Historisch Archief 1877-1940
Na 1608
DE AMSTERDAMMER W E E K B L A D V O O B NEDERLAND.
VOOÏ3 DAMES.
LIBERTY
O R l E N T A L
DEPARTMENT
WE RECEIVED A LARGE
CONSIGNMENT OF QUITE INEXPENSIVE
RE AL
PERSIAN RUGS
95 x 5O cM.
12O x 90 cM.
25O x 15O cM.
FROM
FL. 9.75
FL.
3O.FL. 40.
AND VARIOUS OTHER SIZES
FREE INSPECTION INVITED
SELECTION SENT ON APPROVAL
tkm f?T"-» O f*/*\ LE">:
METZ&CÜAM
LEIDSCHESTRAAT
STERDAM
SOLE REPRESENTATIVES IN HOLLAND
eD.OnsHnis'1 te Botterdan].
Zaterdag 18 April, dus de dag dat dit blad
in handen der lezers komt, zal te Rotterdam
de eerste steen-legging plaats hebben voor
den bouw van het nieuw te stichten Ons
Huis" te Rotterdam.
Er sojn eenige redenen, waarom aan deze
gebeurtenis een enkel woord gewijd mag
worden. In de eerste plaats om de eigenaar
dige wijze waarop deze tot-stand-koming in
iyn werk gaat, in de tweede plaats, met het
oog op de belangryke taak die deze stichting,
die de grootste zal worden in haar soort hier
te lande, in Rotterdam zal hebben te ver
vullen.
Wanneer ooit de schenker eener stichting
van louter en algemeen erkend gemeenschap
pelijk nut een byna ongeloofelyke beschei
denheid heeft in acht genomen, een beschei
denheid die waarljjk sympathiek is omdat
het karakter dezer stichting er des te meer
waardevol om wordt, dan is het werkelijk
wei in dit geval!
Hoe toch is het in zijn werk gegaan?
Op een goeden dag kregen een aantal Rot
terdammers, mannen en vrouwen, van wie
bekend was dat ze zich over de moreele
verheffing en verstandelijke ontwikkeling der
arbeiders-klasse interesseeren, een
uitnoodiging van den heer Toni s, den thans afgetreden
directeur van One Huis" te Amsterdam,
roor eene conferentie.
, Daar, deelde de heer Tours hen mede, dat
een vermogend Rotterdammer een kapitaal
van eenige tonnen beschikbaar stelde om
pok in dexe stad een Ons Huis" te stichten,
in den trant der stichting te Amsterdam,
maar verder naar de bijzondere eischen der
Rotterdamache bevolking. En het kapitaal
was voldoende om de inrichting op zoo ruime
schaal te vestigen, als men, redelijk gespro
ken, slechts wenschte.
Maar de schenker had het voornemen te
kennen gegeven, zélf geheel buiten de
bemoeiïcg te big ven. Zyn naam werd niet ge
noemd, niet alleen, maar ook geen den
geringsten invloed op de wijze waarop de
stichting haar taak vervullen zou, wenschte
hij voor zich te reserveeren. De heer Tours
zon hem ver rangen, en deze zon slechts, met
zijn rijke ondervinding op dit gebied, als ad
viseur optreden.
De ter conferentie uitgenoodigde personen
vertegenwoordigden alle kringen in de stad;
liberalen en katholieken, anti-revolutionairen
llllllllllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIMHIIIII
UIT DE NATUUR.
CCLXVUI. Paaschbloemen.
Het is wel vreemd, dat er in ons land geen
enkele plant den officieelen naam
Paaschbloem draagt.
Het woord Faaschbloem komt zelfs niet
voor in de bekende lyst van Nederlandsche
Plantennamen, die in 't vorige jaar door een
commissie is vastgeteld en uitgegeten. Wel
zjjn er hier en daar in het land bepaalde
bloemen als Paasch bloempjes aangeduid,
zooals blykt uit het Woordenboek der Neder
landsche volken amen van Planten, dat door H.
Henkels is bewerkt en onlangs is verschenen;
maar zoo algemeen, dat bovenbedoelde com
missie, waartoe ook ik de eer had te behooren,
er het recht door kreeg, bij den jongsten
massa-doop een bepaalde plant den naam
Paasch bloem te schenken, werd nergens een
plant of plantje aldus genoemd.
Nog het meest zou het madeliefje er voor
in aanmerking gekomen zijn'als het niet even
vaak Pinksterbloemeke werd geheeten; en
bovendien dit Meizoentje" laat het heele
jaar door zy'n sterretjes blinken, die net als
echte sterren, tegelijk zonnetjes zijn.
Toch zijn er heel wat Paaschbloemen, althans
dezen keer met een late Paschen. Juist nu
is het voor de wandelaars nog te doen, op de
afzonderlijke bloemen te letten, veel beter
dan met Pinksteren, als zoo wat alles bloeit.
In deze week heeft haast ieder althans n
een vrijen dag, en besteedt dien in den regel
als 't weer mee werkt, aan een wandeling
door boseh of veld. Wie oogen voor bloemen
heeft en lust heeft ze bij name te leeren
kennen, heeft er nu nog gelegenheid voor;
over een paar weken valt de massa wel meer
in 't ooi?, maar ook de verscheidenheid is dan
zoo veel grooter, dat het leeren onderschei
den veel moeilijker is geworden.
Wat nu bloeit, is nog te tellen, 't Ia er mee
als met de vogels (vandaag zijn fitis en nach
tegaal hier aangekomen) wie er wat van weten
wil, moet de studie beginnen in 't jaargetij
dat men niet overstelpt wordt door kleuren
en zangen.
Van de vrnchtboomen bloeit er nog maar
een enkele, 't moet bijzonder meeloopen met
het weer, als Paaschmaandag de pereboom
zijn sneeuwen hloemenuiantel omhangt; wel
staat er een enkele vroege bloeier dik in
knop, maar de meeste hebben nog een week
warmte noodii? voor ze ontluiken. Ook de
kersen wachten nog een beetje; wel zal een
vroege pruim het met Paschen kunnen klaar
en vrijdenkers, r echt «geleerde a en in
indnstrieelen, sociaal-democraten, vrouwen en
mannen. Z\j werden uitgenoodigd, zich te
vormen tot een Vereeniging", die geenerlei
financieel offer behoefden te brengen, aan
contributie, donatie of dergelijke, maar die,
op de wijze zooals zij het beste achtten, het
beheer der stichting op zich hadden te nemen,
en hadden te zorgen, dat zy aan haar doel
beantwoordde.
Alles was dus in staat, om een vruchtbaar
samenwerken mogelijk te maken, en deze is
dan ook tot stand gekomen.
De bij Kon. Besluit van 15 Juni 1907 goed
gekeurde statuten stellen als doel: de bevor
dering van den omgarg tusschen de verschil
lende kringen der samenleving, en van de
volksontwikkeling"; en zij wil dat doel be
reiken door aan personen van beiderlei
kunne gelegenheid te geven tot
ontwikkeling, en hun ontspanning en kunstgenot te
verschaffen". By het streven.naar het doel
der Vereeniging wordt strikte onpartijdigheid
in acht genomen ten aanzien van
staatkundige en godsdienstige overtuigingen". Het
aantal leden der Veieeniging bedraagt hoogs
tens 50, die, nadat thans voor het eerst de
Vereeniging i* gevormd, telkens verkregen
worden door vrijwillige keuze door deleden
zelf. Aan het hoofd der Vereeniging staat een
Bestuur dat de leiding beeft van 't geheel,
bijgestaan door Commissiën van advies. Na
tuurlijk zal de dagelijksche leiding berusten
by' den directeur, die intusschen nog benoemd
moet worden.
Zoo is in alles de meest strikt e onpartijdig
heid in acht genomen, alle
op-den-voorgronddringen van bepaalde menschen is vermeden,
en heden, nu de plechtige eerste steen-leg
ging geschiedt, zal men aan den schenker
hulde brengen zonder te weten wie hij is.
Deze wy'ze van schenking mag men noemen
een voorbeeld van bescheidenheid, die aan
de alzijdigheid der stichting, en aan het ver
krijgen aller samenwerking voor het doel,
in hooge mate bevorderlijk is.
De bladen hebben over het bouwplan reeds
vroeger verschillende bijzonderheden mede
gedeeld, en tot beschrijving er van zal ook
nog ruimschoots tijd zijn, wanneer in den loop
van het voorjaar 1908 de stichting gereed
zal zyn.
Het huis komt te staan aan de
Gouvernestraat, te midden eener dichtbevolkte
arbeidersbuurt in het Westen der stad. In een
groote stad blijkt van een stichting als deze
steeds voornamelijk door de bevolking der
omliggende straten het meest te profiteeien,
maar reeds wanneer de duizenden werklieden
en hun huisgenooten van de straten die aan
Kruiskade en Binnenweg uitloopen, er een
bron van ontwikkeling vinden, zal het doel
bereikt zijn.
En inderdaad er zal vél werk voor die
stichting te verrichten zijn l Mér dan n
onzer groote steden, heeft Rotterdam eene
arbeidersbevolking die door den veelvuldigen
ruwen arbeid die zij als Havenstad biedt,
zélf ook tot ruwe gewoonten neiging heeft.
En de talrijke categorie van ongehuwde
vrouwen die op fabrieken hun brood ver
dienen en wier arbeid des avonds 6 a 7 uur
ia geëindigd, deel en met de mannen ten
zeerste die eigenschap.
Een stichting, waar vrouwen en mannen,
ongehuwden vooral, maar gehuwden ook,
een huis vinden; waar ze zich intellectueel
kunnen ven ijken; waar den jonge vrouwen
nuttige bezigheden worden geleerd, en ze
van de Zandstraat-omgeving worden afge
houden ; waar ze gewoon" behandeld worden
en gezellig verkeer vinden, opvoedend meteen,
zonder als kinderen te worden behandeld
welk een prachtig werk kan zulk een stich
ting in de stad verrichten!
Het doel" is voorzichtig omschreven.
Politieke strijd en klassenstrijd, en heel
het bewegen en kampen inde maatschappij,
zij zullen voortduren. Een illusie ware het,
door de geschiedenis en de voorbeelden elders
reeds lang vernietigd, te meenen, dat daarop
zulk een stichting van invloed zou kunnen
zijn. Het opzettelijk beproeven, zou zelfs tot
spelen, dat is de bruinbladige Prunus
Piasardi en misschien de vroege kroosjes.
In de parken bloeit stellig de roode ribes;
de perzik en amandel kunnen het halen, maar
alleen waar ze in de zonnige luwte staan.
Een enkele gele kornoelje, met zijn fijne gele
sterbloempjes, is ook nog niet geheel uitge
bloeid en de allereerste dikke harige knop
van een Magnolia, ten onrechte wel eens
tulpenboom geheeten, spreidt zich uit tot een
groote bloem, prachtig rose, lila met wit.
Ook kan het zijn, dat de spitse eschdoorn zijn
honinggele bloemtrossen omhoog steekt uit
de kale kroon ; die pracht van een bloeiboom
begint gewoonlijk als de olinen- of
iepenbloemen groenig in plaats van roodbruin
worden by het eerste doorschemeren van
de vruchtjes.
Veel meer kunnen we, ondanks het late
voorjaar met Paschen niet verwachten van het
hloemhout in onze parken, 't Is evenwel pas
Palmpaschen, nu ik dit schrijf; en in een
week van April kan heel wat gebeuren dat
verlaat of vervroegt. Krijgen we voor Goeden
Vrijdag nog een paar lauwe dagen met zachte
regen, zoo'n beetje broeikast-atmosfeer, dan
kan het best wezen, dat ge Paaschmaandag
aan kale struiken ook de gele Chineesche
klokjes ziet bengelen; en vlak op hout van
een boom of een struik helder roode bloempjes
vindt zitten; dat is de roode esehdoorn of
misschien Acer Schwedlerii. In Amsterdam
weet ik er in 't Sarphitipark, in Artis, in 't
Vondelpark en in de Planta^ eenige te staan, die
een belofte inhouden voor de aanstaande
feestdagen.
Eerst het oog naar boven en dan naar
onder naar den geurigen voorjaarsbodem; de
sneeuwklokjes zijn al weer we» en de meeste
crocussen hebben hun besten tijd al gehad;
de roode Duc-van-Tolle jes loeren om de
groene hoekjes en menige byadnth, trotsch
en stijf, zal u zijn geur toewaaien, uit een
beschutten tuin; maar voor de massa indruk
op de bollenvelden is het nog te vroeg.
Op de weide en aan de zonzijde van de
dijken groeien gele boterbloempjes. Pas op
dat ge ze niet ?oo noemt in het bijzijn van
uw kinderen, die weten tegenwoordig alle
maal, dat dit geen boterbloemen zijn, maar
speenkruid; en als ge ongeloovig kijkt, trek
ken ze, om u te overtuigen, zoo'n plant uit
den grond en houden u heel eigenwijs een
bo«je speenvormige knolletjes onder den neus,
dit» onder de wortels zitten.
Toch kan het best zijn, dat er al hier of
daar een enkele ware boterbloem zijn goud
gele bekertje omhoog heft; maar de massa
MARIE KAI.FF.
haar errstig nadee) zijn.
Maar daarnaast zal zij nog een uitgestrekt
arbeidsveld vinden, en begroeten we haar,
met baar bibliotheek en leeszaal, met haar
cursussen en voordrachten, muziek en fpel
en lichaams-oefening, als ongetwijfeld een der
nuttigste instellingen die Rotterdam bezitten
zal! S.
Sophie von Khuenberg. Prins Joachim
Albrecht van Pruisen. Dr Elte Conrad
over de dienstbodenkwestie. Liza
Lehmann en Surojini fiaidu.
Wanneer vrouwen er zich toe zetten, haar
gedachten in aphoristischen vorm te gieten,
dan is men veelal verbaasd, over het rake
en puntige van inh«,ud en vorm. Ik denk o.a.
aan Carmen Sylva's Pensees d'une reine",
aan het geestige Livre d'or" de la Comtesse
Diane, aan de schrandere spreuken de la
Princesse Karadja.
En nu weer aan de paradoxale aphorismen
van Sophie von Khuenberg, in het maand
schrift Heimgarten".
Vrouwen gunnen elkaar alles, behalve ...
een man".
Ouders vermoeden dikwijls niet hoe hun
kinderen glimlachen om de naïveteit hun
ner ouders".
Het sterke geslacht heeft n overeen
komst met het zwakke tallooze zwak
heden."
***
Achttien maanden geleden, werd prins
Joachim Albrecbt van Pruisen, zoon van den
overleden regent van Brunswyk, geducht
onder handen genomen, door zyn machtigen
cousin" den Duitschen keizer. Wilhelm H
wilde van geen huweVyk weten van prins
Joachim met de onbetekenende Duitsche
tooneelspeelster Marie Sölzer. De prins werd
naar Zuid-Afrika gezonden
Marie Sölzer sloot in Londen een
komediehuwelijk met een Oostenry'kich edelman,
baron von Liebenberg, die voor een hooge som.
te vinden was, zich met niej. Sölzer te laten
trouwen, om onmiddellijk daarop, weer te
scheiden. De tooneelspeelster was gemeta
morfoseerd in een bar >nge. Pèprins hoopte,
dat keizer Wilhelm hem zon toestaan, een
echt verbintenis te sluiten met een baronesse
von Liebenberg. De keizer vond, zeer terecht,
deze malle kornedievertoahing een kwajon
gens-streek. Prins Joachim heeft zijn tyd in
Afrika uitgediend. HU geeft zijn romantische
liefde niet pry's. De keizer heeft den verlief
den, jongen man het recht ontnomen langer
de uniform der Duitsche armee te dragen.
Eén dine; ia zeker, dat keizer Wilaelm, de
goedireefsche, geen hawelijksgeschenk zal
zenden aan iemand, die zich zoozeer kant
tegen zyn wenschen.
* *
By den uitgever Gustav Fischer, in Jena,
is eene brochure verschenen van de hand
van dr. Else Coorad: Het
dienstbodenprobleem in de Noord-Amerikaansche Siaten
en wat het ons leert."
Mij dunkt, een bestudeering van die uiterst
ingewikkelde, veel o m vattende kwestie, moet
geen moderne huisvrouw b-neden zich achten.
geeltjes die nu heele bermen en boschbodems
bedekken zyn stellig speenkruidplanten; die
behooren ook tot de groote boterbloem- of
lanonkelfamilie, maar zulke glimmende gave
blaadjes als het speenkruid u laat zien, heeft
de gewone boterbloem niet, die heeft dof of
tenminste in slippen verdeelde bladeren.
Tusschen het speenkruidgroen schitteren
de wil te sterren met het goudgeel hart van
de madelief jes; 's morgens zijn ze gesloten
en laten ze vaak een mooi wijnrooden onder
kant zien ; met het klimmen van de zon en
het optrekken van den dauw, sperren ook
de wif e lintjes ver nileen en het marteliefje
laat zich kijken, voluit en op zijn moont ;
wel is zijn stengel nog niet hoog ; dat behoeft
ook niet, want het gras is ook nog laag.
Als het een voldongen feit is, wanneer
men een willig oor neigt naar de tallooze
klachten veler huisvrouwen, dan moet men
het zoetjes aan gelooven, dat goed onder
legde, plichtmatige, betrouwbare, ijverige
dienstboden, tot de zeldzaambeden gaan be
hooren, dan wordt het hoog tyd, voor die
kostelijke uitzonderings-menschen, onuitput
telijk te zijn in goedheid, geduld en inschik
kelijkheid. Waarom? Zijn dienstboden zoozeer
te beklagen? Is hun lot zoo hard? Neenl en
toch ... toch, hebben wy' vrouwen, nog niet
genoeg gedaan, wanneer wy roemen in het
nuchtere feit: De boeien kry'gen bij ons van
alles mee; zij hebben om de 14 dagen een
vrijen dag; eens in de week, hebben zij een
vryen avond, enz. Dit alles raakt slechts den
buitenkant van hun bestaan. En, dienstboden
hebbenv even goed' een innerlyk leven, als
hun meesters. Bewust of onbewust, is de
dienstbaarheid" hun pijnlijk, omdat het
dienen" hun voor een groot gedeelte kort
wiekt in hun vrijheid. Drang naar vryheid
is den mensch aangeboren. Voor het wreede,
in maatschappelijke verhoudingen, die mee
brengen, dat de eene men sch het recht heeft,
van den ochtend tot den avond, beslag te leggen
op de vry beid en de werkkracht van zyn naaste,
moet van de zijde van hem of haar, die deze
hulp koopen, welwillendheid en waardeering
de bardheid en scherpte der dienstbaarheid =
derving van vrijheid afslypen. Dr. Else
Conrad is 1/4 jaar in Amerika geweest.
Over hetgeen zij van dienstboden zag in
Noord-Amerika, deelt zy velerlei mee, in
bovengenoemde brochure. In Amerika hebben
dienstboden het oneindig beter, zegt Else
Conrad, dan in Duitschland. Zij verdienen
veel meer geld; hebben meer vry'en tijd;
zijn veel beter behuisd; genieten allerlei
privilegieën: het ontvangen van hun vrienden,
met het recht, hen het beste voor te zetten,
wat voor geld te krijgen is; gebruik temaken
van een piano, die in hun ontvangkamer"
aanwezig is; zomers hebben de dienstboden
van ryke Amerikanen, die met hun meesters
naar buiten gaan hun eigen rijtuigen. Dikwijls
maften zy' rijtoeren en boottochten met hun
meesters. Toch, zegt Dr. Conrad, wordt in
Amerika de dienstbo ien-nood steeds grooter.
Ondanks de vlotte, joviale behandeling, die
zy' ondergaan, schamen zy' zich meid" of
knecht" te zyn. Vooral in den Amerikaanschen
middenstand is 't sukkelen met dienst
personeel. Niemand om op de kinderen te
passen; de moeder moet haar spruiten
by zich in haar salon houden, wanneer zy
bezoek ontvangt. Als de ouders naar concert
of theater willen gaan, moeten de kinderen
meegenomen worden, want, thuis is er nie
mand om een oogje in 't zeil te houden.
Vandaar, concludeert Ds. Else Courad, zyn
er in Amerika zoo weinig chte kinderen
in dien stand. Eerst zyn ze babies, en dan
perdoes dametjes en heertjes. Stumperts!
dat feit vooral lijkt mij een zeer bedenkelyk
uitvloeisel van den dienstboden-nood.
Hoewel, zegt Dr. Else Conrad, in Duitsch
land, dienstboden van een sociaal standpunt
bekeken, meer in aanzien zyn, dan in Ame
rika, wordt het toch hoog tyd, onze dienst
boden zoo te behandelen, dat de
Amerikaansche verwikkelingen niet tot ons door
dringen, en daar is alle kans op, wanneer
langer getolereerd wordt, dat volgens de
laatste opgave in München alteen, 2000
dienstmeisjes zulk erbarmelijk logies hebben,
dat haar slaaphokken niet eens onmiddelyk
toevoer heoben van versche lucht en licht.
Dr. Conrad acht het noodig, eerst een
behoorlijke opleiding aan jonge mei-j es te
doen geven, voordat zy' zich als dienstboden
melden; verbuur-kantoren op-te-richten door
dames geadministreerd, om de meisjes aan
goede betrekkingen te helpen. Inlichtingen
inwinnen over huisvrouwen, die zich tot zulk
een verhuurkantoor wenden om een dienst
bode te krijgen, en, by' geval van onsunstige
informatiën, haar naam onmiddelijk schrap
pen en op haar verzoek niet verder ingaan.
Dat onze dienstboden tegenwoordig wel
zoo verstandig zyn, om te informeeren naar
de menschen, bij wie zy haar diensten
aanmiiiiMiiiMimmiiiiiMMiiimiiiMiiiiiiiiiimiiiiiMiimmiiiiuiimiiiimm
Mogelijk is het, dat ge al een lila of witte
Pinksterbloem tusschen speenkruid en
madeliefjes ziet staan; want nog elk jaar heb ik
met Paschen enkele Pinksterbloemen gevon
den en ook al wel een echte paardebloem.
Misschien zegt ge dat die er al lang zijn, in
i massa's, alleen wat kleiner; kijk eerst eens
of 't wel paardebloemen zyn, die hebben
bloemen minstens als een gulden, meental
als een rijksdaalder zoo groot; en die staan
op een kalen stengel; wat ge voor paarde
bloem hield, zijn wellicht bloemen van het
klein hoef blad, die /ijken er wel wat op; de
stengel is met bruinige groenig of wit viltige
schu^jes bezet; de bekende uitgetande
paardebloem bladeren, u misschien ook in
ritten toestand als molsla bekend, vindt ge
oij 't klein hoef blad niet. Dit gele voorjaars
sterretje is nu al haa-)t weer uitgebloeid; de
paardebloem begint pas.
Aan den wateikant soms met opzet daar
geplant, vindt ge een zonderlinge bloem, 't
ly'kt een vale en mislukte hyacinth ; alleen
'an verre, natuurlijk; van dicht Dij gezien, is
het heel wat anders; blad is er niet en ook
de bloempjes ijn heel anders gevormd dan
bij hyacinthen ; het is het Groot-hoefblad,
dat bloeit vóór het blad verschijnt, waaraan
het zijn naam dankt. Eerst in den volzomer
ontwikkelt het ten volle zijn bladeren ; dat
worden die groote parasol b.aderen waarmee
de hoerenkinderen spelen.
Ook menige natte weide heeft zijn
Paaschb!oem;dat is de gele dotterbloem,ook al familie
van de gewone boterbloem maar veel grooter,
forecher en net als 't speenkruid met gave,
glimmende .jladeren;als de dotterbloemen een
kelk hadden, zou je van de ie echte
Paaschwei bloem kunnen begeren, dat het
reuzenspeenkruid wae, minus de speentjes.
Wie evenwel de voorjaartflora op zijn fijnst
en zijn inooist.wil zien, moet ?an de Paaechwei
bet loofbosch in wandelen, daar schuilt de
elite van de Paawhtiora.
Blad is er noa niet aan de boornen, hoog
stens laat hier en daar de wilde kamperfoelie
en een vogeikers wat groen of leverkleurigs
zien; op den bodem schemert het van groen
en bruin; groene pollen van mos en torkruid
wippen de dorre ilaren op, maar eerst lang
zamerhand bemerkt ge boe rijk er
hetbloemenleven is;tn de duinbosfchen treft ge overal
trosjes van fijne paarsachtijje of roo ie bloemp
jes op een (ijnvertakt loof; dit is dof en zacht
groen en no^ al verward van vorm door de
vele insnijdingen en vertakkingen; het is de
helmbloem, ook wel haantjes en hennetjes
genoemd; de bloempjes die dwars op hun
MARIE KALFK, die, met een troep van Lugc
Poe, deze week in den Stadechouwburg
optreedt in La Raffa'e en L'f foenrt Ennemies.
iimiiiiimiiiiiiiiilHiit
bieden is niet meer dan billijk. Vrouwen die
dit brutaal" en ongepast" vinden, bewyzen
dat haar rechtvaardigheidsdn niet sterk ont
wikkeld is.
* * *
De Engelsche componiste Liza Lehmann,
deelt in een causerie mede, dat zy vooral
in 't voorjaar gebombardeerd" wordt met
lente-liederen van bekende en onbekende
dichters en dichteressen, met 't dringend
verzoek, hun ontboezemingen op muziek te
zetten. De musicienne moet dikwijls haar
spotlust bedwingen, die haar zou dringen,
tot publicatie van hartroerende
voorjaarsliedergn.
Heel gelukkig acht zich Liza Lehmann,
dat zij toevallig op een Queen's Hall concert,
een lied in handen kreeg, getiteld: To a
Buddha seated on a Lotus." De componiste
wilde er meer van weten, en, ontdekte, dat
de dichteres, een Hindoegch meisje, Sarojini
Naidu, een heelen bundel, Engelsche verzen
gemaakt had, die onder den titel De gou
den drempel" waren uitgegeven.
Sarojini Naidu stamt uit een geslacht van
geleerden; vlijtige beoefenaars van het
Sanskriet. Haar vader studeerde in Edinburgh en
in Bonn. De kleine Sarojini, moest op zeer
jeugdigen leefijjd Engelsen leeren, wat haar
niet de minste moeite kostte. Als 13-jarig
meisje maakte zij reeds een Engehch gedicht,
dat spoedig werd gevolgd door een harts
tochtelijk drama in verzen, dat 2000 regels
telde. Zy was toen nog -geen 15 jaar oud,
en doodelijk verliefd op een jongen geleerde,
met w ien zy echter niet mocht trouwen,
omdat hij niet tot haar kaste behoorde.
Zy werd naar Engeland gezonden om te
etudeeren. Zij studeerde vlijtig, dichtte en
bleef trouw aan haar liefde. In haar 4-jarige
ballingschap schreef zy' De gouden drempel."
Zy keerde toen naar Ceylon, terug en, bracht
groote ontsteltenis onder de gelederen, door
te huwen met den man, dien zy lief had,
en aan wie zij trouw was gebleven, trots alle
tegenwerking van ouders en familieleden.
Liza Lehmann juicht er over, dat in onzen
prozaïschen tyd, nog romantische liefde wordt
gevonden, die tevens de gave bezit zich op
zulke artistieke wy'ze te openbaren.
CAPRICB.
steeltje staan, hebben inderdaad wel iets van
kleine vogeltjes.
Beter vallen de groote gele
trompetnarcussen in 't oog die uit boerentuintjes aan
den zoom van 't bosch zyn ontvlucht of die
zooals in de Haarlemmerhout opzettelijk rijn
ingevoerd, om wat felle kleur aan de neutrale
boschbodem-tint te geven.
Zoeken weer moet ge naar de kleine
korenblauwe sterhyacinth en de hemelblauwe
druifjes, want die vallen op tien pas afstand
al haast niet meer in 't oog. Veel beter
doet het de slanke sleutelbloem, de echte
Primula veris; zijn bladerbos sproeielt als
een fontein uit den bodem op en vele
gele stralen schieten' er uit omhoog, een heer
lijke plant zoo'n primulus; ook om over te
brengen in een stadstuintje. Ik kijk daar net
uit mijn venster neer op een plant in 't ach
terste perkje, die heb ik voor acht jaar als
een nietig polletje uit een bosch meegebracht
en nu is het een gro^te sappige groene plek
op zwarte aarde van een paar voet in door
snede en met achttien bloemstengels, waar
van er al vier hoog boven het kroezig groen
opsteken en een tiental lichtgele
bloemsterren naar mij toekeeren.
Verleden jaar op Paaschmorgen heb ik er
ook de eerste wilde bijen op zien smullen,
de groote woes'e Podolirius, waarvan het
mannetje lange baren langs zijn scheenen
heeft hangen, als wylen Sachem, de Roode
Ceder u t de Witte Panter. Vang er eens een op
uw Primula's, met een drinkglas of stopflesch,
bekijk hem goed en laat hem weer vliegen;
dadelijk snelt hij weer op uw bloeiend
longekruid of op de primula's toe en drinkt zich
den schrik weg met bloemenhoning. Let dan
meteen eens op zijn manier van zuigen, dan
merkt ge heel iets lijzondersbij uw
polletjeseleutelbloemen: sommige hebben een langen
stijl en hoog ingeplante meeldraden, an lere
planten daarentegen een korten stijl en laag
ingeplante meeldraden.
Peins maar eens over de beteekenis van
die tweevormigheid of dimorphie voor 't
leven en het voortbestaan van uw sleutel
bloemen; ge komt er toch niet achter als ge
het nog niet weet; maar uw kinderen of
kleine neefjes of nichtjes weten het wel; die
leeren dat interessante uit het bloeoienleven
tegenwoordig allemaal op ectiool. Ik neb het
er verKden jaar al eens over gehad; den
volgenden Seer nog eens en dan al weer wat
uitvoeriger en wat meer in bijzonderheden.
E. HEIMANS.