De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 3 mei pagina 2

3 mei 1908 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, No. 1610 mér eeren, dan hij zich nu door die strooppotjes geëerd mag gevoelen. Intusschen zal de kiesrecht-comedie nog wel een tijdje worden doorgezet. Men zal blijven wijzen op de coalitie en om deze te behouden, allerlei foefjes uitdenken. Het groote succes Is echter voorbij; men heeft achter de schermen gezien en de kies recht-comedie?zóó zy wordt ten einde ge speeld kan, bij zeer vele katholieken althans, geen applaus meer oogsten. CATHOLICUS. Een hengelpartij. Men is in het Heemskerk-gezinde kamp sedert maanden bezig vast te stellen, dat dr. Eu yper na den val van het ministerieDe Meester de opdracht tot Kabinets formatie had kunnen krijgen, indien hij het gewenscht had. Men is mede bezig vast te stellen, dat hij de benoeming, die voor hem gereed lag, niet heeft be geerd. Een benoeming, die gereed ligt, niet aanvaarden, is een vorm van weigeren. Weigeren ? Dat is het wat Kuyper, met het oog op 1909 en op zijn dan te stellen candidatuur voor het premierschap, zich niet laat zeggen. De Nederlander heeft hem echter als een snoek aan het snoer. En de hengelaar glimlacht De visch begint weer eens te rukken. Een vorig maal reeds deed hij het. Dr. Kuyper heeft niets geweigerd," schreef toen De Standaard. En hypo thetisch laat men zich over aanvaarding van de regeermacht niet uit." Dat weten wij wel,"antwoordde De Ne derlander fijntjes, maar de legende vormt zich" (wordt gevormd, en met voordacht!) dat dr. Kuyper door zijn eigen geestver wanten stillekea in den hoek is geduwd"... kan dr. Kuyper niet eens nauwkeuriger antwoorden ? Met halve waarheden is men, in zaken als het hier geldt, niet gediend." En alweder brommen en zwijgen van den grooten antagonist van Heemskerk. Thans, nu D f Nederlander einde lijk! open kaart speelt, en dat antago nisme óók openlijk erkent, zelfs artikels schrijft over Heemskerk <>f Kuyper?", rukt de snoek weer aan het snoer. Dr. Kuyper zendt een brief aan Lohman's blad: M. de Eed,, Tn uw nummer 44(5,') onderstelt gij, dat een aanbod tot overneming van de Kabinetsformatie don1 mij zou zijn afgeslagen.... Ik stol er prijs op, in uw blad te verklaren, dat uw onderstelling niet juist is, on dat een aanbod, als door u bedoeld, niet door mij is afgeslagen" . .. enz. Curieus deze brief, want, /-joals in een onderschrift de redactie van De Nederlander vlijmend /egt, de resumptie" is niet juist. Het blad heeft nooit botweg van een H'eigeriny gesproken. Ook de politiek kent schakeeringen! En als men eenmaal aan de lijn zit helpen geen ruwe rukken! Wij wachten met belangstelling het verder verloop van deze niet onaardige hengel partij. Schaamtelooze, hooge journalistiek. De heer Frans Coenen, die in dit Week blad op zulk eene verfijnde wijze de onze delijke artikelen in het Handelsblad heeft te grazen gehad, meende in opzet en uit werking een meer goedwilligen dan handigen maar stellig jeugdigen verslaggever te hebben herkend. Ik denk, dat de heer Coenei verkeerd herkende. Nu uit het Pij penmarktsche hoofdkwartier het sein is gegeven tot eenen aanval op de winkels-om-de-hoeken waar onzedelijkheid wordt verkocht, nu volgen de getrouwe beEEN FEESTDAG HOOR W. M. P^ B B f X K. II. Toen Snaps 's middag? in de cantine kwam, werd-i ontvangen met esn hoeratje. 't Was een bandjes geven, een lollen en lachen, en heel gauw was-i in een goeie bui. Hij vond die belangstelling wel leuk, al was 't ook om de tractatie. Men noodigde Snaps uit te gaan zit:eu, schoof een tafeltje en wat stoelen bij en spoedig was een vroolijke kring gevormd, waarin Snaps de eereplaats werd aangewezen. Hij zat in 't midden, rnet z'n rug naar de muur; juist boven zijn hoofd hing de plaat ach vader, niet meer". Daar mag jij vandaag niet naar kijken Snaps," zei een collega, op wiens gelaat de pokken zeer duidelijke sporen had achter gelaten en die daarom gewoonlijk de mot tige'' werd genoemd, wat hem evenwel nooit hinderde. ? Wat zal 't wezen, lui?" vroeg Snaps in't algemeen, en daarna aan ieder afzonderlijk; wat mot jij... en jij... en jij?" Toen-i daarmee klaar was, kon hij tien cats" be stellen. Weldra zat men achter zijn glaasje, en toen was 't: Nou Snaps, daar ga je hoor." Santjes Snaps." Dat je 'm nog lang mag luste man." Dat zal wel gaan," zei Kraantje-lek, die nu huis en vrouw arl lang was vergeten. Enkelen klonken, anderen namen 't zoo nauw niet, brachten dadelijk 't glas naar de lippen, trokken als fijnproevers een pruimemondje en kauwden nog na eventjes de eerste slok. 't Eerste glas was spoedrg leeg. Snaps kwam in stemming van welbehagelijkheid en bestelde richtgevers in het buitenland gelucht na. Ik voorzie den tijd, dat de onzedelijkheid alleen bij mij veilig zal wezen. De Londensche berichtgever heeft de onzedelijk heid bestreden, de Parijsche berichtgever heeft de onzedelijkheid bestreden, en nu begint de Berlijnsche berichtgever ook. Laten de hoeren overigens voorzichtig zijn. Hunne artikelen tegen de onzedelijkheid worden onzedelijk gevonden. Ik geloof zeker, dat een abonnévan het Handelsblad mij in de tram vertelde, dat het uit moest zijn met die artikelen in het Handelsblad, of dat hij anders bedanken zou, om zich over te leveren aan het Nieuws van den Dag. Want het Handelsblad werd een moreel ge vaar in de huiskamer aan de theetafel die de steunpilaar is van den hoeksteen onzer maatschappij. Maar ter zake! De Berlijnsche berichtgever kondigt eenen brief aan over de onzedelijke uitstal lingen die in Berlijn eenvoudig niet bestaan. Dat kan dus een prettige korte brief worden. Wat er in zal staan, is reeds op temaken. uit het artikeltje: Kunst en het rijke Berlijn" in het avondblad van Dinsdag 14 April, tweede blad, bladzijde zeven. Het is altyd de groote moeilijkheid geweest in het bestrijden der onzedelijke voorwer pen, dat men de fijne kunst wilde vrij laten en de grove narigheid aan banden wilde leggen. Daarover was men het eens. En zóó zeer hebben velen bezsvaar tegen een bazige heerschappij van de zedelijkheid over de kunst, dat rij zich dan maar bij algeheele vrijheid voor alles nederlegden. Niet aldus de Berlijnsche berichtgever van het Handelsblad. Ik neem aan, dat die man geheel te goeder trouw is, en dat bij met zijn vroomaardig geschrijf niet bij zijne hoofd redactie in het gevlei wil komen. En ook niet bij de boeren, burgers en buitenlui. Maar welke vrijheid laat die man de kunst dan nog 't In een besloten schouwburg te Berlijn speelt men Lijsistnitu. Wie dus te zedelijk is, om het stuk te gaan zien, die kan thuisblij ren. Da minste plaats in dien schouwburg kost behalve bespreekgeld, garderobe en programma A ijl' mark. Men mag dus aannemen, dat de bezoekers menschen zijn, die gold over hebbeu voor hun kunstgenot. De oV'C'ors zijn (alles naar de eigen woorden van dien Berlijnschen berichtgever heerlijk ''au leckfiiinij en kleit}-", de costumes o/// l<nuj m ojiypicuaden naat' ie kijken", verder: een beicegen en spreken run </e koren om diep <lcn hoed 11 f te nemen cour den mj/xtscttr". Nu zoudt ge denken, dat zooveel volkomen en kunsvolle iijnheid cenige waardeeriiig vindt 'i Volstrekt niet, het is allos: zoo cr>icijfd en ijerafjhici'rtl als denkbaar /.s". Hier wordt een aanval gedaan in na-im der zedelijkheid op de kunst, die zelfs uit Berlijn in het Handelsblad verbijsterend is. Ik dwing mij zelven met gj \vcld tit een geloof aan goede trouw, maar mijne eerste gedachte was aan eene poso van braafheid tegenover ons chrMtonvolk. En l.ijsistrata is toch waarlijk geen onbe kend stuk. Al i4 het Jan njet zoo bekend en niet zoo onzedelijk ah do Berlijuscho berichtgever van het Handelsblad schrijft. Intusschen belet deze algomeene bekend heid en algemcene onzedelijkheid den be richtgever niet den inhoud van het stuk in alle mogelijke bijzonderheden mede to deelen. Dat zal ik niet doi-n. ik zal u enkel vertellen, dat het stuk van Aristoijhanes is. Het heeft zich dus honderden jaren in de wereld der kunstvoilo mannen weten lovend te houden. En er zul dus nog iets anders in moeten leven dan onzedelijkheid, al zal het stuk ook no?' wol iets anders bavatteu dan htiiskameriijko braafheid. Trou wens .de kunstwaarde v,in liet stuk en van de opvoering wordt door dezen Berlijnselion puritein oak niet ontken.1. Dat is juist het erge. Ik zal u meer van dat I.'j.-istrata ver tellen. Aubrey Beardsloy vond het zoo eou mooi kunstwtrk, dat hij er zoo mooie platen bij teekende. Aubrey Bc-ardsley was die tecdere teekenaar, die dikwijls zoo mooi op de piano speelde. Engelschc kunstenaars we ten' dat nog heel goed, hoe doordringend het pianospel van Aubrey Beardsley was. En hoo wordt nu over fijnotooneel-opvo ringen van dit lijne stuk gesproken, door eenen man, die vroeger over tooueelstukken in het Handelsblad sohr.eef:" Luister: Hier krijgt het p'iblii',- pikan'erieën, zoo als nergens en da>> can curxie-ranijs-kitn'slenaurs op een iJrehbahtie" //"?'? inagnii-ke zoute bollen. De roezemoes om !:e.n heen leek Snaps een feest uiting hém Ier eer o. Overal zag je, zooals altijd op dit uur, groepjes bij elkaar staan of zitten, pratende over alles en nog wat, lachende, schreeu wenne of vlot-kundc. En daartusscben 't geklots van biijarJb.ulen, 't siauipen van queus op ,ie planken vloer, 't geschuif van stoelen. De dagelijksc.be di tikte van 't bit teruurtje vóór 't eten. Toch leek het Snap? buitengewoon. Hein was 't, of allen spraken over zijn decora'.ie, of ieder naar hém ketk. 't Wond hern op, maakte hem gul, deed hem aansporen tot leegdrinken. Hij bestelde nu j eens. Mot jenietrooke, Saapa?" zei d» ..mottige"; hier heb-i lucifer?." I)e?.e bedekte vraag om een eigaar bracht hier en daar een glimlach. Enkelen knipoogden goedkeurend den mot tige toe. Ja," zei Snaps, sigare heb ik niet bij me hoor." Da' j niks," zei de .,mollige", ..die verkoopen ze hier ook." Xou, vooruit met de geit. Allemaal rooke. Je krijg maar ns het zilvere stuk. Aanneme." Non, d'er is geen haa^t bij," zei de mot tige" schijnheilig; straks komt-i immers met de glaasjes.'' De bediende kwam en Snaps beitelde elf sigaren van drie cent. Colorado, sergeant V' Hoe zeg-i?" Moet u colorado?" Weet ik, hoe ze heeten. As 't maar goeie ijn." Toen de sigaren gebracht werden, was 't weer een hulde brengen, een eer schenken aan Snapp, die 't alles dankbaar aanvaardde. Sjonge, sjonge, dat mot je toch niet uitpoetse . . . vierentwintig jaartjes." Om de weerlag niet." Je zou 't hem niet anzien." Nee, dat zou je zeker niet." Zeg Snaps, jij kan nou ook meeprate man. Jij weet nou ook, wat diene is." Ja, ja," zei Snaps, met intonatie van zelf voldaanheid, .Je krijg 't zilvere stuk niet voor niks." decors. Schunnig heden opgediend door kellners in roode ?rac g eg onteerd in smoking en decolleté." Maar de schaamtelooze Hooge Kunst wordt een paar avondtn in de week geest driftig bejubeld door de npper-ten en geest driftig besproken op tei's en soirees." Waar thans het gebouw van i/e Kammerspiele" zoo smaakvol, streng, klassiek bijna verrijst, stond vroeger een bekend danslniis. Ik geloof, dat het toen sedelijker was". Dit is de wijze, waarop in een groot en liberaal en Hollandsen dagblad geschreven wordt, niet over twijfelachtige tlodderschrifturen, maar over kunst,.die door don schrijver xelven als kunst erkend wordt. Over kunst, die zorgvuldig gediend wordt in een smaakvol, streng en klassiek gebouw waarin niemand behoeft te komen, die aan deze kunst niet eeue innige en dringende behoefte hoeft. * Ik ben iemand, die de schaamtelooze Hooge Kunst van harte dient. Ik heb behoefte aan schaamtelosze Hooge Kunst. Ik kan niet leven zonder schaamtelooze Hooge Kunst. Ik ben zoo innig verheugd, dat mijne geschriften alle behooren tot de schaamte looze Hooge Kunst. En overigens ben ik van meening, dat in een gsbouw aan de Pij peumarkt, dat zoo smaakvol is, streng en bijna klassiek, de schaamtelooze Hooge Journalistiek ge diend wordt van harte en met voordeel. JACOIS ISKAKI. DE HAAN. Sociale aanacizgonncb^n. MYeraiEiflÊSlsTeii bij teniet-en tefciaieust Het vereenigingsleven der ambtenaren werd in de laatste dagen druk besproken; zoo wel in tijdschriften als in dag- en week bladen trollen wij hieromtrent belangrijke artikelen san, terwijl in 's lands vergader zalen de hoeren Kamerleden van verschil lende politieke richting m»t de rogeeriiig van gedachten wisselden omtrent de houding, welke de overheid tegenover de voreenigiiigen had in te nenion. Speciaal kwam daarbij ter .sprake liet vereenigingsleven bij den post- en telegraaf dienst on o. i. niet ten onrechte. In die vakken toeh is in de laatste jaren eeu ernstig streven waar te nemen om zich to voreenigcn, ter verkrijging eener betere positie, en dat wel meer in 't bijzonder onder 't hoogere personeel. \Vei',l vroeger slechts door <,;k.i-'t.i- be hoefte <???;>vi.'L'!d om lii eener veroenigii.g te zijn, on meestal nog maar alleen om daardoor don kaniei'aaiiseiiappo'ijkea L'ÜO.-I te bevorderen of vakbrHngon te behandelen, thans zijn de meeste ambtenaren bij de eene of andere vereeni^ing aangesloten en wordt de eisch gesteld, dat door het Bestuur ernstig voor de belangen der leden wordt opgekomen. uit opkomend voriMnigingslovon was iu hoofdzaak het !;.j>roL' va>i het optreden van den tegenwüoriiigen Dircc lour-dcuoraal der Posterijen en Telegruliu. Wij willen geens zins in doti breodc gaan rolovueren, op welke wij/o deze houfliinibtfiiaur eeni;;e jaren gek'den is opgetreden tegenover het \ ereeiiiging^eve >, om.lat i;; diens gedragslijn belangrijke \sijziging is gekomen, dank /ij het krachtig optreden \auhot vorig kabinet. Maar to'.-h /ijn de ambtenaren HOL' niet zoo spoedig vergeten op welke wij^o tonenuvoihunne veroeniging werd gchindold toen hun hoogste chef nog meer zelfstandig optrad. 'i'oL'h hoeft du heer Pop een-'; eigonaarduc opvatting omtrent do verhouding van bestuursleden tot hunne vereeni^inu. In 1905 werd bet Bestuur van den kierkeubond ontvangen; omtrent het onderhou l werd een verslag opgemaakt voor hu n orgaan, de drukproef werd aan dezen hoofdarnbtenaar ter kennisname en goedkeuring opge zonden en terug ontvangen rs;et de modedeeling dat tegen publiceering bij Xi.jn Hoog Edel Gestrenge b n waar bestond. Naar aanleiding hiervan schrijft de redactie iu bovenbedoeld orgaan i:!l Juli 1905): al/cii, die r."ed.-- <? m -Int cerslaij kti'id* nain^.n 'lnor >l /«"/<?'/.,?//.;/ fan den inhoud op de vergadering of lang* den teeg can onderhandse/te meleileding, worden derhalve verzocht met 11 at bezwaar rekening te houden. Dat /rij tot op heden zonder nn nog tot publicatie over te gaan, niettemin dat ver slag niet geheim hielden, vindt zijne ver klaring hierin, dat gedurende hel- onderhoud in kicestie ons enkele mededeelingi-n zijn gedamt, die op allen betrekking hebben, waar van dus de wetenschap voor allen nuttig is e n bovendien niet geen enkel leoord va.i gehfiinhuitdinij gerept werd".^. En dat thans de bovenbedoelde eigen aardige opvatting nog vrijwel dezolfle is, bleek dezer dagen bij hot ontvangen ter audiëntie van het Bestuur fan de vereei 'j'iiig cihi commiezen <l<>r posterijen m tcle;//v//V. bij welke gelegenheid X.H.E.(ïestr. uitdrukkelijk te kennen gaf, dat hij zijne mededeelingen als geheim weuschto te be schouwen en daarvan geen mededeeling mocht geschieden in het orgaan. Wat heeft nu de v.reeniging aan zulk een onderhoud? De leden zijn in hooge mate benieuwd hoe het met hunne positieverbetering staat, waar zij nu al jxrenlang met beloften op lotsverbatering zijn gepaaid; zij vaardigen hun bestuur af oni hunne belangen bij den hoogsten chef' te bespreken en vernemen omtrent den uitslag . . . niets. Den SOsten Juli 1907, dus thans reeds 8 maanden geleden, werd een wetsontwerp ingediend, waarbij een tractoments (lots-) verbetering werd voorgesteld, in te gaan l October 1907; maar op dat wetsontwerp is nog steeds geen voorloopig verslag ver schenen. Kan iemand zich voorstellen, dat een dergelijke behandeling ooit meer is voorgekomen, bij een voorstel tot positie verbetering van eenig ander dienstvak? Immers neea. De ambtenaren zien reikhalzend naar nadere berichten uit, het geluk, het wel en wee hunner gezinnen, de opvoeding hunner kinderen ja wat al niet, staat hiermede in verband. lïij Kon. Besluit van 15 Februari 1900 no. 14 werd aan de commiezen het recht ontnomen, mede te dingen naar de kantoren iu do 7e klasse; in tt/'/('<;<:'i/iini can ent i!C'"iitni'f'l(: /ttTzii'/iiii'/ ran <!c Ix'fi'iHiii/ < n om'ri'iit de, beslaande, cln^si/ieati'1. n't-r pos/- en fclegriKifkdittoren. Dat js rui o )k al weer l i w ui; jaar geleden maar van die nadere regeling is nog maar steeds niets beken l, en wij vragen maar weer, waarom toch die bn/tei/g- ii'o:/c sfioed om aan de commiezen i'en'i/t n te oninanoii,?waurlijk hunne positie was niet zoo rooskleurig, terwijl de traetemeuts(lots-)verbeteringen zonder het minste bezwaar op do lange baan worden gesehoven. Dat er tegen vorenbedoeld wetsontwerp uit den boezem der ambtenaren zoovele bezwaren werden ingediend, pleit ook al niet vóór 't wetsontwerp. Onzedelijk is 't echter den besturen van vn"i.;oni,':!!gon thans te verwijten, dat het beter ware geweest te zwijgen, en te be weren dat men dan al vast iets had ver kregen. Was het niet plicht, dat deze besturen opkwamen tegen regelingen, die aangekondigd onder don vorm van lotsverbeteringcn. dat iuderdaa l niet bleken to zijn. Is 't dan 'in eindelijk niet tij-i eens te vragen ,,.iau wieu do schuld dezer ver| tragingon --p ulierlei gebied?'1 Vacaturen j worden niet, of eerst na langen tijd verj vul'l, toegezegde uitbreiding iu hoogere rangen biijfi: stelselmatig achterwege, dieust| ordors worden uitgevaardigd on kort daarna w e o r ingotrnkkon enz. enz. Wat is hioroo j to antwoorden? "Wat moeten de ambtenaren i (leuken van den re Ie van /ij n o Excellentie | Minister Krans 5 December |.i. blz. fVó dor llanddingon. Dit is <;en opmerking van zeer ulgeineeiren aant i/njnhoor do \ ojrzitter, maar zij geldt toch ook voor dea hoofdanibteiiaar, wiens positie door den geaehton ufgevaardigdo is ter sprake gebracht. En nu meen ik, dat, zoolang niet do Kamer of liever de Wetgevende .Macht den minister ontslagon liet ft van zijne verantwoordelijkheid, ook door die Wetgevende Macht aan den .minister moe.st worden overgelaten om te bepalen, hoe slap of hoo strak hij de teugels m-jent te moeten aantrekken. Die teugel-: ----- ik moge dit ter goruststelling ..van don heer 'vjhman nog meledeelon, want bij hom schoen daaromtrent twijfel bestaan houd ik persoonlijk in handen en zij berusten riot in handou van eonigen Nee, nes." 't Duurde niet lang, of boven de t'.vtx; be zette tafeltjes, waaraan Snaps zoove?! be vij/;en van hartelijke belangstelling otitviiia, hin:;<-"n blauw-grijze damp, ais een nevel, waardoorheen vaag de plaat ach vader, inet meer" !;s onder kennen was. Steeds vrooiijker werd -Ie stem ming. Süap.3 liet nog es inschc-nke,) en /.'n gin hei d steeg naarmate hij crouk. J u de au:tine werd het voller en voller. < inderi'JlH-ierwi, wier dienst op verschillende tijilatipp^n v,:is afgeloopeD, kwamen hun biiicrtje pakken, voegden zich bij reeds gevormde groi'jijrfs i.f gingen zitten aan du leestafel, 't \Verd er drukker en rumoeriger, naarmate \etensuiir naderde. In 't kringetje van Snaps maakte dn cats de tongen los, werd Snaps zelf steels vroolijker. Nu en dan nam-i tr eentje iusscheu door. ,,'k Begin na. rn'n zesde pas te tellf," zei Kraantje lek. ])e mottige", wiens plaagzuchtig karakter zich ouk hier niet verloochende, en opge wonden "ok door de cats, vroej.': ,,'fa'f Siiaps, weet je vrouw nou wei, datje hier zit?'1 Wat doch-i dan1.'" Vond ze 't goed?" Of ze 't goed vond? Zal 'k haar niet vrage, man.'' j N'ou ja, dat aeg-i nou maar." Bang, dat de mottige" te ver zou gaan ca ] deu reeds opgewonden jubilaris door z'n plagerij zou ontstemmen, vroeg er een: Zeg Snap3, hoe von je die spiets van Je ouwe van morge?" Nou, die was raak hoor," lachte Snaps. De tranen liepen hem uit z'n neus," begon de mottige" weer. Hatelijkhedan op z'n neus kon Snaps niet verdragen. Nijdig even zei-idanook: ..Beier zoo'n neus, dan een neus vol gaten, mottige." Om Suaps pleizier te doen werd er geroe pen: .,steek in je zak," die is raak" en werd er gelachen, en Snaps keek triomphanteiijk om zich heen, even trotsch als verbaasd over 't succes van z'n repliek." De m jttige laehlie mee, en Snaps liet nog es inschenken. Enke j len bedankten. De vroolijkheiJ in den kring J trok >!;* i-iiiüiLic'ht. Men lachHe richter den rug van SIM;.-, ,-(,:.d zijn vrijt;.-vi;-beid verbazingwekki'ii'J, znfj met vfcrA'uiiduricg de hoeveelbt id t als, die hij naar unini-ri sloeg, want te'ki.-n-i ij.og ii"-t i :ic i ;ti',;oti(ldr;ijk inschenken. "<>:-? ..?iiottigL1" von l het tij<1 HOL; t---! e'-n aanval U: ;!,i;-.i. 11!J ???,-;!,K> ^:;a;>s nijdig /ien, on sliaks zou ;ie C:i::'.inu ^e^ïuttn worden. ,,\Vn:\i -m ;i:-b-i nou ji- zilveren ;-'tuk niet. . luncte? i.or wie?" ! Slinks we;:! nijdig, sloeg met n'u vuist op de tafel. V... voor wie niet, hè? As... as jo som? , . . :n. . . lu'n wijf Ledoi-lt. .." ; ..Dat zeg ik niet" /.ei de mo:tige grimlachend. : .,N . . . nee . . . nee. maar je meen hei toch . .. ; A . . as 'k urn zil . . . zilveren stuk ... au ... i uu wil... liaba .. . dan doe ik dat, hè':" i Nou ja." ging de mottige" door, entoen j plotseling tot z'n buurman, die heai door l een trap nndt-r de tafel tot uilscheHeu a.vaj maande, hou je poole thuis,,, nou ja, dat j mot ik uog zien." l ,,'k Slaan ze net. . net zoo lief . . 'n . . 'n . . : zilveren medaille op., op d'ro'jge.. haha." i Miar zo iebbe me toch verteld Snappip, dat er bij jo'i thuis iu de kast een kraft met water st«ai in plaats vau ouwe klare." j Dit ,vai Snaps te kras. Met een dat lieg-i, l inottigj" iiaui-i 'n aschbakje, wilde 't den ! mottige" naar z'n hoofd smijten, doch sloeg bij de achterwaartsche beweging vau z'u hand het gkis stuk van ach vader, niet rneer." Rinkelend viel dit met het ascbbakje op den grond. Meu keek verschrikt op, kwam toegeloopvii uit 'Ie leeszaal, omringde Je tafeltjes. Snap.-1, geschrokken eerst, keek woedend naar z'u plaaggeest, schol l telkens maar mottige, ambtenaar van mijn Departement buiten het hoofdbestuur om. Ik meen bescheidenlijk, dat ik hier handel, juist zooals het in het belaag van een goeden en geregelden gang van zaken, ook bij de posterijen en de telegrafie, het meest gewenscht is, en ik ben, zoolang ik moet roeien met de riemen die ik heb, niet voornemens daarin veel verandering te brengen," aldus sprak de vorige Minister over dezen hoofdambte naar aan wien zulk een belangrijke tak van staatsdienst is opgedragen; het wordt den ambtenaren thans duidelijk waar hem de schoen wringt; zij zijn echter van alles de dupe. Nu gaan er geruchten, dat het oordeel van deu tegenwoordigen Minnter omtrent dezen hoofdambtenaar geenszins gunstiger luidt, mocht zulks het geval zijn, dan is het te hopen, dat aan dezen onhoudbaren toestand een einde worde gemaakt, en spoedig een nadere regeling worde getroffen omtrent de positie der ambtenaren, opdat onder hen weder een tevreden geest terugkeere. Ontwikkeling van het vereenigingsleven juichen wij zeer toe, maar wanneer de steeds toenemende ontevredenheid vrij weideeenige factor is, welke het vereenigingsleven doet opbloeien, dan achten wij zulks een hoogstbedenkelijk verschijnsel. Periculum in mora. April 1908. OBSÜRVEB. Metselaars te Parijs. Nu de algemeene uitsluiting der metselaars in Parijs woedt, en, wie weet, nog veel van zich zal doet spreken, geven wij hier hetgeen Henri Flamans over het metselaarsvak zegt: De 4ÜOO patroons en ondernemers, die het bowvak vertegenwoordigen voor de departementen eine" en Seine et Oise", hebben onder zich 300,000 werklieden; terwijl men voor Parijs allén, dit cijfer kan stellen op 200.000 arbeiders. Elk jaar worden in de hoofdstad ongeveer 200 nieuwe hui «en gebouwd, en de som uitgegeven aan salarissen en aankoop van materieel wordt berekend o.i tachtig millioen frank. Een metselaar verdient ongeveer 1800 Irank 's jaars. Nog heden ten dage komen de meeste metselaars, die te Parijs werken, uit het Plateau Centra1. Het was Ricbelieu, die besloot aan Limousin en aan Auvergne de noodige werklieden te vragen voor de ver sterking aan steden en havens. Er werd daar toen een soort jacht gehouden en honderden boeren vervoerde men naar Parijs, op een wijze alsof het slaven of galeiboeven wai en. Colbert en Vaubau volgden dit voorbeeld. Weldra echter behoefde men de boeren niet meer te dwingen; in de streken, waar de grond niet bijzonder vruchtbaar was, namen zij vanzelf de gewoonte aan, hun landbouw voor een tijd te verlaten, om in ds stelen te gaan werker, hoofdzakelijk ia Parijs. De bo-vouers van Limou?in, die het tal rijkst waren, hebben zelfs hun naam gegeven aan eau klasse van metselaars, die belast zijn met het groll'e werk, ala b.v. de fonda menten, de muren. De muren opgetrokken met mergsteen en kalk, worden limousinerit" genoemd, en men vindt dit woord ook otlïciëel in een reglement van 1G85. De werklieden, die zich met dien arbeid be/.ig houden, best men Umriusamtx". Ook het departement cle la Creuze heeft, altijd veel metselaars aan Parijs geleverd. Op da '2~>.000 lieden, wonende in de hoofdstad en uit dat departement afkomstig, telt man iö.OOO met-;eïa:trs. Vóór 1830 waren ze ge woon uii'ir Parij's te komen in groepen van vior a vijfhonderd, den afstand van 350 KM. te voet afleggend in zeven of acht dagen. Ze kwamen in Maart en bleven ongeveer ne^en maanden. Men was in dien tijd nog bang voor den winter, te meer daar de guwoonte nog niet bestond de in constructie zijnde gebouwen niet dekze.len of hulpdaken te bedekken. Iu -X naar te komen. Tuaas nu men het geheele jaar doorwerkt, zijn er noodzakelijkerwijze minder nomaieu. Doch er is hun nog wat overgebleven van dat reizend leven, ze kunnen er nog maar niet aan wennen te leven ieder in zijn eigen woning. De metselaars uit die twee depar tementen vormen een soort kolonie, waarvan het centrum is in de nauwe, donkere straatjes beroerde mottige," en stond op. De mottige" verdween stil, glunder lachend, dat i zo/n succes liid gehad. En heel gauw was nu ': kringe'.jöopgelost. Saaps, den mottige" niet niber ziend, keek naar 't gebroken glas, trok x'ji behouders op, ea iiep met onzekeren pas, bier en daar zich stoo;eud tegen tafeltjes en stoelen, naar 't buffet. Oüdai' bet te voorschijn halen van z'n portfiiiofluiiiüvroeg-i: ..TI(io .. hoeveel . . . hoeveel krijg-i vau me?" 't JJedrag werd genoemd en Snaps, na vee. Xept*uter in z'n porteuiouuaie bemerkend, dat-i lang nit't genoeg geld had, zei, dat-i den volgendt/n dag ue rest wel zou geven. .Eensklaps hoorde hij achter zich kortaf, streng zoggen: ...T;! rekent er zeker op, dat je dat gkis bc-tf.aïr, niet waar?" Z:<;h omkeerend, zag-i den aljulant-ouderofilcier van de cantine, keek dezen met droiiköinans-oo^en verwonderj-brutaal aau en zei: ..Glas ? . . . (Jlas ? . . . Wat glas? Dat. .. dat mot . . . mot die mottige, die mottige maar , . ." .J.iWfci, maar jij hebt het stuk geslagen. ' Is ... ik ... betaal niks... niks ... g ... geeri cent," en toen weer zich wendend tot den buffethouder: morge zal . . . zal 'k je . . . de re=t ..." De bulfethouder wierp een vragenden blik naar den adjudant, die 't geval begrijpend, zei: Dat gaat maar zóó niet. We leveren bier niet op crediet, sergeant. Als jij verteert, dan moet je weten, hoever je kunt gaan." Snaps, ora zich ziende een kring van kijkers en luisteraars, wenschte zich nu een houding te geven, hij, de jubilaris, de pas gedecoreerde, de man van den dag, die meent, dat hij wel iets vóór beeft boven anderen, en opgewon den nog door 't geval met den mottige, nam-i met minachting in z'n dronkernansoogen z:u meerdere van omler tot boven op. ,,'k H<?b. .. 'k beb met jou... met jou niks te maken." Deze brutaliteit veroorzaakte hier en daar gegrinnik. Men stootte elkaar aan, knipoogde, drong op, om beter te verstaan, spannend ueK.&c.it;u 01 nuipuaüeu ie ueaeKüeii. soïcmbdr trokken de weraiieden terug Liniousin of Creuze, om in Maart weer

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl