De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 26 april pagina 1

26 april 1908 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

H". 16U9 WEEK DE AMSTERDAMMER A°. 19C*. YOOft NEDERLAND Dit nummer bevat e«m bijvoep-sel. O:n.cLer redactie ^rsun. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, K v^rspracbt 3?3, Het auteursrecht voor den innouüvan dit Blad wordt verzekerd overeenkomst!? de wet van 28 Juni l .81 (titaatsblaa J o 124). Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post / 1.65 Voor Incttëper jaar, bij vooruitbetaling » B mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12 V» Zon lag 26 April Advertenün van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.25 Reclames per regei .10 Annom es nit Duitschland, Oostenrijk eu Zwitserland worden uitsluitend aaoeenomen <1oor de tirmft Rl'DOl.F MOShE te Keulen eo' rl<>0r alle filialei ,.!e/.er lirina. De prijs per reijeJ i 10 Pteniiis;. Ilf HOUU: VAN VEEEE 'EN VAN NABIJ: Ernstige waarschuwing, door C. van der Pol. De ?onware Kabinetsrede, door d. K. De onredelijke uitstalling in het Handelsblad, door F. C. Laat het zoo zyn, door D. Stop gezet, II, door Janus. FEUILLETON: Een feestdag, I, door W. M. Ebbink. KUNST EN LETTEREN: Innerlyk leven. Zielebefchouwingen, II, door P. H. Hugenholtz Jr., beoordeeld door J. A. Tours. BERICbTEN. VOOR DAMES: Kinderlectuur en de tuchtelooaheid der Neder landsen? jeugd, door Daisy F. A. Junius. Allerlei, door Capiice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans, Afneeldh gen naar prenfen f n teekeningen in het Rijksprentenkabinet, met illuslr., door W. Steenhfff. Gedachten over opvoeding, door H. R. Sir Henry Campbell-Banneinaan. 't, roet afb., door C. Vcor honderd jaar, met afb., door J. H. R. Besliste volzirix-n, door Jacob lersël de Haan- FINANCIEELE EN OECOKOMISCHEKRONIIK, door V.d. S DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL. AD. VERTENTIEN. llllMinillllillllllHIIIIIIMIIIMlIlllllmifUnmmmillllllMIMJjjnjjmmiIIII Ernstige waarschuwing. Blijkens eenige telegrammen in de drie voornaamste Nederlandsebe dagbladen en in de Staatscourant, werden ter Sumatra's Westkust op 22 Maart en volgende dagen in verschillende onderafdeelingrn der Padangsche Beneden- en Bovenlanden eenige in 't oog loopende moeilijkheden ondervonden. Aanvankelijk leken deze nog al ongevaarlijk; tot het echter in de Paaschdagen kwam tot een dreigende volksmanifestatie te Fort van-der-Capellen. De marechaussee?, sinds eenige dat en ten getale van een dertig man vanuit Padang-Pandjarg derwaarts gede tacheerd, schoten er, na door steenworpen twee gewonden te hebben bekomen, oplos; met het resultaat, dat van de samengestroomde Maleierp, naar het schijnt volk van Padang-Louar, in een oogwenk achttien gedood en vijftig geu'ovd waren. Hier en daar zijn ook hoofden vermoord, die te groot loijauteit toonden jegens het Ned. bestuur. Deze feiten zijn in hoofdzaak gevolgen van de toepassing van een algemeene bestuursmaatregel, waartoe tegelijk met de 'giedkeuring van de Indische be grooting voor 1908 volmacht werd ge geven: het Indische gouvernements-besluit van 2 Februari j.l., krachtens welk op l Maart in genoemd gewest de heffing van een bedrijfsbelasting werd ingevoerd. Zulke tijdingen zouden ongetwijfeld in Nederland groottn indruk hebben gemaakt, wanneer onder ons volk voor het wel en wee onzer tientallen millioenen bruine medeburgers werkelijk belangstelling werd gekoesterd. Vooral zouden daardoor zijn opgeschrikt de vele parlementariërs, die in November a. p. over deze quaestie zoo lichtzinnig zijn heengegleden. A r a i s o n van een paar duizend dood geschoten menschen hadden regeering en kamers bereids sinds 1906 geleerd, hoe nood lottig in Atjeh de gevolgen waren van een ontijdige en oneconomische belastingheffing. Een weinig nadenken had moeten doen inzien, hoe men door zulke politiek aan sprakelijkheid voor groote rampen op zich laadt. Edoch... onze excellenties en hoogmogenden hebben reeds lang geleerd over zulke bagatellen blijmoedig heen te stappen. Zoo hebben wij dan ook over de belastingmoeilijkheden ter Sumatra's West kust niet veel gerucht vernomen. Behalve wat zoetelijke en bravourige commentaar in enkele bladen, een kort en nietszeggend vraag- en antwoordspelletje op 26 Maart j.l. in de tweede kamer tusschen het lid De Stuers en minister Heemskerk. Wij schreven zooeven : eenige in 't oog loopende moeilijkheden'', omdat er eigenlijk bereids driekwart eeuw, en bizonder sinds 1891, ter Sum. Westkust in zake directe belastingen moeilijkheden worden onder vonden. De buitenstaander vernam er echter niet veel yan. Over die zoo oude quaestie hebben wij geschreven in l)e Amster?dammer van 6 October a. p., in het artikel Indische begrooting voor 1908". Te goeder trouw zoo ongeveer schreven wij heeft de Maleische bevolking zich neergelegd bij de agrarische regeling van 25 October 1853, in overleg met haar wet tige hoofden opgesteld en door aanplakking bekend gemaakt. Die regeling bevatte ten aanzien van koffie- (en peper-) cultuur geen leveringsdwang; maar er zijn tal van faciliteiten en volkomen l e v eringsvrijheid toegezegd, mits er slechts koffie geplant werd voor den uitvoer. Daarop werd dan een recht g»legd. Tegelijk verbond het gouvernement zich tegenover de be volking geen enkele heffing in geld te doen," m. a. w.: geen directe bela stingen op te leggen. Zulke regeling was op den duur inder daad onhoudbaar; maar ze had de verdienste in 1833 een opstandige bevolking te bevre digen. Wij danken haar dan ook het bezit van Sumatra. Goede trouw eischte dus het met de Maleisehe bevolking afgesprokene na te komen, en zoo spoedig mogelijk langs minnelijken weg tot een betere regeling der inkomsten voor de schatkist tra hten te geraken. Zoo zou het als vanzelf tot een geleidelijke in voering- van di recte belastingen gekomen zijn. Maar de overeenkomst, die immers geen rechtskracht had, volgens dr Kielstra c.s., omdat ze niet eens bezworen was; hetgeen echter bij een proclamatie wel technisch onmogelijk zal ^ijn! ze werd door het gouvernement niet nageleefd Door den edelen en bescheiden, maar door de Indische historiologen schier vergetei, com missaris J. I. van Sevenh jven was c u 1tuurleiding toegezegd; en de Malei sehe bevolking vertrouwde in het woord van een braaf en verstandig man. Do veel geprezen en rijkbemonumenteerde bravoureman en gewetenlooze Realpolitiker, de militaire gouverneur Michiels, wiens hoogste bestuurswijsheid bestond in inti midatie, veranderde door zijn berucht koftiestelsel' cultuursleiding in ? dwang. Eveneens werd volledige v e rk o o p s v r ij h e i d bij hem leverings dwang. De/» schandelijke feiten worden erkend in pag. 29 van de jongste betrekke lijke miriisierieele memorie van toelichting. Naarmate nu het gouvernement het plak kaat van 1833 violeerde; bleef de bevolking er zich op beroepen. Dat was zeker niet de methode om voor het betiekkelijk welvarende gouvernement Sumatra's westkust tot een rati >neele belastingregel! u g to komen. Vooral sinds 1894 het jaar, waarin het er met de koffiecultuur wanhopig begon uit te zien, kwam deze quaestie dikwijls op het tapijt. Maar tot het vorige jaar ontbrak liet der regeering aan moed al worden er natuurlijk andere reden opge geven ! haar op te lossen op de meermalen voorgestelde wijze: het plakkaatpandjang eenvoudig als van nul en geener waarde verklaren. Minister Fock heeft dit in September a. p. gedaan; en de tweede kamer... had haast om zoo spoedig mogelijk gereed te komen. Uet Indische gouvernement maakte na tuurlijk gebruik van de bekomen volmacht. Weliswaar ging het om een versterking der miudelen van slechts een gedeelte der 619,000 gld., die het gouvernement Sum. "VVestkust, de residenties Tapanoeli en Djambi en do Bataksche af'deeling Simeloengoen en Karolanden moesten opbren gen; moe^ hier dus de vraag wegen, of' er voor zóó weinig geld zooveel op het spel mocht gezet worden. Doch wat nood!... Als de lui zich onwillig betponen, dan slaan wij er zóó lang op, tot zij htt hoofd in den schoot leggen;" dat is de politieke stelregel, die w\j voor het Britsch-koloniale gouvernement Natal bravelijk afkeuren; maar in ons eigen Indië, vooral in do laatste drie jaar zoo ongegeneerd moge lijk toepassen. Met het gevolg, dat de Maleisehe bevol king zich ontevreden héft getoond. Ter hoofdplaats Padang, in de onderaf'iieeling Loeboeq-Basoeng. in enkele larassen of dis tricten van Agam, in de laras Priangan, in de af'deeling XIII en IX Kota's, in het Tanah-Datarsche en ten laatste in de hoofd plaats van deze assistent-residentie bleek het wel wat al te duidelijk. Xoodaternaar enkele landschappen wat troepen ge zonden en enkele familiehoof'den terecht dan wol ten onrechte raldraaiers" ge scholden achter slot en grendel gebracht werden. Te Padang-zelf werd op de Islamitische d j i h a d-instincten gespeculeerd. Langs den openbaren weg vond men proclamaties aan geplakt, waarbij de bevolking werd opge roepen tot den prang-sabil of heiligen oorlog. Het bekende recept van demagogen, die van den godsdienst en domheid der menigte misbruik maken om profane met r e l i g i e u s e dingen te kunnen ver warren. Dit kon echter onder de zoo weinig orthodox aangelegde en vrij wereldwijze Padangers weinig succes hebben. Hun nuch ter verstand zal hen hebben doen inzien, hoe een ongewapende bevolking die trouwens reeds lang het vechten heeft ver leerd tegen een bataljon infanterie maar weinig vermag. En na hetgeen pas te Fort-van-der-Capellen voorviel, zal de be volking voorloopig nog wel overal ter Sumatra's Westkust het onmogelijke van militant verzet inzien. Er is dan ook geen enkele reden tot de noodkreet in liet Vaderland van 30 Maart jl., over een te zwakke militaire bezetting van Sumatra's Westkust. Afgezien toch van het 4e depot-bataljon te l-'.irt-de-Kook, dat zoo goed als o-een gevechtswaarde bezit, mag worden beweerd dat het gewest onnoodig veel garnizoen beeft. Zoo werd in de laatste jaren blijkbaar ook bij de departementen te Batavia geoordeeld. Nu er bloed heeft gevloeid zal er van verder militant verzet wel geen sprake meer zijn. Het zal nu lijdelijk blijven, en daartegen helpen geen geweren. Want de bekende locale omstandigheden en tradities geven aan leiding te over om aan te nemen, hoe er in vele gemoederen spanning blijft door jaren achtereen opgekropte en héréditairo grieven. X.u eindelijk datgene, waartegen zoo lang min of meer dreigend is gewaar schuwd, werd doorgedreven, staan wij hoogstwaarschijnlijk pas aan het begin van een lange reeks conflicten zij 't dan weinig of geen bloedige meer tusschen bestuur en bevolking. Al is het dan zoo goed als zeker, dat het bestuur met harde en zachte middelen wel steeds den toestand meester zal blijven, zij echter gevraagd, of het een wijs beleid is gezien vooral de uiteraard slechts zeer geringe machtsmiddelen, waarover wij elders te beschikken hebben, en afgezien van de zorde tegen de ethiek, zulke moeilijkheden te p r o v o c e e re n. Hoe zal daarbij ooit van de zoo noodige economische en intellectueele ontwikkeling van het zoo sehoone, maar schromelijk verwaarloosde gewest dat op zichzelf een bloeiende staat kon zijn, sprake kunnen wezen? En hoe zal men zich verantwoorden, wan neer het komt tot het alternatief; den nieuwen fiscalen maatregel niet uit voeren of ten koste van nog meer menscheiioffers toch doorzetten ? Dit zijn vragen, die ernstige overweging verdienen, want de politieke toestand ter Sumatra's Westkust laat zich raadselachtig aanzien; d. w. in dit ge-al zeggen: drei gend. Immers men zou toch meenen, dat de bevolking der koffie-produceerende Boven landen door de nieuwe belasting gebaat wordt, dus eer reden tot tevredenheid dan tot verzet heeft. Daarentegen heb ben do menschen in do weinig koffieopleverende Bt-nedenlanden de meeste reden tot klacht, omdat zij thans' hun contingent in de belasting moeten opbrengen, waarvan zij tot l Maart j.l. vrijgesteld waren, liet waren de Bovenlanders die voor hen be taalden door hun koffie voor een kwart, soms zelfs minder van de marktwaarde aan het gouvernement te leveren. In plaa's van zulke volgens onze begrippen niet de primitiefste fiscale proporties strijdige be lasting in natura, of .eigenlijk be lasting in arbeid, en wel in reusachtige krachtverspilling, zal de Bovenlandsche bevolking voortaan een betrekke lijk geringe, en.. . zij 't niet progressieve dan toch proportion eele belasting in geld opbrengen. Doch ziet: juist te Padang en in het grootste deel der Benedenland.cn, waar de bevolking door de nieuwe belasting gedu peerd wordt, is geen, althans geen noemens waardig verzet. En i:i de Bovenlanden, waar de bevolking van het onduldbare koftiestelsel ontheven is, wordt verzet ge pleegd, dat zich aanvankelijk wél ernstig liet aanzien en te Fort-van-dor-(,'apellen zelfs op een vreeselijk bloedbad uitliep. Hoe zulke tegenstrijdigheden to verklarend Uit verschillende berichten is reeds ge bleken, dat de Maleisehe bevolking zich een niet in alle bizon ierheden juist denk beeld van de fiscale bedoelingen des gouvernements heeft gevormd; ook, dat het verzit nog andere heffingen dan die der bedrijfsbelasting betreft. En_ wat wel haast riet noodig zal zijn op te merken : de bevol king vertouwt Jan Kompanie's naneven niet. Indien liet timeo Danaos et dona f e r e n t e s een artikel van den. catechismus van meni^ Maleier werd, wie zal dat wra ken r" aldus schreef over nagenoeg het zelfde onderwerp in IS'JÖde Padaiigsche advocaat wijlen mr. J. van Bosse.'~') Maar al ware het anders, oen niet wet; to redeneeren feit is, dat een bedrijfs belasting ook met eenige gunstige be palingen voor de allerarmsten voor de massa der bevolking ter Sumatra's Westkust te bezwarend zal blijken. Kn voor het kleine deel, dat zonder economisch bezwaar zal kunnen betalen, wordt ze een onnoodigo plagerij. Do Maleier toch met zijn verschil lende h a r t a d. z. soorten van bezit 13 voor den Westerschen fiscus een zeer moeielijk object. Maar dit daargelaten, blijft toch do omstandigheid dat 'ie massa der bevolking in 't geheel niet S t e u e rf a h i g ip, wegens gebrek aan lenig kapitaal. Volgens de Kielstranitische school, waartoe ook de autoriteiten" Lulofs, Ris, Heyting e. t. <\. behooren is de Maleisehe bevolking rijk, en dat wil er bij onze parlementariërs wel in. Men schijnt niet te beseffen, dat in dit geval bij ..rijk dom" het begrip kapitaal-in-den-engen-zin dient uitgeschakeld. Dan rest een slechts op papier gemakkelijk te kapitaliseren overvloed in natura, ruime beschik king over tijd vooral: een zorgloos bestaan. Vergeleken bij de Ja anen,zijn deMaleiers dan ook inderdaad bevoorrecht. Krgo aldus heeft men gezegd moeten dezen maar wat ontlast worden. :t Is zeer do vraag of het ooit tot een verlichting van fiscale lasten voor Javanen zal komen, tenzij dezen door den natuurlijken loop der dingen zullen worden verhinderd, hun onevenredig deel langer te betalen. Maar al is bet onzen pphtieken en ambtelijken ooiiies ernst bij hun streven tot verlichting van de lasten der Javanen, do op Sumatra toegepaste fiscale systemen als zij dien naam al verdienen ' zullen daartoe niets kunnen helpen. Want in Sumatra's Westkust, ook in Atjeh, Benkoeleu en elders is men eerst begonnen met de bevolkingen stelsel matig uit te putten of te verwaarloo/en Wanneer de citroen ten laatste te zeeruit*) Eenige beschouwingen omtrent de oor zaken >-ran den achteruitgang van de koffie cultuur ter Sumatra's Arestkust", en/., 's ravenhaie, Martinus ^ ij hol)'. Fen biochure die thans weer actueel geworden cu waar van du lening dan ook zeer aan te bevelen is. geknepen bleek zooals in casu met de gouvernements-koffiecultuur het geval is werden directe heffingen in geld ingevoerd. Een economie die aan Alva herinnert. Yan de Maleisehe bevolking is geen be hoorlijk belastin g-object gemaakt. Ze is tot dusver ten prooi gelaten aan een economisch versteeningsproces, product van he,t nij haar nog geldend matriarchaatmetzijnoer-communisme. Met mjer naieviteit dan grondige sociologische kennis hebben som migen in ernst de vraag geopperd, of de Maleiers eigenlijk niet leven in een i d ea al staat, die aan de goeddeels geïn dustrialiseerde Westersehe maatschappij tot voorbeell moe: gesteld worden. Bij hen is toch onbekend de harde bestaansstrijd en loonslavernij, zooals wij deze kennen Dat is inderdaad een staat van betrekkelijke economische gelukzaligheid. Jammer echter is de Maleier daardoor ook een economisch kruiilje-roer-mij-niet. Een geringe heffing in geld brengt zijn volkshuishouding totaal van streek en zal haar zoo noodige ontwikke ling, nog meer dan tot dusver, tegenhou den. Hoe hulploos de Maleier strak* tegen over de nio erne ordernemingrsgeest zal staan, 'fat blijkt al niet beter dan uit zijn geldelijke onmacht bij betrekkelijken rijk dom. Gernakk"lijker valt het hem groote offers te brengen in bijna nutteloozen cultuurarbeid, dan in geringe geldelijke be dragen. Hij beeft voldoende voe fsel, veel tijd, al te Neel zelfs. De beroemde erfstukken in p r e c i o s a kunnen moeilijk worden vervieemd. Doch {jecchiedt het, dan is er haast geen denken aai>, dat y.o d< or andere zullen worden vet vangen. Behoudens dan ook eenij.ro wereldwijzen onder hen, kennen onze Maleisehe medeburgers haast geen eigenlijk kapitaal of ruime geldelijke ver diensten. Dus zijn /ij maar al te gc-makkelijk uit te putten. Zoo is do treurige toestand. En nu tracht het gouvernement niet de langdurige stel selmatige verwaarloozing toed te maken. Neen, een hartelooze fiscus vraagt geld; niet een deel van een geregeld toevloeiend inkomen, doch van een bescheiden bezit.... \_apleiten over een door bet parlement goedgekeurde wet, of over op grond laarvan genomen aluemeene bestuuivmaatregelen heeft eigenlijk geen zin. liet voegt nu eenmaal niet met Nederlandsch-koloniale gezagsopvattirgen, verkeerd gebleken fis cale en andere wettelijke maatregelen op te schorten of in te trekken. En wat de, op het stuk van koloniale aangelegen heden zoo totaal oriaandoeiilijkeKroote massa in Nederland betreft: och, de gebeurtenissen ter Sumatra's Westkust veroorzaakten geen enkel rimpeltje iu den vijver der publieke meening. Het kan echter nuttig zijn, op grond van het vorenstaande, erop te wijzen, hoe de zoo gewichtige belastingquaestie ter Sumatra's Westkust in baar veeljarige voorbereiding werd vertroebeld. Tegen standers van de invoering hebben de alleszins juiste opportunistische argumenten zooals wij ze hiervoren produceerden ??ais ji r i n c i p i e e l e uit gespeeld. Men heeft meestal gezegd: in geen geval directe belastingen. Dat kon in zijn algemeenheid door nie mand worden aanvaard en zoo hadden de lichtzinnige voorstanders der heffing ge makkelijk pleiten. De qnaestie is nimmer als een van algemeen belang, maar steeds als een van al of' niet po'cmische Hechth a b e r e i behandeld. Herhaaldelijk is voor verzet gewaar schuwd. Dit werd trouwens dan ook door de fiscale drijvers verwacht, maar g e m i na c li t, omdat bet immers desnoods met den sterken arm te onderdrukken zou zijn. Thans heeft dat militant verzet zich in eersten aanleg vertoond. Dat zij een ernstige waarschuwing. Moge ze worden ter harte genomen, eerstens en vooral in Nederland, opdat hier de regeerin", gedrongen dan wel gesteund door het parlement, tijdig een gebiedend ..halt!" doe hooren, wanneer er in Indiëmet te groote bravoure wordt opgetreden ; maar tweedens diene men zich ook in Indiëvoor gewaarschuwd te houden en daarom te komen tot m o d er a t ie in optreden jegens de bevolking, in bet geven van adviezen aan de regeeriug. l! ij s w ij k, 22 April. C'. \ .VN 1-1.1; !'<>r. De onware kabinetsrede. Dr Xi'ili'rlnitili'i- heeft in haar nummer van 18 April een overzicht gegeven van ons betoog, Ain*t. '.'?> Ma/irf, waarin de kabinetsrede, als een onware rede, werd veroordeeld. 7ij laat daarop volgen: Dit resumévan het betoog van . K. plaatsen wij alsnog, omdat de schrijver daarop prijs schijnt te steller. Het antwoonl, dat bij van ons verlangt, gaven wij reeds in onze beschouwing over homogeniteit (X'ed. no. 444'J), waarin wij zijn blad wel niet noemden, omdat wij ook zijn betoog, uit plaatsgebrek, niet hadden opgenomen, maar waarin reke ning ia gehouden met al de door hem aan gevoerde beweringen. Alleen vestigden wij niet de aandacht op de omstandigheid dat dit Kabinet misschien een Grondwetpherziening zou kunnen voorstellen, principieel verschillende van die van het voiige Kabine.t. Vooreerst zijn we nog zoover niet, en ten anderen zien «ij niet in, dat juist bij Grondwetsherziening liet principieel verfchi tusschen antirevolntionair tn revolutionair voor den dag moet komen. Overigens n'aafc aftreden wanneer princip el versch l blykf, steeds vrij. Het is meermalen voorgekomen dat man nen, die meer uit sleur dan ra nauwgezette studie deh aan liberale zij Ie hadden ge schaard, t'ünadere kennismaking met antirevolutionaire beginselen tot de ontdekking kwamen dat daarin mirder dwaasheid en meer ge'O' d verstand school dan hun steeds was voorgehouden, en dat /,ij dan, uit volle over'uiging, zich aan onze zijde plaatsen. Vooral theologen kunnen zich dat niet goed voorstellen, maar toch is het zoo. Welke d» persronlijke overtuiging is ran onze beideMinis ers van def.'-nsie is ons onbekend en faat ons ook minder aan. Maar te spoedig te denken aan beginselloosheid en karakter loosheid schijnt ons niet geraden." Indedaad stelden wij er prijs op, dat het antwoord, door ons op een vraag aan ons adres gegeven, den lezers van De Nrdrrhnuier werd medegedeeld ; waartoe toch zou anders een bestrijding en eea onderzoeken van onze mee n ing. </if met on~n niKtmlfttcrx was (/rtirkaul, hebben gediend? Eerlijk gezegd, wij gevoelden reeds ons in den toestand, waarin- De Nederlander ten opzichte van D f. SfaniJanrd meermalen verkeert, n.l. als een die wel wordt aangevallen, maar wiens verdediging den lezers wordt onthondou. Het schoeide niet veel. <if v, o hadden de woorden van Dr Nnlri-ltnidir, die /ij in datzelfde nummer ten opzichte van Di' XtdiirfiKin/ gebruikt, op de lippen : Zij deelt geen der gebezigde argumenten, noch y.elfs den gang van ons he.tuog met-. Dat doet zij trouwens slechts, als zij meent een afdoend tegenbetoog te kun nen leveren.'' Aangenanm, dat we thans van deze gedachte bevrijd zijn. En \ve/ijn dit te eer, nu lic N cc/er lam/t-r eindelijk haar lezers heeft ingelicht ook al moest het blijken, dat zij geen tegen betoog; kon leveren. Immers zulk een betoog is geheel afwezig. Want als zij nu schrijft, dat zij het antwoord, dnthij (d. Iv.j van. ons verlangt", reeds gaf in haar beschou wing over homogeniteit ,,>n.«(riii rekr--ntiiy if< //t')ioitil/')i a/ft i/l /li>' il nor hnt uamjfropfdf /teircriiii/i-n" 1) dan m? eten wij hanr opmerkzaam maken op het" feit, dat haar artikel en ons ant woord van 20 Maart uitsluitend be trof de vraag, t f Heemskerk, sprekende namens negen personen, waaronder min stens twee oud-liberalen, getuigen niochr., als bestond het verschil in wereldbeschou wing tussehen de zes en de twee niet, In haar artikel over Mi>rixlrrii'ijlr H<>nioyniiti'it, waarin zij meent met, a/on ze beweringen rekening fe hebben gehouden.. gaat zij juist uit van een onderstelling-.. die geheel in strijd is met ons gevoelen. Acht men daarentegen een principieel" kabinet geboden, dan heti hr men den Kabinetsformateur van het spreken van on waarheid, door te verklaren dat Wentholt en Sabron het bewind willen voeren over eenkomstig de beginselen levende in de rech terzijde,", de beginselen du?! van Knyper Lohuian en Schaeprnan1'. Zulke scherpzinnige bespiecelinaen even wel leiden, dunkt on3, tot, de slotsom, (fat een principieel Kabinet vrijwel een hersen schim is. Men legt banden aan, die vrucht baar handelen onmogelijk maken." Wij nu hebben volstrekt niet onder de bestaande politieke omstandigheden een ..principieel" kabinet geboden'' ge acht; best mogelijk zelfs dat een prluctj/ii'cl kabinet vrijwel een hersenschim is, maar wij hebben gezegd en zeggen nog: de formateur matr als hij zijn. kabinet aandient, geen oniciHU'lif'td spre ken, en afgescheiden van de vraag hoe zijn kabinet, naar theoretische over wegingen, moet genoemd worden, hij toono eerlijk, min te zijn. I)il nu heeft Heemskerk niet gedaan. ..Heemskerk sprak uit naam zijnei ambtgenooten, derhalve ook uit naam van Wenthilt en Sabron. .. Kn Y.IIO heeft hij dus verklaard: ., Wentholt en Sabron willen liet bewind voeren overeenkomstig de beginselen levende in de partijen der rechterzijde ..Wentholt en Sabron willen trachten door toepassing dier beginselen d.w.z. door rf-htx te zijn zooveel mogelijk bevrediging te schenken ; ..Wentholt en Sabron zullen bij principieelo tegenstellingen pal staan voor de rechtsche principes, r:ij mogin j>rinrij,ic;'!i> trfiaii'it'lliiir/ai nit-f out ir i j ken" . ..Wentholt en Sabron zullen, zonder verzaking van de rechtsche beginselen. overeenstemming in de Kamer zien te verkrijgen ; Wentholt en Sabron (nu rechts met ons i meenen te mogen vertrouwen, dat de Kamer tot samenwerking met hen bereid zal zijn liij u'i'dct'.:ijd.~-i:h Ijclmidi .1 Wij cursiveeren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl