Historisch Archief 1877-1940
H". 16U9
WEEK
DE AMSTERDAMMER
A°. 19C*.
YOOft NEDERLAND
Dit nummer bevat e«m bijvoep-sel.
O:n.cLer redactie ^rsun.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, K v^rspracbt 3?3,
Het auteursrecht voor den innouüvan dit Blad wordt verzekerd overeenkomst!? de wet van 28 Juni l .81 (titaatsblaa J o 124).
Abonnement per 3 maanden f 1.50, fr. p. post / 1.65
Voor Incttëper jaar, bij vooruitbetaling » B mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12 V»
Zon lag 26 April
Advertenün van l?5 regels / 1.25, elke regel meer f 0.25
Reclames per regei .10
Annom es nit Duitschland, Oostenrijk eu Zwitserland worden uitsluitend aaoeenomen <1oor de tirmft
Rl'DOl.F MOShE te Keulen eo' rl<>0r alle filialei ,.!e/.er lirina. De prijs per reijeJ i 10 Pteniiis;.
Ilf HOUU:
VAN VEEEE 'EN VAN NABIJ: Ernstige
waarschuwing, door C. van der Pol. De
?onware Kabinetsrede, door d. K. De
onredelijke uitstalling in het Handelsblad,
door F. C. Laat het zoo zyn, door D.
Stop gezet, II, door Janus. FEUILLETON:
Een feestdag, I, door W. M. Ebbink.
KUNST EN LETTEREN: Innerlyk leven.
Zielebefchouwingen, II, door P. H.
Hugenholtz Jr., beoordeeld door J. A. Tours.
BERICbTEN. VOOR DAMES:
Kinderlectuur en de tuchtelooaheid der Neder
landsen? jeugd, door Daisy F. A. Junius.
Allerlei, door Capiice. UIT DE NATUUR,
door E. Heimans, Afneeldh gen naar
prenfen f n teekeningen in het
Rijksprentenkabinet, met illuslr., door W. Steenhfff.
Gedachten over opvoeding, door H. R.
Sir Henry Campbell-Banneinaan. 't, roet afb.,
door C. Vcor honderd jaar, met afb.,
door J. H. R. Besliste volzirix-n, door
Jacob lersël de Haan- FINANCIEELE EN
OECOKOMISCHEKRONIIK, door V.d. S
DAMRUBRIEK. SCHAAKSPEL. AD.
VERTENTIEN.
llllMinillllillllllHIIIIIIMIIIMlIlllllmifUnmmmillllllMIMJjjnjjmmiIIII
Ernstige waarschuwing.
Blijkens eenige telegrammen in de drie
voornaamste Nederlandsebe dagbladen en
in de Staatscourant, werden ter Sumatra's
Westkust op 22 Maart en volgende dagen
in verschillende onderafdeelingrn der
Padangsche Beneden- en Bovenlanden eenige
in 't oog loopende moeilijkheden ondervonden.
Aanvankelijk leken deze nog al ongevaarlijk;
tot het echter in de Paaschdagen kwam tot
een dreigende volksmanifestatie te Fort
van-der-Capellen. De marechaussee?, sinds
eenige dat en ten getale van een dertig man
vanuit Padang-Pandjarg derwaarts gede
tacheerd, schoten er, na door steenworpen
twee gewonden te hebben bekomen, oplos;
met het resultaat, dat van de
samengestroomde Maleierp, naar het schijnt volk
van Padang-Louar, in een oogwenk achttien
gedood en vijftig geu'ovd waren. Hier en
daar zijn ook hoofden vermoord, die te
groot loijauteit toonden jegens het Ned.
bestuur.
Deze feiten zijn in hoofdzaak gevolgen
van de toepassing van een algemeene
bestuursmaatregel, waartoe tegelijk met
de 'giedkeuring van de Indische be
grooting voor 1908 volmacht werd ge
geven: het Indische gouvernements-besluit
van 2 Februari j.l., krachtens welk op l
Maart in genoemd gewest de heffing van
een bedrijfsbelasting werd ingevoerd. Zulke
tijdingen zouden ongetwijfeld in Nederland
groottn indruk hebben gemaakt, wanneer
onder ons volk voor het wel en wee onzer
tientallen millioenen bruine medeburgers
werkelijk belangstelling werd gekoesterd.
Vooral zouden daardoor zijn opgeschrikt
de vele parlementariërs, die in November
a. p. over deze quaestie zoo lichtzinnig zijn
heengegleden.
A r a i s o n van een paar duizend dood
geschoten menschen hadden regeering en
kamers bereids sinds 1906 geleerd, hoe nood
lottig in Atjeh de gevolgen waren van een
ontijdige en oneconomische belastingheffing.
Een weinig nadenken had moeten doen
inzien, hoe men door zulke politiek aan
sprakelijkheid voor groote rampen op zich
laadt. Edoch... onze excellenties en
hoogmogenden hebben reeds lang geleerd over
zulke bagatellen blijmoedig heen te stappen.
Zoo hebben wij dan ook over de
belastingmoeilijkheden ter Sumatra's West
kust niet veel gerucht vernomen. Behalve
wat zoetelijke en bravourige commentaar
in enkele bladen, een kort en nietszeggend
vraag- en antwoordspelletje op 26 Maart
j.l. in de tweede kamer tusschen het lid
De Stuers en minister Heemskerk.
Wij schreven zooeven : eenige in 't oog
loopende moeilijkheden'', omdat er eigenlijk
bereids driekwart eeuw, en bizonder sinds
1891, ter Sum. Westkust in zake directe
belastingen moeilijkheden worden onder
vonden. De buitenstaander vernam er echter
niet veel yan. Over die zoo oude quaestie
hebben wij geschreven in l)e Amster?dammer
van 6 October a. p., in het artikel Indische
begrooting voor 1908".
Te goeder trouw zoo ongeveer schreven
wij heeft de Maleische bevolking zich
neergelegd bij de agrarische regeling van
25 October 1853, in overleg met haar wet
tige hoofden opgesteld en door aanplakking
bekend gemaakt. Die regeling bevatte ten
aanzien van koffie- (en peper-) cultuur geen
leveringsdwang; maar er zijn tal
van faciliteiten en volkomen l e v
eringsvrijheid toegezegd, mits er slechts
koffie geplant werd voor den uitvoer. Daarop
werd dan een recht g»legd. Tegelijk verbond
het gouvernement zich tegenover de be
volking geen enkele heffing in geld te doen,"
m. a. w.: geen directe bela
stingen op te leggen.
Zulke regeling was op den duur inder
daad onhoudbaar; maar ze had de verdienste
in 1833 een opstandige bevolking te bevre
digen. Wij danken haar dan ook het bezit
van Sumatra. Goede trouw eischte dus het
met de Maleisehe bevolking afgesprokene
na te komen, en zoo spoedig mogelijk langs
minnelijken weg tot een betere regeling
der inkomsten voor de schatkist tra hten
te geraken. Zoo zou het als vanzelf tot een
geleidelijke in voering- van di recte belastingen
gekomen zijn.
Maar de overeenkomst, die immers
geen rechtskracht had, volgens dr Kielstra
c.s., omdat ze niet eens bezworen was;
hetgeen echter bij een proclamatie wel
technisch onmogelijk zal ^ijn! ze werd
door het gouvernement niet nageleefd Door
den edelen en bescheiden, maar door de
Indische historiologen schier vergetei, com
missaris J. I. van Sevenh jven was c u
1tuurleiding toegezegd; en de Malei
sehe bevolking vertrouwde in het woord
van een braaf en verstandig man. Do veel
geprezen en rijkbemonumenteerde
bravoureman en gewetenlooze Realpolitiker,
de militaire gouverneur Michiels, wiens
hoogste bestuurswijsheid bestond in inti
midatie, veranderde door zijn berucht
koftiestelsel' cultuursleiding in
? dwang. Eveneens werd volledige v e
rk o o p s v r ij h e i d bij hem leverings
dwang. De/» schandelijke feiten worden
erkend in pag. 29 van de jongste betrekke
lijke miriisierieele memorie van toelichting.
Naarmate nu het gouvernement het plak
kaat van 1833 violeerde; bleef de bevolking
er zich op beroepen. Dat was zeker niet de
methode om voor het betiekkelijk welvarende
gouvernement Sumatra's westkust tot een
rati >neele belastingregel! u g to
komen.
Vooral sinds 1894 het jaar, waarin het
er met de koffiecultuur wanhopig begon
uit te zien, kwam deze quaestie dikwijls
op het tapijt. Maar tot het vorige jaar
ontbrak liet der regeering aan moed al
worden er natuurlijk andere reden opge
geven ! haar op te lossen op de meermalen
voorgestelde wijze: het
plakkaatpandjang eenvoudig als van nul en
geener waarde verklaren. Minister Fock
heeft dit in September a. p. gedaan; en de
tweede kamer... had haast om zoo spoedig
mogelijk gereed te komen.
Uet Indische gouvernement maakte na
tuurlijk gebruik van de bekomen volmacht.
Weliswaar ging het om een versterking
der miudelen van slechts een gedeelte der
619,000 gld., die het gouvernement Sum.
"VVestkust, de residenties Tapanoeli en
Djambi en do Bataksche af'deeling
Simeloengoen en Karolanden moesten opbren
gen; moe^ hier dus de vraag wegen, of'
er voor zóó weinig geld zooveel op het spel
mocht gezet worden. Doch wat nood!...
Als de lui zich onwillig betponen, dan
slaan wij er zóó lang op, tot zij htt hoofd
in den schoot leggen;" dat is de politieke
stelregel, die w\j voor het Britsch-koloniale
gouvernement Natal bravelijk afkeuren;
maar in ons eigen Indië, vooral in do
laatste drie jaar zoo ongegeneerd moge
lijk toepassen.
Met het gevolg, dat de Maleisehe bevol
king zich ontevreden héft getoond. Ter
hoofdplaats Padang, in de onderaf'iieeling
Loeboeq-Basoeng. in enkele larassen of dis
tricten van Agam, in de laras Priangan, in
de af'deeling XIII en IX Kota's, in het
Tanah-Datarsche en ten laatste in de hoofd
plaats van deze assistent-residentie bleek
het wel wat al te duidelijk. Xoodaternaar
enkele landschappen wat troepen ge
zonden en enkele familiehoof'den terecht
dan wol ten onrechte raldraaiers" ge
scholden achter slot en grendel gebracht
werden.
Te Padang-zelf werd op de Islamitische
d j i h a d-instincten gespeculeerd. Langs den
openbaren weg vond men proclamaties aan
geplakt, waarbij de bevolking werd opge
roepen tot den prang-sabil of heiligen
oorlog. Het bekende recept van demagogen,
die van den godsdienst en domheid der
menigte misbruik maken om profane
met r e l i g i e u s e dingen te kunnen ver
warren. Dit kon echter onder de zoo weinig
orthodox aangelegde en vrij wereldwijze
Padangers weinig succes hebben. Hun nuch
ter verstand zal hen hebben doen inzien,
hoe een ongewapende bevolking die
trouwens reeds lang het vechten heeft ver
leerd tegen een bataljon infanterie maar
weinig vermag. En na hetgeen pas te
Fort-van-der-Capellen voorviel, zal de be
volking voorloopig nog wel overal ter
Sumatra's Westkust het onmogelijke van
militant verzet inzien. Er is dan ook
geen enkele reden tot de noodkreet in
liet Vaderland van 30 Maart jl., over
een te zwakke militaire bezetting van
Sumatra's Westkust. Afgezien toch van het
4e depot-bataljon te l-'.irt-de-Kook, dat zoo
goed als o-een gevechtswaarde bezit, mag
worden beweerd dat het gewest onnoodig
veel garnizoen beeft. Zoo werd in de laatste
jaren blijkbaar ook bij de departementen
te Batavia geoordeeld. Nu er bloed heeft
gevloeid zal er van verder militant verzet
wel geen sprake meer zijn. Het zal nu
lijdelijk blijven, en daartegen helpen
geen geweren. Want de bekende locale
omstandigheden en tradities geven aan
leiding te over om aan te nemen, hoe er in
vele gemoederen spanning blijft door jaren
achtereen opgekropte en héréditairo
grieven. X.u eindelijk datgene, waartegen
zoo lang min of meer dreigend is gewaar
schuwd, werd doorgedreven, staan wij
hoogstwaarschijnlijk pas aan het begin van
een lange reeks conflicten zij 't dan
weinig of geen bloedige meer tusschen
bestuur en bevolking.
Al is het dan zoo goed als zeker, dat
het bestuur met harde en zachte middelen
wel steeds den toestand meester zal blijven,
zij echter gevraagd, of het een wijs beleid
is gezien vooral de uiteraard slechts zeer
geringe machtsmiddelen, waarover wij elders
te beschikken hebben, en afgezien van
de zorde tegen de ethiek, zulke
moeilijkheden te p r o v o c e e re n. Hoe zal
daarbij ooit van de zoo noodige economische
en intellectueele ontwikkeling van het zoo
sehoone, maar schromelijk verwaarloosde
gewest dat op zichzelf een bloeiende
staat kon zijn, sprake kunnen wezen?
En hoe zal men zich verantwoorden, wan
neer het komt tot het alternatief; den
nieuwen fiscalen maatregel niet uit
voeren of ten koste van nog meer
menscheiioffers toch doorzetten ?
Dit zijn vragen, die ernstige overweging
verdienen, want de politieke toestand ter
Sumatra's Westkust laat zich raadselachtig
aanzien; d. w. in dit ge-al zeggen: drei
gend.
Immers men zou toch meenen, dat de
bevolking der koffie-produceerende Boven
landen door de nieuwe belasting gebaat
wordt, dus eer reden tot tevredenheid
dan tot verzet heeft. Daarentegen heb
ben do menschen in do weinig
koffieopleverende Bt-nedenlanden de meeste reden
tot klacht, omdat zij thans' hun contingent
in de belasting moeten opbrengen, waarvan
zij tot l Maart j.l. vrijgesteld waren, liet
waren de Bovenlanders die voor hen be
taalden door hun koffie voor een kwart,
soms zelfs minder van de marktwaarde aan
het gouvernement te leveren. In plaa's van
zulke volgens onze begrippen niet de
primitiefste fiscale proporties strijdige be
lasting in natura, of .eigenlijk be
lasting in arbeid, en wel in reusachtige
krachtverspilling, zal de
Bovenlandsche bevolking voortaan een betrekke
lijk geringe, en.. . zij 't niet progressieve
dan toch proportion eele belasting in
geld opbrengen.
Doch ziet: juist te Padang en in het
grootste deel der Benedenland.cn, waar de
bevolking door de nieuwe belasting gedu
peerd wordt, is geen, althans geen noemens
waardig verzet. En i:i de Bovenlanden,
waar de bevolking van het onduldbare
koftiestelsel ontheven is, wordt verzet ge
pleegd, dat zich aanvankelijk wél ernstig
liet aanzien en te Fort-van-dor-(,'apellen
zelfs op een vreeselijk bloedbad uitliep.
Hoe zulke tegenstrijdigheden to verklarend
Uit verschillende berichten is reeds ge
bleken, dat de Maleisehe bevolking zich
een niet in alle bizon ierheden juist denk
beeld van de fiscale bedoelingen des
gouvernements heeft gevormd; ook, dat het
verzit nog andere heffingen dan die der
bedrijfsbelasting betreft. En_ wat wel haast
riet noodig zal zijn op te merken : de bevol
king vertouwt Jan Kompanie's naneven niet.
Indien liet timeo Danaos et dona
f e r e n t e s een artikel van den. catechismus
van meni^ Maleier werd, wie zal dat wra
ken r" aldus schreef over nagenoeg het
zelfde onderwerp in IS'JÖde Padaiigsche
advocaat wijlen mr. J. van Bosse.'~')
Maar al ware het anders, oen niet wet;
to redeneeren feit is, dat een bedrijfs
belasting ook met eenige gunstige be
palingen voor de allerarmsten voor de
massa der bevolking ter Sumatra's Westkust
te bezwarend zal blijken. Kn voor het kleine
deel, dat zonder economisch bezwaar zal
kunnen betalen, wordt ze een onnoodigo
plagerij. Do Maleier toch met zijn verschil
lende h a r t a d. z. soorten van bezit
13 voor den Westerschen fiscus een zeer
moeielijk object. Maar dit daargelaten,
blijft toch do omstandigheid dat 'ie massa
der bevolking in 't geheel niet S t e u e
rf a h i g ip, wegens gebrek aan lenig kapitaal.
Volgens de Kielstranitische school,
waartoe ook de autoriteiten" Lulofs, Ris,
Heyting e. t. <\. behooren is de Maleisehe
bevolking rijk, en dat wil er bij onze
parlementariërs wel in. Men schijnt niet
te beseffen, dat in dit geval bij ..rijk
dom" het begrip kapitaal-in-den-engen-zin
dient uitgeschakeld. Dan rest een slechts
op papier gemakkelijk te kapitaliseren
overvloed in natura, ruime beschik
king over tijd vooral: een zorgloos bestaan.
Vergeleken bij de Ja anen,zijn deMaleiers
dan ook inderdaad bevoorrecht. Krgo aldus
heeft men gezegd moeten dezen maar
wat ontlast worden. :t Is zeer do vraag of
het ooit tot een verlichting van fiscale lasten
voor Javanen zal komen, tenzij dezen door
den natuurlijken loop der dingen zullen
worden verhinderd, hun onevenredig deel
langer te betalen. Maar al is bet onzen
pphtieken en ambtelijken ooiiies ernst bij
hun streven tot verlichting van de lasten
der Javanen, do op Sumatra toegepaste
fiscale systemen als zij dien naam al
verdienen ' zullen daartoe niets kunnen
helpen. Want in Sumatra's Westkust, ook
in Atjeh, Benkoeleu en elders is men
eerst begonnen met de bevolkingen stelsel
matig uit te putten of te verwaarloo/en
Wanneer de citroen ten laatste te
zeeruit*) Eenige beschouwingen omtrent de oor
zaken >-ran den achteruitgang van de koffie
cultuur ter Sumatra's Arestkust", en/., 's
ravenhaie, Martinus ^ ij hol)'. Fen biochure
die thans weer actueel geworden cu waar
van du lening dan ook zeer aan te bevelen is.
geknepen bleek zooals in casu met de
gouvernements-koffiecultuur het geval is
werden directe heffingen in geld ingevoerd.
Een economie die aan Alva herinnert.
Yan de Maleisehe bevolking is geen be
hoorlijk belastin g-object gemaakt.
Ze is tot dusver ten prooi gelaten aan een
economisch versteeningsproces,
product van he,t nij haar nog geldend
matriarchaatmetzijnoer-communisme.
Met mjer naieviteit dan grondige
sociologische kennis hebben som
migen in ernst de vraag geopperd, of de
Maleiers eigenlijk niet leven in een i d
ea al staat, die aan de goeddeels geïn
dustrialiseerde Westersehe maatschappij tot
voorbeell moe: gesteld worden. Bij hen is
toch onbekend de harde bestaansstrijd en
loonslavernij, zooals wij deze kennen
Dat is inderdaad een staat van betrekkelijke
economische gelukzaligheid. Jammer echter
is de Maleier daardoor ook een economisch
kruiilje-roer-mij-niet. Een geringe heffing in
geld brengt zijn volkshuishouding totaal van
streek en zal haar zoo noodige ontwikke
ling, nog meer dan tot dusver, tegenhou
den. Hoe hulploos de Maleier strak* tegen
over de nio erne ordernemingrsgeest zal
staan, 'fat blijkt al niet beter dan uit zijn
geldelijke onmacht bij betrekkelijken rijk
dom. Gernakk"lijker valt het hem groote
offers te brengen in bijna nutteloozen
cultuurarbeid, dan in geringe geldelijke be
dragen. Hij beeft voldoende voe fsel, veel
tijd, al te Neel zelfs. De beroemde
erfstukken in p r e c i o s a kunnen moeilijk worden
vervieemd. Doch {jecchiedt het, dan is er
haast geen denken aai>, dat y.o d< or andere
zullen worden vet vangen. Behoudens dan
ook eenij.ro wereldwijzen onder hen, kennen
onze Maleisehe medeburgers haast geen
eigenlijk kapitaal of ruime geldelijke ver
diensten. Dus zijn /ij maar al te gc-makkelijk
uit te putten.
Zoo is do treurige toestand. En nu tracht
het gouvernement niet de langdurige stel
selmatige verwaarloozing toed te maken.
Neen, een hartelooze fiscus vraagt geld;
niet een deel van een geregeld toevloeiend
inkomen, doch van een bescheiden bezit....
\_apleiten over een door bet parlement
goedgekeurde wet, of over op grond laarvan
genomen aluemeene bestuuivmaatregelen
heeft eigenlijk geen zin. liet voegt nu
eenmaal niet met Nederlandsch-koloniale
gezagsopvattirgen, verkeerd gebleken fis
cale en andere wettelijke maatregelen
op te schorten of in te trekken. En wat
de, op het stuk van koloniale aangelegen
heden zoo totaal oriaandoeiilijkeKroote massa
in Nederland betreft: och, de gebeurtenissen
ter Sumatra's Westkust veroorzaakten
geen enkel rimpeltje iu den vijver der
publieke meening.
Het kan echter nuttig zijn, op grond
van het vorenstaande, erop te wijzen, hoe
de zoo gewichtige belastingquaestie ter
Sumatra's Westkust in baar veeljarige
voorbereiding werd vertroebeld. Tegen
standers van de invoering hebben de
alleszins juiste opportunistische
argumenten zooals wij ze hiervoren
produceerden ??ais ji r i n c i p i e e l e uit
gespeeld. Men heeft meestal gezegd: in
geen geval directe belastingen.
Dat kon in zijn algemeenheid door nie
mand worden aanvaard en zoo hadden de
lichtzinnige voorstanders der heffing ge
makkelijk pleiten. De qnaestie is nimmer
als een van algemeen belang, maar steeds
als een van al of' niet po'cmische
Hechth a b e r e i behandeld.
Herhaaldelijk is voor verzet gewaar
schuwd. Dit werd trouwens dan ook door
de fiscale drijvers verwacht, maar g e m i
na c li t, omdat bet immers desnoods met
den sterken arm te onderdrukken zou zijn.
Thans heeft dat militant verzet zich
in eersten aanleg vertoond.
Dat zij een ernstige waarschuwing.
Moge ze worden ter harte genomen,
eerstens en vooral in Nederland, opdat
hier de regeerin", gedrongen dan wel
gesteund door het parlement, tijdig een
gebiedend ..halt!" doe hooren, wanneer er
in Indiëmet te groote bravoure wordt
opgetreden ; maar tweedens diene men zich
ook in Indiëvoor gewaarschuwd te houden
en daarom te komen tot m o d er a t ie in
optreden jegens de bevolking, in bet geven
van adviezen aan de regeeriug.
l! ij s w ij k, 22 April. C'. \ .VN 1-1.1; !'<>r.
De onware kabinetsrede.
Dr Xi'ili'rlnitili'i- heeft in haar nummer
van 18 April een overzicht gegeven van
ons betoog, Ain*t. '.'?> Ma/irf, waarin de
kabinetsrede, als een onware rede, werd
veroordeeld.
7ij laat daarop volgen:
Dit resumévan het betoog van . K.
plaatsen wij alsnog, omdat de schrijver daarop
prijs schijnt te steller. Het antwoonl, dat
bij van ons verlangt, gaven wij reeds in onze
beschouwing over homogeniteit (X'ed. no.
444'J), waarin wij zijn blad wel niet noemden,
omdat wij ook zijn betoog, uit plaatsgebrek,
niet hadden opgenomen, maar waarin reke
ning ia gehouden met al de door hem aan
gevoerde beweringen. Alleen vestigden wij
niet de aandacht op de omstandigheid dat
dit Kabinet misschien een
Grondwetpherziening zou kunnen voorstellen, principieel
verschillende van die van het voiige
Kabine.t. Vooreerst zijn we nog zoover niet, en
ten anderen zien «ij niet in, dat juist bij
Grondwetsherziening liet principieel verfchi
tusschen antirevolntionair tn revolutionair
voor den dag moet komen. Overigens n'aafc
aftreden wanneer princip el versch l blykf,
steeds vrij.
Het is meermalen voorgekomen dat man
nen, die meer uit sleur dan ra nauwgezette
studie deh aan liberale zij Ie hadden ge
schaard, t'ünadere kennismaking met
antirevolutionaire beginselen tot de ontdekking
kwamen dat daarin mirder dwaasheid en
meer ge'O' d verstand school dan hun steeds
was voorgehouden, en dat /,ij dan, uit volle
over'uiging, zich aan onze zijde plaatsen.
Vooral theologen kunnen zich dat niet goed
voorstellen, maar toch is het zoo. Welke d»
persronlijke overtuiging is ran onze
beideMinis ers van def.'-nsie is ons onbekend en
faat ons ook minder aan. Maar te spoedig
te denken aan beginselloosheid en karakter
loosheid schijnt ons niet geraden."
Indedaad stelden wij er prijs op, dat
het antwoord, door ons op een vraag aan
ons adres gegeven, den lezers van De
Nrdrrhnuier werd medegedeeld ; waartoe
toch zou anders een bestrijding en eea
onderzoeken van onze mee n ing. </if met
on~n niKtmlfttcrx was (/rtirkaul, hebben
gediend? Eerlijk gezegd, wij gevoelden
reeds ons in den toestand, waarin- De
Nederlander ten opzichte van D f.
SfaniJanrd meermalen verkeert, n.l. als een
die wel wordt aangevallen, maar wiens
verdediging den lezers wordt onthondou.
Het schoeide niet veel. <if v, o hadden
de woorden van Dr Nnlri-ltnidir, die /ij
in datzelfde nummer ten opzichte van
Di' XtdiirfiKin/ gebruikt, op de lippen :
Zij deelt geen der gebezigde argumenten,
noch y.elfs den gang van ons he.tuog met-.
Dat doet zij trouwens slechts, als zij
meent een afdoend tegenbetoog te kun
nen leveren.''
Aangenanm, dat we thans van deze
gedachte bevrijd zijn. En \ve/ijn dit te
eer, nu lic N cc/er lam/t-r eindelijk haar
lezers heeft ingelicht ook al moest
het blijken, dat zij geen tegen betoog;
kon leveren. Immers zulk een betoog is
geheel afwezig. Want als zij nu schrijft,
dat zij het antwoord, dnthij (d. Iv.j van.
ons verlangt", reeds gaf in haar beschou
wing over homogeniteit ,,>n.«(riii
rekr--ntiiy if< //t')ioitil/')i a/ft i/l /li>' il nor hnt
uamjfropfdf /teircriiii/i-n" 1) dan m? eten
wij hanr opmerkzaam maken op het"
feit, dat haar artikel en ons ant
woord van 20 Maart uitsluitend be
trof de vraag, t f Heemskerk, sprekende
namens negen personen, waaronder min
stens twee oud-liberalen, getuigen niochr.,
als bestond het verschil in wereldbeschou
wing tussehen de zes en de twee niet,
In haar artikel over Mi>rixlrrii'ijlr
H<>nioyniiti'it, waarin zij meent met, a/on ze
beweringen rekening fe hebben gehouden..
gaat zij juist uit van een onderstelling-..
die geheel in strijd is met ons gevoelen.
Acht men daarentegen een principieel"
kabinet geboden, dan heti hr men den
Kabinetsformateur van het spreken van on
waarheid, door te verklaren dat Wentholt
en Sabron het bewind willen voeren over
eenkomstig de beginselen levende in de rech
terzijde,", de beginselen du?! van Knyper
Lohuian en Schaeprnan1'.
Zulke scherpzinnige bespiecelinaen even
wel leiden, dunkt on3, tot, de slotsom, (fat
een principieel Kabinet vrijwel een hersen
schim is. Men legt banden aan, die vrucht
baar handelen onmogelijk maken."
Wij nu hebben volstrekt niet onder
de bestaande politieke omstandigheden
een ..principieel" kabinet geboden'' ge
acht; best mogelijk zelfs dat een
prluctj/ii'cl kabinet vrijwel een hersenschim
is, maar wij hebben gezegd en zeggen
nog: de formateur matr als hij zijn.
kabinet aandient, geen oniciHU'lif'td spre
ken, en afgescheiden van de vraag
hoe zijn kabinet, naar theoretische over
wegingen, moet genoemd worden, hij
toono eerlijk, min te zijn.
I)il nu heeft Heemskerk niet gedaan.
..Heemskerk sprak uit naam zijnei
ambtgenooten, derhalve ook uit naam
van Wenthilt en Sabron.
.. Kn Y.IIO heeft hij dus verklaard:
., Wentholt en Sabron willen liet bewind
voeren overeenkomstig de beginselen
levende in de partijen der rechterzijde
..Wentholt en Sabron willen trachten
door toepassing dier beginselen d.w.z.
door rf-htx te zijn zooveel mogelijk
bevrediging te schenken ;
..Wentholt en Sabron zullen bij
principieelo tegenstellingen pal staan voor de
rechtsche principes, r:ij mogin
j>rinrij,ic;'!i> trfiaii'it'lliiir/ai nit-f out ir i j ken" .
..Wentholt en Sabron zullen, zonder
verzaking van de rechtsche beginselen.
overeenstemming in de Kamer zien te
verkrijgen ;
Wentholt en Sabron (nu rechts met
ons i meenen te mogen vertrouwen, dat
de Kamer tot samenwerking met hen
bereid zal zijn liij u'i'dct'.:ijd.~-i:h Ijclmidi
.1 Wij cursiveeren.