidelijke verhandeling is gegeven. G) Niet sterk. 37-31 was daarentegen het juiste antwoord. 7) Nog was 37-31 beter, om daarna met te meer kracht een aanval te kunnen onderne men op zwart's korten vleugel. h) Zwart kan nu niet afruilen met 19 2-f, om de dreigende damzet met w 3ü31 enz. 9) Zeer goed. Daartegenover zou 8- .3 het epel doen verliezen met w 22-18, 33-28 en 38:7. 10) Beter was 33-29. Wit dacht echter het tegenspel in te sluiten, maar overzag dat zwart, met 2 schijven te otl'eren, zich weder gemakkelijk kon ontzetten. Met 33-29 en daarna, z 31 : 22, w 29 : 27, z 25- 30 of 1, w 34 : 25, z 35-40, w 25-20 enz., was de winststelling beslist verkregen. Daartegenover was het terug laten slaan van de schrijf 40, minder goed geweest. 11) 20-14, om op 3 te kunnen komen, was beter geweest, zoo als uit het verdere verloop van het spel duidelijk z?.l blijken. 12) Wit kon nu gerust op 4 dam halen, daar hij, na de afruiling met z 23-29 enz., nog vier stukken behoud. lb) 5-32 wint een tempo en is daarom reeds beter te noemen, 14. Hier komt wit's tempo-verlies aan den dag. Met 5-32 bij den (lóen zet, had wit juist tijd genoeg gehad, om de schijf 25 op 20 en daarna op 15 te brengen Of hiermede echter de vvir.ststelJJng zou geforceeid zijn, is nog moeielijk te beslissen. Pczc- pui t ij is hierom vooral leerzaam, v; ij! daarin twee zaken duidelijk aan 't licht komen, ten eerste: dat het te lang symetrisch blij ven spelen, meestal minder gunstig is voor zwart" en ten tweede: dat het eindspel nog zoo dikwijls te gemakkelijk wordt aangezien". Men meent reeds overmacht genoeg te bezit ten om de winst te forceeren en onderschat veeltijds de kracht, welke nog kan ontwik keld «orden door dt-n tegenspeler, vooral door amateurs a^s de hierboven genoemde. Uitgave van W. VERSLUYS, te Amsterdam: FREDERIK VAN EEDEN De Blijde Wereld. Heden overMcnst-h entf antscliappijIng. /"2.5<>; geb. ?3.25. i c linde Heren des Doods, Een Verhaal. 2e druk. Ing. ?2.50; gcb. ? 3. 25. Xotaris F. KAT (e X<«n-</<'i<, zal op IHnsrtag IïMaart I9O». v.m. 111/? uur precies, ton huize Klein Larenber<jf' te Lun-n, wegens vertrek naar het buitenland, openbaar verkoopen: een goed onderhouden Inboedel, w. o. antieke 31 e u 1> e l e n, .lapaiiMch - diineesph porse lein. Oflftsch aardewerk, en oude 011 liioderne Schilderijen van Thcrès Schwartze, Bosboom, A. Mauve, Bastert, Kever, Sfark. AVijsmuller, Van Essen, Van Wijn gaarden. Lo Gras, Huik, Snoeck, Jac van Looy e. a. Catalogus verkrijgbaar bij den .N'otaris en bij J A.N HAMDOKFL te Laren. Bezichtiging; particulier, Zondag l,"» Maart 1908, en publiek, Maandag l(i Maart 1908, van 10?4 uur. Uitgave van W. VEKSLUVS, te Amsterdam : JAC. P. THIJSSE, Bet Vogeljaar. Nederlandsche vogels in hun leven geschetst. Met 14 gekleurde platen van KEUJ.F.MANS en JAS VAN OOET en talrijke andere illustratiën. Gebonden ? 8.45.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl