Historisch Archief 1877-1940
No. 1607
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Sir HERKY CAMPBELL BANNERMAN,
Eerste Minister van Groot Brittanniëen Ierland van Dec. 1905?April 1908.
betreffende een zekeren Anthpny Erhar(d)t,
Hamburger van geboorte, die in het jaar
1670 in dienst trad der N. O. I. C. en te
Amboina als onderkoopman werd aange
steld schreef dr. Hagedorn, archivaris te
Hamburg, mij, in verband met het hier
medegedeelde, het navolgende:
Der Vater (des Antonius) war Eaufmann.
Am 9 Februar 1639 ha ben die, zur Annahme
der hier sich meldenden Freraden,
deputierten Herren des Rats und der Burger,
mit ihm ber seine Aufnahme einen Ver
drag abgeschlossen, und er dafürdieSumme
TOU 50 Beichstalern bezahlt.
«llllllimiMIIIIIMHlIIIHIIMIIIIIIIIIMIIIIIIimHIIIMIMIIIIIIIHIHIIIMIIIIIIIIII
Tellingen.
Oude tetktningen. R. W. P. de Vriei, Singel
146. Dit is weer eens een veiling, waarby
men zon wenschen, dat de kykdagen
ky'kweken waren. Een museum van teekeningen
is een kabinet, dat zy'n schatten opbergt in
portefeuilles, een museum van schilderyen
?exposeert die voortdurend Een welgekozen
verzameling teekeningen, die de voornaamste,
-en merk vaardigste* meest era uit verschillende
kunstty d perken venegen woordigde, zou, naast
het aesthetisch genot, misschien nog neer
?dan de schilderyen, materiaal voor vruchtbare
.studie opleveren. Denk hierbij slechts aan
Bembrandt in zy'n etsen en teekeningen,. De
tegenwoordige directie van het Prenten
kabinet schynt ook van die overwegingen
uit te gaan en streeft reeds wat in die richting
met voortdurend wisselende tentoonstellin
gen. Maar ik bedoel hier nog meer een soort
van standaard collectie uit vt-rschillende
perioden. Over veel meesters zou het begrip
grondiger en de kennis volle liger kunnen
worden; zoo velen vry-wel onbekenden zou
den daarin naar hunne werkelijke waarde
meer erkend, maar ook veel anderen die
in hun schilderyen zich niet voluit of raar
werkelijkheid toonen, zonden door teeke
ningen en schetsen beter begrepen worden.
Ik .bedoel dit voordeel nu minder ten aan
winst der kennis van vakmenscheo, nog
minder om het register op de namen van
verleden kunstenaars uit te breiden,
beter en belangrijker dan dat: om den ge
zichtskring op de kunst, en haar ontwikke
ling dóór de tijden te verruimen, in een woord
om de algemeene kunstzin te ontwikkelen
oitjjwat bij velen nog slechts een lief hebberij
in schilderijen is; en veelal zeer beperkt en
eansydig.
De eind acbtiend'eeuwers en begin
negentiend'eeuwers wel in 't bijzonder, kent men
zeer ongenoegzaam uit hun schilderijen. Ik
moet bij deze algemeene opmerkingen het
Am 10 Januar des folg:enden Jahres hat
er sodann das Burgerrecht erwurben.
Infolge des von ihm gezablten Betrages
gehorte er zu den Grossbiirgern 1). Diese
zeiehneten sich, in jener Zeit, vor den
brigen Bürgero, nicht nur durch die-
Bedeutung ihres eschiifts aus, sondern ge
nossen auch einige Vorrechte, freilich keine
politische 1). So stand man Urnen allein die
Benutzung der groszen ffentlichen Wage in
der Natie des Rathauses zu."
Had men te Amsterdam zich gedragen
naarhet Hamburgsche voorschrift, wellicht
was het resultaat, dat men beoogde,
voordeeliger geweest. Nu bleek dit al heel on
gunstig te zijn twee personen, die het
hadden gekocht"! Déliefhebberij daarvoor
was dus niet groot, doch vermoedelijk was
men overtuigd, dat het bezit van het
grootpoorterschap (alzoo verkiesbaar te zijn
voor een regeeringsambt) nog lange na
geen zekerheid gaf, ooit een
vroedschapsplaats, of ander ampt van de regeeringe"
te bemachtigen. Ja zekerlijk, in verband
met het nepotisme der hoeren regenten was
die vrees volkomen gewettigd.
Ook hier gold dus: In matters of
commerce the fault of the Dutch is giving too
little and asktng too much."
L. J. v. BEUNIKOEN v. HELSDINGEN.
Amersfoort.
1) De cursiveering is van mij.
Napoleon M de minweu.
Frédéric Masson, die vermaard is om zijn
werken over Napoleon en die een groote
vereering heeft voor zijn held, heeft onlangs
te Parijs een lezing gehouden onder den
suggestie f en titel: Napoleon en de vrouwen".
Ziehier den korten inhoud daarvan, zooals
hem de Tempt publiceert.
Wat dacht Napoleon van de liefde?
Hy°heeft het gezegd in zijn Dialogue sur
i'Amour", hjj heeft het herhaald in de Aca
démie te Lyon. Zjjn oordeel is niet gunstig:
Ik acht haar schadelijk," zegt hij, voor
de Maatfchappy, yoor het individueel geluk
der menscben; enfin ik geloof dat het een
weldaad van een beschermende godheid zou
zijn ons er van te ontdoe* en er de wereld
van te verlossen".
Dat is het antwoord dat hy' aan Des Mazis
geeft.
Hy verklaart zich nader in zijn rede te
Lyon, en wel aldus, dat hu de liefde alleen
goed vindt in het huwelijk.
Toch kan hij niet ontkennen dat de liefde
bestaat, maar haar ware vorm is het gevoel.
Dat is de band van het leven, van de
maatschappij, van de liefde, van de vriend
schap. Het gevoel bindt den zoon aan de
moeder, den burger aan het vaderland, den
mensch aan het hooger geestesleven, den
mensch aan de maatschappij, den mensch
aan den mensch; het is dus voornamelijk
door en voor het gevoel dat wy' leven.
Maar wat is het gevoel T Een zekere aan
doening van bizonderen aard, die zich hecht
aan alle gebeurlykheden in het leven en
waarvan de vrouw de voornaamste factor is."
Een vrouw," schrijft hij, is noodig voor
de bevrediging van het gevoel by' den man.
Zy is de natuurlijke gezellin, die juist daar
voor geschapen, juist daarvoor gewijzigd werd;
dat hij haar dus aanvaarde zooals zij is, haar
tot een deel van zich zelf make, er onaf
scheidelijk van worde! Laat zijn ziel zich ver
ruimen in dit andere ik. Daar zij samen sterker
staan tegenover de ongebonden begeerten
znllen beiden gevoeliger worden voor de be
koringen van het leven. De zachtheid van
de vereeniging zal de ergste smartelijkheid
van het nadenken matigen, de melancholie
teederder doen worden, aan de genietingen
afwisseling geven, het wijde gebied van het
gevoel grooter en vruchtbaarder maken."
Hoewel ze in de uitdrukkingen nog al vaag
is, ligt in deze verklaring toch een duidelijke
beteekenis: de verachting voor enkel physieke
sensaties en voor de slavernij van de vrouw.
Wat betreft de verliefdheid" waarin spaart
hy' ze?
Ziet den jongeling die aan de verliefdheid
overgeleverd is, hij windt zich op, zucht,
weent. Een verwoestend vuur doorwoedt zyn
aderen, niets kan hem tot rust brengen. Wat
wil hij? Wat heeft hij 1 Wat wenscut hy?
De wereld is voor hem terug gebracht tot
een enkel wezen, de overtuigingen komen
slechts uit n mond, het geluk schijnt
hem slechts inén vorm mogelijk. De moraal,
de deugd, de maatschappij, de natuur, het
vaderland hy is van dat alles vervreemd
want zonder plichten bestaan noch moraal,
noch deugd, noch maatschappij, noch bloed
verwantschap ; en andere plichten vervult by'
niet, erkent hy' niet, dan die van den harts
tocht."
Bonaparte was twee en twintig-jaar toen
hij dit schreef, een schuchter en arm provin
ciaal, die nog slechte Mme. Turreau en Désirée
Clary gekend had.
Wat zal er van al die theorieën worden, als
de Parisienne hem zal zy'n verschenen in de
gedaante van Joséphine de Beauharnais?
Dan zal hy gelijken op het beeld van den
verliefde dat by schetste.
Hen weet hoe vurig de brieven van Bona
parte aan Joséphine zy'n. Frédéric Masson
haalt er vele aan. Deze passage zal volstaan
om aan te toonen, dat na de liefde" ver
loochend te hebben, by nu haar gevangene
is. Hy' schryft haar, op het oogenblik dat
hij de Alpes Maritimes overschrijdt:
Vaarwel, vrouw, kwelling, geluk, hoop en
ziel van my'n leven, die ik liefheb, die ik
vrees, die mij met teedere gevoelens vervult,
die my' tot den natuurstaat terug brengt,
mij tot even stormachtige en opbrnischende
bewegingen voert als die van den dondert"
Dit deel in den brief was aan den
hartstocht gewijd (naar het schynt, met
eenige litteraire pretentie) en dadelijk daarop,
is hy zich zelf weer in een post-scriptum,
dat van den waren Bonaparte" is:
Dit leger is niet meer te herkennen; ik
heb het vleescb, brood, fourragedoengeven;
my n gewapende cavallerie zal weldra oprukken,
mijn soldaten stellen een onzegbaar vertrou
wen in mij. Jij alleen doet my' verdriet,
jij alleen, het genot en de kwelling van my'n
leven. Een kus aan je kinderen, waarvan je
niet spreekt. Pardi! dat zou je brieven ook
de helft langer maken. De bezoekers die
om 10 uur 's morgens komen, zouden het
genoegen niet meer hebben je te zien. Vrouw!"
Dit woord, op het allerlaatst no* gelanceerd,
is geen rhetorieche truc. Met zy'n verachte
lijke bijbeteekenis, is het de uitdrukking van
Bonaparte's oordeel over Joféphine. Want
het schynt, dat hy, hoe hartstochtelijk verliefd
hy ook was, zich nooit in haar heeft vergist.
Hy' bindt haar nooit aan zy'n leven, aan zy'n
gedachten, aan zy'n plannen, zy is voor hem zy'n
maltresse de mattresse die hij in zooverre
zal huldigen, dat hy aan haar positie wijding
Sir HENEY CAMPBELL-BAKNERMAN,
naar een caricatuur in de Punch.
miiiiimiiiiimiiiiiiiiiiinlliiilMiiiiiiiKiiiimïilllimiiiiiiiiHiHijiiiimji» .
geeft, toestemt in een vertoon van huwelijk
naar religieuze voorschriften. Waa zy' de
vrouw, zooals hy' haar wilde, zooals hy ze
beschreef?
Neen l
Na een poging met Mme Walewska, een
poging die verstoord schijnt te zy'n door de
politieke denkbeelden van de Poolsche, zal
Marie Louise de vrouw zy'n, die, volgens de
formule die hij gegeven heeft, het gevoel"
zal oproepen. En bier bewijst Napoleon al
weer zy'n onwetendheid, wat de vrouwen en
de liefde betreft.
De vrouw wordt voor hem eerst eerbied
waardig, heilig, de ware gezellin, de
wederhelft van den man, op den dag dat zy moeder
is. Zoodra Marie Louise het was, versierde hy
haar met alle deugden, gaf haar uit voor
intelligent, voor verstandig, hervormde de
grondwet om haar regentes te maken, ging
zoover, dat hy' zich opofferde om haar te
doen regeeren met haar zoon.
Denzelfden dag waarop hij wist, dat zij hem
verlaten had, tracbte hy' zich te vergiftigen.
Hoe Marie-Louise zulk een vertrouwen
beantwoordde, vertelt de geschiedenis van
het keizerrijk ... van de vrouw die haar kind
verliet!
Wat het gevoel" betreft, kende zjj, even
als Joséphine, geen ander dan het bewustzyn
geprofiteerd te hebben van de onverwachte
voordeelen eener exceptioneele fortuin.
En deze man, die zich een zoo hoog denk
beeld van de liefde maakte en de vulgaire,
banale liefde, de liefde van de zinnen alleen,
veroordeelde, werd zelf nooit bemind.
Dit ia de conclusie van Frédéric Masson:
Het exceptioneele wezen dat hy geweest is,
was door het intellect te hoog geplaatst en
tegely'k te zeer naar binnen gekeerd om bij
de vrouwen die hem naderden, gevoelens
van teederheid, toewijding of begeerte te
wekken. Hy had van de vrouw genomen
IIIHIMIIIIIHMMIMIIHIIIIIMIIIIIIIIlmni
' ' te
V 5j
Prélude de Nina, door Cbaponnier, naar Boilly.
Gezicht van den Munttoren. Gekleurde prent uit het begin der 19e eeuw.
verslag over deze interressante veiling staken.
Wil men nadere inlichting van wat er al
zoo aan bijzonders ie, dan som ik hier nog
even heel in 't wilde 't een en ander als het
voornaamste op: Asselyn, Averkamp,
Berchem, Bilders, J Breughel, M. Cock, dn
Jardin, (wat 'n verschil in teekening naast
hun schilderijen met Asselyn), Dusart (deze
openbaart zich ook meer in zy'n teekeningen),
Van Dy'ck (twee heel mooie, waarvan er een,
Susanna (?) even rembrandtiek is), De Geijn,
Glauber, Goltzius (de satire vooral), Van
Goyen (natuurlijk), Hulswit, (een Hobbema
is niet veel beteekenend), Justm v. Huysum,
Keyrinx, Pb. Koninck (met deze teekening
voor oogen, kan men er wel sommigen van
Bembrandt op zijn naam gaan zetten), Molyn,
Raphael (een studiekop vooiCarton misschien),
Bembrandt met twee stuks, waarvan de Oos
terling me de minste en Diana en Caligto
de beste lyken), en (vermoedelijk) Aart de
Gelder met n Ecce Ho DUO, Boghman (twee
zeer mooie van dezen ongelijken teekenaar
en vriend van Bembrandt), Buysdael
(tamelyk), B. Sa 'ery (uitmuntend), E. v. d. Velde
(krachtige copie naar Dürer), D. Vinckeboons,
Vroom. .. .
W. STEENHOFF.
Jan de Beyer. Gezicht op de Groote Markt te Haarlem.
Jan de Beijer. Gezicht langs het Bokin.