Historisch Archief 1877-1940
No. l C 03
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
ia een vergissing. Ons» expansie-politiek
(of 't geen men dan zoo wil noemen) ia
niet gebrekkig; en overigens had ik het
daar in het geheel niet over, maar over
U vat het verder op, alsof ik exploratie
aanprees als een middel om tot annexatie
te kunnen komen. Ook dit is onjuist.
Mijn betoog kwam hierop neer, dat, wil
men in de laatste jaren reeds geannex
eerde" landen tot ontwikkeling brengen,
in -de eerste plaats bezit van grondige
kennis van die landen en hun bevolking
noodig is. En dat die kennis verkregen
kan worden door exploratie, welke men
trachten moet zoo doeltreffend mogelijk te
maken. Dat is al.
Onjuistheden van geringer aard laat ik
rusten. Het is wel onaangenaam, wanneer
men u, ten onrechte, alle dingen laat
zeggen, maar men moet ook wat over heb
ben voor de eer op de eerste bladzijde van
uw geacht blad geciteerd te worden.
Onder dankbetuiging voor de verleende
plaatsruimte,
Den Haag. 10 Maart '08. II. DOEI-F.
* *
#
Het is zeker onaangenaam, wanneer
men u, ten onrechte, malle dingen feat
zeggen", en wij zijn daarom blij, dat het
feit op onze eerste pagina te hebben
gestaan den goeden heer Doelt' zoo ge
troost heeft.
"Wij zijn er echter niet zoo erg van
overtuigd, dat de dagblad verslaggever,
die den heer Doeffover expansie-politiek"
liet spreken (tot hem 1) had onze inzender
zijn verwijt moeten richten, niet tot ons),
hem zooveel andera in den mond gaf,
dan hij uit het bovenstaande blijkt te
hebben gezegd.
Ik heb het niet gehad over expansie,"
roept onze correspondent uit, maar over
exploratie! En ik wil goede exploratie
na de annexatie, niet ervoor?'
Nu ja, wat beteekent dat nu? Deze
heer moet op deze manier b, v. Si
uwGuinea, waarover wij in het vorig num
mer spraken, geannexeerd" noemen,
omdat, zooars wij toen reeds zeiden, wij
er onze vlag geplant hebben. 'i". 'Wij
februikten het woord innexeepen" in
en 'minder officieelen"' maar meer
gebruikelijken zin van inpalmen. Waarom
zouden wij ook anders doen, daar in In die
zoowat niets meer in den officieelen"
zin te annexeeren valt! "Wij zeiden dus:
Eerst plant men deftig de vlag, daarna
zendt men exploratie- colonnes en zende
lingen, om vervolgens zijn bestuursmacht
te verbreiden (expansie), 'c geen voert
tot een langzame wezenlijke annexatie."
Had de heer Doeff nu maar niet beter
gedaan rustig op onze eerste bladzij te
blijven ?
Was hier de sop de kool wel waard?
Waarom, waar ire het zó<> eens zijn,
over 'n woord gevallen!
De eenige uitleg, die we van zijn
ontstemdheid kunnen geven, is d?ze: Onze
geachte inzender had er niet gaarne den
schijn van, dat hij het met ons eens
zijnde omtrent de feitelijke opeenvolging
der dingen ginds in onze koloniën,
ook eens zou zijn wat betreft de een
voudige moraal, die wij uit die opeen
volging" trokken.
]) A", f. d. D. van 2 Mrt. bl. 13.
Opefliflg tot tücbt.
Dezen 14n Maart zal er te Utrecht een
vergadeiing plaats gehad hebben van hef Algemeen
Nederl. Verbond, waar volgers
dagbladberichten zal worden gehandeld over de
opvoeding tot tucht. Vermoedelijk zullen daarbij
ook wel de Besturen van Bonden voor licha
melijke opvoeding uitgenoodigd zijn. En te
duidelijk springt het verband lusschen
lichamflijke opvoeding en tucht iu het oog, dan dat
verwacht zou kunnen worden, dat de eerste
op die bijeenkomst onbesproken zal blijven.
In een vroeger nummer van dit blad schreef
ik reeds over onze, in het buitenland terecht
beruchte tuchtloosheid, die hier nog wel eens
voor persoonlijke vrijheid wordt gehouden
(zie nummer 7 Juli 1907).
Het verslag van den Londenschen Handels
blad correspondent heeft voor korten tijd doen
zien, hoe het Londensche publiek de posi
tieve infracties op de tucht, de zooger aamde
straatschenderijen te keer gaat en welke
tuchtmiddelen de onderwijzers daar hebbin.
De moderne steden met haar steeds drukker
wordend straatveikeer kunnen geen straat
jongens" meer dulden, en het eurplus aan
levenskrachten, dat zich bij de kinderen uiten
wil, en zich in de <r>conomii-ch krachtiger
klassen een afvoerbaan heeft verschaft in
sport, moet bij den volkfjongen wel leiden
tot die uitingen, die veelal hinderlijk, dikwijls
gevaarlijk zijn voor volwassenen, en die
colltctief straatschenderijen heeten. De prophylax
hiertegen komt voor rekening niet alleen van
politie en onderwijzers, maar van het
geheele publiek. Ieder, die er belang bij heeft,
op de straat niet door gatnins gemolesteerd
te worden, dient daarom bij te dragen tot
het leiden in normale banen van het surplus
aan vitale krachten, wil hij zijn veiligheid
gewaarborgd zien. Wie aan de straatschende
rijen en heel de gevolgenreeks daarvan, in
misdaad soms eindigend, een eind kon maken,
zou de toevoer aan de gevangenissen den
halsader afsnijden, schreef ik elders (tijdschrift
voor kinderverzorging, uitgever van der Heide
en Leijdenroth te Utrecht.)
Ook in het buitenland wordt dit gevoeld.
Als reactiemaatregel tegen de voort woek erende
tuchtloosheid heeft men o. a. te Marseille een
vereeniging opgericht, onder den naam
La jeunesse Scholaire. Uit het eerste vlug
schrift citeeren we:
Certes, de grands efforts ont 'éfaits et un
grand progrèt réalisé, mais l'inst'uction r
pondue a jlots n'a pas arrêtéIe mal. L'insujjisance
de l'école egt démontrée, car après les heures
de classe et les jours de vacance l'enfant Idch
doi:s la rue fait ion ducation au. hasard des ren
contres, du milieu, de l'iri stinct ou des penchants.
En onder de middelen ter verbetering noemt
het die, welke gedeeltelijk ook voorkomen op
het programma van onzen Bond voor licha
melijke opvoeding":
Gymnastique, jeux divers; celles de l'esprit
par des disciplines intellectuellej, lectures,
eauteries, cottrt, etc. et pas des divertisseinents
moraux et óducatifs thédtre, promenade»,
excitrsiani.
Belangrijk schijnt m\j in verband met boven
staande eeu uit Amerika ingevoerd middel,
waarvan de waarde vooral groot ia voor
kleinere plaateen, waar grond te krijgen is,
n.l. de jongenstuin. Een der heeren Storlt uit
Hengelo (O.) heefc er op zijn reisen door
Ameiika kennis mee gemaakt. De jonyeniMin
is in Hengelo aldus ingericht. De leiding is
toevertrouwd aan den heer W. de Boer, hoofd
eener echojl. Een groot, omheind veld, 40
Aren groot, is door een tuinman bewerkt en
in 24 even groote tuintjes afgedeeld. In het
midden van het gehtel ligt een groot cirkel
vormig bloemperk. De tuintjes nu worden
door tchooljongens, die daarvoor door vlijt en
goed gedrag in aanmerking kamen, bewerkt.
Aardappelen, peulen en andere zaden, bene
vens de gereedschappen worden hun koste
loos verstrekt. De kinderen blijken er zeer
ingenomen mee en n jongen vindt, dat er
niets heeiljjker" is, dan harken, een ander
verklaart- omspitten voor het allerprettigsi."
Met welk een trots komt een jongen op een
morgen op school en vertelt den heer Da
Boer dat ze gisteren heelemaal van hem hebben
gegeten; aardappelen en peulen uit zyn tuin
en daarbij het vette konijn!
De beteekenia van zulke jongenstuinen kon
niet licht worden overschat. Behalve het
practisch voordeel, dat de jongens leeren,
zelf groenten roor het huisgezin te kweeken,
blijven zij van de straat, met haar niets goeds
leerenden invloed verwijderd, terwijl het
iniieme verkeer met de groeiende natuur niet
anders dan heilzaam werken kan. Misschien
publiceert de heer de Boer zelf ook nog wel
iets over zijn jongeustuinen, wat dan tot
navolging kan leiden in het belang van
yolkstucht en postscolairo opvoeding.
Arnhem, 23 Febr. 1908.
FRITS VAN RAAI.IE,
Secretaris van den Arnh Bond
roor Lich. Opvoeding.
Mczieïin ie HooMafl.
De avond van 5 dezer zal bij den
Arnsterdamschen componist Bernard Zweers zeker
in aangename herinnering blieven. Daarop
is weer recht duidelijk gebleken in hoe hooge
mate Zweers de sympathie geniet van zijn
stadgenooten. Een vijftal kransen, herhaal
delijk luide toejuichingen en last not least
de ij ver volle medewerking van een groot
aantal broeders en zusters in de kunst, ziedaar
de uitingen dezer ^'mpathie.
Zal men nu dit concert van Zweers'
compositiën meten met den maatstaf, dien men
denabo m-men^sconcerten gewoonlij k aanlegt?
Ik meen van niet. Keedi aanstonds zou dan
de samenstelling van het programma aan
criüek onderhevig zijn. M«n denke dch de
voorspelen tot en de Reien van den
Gijsbreght!' in het eerste deel en in het tweede
deel, bebalve de Siskia"-ouyerture, een
vrouwenkoortje en solo-voordrachten van
alle vier de solisten! Tot slot dan no* de
Liedertafel Apollo met Ons Ilollacdsïh".
Dat is wel wat al te zeer elk wat wils".
Echter men begrijpt het doel.
De Voorspelen en de Reien zijn reeds her
haaldelijk ten gehoore gebracht; voor zoover
ik mij herinner echter niet onder leiding
van den componist. Men mag dm aannemen
dat alles wat betreft opvatting en tempi thans
het meest in overeenstemming met de
intenticii van den componist werd ten gehoore
gebracht en diensvolgen} het geheel ook
den meesten indruk moest maken. Dit waa
echter naar mijn meenin? niet het geval.
Herhaaldelijk trof mij iets mats in de ver
tolking, dat ik bij vroegere gelegenheden er
niet in heb opgemerkt.
Voor de Keien had men zich de mede
werking weten te verzekeren van een koor
van dames en heeren, waaronder men
menigen naam aantrof, die een goeden klank bezit
in de muzikale wereld. Voor de zooveelste
maal is echter ook we Ier gebleken dat een
koor, ad hoc saamgesteld, nog niet altijd mooi
zingt. Berstens waren de sopranen veel te
sterk tegenover de andere stemmen, ten
tweede waren er opder die partij enkele
dames die in conflict lagen met den
diapaison, zoodat er onderling oneenigheid heerschte
tusschen de sopranen. Misschien is ook dit
de oorzaak geweest van het matte.
De ouverture ,,Saskia:' (het eanigste werk
van jongeren datum; is een gelegenheids-com
positie. Het is gemaakt voor het
Rembrandtfeest in 1906. Ik weet niet in hoeverre Zweers
aan deze ouverture een grootere waarde wil
toegekend zien, dan men aan een
gelegenheidswerk pleegt te doen. Bij mij heeft de ouver
ture, ondanks haar liefelijk gespeel van twee
fluiten en oboëin den aanvang en van de
volkslied- achtige melodie bij het tweede thema,
weinig stemming teweeg gebracht.
Het vrouwenkoortje en de soli van de
dames Noordewier?Keddingius, de Haan
?Manifarges, en de heeren Rud. van Schaik
en Gerard Zalsman maakten een vriendelijken
indruk, maar verreweg het beg;e van den
avond was het ferme, gespierle koor Ons
Hollacdsch", door de liedertafel Apollo"
kranig gezongen. Daar zit pit in. Zeer jammer
was het dat Apollo Maskerdans" niet heeft
uitgevoerd. Het is wel een moeilijk nummer,
maar de conscientieuse wijze, waarop deze
liedertafel, onder haren dirigent Roeske, steed-i
haar taak voorbereidt, zou ons er een goede
uitvoering van gewaarborgd hebben. Liever
had men een der andere nummers moeten
doen vervallen.
Het verdient zeker toejuiching, wanne'er
onzen componisten de gelegenheid geschonken
wordt dergelijke eere-avonden te geven. Maar
men zal in de samenstelling van het pro
gramma toch met meer beleid moeten te
werk gaan.
Straks wees ik er reeds op dat de
,,Saskiaouverture" het eenige werk is van jongeren
datum. Wanneer we Zweeis weder eens in
het Concertgebouw ontmoeten met een
dergelijken avond, hoop ik, dat hij ons louter nieuwe
werken zal doen hooren. De componist toch
mag niet ondergaan in den paedagoog,
AvERKAMl'.
GEOHGES EEKHOUD, Vertellingen, uit het
Fransen (met toestemming van den
schrijver) vertaa'd door LODE
BAEKELMASS. BijMeindert BoogaerdtJun.,R'dam
1907. (No. III van Moderne drukken
en herdrukken).
In dezen tijd van wac keimoed desgeestes
in onze litteratuur hebben zuivere vertalingen
van de ware buitenlandsche schrijvers, (d.w.z.
van dezen die het internationale geestesleven
dragen) een direct belang. Daardoor vallen,
als door vensters, stralen lichts van het rijkere,
diepere geestesleven onze enge verblijven
ie, en de drang naar buiten, die thans sluime
rend schijnt, kan er te zijner tijd door worden
ontstoken. Verwey verhaalt, van hoe groote
invloed op onze gansche litteratuur eene
vertaling van Kea.s is gefeest, in de vroegste
da**eii van tachtig. Zoo zal het altijd zijn, in
tijden van verzwakte aandacht.
Lodewijk van Deyssel heeft, zonder het
zelf te willen waarschijnlijk, door zijn bekend
oordeel over onze huidige letteren, eene groote
vergissing in de hand gewerkt: de zelfgenoeg
zaamheid waar het den staad van onze littera
tuur betreft. Een klein verschijnsel: komt het
ooit .oor, iat in eenig opstel o ?er litteratuur het
voortbrengsel van een Hollandschen schrijver
getoetst wordt aan het
meerongemeene,buitcnlandsche werk? (Daargelaten,dat enkelenamen
periodiek rondkünken als vaste vertegen
woordigers van de vreemde litteraturen) Wij
moeten alles van de gedurige aanraking van
builenlandsche litteratuur verwachten. Het is
eene ijdele meeniug, als zoude men zijne oor
spronkelijkheid daarbij inboeten. Het blijkt
zeer klaar, dat alle gi-oote litteraturen uit
e'kandcr «iju ontstaan, gedurende het wereld
verloop.De veelgeroemde nationaliteit van eena
litteratuur is nooit iets meer of iets anjers
gebleken, dan de vooruittrediug van de een of
andere nuance van a/yenieene menschelijt heid.
Om deze algemeen-3 opmerkingen te beëin
digen: vertalingen van het waarachtigschoone
we-k van het buitenland dwingen tot eene ge
durige vergelijking; en is daardoor eenmaal deze
zelfgenoegzaamheid gebroken, diii is er alles
gewonnen. Op dit oo^enbbk wordt zekerlijk
de schoonheid het meest :u Vlaanderen ge
diend, waar do schrijvers in nauw contact
met de Fransehe en voojal met de
FranschVlaamsche littqrat.uur levva. (Tot welke
laatste ook Eekhoud behoort).
Deze vertalin» uit verschillende werken
van Ge.orges Eekhoud geeft vier verhalen,
van welke het eerste. De laatste briif van
den matroos", mij het schoonste lijkt, eene
zuivere verbeelding van des schrijvers geest.
Het toont hem als mysticus, menseh vol
heimwee naar het verborgene,aaar wat vreemd
en ver is, en vurig en hartstochtelijk". De
schrijver leest bij toeva'. een zeer gewonen
brief fan oen jongen matroos, die ver weg in
de tropen is, aan zijne huisgenooteu, en voeli
zich vreemd getroffen door het geheimzinnige,
door de wonderlijk volle liefde die achter de
gewone woorden leeft. Hij wordt doot een
myttischen hartstocht voor dien onbekenden
verren zeeman aangegrepen; 's nachts in de
droomen leeft hij met hem, maakt in de
danshuizen en donkere steden zijn schuchteren
liefdehandel mede. Benige uren daarna ver
neemt hij dat diezelfde matroos in den
vreemde gestorven is. IrUer herkent hij ook
de gestalten van zijn droom. Het bijzondere
van deze schets is dat er op eene eigen
aardige wijze ia wordt uitgesproken wat het
grond-entiment van heel zijn kunst blijkt (of
zouden wij kunnen zeggen: van alle kunst?).
De inystische en hartstochtelijke" liefde
voor het gewone verschijnsel des levens
kenteekeut Eekhoud, liefde niet voor het
uiterlijke allén, maar voor het vreemde,
schoonste men moet we! zeggen: het heilige
dat er achter schuilt en er doorheuen
gloeit. En is diezelfle liefde niet da grond
van alle schoone kunst? Zoekt niet ieder
kunstenaar naar het oneinlige in het eindige
dat hij afbeeldt?
Eene andere schijnbaar zeer gewone schets
draagt een schoonen kern. ,,
Heimweegemeenschap" noemt de schrijver deze. Het is een1;
variatie op een bekend verhaaltje van Hendrik
Conscience; geenerlei toevoegsel of verfijning
van den modernen schrijver breekt er den
rotaantischen eenvoud van. Maar door den
stijl welken Eekhoud schrijft, door zijn woorden
alleen, wordt het wonder volbracht: de
mysterieuze liefde te uiten van een Vlaming
voor zijn hemel, voor de lucht die hij ademt,
welke ten slotte niets anders is dan het
diepe ziek verband van den menseh met de
omgeving waarin het toeval van zijne geboorte
hem heeft geplaatst. Hier wordt voelbaar
gemaakt wat No/alis, de groote verklaarder
van mystische waarheden, in heldere woorden
heeft uitgesproken: dikwerf voel ik thans,
hoe mijn vaderland mijne vroegs'e gedachten
met onvergankelijke kleuren beademd heeft
en 4jn beeld eene zo;> iirlwije «andni'/ing ran
mijn gemoed is geworden" 1). Dit is vaderlands
liefde, zeker! maar dan e?ne van mystische
en diepe opvatting.
De stijl van Eekhoud, met zijn diep leven,
dunkt mij zeer moeilijk te vertalen. De lich
telijk bizarre neiging, welke zich schoon
aansluit aan het sentiment van den schrij
ver, hoort geheel bij den klank van zijn
Fran;ch, dat wellicht hier en daar een
Latijnsch timbre heeft. Lode Baekelmans, zeker
wel de aangewezene voor de vertaling
schijnt mij hier en daar zijn toevlucht te
nemen tot een Hollandsch dat al te
onHollandsch klinkt. Hij spreekt zoo van
granietbergen die tot tranenstroomen her
leid" worden. Ontgaat ons de bedoeling dan
al niet: het is toch wezenlijk te bizar, dit
werkwoord. Overigens is Baekelmans' ver
taling vol schoone plaatsen.
De stijl van Eekhoul is döorzoden van het
mystische element dat in heel zijn werk leeft.
Dit is nu eenmaal niet aan te wijzen! Er
leeft eene hevige kleur in zijn woorden, die
onier den eenvoud gloeit. Zijn rhythmen
j sleepen dikwerf, aarzelen, om dan in een
hevig accoord plotseling uit te slaan. Er
komen dikwerf redeneeringen, uitweidingen
in voor, die de diepe bedoelingen slechts vaag
schijnen te kunnen benaderen. Deze stijl is
een geestelijk geheel, kortom, vol leven en
zonder de opzettelijke plastiek, die bij het
wezen van de taal niet past.
DIRK (.'UI-TER.
li Heinrich von Ofterclingen, He deel,
late hoofdstuk.
BERICHTEN.
Van H. G. Wells zullen dit jaar, behalve
het de vorige «reek verschenen New worlds
for old, dat een antwoord tracht te geven
op de vraag Wat is socialisme?" nog twee
boeken het licht zien. Het eene dat onder
den titel The war in the air in The Pall Mail
Magazine verschijnt, geeft een merkwaardig
proefje van deverwoestendekrachtwelke.de
ontwikkeling en oplossing van het
luchtscheepvaart-vraagstuk ons zeker" brengen zal; het
andere dat getiteld is Tony Bungay, zal even
eens eerst in een tijdschrift verschijnen en
wordt, naar men zegt, door Wells als zijn
beste werk beschouwd.
De Djuce-zaak is het onderwerp van den
eerstdaags te verschijnen nieuwen roman van
Arnoïd Bennett.
Den I9en dezer verschijnt van Otto Ernst,
een vervolg op Asmus Sempers Jugendland
onder den titel Seinper der Jïmg ing. De eerste
oplage is al reeds geheel uitverkocht.
Te Parijs is dezer dagen een tot nog toe
onbekend tooneelstuk van Honoréde Balzac
ontdekt. Het is een blijspel dat den titel
Ecole de mariage draagt, is slechts als
tooneelmanuscript gedrukt geweest. Binnen enkele
weken zal het in een der kleinere theaters te
Parijs worden opgevoerd.
Dc?n lOen Maart is het eerste deel ver
schenen van den nieuwen druk van The
dictionary of National biography. Het werk
zal compleet zijn in 22 deelen, waarvan elke
maand een deel het licht zal zien, zoodat
het laatste deel in December 190!» aan de
inteekeDareu zal worden geleverd. De uit
gave zal, wat betreft letter en formaat, gelijk
zijn aan du eerste uitgave; de fouten daarin
zulien echter worden verbeterd en de
bibiiogiaphiën bijgewerkt. De prijs is per deel, ge
bonden in i innen 10.50, alzoo een derde van
die van de orig neele editie.
liet YVaiisch Letterkundig Genootschap te
L'jiïheeft de uitgave ondernomen van een
woordenboek van het Waalsch dialect, zooals
het .11 de provinciën Luik en Luxemburg
wordt gesproken.
Van Upton Sinclair, de schrijver van The
Jungle, verschijnt binnenkort een nieuw werk
The Metropolis geheeten, dat een scherpe,
ernstige ianklacht bevat tegen de verdorven
levenswijze van een deel van de rijkste be
volking v AH NdV-York.
Van profe-sjr Joseph Bcdier, die als zoo
danig wijlen G.iston Paria aan het College
de i'rance is opgevolgd, zal deze week bij
Hono: 6 Champion het licht zien Lfs légendes
piqves: Recliefchcs sur laforrnation 'les chansons
de ot'fte ; Lf cycli de. Guillaume, dOrang^. Met
uog twee of drie deo'en, waarvan er een in
April zil verschijnen, zal dit belangrijke werk,
waarin aüe heldendichten van Erankrijk in de
middeleen w en r/.ijn opgenomen, compleet zijn.
De uitgevers Morks & Geuze te Dordrecht,
hebben ter perse ; Reisboek 1908. Handleiding
voor allen, die Nederland willen leeren ken
nen. iitalogii-< VPII reisgi Isen en kaarten,
plattegronden, l n:el- en penfiongidsen, adres
boeken, albums, re: s A'ijzers enz van Nederland.
Met eene bijdrage: Hoe uien in de!7eteuw
ons vadVisu'l 'icreisde.
Het Tijd-chr;f' voor Wijsbegeerte zal van
af den tweeden jnartrang tweemaandelijks in
plaats van dtismaaud-lijkëworden uitgege ;en.
NIEUWE UïTGAVm
Tabel der lasgMe en hoojMe koersen van
alle ter Amste-dvnRc'^r Beurze genoteerde
fondsen in het jaar 1907, voorafgegaan door
beschouwend overzicht van het jaar 1907.
Uitgave ran De Nederlandsche Financier,
dagelyksche Beurscourant, Amsterdam.
Moment-opnamen. Drie novellen voor jonge
dames, door Lux. Beverwijk, J. S. Hoek.
Uit n pen. Novellen en Schetsen, door
JÜSTÜS VAN MAURIK Jr., 6e druk. Amsterdam,
Van Holkema & VVarendorf.
De Oprechte Haarlemsche Courant en Michicl
Adriaensz. de Suyter, overgedrukt uit de
Oprechte Haarlemsche Courant van September
1907 tot Januari 1908. Haarlem, Joh. Ensched
& Zonen.
Levensvragen", serie II, No. 7. liet
huwelijksvraagstuk, door GABKIELE REUTER, bewerkt
naar de zesde oorspronkelijke uitgave, door
VKOUWKE, Baarn, Hollandiadrukkerij.
Middel Nederlandsch handwoordenboek, door
J. VERDAM, proefafl. Den Haag, Mart. Nijhoff.
De geestelijke en lichamelijke opvoeding van het
kind, a.'l. 9. Amsterdam, H. Meulenhoff.
Inhoud van Tijdschriften.
Di Nieuwe Gids, afl. 3: Beweging, verschijn
sel en leven in de natuur, door G. J. P. J.
Bolland. Spreuken, door G. J. P. J. Bolland.
Blijmoedig leven, door M. H. van Campen.
Pathologieën, door J. L. de Haan. Verzen,
door Plaaschaert. Verzen, door E. B Koster.
Parijeche indrukken, door R. van Genderen
Stort. Oude booten, door Jeanne Reyneke
van Stuwe. Go l en Geest-, door W. Kloos.
Litteraire kroniek, door W. Kloos. ?
De Vlaamse/ie Gids, No. 5 en 6: Leven in
't verleden, door August Monet Een blik
op de ontwikkeling van de schilderkunst in
Zuid-Nederland van 1800 tot nu, (slot).
Verzen, door Pol de Mont. Aubrey
Beardsley, door Aithur H. Corne te. De Vogees
van Pieter Lanchals, door Me iard Vcrkest.
Over kogelbliksems, door C. dejans
Gerhard Hauptmann en de verzpnken klok, door
M.iurits Saboe. Engelsa letterkunde, door
M. Basse.
Vrage'i i-anden Dag, afl. 3 : Evenredige ver
tegenwoordiging, door Anna Polak. Gezan
gen raast Psalmen, door J. Herman
Kiemersma. Eene bladzijde uit de geschiedenis der
Ned. Hervormde Kerk gedurende de eerste
helft der XIX eeu«", (slot). Weerprofeten in
de lieren wereld, door dr. Friedrich Knauber.
Historisch overzicht van het jaar 1907, door
Dumesnil, Van Maand tot Maand : De
kampong der Papoea's van Zuidelijk NieuwGuinea,
Het Huis Braganza in Portugal. ' " '
Kieuw Vrouwenleren,M.aanöbli\d voor Dames,.
No. 3 : On<e prijsvraag. Naar aan'eiding van
den open brief aan generaal II. P. Siaal, door
Marcellus Einants. Sociale aar
uelegenhe<jen- De O. V., door W.Wijnaendts Francken
Dyserinck. Het onderzoek naar het vader
schap en do rechtspositie van het onechte
kind, door A. Mol!. -- Van Maand tot Maa.nd,
door J. P. J. Gerritse. Boek.?iuieuws:
Augusta de Wit: liet dure moederschap, door
de Redactie. Heraldiek. Cosmopolitieche
caramels. Feuilletor. Britf uit Xew York.
Tijdshr'.fi voor Wijsbegeerte, Ie afl.:
Aesthetica, stelsel der schoone idee, door Juliusde
Boer. Kantteekening op Ar'stoteles, door
mr. dr. W F. Kaiser en dr. J. A. Vollgraff.
Het uitgangspunt der lev( n<leer. door dr. J. D,
Bierens de Haan.
(Zie vervolg op pag. 10.)
i u luMMiiniiiiii'uiiiiiiii iiiiiiiiiiiimiiii niniiiiHiMiiMiiiiiMniiiMitMiiimmiiiMiiuiiiiiiiMiiimiiimiMHiiiiiiiimiii
GRONINGEN"
model 1908 met
O versnellingen
GLD.
UM'KZAA.fl.
20 a 30 ld. besparing bij aankoop.
Franco levering door liet geheele land.
MAGAZIJNEN: AMSTERDAM,
Nassau
kade 500. ARNHEM, Bakkerstraat 5. 's
GRA
VEXHAGE, Spui 45 en Reinkenstraat 121.
GRONINGEN, lieereweg fcö. LEIDEM,
Bree
straat 80. MIDDELBURG, Lange Delft 19.
ROTTERDAM,\VestNieuivlandl6.UT RECHT,
Neude 12.
heeff sedert l'JO jtta>' eetie
otiicankell/are repululie foor abaulufe
zuicerlieiil en kwaliteit, ^rr<taf|t
inren icijnliandelaar naar
/iroefflesse/ieit.
Prijzen ran ? 2.5O tot ?8.5O.
Gf.nerital-Aije-iilen:
Koopmans & Bruinier, Amsterdam.
BOUWT te NUNSPEET
op de VELUWE.
Inlichtingen bij de Vereeniging Kantoren
voor Vaste Goederen in Nederland te Nunspeet.
Normaal-OnilerWeedin
van
Prof.Dr
Eenige
Fabrikanten
W.BengGrSöhne
Stuttgart
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstr.157
K. F. DE USCHLE-B ENGER.