Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND,
No. 1610
mér eeren, dan hij zich nu door die
strooppotjes geëerd mag gevoelen.
Intusschen zal de kiesrecht-comedie nog
wel een tijdje worden doorgezet. Men zal
blijven wijzen op de coalitie en om deze te
behouden, allerlei foefjes uitdenken.
Het groote succes Is echter voorbij; men
heeft achter de schermen gezien en de kies
recht-comedie?zóó zy wordt ten einde ge
speeld kan, bij zeer vele katholieken
althans, geen applaus meer oogsten.
CATHOLICUS.
Een hengelpartij.
Men is in het Heemskerk-gezinde kamp
sedert maanden bezig vast te stellen, dat
dr. Eu yper na den val van het
ministerieDe Meester de opdracht tot Kabinets
formatie had kunnen krijgen, indien hij
het gewenscht had. Men is mede bezig
vast te stellen, dat hij de benoeming,
die voor hem gereed lag, niet heeft be
geerd. Een benoeming, die gereed ligt,
niet aanvaarden, is een vorm van weigeren.
Weigeren ?
Dat is het wat Kuyper, met het oog
op 1909 en op zijn dan te stellen
candidatuur voor het premierschap, zich niet
laat zeggen. De Nederlander heeft hem
echter als een snoek aan het snoer. En
de hengelaar glimlacht
De visch begint weer eens te rukken.
Een vorig maal reeds deed hij het.
Dr. Kuyper heeft niets geweigerd,"
schreef toen De Standaard. En hypo
thetisch laat men zich over aanvaarding
van de regeermacht niet uit."
Dat weten wij wel,"antwoordde De Ne
derlander fijntjes, maar de legende vormt
zich" (wordt gevormd, en met voordacht!)
dat dr. Kuyper door zijn eigen geestver
wanten stillekea in den hoek is geduwd"...
kan dr. Kuyper niet eens nauwkeuriger
antwoorden ? Met halve waarheden is
men, in zaken als het hier geldt, niet
gediend."
En alweder brommen en zwijgen van
den grooten antagonist van Heemskerk.
Thans, nu D f Nederlander einde
lijk! open kaart speelt, en dat antago
nisme óók openlijk erkent, zelfs artikels
schrijft over Heemskerk <>f Kuyper?",
rukt de snoek weer aan het snoer.
Dr. Kuyper zendt een brief aan
Lohman's blad:
M. de Eed,,
Tn uw nummer 44(5,') onderstelt gij,
dat een aanbod tot overneming van
de Kabinetsformatie don1 mij zou zijn
afgeslagen.... Ik stol er prijs op, in
uw blad te verklaren, dat uw
onderstelling niet juist is, on dat een
aanbod, als door u bedoeld, niet door mij
is afgeslagen" . .. enz.
Curieus deze brief, want, /-joals in
een onderschrift de redactie van De
Nederlander vlijmend /egt, de
resumptie" is niet juist. Het blad heeft nooit
botweg van een H'eigeriny gesproken.
Ook de politiek kent schakeeringen!
En als men eenmaal aan de lijn zit
helpen geen ruwe rukken!
Wij wachten met belangstelling het
verder verloop van deze niet onaardige
hengel partij.
Schaamtelooze, hooge
journalistiek.
De heer Frans Coenen, die in dit Week
blad op zulk eene verfijnde wijze de onze
delijke artikelen in het Handelsblad heeft
te grazen gehad, meende in opzet en uit
werking een meer goedwilligen dan
handigen maar stellig jeugdigen verslaggever te
hebben herkend. Ik denk, dat de heer
Coenei verkeerd herkende.
Nu uit het Pij penmarktsche hoofdkwartier
het sein is gegeven tot eenen aanval op de
winkels-om-de-hoeken waar onzedelijkheid
wordt verkocht, nu volgen de getrouwe
beEEN FEESTDAG
HOOR
W. M. P^ B B f X K.
II.
Toen Snaps 's middag? in de cantine kwam,
werd-i ontvangen met esn hoeratje. 't Was
een bandjes geven, een lollen en lachen, en
heel gauw was-i in een goeie bui. Hij vond
die belangstelling wel leuk, al was 't ook om
de tractatie.
Men noodigde Snaps uit te gaan zit:eu,
schoof een tafeltje en wat stoelen bij en
spoedig was een vroolijke kring gevormd,
waarin Snaps de eereplaats werd aangewezen.
Hij zat in 't midden, rnet z'n rug naar de
muur; juist boven zijn hoofd hing de plaat
ach vader, niet meer".
Daar mag jij vandaag niet naar kijken
Snaps," zei een collega, op wiens gelaat de
pokken zeer duidelijke sporen had achter
gelaten en die daarom gewoonlijk de mot
tige'' werd genoemd, wat hem evenwel nooit
hinderde. ?
Wat zal 't wezen, lui?" vroeg Snaps in't
algemeen, en daarna aan ieder afzonderlijk;
wat mot jij... en jij... en jij?" Toen-i
daarmee klaar was, kon hij tien cats" be
stellen.
Weldra zat men achter zijn glaasje, en
toen was 't:
Nou Snaps, daar ga je hoor."
Santjes Snaps."
Dat je 'm nog lang mag luste man."
Dat zal wel gaan," zei Kraantje-lek, die
nu huis en vrouw arl lang was vergeten.
Enkelen klonken, anderen namen 't zoo
nauw niet, brachten dadelijk 't glas naar de
lippen, trokken als fijnproevers een
pruimemondje en kauwden nog na eventjes de
eerste slok.
't Eerste glas was spoedrg leeg. Snaps kwam
in stemming van welbehagelijkheid en bestelde
richtgevers in het buitenland gelucht na. Ik
voorzie den tijd, dat de onzedelijkheid
alleen bij mij veilig zal wezen. De
Londensche berichtgever heeft de onzedelijk
heid bestreden, de Parijsche berichtgever
heeft de onzedelijkheid bestreden, en nu
begint de Berlijnsche berichtgever ook.
Laten de hoeren overigens voorzichtig zijn.
Hunne artikelen tegen de onzedelijkheid
worden onzedelijk gevonden. Ik geloof zeker,
dat een abonnévan het Handelsblad mij
in de tram vertelde, dat het uit moest zijn
met die artikelen in het Handelsblad, of
dat hij anders bedanken zou, om zich over
te leveren aan het Nieuws van den Dag.
Want het Handelsblad werd een moreel ge
vaar in de huiskamer aan de theetafel die de
steunpilaar is van den hoeksteen onzer
maatschappij.
Maar ter zake!
De Berlijnsche berichtgever kondigt
eenen brief aan over de onzedelijke uitstal
lingen die in Berlijn eenvoudig niet bestaan.
Dat kan dus een prettige korte brief worden.
Wat er in zal staan, is reeds op temaken.
uit het artikeltje: Kunst en het rijke
Berlijn" in het avondblad van Dinsdag
14 April, tweede blad, bladzijde zeven.
Het is altyd de groote moeilijkheid geweest
in het bestrijden der onzedelijke voorwer
pen, dat men de fijne kunst wilde vrij
laten en de grove narigheid aan banden
wilde leggen. Daarover was men het eens.
En zóó zeer hebben velen bezsvaar tegen
een bazige heerschappij van de zedelijkheid
over de kunst, dat rij zich dan maar bij
algeheele vrijheid voor alles nederlegden.
Niet aldus de Berlijnsche berichtgever van
het Handelsblad. Ik neem aan, dat die man
geheel te goeder trouw is, en dat bij met zijn
vroomaardig geschrijf niet bij zijne hoofd
redactie in het gevlei wil komen. En ook
niet bij de boeren, burgers en buitenlui.
Maar welke vrijheid laat die man de kunst
dan nog 't In een besloten schouwburg
te Berlijn speelt men Lijsistnitu. Wie dus
te zedelijk is, om het stuk te gaan zien,
die kan thuisblij ren. Da minste plaats in
dien schouwburg kost behalve bespreekgeld,
garderobe en programma A ijl' mark. Men
mag dus aannemen, dat de bezoekers
menschen zijn, die gold over hebbeu voor
hun kunstgenot. De oV'C'ors zijn (alles naar
de eigen woorden van dien Berlijnschen
berichtgever heerlijk ''au leckfiiinij en
kleit}-", de costumes o/// l<nuj m
ojiypicuaden naat' ie kijken", verder: een beicegen
en spreken run </e koren om diep <lcn
hoed 11 f te nemen cour den mj/xtscttr".
Nu zoudt ge denken, dat zooveel volkomen
en kunsvolle iijnheid cenige waardeeriiig
vindt 'i Volstrekt niet, het is allos: zoo
cr>icijfd en ijerafjhici'rtl als denkbaar /.s".
Hier wordt een aanval gedaan in na-im
der zedelijkheid op de kunst, die zelfs uit
Berlijn in het Handelsblad verbijsterend is.
Ik dwing mij zelven met gj \vcld tit een
geloof aan goede trouw, maar mijne eerste
gedachte was aan eene poso van braafheid
tegenover ons chrMtonvolk.
En l.ijsistrata is toch waarlijk geen onbe
kend stuk. Al i4 het Jan njet zoo bekend
en niet zoo onzedelijk ah do Berlijuscho
berichtgever van het Handelsblad schrijft.
Intusschen belet deze algomeene bekend
heid en algemcene onzedelijkheid den be
richtgever niet den inhoud van het stuk in
alle mogelijke bijzonderheden mede to
deelen. Dat zal ik niet doi-n. ik zal u enkel
vertellen, dat het stuk van Aristoijhanes is.
Het heeft zich dus honderden jaren in de
wereld der kunstvoilo mannen weten lovend
te houden. En er zul dus nog iets anders
in moeten leven dan onzedelijkheid, al
zal het stuk ook no?' wol iets anders
bavatteu dan htiiskameriijko braafheid. Trou
wens .de kunstwaarde v,in liet stuk en van
de opvoering wordt door dezen Berlijnselion
puritein oak niet ontken.1. Dat is juist het
erge. Ik zal u meer van dat I.'j.-istrata ver
tellen. Aubrey Beardsloy vond het zoo eou
mooi kunstwtrk, dat hij er zoo mooie platen
bij teekende. Aubrey Bc-ardsley was die
tecdere teekenaar, die dikwijls zoo mooi op
de piano speelde. Engelschc kunstenaars we
ten' dat nog heel goed, hoe doordringend
het pianospel van Aubrey Beardsley was.
En hoo wordt nu over fijnotooneel-opvo
ringen van dit lijne stuk gesproken, door
eenen man, die vroeger over tooueelstukken
in het Handelsblad sohr.eef:" Luister:
Hier krijgt het p'iblii',- pikan'erieën, zoo
als nergens en da>> can
curxie-ranijs-kitn'slenaurs op een iJrehbahtie" //"?'? inagnii-ke
zoute bollen. De roezemoes om !:e.n heen leek
Snaps een feest uiting hém Ier eer o. Overal zag
je, zooals altijd op dit uur, groepjes bij elkaar
staan of zitten, pratende over alles en nog wat,
lachende, schreeu wenne of vlot-kundc. En
daartusscben 't geklots van biijarJb.ulen, 't
siauipen van queus op ,ie planken vloer, 't geschuif
van stoelen. De dagelijksc.be di tikte van 't bit
teruurtje vóór 't eten. Toch leek het Snap?
buitengewoon. Hein was 't, of allen spraken
over zijn decora'.ie, of ieder naar hém ketk.
't Wond hern op, maakte hem gul, deed
hem aansporen tot leegdrinken. Hij bestelde
nu j eens.
Mot jenietrooke, Saapa?" zei d» ..mottige";
hier heb-i lucifer?." I)e?.e bedekte vraag om
een eigaar bracht hier en daar een glimlach.
Enkelen knipoogden goedkeurend den mot
tige toe.
Ja," zei Snaps, sigare heb ik niet bij
me hoor."
Da' j niks," zei de .,mollige", ..die verkoopen
ze hier ook."
Xou, vooruit met de geit. Allemaal rooke.
Je krijg maar ns het zilvere stuk. Aanneme."
Non, d'er is geen haa^t bij," zei de mot
tige" schijnheilig; straks komt-i immers met
de glaasjes.''
De bediende kwam en Snaps beitelde elf
sigaren van drie cent.
Colorado, sergeant V'
Hoe zeg-i?"
Moet u colorado?"
Weet ik, hoe ze heeten. As 't maar
goeie ijn."
Toen de sigaren gebracht werden, was 't
weer een hulde brengen, een eer schenken
aan Snapp, die 't alles dankbaar aanvaardde.
Sjonge, sjonge, dat mot je toch niet
uitpoetse . . . vierentwintig jaartjes."
Om de weerlag niet."
Je zou 't hem niet anzien."
Nee, dat zou je zeker niet."
Zeg Snaps, jij kan nou ook meeprate man.
Jij weet nou ook, wat diene is."
Ja, ja," zei Snaps, met intonatie van zelf
voldaanheid, .Je krijg 't zilvere stuk niet
voor niks."
decors. Schunnig heden opgediend door
kellners in roode ?rac g eg onteerd in smoking en
decolleté."
Maar de schaamtelooze Hooge Kunst
wordt een paar avondtn in de week geest
driftig bejubeld door de npper-ten en geest
driftig besproken op tei's en soirees."
Waar thans het gebouw van i/e
Kammerspiele" zoo smaakvol, streng, klassiek
bijna verrijst, stond vroeger een bekend
danslniis.
Ik geloof, dat het toen sedelijker was".
Dit is de wijze, waarop in een groot en
liberaal en Hollandsen dagblad geschreven
wordt, niet over twijfelachtige
tlodderschrifturen, maar over kunst,.die door don
schrijver xelven als kunst erkend wordt.
Over kunst, die zorgvuldig gediend wordt
in een smaakvol, streng en klassiek gebouw
waarin niemand behoeft te komen, die aan
deze kunst niet eeue innige en dringende
behoefte hoeft.
*
Ik ben iemand, die de schaamtelooze
Hooge Kunst van harte dient.
Ik heb behoefte aan schaamtelosze Hooge
Kunst.
Ik kan niet leven zonder schaamtelooze
Hooge Kunst.
Ik ben zoo innig verheugd, dat mijne
geschriften alle behooren tot de schaamte
looze Hooge Kunst.
En overigens ben ik van meening, dat
in een gsbouw aan de Pij peumarkt, dat
zoo smaakvol is, streng en bijna klassiek,
de schaamtelooze Hooge Journalistiek ge
diend wordt van harte en met voordeel.
JACOIS ISKAKI. DE HAAN.
Sociale aanacizgonncb^n.
MYeraiEiflÊSlsTeii bij teniet-en
tefciaieust
Het vereenigingsleven der ambtenaren werd
in de laatste dagen druk besproken; zoo
wel in tijdschriften als in dag- en week
bladen trollen wij hieromtrent belangrijke
artikelen san, terwijl in 's lands vergader
zalen de hoeren Kamerleden van verschil
lende politieke richting m»t de rogeeriiig
van gedachten wisselden omtrent de houding,
welke de overheid tegenover de
voreenigiiigen had in te nenion.
Speciaal kwam daarbij ter .sprake liet
vereenigingsleven bij den post- en telegraaf
dienst on o. i. niet ten onrechte. In die
vakken toeh is in de laatste jaren eeu
ernstig streven waar te nemen om zich to
voreenigcn, ter verkrijging eener betere
positie, en dat wel meer in 't bijzonder
onder 't hoogere personeel.
\Vei',l vroeger slechts door <,;k.i-'t.i- be
hoefte <???;>vi.'L'!d om lii eener veroenigii.g
te zijn, on meestal nog maar alleen om
daardoor don kaniei'aaiiseiiappo'ijkea L'ÜO.-I
te bevorderen of vakbrHngon te behandelen,
thans zijn de meeste ambtenaren bij de
eene of andere vereeni^ing aangesloten en
wordt de eisch gesteld, dat door het Bestuur
ernstig voor de belangen der leden wordt
opgekomen.
uit opkomend voriMnigingslovon was iu
hoofdzaak het !;.j>roL' va>i het optreden van
den tegenwüoriiigen Dircc lour-dcuoraal der
Posterijen en Telegruliu. Wij willen geens
zins in doti breodc gaan rolovueren, op welke
wij/o deze houfliinibtfiiaur eeni;;e jaren
gek'den is opgetreden tegenover het \
ereeiiiging^eve >, om.lat i;; diens gedragslijn
belangrijke \sijziging is gekomen, dank /ij
het krachtig optreden \auhot vorig kabinet.
Maar to'.-h /ijn de ambtenaren HOL' niet zoo
spoedig vergeten op welke wij^o
tonenuvoihunne veroeniging werd gchindold toen
hun hoogste chef nog meer zelfstandig
optrad. 'i'oL'h hoeft du heer Pop een-';
eigonaarduc opvatting omtrent do verhouding
van bestuursleden tot hunne vereeni^inu.
In 1905 werd bet Bestuur van den
kierkeubond ontvangen; omtrent het onderhou l
werd een verslag opgemaakt voor hu n orgaan,
de drukproef werd aan dezen
hoofdarnbtenaar ter kennisname en goedkeuring opge
zonden en terug ontvangen rs;et de
modedeeling dat tegen publiceering bij Xi.jn
Hoog Edel Gestrenge b n waar bestond.
Naar aanleiding hiervan schrijft de
redactie iu bovenbedoeld orgaan i:!l
Juli 1905): al/cii, die r."ed.-- <? m -Int
cerslaij kti'id* nain^.n 'lnor >l /«"/<?'/.,?//.;/
fan den inhoud op de vergadering of lang*
den teeg can onderhandse/te meleileding,
worden derhalve verzocht met 11 at bezwaar
rekening te houden.
Dat /rij tot op heden zonder nn nog tot
publicatie over te gaan, niettemin dat ver
slag niet geheim hielden, vindt zijne ver
klaring hierin, dat gedurende hel- onderhoud
in kicestie ons enkele mededeelingi-n zijn
gedamt, die op allen betrekking hebben, waar
van dus de wetenschap voor allen nuttig is
e n bovendien niet geen enkel leoord va.i
gehfiinhuitdinij gerept werd".^.
En dat thans de bovenbedoelde eigen
aardige opvatting nog vrijwel dezolfle is,
bleek dezer dagen bij hot ontvangen ter
audiëntie van het Bestuur fan de vereei
'j'iiig cihi commiezen <l<>r posterijen m
tcle;//v//V. bij welke gelegenheid X.H.E.(ïestr.
uitdrukkelijk te kennen gaf, dat hij zijne
mededeelingen als geheim weuschto te be
schouwen en daarvan geen mededeeling
mocht geschieden in het orgaan.
Wat heeft nu de v.reeniging aan zulk
een onderhoud?
De leden zijn in hooge mate benieuwd
hoe het met hunne positieverbetering staat,
waar zij nu al jxrenlang met beloften op
lotsverbatering zijn gepaaid; zij vaardigen
hun bestuur af oni hunne belangen bij den
hoogsten chef' te bespreken en vernemen
omtrent den uitslag . . . niets.
Den SOsten Juli 1907, dus thans reeds 8
maanden geleden, werd een wetsontwerp
ingediend, waarbij een tractoments (lots-)
verbetering werd voorgesteld, in te gaan
l October 1907; maar op dat wetsontwerp
is nog steeds geen voorloopig verslag ver
schenen. Kan iemand zich voorstellen, dat
een dergelijke behandeling ooit meer is
voorgekomen, bij een voorstel tot positie
verbetering van eenig ander dienstvak?
Immers neea.
De ambtenaren zien reikhalzend naar
nadere berichten uit, het geluk, het wel en
wee hunner gezinnen, de opvoeding hunner
kinderen ja wat al niet, staat hiermede in
verband.
lïij Kon. Besluit van 15 Februari 1900
no. 14 werd aan de commiezen het recht
ontnomen, mede te dingen naar de kantoren
iu do 7e klasse; in tt/'/('<;<:'i/iini can ent
i!C'"iitni'f'l(: /ttTzii'/iiii'/ ran <!c Ix'fi'iHiii/ < n
om'ri'iit de, beslaande, cln^si/ieati'1. n't-r pos/- en
fclegriKifkdittoren. Dat js rui o )k al weer
l i w ui; jaar geleden maar van die nadere
regeling is nog maar steeds niets beken l, en
wij vragen maar weer, waarom toch die
bn/tei/g- ii'o:/c sfioed om aan de commiezen
i'en'i/t n te oninanoii,?waurlijk hunne positie
was niet zoo rooskleurig, terwijl de
traetemeuts(lots-)verbeteringen zonder het minste
bezwaar op do lange baan worden gesehoven.
Dat er tegen vorenbedoeld wetsontwerp
uit den boezem der ambtenaren zoovele
bezwaren werden ingediend, pleit ook al
niet vóór 't wetsontwerp.
Onzedelijk is 't echter den besturen van
vn"i.;oni,':!!gon thans te verwijten, dat het
beter ware geweest te zwijgen, en te be
weren dat men dan al vast iets had ver
kregen. Was het niet plicht, dat deze
besturen opkwamen tegen regelingen, die
aangekondigd onder don vorm van
lotsverbeteringcn. dat iuderdaa l niet bleken to zijn.
Is 't dan 'in eindelijk niet tij-i eens te
vragen ,,.iau wieu do schuld dezer
ver| tragingon --p ulierlei gebied?'1 Vacaturen
j worden niet, of eerst na langen tijd
verj vul'l, toegezegde uitbreiding iu hoogere
rangen biijfi: stelselmatig achterwege,
dieust| ordors worden uitgevaardigd on kort daarna
w e o r ingotrnkkon enz. enz. Wat is hioroo
j to antwoorden? "Wat moeten de ambtenaren
i (leuken van den re Ie van /ij n o Excellentie
| Minister Krans 5 December |.i. blz. fVó dor
llanddingon.
Dit is <;en opmerking van zeer
ulgeineeiren aant i/njnhoor do \ ojrzitter, maar
zij geldt toch ook voor dea hoofdanibteiiaar,
wiens positie door den geaehton
ufgevaardigdo is ter sprake gebracht. En nu meen
ik, dat, zoolang niet do Kamer of liever
de Wetgevende .Macht den minister
ontslagon liet ft van zijne verantwoordelijkheid,
ook door die Wetgevende Macht aan den
.minister moe.st worden overgelaten om te
bepalen, hoe slap of hoo strak hij de
teugels m-jent te moeten aantrekken. Die
teugel-: ----- ik moge dit ter goruststelling
..van don heer 'vjhman nog meledeelon,
want bij hom schoen daaromtrent twijfel
bestaan houd ik persoonlijk in handen
en zij berusten riot in handou van eonigen
Nee, nes."
't Duurde niet lang, of boven de t'.vtx; be
zette tafeltjes, waaraan Snaps zoove?! be vij/;en
van hartelijke belangstelling otitviiia, hin:;<-"n
blauw-grijze damp, ais een nevel, waardoorheen
vaag de plaat ach vader, inet meer" !;s onder
kennen was. Steeds vrooiijker werd -Ie stem
ming. Süap.3 liet nog es inschc-nke,) en /.'n
gin hei d steeg naarmate hij crouk. J u de
au:tine werd het voller en voller. < inderi'JlH-ierwi,
wier dienst op verschillende tijilatipp^n v,:is
afgeloopeD, kwamen hun biiicrtje pakken,
voegden zich bij reeds gevormde groi'jijrfs i.f
gingen zitten aan du leestafel, 't \Verd er
drukker en rumoeriger, naarmate \etensuiir
naderde. In 't kringetje van Snaps maakte dn
cats de tongen los, werd Snaps zelf steels
vroolijker. Nu en dan nam-i tr eentje
iusscheu door.
,,'k Begin na. rn'n zesde pas te tellf," zei
Kraantje lek.
])e mottige", wiens plaagzuchtig karakter
zich ouk hier niet verloochende, en opge
wonden "ok door de cats, vroej.':
,,'fa'f Siiaps, weet je vrouw nou wei, datje
hier zit?'1
Wat doch-i dan1.'"
Vond ze 't goed?"
Of ze 't goed vond? Zal 'k haar niet
vrage, man.''
j N'ou ja, dat aeg-i nou maar."
Bang, dat de mottige" te ver zou gaan ca
] deu reeds opgewonden jubilaris door z'n
plagerij zou ontstemmen, vroeg er een:
Zeg Snap3, hoe von je die spiets van Je
ouwe van morge?"
Nou, die was raak hoor," lachte Snaps.
De tranen liepen hem uit z'n neus,"
begon de mottige" weer.
Hatelijkhedan op z'n neus kon Snaps niet
verdragen. Nijdig even zei-idanook: ..Beier
zoo'n neus, dan een neus vol gaten, mottige."
Om Suaps pleizier te doen werd er geroe
pen: .,steek in je zak," die is raak" en werd
er gelachen, en Snaps keek triomphanteiijk
om zich heen, even trotsch als verbaasd over
't succes van z'n repliek." De m jttige laehlie
mee, en Snaps liet nog es inschenken. Enke
j len bedankten. De vroolijkheiJ in den kring
J trok >!;* i-iiiüiLic'ht. Men lachHe richter den rug
van SIM;.-, ,-(,:.d zijn vrijt;.-vi;-beid
verbazingwekki'ii'J, znfj met vfcrA'uiiduricg de
hoeveelbt id t als, die hij naar unini-ri sloeg, want
te'ki.-n-i ij.og ii"-t i :ic i ;ti',;oti(ldr;ijk inschenken.
"<>:-? ..?iiottigL1" von l het tij<1 HOL; t---! e'-n aanval
U: ;!,i;-.i. 11!J ???,-;!,K> ^:;a;>s nijdig /ien, on sliaks
zou ;ie C:i::'.inu ^e^ïuttn worden.
,,\Vn:\i -m ;i:-b-i nou ji- zilveren ;-'tuk niet.
. luncte?
i.or wie?"
! Slinks we;:! nijdig, sloeg met n'u vuist op
de tafel.
V... voor wie niet, hè? As... as jo
som? , . . :n. . . lu'n wijf Ledoi-lt. .."
; ..Dat zeg ik niet" /.ei de mo:tige grimlachend.
: .,N . . . nee . . . nee. maar je meen hei toch . ..
; A . . as 'k urn zil . . . zilveren stuk ... au ...
i uu wil... liaba .. . dan doe ik dat, hè':"
i Nou ja." ging de mottige" door, entoen
j plotseling tot z'n buurman, die heai door
l een trap nndt-r de tafel tot uilscheHeu
a.vaj maande, hou je poole thuis,,, nou ja, dat
j mot ik uog zien."
l ,,'k Slaan ze net. . net zoo lief . . 'n . . 'n . .
: zilveren medaille op., op d'ro'jge.. haha."
i Miar zo iebbe me toch verteld Snappip,
dat er bij jo'i thuis iu de kast een kraft met
water st«ai in plaats vau ouwe klare."
j Dit ,vai Snaps te kras. Met een dat lieg-i,
l inottigj" iiaui-i 'n aschbakje, wilde 't den
! mottige" naar z'n hoofd smijten, doch sloeg
bij de achterwaartsche beweging vau z'u hand
het gkis stuk van ach vader, niet rneer."
Rinkelend viel dit met het ascbbakje op den
grond. Meu keek verschrikt op, kwam
toegeloopvii uit 'Ie leeszaal, omringde Je tafeltjes.
Snap.-1, geschrokken eerst, keek woedend naar
z'u plaaggeest, schol l telkens maar mottige,
ambtenaar van mijn Departement buiten
het hoofdbestuur om. Ik meen
bescheidenlijk, dat ik hier handel, juist zooals het
in het belaag van een goeden en
geregelden gang van zaken, ook bij de posterijen
en de telegrafie, het meest gewenscht is,
en ik ben, zoolang ik moet roeien met de
riemen die ik heb, niet voornemens daarin
veel verandering te brengen," aldus sprak
de vorige Minister over dezen hoofdambte
naar aan wien zulk een belangrijke tak van
staatsdienst is opgedragen; het wordt den
ambtenaren thans duidelijk waar hem de
schoen wringt; zij zijn echter van alles
de dupe.
Nu gaan er geruchten, dat het oordeel
van deu tegenwoordigen Minnter omtrent
dezen hoofdambtenaar geenszins gunstiger
luidt, mocht zulks het geval zijn, dan is
het te hopen, dat aan dezen onhoudbaren
toestand een einde worde gemaakt, en
spoedig een nadere regeling worde getroffen
omtrent de positie der ambtenaren, opdat
onder hen weder een tevreden geest
terugkeere.
Ontwikkeling van het vereenigingsleven
juichen wij zeer toe, maar wanneer de steeds
toenemende ontevredenheid vrij weideeenige
factor is, welke het vereenigingsleven doet
opbloeien, dan achten wij zulks een
hoogstbedenkelijk verschijnsel.
Periculum in mora.
April 1908. OBSÜRVEB.
Metselaars te Parijs.
Nu de algemeene uitsluiting der metselaars
in Parijs woedt, en, wie weet, nog veel van
zich zal doet spreken, geven wij hier hetgeen
Henri Flamans over het metselaarsvak zegt:
De 4ÜOO patroons en ondernemers, die
het bowvak vertegenwoordigen voor de
departementen eine" en Seine et Oise",
hebben onder zich 300,000 werklieden; terwijl
men voor Parijs allén, dit cijfer kan stellen
op 200.000 arbeiders. Elk jaar worden in
de hoofdstad ongeveer 200 nieuwe hui «en
gebouwd, en de som uitgegeven aan salarissen
en aankoop van materieel wordt berekend
o.i tachtig millioen frank. Een metselaar
verdient ongeveer 1800 Irank 's jaars.
Nog heden ten dage komen de meeste
metselaars, die te Parijs werken, uit het
Plateau Centra1. Het was Ricbelieu, die
besloot aan Limousin en aan Auvergne de
noodige werklieden te vragen voor de ver
sterking aan steden en havens. Er werd
daar toen een soort jacht gehouden en
honderden boeren vervoerde men naar Parijs,
op een wijze alsof het slaven of galeiboeven
wai en.
Colbert en Vaubau volgden dit voorbeeld.
Weldra echter behoefde men de boeren niet
meer te dwingen; in de streken, waar de
grond niet bijzonder vruchtbaar was, namen
zij vanzelf de gewoonte aan, hun landbouw
voor een tijd te verlaten, om in ds stelen
te gaan werker, hoofdzakelijk ia Parijs.
De bo-vouers van Limou?in, die het tal
rijkst waren, hebben zelfs hun naam gegeven
aan eau klasse van metselaars, die belast
zijn met het groll'e werk, ala b.v. de fonda
menten, de muren. De muren opgetrokken
met mergsteen en kalk, worden limousinerit"
genoemd, en men vindt dit woord ook
otlïciëel in een reglement van 1G85. De
werklieden, die zich met dien arbeid be/.ig
houden, best men Umriusamtx".
Ook het departement cle la Creuze heeft,
altijd veel metselaars aan Parijs geleverd.
Op da '2~>.000 lieden, wonende in de hoofdstad
en uit dat departement afkomstig, telt man
iö.OOO met-;eïa:trs. Vóór 1830 waren ze ge
woon uii'ir Parij's te komen in groepen van
vior a vijfhonderd, den afstand van 350 KM.
te voet afleggend in zeven of acht dagen.
Ze kwamen in Maart en bleven ongeveer
ne^en maanden.
Men was in dien tijd nog bang voor den
winter, te meer daar de guwoonte nog niet
bestond de in constructie zijnde gebouwen
niet dekze.len of hulpdaken te bedekken.
Iu -X
naar
te komen.
Tuaas nu men het geheele jaar doorwerkt,
zijn er noodzakelijkerwijze minder nomaieu.
Doch er is hun nog wat overgebleven van
dat reizend leven, ze kunnen er nog maar
niet aan wennen te leven ieder in zijn eigen
woning. De metselaars uit die twee depar
tementen vormen een soort kolonie, waarvan
het centrum is in de nauwe, donkere straatjes
beroerde mottige," en stond op. De mottige"
verdween stil, glunder lachend, dat i zo/n
succes liid gehad. En heel gauw was nu ':
kringe'.jöopgelost. Saaps, den mottige" niet
niber ziend, keek naar 't gebroken glas, trok
x'ji behouders op, ea iiep met onzekeren pas,
bier en daar zich stoo;eud tegen tafeltjes en
stoelen, naar 't buffet.
Oüdai' bet te voorschijn halen van z'n
portfiiiofluiiiüvroeg-i:
..TI(io .. hoeveel . . . hoeveel krijg-i vau me?"
't JJedrag werd genoemd en Snaps, na vee.
Xept*uter in z'n porteuiouuaie bemerkend, dat-i
lang nit't genoeg geld had, zei, dat-i den
volgendt/n dag ue rest wel zou geven.
.Eensklaps hoorde hij achter zich kortaf,
streng zoggen:
...T;! rekent er zeker op, dat je dat gkis
bc-tf.aïr, niet waar?"
Z:<;h omkeerend, zag-i den
aljulant-ouderofilcier van de cantine, keek dezen met
droiiköinans-oo^en verwonderj-brutaal aau
en zei: ..Glas ? . . . (Jlas ? . . . Wat glas? Dat. ..
dat mot . . . mot die mottige, die mottige
maar , . ."
.J.iWfci, maar jij hebt het stuk geslagen. '
Is ... ik ... betaal niks... niks ... g ...
geeri cent," en toen weer zich wendend tot
den buffethouder: morge zal . . . zal 'k je . . .
de re=t ..."
De bulfethouder wierp een vragenden blik
naar den adjudant, die 't geval begrijpend,
zei: Dat gaat maar zóó niet. We leveren bier
niet op crediet, sergeant. Als jij verteert, dan
moet je weten, hoever je kunt gaan."
Snaps, ora zich ziende een kring van kijkers
en luisteraars, wenschte zich nu een houding
te geven, hij, de jubilaris, de pas gedecoreerde,
de man van den dag, die meent, dat hij wel
iets vóór beeft boven anderen, en opgewon
den nog door 't geval met den mottige, nam-i
met minachting in z'n dronkernansoogen z:u
meerdere van omler tot boven op.
,,'k H<?b. .. 'k beb met jou... met jou
niks te maken."
Deze brutaliteit veroorzaakte hier en daar
gegrinnik. Men stootte elkaar aan, knipoogde,
drong op, om beter te verstaan, spannend
ueK.&c.it;u 01 nuipuaüeu ie ueaeKüeii.
soïcmbdr trokken de weraiieden terug
Liniousin of Creuze, om in Maart weer