Historisch Archief 1877-1940
DE AM i T KR D AM M ER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1603
Tan het kiesrecht, dan versterkt men de.
beide vleugels der partij ten koste van
de middenstof met het gevolg, dat de
partij na korteren of lan geren tijd bij
gebrek aan middenstof uiteenvalt.
Hierbij komt, dat de politieke ontwik
keling der bevolking in het zuiden, die
jaren lang van weinig beteekenis was,
dagelijks toeneemt. Terwijl in het noorden
politieke geschillen gemakkelijker door
het levendiger besef der eenheid op
kerkelijk gebied worden overbrugd, is
dit in het zuiden niet het geval. Wordt
de bevolking daar zich bewust van de
diepgaande politieke tegenstellingen in
de partij, dan lijkt ons een hevige strijd
onvermijdelijk.
Mogelijk is, dat de partij in de Kamer
uit politieke overwegingen van
praktischen aard met de beide andere rechtsche
partijen ook omtrent het kiesrecht tot
eene overstemming komt. Dit kan te
1 eer geschieden, daar de conservatieve
kamerleden van vroeger voor het
meerendeel door schipperende demokraten"
zfj'n vervangen.
Zal zich evenwel de groep, die zich
bij monde van twee commissieleden zeer
beslist voor het algemeen stemrecht uit
sprak, hierbij neerleggen?
Als de zekerheid wordt gegeven, dat
men spoedig tot eene groote uitbreiding
van het kiesrecht komen wil, achten wij
dit Waarschijnlijk.
. Maar wanneer een toestand blijft be
staan, waarbij groote demokratische
woorden en beloften worden uitgesproken,
maar waarbij werkelijke daden door den
altijd nog zeer sterken invloed van con
servatieve partijgenooten worden ver
hinderd, zullen vroeger dan men het
veelal verwacht, de besliste demokraten
uit het party verband treden. Het schip
peren verveelt op den duur, vooral als
men daarbij heelemaal niet vooruitkomt.
XXX.
Gemeentebelangen.
De "Woningwet aan het werk.
De wet van 22 Juli 1901 is in de Tweede
Kamer met zeer groote, in de Eerste Kamer
met kleine meerderheid aangenomen. Een
aanwijzing, dat haar eerste strekking: de
Gemeentebesturen te dwingen tot een be
hoorlijk toezicht op de woningen; bepalingen
te maken omtrent den bouw van nieuwe
?woningen, verbeteringen voor bestaande
woningen te eischen en zoo noodig die
ongeschikt voor bewoning te verklaren, wel
instemming vond bij het lichaam dat uit
de wijdere volkskringen voortgekomen, ook
de wijdere volksbelangen heeft leeren be
hartigen. Maar dat de vertegenwoordigers
van den Eigendom haar met leede oogen
zagen komen, om paal en perk te stellen
aan de heerschappij van eigendomsbelangen
boven gezondheidszorg.
Nu is zij nog niet zoo heel lang in werking,
en geleidelijk begint vooral in onze
hoofdstad de oppositie al sterker het
hoofd tegen haar op te steken. Vooral waar
zij zich doet gelden tegenover de eigenaren
van minderwaardige woningen. We hooren
van ambtenaars willekeur; van vexatpire
maatregelen, en een der katholieke
reactionnaire organen ontziet zich zelfs niet Mr. v. d.
Biessen, die in de Eerste Kamer het belang
der eigenaren kwam verdedigen tegen de
DE POT KAVIUR,
Naar het Engelsch,
van
A. CONAN DOYLE.
II.
Er volgde een stilzwijgen van langer dan
een minuut, waarbij de mannen elkaar wezen
loos aanstaarden.
Weten ze 't allemaal al?"
Niemand dan ik."
Hoe kwam u het te weten?"
I's. stond bij den muur, bij 't poortje dat
in den tuin uitkomt. Ik zig iets tusschen de
boschjes kruipen, en even daarna werd op
de diur geklopt. Ik opende haar. He! was
obn Christen-Tartaar, die zware sabelwonden
vertoonde. Hij kwam van het slagveld. Com
modore Wyndham, de Engelschman, had hem
hierheen gezonden. De ontzettingskolonne
was opgehouden. Zij hadden 't grootste ge
deelte hunner ammunitie verschoten, zich
nu moeten verschansen, en naar de schepen
gezonden om voorraad. Binnen drie dagen
kunnen ze niet komen. Meer niet. Mein Gott l
't was ook genoeg I'
De professor fronste de zware ruige wenk
brauwen.
Waar is die man?" vroeg hij.
Hij is dood. Hy stierf van bloedverlies.
Hij ligt bij 't poortje."
En heeft niemand hem gezien?"
Niemand heeft hem tenminste kunnen
spreken."
O, dus ze hebben'hem wél gezien?"
Aanslie moet hem vanuit den toren gezien
hebben."
Hoe lang kunnen wij 't nog uithouden ?"
Op z'n hoogst een paar uur."
Is dat hél zeker?"
Ik geef er u mijn woord a!s soldaat op."
En moeten wij ons dan overgeven?"
Ja."
Dus is er geeu hoop meer voor ons?"
Absoluut niet."
De deur vloog open en de jonge Ainslie
snelde binnen, met achter zich Ralston,
Patterson en verscheidene blanken en
inJandsche Christenen.
Heeft u tijding gehad, kolonel?'' ,
Professor Mercer drong zich naar voren,
Kolonel Dresler heeft mij juist meegedeeld.
dat alles in orde is. De troep heeft halt ge
houden, maar zij zullen morgen ochtend vroeg
hier zijn. Er bestaat geen gevaar meer."
Een juichkreet ging op uit de groep bij de
deur. Allen lachten en drukten elkaar do
hand.
Maar gesteld dat de Chineezen ons voor
morgenochtend eens bestormen ?" riep Rilston
uit. Wat 'n idioten om niet in eenen door
bespottelijke eischen van onze materia
listische eeuw, welke zooveel hechtte aan
de gezondheid! voor te stellen als den ver
dediger tegen een aanslag op den eigendom,
Welke aanslag vooral zou bestaan in het
onbewoonbaar-verklaren van woningen!
* *
*
Laten we beginnen, waar ook
andererzijds gewaagd is van onteigening zonder
schadevergoeding' de zaak onder de oogen
te zien.
Een voorbeeld helpe ons daarbij!
We hebben een Staatstoezicht op
stoomwerktuigen. We hebben in het land een
groot getal stoomwerktuigen.
Wie zich er zoo een aanschaft, weet twee
dingen: Primo, dat het een beperkten tijd
te leven heeft en in elk ge val na een zekere
periode gevaar loopt te verouderen. Secimdo,
dat, hoe beter hij het onderhoudt hoe langer
het mee-kan, of althaas zekere waarde zal
behouden. Geen onderneming dan ook met
eenig verstand gedreven, of zij rekent op
onderhoud n op jaarlijksche afschrijving
of reserve voor vernieuwing.
Maar neem nu iemand, die slecht onder
houdt en niet afschrijft noch voor vernieu
wing reserveert.
Onvermijdelijk komt voor hem het
oogenblik, dat zijn werktuig voor verder gebruik
zal moeten worden afgekeurd als gevaarlijk.
Dat oogenblik zal voor hem vroeger komen
dan voor anderen, die voor goed onderhoud
zorg droegen. En dan is zijn eigendom
waardeloos. Hij lijdt schade, waartegen hij
zich niet verzekerd heeft, en vervalt, wel
licht, tot armoede.
Zal dan echter zelfs de verstokste
reactionnair kunnen beweren, dat de man
onteigend" is; dat er een aanslag op zijn
eigendom" gepleegd is; dat de wet en de
ambtenaren hem tot den bedelstaf ge
bracht" hebben?
Of heeft hij 't zich zelf gedaan ? Heeft
zijn eigendom niet zich zelf overleefd ?
***
Een huis nu is niet anders dan een werk
tuig, 't Mag, soliei gebouwd, tienmaal zoo
lang leven; 't mag, deugdelijk onderhouden
en bewoond, nog de helft er bij mee kunnen;
de afschrijving er op mag dus zooveel ge
ringer zijn, ook aan een huis komt een eind.
Er zijn in onze stad zeer vele, die twee
eeuwen en langer hebben meegedaan. Die,
gebouwd ter voldoening aan andere be
hoeften, andere eischen, nu onbruikbaar
zijn; te eer omdat ze slecht onderhouden
en slordig bewoond zijn.
Want hoevele huiseigenaren treft men
aan, van allerlei soort van woningen,
die begrijpen dat 't goed onderhouden van
hun eigendom hun eigen belang dient?
Zeer weinigen. Als men hun 't mes niet
op de keel zet, doen ze niets.
En de woningen gaan achteruit, worden
ongeschikt om langer mensehen te herbergen.
Wie verklaart, dat ze 't zijn, is waarlijk
dood-onschuldig aan 't kwaad. Is de dokter,
die de diagnose stelt, verantwoordelijk voor
de ziekte?
En, hoeveel eigenaren weten van af
schrijven" ; zelfs onder hen, die nu bouwen
op erfpachtsgronden ?
Zij eten de opbrengst op, of beleggen
haar deels opnieuw. Doen zij het eerste,
dan is natuurlijk het kookeu gedaan, zoo
dra hun eigendom" niet meer mee kan.
Doch zoo is 't immers ook met den man,
die zijn kapitaal op teert?
*
x*
Er is alleen een belangrijk verschil tusschen
de bezitters van huizen en die van machines.
Wiens machine achteruitgaat, weet dat
dit absoluut is. behoeft er niet aan te
te trekken. Luie duivels! Ze moeiten allemaal
voor 'n krijgsraad geroepen worden."
O, de zaak is nu wel in orde," zei Ainslie.
De Chineezen hebben natuurlijk zware ver
liezen geleden. Wij kunnen zien hoe ze hun
gewonden bij honderden over de heuvels
dragen. Voor morgenochtend vallen ze beslist
niet aan."
Neen, neen," zei de kolonel, vóó-morgen
vallen ze ons niet aan. Maar ik zou in elk
geval de posten maar weer betrekken. We
moeten geen zwakke punten bloot geven."
Hij ging de kamer uit, gevolgd door de
anderen. Een oogenblik ontmoe'te hij de
oogen van den professor met een blik die
zeide: ik laat 't aan u over." De namiddag
verstreek zonder dat de Boksers hun laatsten
aanval deden. Dit beteekende voor kolonel
Dresler, dat zij hunne krachten weder ver
zamelden na den slag, voor deu
onvermijdelijken en laatsten stormloop. Voor al de
andereu beteekeade het, dat de aanvallers
te zware verliezen geleden hadden om aan
te vallen. Derhalve verzamelde zich een
vroolijk, luidruchtig gezelschap aan't avond
eten ; de drie flesschen Lachryma Christi
werden ontkurkt en de beroemde pot kaviaar
werd 't laatst geopend. Het was een groote
pot, en hoewel ieder er een eetlepel uit nam,
was zij nog geenszins leeg. Ralston, die een
epicurist was, nam een dubbele hoeveelheid.
Hij pikte er met zijn vork in als een hongerige
vogel. Ook Ainslie nam een tweede portie.
De professor zelf nam ook een grooten lepel
vol en kolonel Dresler deed 't zelfde, na
hem scherp te hebben opgenomen. De dames
bedienden zich eveneens goei, behalve miss
Patterson, die niet hield van den zouten,
scherpen bijsmaak. Niettegenstaande de gast
vrije noodigingen van den professor, bleef
haar portie onaangeroerd op den rand van
haar bord liggen. Ik heb 't nooit tevoren
geproefd," zei ze. Misschien dat ik er lang
zamerhand van zal gaan houlen."
U moet toch eens een begin maken.
Waaro:n nu niet'.' Xeernt u nu wat," drong
de professor aan.
Jessie Patterson's aardige gezichtje glansde
van plehier, toen ze zeide: wel, professor,
u schijnt er een gewetenszaak van te maken.
Ik wist niet, dat u zoo beleefd kon zijn.
Maar al eet ik er niet van, daarom ben ik
u toch even dankbaar."
,,'t Is een dwaasheid er niet van te eten"
zei de professor, meteen heftigheid die den
g'irnlach op haar gelaat deel besterven en
haar oogen den ernst in de zijne weerkaat;en.
Ik zeg u, dat 't dwaas is vanavond geen
kaviaar te eten."
Maar waarom waarom?" vroeg ze.
Omdat u 't op uw bord hebt. Omdat 't
zonde is 't te laten verloren gaan."
Xu, nu," zeide de dikke mevrouw Pat
terson. Laat u haar nu maar met rust. Ik
zie wel dat ze er niet van houdt. Maar 't
zal toch niet verloren gaan." Ze schoof haar
denken, dat hij er later, als oud-roest, de
dubbele waarde -voor zou krijgen.
Voor huiseigenaren bestaat die kans. Het
huis toch kan waardeloos worden, de plek
zelf, waarop het staat, kan een veel ver
hoogden prijs halen. Dat iemand een huis
koopt voor ?30.000 en 't dertig jaar later
voor ? 60.000 verkoopt, is een geval, ook
in Amsterdam niet zeldzaam in die ver
houdingen dan. Maar over zulke buiten
kansjes van het huiseigenaarschap heeft de
Vereeniging voor Huiseigenaren nog nooit
den mond opengedaan; en terwijl men van
de Gemeenschap graag schadevergoeding
zou erlangen voor,,onbe woonbaarverklaring"
heeft men van dien kant nog geenerlei on
stuimig verlangen geopenbaard voor de
invoering eener deugdelijke belasting op
de waarde-vermeerdering.
* * *
Tot zoover dus kan men waarlijk met
gerust geweten al deze jeremiades
aanhooren en rustig doorgaan met
onoewoonbaar verklaren. Dat, waar de plek en zelfs
de afbraakwaarde (art. 22 Woningwet) aan
den eigenaar verblijft, de Gemeente hem
daarbij niet onteigent, is duidelijk.
Intusschen, het rumoer over de jongste
voorstellen tot onteigening gemaakt, is ook
niet weinig ontstaan in verband met een
andere vraag, waarbij zoo absoluut niet te
spreken is.
't Geldt de vraag: Wanneer is.een woning
ter bewoning ongeschikt, en wie zal dit in
bijzondere gevallen uitmaken?
Onze Woninsr^et kent twee openbare
organen, wien ze de verplichting oplegt er
voor te zorgen dat ongeschikte woningen
ook onbewoonbaar worden verklaard, 't Is
de Gezondheidscommissie (art. 11), 't is het
Gemeentebestuur (art. 16). En de be
woners, ja zelfs gewone gemeentenaren,
mits tot een driemanschap vereenigd, kunnen
het initiatief nemen, om een onbewoonbaar
verklaring uit te lokken.
Wie beslist, in eerste instantie, is de ge
meenteraad. Aan het dagelijksch bestuur der
gemeente de plicht, die beslissing, na inge
komen klachten, uit te lokken, indien het al
niet zelfstandig daarbij te werk gaat.
Nu is er echter een groot verschil voor
de eigenaren, of 't initiatief in dezen al dan
niet uit gaat van de gezondheidscommissie.
Gaan B. en W. met eigen ervaring te rade,
of komt bij hen een klacht in van de be
woners of van een driemanschap, dan moet
de eigenaar verwittigd worden. Gaat 't ini
tiatief uit van de gezondheidscommissie, en
oordeelt deze aanstonds dat er niet te ver
beteren vult, dan wordt de eigenaar niét
aangeschreven.
Vandaar nu allereerst klachten over on
billijke behandeling; klachten, die vooral
moesten rijzen, zoodra er sprake werd van
woningen die niet door hun ligging en in
richting buiten alle kijf in de termen voor
onbewoonbaarverklaring vielen. Men
meent dat in zulk een geval de eigenaar
behoort verwittigd te worden en pas als
hij weigerachtig blijkt om verbeteringen
aan te brengen, zijn woning behoort te
worden gemerkt." Nu kan intusschen
ook de gezondheidscommissie op zulke ver
beteringen aandringen, en als zij dit niet
doet, volgt daaruit wel, dat -zij 't geval
inderdaad hopeloos acht. En ook is, tegen
over de jeremiade in het adres der Ver. van
huiseigenaren, dat de getroffen eigenaren
aldus niet-wetend"gevonnist wordt,de vraag
niet ongepast of inderdaad eigenaren van
woningen niet weten, wat de gebreken zijn,
en zelfs niet dienen te weten, en niet al
lang voorziening hadden moeten aanbrengen
als dat kan, zonder af te wachten tot men
hun 't mes op de keel zet. Van een op
wekking vanwege 't bestuur der Ver. voor
mes er onder en deed 't van Jessie's bord
op haar eigen. Ziezoo, nu kunt u gerust
zijn, professor."
Mair dit scheen niet 't ge7altezijn. Inte
gendeel, zijn gelaat trok als dat van een man
die een onverwachte en bijna onoverkomelijke
moeilijkheid het hoofd te bieden heeft. Toen
verzonk hij in gepeins.
Het gesprek zoemde vroolijk voort. Iedereen
was vol plannen voor de toekomst.
Nee, nee, voor mij bestaat er geen vacantie,"
zei vader Pierre, wij priesters kennen geen
vrijaf. Nu de missie hier gegrondvest is,
moet ik weder verder westwaarts om een
nieuwe te stichten.
En wat gaat u doen, mr. Patterson?" vroeg
iemand.
O, ik ga eerst drie maanden naar
Edinburgh oni de jaarvergadering bij te wonen.
En jij zult ook wel graag weer eens de win
kels afloopen in de Prinsenstraat, Mary. Dan
komen wij tegen den herfst, als onze zenuwen
wat rust gehad hebben, weer terug.
Ja, we hebben allemaal wel wat rust
noodig," zei miss Sinclair, de zieke/.uster der
missie. ,,Deze langdurige inspanning heeft
ditmaal een vreemd elfect op mij. Op 't
oogenblik is er een gegons in mijn ooren
van nog zoo."
Hé, dat is eigenaardig, want dat heb ik
ook," riep Ainslie uit. 'n Allerdwaast gegons
dat op en afgaat, alsof 'n dronken kever
bezig was proeven te nemen op m'n trom
melvlies, 't Zal wel van de inspanning der
laatste weken komen, zooals u zegt. Ik voor
mij ga terug naar Peking en hoop door dit
zaakje wat promotie te maken. En wat ga jij
doen, Ralston V
Dat weet ik nog niet. Ik heb nog
geen tijd gehad er over te denken. Ik
wensch een goeie, zonnige, mooie vacantie,
waarin ik 't allemaal kon vergeten, 't
Was grappig al die brieven in mijn kamer
te zien. Woensdagavond zag 't er zoo
donker uit, dat ik mijn zaken vast regelde
en aan al mijn vrienden schreef. Ik geloof,
dat ik die documenten maar zal bewaren als
souvenir. Ze zullen mij er aan herinneren,
hoe dicht we bij den dood geweest zijn."
?Ta, dat zou ik doen, bewaar ze," zei Dresler.
Zijn stem waa zoo diep en plechtig dat
allen blikken zich op hem richtten.
Wat is er kolonel? U schijnt vanavond
'n beetje in de put te zitten." 't Was Ainslie
die dit zeide.
Nee, nee. ik b;n wonderwel tevreden."
Nu, dat behoort ook zoo. nu u 't succes
van uw pogen zoo dicht bij ziet. Wij zijn
u allen verplicht voor uw kunde en vaardig
heid, li geloot' niet dat wij de plaats zon Ier
u zoo lang zouden hebben kunnen verdedigen.
Dames en heeren, ik verzoek u te drinken
op de gezondheid van Kolonel Dresler. Er
soll ebeu hoclil"
Allen stonden op PU hie/en hun glazen naar
den ouden soldaat, glimlachend en buigend.
Huiseigenaren aan de leden to put their
houses in order is mij niets bekend. Zoolang
't met de gebreken even kan, en de be
woners of't Bouwtoezicht of de Gezondheids
commissie niet piepen", laat men rustig
de bewoners wonen in vocht, zonder
luchtverversching, op gevaarlijke trappen, onder
te lage verdiepingen! Het adres, verleden
week bij den Eaad vanwege de Huiseigenaren
ingekomen en waarin deze betoogen dat
de af te keuren woningen uitstekend te
verbeteren zijn, sommige zelfs met geringe
kosten, is de felste veroordeeling van het
systeem der eigenaren zelf, het beste bewijs
voor de noodzakelijkheid tot ingrijpen van
hooger hand.
Maar, ondanks dit alles, ik geloof niet
dat men eenig bezwaar er tegen zou moeten
maken, om de huiseigenaren, zoo ze dit
wenschen, tegemoet te komen en den weg
te volgen, dat men hen eerst waarschuwt:
uw woning staat op de zwarte lijst. Bij
het opmaken van een algen/een plan van
woningen, die voor onbewoonbaarverklaring
in de gemeente in aanmerking komen
(Woningwet art. 18, 4) krijgt men deze
algemeene waarschuwing van zelf. En dit
algemeen laten is, in veel gevallen, onver
mijdelijk, omdat bij het aanbrengen van
veranderingen in oude perceelen niemand
met zekerheid vooraf kan zegden, of dan
ten slotte een behoorlijk eindresultaat be
reikt zal worden. Hier moet de eigenaar
het risico op zich nemen.
*
* *
Maar, wat is ten slotte een onbewoonbare
woning?
Hier zullen, in veel gevallen, allerlei
subjectieve overwegingen mee spreken.
En wie zal het uitmaken?
Onze burgemeester heeft, in het debat
van 19 Februari doen uitkomen, dat z. i.
het college van B. en W., waar het initiatief
uitgaat van de Gezondheidscommissie, in
dezen buiten alle verantwoordelijkheid blijft.
Art. 13 legt het de verplichting op, de
voorstellen der Gezondheids-commissie aan
den Eaad voor te leggen. Maar, meende hij,
het besluit van B. en W., in dat artikel
vermeld, is niet anders da a een besluit tot
doorzending. Mr. J. Kruseman, in zijn
commentaar op de Woningwet, zegt er van
dat de inhoud van dat besluit een advies
is aan den Raad, en het wil me voorkomen,
dat, waar artikel 13 alinea l spreekt van
een door B. en W. te nemen met redenen
omkleed besluit, dit toch moeilijk alleen
een do )rzending" kan bateekenen, en dat
de wetgever zich moet voorgesteld hebben,
dat B en W. zich daarbij door hun eigen
ambtenaren zullen doen voorlichten. Dat
zij zelf er op uit zullen trekken om al de
perceelen te bestudeeren, en te taxeeren,
is natuurlijk uitgesloten; dat de Eaad, straks
tot beslissen geroepen, dit anders dan bij
hooge uitzondering zou doen, is in een
groote stad en waar per j aar soms wel een
(iOO-tal woningen op de zwarte lijst komen,
als hier, even onmogelijk. En waar Gezond
heidscommissie en Bouw- en \Voningtoezicht
samenwerken, is een controle van de be
vindingen der eene door het andere niet
zeer sterk.
En nu wil ik wel erkennen dat deze ge
steldheid mij het zwakke punt toelijkt in
de toepassing der Woningwet. Ook al ver
lies ik allerminst uit het oog, dat den eige
naar de weg openblijft om bij Gedeputeerden
in hosger beroep te komen, die dan den
Inspecteur der volksgezondheid hooren; en
dat art. 25 der woningwet ook den Eaad
nog in de gelegenheid stelt om, als vol
doende verbeteringen zijn aangebracht, de
onbewoonbaarverklaring op te heffen;
als de Raad het eerste vonnis velt, behoort
Zijn bleeke gelaat kleurde van beroepstrots.
Ik heb wat er op krijgskundig gebied
uitkwam, steeds bijgehouden en heb niets
vergeten. Ik geloof niet dat er meer had
gedaan kunnen worden. Ik ben er overtuigd
van dat zoo de zaken anders geloopeu waren,
gij mij vaüallen blaam en verantwoordelijk
heid ontheven zoudt hebben." Hij keek met
half smeekende blikken om zich heen.
Ik geef de gevoelens van dit gezelschap
weer, kolonel Dresler, als ik zeg," zeide de
Schotsche predikant maar, goeie hemel,
wat is er met mr. Ralston?"
Hij had 't hoofd op de overelkaar geslagen
armen laten vallen en sliep rustig.
Let maar niet op hem." zei de professor
haastig, wij zijn nu allen in een staat van
reactie. Wij zullen deze allen rnin of meer
moeten doormaken, vrees ik."
Ik kan me volkomen begrijpen wat hij
moet voelen," zei mevrouw Patterson. Ik
kan me niet herrimieren dat ik ooit zoo
slaperig geweest ben. Ik kan m'n hoofd
nauwelijks ophouden." Zij viel terug in haar
stoel en sloot de oogen.
Wel, heb ik van m'n leven, zóó iets heb
ik Mary nog nooit zien doen," riep baar
echtgenoot hartelijk lachend uit. In slaap
te vallen aan 't avondeten. Wat zal ze wel
van zichzelf denken, als wij 't haar later
vertellen. Maar 't is werkelijk heet en druk
kend. Ik kan er best inkomen dat iemand
in slaap valt. Ik geloof, dat ik zelf^ook maar
vroeg ter kooi ga".
Ainslie was in een praatzieke opgewonden
stemming. Hij sprong nogmaals op met 't
gl^s in de hand.
Nu moeten we allen gatnen nog eens
klinken en Auld Lang Syne" zingen", zei
hij, glimlachend het gezelschap aankijkend.
",.Een week lang zijn we allen in 't ze:fde
schuitje geweest, en wij hebben elkaar leeren
kennen zooals je dit nooit doet in dagen van
vrede. Wij hebben elkaar leeren waardeeren,
en tevens elkander's natiën. De kolonel hier
vertegenwoordigt Duitechland. Vader Pierre
Frankrijk. De professor Ameiika. Ralston en
ik zijn Britten. En dan nog de dames! Go-i
zegene hen, want zij zijn barmhartige engelen
der liefde geweest, 't. heele beleg door. Laten
we de gerondtieid van de dames drinken, op
hun wonderen, kalmen moed, het geduld,
de de maar, God nog toe, kijk de
kolonel eens' Ook al in slaap gevallen, 't Is
ook allemachtig slaperig w'-ïr" zijn glas
viel in scherven op 'tafel, en ook hij zonk
in zijn sioel terug. Miss Sinclair, de bleeke
zieke/.uster was ook reeds in slaap. Zij lag
als een geknakte lelie over de leuning van
haar stoe!. Mr. Patterson keek om zich heen
en sprong op. Hij streek zich met de hand
over het voorhoofd.
Dit is niet natuurlijk, Jessie," riep hij uit.
Waarom slapen ze allemaal ? Vader Pierre
ook al. Jessie, Jessie. je moeder ia koud. Is
het slaap. Is het de dood ? Open de vensters!
hij voor zich zelf zekerheid te hebben, dat
dit op goeden grond gebeurt.
Zou niet de aangewezen weg misschien
deze zijn, dat de Raadscommissie van advies,
in artt. 34?50 onzer Bouwverordening inge
steld, om beroep van belanghebbenden tegen
beslissingen van B. en W. in zake toepassing
van bepalingen dier verordening te onder
zoeken, ook diligent werd verklaard ten
aanzien van voorstellen tot onbewoonbaar
verklaring, zoodat zij die meenen daartegen
te moeten opkomen, zich wenden tot die
commissie; deze hun bezwaren onderzoekt en
den Eaad adviseert ? Dan behoeft niemand
te klagen over ambtenaars-yexatie, en de
Eaad kan, door die Oommissie voorgelicht,
of ook bij het uitblijven van verzet, met
gerust geweten beslissen.
* *
*
Dat hiermee de kwestie van de bevor
dering der volkshuisvesting niet uitgeput
is, spreekt van zelf.
_____________ L. SIMOXS.
Das Preie Wort.
In een Duitsch tijdschriftje Das Freie
Wort" heeft de heer Douwes Dekker
(van Batavia) aan zijn verontwaardiging
lucht 'gegeven over onze koloniale
veroyeringspolitiek.
De intrinsieke waarde van zijn geschrift
terzijde latend, is het ons een behoefte
met Land en Volk en Handelsblad krach
tig te protesteeren tegen dit uitkramen
in een vreemd, en nog wel in een Duitsch
blad, van onze schande als natie. Hoe
het mogelijk is, dat een ernstige krant
(de N. Arnh. Ct.) verontschuldiging vindt
voor dit in alle opzichten misplaatste
optreden, verklaren wij niet te begrij
pen. Dit is toch een nationale gevoelsfout.
Eduard Douwes Dekker zou zich er nooit
aan hebben schuldig gemaakt. Hij,
Multatuli, eindigde zijn Max Havelaar" met
een peroratie, waarin hij zei :
En als men my by voortduring
niet geloofde....
Dan zou ik myn boek vertalen inde
weinige talen die ik ken, en in de vele
die ik leeren kan, om te vragen aan
Europa, wat ik vruchteloos zou hebben
gezocht in Nederland."
En hij sprak van klewangwettende
krygszangen," maar dit was alles de
poëtische uitstorting van een gemarteld
hart, en nooit heeft hij zijn land, wat
kwaad het ook deed 'en hém deed, in
discrediet willen brengen buiten 's lands
grenzen!
Heeft een onnadenkend familielid, de
laatste bladzijden van den Max Havo
laar" verkeerd verstaande, in de voet
stappen willen drukken van den grooten
oom ?
Het stukje ware beter niet geschreven
geweest!
Expansie-politiek.
M. de R.!
Vergun mij, naar aanleiding van het
artikel Expansie-politiek" in uw nummer
van 8 dezer even het woord te nemen, ter
rectificatie.
In dat artikel staat, ten eerste, dat ik
in 'Moederland en Koloniën sprak over de
gebrekkigheid onzer expansie-politiek." Dit
Help l help l help!" Hij wankelde en ijlde
naar het venster, doch halverwege kreeg hij
een duizeling, zijn knieën knikten onder hem,
en hij viel voorover.
Het jonge meisje was ook opgesprongen.
Zij keek niet blikken van afgrijzen om zich
heen, naar haar vader en den zwijgenden
kring van gestalten.
Professor Mercer! Wat is het! wat is het?"
riep zij. O, mijn God ze sterven. Zij zijn al
dood !"
Ze sterven. Zij zijn al dood l"
De oude man had zich door een laatste
wilsuiting met moeite opgericht, hoewel de
duisternis zich ook snel om hem begon te
sluiten.
M'n beste kind," zei hij, stotterend en
over de woorden vallend, wij hadden u dit
zoo graag willen sparen. Het zou pijnloos
voor lichaam en geest geweest zijn. Het was
Cyaan. Het zat in de kaviaar. Maar u wilde
't niet hebben."
Groote God!" Zij deinsde met ontzetting
van hem teru?. O, monster, monster! Je hebt
ze vergiftigd!"
Neen neen. Ik heb ze gered. Je kent de
Chineezen nie'. Het zijn baarlijke duivels.
Binnen een uur zouden wij hen allen in
handen gevallen zijn. Neem 't nog, kind:"
Terwijl hij nog sprak klonken er plotseling
geweersalvo's vlak bij 't huis, ja, onder 't
venster. Hoor! Daar zijn ze al. Vlug, kind,
vlug, je kunt ze nog ontkomen l" Doch zij
hoorde hem niet meer, want 't treisje was
bewusteloos in haar stoel neei gezegen.
De oude man stond een oogenblik te
luisteren naar het schieten buiten. Maar wat
was dat ? Werd hij krankzinnig ? Was het de
werking van 't gif? Was dat 'n Europeesche
juichkreet ? Ja, er klonken korte bevelen in 't
Engelsen en hij hoorde matrozen schreeuwer.
Er was geen twijfel meer. aan. Door een
wonder was de ontzettiugscolonne toch nog
gekomen. Hij hief zijn lange armen in wan
hoop ten hemel. Wat heb ik gedaan! O,
goede God, wat heb ik gedaan?" riep bij.
Het was Commodore Wyndham zelf, die
na zijn wanhopigen en met succes bekroon
den strijd van dien avond, het eer?t dat
vreeselijke vertrek binnenstormde. Om de
tafel zat het bleeke, zwijgende gezelschap.
Enkel 'tjonge meisje dat kreunde en zich
nu en dan even bewoog, was 't eenige teeken
van levei). En toch was er n in dien kring,
die nog de wilskracht had om een laatsten
verheven plicht te volbrengen. Terwijl de
Commodore daar zwijgend in de deurpost
stond, zag hij een grijs hoofd zich langzaam
van de t-fel heden en de hooge gestali»)
van den piofessor wankelde voor een
oogeiiblik overeind.
Pas op de caviaar! Om Godswil, neem
niet van de caviaar!" hijgde hij zwak. Toen
zonk ook' hij weder neer en de kring des
doo Is was voltallig.