De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 15 maart pagina 2

15 maart 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AM i T KR D AM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1603 Tan het kiesrecht, dan versterkt men de. beide vleugels der partij ten koste van de middenstof met het gevolg, dat de partij na korteren of lan geren tijd bij gebrek aan middenstof uiteenvalt. Hierbij komt, dat de politieke ontwik keling der bevolking in het zuiden, die jaren lang van weinig beteekenis was, dagelijks toeneemt. Terwijl in het noorden politieke geschillen gemakkelijker door het levendiger besef der eenheid op kerkelijk gebied worden overbrugd, is dit in het zuiden niet het geval. Wordt de bevolking daar zich bewust van de diepgaande politieke tegenstellingen in de partij, dan lijkt ons een hevige strijd onvermijdelijk. Mogelijk is, dat de partij in de Kamer uit politieke overwegingen van praktischen aard met de beide andere rechtsche partijen ook omtrent het kiesrecht tot eene overstemming komt. Dit kan te 1 eer geschieden, daar de conservatieve kamerleden van vroeger voor het meerendeel door schipperende demokraten" zfj'n vervangen. Zal zich evenwel de groep, die zich bij monde van twee commissieleden zeer beslist voor het algemeen stemrecht uit sprak, hierbij neerleggen? Als de zekerheid wordt gegeven, dat men spoedig tot eene groote uitbreiding van het kiesrecht komen wil, achten wij dit Waarschijnlijk. . Maar wanneer een toestand blijft be staan, waarbij groote demokratische woorden en beloften worden uitgesproken, maar waarbij werkelijke daden door den altijd nog zeer sterken invloed van con servatieve partijgenooten worden ver hinderd, zullen vroeger dan men het veelal verwacht, de besliste demokraten uit het party verband treden. Het schip peren verveelt op den duur, vooral als men daarbij heelemaal niet vooruitkomt. XXX. Gemeentebelangen. De "Woningwet aan het werk. De wet van 22 Juli 1901 is in de Tweede Kamer met zeer groote, in de Eerste Kamer met kleine meerderheid aangenomen. Een aanwijzing, dat haar eerste strekking: de Gemeentebesturen te dwingen tot een be hoorlijk toezicht op de woningen; bepalingen te maken omtrent den bouw van nieuwe ?woningen, verbeteringen voor bestaande woningen te eischen en zoo noodig die ongeschikt voor bewoning te verklaren, wel instemming vond bij het lichaam dat uit de wijdere volkskringen voortgekomen, ook de wijdere volksbelangen heeft leeren be hartigen. Maar dat de vertegenwoordigers van den Eigendom haar met leede oogen zagen komen, om paal en perk te stellen aan de heerschappij van eigendomsbelangen boven gezondheidszorg. Nu is zij nog niet zoo heel lang in werking, en geleidelijk begint vooral in onze hoofdstad de oppositie al sterker het hoofd tegen haar op te steken. Vooral waar zij zich doet gelden tegenover de eigenaren van minderwaardige woningen. We hooren van ambtenaars willekeur; van vexatpire maatregelen, en een der katholieke reactionnaire organen ontziet zich zelfs niet Mr. v. d. Biessen, die in de Eerste Kamer het belang der eigenaren kwam verdedigen tegen de DE POT KAVIUR, Naar het Engelsch, van A. CONAN DOYLE. II. Er volgde een stilzwijgen van langer dan een minuut, waarbij de mannen elkaar wezen loos aanstaarden. Weten ze 't allemaal al?" Niemand dan ik." Hoe kwam u het te weten?" I's. stond bij den muur, bij 't poortje dat in den tuin uitkomt. Ik zig iets tusschen de boschjes kruipen, en even daarna werd op de diur geklopt. Ik opende haar. He! was obn Christen-Tartaar, die zware sabelwonden vertoonde. Hij kwam van het slagveld. Com modore Wyndham, de Engelschman, had hem hierheen gezonden. De ontzettingskolonne was opgehouden. Zij hadden 't grootste ge deelte hunner ammunitie verschoten, zich nu moeten verschansen, en naar de schepen gezonden om voorraad. Binnen drie dagen kunnen ze niet komen. Meer niet. Mein Gott l 't was ook genoeg I' De professor fronste de zware ruige wenk brauwen. Waar is die man?" vroeg hij. Hij is dood. Hy stierf van bloedverlies. Hij ligt bij 't poortje." En heeft niemand hem gezien?" Niemand heeft hem tenminste kunnen spreken." O, dus ze hebben'hem wél gezien?" Aanslie moet hem vanuit den toren gezien hebben." Hoe lang kunnen wij 't nog uithouden ?" Op z'n hoogst een paar uur." Is dat hél zeker?" Ik geef er u mijn woord a!s soldaat op." En moeten wij ons dan overgeven?" Ja." Dus is er geeu hoop meer voor ons?" Absoluut niet." De deur vloog open en de jonge Ainslie snelde binnen, met achter zich Ralston, Patterson en verscheidene blanken en inJandsche Christenen. Heeft u tijding gehad, kolonel?'' , Professor Mercer drong zich naar voren, Kolonel Dresler heeft mij juist meegedeeld. dat alles in orde is. De troep heeft halt ge houden, maar zij zullen morgen ochtend vroeg hier zijn. Er bestaat geen gevaar meer." Een juichkreet ging op uit de groep bij de deur. Allen lachten en drukten elkaar do hand. Maar gesteld dat de Chineezen ons voor morgenochtend eens bestormen ?" riep Rilston uit. Wat 'n idioten om niet in eenen door bespottelijke eischen van onze materia listische eeuw, welke zooveel hechtte aan de gezondheid! voor te stellen als den ver dediger tegen een aanslag op den eigendom, Welke aanslag vooral zou bestaan in het onbewoonbaar-verklaren van woningen! * * * Laten we beginnen, waar ook andererzijds gewaagd is van onteigening zonder schadevergoeding' de zaak onder de oogen te zien. Een voorbeeld helpe ons daarbij! We hebben een Staatstoezicht op stoomwerktuigen. We hebben in het land een groot getal stoomwerktuigen. Wie zich er zoo een aanschaft, weet twee dingen: Primo, dat het een beperkten tijd te leven heeft en in elk ge val na een zekere periode gevaar loopt te verouderen. Secimdo, dat, hoe beter hij het onderhoudt hoe langer het mee-kan, of althaas zekere waarde zal behouden. Geen onderneming dan ook met eenig verstand gedreven, of zij rekent op onderhoud n op jaarlijksche afschrijving of reserve voor vernieuwing. Maar neem nu iemand, die slecht onder houdt en niet afschrijft noch voor vernieu wing reserveert. Onvermijdelijk komt voor hem het oogenblik, dat zijn werktuig voor verder gebruik zal moeten worden afgekeurd als gevaarlijk. Dat oogenblik zal voor hem vroeger komen dan voor anderen, die voor goed onderhoud zorg droegen. En dan is zijn eigendom waardeloos. Hij lijdt schade, waartegen hij zich niet verzekerd heeft, en vervalt, wel licht, tot armoede. Zal dan echter zelfs de verstokste reactionnair kunnen beweren, dat de man onteigend" is; dat er een aanslag op zijn eigendom" gepleegd is; dat de wet en de ambtenaren hem tot den bedelstaf ge bracht" hebben? Of heeft hij 't zich zelf gedaan ? Heeft zijn eigendom niet zich zelf overleefd ? *** Een huis nu is niet anders dan een werk tuig, 't Mag, soliei gebouwd, tienmaal zoo lang leven; 't mag, deugdelijk onderhouden en bewoond, nog de helft er bij mee kunnen; de afschrijving er op mag dus zooveel ge ringer zijn, ook aan een huis komt een eind. Er zijn in onze stad zeer vele, die twee eeuwen en langer hebben meegedaan. Die, gebouwd ter voldoening aan andere be hoeften, andere eischen, nu onbruikbaar zijn; te eer omdat ze slecht onderhouden en slordig bewoond zijn. Want hoevele huiseigenaren treft men aan, van allerlei soort van woningen, die begrijpen dat 't goed onderhouden van hun eigendom hun eigen belang dient? Zeer weinigen. Als men hun 't mes niet op de keel zet, doen ze niets. En de woningen gaan achteruit, worden ongeschikt om langer mensehen te herbergen. Wie verklaart, dat ze 't zijn, is waarlijk dood-onschuldig aan 't kwaad. Is de dokter, die de diagnose stelt, verantwoordelijk voor de ziekte? En, hoeveel eigenaren weten van af schrijven" ; zelfs onder hen, die nu bouwen op erfpachtsgronden ? Zij eten de opbrengst op, of beleggen haar deels opnieuw. Doen zij het eerste, dan is natuurlijk het kookeu gedaan, zoo dra hun eigendom" niet meer mee kan. Doch zoo is 't immers ook met den man, die zijn kapitaal op teert? * x* Er is alleen een belangrijk verschil tusschen de bezitters van huizen en die van machines. Wiens machine achteruitgaat, weet dat dit absoluut is. behoeft er niet aan te te trekken. Luie duivels! Ze moeiten allemaal voor 'n krijgsraad geroepen worden." O, de zaak is nu wel in orde," zei Ainslie. De Chineezen hebben natuurlijk zware ver liezen geleden. Wij kunnen zien hoe ze hun gewonden bij honderden over de heuvels dragen. Voor morgenochtend vallen ze beslist niet aan." Neen, neen," zei de kolonel, vóó-morgen vallen ze ons niet aan. Maar ik zou in elk geval de posten maar weer betrekken. We moeten geen zwakke punten bloot geven." Hij ging de kamer uit, gevolgd door de anderen. Een oogenblik ontmoe'te hij de oogen van den professor met een blik die zeide: ik laat 't aan u over." De namiddag verstreek zonder dat de Boksers hun laatsten aanval deden. Dit beteekende voor kolonel Dresler, dat zij hunne krachten weder ver zamelden na den slag, voor deu onvermijdelijken en laatsten stormloop. Voor al de andereu beteekeade het, dat de aanvallers te zware verliezen geleden hadden om aan te vallen. Derhalve verzamelde zich een vroolijk, luidruchtig gezelschap aan't avond eten ; de drie flesschen Lachryma Christi werden ontkurkt en de beroemde pot kaviaar werd 't laatst geopend. Het was een groote pot, en hoewel ieder er een eetlepel uit nam, was zij nog geenszins leeg. Ralston, die een epicurist was, nam een dubbele hoeveelheid. Hij pikte er met zijn vork in als een hongerige vogel. Ook Ainslie nam een tweede portie. De professor zelf nam ook een grooten lepel vol en kolonel Dresler deed 't zelfde, na hem scherp te hebben opgenomen. De dames bedienden zich eveneens goei, behalve miss Patterson, die niet hield van den zouten, scherpen bijsmaak. Niettegenstaande de gast vrije noodigingen van den professor, bleef haar portie onaangeroerd op den rand van haar bord liggen. Ik heb 't nooit tevoren geproefd," zei ze. Misschien dat ik er lang zamerhand van zal gaan houlen." U moet toch eens een begin maken. Waaro:n nu niet'.' Xeernt u nu wat," drong de professor aan. Jessie Patterson's aardige gezichtje glansde van plehier, toen ze zeide: wel, professor, u schijnt er een gewetenszaak van te maken. Ik wist niet, dat u zoo beleefd kon zijn. Maar al eet ik er niet van, daarom ben ik u toch even dankbaar." ,,'t Is een dwaasheid er niet van te eten" zei de professor, meteen heftigheid die den g'irnlach op haar gelaat deel besterven en haar oogen den ernst in de zijne weerkaat;en. Ik zeg u, dat 't dwaas is vanavond geen kaviaar te eten." Maar waarom waarom?" vroeg ze. Omdat u 't op uw bord hebt. Omdat 't zonde is 't te laten verloren gaan." Xu, nu," zeide de dikke mevrouw Pat terson. Laat u haar nu maar met rust. Ik zie wel dat ze er niet van houdt. Maar 't zal toch niet verloren gaan." Ze schoof haar denken, dat hij er later, als oud-roest, de dubbele waarde -voor zou krijgen. Voor huiseigenaren bestaat die kans. Het huis toch kan waardeloos worden, de plek zelf, waarop het staat, kan een veel ver hoogden prijs halen. Dat iemand een huis koopt voor ?30.000 en 't dertig jaar later voor ? 60.000 verkoopt, is een geval, ook in Amsterdam niet zeldzaam in die ver houdingen dan. Maar over zulke buiten kansjes van het huiseigenaarschap heeft de Vereeniging voor Huiseigenaren nog nooit den mond opengedaan; en terwijl men van de Gemeenschap graag schadevergoeding zou erlangen voor,,onbe woonbaarverklaring" heeft men van dien kant nog geenerlei on stuimig verlangen geopenbaard voor de invoering eener deugdelijke belasting op de waarde-vermeerdering. * * * Tot zoover dus kan men waarlijk met gerust geweten al deze jeremiades aanhooren en rustig doorgaan met onoewoonbaar verklaren. Dat, waar de plek en zelfs de afbraakwaarde (art. 22 Woningwet) aan den eigenaar verblijft, de Gemeente hem daarbij niet onteigent, is duidelijk. Intusschen, het rumoer over de jongste voorstellen tot onteigening gemaakt, is ook niet weinig ontstaan in verband met een andere vraag, waarbij zoo absoluut niet te spreken is. 't Geldt de vraag: Wanneer is.een woning ter bewoning ongeschikt, en wie zal dit in bijzondere gevallen uitmaken? Onze Woninsr^et kent twee openbare organen, wien ze de verplichting oplegt er voor te zorgen dat ongeschikte woningen ook onbewoonbaar worden verklaard, 't Is de Gezondheidscommissie (art. 11), 't is het Gemeentebestuur (art. 16). En de be woners, ja zelfs gewone gemeentenaren, mits tot een driemanschap vereenigd, kunnen het initiatief nemen, om een onbewoonbaar verklaring uit te lokken. Wie beslist, in eerste instantie, is de ge meenteraad. Aan het dagelijksch bestuur der gemeente de plicht, die beslissing, na inge komen klachten, uit te lokken, indien het al niet zelfstandig daarbij te werk gaat. Nu is er echter een groot verschil voor de eigenaren, of 't initiatief in dezen al dan niet uit gaat van de gezondheidscommissie. Gaan B. en W. met eigen ervaring te rade, of komt bij hen een klacht in van de be woners of van een driemanschap, dan moet de eigenaar verwittigd worden. Gaat 't ini tiatief uit van de gezondheidscommissie, en oordeelt deze aanstonds dat er niet te ver beteren vult, dan wordt de eigenaar niét aangeschreven. Vandaar nu allereerst klachten over on billijke behandeling; klachten, die vooral moesten rijzen, zoodra er sprake werd van woningen die niet door hun ligging en in richting buiten alle kijf in de termen voor onbewoonbaarverklaring vielen. Men meent dat in zulk een geval de eigenaar behoort verwittigd te worden en pas als hij weigerachtig blijkt om verbeteringen aan te brengen, zijn woning behoort te worden gemerkt." Nu kan intusschen ook de gezondheidscommissie op zulke ver beteringen aandringen, en als zij dit niet doet, volgt daaruit wel, dat -zij 't geval inderdaad hopeloos acht. En ook is, tegen over de jeremiade in het adres der Ver. van huiseigenaren, dat de getroffen eigenaren aldus niet-wetend"gevonnist wordt,de vraag niet ongepast of inderdaad eigenaren van woningen niet weten, wat de gebreken zijn, en zelfs niet dienen te weten, en niet al lang voorziening hadden moeten aanbrengen als dat kan, zonder af te wachten tot men hun 't mes op de keel zet. Van een op wekking vanwege 't bestuur der Ver. voor mes er onder en deed 't van Jessie's bord op haar eigen. Ziezoo, nu kunt u gerust zijn, professor." Mair dit scheen niet 't ge7altezijn. Inte gendeel, zijn gelaat trok als dat van een man die een onverwachte en bijna onoverkomelijke moeilijkheid het hoofd te bieden heeft. Toen verzonk hij in gepeins. Het gesprek zoemde vroolijk voort. Iedereen was vol plannen voor de toekomst. Nee, nee, voor mij bestaat er geen vacantie," zei vader Pierre, wij priesters kennen geen vrijaf. Nu de missie hier gegrondvest is, moet ik weder verder westwaarts om een nieuwe te stichten. En wat gaat u doen, mr. Patterson?" vroeg iemand. O, ik ga eerst drie maanden naar Edinburgh oni de jaarvergadering bij te wonen. En jij zult ook wel graag weer eens de win kels afloopen in de Prinsenstraat, Mary. Dan komen wij tegen den herfst, als onze zenuwen wat rust gehad hebben, weer terug. Ja, we hebben allemaal wel wat rust noodig," zei miss Sinclair, de zieke/.uster der missie. ,,Deze langdurige inspanning heeft ditmaal een vreemd elfect op mij. Op 't oogenblik is er een gegons in mijn ooren van nog zoo." Hé, dat is eigenaardig, want dat heb ik ook," riep Ainslie uit. 'n Allerdwaast gegons dat op en afgaat, alsof 'n dronken kever bezig was proeven te nemen op m'n trom melvlies, 't Zal wel van de inspanning der laatste weken komen, zooals u zegt. Ik voor mij ga terug naar Peking en hoop door dit zaakje wat promotie te maken. En wat ga jij doen, Ralston V Dat weet ik nog niet. Ik heb nog geen tijd gehad er over te denken. Ik wensch een goeie, zonnige, mooie vacantie, waarin ik 't allemaal kon vergeten, 't Was grappig al die brieven in mijn kamer te zien. Woensdagavond zag 't er zoo donker uit, dat ik mijn zaken vast regelde en aan al mijn vrienden schreef. Ik geloof, dat ik die documenten maar zal bewaren als souvenir. Ze zullen mij er aan herinneren, hoe dicht we bij den dood geweest zijn." ?Ta, dat zou ik doen, bewaar ze," zei Dresler. Zijn stem waa zoo diep en plechtig dat allen blikken zich op hem richtten. Wat is er kolonel? U schijnt vanavond 'n beetje in de put te zitten." 't Was Ainslie die dit zeide. Nee, nee. ik b;n wonderwel tevreden." Nu, dat behoort ook zoo. nu u 't succes van uw pogen zoo dicht bij ziet. Wij zijn u allen verplicht voor uw kunde en vaardig heid, li geloot' niet dat wij de plaats zon Ier u zoo lang zouden hebben kunnen verdedigen. Dames en heeren, ik verzoek u te drinken op de gezondheid van Kolonel Dresler. Er soll ebeu hoclil" Allen stonden op PU hie/en hun glazen naar den ouden soldaat, glimlachend en buigend. Huiseigenaren aan de leden to put their houses in order is mij niets bekend. Zoolang 't met de gebreken even kan, en de be woners of't Bouwtoezicht of de Gezondheids commissie niet piepen", laat men rustig de bewoners wonen in vocht, zonder luchtverversching, op gevaarlijke trappen, onder te lage verdiepingen! Het adres, verleden week bij den Eaad vanwege de Huiseigenaren ingekomen en waarin deze betoogen dat de af te keuren woningen uitstekend te verbeteren zijn, sommige zelfs met geringe kosten, is de felste veroordeeling van het systeem der eigenaren zelf, het beste bewijs voor de noodzakelijkheid tot ingrijpen van hooger hand. Maar, ondanks dit alles, ik geloof niet dat men eenig bezwaar er tegen zou moeten maken, om de huiseigenaren, zoo ze dit wenschen, tegemoet te komen en den weg te volgen, dat men hen eerst waarschuwt: uw woning staat op de zwarte lijst. Bij het opmaken van een algen/een plan van woningen, die voor onbewoonbaarverklaring in de gemeente in aanmerking komen (Woningwet art. 18, 4) krijgt men deze algemeene waarschuwing van zelf. En dit algemeen laten is, in veel gevallen, onver mijdelijk, omdat bij het aanbrengen van veranderingen in oude perceelen niemand met zekerheid vooraf kan zegden, of dan ten slotte een behoorlijk eindresultaat be reikt zal worden. Hier moet de eigenaar het risico op zich nemen. * * * Maar, wat is ten slotte een onbewoonbare woning? Hier zullen, in veel gevallen, allerlei subjectieve overwegingen mee spreken. En wie zal het uitmaken? Onze burgemeester heeft, in het debat van 19 Februari doen uitkomen, dat z. i. het college van B. en W., waar het initiatief uitgaat van de Gezondheidscommissie, in dezen buiten alle verantwoordelijkheid blijft. Art. 13 legt het de verplichting op, de voorstellen der Gezondheids-commissie aan den Eaad voor te leggen. Maar, meende hij, het besluit van B. en W., in dat artikel vermeld, is niet anders da a een besluit tot doorzending. Mr. J. Kruseman, in zijn commentaar op de Woningwet, zegt er van dat de inhoud van dat besluit een advies is aan den Raad, en het wil me voorkomen, dat, waar artikel 13 alinea l spreekt van een door B. en W. te nemen met redenen omkleed besluit, dit toch moeilijk alleen een do )rzending" kan bateekenen, en dat de wetgever zich moet voorgesteld hebben, dat B en W. zich daarbij door hun eigen ambtenaren zullen doen voorlichten. Dat zij zelf er op uit zullen trekken om al de perceelen te bestudeeren, en te taxeeren, is natuurlijk uitgesloten; dat de Eaad, straks tot beslissen geroepen, dit anders dan bij hooge uitzondering zou doen, is in een groote stad en waar per j aar soms wel een (iOO-tal woningen op de zwarte lijst komen, als hier, even onmogelijk. En waar Gezond heidscommissie en Bouw- en \Voningtoezicht samenwerken, is een controle van de be vindingen der eene door het andere niet zeer sterk. En nu wil ik wel erkennen dat deze ge steldheid mij het zwakke punt toelijkt in de toepassing der Woningwet. Ook al ver lies ik allerminst uit het oog, dat den eige naar de weg openblijft om bij Gedeputeerden in hosger beroep te komen, die dan den Inspecteur der volksgezondheid hooren; en dat art. 25 der woningwet ook den Eaad nog in de gelegenheid stelt om, als vol doende verbeteringen zijn aangebracht, de onbewoonbaarverklaring op te heffen; als de Raad het eerste vonnis velt, behoort Zijn bleeke gelaat kleurde van beroepstrots. Ik heb wat er op krijgskundig gebied uitkwam, steeds bijgehouden en heb niets vergeten. Ik geloof niet dat er meer had gedaan kunnen worden. Ik ben er overtuigd van dat zoo de zaken anders geloopeu waren, gij mij vaüallen blaam en verantwoordelijk heid ontheven zoudt hebben." Hij keek met half smeekende blikken om zich heen. Ik geef de gevoelens van dit gezelschap weer, kolonel Dresler, als ik zeg," zeide de Schotsche predikant maar, goeie hemel, wat is er met mr. Ralston?" Hij had 't hoofd op de overelkaar geslagen armen laten vallen en sliep rustig. Let maar niet op hem." zei de professor haastig, wij zijn nu allen in een staat van reactie. Wij zullen deze allen rnin of meer moeten doormaken, vrees ik." Ik kan me volkomen begrijpen wat hij moet voelen," zei mevrouw Patterson. Ik kan me niet herrimieren dat ik ooit zoo slaperig geweest ben. Ik kan m'n hoofd nauwelijks ophouden." Zij viel terug in haar stoel en sloot de oogen. Wel, heb ik van m'n leven, zóó iets heb ik Mary nog nooit zien doen," riep baar echtgenoot hartelijk lachend uit. In slaap te vallen aan 't avondeten. Wat zal ze wel van zichzelf denken, als wij 't haar later vertellen. Maar 't is werkelijk heet en druk kend. Ik kan er best inkomen dat iemand in slaap valt. Ik geloof, dat ik zelf^ook maar vroeg ter kooi ga". Ainslie was in een praatzieke opgewonden stemming. Hij sprong nogmaals op met 't gl^s in de hand. Nu moeten we allen gatnen nog eens klinken en Auld Lang Syne" zingen", zei hij, glimlachend het gezelschap aankijkend. ",.Een week lang zijn we allen in 't ze:fde schuitje geweest, en wij hebben elkaar leeren kennen zooals je dit nooit doet in dagen van vrede. Wij hebben elkaar leeren waardeeren, en tevens elkander's natiën. De kolonel hier vertegenwoordigt Duitechland. Vader Pierre Frankrijk. De professor Ameiika. Ralston en ik zijn Britten. En dan nog de dames! Go-i zegene hen, want zij zijn barmhartige engelen der liefde geweest, 't. heele beleg door. Laten we de gerondtieid van de dames drinken, op hun wonderen, kalmen moed, het geduld, de de maar, God nog toe, kijk de kolonel eens' Ook al in slaap gevallen, 't Is ook allemachtig slaperig w'-ïr" zijn glas viel in scherven op 'tafel, en ook hij zonk in zijn sioel terug. Miss Sinclair, de bleeke zieke/.uster was ook reeds in slaap. Zij lag als een geknakte lelie over de leuning van haar stoe!. Mr. Patterson keek om zich heen en sprong op. Hij streek zich met de hand over het voorhoofd. Dit is niet natuurlijk, Jessie," riep hij uit. Waarom slapen ze allemaal ? Vader Pierre ook al. Jessie, Jessie. je moeder ia koud. Is het slaap. Is het de dood ? Open de vensters! hij voor zich zelf zekerheid te hebben, dat dit op goeden grond gebeurt. Zou niet de aangewezen weg misschien deze zijn, dat de Raadscommissie van advies, in artt. 34?50 onzer Bouwverordening inge steld, om beroep van belanghebbenden tegen beslissingen van B. en W. in zake toepassing van bepalingen dier verordening te onder zoeken, ook diligent werd verklaard ten aanzien van voorstellen tot onbewoonbaar verklaring, zoodat zij die meenen daartegen te moeten opkomen, zich wenden tot die commissie; deze hun bezwaren onderzoekt en den Eaad adviseert ? Dan behoeft niemand te klagen over ambtenaars-yexatie, en de Eaad kan, door die Oommissie voorgelicht, of ook bij het uitblijven van verzet, met gerust geweten beslissen. * * * Dat hiermee de kwestie van de bevor dering der volkshuisvesting niet uitgeput is, spreekt van zelf. _____________ L. SIMOXS. Das Preie Wort. In een Duitsch tijdschriftje Das Freie Wort" heeft de heer Douwes Dekker (van Batavia) aan zijn verontwaardiging lucht 'gegeven over onze koloniale veroyeringspolitiek. De intrinsieke waarde van zijn geschrift terzijde latend, is het ons een behoefte met Land en Volk en Handelsblad krach tig te protesteeren tegen dit uitkramen in een vreemd, en nog wel in een Duitsch blad, van onze schande als natie. Hoe het mogelijk is, dat een ernstige krant (de N. Arnh. Ct.) verontschuldiging vindt voor dit in alle opzichten misplaatste optreden, verklaren wij niet te begrij pen. Dit is toch een nationale gevoelsfout. Eduard Douwes Dekker zou zich er nooit aan hebben schuldig gemaakt. Hij, Multatuli, eindigde zijn Max Havelaar" met een peroratie, waarin hij zei : En als men my by voortduring niet geloofde.... Dan zou ik myn boek vertalen inde weinige talen die ik ken, en in de vele die ik leeren kan, om te vragen aan Europa, wat ik vruchteloos zou hebben gezocht in Nederland." En hij sprak van klewangwettende krygszangen," maar dit was alles de poëtische uitstorting van een gemarteld hart, en nooit heeft hij zijn land, wat kwaad het ook deed 'en hém deed, in discrediet willen brengen buiten 's lands grenzen! Heeft een onnadenkend familielid, de laatste bladzijden van den Max Havo laar" verkeerd verstaande, in de voet stappen willen drukken van den grooten oom ? Het stukje ware beter niet geschreven geweest! Expansie-politiek. M. de R.! Vergun mij, naar aanleiding van het artikel Expansie-politiek" in uw nummer van 8 dezer even het woord te nemen, ter rectificatie. In dat artikel staat, ten eerste, dat ik in 'Moederland en Koloniën sprak over de gebrekkigheid onzer expansie-politiek." Dit Help l help l help!" Hij wankelde en ijlde naar het venster, doch halverwege kreeg hij een duizeling, zijn knieën knikten onder hem, en hij viel voorover. Het jonge meisje was ook opgesprongen. Zij keek niet blikken van afgrijzen om zich heen, naar haar vader en den zwijgenden kring van gestalten. Professor Mercer! Wat is het! wat is het?" riep zij. O, mijn God ze sterven. Zij zijn al dood !" Ze sterven. Zij zijn al dood l" De oude man had zich door een laatste wilsuiting met moeite opgericht, hoewel de duisternis zich ook snel om hem begon te sluiten. M'n beste kind," zei hij, stotterend en over de woorden vallend, wij hadden u dit zoo graag willen sparen. Het zou pijnloos voor lichaam en geest geweest zijn. Het was Cyaan. Het zat in de kaviaar. Maar u wilde 't niet hebben." Groote God!" Zij deinsde met ontzetting van hem teru?. O, monster, monster! Je hebt ze vergiftigd!" Neen neen. Ik heb ze gered. Je kent de Chineezen nie'. Het zijn baarlijke duivels. Binnen een uur zouden wij hen allen in handen gevallen zijn. Neem 't nog, kind:" Terwijl hij nog sprak klonken er plotseling geweersalvo's vlak bij 't huis, ja, onder 't venster. Hoor! Daar zijn ze al. Vlug, kind, vlug, je kunt ze nog ontkomen l" Doch zij hoorde hem niet meer, want 't treisje was bewusteloos in haar stoel neei gezegen. De oude man stond een oogenblik te luisteren naar het schieten buiten. Maar wat was dat ? Werd hij krankzinnig ? Was het de werking van 't gif? Was dat 'n Europeesche juichkreet ? Ja, er klonken korte bevelen in 't Engelsen en hij hoorde matrozen schreeuwer. Er was geen twijfel meer. aan. Door een wonder was de ontzettiugscolonne toch nog gekomen. Hij hief zijn lange armen in wan hoop ten hemel. Wat heb ik gedaan! O, goede God, wat heb ik gedaan?" riep bij. Het was Commodore Wyndham zelf, die na zijn wanhopigen en met succes bekroon den strijd van dien avond, het eer?t dat vreeselijke vertrek binnenstormde. Om de tafel zat het bleeke, zwijgende gezelschap. Enkel 'tjonge meisje dat kreunde en zich nu en dan even bewoog, was 't eenige teeken van levei). En toch was er n in dien kring, die nog de wilskracht had om een laatsten verheven plicht te volbrengen. Terwijl de Commodore daar zwijgend in de deurpost stond, zag hij een grijs hoofd zich langzaam van de t-fel heden en de hooge gestali») van den piofessor wankelde voor een oogeiiblik overeind. Pas op de caviaar! Om Godswil, neem niet van de caviaar!" hijgde hij zwak. Toen zonk ook' hij weder neer en de kring des doo Is was voltallig.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl