De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1908 10 mei pagina 5

10 mei 1908 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1612 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. DAMES. LIBERTY O R l E N TAL DEPARTMENT REAL PERSIAN AND IND1AN HAND-PRINTED TABLE COVERS AND CURTAINS IN ANTIQUE DESIGNS AND F AST COLOURINGS FROM COVERS 92 X 02 cM. FL. 0.95 COVERS 115 X 115 cM. FL. 1.5O COVERS 135 X 135 CM. FL. 1.9.5 COVERS 185 x 185 cM. FL. 3.95 CURTAINS 275 X 13O cM. FL. 3.95 CÜRTAtNS 365 X 185 cM. EjL, 6.75 JAPANESE KIMONOS FOR MORNING WEAR FROM FL. 4.95 AN EXQUISITE COLLECTION OF ANTIQUEINDiAN.PERSIAN,CHINESE JAPANESE AND TURKISH HAND» EMBROIDERED TABLE COVERS, CUSHION COVERS, CURTAINS AND SOFARUGS AT QUITE INEXPENSIVE PRICES. SELECTION SENT ON APPROVAL LEIDSCHESTRAAT aWSTEHDAM SOLÊREPRESENTATIES IN HOLLAND Huu>iijktene.T Engetfcheht>fita>ne,.?Vrouwen van dramntische autKUrt. M 8. Langtry. Mcay Baker Eddy, La Bella Florido. Uit een aantal Enirelsche jonse meisjes, zal Koningin Alexandra van Engel ar d pp nieuw keuze moeten doen. Heel wat hartjes zullen popelend verlangen, bij de lieftallige Souvereine als Maid of bonour" in functie te mogen komen. Sedert Alexandra Koningin van Enge'and is, heeft reeds het derde huwelijk' plaats onder haar bnfiames. In 1905 trouw len er twee tegeiijk: Mary Ha< t Dyke en Djri- Vi Han, Wier ecütverbintenis in tegenwoordigheid van Engeland'» Koning en Koningin, m%t grooten luister werd ingezegend in de hof kapel van Buckingham Palace. Den 25üten April j.l.is Alexandra 'd hofdame: Mar gare t Dawnay in het huwelijk getreden met den predikant Eowlan l Grant. Margartt Dawnay. mooi meisje en uitste kende* musicienne, is een nichtje van graaf Grey, gouverneur-eeneraal van Canala Vroeger, werd aan de hofdames in Enge land bij haar huwelijk, een bruidschat van / 12.000 uitgekeerd, en een aantal vorstelijke geschenken. De bruidschat, is geschrapt ; het geven van geschenken ia behouden; evenals het verleent-n van een adellijken titel aan nietadeilijke jonge meisjes, wanneer die.tot hof dame gekozen worden. *** UIT D E N A ff U U %. CCLXXI. In 't Bentheïroer Bosch II. Van de zomervogels van 'c bosch vertelden Ons alleen de tjiiijaf, het overal aanwezige piepertje, en de fttis met zijn vinkenslag, die als eten nachtkaars uitgaat, dat zij al weer terug waïen uit het warme Zuiden, 't Is best Bftogelyk, dat de nachtegaal er ook al weer ondhnpte in de struiken; hij was al een dag te voren in Bloemendaal en Bussum gehoord, maar gazongen heeft hij daarginds met de Paaschdagen stellig niet. Zoodra we uit het hooge bosch kwamen, deed de wind zich weer gevoelen, en de weg steeg, in 't eerst niet noemenswaard, later duidelijk merkbaar. Ook was de gladde fietsbaan veranderd in een grove-grintweg, zoodat wij eens omkeken om te zien of we al ver waren, en het niet beter was, maar terug te keeren in het beschermende hout. Dat kijkje achterom was alleen de tocht ?waard: we stonden al hoog genoeg om over het bosch heea te zien naar den molen en hét kasteel op de hooge rots van Bentheim Nu leek het toch nog wel op de oude schilderij van Euysdael, waarvan ge in mijn opstel van de vorige week een toto gehad bebt. Veel mooier Ijjkt het slot van aier dan uit de vlakte gezien, daa is men er te dicüt by en men ziet te veel van die nieuwe amakelooze huisjes er tegen uitkomen. We heoben om de sterke styging te ont gaan de rest van den weg maar naast de fiets gelo- pen, en we stonden al op den {sterberg, voor we het wisten. Het scheelde weinig of we waren er aan den anderen kant weer afgerold, zoo steil is de korte helling naar het JN oorden, en zoo verleidelijk voor fietsen met vrij wiel. uie Isterberg doet denken aan den Tankenberg bij Ollenzaal, maar hij is veel hooger. Verrassend is het uitzicht op de groote heide naar het Noorden en naar den Hollandschen kant. Van boven van den berg tot bij de eerste heidepoelen, die spiegelen en blikkeren in 't zonlicht, dalen een ma ea struiken van jeneverbes neei; die donkere, bijna zwarte heesters nemen allerlei grillige gedaanten aan, het lijken dieren, stoelen, torens, figuren als van taxus of ouxus gesneden, uit een ouderwetschen tuin. , Als het oog van boven de struiken volgt, de natte diepte in en de vlakke bruine heide over, rustend even op een paar huisjes met roode daken, dan ontwaart men met eenige moeite, want de lucht trilt sterk Boven het vlakke veld, ?weial in 't rond een me nigte labrieksplaatojes; ze z\jn kenbaar aan de donkere strepen met iets wits er boven, dat tegen de heide afateeit, schoorsteenpij pen met rook. Kaar 't westen kijken we een Het is lang niet gemakkelijk de vrouw te zijn. van eea dichter, zeggen de Franschen. Waaróm speciaal van een dichter, is mij niet recht duidelyk. Echtgenooten van alle moge lijke artisten, moeten in-den-regel, haar ziel in lijdzaamheid bezitten. Kunstenaars zijn zenuwachtige, prikkelbare, ten-benei varende, in de put ;akkende menscben-kinderen; kinderen vooral. Dat btyven zij hun leven lang. Kinderen hebben een intense be hoefte zich te uiten; zoo gaarne worden zy begrepen, geliefkoosd, bemoedigd net als artisten. Wanneer de vrouw van een kunstenaar, in zich heeft een schat van geduld, teerheid, koestering, moederlijke bezorgd heid, dan heeft zy den.onmisbaren factor, het pad te vereffenen van haar artistleken gemaal. Tooneelspelers en tooneelspeelsters, man nelijke en vrouwelijke dramaturgen, zijn her haaldelijk uitgehoord over hun gewaarwor dingen en bevindingen gedurende een pre mière" Over het emotioneel* van de generale repetitie, hebben zy' ook a'les moeten op biechten. Het Fransche tijdschrift voor vrouwen, Femina" heeft een eigenaardige enquête ondernomen. De redactie wenschte eens aan-de-wee t te komen, wat in de harten der vrouwen omging, op den avond der generale repetitie van het nieuwe stuk, door haar mannen geschreven. Met de grootste welwillendheid, hebben de dames een kijkje gegund in haar binceDst. Mevrouw Victorien Sardou, de allerbeminnelykste, trouwe levensgezellin van den tooneel-veteraan Victorien Sardou, die steeds bescheiden en angstvallig aan een aantal journalisten een interview weigerde, heeft over de emoties, gepaard aan de opvoering van Sardou'a stukken, eerlijk het volgende meegedeeld : Door den wankelen staat mijner gezond heid, ben ik er nooit zeker van, of ik de generale répétie zal kannen bijwonen. Bet is my' wel gebeurd, dat ik op wei? naar 't theater, verplicht was, weer naar huis terug te keeren Emotie? Zenuwen?... Ik weet 't niet. Geen enkele opvoering van Madame Sans-Gêne, onlangs weer door Bêjane voor 't voetlicht gebracht, heb ik kunnen bijwonen. By de lé^éti ie van la Sorciêre" was ik door pijn'genoodzaakt, mijn loge te verlaten. Zeker l elk nieuw stuk was voor my een bron van nieuwe gemoedsaandoeningen, ik zou met geen mogelijkheid kunren zeegen, de opvoe ring van welk stuk, mij het meest heeft aan gepakt. .. Er waren er zooveel. Mevrouw Maurice Donnay monstert bij een première het publiek. Dan kijkt zij by'na niet naar het tooneel. Zij bestudeert de gelaats trekken der toeschouwers; tracht daarop te lezen, wat er in hen omgaat; vorscht zoo doende uit, welken indruk het nieuwe stut maakt. Mevrouw Pierre Decourcelle analyseert de koortsachtige g«moedsaandoening,door'auteur en spelers Ie trac" genoemd, aldus: Trac" ? Die, heb ik bij ieder nieuw stuk, in heviger mate. Bijv.: Bij de generale van Deux Gosses" heft ik mjj geen rekenschap kunnen geven, of het stuk het deed." En, het deed" 't buitengewoon. Als het voorgaand stuk een succes is ge weest, dan benik dubbel bang voor't nieuwe. Heeft 't laatste stuk matigjeg voldaan, dan vrt-es ik hetzelfde lot voor 't nieuwe. Me'rouw de markiezin de Flers, dochter van Sardou, is van baar prille jeugd gewend aan dergelijke emoties. Als kind, als jong meisje, doorliep zij met haar moeder de gebeele gamma van aandoeningen, gepaard aan de opvoering van een nieuw tooneel werk baars vaders. ED, mi, gehuwd met den kranigen tooneelschrjj «er de Flers, wordt 't er heel e;nd Nederland in, waar toch nog iets van een heuvelragje met een mooi golvende lijn zich afteeken op de dun blauwe voorjaarslucht. Z'io'n mooi kykje van boven over de ruime uren verre heide is in ons land niet vaak te krij gen. In elk geval niet van zoo'n merkwaardigen niet beter op. Doch, in dit opzicht trad zy niet zonder ervaring in 't huwelijk. Zij zegt: Ik ben zóó jong, gewend aan aandoenin gen van generale repetitie en première, dat ik er mi niet meer al die hevigheid van ge voel. Ik ben nooit bizonder beducht geweest, voor de eerste opvoeringen van werken van mijn vader, en van myn echtgenoot. Mevroaw de Caillavet, echtgenoote van den collaborateur van de Flers, beweert: Of ik bang ben, op de dagen van generale repetities? Neen, maar! of ikl Trouwens, iedereen in de zaal, is dan doodsbenauwd; de eene partij vreest, dat het stuk geen succes zal hebben, en, de andere party' is precies even bang, dat het nieuwe stuk wél een succes zal zijn... Mevrouw Jeanne CatulleMendès redeneert aldus: Op avonden van genera'a repetities, en van eerste opvoeringen, smaak ik meer vreugd dan, angst. Het schijnt me een on mogelijkheid, dat het publiek niet geestdriftig zal zijn. Mijn grootste vreugde waren de op voeringen van Sainte Thërèse en van Médée. Mevrouw Alfred Capus, heeft altijd vertrou wen gehad in't goed gestertte van haar man ; de ondervindingen hebben haar vertrouwen zoo gevestigd, dat zij heel weinig is aangedaan bij een eerste opvoering. Mevrouw Langtry, teruggekeerd van bair tournee door Amerika, treedt nu weer in Londen op, an wel, in het Haymarket theater, waar zij in 1881 debuteerde. De Lelie van, Jersey" zooals zij genoemd wordt, werd in 1853 geboren. Zij is bezig haar mémoires ie schrijven. Welke kunstenares doet dat in onzen ty'd niet? *** Mary Baker Eddy, de hoogepriesteres der Cbri-tian Scieece, heeft Boston sedert lange jaren verlaten, om het einde harer dagen stillekes af-te leven, in Newport, een vo .rstadje van Boston. Waarom zij h*ar vorige woonplaats Concord, en haar buitensoed Pleasant View" verlaat, weet men niet zeker, doch men vermoedt, dat zy zich geheel aao 't publieka leven wenscht te onttrekken. Reeds gedurende de laatste jaren verscheen zij bij hooge uitzonderingen voor niet langer dan twee minuten, op een der balkons van Pleasant Vriew" om de bedevaartgangers toe te wuiven, die, uit alle oorden der wereld naar B >ston waren gereisd, om een dienst bij te wonen in de kerk te Boston, gewijd aan de stichteres der Cbristian Science. * * # Koning Alfonso's hoffelijkheid jegens vrouwen wordt in Spanje by'na spreekwoor delijk. En, dat zegt vél; want, Alfonso's landgwiooten blaken Van ridderlijken ijver voor 't schoone geslacht. Alfonso is hoofsch zoowel- tegenover een prinses, als een een voudig boerenmeisje' Een der meest gevierde Castiliaansche danseressen: la Bella Fiorido, acht zich thats de gelukkigste aller stervelingen. Koning Alfoaso «ag haar dansen, en was bekoord door haar gratie en>schoonheid. Hij liet Qaar verzoeken aan't hof te k omen, waar zij allerliefst te woord werd gestaan door koning en koningin. Koningin Ena overhandigde haar namens den koning een prachtigen( witten kanten sluier, die de schoone danseres naar Andalusischen trant, met veel zwier en trots om haar donker kopje drapeert. CAPBICE. Steenwijk gevonden worden, en die door het « uit Noorwegen hierheen zijn gebracht. Neen, die steenen van den Isterberg zijn daar op de plaats zelf ontstaan; ze bestaan uit een harde soort zandsteen, dezelfde die in Bentheim en Gildehaus gegraven wordt, en waarvan heel wat groote gebouwen zijn opgetrokMosnesten voor de Paascheieren. berg. Het is een zandateenrots.'delaatste flinke top van aetTeutoburger woud.Toe f allig dat die iiu juist een uurtje over de grens moet liegen, anlers hadden wy tenminste n echten berg in ons land; de Limburggebe heuvels niet meegerekend, trouwens daar aan de Geul is het ntt eender: de eerste berg, die nost structuur en echte steen vertoont, ligt precies honderd pas voorby den grenssteen tu*echen Epen en Slenaken; aan den Maastrichtschen kant is hei wat beter. 't Meeste interesseerden ons de groote plat ronde steenea van2 en 3 meters doorsnee op den top van den berg. Dit zijn eeen rolrteenen, erratische blokken of Findlinge" zooals er zoo veel op de heide m Overy'sel en vooral by' ken in ons land, o. a. het Paleis op den Dam. Ze zijn n met den bodem; en, waar «e verweren door hetwater,of breken door boom wortels, die er eerst een barst in deden ontstaan, ook waar ze afbrokkelen, aan dun rand van den weg die den berg doorsnijdt, daar vloeit een uiterst fijn wit zand af; dit zand glinstert ver azend; veel meer dan ons heide- of duinzand; onder de loupe blijken het alle kwartskristallen te zijn of althans scherphoekige korrels; doordat de kantjes en puntjes maar heel weinig zijn afgesleten, is de korrel niet zoo mat als by gewoon zand. In den gaven steen zeif worden al die korrels samengehouden en tot een vaste massa ge maakt door een bindmiddel, het is hier leem, Mrs. Carrie CtiaBmitt Catt. Om en b\j het Internationaal Congres voor Vrouwenkiesrecht. De dagen, waarin, op uitnoodiging van de Nederlandsche Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht, de Wereldbond voor Vrouwen kiesrecht eene samenkomst zal houden te Amsterdam, zijn aanstaande. Dank aan het levendig internationaal verkeer, waarin ook de Nederlandsche Vrouwenbeweging in de laatste jaren werd betrokken, zijn verscheidene van de te verwachten gasten, die ten getale van een drie honderd tot ons zullen komen, voor velen onzer reeda geene onbekenden meer. Diegenen van ons, die aanwezig moch ten zijn bij de oprichting van den Wereld bond in de lente van 1904 te Berlijn, bij gelegenheid van de 4e samenkomst van den Internationalen Vrouwenraad aldaar, ver heugen zich, dan ook in het vooruitzicht de toen gelegde omgangsbetrekkingen te kunnen onderhouden en vaster knoopen, zich gezacaenly'k te kunnen verdiepen in eene berekening van de waarde der uitkomsten, die in den stry'd voor de politieke ontvoogding der vrouw reeds werden herkregen en niet min der in het herdenken van zoo menige strijd ster, die van ons ging, die nog noode wordt gemist, en wier beeld als eene weemoedige, eerbiedige hulde zal worden opgehangen in de zaal van het Concertgebouw, waar de Wereldbond zijne meer intieme, huishoude lijke vergaderingen zal houden. Mevr. Jossi'Hi\E BUTLER, Wegbereidster voor het Vrouwenkiesrecht. Allereerst moet daarbij worden gedacht aan Su<an B. Anthony, de Amerikainscae wegbereidster, die na meer dan 50 jaren lang onverpoosd te hebben gearbeid en ge streden op 4' jarigen leeftijd nog aanwezig mocht zijn bij de orkanisatie der vrouwen van alle naliën tot den strijd, dis haar zoo heilige ernst was, omdat zij bij al haar ijveren voor de afschaffing der slavernij, voor drankbestrijding, voor verbetering van toestanden op onderwijsgebied, tot de ervaring was ge komen, dat de arbeid der vrouw ten bate van algemeene volksbelangen niet tot volle ontwikkeling van kracht kan komen zoo lang de vrouw verstoken blijft van allen directan invloed op de wetgeving, waarbij deze belangen worden geregeld. Eveneens op hoogen leeftijd heengegaan is eene vrouw, die niet minder levendig dan Susan Anthony het heeft beseft, dat het bezit van politieke rechten voor de vrouw zoo goed als voor den man een onmisbaar wapen is in haren strijd tegen het kwade in de samenzoo goed als zonder kalk; dat wijzen dadelijk de planten uit, die er op groeien, de hoofdplant is de brem, de groote, met de drie heidesoorten, Limburgsche planten die de flora zoo belangwekkend maken, groeien hier niet. Op sommige plaatsen leek het waarlijk of die steenen er netjes neergelegd en op gestapeld waren en later met mos en brem of heide begroeid, zoo regelmatig lagen op sommige plaataen de barsten en verweringsspleten bo?en elkaar, net een Duitsch kerkhofmuurtje; tot hier en daar weer een diepe dwarsspleet of een groote gave steen beweea dat de natuur ook wel eens mengchenwerk nabootst. Dat was no» bij iets anders ook het geval; we hadden 's middags hooren vertellen dat er ia de steenen op den 'op van den Isterberg indrukken te zien waren van pooten van dieren, van menschenvoeten!, afkomstig uit den tijd toen de steen nog week was, fos siele indrukken dus; 't stond ook in 't Gidije, we geloofden er niet veel van ; het was niet onmogelijk, maar wel zeer onwaar schijnlijk dat zulke verweerde, gele zandsteen zonder kalk, die bovendien in den regel zoo goed als geen versteeningen bevat, zoo maar aan de oppervlakte voorwereldlijke fossielen zou laten kijken. Wel vonden we inderdaad indrukken in de harda grijze korst van den gelen zand steen, die voor pootindrukken konden ge houden worden; er waren er zelfs heel veel, die vier of vijf vingerachtige indrukjes ver toonden rondom een middenstuk. Maar ai spoedig bleek het, dat de veroorzaker van deze paeudo-fossielen (tenminste als wat wij zagen de bedoelde indrukken moesten zijn) een korstmos was, dat zich een eindje inden steen graaft en dat door zy'n vertakking soms den vorm van «en voet aanneemt. Waar nu dit mos afsterft en wegwaait uit de holte waarin het gegroeil is, daar blijft een in druk achter, die voor iemand rnet eenige verbeeldingskracht wel iets van een reuzenhagedissenpoot of menschenhand heeft. 't Is er wel een leuke wilde boel daar, op den Isterberg, een zeer tamme Heksenkeuken, aardig voor jonge Hollanders om er te spelen, en wie het Middelgebergte alleen van een plaatje of een foto kent, kan zich, dunkt me, best verbeelden in den Harz of het Teutoburgerwoud te zy'n. We haalden bij 't scheiden nog een paar natte voeten op uit een verraderlijk beekje, dat onder dikdor blad verscholen lag. Daarmee fietsten we benoorden langs het Bantheimerbosch in zijn volle lengte tot bij Schüttorf. Dan ging het weer hobbel-de-boboel over de boscbpaadjes, smal en breed, tot we weer in het zonderlinge bosch van stokoude, kromme en kranke hagebeuken kwamen. Over die dui zenden rare hoornen, moet ik het straks nog Mevr. SCSAN ANTHONY, Wegbereidster voor het Vrouwenkiesrecht. leving, namelijk de ook ten.onzent algemeen hoog vereerde Joiephine Butler, die bifhare rustelooze bekamping van ontucht en van het wanbegrip van tweeërlei moraal zoo dikwijls de verzuchting heeft geslaakt: ne vrouv in het Parlement, of enkel nog maar de kans van eene vrouw in het Parlement, en de behandeling van zaken rakende de openbare zedelijkheid zonde eene geheel andere zijn;" terwijl zij onder de eersten is geweest om da onschatbare waarde van internationale samenwerking in wijden kring te doen gevoelen. Nog voor k jrt ging op n en negentigjari^en leeftijd van ons Mrs. Priscilla Bright Mac Laren, die in hare jeugd de ver trouwde medearbeidater was van mannen als John Bright en R'.chard Cobden, de grond leggers van d«n fabelachtigen omvang, welken Eugeland's handel en industrie sedert het midden der vorige eeuw hebben verkregen, die zoo vurig deelde in hun hoog ideaa! van wereldvrede en die in rijper leeftijd als slotsom harer rijke levenservaring mede tot de overtuiging kwam, dat zoolang de vrouwen alle burgerschapsrechten missen, dus rechtens geen deel uitmaken van het volk, waartoe zij toch gerekend worden te behooren, haar dienen van de nationale belangen van haar volk toch alty'd onvol komen blijft, niet bereiken kan wat, ware het anders, bereikbaar zoude zijn. Deze vrouwen en nog zoovele anderen gingen heen, arbeidende tot het laatst, in etnen frisBchen, kraohtigen ouderdom, helder van hoofd, warm van gemoed, opgewekt vertrouwend op de toekomst als ware naar de belofte van het oude psalmwoord hun jeugd vernieuwd gelijk eens arends jeugd." De bekroning van haar werk hebben zij niet mogen aanschouwen, al hebben zy de over winning zeer nabij gevoeld; maar al mocht de langzame voortgang der beweging door haar gewekt haar eene zware beproeving zy'n geweest, haar vertrouwen op eene betere toekomst, die eenmaal en zeker komen moest, werd er niet door geschokt. Zy wisten, dat zij haar levenswerk mochten eens hebben. By het voorbüfietsen deden ze me in hun naaktheid herhaaldelijk denkeu aan de sproken van Ovidius en aan de krullen en krotkels op de ledikantgordijnen en het be hangsel van mijn slaapkatnertje; wanneer het nacntlichtje fladderde en ik den slaap niet kon vatten, werden dat allerlei monsters; maar dat werkte lang niet zoo griezelig en spookachtig als die kale hagebeuken deden, nu 't al wat schemeren ging; elk zoo'n boom had armen en oogen en een misvormd verwrongen lichaam. In het hotel brandde de kachel, net als ver leden jaar met Pinksteren, toen was het veel kouder; wij ten minste hadden het nu volstrekt niet koud; we gingen na den eten nog wat wandelen in het bosch aan den overkant. Daar halden we verleden jaar verschillende nestjes open en bloot gevonden, van een goudvink, van een bastaardnachtegaal, een kneu en een zanglijster. We inspecteerden zorgvuldig de boomstammen, de kale struiken en de lage groene coniferen ; vogels genoeg, maar geen nesten. Tot op eens ons oog viel op een keurig nestje van levend mos, dat in de nishohe aan den voet van een beukeboom was gebouwd, vlak by den grond, tusschen twee wortellijsten. Er lagen geen eitjes in, maar tot onze verbazing wel een briefje waarop stond Juichen Wallis in Duitsche schrijfletters, keurig mjoi, scherp en recht. We keken in de andere wortelnissen van de groote beuken. Ook daar zaten mosnestjes diep verscholen, allemaal netjes afge werkt; vlak naast elk neatje stak een twijgje in den grond, waaraan een papier;je was gestoken met een naam er op geschreven, alles even mooi en. zorgvuldig met inkt, Frida Wallis, Willi Fahrenhorst, Leida Beckmann, Helene Gerhard en zoo meer. Ik herinnerde my nog iets van de Duitsche Osterhase, die voor brave kinderen een ei komt leggen, zooals bij ons St. Nicolaas in ruil voor 't paardestroo wat lekkers of wat moois in den schoen legt. In het hotel wist niemand ons iets te ver tellen van dit gebruik.Thuis vondikin:?Unsre Pflanzen in Sitte, Sage u. Geschichte Mytho logie und k'olksglauben" Je vermelding, dat in sommige streken van Duitschland de kinderen nestjes van mos maken, om de Osterhase uit te noodigen, er in den Paaschnacht een ei in te leggen. Nu de kinderea daarginds in 't bosch heb ben er wel bruikbare eieren in gevonden, maar heel rare, naar den vorm en de specie; ik had hun gezicht wel eens willen zien. De oorsprong van het gebruik ligt natuurlijk in den grijzen oertijd van druden en runen, de haas was het zinnebeeld van het snel w gvliedend leven of van den dood, het ei het teeken van de opstanding van het leven in de natuur, dat wortelt in den dood. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl