De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 5 april pagina 7

5 april 1908 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1606 D .K A M STERDAMMER WEEKBLAD VOOR N EU KR L AND. Klotz. De Waal by Zal t Bommel. La Fargue. Binnenhof, omstreeks 1780. TUD prenten, Meaiup en oude Ou I-Nederland" is betiteld de veiling door ?Fred. Muller & Co., in de Doelenstraat, te .houden rap 6 tot 10 April. Een veiling van dez« firma is akijd belang wekkend, onverschillig welk artikel" er zal verhandeld worden. De catalogus is een lyvig boekdeel, ze bevat 2038 nummers en'k moet ?flieiljjk zeegen, 'n oppervlakkige inzage van -dezen eindelóozen Ijjsf topografische curiositeilen, portoetten, boeken etc. animeerde me zeer matig tot het geven van een bericht er ?over. Enkele afbeeldingen ter illustratie van ?dien dorren tekat (een. respectabele arbeid intnsschen) garen, eeo vat gunstiger dunk van de genietbaarheid dezer verzameling, die nog versterkt werd door een inspectie zeer in 't a) gemeen e natuurlijk van die stapels oude bedrukte -'< n 'beteekende papierbladen. OudNederland" is nader aangeduid als Plaatsbe schrijving, Plaatsafbeelding, Plaatselijke geBchiedenis,gerepresemeerd door kaarten, plat tegronden, stads en (lorpsgezichten.portretten, 8tedfibeacb.ru vingen, pamphletten, famitiepapieren, genealogiën, gealachtswapens, enz. Kaarten en plattegronden; iemand, die rich die voorstelt naar de tegenwoordige exemplaren der drukkunst, zal, zoo hij geen bijzondere intéresse heeft van den historisch. topografischen kant of rariteits-waarde, daar voor tamelijk onverschillig sija. Daar zga er bier echter verschillende, die ?esthetisch genietbaar zy'n, die een behagelykheid zijn voor het oog als proeve van kloek graveerwerk en kernachtige kienrdruk. Ik zag o.m. een landkaart van Friesland met wapens van verschillende steden, zoo ry'k'en krachtig van .kleuraspect, dat i?m£n ^je ala^een schilderijtje ?? aün 'é4n wand cou villen hangen. Een ander Begchrijvmghe van de zee custen van -Oost Vriesslandt", uit 1583, deed me de opmerking maken dat dezeoud-hollandschekunst van kienrdruk iets van de sen satie geeft eener japanscbe prent. De atlas van Blaeu die omstreeks 't midden der 17e eeuw gedrukt werd, geeft daar naast reeds in dien tijd een teruggang van kungtwaardig gehalte, op dit terrein te eonstateeren. De inhoudsopgave, verwij zend naar de plaatsen, waarop een en ander betrekking heeft, vormt welhaast een lyst van den omvang uit een reisgids. Al die documenten, in ver schillenden vorm, voor de ge schiedenis en het voormalig uitzien eener stad of van een ?dorp, voor de zeden en gewoon ten, vormen een voorraad, ?waarin naar alle kanten, "als voor ieder wat wils, e«n greep valt te doen. In 't bijzonder echter zjj hier, naar aanleiding der nevengaande reproducties, nota genomen van teekeningen en prenten, die naast hun topografische beteekenis, ook van artistieke waarde zyn. De zeer uitvoerige en zoo kennely'k uiterst getrouwe t eek ening van Middelburg, door Het is een niet belangrijke tentoonstel ling. Er is niets dat schokt, noch door heftige leelijkheid, noch door macht. De teere over reding van de schoonheid wordt ganschelijk hier gemiat. Het is eigentló'k, zoo ly'kt het mij het meest juist uitgedrukt, een nieltzeggendt tentoonstelling. Van de dingen die dan hier te noemen nog overblijven vermeld ik: Anna Abrahams, met een stilleven van 5 appelen etc., niet vol-op in haar goede kleur; het ry'pe koren van Breman; Buisman depot met rozen (witte en roode in een groene gemberpot)-, Coerts avond (behalve juist de lucht). Het onderste deel van dit schilderij bevat eenige fijne kleuren. Aan het Hek van P. Franken is een schets van een koe staande tegen het hek en bij verre te verkiezen boven de weeke, dikke, romantiek van zijn winteravond. A. M. Gorter's Beekje is hier "niet slecht. De twee Hart Nibbrig's zijn niet van zijn. gelukt werk. In Bhenen hindert buitengewoon de boom in den bo renlinkerhoek. Heyenbrock's werk uit de Industrie", mist de noodige vormende kracht; zy'n figuren zy'n zwak; in No. 23 is het licht in het bovendeel der ruimte het beste. Het stilleven van Ives Browne de opgesneden Granaatappels (een oude studie) is aangenaam van dofie kleur. A. H. Koning's oudejkerk is, als immer en immer, frisch maar onverzorgd van bouw en als bouwsel. Eiz. Koning's Grijze dag heeft iets als toon maar is veel malen te Ie ?enloos. Het gebed voor den eten van mevr. v. Thol Ruysch is veel onbeduidender dan het stilleven met de roze-bruine kip dat ze op Jan van der JHeyde, (de uitvin Ier van de slangbrandsp liten voor wie't nog niet weten mocht) is er een der voornaamste siera den ?an. De teekening is gekleurd in waterverf en gely'k bij zy'n schildery t j es, in al zijn minutieuse cor rectheid en verzorgde uit voering, als de samenvoe ging van een overvloed van kostelyke détails tot een gaaf en rustig geheel. 't Is me altijd nog ver wonderlijk, dat een zoo compleet werk van een zeventiend'eeuwsch mees ter, omdat het in waterverf is, en ondanks zijn hooge zeldzaamheid, zoover in handelswaarde by de schil deryen achter moet staan. De teekening va D Breughel (de Fluweele) een gezicht op Delft is een en al lynwerk, maar hoe scherp en veder-fijn. De preciesheid in zy'n schilderijtjes, zy'n sta Ishavens en riviergezichten met veel schuitjes, is hier tf ederder. Valentijn Klotz, die hier dit pittig en fijn aangewassen teekeningetje, tevens zoo aantrekkelijk van compositie, van Zalt-Bommel maakte, is uit hel ge zelschap van C. Huygens en ?: Jelgerhuis. Ooaterhoof Jpoort te Rotterdam, omstreeks 1800. J. de Grave, die met hun drieën Prins Willem III ver gezelden op zijn tochten door Brabant. Zjj namen alle mooie punten van streken en steden op" en hebben daarmee een belang rijke collectie van topogra fische teekeningen ons nage laten. Intusschen hebben zy' meer gedaan, en in hun werk doen blijken over welke mooie kwaliteiten teekenaars uit dien tijd van mifcder bekendheid beschikten. Zoo doet ook de trijtteekening van Saftleven opmerken, dat hy in zijn sehettwerk, als studie direkt naar de na tuur, losser van behande ling was dan in zijn wat stijve schilderijtjes. Maar vooral dan ook uit de 18e en begin der 19e eeuw, zien we hier weer in verschil lende teekeningen, dat de eigenschappen van zoo velen in de opgemaakte schilde ryen, niet en train mochten komen. Men zie hier byv. het boeiend teekeningetje van Jelgerhuis, voorstellend de Oosterhoofdpoort te Rotterdam, begin 19e eeuw. Het Binnenhof te 's Gravenhage omstreeks 1780, door La Fargue, kan naast de J. v. d Heyde. Dam téMiddelburg 1687. Pulchri juist had; het stilleven van J. A. Versteeg, de Zeevogels wordt door de glim lichten totaal uit malkanderen gegooid; te noemen is dan ten slotte het stilleven Kris sen van D. Schafer. Verschillend van deze dingen is het Sprookje (uit 1908), door P. C. de Moor. Het is een fiouwe figuurtje, zittende op het gras met een witte jurk aan bij een sloot vol water planten. Er is in dit, aangenaam als stof zynd werkje, getracht naar dingen van kleur etc. die hy in een ander werkje, nymph op rota-, mijna inziens meer bereikte. Het verband is niet voldoende ia het ge heel: ge kond t zeggen: het is te weinig phantagie of te veel natuur nog. PI.T. Het graf yan Belazer Better. Reeds meermalen heeft men zich tot mij gewend om inlichtingen omtrent het graf van Balthazar Bekker, die volgens de over levering in de overoude kerk to Jelsum te ruste moet zijn gelegd. Doch telkens moest ik de vragers teleurstellen, omdat omtrent genoemd graf alhier geen enkele aanwyzing is te vinden. Temeer te betreuren is dit voor hen. die zich gedrongen voelen den beroemden voor vader de eere te brengen, die hem toekomt, door een gedenksteen te plaatsen op de plek waar z}jn gebeente is bijgezet. Ea zoo blijken er velen te zijn. Geen wonder, immers Bekker is een persoon van invloed geweest, en zijn invloed is niet beperkt gebleven binnen de sage grenzen der theologie. Zijn Betooverde Wereld" heeft belang gehad voor het maatschappelijk leven in den ruimsten zin. Het heeft wel niet het bijgeloof die oorzaak van veel angst en waanzin, wreed heid en bedrog, - geheel weten uit te roeien, maar door dit boek is despokerij zijner dagen, toch in vele gevallen ontmaskerd geworden. Door redelijke verklaring van allerlei angst wekkende verschijnselen heeft hij aan vele vreesachtige naturen kalmte en rust weer gegeven. En vooral hier in Friesland, waar het geloof aan tsjoenery" zulke ontzettende afmetingen had aangenomen, heeft zijn boek nog lang en lang na zijn dood een weldadige werking behouden. Doch niet allén in het bekampen van het bijgeloof bestaat de beteekenis van desen verdienstelijken man; ook door het bevor deren van verlichte godsdienstige kennis heeft bij tydgenooten en nageslacht stof tot dankbaarheid gegeven. Onverschrokken heeft hy de Cartesiaangche svjjgbegeerte tegen de aanvallen der kerkelijken verdedigd. Zijn persoon wordt ons geteekend als n-en-al zelf standigheid; hij begeerde niet met eens anderen maar slechts uit eigen oogen te zien, en heeft daarom menigmaal tegen den stroom moetea oproeien". Doch bang was hij hier voor niet; hij die den Duivel in eigen per soon dorst aanvallen, liet zich niet ver schrikken door de kerkelijke heeren zijner dagen, hoe grimmig en bar die er ook uit zagen. Als slachtoffer zijner overtuiging ia hij gevallen, afgezet door de synode van Alkmaar in 1693. By zy'n leven door velen geëerd, maar door de meesten van zijn tijdgenooten mis kend en verworpen", zegt prof. Reitsma, heeft eerst het later geslacht zijn verdienste en beteekenis weten te waardeeren". De beweging, die in den laatsten tijd weder gchijnt op te leven, om een gedenk steen voor Bekker op te lichten, is niet nieuw. In den Frieachen Volksalmanak van het jaar 1838 (dus thans zeventig jaar geleden!) komt een artikel voor van den bekenden Frieschen historicus Wopke Eekho.fi waarin we o. a. het volgende lezen: Door vereerenswaardige mannen als de heeren Scheltema, Wielinga Huber, Arend en anderen, die in de laatste jaren de ver diensten van Bekker openlijk en naar waarde gehuldigd hebben, is de wensen geuit, dat Friesland eenmaal hulde moge bewijzen aan een zijner voortreffelijkste inboorlingen, aan een der grootste mannen van Nederland, door het stichten vaa een eenvoudig gedenkteeken ter zijner eere. Voor veroveraars, die geesels der volken, zeiden zij, heeft de dwaasheid der menschen praalgraven verspild, terwijl men tevergeefs zoekt naar de plaats, d'e het stof van den waardigen held der deugd bewaart". Maar, voegden zij er bij, gij behoeft, edele verde diger der waarheid, ook geen gedenkteeken, waarmede zoo dikwerf de trotschheid van den erfgenaam de schijnverdiensten van een onwaardigen poogt te vereeuwigen. Gij hebt u zelven door uwe verdiensten eene eerzuil gesticht, welke de eeuwen trotseert, en die zoo onvergankelijk is als de deugd; verteekening van Jan van der Heyde doen uit komen het veiscbil in den geest van nauw gezetheid en wat daarbij door de warmte der intentie de uitvoering bezield doet worden. Daarom U deze wel onberispelijke, maar naast van der Heijde wat tamme toekening van La Fargue, weer bovenal belangryk als plaatsbeschrijvend document. Zuiver topografische teekeningen zyn in het oeuvre der zeventiend'ceuweche schilders niet zoo veelvuldig als by hun nakomelingen uit 1800 en begin 1900. Van twee zeer vroege zeventiend'eeuwers echter, E. van de Velde en C. J. Vigfcher, zag ik hier series's etsen Landschappen nae 't leven geteeckent wel der vermelding waard. Vooral uit de reeks van den laatste zijn er prentjes van een klaarheid en krasse uitdrukking, die de gevoeligheid van een ets aan het sterke karakter eener gravure verbinden. Onder de teekeningen is vooral ook op te merken de 8t. Bavo van binnen, te Haarlem, door Saenredam, met zy'n strakke pare teekening, eflene helderheid van toon en sobere kleur, ietwat nuchter doch vol intimiteit, waarmee deze meester zoo by' uitstek de schilder vaj» protestantsche kerken is. Dan nog zyn onder deze rubriek der catalogus namen te noemen als Van der Ulft,Haekaert,Roghman, Waterloo, De Beyer, Bnytenweg, etc. Maar om nog eren op andere belangwekkendheden te wijzen, van kunst waardigen aard, vermeld ik de afdeeling Manuscripten en drukken nit de 16e en L6 eeuw. Want daar zijn verschil lende kostelijke en zeldzame boekjes bij, ver sierd met zeer mooie houteneden, al en niet gekleurd, prenten die in hun primitieve beeld spraak een zoo moeielyk verklaarbare aan trekkingskracht uitoefenen. De merkwaar digste uitgaven zy'n, geloof ik, die uit Gcuda en Leiden. Op de afdeeling boeken kan ik niet ingaan, maar van be lang i s de serie autographie, handschriften en brieven van Nederl. dichters, midden XXIe eeuw. Welk geschikt materiaal is, 't zy in 't algemeen gezegd, niet te halen uit de Correspondance's" voor diepere stu die der letterkunde uit zeker tijdvak, gelijk studie's en schetsen, zoo aanmerkelijk kunnen bijdragen tot voller kennis der schilders, vooral uit de 18e en begin 19e eeuw? En met de aanduiding van dit een en ander, als van 't merkwaardigste uit den grooten voorraad, besluit ik nu maar de vermelding van deze eigenaardige veiling. Kijkdagen zy'n .van 4 tot en met 6 April. W. STEBSHOFF. inntiitniinttinniniiii diensten, die ook dan nog zullen geëerbiedigd worden, wanneer de vernielende stroom |des tijds de praalgraven van marmer en arduin zal verdelgd hebben."" Maar ofschoon Bekker en zy'ne verdiensten geen gedenkteeken behoeven, wij, zy'a er kentelijk nageslacht, wij behoeven het, om onze vereering aan den dag te leggen en om zijnf nagedachtenis ook bij de volgende geslachten in eere te houden. Zoolang dus gezegde hoop niet verwezenlykt wordt, zou welligt niets gepaster zijn, dan dat een zijner vereerders tegen den koormuur van de kerk vaa Jelsum een eenvoudig bord of gedenk teeken, op de wijze als ei in -de Akademiekerk van Franeker gevonden worden, mogt willen plaatsen, waarop het volgende of een soortgelijk opschrift 's mans rustplaats duur zaam zoude kunnen aanwijzen en zijne ge dachtenis vereeren: Aan den voortreffelijke* Dr. BALTHAZAB BE K K EB dien de menschheid als een harer grootste wel doeners vereert, schonk deze kerk de Rust, waar van zijne tijdgenoolen zijn werkzaam leven be roofden. Hij wa» het, die de eer des Allerhoogtten onder de mmschen herstelde, door hen van de ?vrees voor de werking van booze Geesten te be vrijden. Dat eene dankbare, nakomelingschap nimmer ophoude zijne verdiensten te vereeren en zijne nagedachtenis (ook door dit gering aan denken) in zegening te houden. Hij werd geboren te Metslawier den 20 Mei 1634. Hij overleed te Amsterdam den 11 Julij 1698. Op Hinnemci'State te Jelsum scheef hij een groot gedeelte van tijn beroemd werk: De Be toverde Weereld".

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl