De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 3 mei pagina 6

3 mei 1908 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

1) K A 'M 5 T K R D A M M K U WEEKBLAD VOOR N E E R L A N'ü. 1610 Bulletin No. 324 van de United States Geological Snrvey" van het Departement van Binnenl. Zaken van de Yereenigde Staten van Noord-Amerika handelt over de aardbeving en brand te Ban Francisco op 18 April 1906. Het is eene verzameling van rapporten door eenige leden van het De uitwerking van de aardbeving op zuilen en bogen. (XVIII. B.) bovengenoemde Departement, benevens ge volgtrekkingen te maken uit het onderaoek van de ge bouwen,enz. der stad San Francisco na de verwoesting door de aardbeving*en den daarop volgenden brand, die bijna de helft der stad geheel vernietigde. De rap porten beslaan een 160 bladzijde?, waarin de verschillende constructies van gebouwen worden besproken ten opzichte van hun grooter of kleiner weerstands vermogen tegen beving en brand. Een goede honderd foto's en een paar kaarten geven een overzicht van de verwoesting. Uit dit zeer intressante rapport blijkt de superioriteit van de gewapend-beton constructies in geval van aardbeving en brand, mits de constructie oordeelkun dig is uitgevoerd en van het beste materiaal. Steenen muren met conterforten of beeren blij ken ook vrij goed weerstand te kunnen bieden aan de schokken, evenals solide gebouwde houten huizen. Al is het gewapend beton gebleken het beste te zijn, is ook eveneens gebleken, dat slechte constructie en slecht materiaal ook daarbij het weerstandsver mogen zér sterk doen afnemen; terwijl metselwerk en hout, waar dit van goede constructie is ook een grooten waarborg opleveren. Men zoude uit het rapport kun nen opmaken dat goede con structie en goed materiaal nog van meer beteekenis zijn dan het systeem van bouwen, de foto's op platen 12, 17, 19, 20, 23, 28 en 39 geven hiervan het beste bewijs. Een goed gefundeerd en sterk gebouwd houten huis, niet hooger dan 3 verdiepingen, goed gepleisterd en afgewerkt, schijnt wel het ideaal huis in gevallen Omgevouwen ijzeren pijlers en ingestorte vloer. (XXVI. A.) als te San Prancisco te zijn. Rosa Bertens, (in Maria een gunstig gevolg in de titelrol van A. Dumas fils' Francillon, dat voortaan dit soort rollen haar toebedeeld werden, alsmede de meer luchtige in de stukken van Valabrèque, Ordonneau, Bisson, enz. Toch is Rosa Bertens het grootst in het dramatische en tragische. In het Sesidenztbeater, na Antoa Anno onder leiding van Lautenburg, en iater in het Neues Theater" ontwikkelde zij in volle pracht hare rijke gaven, in 't bijzonder in Maupassant's Musotle, Strindber^'s Oldubiger, Daudet's Sappho, maar vooral in De Wevers. Dit laatste stuk speelde züop het tooneel van de Freie Bühne", die zjj, door voortreffelijk en levenswaar spel hielp bevestigen en bloeien. In 1894 verbond zij zich aan het Deutsches Theater" en werd er een sieraad van. Thans maakt zij deel uit van het Hebbeltheater", waar zy al dadelijk de aandacht op zich vestigde door de vertolking der hoofdrol in Hebbel's Maria Magdalena. Rosa Bertens laat met de gracieuse Ida Roland en de innig gevoelende Maria Maijer en de andere leden van het Hebbeltheater, vooral Paul Otto den schoonsten indruk na, en een grooten duik van de intellectueele leiding. J. ff. R. Zy, de tooneelspeelster met vurig tempeament, met humor, met geest, de salon dame, de karakterspeelster, de raisonneuse, heeft deze week te Amsterdam, met leden van het Hebbeltheater te Berlijn, optredende, al deze eigenschappen en nog andere deugden doen bewonderen en waardeeren in de rollen, door haar vervuld in Bernard Shaw's Frau Warren» Oewtrbe, en in August Strindberg's Gldubiger, enz. Rose Beitens, behaagt als tooneelspeelster door haar volkomen natuurlijk spelen de veel zijdigheid van haar talent, dat haar zoowel in het h oog-tragische als humoristische onder scheidt. In de eerste plaats munt zij uit in het voorstellen van de hypernerveuse vrouw, zooals die voorkomt in het Fransche zedendrama, en in het revolutionnatre naturalisme, door Skandinavi-che schrijvers geteekend. Het hartstochtelijke bij haar bevreemdt niet, als men weet, dat haar vader een Hongaar en haar moeder een Russin is, es dat zij opgevoed werd te Konstantinopel en te Weenen. Dweepend met de kunst van A. Sonnenthal, den bekenden tooneelspeler van het Burg theater te Weenen, werd zij gedrongen aan het tooneel te gaan en bad het voorrecht de lessen van een uitnemendsn leermeester, als dezelfde A. Sonnenthai is, te mogen genieten. Toen deze oordeelde, dat zij het tooneel kon betreden, ving zij als actrice aan te Neuren berg en Keulen, en bleef ijverig >oort studeereu. De ernst van haar streven hielp haar over alle moeilijkheden en ontgoochelingen heen. Van Keulen ging zij naar Petersburg. In 1887 toog zij naar Berlijn als lid van het Resicfenztheater, toenmaals onder leiding van Anton Anno, en debuteerde er met zulk De straoilinislioei yan Bressflorff. De stranding van het stoomschip Berlin bij Hoek van Holland heeft den zeevaartkundigen veel stof tot nadenken gegeven en is vooral voor den Engelschen Board of Trade de aanleiding geweest om de verouderde op vatting, die hij tot nu toe huldigde, volgens welke de van een gestrand schip uit afge schoten vuurpijlen voor de lieden op de kust gevaarlek konden zijn, nog eens aan zakelijker kritiek te onderwerpen. Daartoe kreeg kort geleden een commissie de opdracht, door onderzoek en practische proefnemingen de kwestie na te gaan, of en in hoeverre het doelmatig is, schepen van vuurpijl-apparaten voor het wegschieten van touwlijnen te voor zien. De commissie is inmid dels haar werk begonnen en heeft den 25sten Januari een proeftocht met het goederenechip Linnet ondernomen. Eerst werd de poging gedaan, met een klein kanon een lijn naar een ander vaartuig te schieten, wat echter tamelijk nutteloos bleek.Voor de tweede proef werd een grooter kanon gebruikt, dat het 14 pond zware gewicht, waaraan de lijn bevestigd was, bij het tweede schot lan ook op de gewensehte plaats aan land bracht. Als derde proef werden uit een pistool met dubbelen loop dunnere lynen afgeschoten, hetgeen totaal mislukte. Ten slotte probeerde m jn den door Bresdorff, directeur van de Flensburger Schiffbaugesellschaft, uitgevonden strandingsboei, die bij deze gelegenheid zeer doelmatig moet zijn ge bleken. Deze boei is 90 c.M. lang, 45 c.M. breed, 30 c.M. Huis, staande op een scheur in den grond, door de aardbeving veroorzaakt. (X. B.) Mislukte brand-vrye constructie: het ijzeren ktwerk tusschen de kolommen losgeraakt door krombuigen. Fairmount Hotel, San Francisco. (XXIV. C.) Steenen huizen, mits geheel voorzien van béton-kolommen, balken en vloeren, blijken zeer goed bestand te zijn tegen beving en bovendien tegen brand. Gewapend beton is echter de beste; maar blijkt ook bij de hooge gebouwen, die men tegenwoordig in Amerika bij voorkeur bouwt, niet afdoend te zijn. Wanneer de hoogte van het gebouw meer dan 30 of Sb M. be draagt, schijnt de constructie bij aardbeving zich te gedragen als een stok, die op een ?einde staat en i*aat zwiepen; op ongeveer de helft der hoogte komen knikken in het ijzeren geraamte, die tot vernietiging van het geheele gebouw aanleiding geven. Bij een paar hooge gebouwen is het bovengedeelte op het ijzeren geraamte blijven staan, dat het onderste gedeelte steunde (zie foiola op platen 15 en 31). Hoe voor deze hooge gebouwen voldoende sterkte is te verkrijgen is nog een open vraag. Van meer belang voor onze ingenieurs en en architecten z^jn de hoofdstukken over de verwoestingen door den brand aangericht. Hetonbetrouwbarevan zoogenaamde brand vrije" gebouwen is ook hier weder gebleken; ijzeren balken, die door de hitte krom trek ken raken los van de muren en doen de vloeren instorten, of nemen, als zij verankerd zijn in de muren, deze mede, waardoor het geheel instort. Kolommen worden door de hitte zacht en zakken in; de foto's op platen 26, 34, 36, 40, 42,51 en 52 ge ven ons hiervan een denkbeeld. Vooral de laatste foto toont het onbetrouwbare aan van slecht gecon strueerde brandvrije kluizen. Wanneer de kolommen niet omgeven zijn door minstens 10 cM. beton of ander onbrandbaar materiaal en ook de vloerbalken, voor zoover zij blootliggen, niet beschermd zijn doar 5 of 6 cM. beton, is de constructie geheel onbe trouwbaar en wordt door brand geheel ver nietigd. O ver de aardbeving zelf worden nog eenige belangwekkende mededeelingen gedaan, vooral eigenaardig is het, dat een scheur in den grond is kunnen nagegaan worden van eenige kilometers lang, waarlangs voor een groot deel de grond eenigszins is ver schoven langs den scheur. Bij wegen, die dwars over den scheur liepen, is het eene gedeelte eenige meters voorbij het andere deel geschoven; een schutting is op de spleet gebroken; de twee deelen staan op een paar meter afstand nog lood recht. Een boom die op den scheur stond is op een meter of tien in de lengte richting gespleten en de beide helften zijn gedeeltelijk voorbij elkander geschoven; de foto's I en II geven hier een denk beeld van. Foto X geeft de afbeelding van een houten huis, dat, op de spleet staande,geheel dwars is doorgebroken. Het is niet te ver wonderen dat de pijpleidingen voor water, enz. pp enkele plaatsen 'zijn gebro ken, /eer eigenaar dig is het geheel indrukken van een waterpijp (foto X) wat te verklaren moet zijn uit het plotseling ledig loppen van de buis, naar beide zijden, waardoor daarin in het hoogste gedeelte een luchtledig ont stond; een andere reden is niet te vinden, daar de pijp juist op die plaats vrijwel onbedekt ligt. Een zeer eigenaardige foto is XVIII B, waarop men ziet hoe de steenen Volommen, waarop bogen rusten, eenige centimeters opzij geschoven zijn,j uist onderde kapiteelen, terwijl het gebouw verderintact is gebleven. Het goedgedrukte en verluchte werk biedt veel belangrijks ook voor leeken op het gebied van bouwkunst; voor architecten bevat het een zeer te waardeeren schat van gegevens, of deze rapporten in den handel zijn weten wij niet. Uitgegeven zijn zij door The Washington Gouvernment Printing Office. G. Waterleidingbuis, van het ingedeukt door het plotseling wegloopen water bij de aardbeving. (X. A ) IIIUIIIIIIIIIIIHHII IIMIIHIIIIIIIIIII diep, bezit 20 c M. diepgang_en beeft den vorm van een boot met een gewelfd dek. Ze is uit yellow Metal en koperblik vervaardigd, van binnen met zink beslagen, is binnen in van spanten voorzien en bevat een aan beide uiteinden spits uitloopenden looden knods, die zoo zwaar is, dat de boei zich uit iedere houding, zelfs wanneer de mast met het zeil in een stort see geheel naar beneden komt te staan, van zelf opricht tot de normale positie. Achter den mast zijn twee waterdichte schotten aangebracht, die de ruimte binnen in drieën verdeelen, die ruimtes kunnen tot het bewaren van proviand dienst doen, wanneer bij schipbreuk ver van de kust de boei in de reddingsboot wordt meegenomen. Verder heeft de boei vier handvatsels, zoowel om er de lijnen aan te bevestigen, als om ze met bootshaken en dergelijke te kunnen aanvatten, maar ook voor de schipbreuke lingen zelf om er zich aan vast te houden, zoodat aldus gemakkelijk twee of drie man boven water kunnen worden gehouden. In het dek is een met een waterdicht sluitend deksel voorziene opening van 125 m.M. mid dellijn aangebracht, en nog twee kleinere, een in het voorste en een in het achterste gedeelte, alle waterdicht afgesloten. Door deze openingen kan men proviand of echeepspapieren erin krijgen. De mast beataat uit een geelkoperen buis die naar boven in een ovalen ring uitloopt. de ring dient tot aanvatten en tegelijkertijd als steun van de ra en om het zeil vast te houden. Nog zij n t wee pardoenen aangebracht. Het zeil, van sterk, compact zeildoek gemaakt, is van boven en van onder aan een ra van spaansch riet of balein bevestigd; een aan het vooreind aangebracht zakzeil richt den boei naar den wind. Tot de uitrusting be hoort ook een manilla-touw, ongeveer 30 voet lang, dat dient om den boei te water te laten, daarenboven fungeert het einde daarvan als stuurlijn. Aan het achterste einde daarvan wordt een lange lijn bevestigd, ongeveer zoo De Strandingsboei van Bresdorfl". dik en sterk als de lijnen bij de vuurpylen, die rolt over een gemakkelijk draaiende katrol. De boei heeft in de eerste plaats de be stemming van Strandingsboei. Na overboord geworpen te zijn zeilt ze met een snelheid van l tot \% knoop aan land, waar de menschen aan het strand ze grijpen en met behulp van de dunne lijn een sterk touw aan boord meetrekken, zooais dat ook by. vuurpijlen of bij den reddingestoel wordt gedaan. Moet het schip een loods aan boord nemen of midden op zee geboegseerd wor den ,of wil een reddingsboot bij het schip aanleggen, dan kan de boei voor de ver binding zorgen. Ook tot het overbrengen van berichten van het eene schip naar het andere en dergelijk werk op zee kan de boei dienst doen. Op verzoek van den Hamburgschen ver tegenwoordiger der maatschappij werd den 4en Februari een tochtje op den Alster met een tot dat doel gehuurde stoomboot onder nomen, om te beproeven wat de boei waard was. Daar op dea dag van de proefneming slechts een zacht briesje (windsterkte onge veer %) op den Alster woei, was het den banwezigen experts niet mogelijk, een eind oordeel te vellen. Deze werkte overigens voortreffelijk en zeilde vóór den wind een afstand van 250 M. in ongeveer 1% minuut af. Verder kon geconstateerd worden, dat de boei, die omgekeerd in het water geworpen werd, zich door middel van den zwaren lood* kegel dadelijk weer recht oprichtte. Door een van de aanwezige zeevatirtkundigen werd het plan aan de hand gedaan om den boei van een automatisch verlichtingsapparaat, zooiets als de bekende Holms lichten te voorzien, om de aan het etrand aanwezige personen het vinden ervan bij nacht gemakkelijk te maken Ook sloeg men voor, later verdere proeven op de pjlbe te nemen en wel bij sterker wind. Nog verdient vermelding, dat een practische poging met den boei van Bre-isdorügedurende een zwaren sneeuw storm in de haven van Flensburg op den Ten Januari kon worden genomen, met een zeer gunstig resultaat. C. Meïronw Bitter fle Boer-van Bijl Terwijl Duitsehe tooneelisten tijdelijk het Hebbeltheater verlaten en den Hollandschen Schouwburg te Amsterdam betrokken heb ben, zijn de leden der Nederlandscbe Tooneelvereeniging, voor kort, uit bet laatste theater getogen en hebben het Hebbeltheater gekozen tot vertoonplaats, voornamentlijk van werken van Herman Heijermana Jr. Gelijk te Amsterdam de voorstellingen en de regie van het Hebbeltheater geroemd worden, is men te Berlijn kwistig met lof voor de artiesten der Nederlandscbe Too neel vjreeniging, voor het samenspel, de harmonie van het geheel, den eenvoud, de stemming en het echt-Hollandsche der ver tooningen. Aller lof vereenigt zich op die van mevrouw Esther de Boer-van Rijk, dedoyenne der Vereeniging, en onmiddellijk na haar en naast haar op mevr. Wilhelmine v. d. Horstv.d. Lugt- Meltsert, en ook op de jonge Filly Lus. Mevr. Esther de Boer-van Rijk, de doyenne, heeft te Berlijn de harten gewonnen door haar eenvoud, haar stil gebaren, haar levenswaarheid, haar spreken van het hart, haar onvergelijkelijk innig en juist voorstellen van stille smart, van lyden, van angst en vreeze. Haar gaan en haar staan, haar heffen en laten dalen van het hoofd, een enkele arm beweging teekenen. Zij hoeft zelfs geea ge luid te slaan en toch kan zij zijn: het beeld der ellende, der armzaligheid, der beproeving, der hopeloosheid of der stille berusting. Treöend heeft zy dat getoond in een rol zonder woorden, ia hoog artistiek werk, in: het rattenvrouwtje in Ibsei»'s Kleine Eyolf, maar bovenal in het muziekdrama: De Ver loren Zoon. Haar kunst spreekt zwygend alle talen en is aan geen grenzen gebonden. Daarom heeft men haar te Berlijn het best begrepen, het hoogst gewaardeerd, en kon het Bfliner Tageb'att, na haar gezien te hebben in : Op Hoop van Zegen schrijven: Mevrouw De Boer schijnt voorloopig onder de, zonder uitzondering goede en maatvaste, vertooners, de eenig*>, die wij het Atnsterdamsehe Tooneel benijden";?terwijl de Germania" over haar in Het Zevende Gefeodzegt: Eenvoudig overweldigend was het afgronddiepe zieleleed van Kniertje"?en het BerKner Tageblalt over het zelfde stuk: Mevrouw De Boer behaalde in de rol van de Brave Engel" een nieuw groot succes. Zonder zich op den voorgrond te plaatsen, teekende zij het boosaardig, vreugdelooze wezen, onuit puttelijk in listen en lagen met de buiten gewone zekerheid, die iedere trek van haar ernstig gezicht aanduidt." Mevr. Esther de Boer?Van Ryk heeft met hare kameraden te Berlijn voor het ware wezen der Nederlandsche tooneelkunst eer bied afgedwongen. Aan haar den schoonsten lauwer. J. H. R.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl