De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 19 april pagina 5

19 april 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

Na 1608 DE AMSTERDAMMER W E E K B L A D V O O B NEDERLAND. VOOÏ3 DAMES. LIBERTY O R l E N T A L DEPARTMENT WE RECEIVED A LARGE CONSIGNMENT OF QUITE INEXPENSIVE RE AL PERSIAN RUGS 95 x 5O cM. 12O x 90 cM. 25O x 15O cM. FROM FL. 9.75 FL. 3O.FL. 40. AND VARIOUS OTHER SIZES FREE INSPECTION INVITED SELECTION SENT ON APPROVAL tkm f?T"-» O f*/*\ LE">: METZ&CÜAM LEIDSCHESTRAAT STERDAM SOLE REPRESENTATIVES IN HOLLAND eD.OnsHnis'1 te Botterdan]. Zaterdag 18 April, dus de dag dat dit blad in handen der lezers komt, zal te Rotterdam de eerste steen-legging plaats hebben voor den bouw van het nieuw te stichten Ons Huis" te Rotterdam. Er sojn eenige redenen, waarom aan deze gebeurtenis een enkel woord gewijd mag worden. In de eerste plaats om de eigenaar dige wijze waarop deze tot-stand-koming in iyn werk gaat, in de tweede plaats, met het oog op de belangryke taak die deze stichting, die de grootste zal worden in haar soort hier te lande, in Rotterdam zal hebben te ver vullen. Wanneer ooit de schenker eener stichting van louter en algemeen erkend gemeenschap pelijk nut een byna ongeloofelyke beschei denheid heeft in acht genomen, een beschei denheid die waarljjk sympathiek is omdat het karakter dezer stichting er des te meer waardevol om wordt, dan is het werkelijk wei in dit geval! Hoe toch is het in zijn werk gegaan? Op een goeden dag kregen een aantal Rot terdammers, mannen en vrouwen, van wie bekend was dat ze zich over de moreele verheffing en verstandelijke ontwikkeling der arbeiders-klasse interesseeren, een uitnoodiging van den heer Toni s, den thans afgetreden directeur van One Huis" te Amsterdam, roor eene conferentie. , Daar, deelde de heer Tours hen mede, dat een vermogend Rotterdammer een kapitaal van eenige tonnen beschikbaar stelde om pok in dexe stad een Ons Huis" te stichten, in den trant der stichting te Amsterdam, maar verder naar de bijzondere eischen der Rotterdamache bevolking. En het kapitaal was voldoende om de inrichting op zoo ruime schaal te vestigen, als men, redelijk gespro ken, slechts wenschte. Maar de schenker had het voornemen te kennen gegeven, zélf geheel buiten de bemoeiïcg te big ven. Zyn naam werd niet ge noemd, niet alleen, maar ook geen den geringsten invloed op de wijze waarop de stichting haar taak vervullen zou, wenschte hij voor zich te reserveeren. De heer Tours zon hem ver rangen, en deze zon slechts, met zijn rijke ondervinding op dit gebied, als ad viseur optreden. De ter conferentie uitgenoodigde personen vertegenwoordigden alle kringen in de stad; liberalen en katholieken, anti-revolutionairen llllllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIMHIIIII UIT DE NATUUR. CCLXVUI. Paaschbloemen. Het is wel vreemd, dat er in ons land geen enkele plant den officieelen naam Paaschbloem draagt. Het woord Faaschbloem komt zelfs niet voor in de bekende lyst van Nederlandsche Plantennamen, die in 't vorige jaar door een commissie is vastgeteld en uitgegeten. Wel zjjn er hier en daar in het land bepaalde bloemen als Paasch bloempjes aangeduid, zooals blykt uit het Woordenboek der Neder landsche volken amen van Planten, dat door H. Henkels is bewerkt en onlangs is verschenen; maar zoo algemeen, dat bovenbedoelde com missie, waartoe ook ik de eer had te behooren, er het recht door kreeg, bij den jongsten massa-doop een bepaalde plant den naam Paasch bloem te schenken, werd nergens een plant of plantje aldus genoemd. Nog het meest zou het madeliefje er voor in aanmerking gekomen zijn'als het niet even vaak Pinksterbloemeke werd geheeten; en bovendien dit Meizoentje" laat het heele jaar door zy'n sterretjes blinken, die net als echte sterren, tegelijk zonnetjes zijn. Toch zijn er heel wat Paaschbloemen, althans dezen keer met een late Paschen. Juist nu is het voor de wandelaars nog te doen, op de afzonderlijke bloemen te letten, veel beter dan met Pinksteren, als zoo wat alles bloeit. In deze week heeft haast ieder althans n een vrijen dag, en besteedt dien in den regel als 't weer mee werkt, aan een wandeling door boseh of veld. Wie oogen voor bloemen heeft en lust heeft ze bij name te leeren kennen, heeft er nu nog gelegenheid voor; over een paar weken valt de massa wel meer in 't ooi?, maar ook de verscheidenheid is dan zoo veel grooter, dat het leeren onderschei den veel moeilijker is geworden. Wat nu bloeit, is nog te tellen, 't Ia er mee als met de vogels (vandaag zijn fitis en nach tegaal hier aangekomen) wie er wat van weten wil, moet de studie beginnen in 't jaargetij dat men niet overstelpt wordt door kleuren en zangen. Van de vrnchtboomen bloeit er nog maar een enkele, 't moet bijzonder meeloopen met het weer, als Paaschmaandag de pereboom zijn sneeuwen hloemenuiantel omhangt; wel staat er een enkele vroege bloeier dik in knop, maar de meeste hebben nog een week warmte noodii? voor ze ontluiken. Ook de kersen wachten nog een beetje; wel zal een vroege pruim het met Paschen kunnen klaar en vrijdenkers, r echt «geleerde a en in indnstrieelen, sociaal-democraten, vrouwen en mannen. Z\j werden uitgenoodigd, zich te vormen tot een Vereeniging", die geenerlei financieel offer behoefden te brengen, aan contributie, donatie of dergelijke, maar die, op de wijze zooals zij het beste achtten, het beheer der stichting op zich hadden te nemen, en hadden te zorgen, dat zy aan haar doel beantwoordde. Alles was dus in staat, om een vruchtbaar samenwerken mogelijk te maken, en deze is dan ook tot stand gekomen. De bij Kon. Besluit van 15 Juni 1907 goed gekeurde statuten stellen als doel: de bevor dering van den omgarg tusschen de verschil lende kringen der samenleving, en van de volksontwikkeling"; en zij wil dat doel be reiken door aan personen van beiderlei kunne gelegenheid te geven tot ontwikkeling, en hun ontspanning en kunstgenot te verschaffen". By het streven.naar het doel der Vereeniging wordt strikte onpartijdigheid in acht genomen ten aanzien van staatkundige en godsdienstige overtuigingen". Het aantal leden der Veieeniging bedraagt hoogs tens 50, die, nadat thans voor het eerst de Vereeniging i* gevormd, telkens verkregen worden door vrijwillige keuze door deleden zelf. Aan het hoofd der Vereeniging staat een Bestuur dat de leiding beeft van 't geheel, bijgestaan door Commissiën van advies. Na tuurlijk zal de dagelijksche leiding berusten by' den directeur, die intusschen nog benoemd moet worden. Zoo is in alles de meest strikt e onpartijdig heid in acht genomen, alle op-den-voorgronddringen van bepaalde menschen is vermeden, en heden, nu de plechtige eerste steen-leg ging geschiedt, zal men aan den schenker hulde brengen zonder te weten wie hij is. Deze wy'ze van schenking mag men noemen een voorbeeld van bescheidenheid, die aan de alzijdigheid der stichting, en aan het ver krijgen aller samenwerking voor het doel, in hooge mate bevorderlijk is. De bladen hebben over het bouwplan reeds vroeger verschillende bijzonderheden mede gedeeld, en tot beschrijving er van zal ook nog ruimschoots tijd zijn, wanneer in den loop van het voorjaar 1908 de stichting gereed zal zyn. Het huis komt te staan aan de Gouvernestraat, te midden eener dichtbevolkte arbeidersbuurt in het Westen der stad. In een groote stad blijkt van een stichting als deze steeds voornamelijk door de bevolking der omliggende straten het meest te profiteeien, maar reeds wanneer de duizenden werklieden en hun huisgenooten van de straten die aan Kruiskade en Binnenweg uitloopen, er een bron van ontwikkeling vinden, zal het doel bereikt zijn. En inderdaad er zal vél werk voor die stichting te verrichten zijn l Mér dan n onzer groote steden, heeft Rotterdam eene arbeidersbevolking die door den veelvuldigen ruwen arbeid die zij als Havenstad biedt, zélf ook tot ruwe gewoonten neiging heeft. En de talrijke categorie van ongehuwde vrouwen die op fabrieken hun brood ver dienen en wier arbeid des avonds 6 a 7 uur ia geëindigd, deel en met de mannen ten zeerste die eigenschap. Een stichting, waar vrouwen en mannen, ongehuwden vooral, maar gehuwden ook, een huis vinden; waar ze zich intellectueel kunnen ven ijken; waar den jonge vrouwen nuttige bezigheden worden geleerd, en ze van de Zandstraat-omgeving worden afge houden ; waar ze gewoon" behandeld worden en gezellig verkeer vinden, opvoedend meteen, zonder als kinderen te worden behandeld welk een prachtig werk kan zulk een stich ting in de stad verrichten! Het doel" is voorzichtig omschreven. Politieke strijd en klassenstrijd, en heel het bewegen en kampen inde maatschappij, zij zullen voortduren. Een illusie ware het, door de geschiedenis en de voorbeelden elders reeds lang vernietigd, te meenen, dat daarop zulk een stichting van invloed zou kunnen zijn. Het opzettelijk beproeven, zou zelfs tot spelen, dat is de bruinbladige Prunus Piasardi en misschien de vroege kroosjes. In de parken bloeit stellig de roode ribes; de perzik en amandel kunnen het halen, maar alleen waar ze in de zonnige luwte staan. Een enkele gele kornoelje, met zijn fijne gele sterbloempjes, is ook nog niet geheel uitge bloeid en de allereerste dikke harige knop van een Magnolia, ten onrechte wel eens tulpenboom geheeten, spreidt zich uit tot een groote bloem, prachtig rose, lila met wit. Ook kan het zijn, dat de spitse eschdoorn zijn honinggele bloemtrossen omhoog steekt uit de kale kroon ; die pracht van een bloeiboom begint gewoonlijk als de olinen- of iepenbloemen groenig in plaats van roodbruin worden by het eerste doorschemeren van de vruchtjes. Veel meer kunnen we, ondanks het late voorjaar met Paschen niet verwachten van het hloemhout in onze parken, 't Is evenwel pas Palmpaschen, nu ik dit schrijf; en in een week van April kan heel wat gebeuren dat verlaat of vervroegt. Krijgen we voor Goeden Vrijdag nog een paar lauwe dagen met zachte regen, zoo'n beetje broeikast-atmosfeer, dan kan het best wezen, dat ge Paaschmaandag aan kale struiken ook de gele Chineesche klokjes ziet bengelen; en vlak op hout van een boom of een struik helder roode bloempjes vindt zitten; dat is de roode esehdoorn of misschien Acer Schwedlerii. In Amsterdam weet ik er in 't Sarphitipark, in Artis, in 't Vondelpark en in de Planta^ eenige te staan, die een belofte inhouden voor de aanstaande feestdagen. Eerst het oog naar boven en dan naar onder naar den geurigen voorjaarsbodem; de sneeuwklokjes zijn al weer we» en de meeste crocussen hebben hun besten tijd al gehad; de roode Duc-van-Tolle jes loeren om de groene hoekjes en menige byadnth, trotsch en stijf, zal u zijn geur toewaaien, uit een beschutten tuin; maar voor de massa indruk op de bollenvelden is het nog te vroeg. Op de weide en aan de zonzijde van de dijken groeien gele boterbloempjes. Pas op dat ge ze niet ?oo noemt in het bijzijn van uw kinderen, die weten tegenwoordig alle maal, dat dit geen boterbloemen zijn, maar speenkruid; en als ge ongeloovig kijkt, trek ken ze, om u te overtuigen, zoo'n plant uit den grond en houden u heel eigenwijs een bo«je speenvormige knolletjes onder den neus, dit» onder de wortels zitten. Toch kan het best zijn, dat er al hier of daar een enkele ware boterbloem zijn goud gele bekertje omhoog heft; maar de massa MARIE KAI.FF. haar errstig nadee) zijn. Maar daarnaast zal zij nog een uitgestrekt arbeidsveld vinden, en begroeten we haar, met baar bibliotheek en leeszaal, met haar cursussen en voordrachten, muziek en fpel en lichaams-oefening, als ongetwijfeld een der nuttigste instellingen die Rotterdam bezitten zal! S. Sophie von Khuenberg. Prins Joachim Albrecht van Pruisen. Dr Elte Conrad over de dienstbodenkwestie. Liza Lehmann en Surojini fiaidu. Wanneer vrouwen er zich toe zetten, haar gedachten in aphoristischen vorm te gieten, dan is men veelal verbaasd, over het rake en puntige van inh«,ud en vorm. Ik denk o.a. aan Carmen Sylva's Pensees d'une reine", aan het geestige Livre d'or" de la Comtesse Diane, aan de schrandere spreuken de la Princesse Karadja. En nu weer aan de paradoxale aphorismen van Sophie von Khuenberg, in het maand schrift Heimgarten". Vrouwen gunnen elkaar alles, behalve ... een man". Ouders vermoeden dikwijls niet hoe hun kinderen glimlachen om de naïveteit hun ner ouders". Het sterke geslacht heeft n overeen komst met het zwakke tallooze zwak heden." *** Achttien maanden geleden, werd prins Joachim Albrecbt van Pruisen, zoon van den overleden regent van Brunswyk, geducht onder handen genomen, door zyn machtigen cousin" den Duitschen keizer. Wilhelm H wilde van geen huweVyk weten van prins Joachim met de onbetekenende Duitsche tooneelspeelster Marie Sölzer. De prins werd naar Zuid-Afrika gezonden Marie Sölzer sloot in Londen een komediehuwelijk met een Oostenry'kich edelman, baron von Liebenberg, die voor een hooge som. te vinden was, zich met niej. Sölzer te laten trouwen, om onmiddellijk daarop, weer te scheiden. De tooneelspeelster was gemeta morfoseerd in een bar >nge. Pèprins hoopte, dat keizer Wilhelm hem zon toestaan, een echt verbintenis te sluiten met een baronesse von Liebenberg. De keizer vond, zeer terecht, deze malle kornedievertoahing een kwajon gens-streek. Prins Joachim heeft zijn tyd in Afrika uitgediend. HU geeft zijn romantische liefde niet pry's. De keizer heeft den verlief den, jongen man het recht ontnomen langer de uniform der Duitsche armee te dragen. Eén dine; ia zeker, dat keizer Wilaelm, de goedireefsche, geen hawelijksgeschenk zal zenden aan iemand, die zich zoozeer kant tegen zyn wenschen. * * By den uitgever Gustav Fischer, in Jena, is eene brochure verschenen van de hand van dr. Else Coorad: Het dienstbodenprobleem in de Noord-Amerikaansche Siaten en wat het ons leert." Mij dunkt, een bestudeering van die uiterst ingewikkelde, veel o m vattende kwestie, moet geen moderne huisvrouw b-neden zich achten. geeltjes die nu heele bermen en boschbodems bedekken zyn stellig speenkruidplanten; die behooren ook tot de groote boterbloem- of lanonkelfamilie, maar zulke glimmende gave blaadjes als het speenkruid u laat zien, heeft de gewone boterbloem niet, die heeft dof of tenminste in slippen verdeelde bladeren. Tusschen het speenkruidgroen schitteren de wil te sterren met het goudgeel hart van de madelief jes; 's morgens zijn ze gesloten en laten ze vaak een mooi wijnrooden onder kant zien ; met het klimmen van de zon en het optrekken van den dauw, sperren ook de wif e lintjes ver nileen en het marteliefje laat zich kijken, voluit en op zijn moont ; wel is zijn stengel nog niet hoog ; dat behoeft ook niet, want het gras is ook nog laag. Als het een voldongen feit is, wanneer men een willig oor neigt naar de tallooze klachten veler huisvrouwen, dan moet men het zoetjes aan gelooven, dat goed onder legde, plichtmatige, betrouwbare, ijverige dienstboden, tot de zeldzaambeden gaan be hooren, dan wordt het hoog tyd, voor die kostelijke uitzonderings-menschen, onuitput telijk te zijn in goedheid, geduld en inschik kelijkheid. Waarom? Zijn dienstboden zoozeer te beklagen? Is hun lot zoo hard? Neenl en toch ... toch, hebben wy' vrouwen, nog niet genoeg gedaan, wanneer wy roemen in het nuchtere feit: De boeien kry'gen bij ons van alles mee; zij hebben om de 14 dagen een vrijen dag; eens in de week, hebben zij een vryen avond, enz. Dit alles raakt slechts den buitenkant van hun bestaan. En, dienstboden hebbenv even goed' een innerlyk leven, als hun meesters. Bewust of onbewust, is de dienstbaarheid" hun pijnlijk, omdat het dienen" hun voor een groot gedeelte kort wiekt in hun vrijheid. Drang naar vryheid is den mensch aangeboren. Voor het wreede, in maatschappelijke verhoudingen, die mee brengen, dat de eene men sch het recht heeft, van den ochtend tot den avond, beslag te leggen op de vry beid en de werkkracht van zyn naaste, moet van de zijde van hem of haar, die deze hulp koopen, welwillendheid en waardeering de bardheid en scherpte der dienstbaarheid = derving van vrijheid afslypen. Dr. Else Conrad is 1/4 jaar in Amerika geweest. Over hetgeen zij van dienstboden zag in Noord-Amerika, deelt zy velerlei mee, in bovengenoemde brochure. In Amerika hebben dienstboden het oneindig beter, zegt Else Conrad, dan in Duitschland. Zij verdienen veel meer geld; hebben meer vry'en tijd; zijn veel beter behuisd; genieten allerlei privilegieën: het ontvangen van hun vrienden, met het recht, hen het beste voor te zetten, wat voor geld te krijgen is; gebruik temaken van een piano, die in hun ontvangkamer" aanwezig is; zomers hebben de dienstboden van ryke Amerikanen, die met hun meesters naar buiten gaan hun eigen rijtuigen. Dikwijls maften zy' rijtoeren en boottochten met hun meesters. Toch, zegt Dr. Conrad, wordt in Amerika de dienstbo ien-nood steeds grooter. Ondanks de vlotte, joviale behandeling, die zy' ondergaan, schamen zy' zich meid" of knecht" te zyn. Vooral in den Amerikaanschen middenstand is 't sukkelen met dienst personeel. Niemand om op de kinderen te passen; de moeder moet haar spruiten by zich in haar salon houden, wanneer zy bezoek ontvangt. Als de ouders naar concert of theater willen gaan, moeten de kinderen meegenomen worden, want, thuis is er nie mand om een oogje in 't zeil te houden. Vandaar, concludeert Ds. Else Courad, zyn er in Amerika zoo weinig chte kinderen in dien stand. Eerst zyn ze babies, en dan perdoes dametjes en heertjes. Stumperts! dat feit vooral lijkt mij een zeer bedenkelyk uitvloeisel van den dienstboden-nood. Hoewel, zegt Dr. Else Conrad, in Duitsch land, dienstboden van een sociaal standpunt bekeken, meer in aanzien zyn, dan in Ame rika, wordt het toch hoog tyd, onze dienst boden zoo te behandelen, dat de Amerikaansche verwikkelingen niet tot ons door dringen, en daar is alle kans op, wanneer langer getolereerd wordt, dat volgens de laatste opgave in München alteen, 2000 dienstmeisjes zulk erbarmelijk logies hebben, dat haar slaaphokken niet eens onmiddelyk toevoer heoben van versche lucht en licht. Dr. Conrad acht het noodig, eerst een behoorlijke opleiding aan jonge mei-j es te doen geven, voordat zy' zich als dienstboden melden; verbuur-kantoren op-te-richten door dames geadministreerd, om de meisjes aan goede betrekkingen te helpen. Inlichtingen inwinnen over huisvrouwen, die zich tot zulk een verhuurkantoor wenden om een dienst bode te krijgen, en, by' geval van onsunstige informatiën, haar naam onmiddelijk schrap pen en op haar verzoek niet verder ingaan. Dat onze dienstboden tegenwoordig wel zoo verstandig zyn, om te informeeren naar de menschen, bij wie zy haar diensten aanmiiiiMiiiMimmiiiiiMMiiimiiiMiiiiiiiiiimiiiiiMiimmiiiiuiimiiiimm Mogelijk is het, dat ge al een lila of witte Pinksterbloem tusschen speenkruid en madeliefjes ziet staan; want nog elk jaar heb ik met Paschen enkele Pinksterbloemen gevon den en ook al wel een echte paardebloem. Misschien zegt ge dat die er al lang zijn, in i massa's, alleen wat kleiner; kijk eerst eens of 't wel paardebloemen zyn, die hebben bloemen minstens als een gulden, meental als een rijksdaalder zoo groot; en die staan op een kalen stengel; wat ge voor paarde bloem hield, zijn wellicht bloemen van het klein hoef blad, die /ijken er wel wat op; de stengel is met bruinige groenig of wit viltige schu^jes bezet; de bekende uitgetande paardebloem bladeren, u misschien ook in ritten toestand als molsla bekend, vindt ge oij 't klein hoef blad niet. Dit gele voorjaars sterretje is nu al haa-)t weer uitgebloeid; de paardebloem begint pas. Aan den wateikant soms met opzet daar geplant, vindt ge een zonderlinge bloem, 't ly'kt een vale en mislukte hyacinth ; alleen 'an verre, natuurlijk; van dicht Dij gezien, is het heel wat anders; blad is er niet en ook de bloempjes ijn heel anders gevormd dan bij hyacinthen ; het is het Groot-hoefblad, dat bloeit vóór het blad verschijnt, waaraan het zijn naam dankt. Eerst in den volzomer ontwikkelt het ten volle zijn bladeren ; dat worden die groote parasol b.aderen waarmee de hoerenkinderen spelen. Ook menige natte weide heeft zijn Paaschb!oem;dat is de gele dotterbloem,ook al familie van de gewone boterbloem maar veel grooter, forecher en net als 't speenkruid met gave, glimmende .jladeren;als de dotterbloemen een kelk hadden, zou je van de ie echte Paaschwei bloem kunnen begeren, dat het reuzenspeenkruid wae, minus de speentjes. Wie evenwel de voorjaartflora op zijn fijnst en zijn inooist.wil zien, moet ?an de Paaechwei bet loofbosch in wandelen, daar schuilt de elite van de Paawhtiora. Blad is er noa niet aan de boornen, hoog stens laat hier en daar de wilde kamperfoelie en een vogeikers wat groen of leverkleurigs zien; op den bodem schemert het van groen en bruin; groene pollen van mos en torkruid wippen de dorre ilaren op, maar eerst lang zamerhand bemerkt ge boe rijk er hetbloemenleven is;tn de duinbosfchen treft ge overal trosjes van fijne paarsachtijje of roo ie bloemp jes op een (ijnvertakt loof; dit is dof en zacht groen en no^ al verward van vorm door de vele insnijdingen en vertakkingen; het is de helmbloem, ook wel haantjes en hennetjes genoemd; de bloempjes die dwars op hun MARIE KALFK, die, met een troep van Lugc Poe, deze week in den Stadechouwburg optreedt in La Raffa'e en L'f foenrt Ennemies. iimiiiiimiiiiiiiiilHiit bieden is niet meer dan billijk. Vrouwen die dit brutaal" en ongepast" vinden, bewyzen dat haar rechtvaardigheidsdn niet sterk ont wikkeld is. * * * De Engelsche componiste Liza Lehmann, deelt in een causerie mede, dat zy vooral in 't voorjaar gebombardeerd" wordt met lente-liederen van bekende en onbekende dichters en dichteressen, met 't dringend verzoek, hun ontboezemingen op muziek te zetten. De musicienne moet dikwijls haar spotlust bedwingen, die haar zou dringen, tot publicatie van hartroerende voorjaarsliedergn. Heel gelukkig acht zich Liza Lehmann, dat zij toevallig op een Queen's Hall concert, een lied in handen kreeg, getiteld: To a Buddha seated on a Lotus." De componiste wilde er meer van weten, en, ontdekte, dat de dichteres, een Hindoegch meisje, Sarojini Naidu, een heelen bundel, Engelsche verzen gemaakt had, die onder den titel De gou den drempel" waren uitgegeven. Sarojini Naidu stamt uit een geslacht van geleerden; vlijtige beoefenaars van het Sanskriet. Haar vader studeerde in Edinburgh en in Bonn. De kleine Sarojini, moest op zeer jeugdigen leefijjd Engelsen leeren, wat haar niet de minste moeite kostte. Als 13-jarig meisje maakte zij reeds een Engehch gedicht, dat spoedig werd gevolgd door een harts tochtelijk drama in verzen, dat 2000 regels telde. Zy was toen nog -geen 15 jaar oud, en doodelijk verliefd op een jongen geleerde, met w ien zy echter niet mocht trouwen, omdat hij niet tot haar kaste behoorde. Zy werd naar Engeland gezonden om te etudeeren. Zij studeerde vlijtig, dichtte en bleef trouw aan haar liefde. In haar 4-jarige ballingschap schreef zy' De gouden drempel." Zy keerde toen naar Ceylon, terug en, bracht groote ontsteltenis onder de gelederen, door te huwen met den man, dien zy lief had, en aan wie zij trouw was gebleven, trots alle tegenwerking van ouders en familieleden. Liza Lehmann juicht er over, dat in onzen prozaïschen tyd, nog romantische liefde wordt gevonden, die tevens de gave bezit zich op zulke artistieke wy'ze te openbaren. CAPRICB. steeltje staan, hebben inderdaad wel iets van kleine vogeltjes. Beter vallen de groote gele trompetnarcussen in 't oog die uit boerentuintjes aan den zoom van 't bosch zyn ontvlucht of die zooals in de Haarlemmerhout opzettelijk rijn ingevoerd, om wat felle kleur aan de neutrale boschbodem-tint te geven. Zoeken weer moet ge naar de kleine korenblauwe sterhyacinth en de hemelblauwe druifjes, want die vallen op tien pas afstand al haast niet meer in 't oog. Veel beter doet het de slanke sleutelbloem, de echte Primula veris; zijn bladerbos sproeielt als een fontein uit den bodem op en vele gele stralen schieten' er uit omhoog, een heer lijke plant zoo'n primulus; ook om over te brengen in een stadstuintje. Ik kijk daar net uit mijn venster neer op een plant in 't ach terste perkje, die heb ik voor acht jaar als een nietig polletje uit een bosch meegebracht en nu is het een gro^te sappige groene plek op zwarte aarde van een paar voet in door snede en met achttien bloemstengels, waar van er al vier hoog boven het kroezig groen opsteken en een tiental lichtgele bloemsterren naar mij toekeeren. Verleden jaar op Paaschmorgen heb ik er ook de eerste wilde bijen op zien smullen, de groote woes'e Podolirius, waarvan het mannetje lange baren langs zijn scheenen heeft hangen, als wylen Sachem, de Roode Ceder u t de Witte Panter. Vang er eens een op uw Primula's, met een drinkglas of stopflesch, bekijk hem goed en laat hem weer vliegen; dadelijk snelt hij weer op uw bloeiend longekruid of op de primula's toe en drinkt zich den schrik weg met bloemenhoning. Let dan meteen eens op zijn manier van zuigen, dan merkt ge heel iets lijzondersbij uw polletjeseleutelbloemen: sommige hebben een langen stijl en hoog ingeplante meeldraden, an lere planten daarentegen een korten stijl en laag ingeplante meeldraden. Peins maar eens over de beteekenis van die tweevormigheid of dimorphie voor 't leven en het voortbestaan van uw sleutel bloemen; ge komt er toch niet achter als ge het nog niet weet; maar uw kinderen of kleine neefjes of nichtjes weten het wel; die leeren dat interessante uit het bloeoienleven tegenwoordig allemaal op ectiool. Ik neb het er verKden jaar al eens over gehad; den volgenden Seer nog eens en dan al weer wat uitvoeriger en wat meer in bijzonderheden. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl